Dagblad voor Lelden en Omstreken.
j
EDWE LEIDSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaalf2.50
Per weekf 0.19
Franco per po^t per kwartaal, f2,90
5de JAARGANG. - DINSDAG 24 JUNI 1924 - No. 1242
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 Postrekening 58936
V Artikel 123 R. R.
Reeds sinds 1878 heeft de Antirevolu
tionaire partij op intrekking van Art. 123
R. R. van Ned. Indië aangedrongen.
Dit kan geen verwondering wekken.
Bedoeld artikel zegt toch, dat Chri'sten-
fic-eraars, priesters en zendelingen moeten
voorzien zijn van een door of namens den
Gouverneur-Generaal te veTlcenen b ij-
zonder toelating om hun dienstwerk
in eenig bepaald gedeelte van Neder-
landsch Indië te mogen verrichten. Wan
neer die toelating schadelijk wordt bevon
den, of de voorwaarden daarvan niet wor
den nageleefd, kan zij door den G. G. won
den ingetrokken.
Hier worden dus officieel de Christen-
zendelingen in een uitzonderings
positie geplaatst.
Mohammedaanse he en andere zendelin
gen kunnen vrijelijk hunne propaganda
drijven. Hun wordt niets in den weg ge
legd. Zij zijn vrij om te gaan en te arbei
den, waar en wanneer zij dat wenscben.
Maar wanneer daar zijn Christen-zende
lingen, die getrouw aan het bevel van hun
Zender aan alle creaturen het Evangelie
wensche'n te prediken, dan moeten zij
idaarvoor een bijzondere vergunning er
langen en kunnen ze als gevaarlijk
voor de rust en de orde op grond van ar
tikel 123 worden geweerd.
En dat dit artikel geen doode letter is
beeft indertijd de bekende zendeling-arts
l)r. J. G. Scheurer ondervonden, toen hem
geweigerd werd zich te Solo te vestigen
om daar de zieken te helpen en de arme
verblinde Javanen, naar het bevel Gods,
met het Evangelie bekend te diaken.
Geen wonder dat de A. R. partij in haar
program eischte, dat alle belemmering
•roor de vrije prediking van het Evangelie
moest worden opgeheven, dat tegenover
het. Mohammedan'sme het Christelijk ka
rakter der natie niet zou worden verloo
chend en dat voortdurend op intrekking
van dit artikel werd aangedrongen.
En toen later bleek dat tegen intrek-
i i n g zonder meer ook' in Protestantsch
'Christelijke kringen bezwaar werd ge-
ïtoaakt, omdat men meende dat door dit
Voorschrift de z g. „dubbele zending" kon
worden voorkomen, werd toch op zulk een
Wijziging van art-'kel 123 aangedrongen,
Jat daaraan het smadelijk karakter voor
tile Christelijke zending en voor haren Zen-
tier zou worden ontnomen.
Hot A. R. standpunt werd nog in 1922
Jolgenderwij'S omschreven:
De blijde boodschap der Waarheid kan
liun (den Indischen volkeren) niet ge
bracht worden door de Overheid; zij moet
liun toekomen aan de Westersehe volken
■telven, meer in' het bijzonder van Ker-
l'ten en van vcreenigingen; en de Overheid
heeft te dezen opzichte slechts de taak om
de inwerking van dit Christelijk initiatief
tfrij te laten en mogelijk, te maken.
„Wij verlangen niet dat de Overheid in
Indië den Christelijken godsdienst zal
brengen, maar wel verwachten wij van
liaar, dat zij, een volk vertegenwoordigend
nis het Nederlandsche, dat alles aan het
Christendom dankt, ook in Indië de groote
on heilzame kracht der religie erkenne en
dus de verkondiging des Evangelies als een
«nok door haar nuttig geachte zaak be-
schouwe."
„In vroegere jaren, zoo hette het verder
in de toelichting van ons Program van
actie, werd onzerzijds krachtig gepleit
*oor schrapping van art. 123 R. R.
In later jaren werd ook in de kringen
ian onze zendingsvrienden het getal niet
.too klein van hen,, die wel oog hebben
<foor den smaad, die in dat artikel ligt en
«lie daarop wel wijziging wenschten, maar
'.lie het een voordeel achten, dat dit arti
kel z.g. „dubbele zending" kan voorko
men en die het daarom veranderd
wel willen behouden.
Wij stellen geen prijs op dit artikel; ook
jiet in verband met de dubbele zending,
dergelijke zendingsconcurrentie, dio niet
°ADWEÊI¥E»1TSE.PK§J»
Gewone advertentiên per regel 2272 cent»
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief}
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiên bij vooruitbeta»
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
alleen van R.-K. zijde is voorgekomen, be
treuren wij diep, maar wij achten dit ar
tikel tot beteugeling van dit kwaad ook
blijkens de ervaring, niet afdoend; wij
achten de nadeelen aan dergelijke be
moeienis van Overheidswege verbonden,
grooter dan de voordeden en wij durven
het met de vrijheid, ook op dit gebied,
wel aan al weten wij, dat die vrijheid ons
ook strijd en moeite en verdriet zal bren
gen.
Echter afschaffing van art. 123 R.R. is
voor ons niet de hoofdzaak. Hoofd
zaak is voor ons een andere regeling,
die het smadelijk karakter wegneemt en
indien deze door samenwerking met an
deren te verkrijgen is, dan willen wij ons
daarmede voorloopig tevreden stellen.
Daarom spreekt ons prograïn van Actie -
evenals in 1918 van w ij z i g i n g van
art, 123."
Ziehier in duidelijke bewoordingen het
A.-R. standpunt aangegeven.
Wij vestigen hierop de aandacht omdat
legen deze echt anti-revolutionairo ge
dachte bezwaar wordt gemaakt van
Staatkundige Gereformeerde zijde.
Het is de heer Kersten van Rotterdam
een broeder van den leider der S. G. P.,
die in, de „Banier" van 12 Juni j.l. alarm
slaat, op handhaving van dit artikel, „tot
heden een steun?? der zending" aandringt,
en de pogingen tot wijziging van dit arti
kel gebruikt om de afdwalingen der A. R.
partij in het helderste licht te stellen.
Het is een zonderlinge geschiedenis.
Het program van de Staatk. Geref.
Partij zegt, dat de Overheid de Kerk van
Christus heeft te beschermen en op grond
daarvan vraagt haar orgaan, dat een be
paling die een smaad is voor de zending
en aan den Christus moet blijven gehand
haafd.
Het pogen van de S. G. P. om de. Anti-
Revoliifionaire partij hare feilen te toonen,
kan tot op zekere hoogte worden gewaar
deerd.
Maar wanneer daarbij met dergelijke
argumenten wordt gewerkt en wordt aan
gedragen op handhaving van bepalingen
die vruht zijn van een Christus-vijandi
ge levensopvatting, dan is het duidelijk
dat hij het toonen van de feilen niet meer
aan het woord as een vriend, maar
iemand dio ten koste van alles de A. R.
partij wil bestrijden, en die boven
dien toont van een eisch der A. R.
beginselen niet het flauwste besef te heb
ben.
8YA0SNSEÜWS.
3 OCT.-WINKELWEEK 1924.
Naar aanleiding van de 35&sto herden
king van Leiden's ontzet hebben de Ver-
eeniging van den lndustrieelen en Handel
drijvenden Middenstand te Leiden en Om
streken, de Afdeeling Leiden der R. K.
Middenstandsvereeniging „De Hanze", de
Afdeeling Leiden der Christelijke Mid
denstandsvereeniging cn de Vereeniging
tot instandhouding der Leidsche Algemee-
ne Winkel-Etalage-Tentoonstelling te Lei
den, het initiatief genomen, te komen tot
de organisatie van een zich aan de a.s.
grootsche feesten aanpassende Leidsche
Winkelweek.
Waar geheel Leiden zich opmaakt de
stad gedurende die feestdagen een fees te-
lijken aanblik te geven door het doen aan
brengen van schitterende straat- en gevel
versieringen en -verlichtingen, en er dui
zendtallen van vreemdelingen van heinde
en verre zullen komen om Leiden in feest
gewaad te aanschouwen, daar heeft de
Leidsche Middenstand en in het bijzonder
de Leidsche W ink el stand door mid
del van de Winkelweek een prachtgele-
genheid cm te toonen, dat Leiden voor
een belangrijk gedeelte van de provincie
Zuid-Holland de winkelstad bij uitnemend
heid is en dat, wat keuze van artikelen
betreft, op welk gebied ook, Leiden zelfs
voor groot ere plaatsen niet onder doet, en
men daarbij te Leiden veel goedkooper
zal kunnen slagen.
De Winkelweek-Commissie vertrouwt te
recht, dat alle Xeidsohe Winkeliers een
flinke propaganda, waarbij duidelijk naar
voren komt, dat Leiden met hare thans
prachtige eni snelle train- en autobusver
bindingen met Den Haag, toch is en
blijft de stad, waar men zijn inkoo
pen het beste en voordeeligste doet, zullen
toejuichen en daaraan hunne medewerking
ten volle zullen geven.
Het is de bedoeling der Winkelweek-
Commissie binnenkort een voor alle Leid
sche Winkeliers toegankelijke Propaganda
vergadering te houden, waarin het nut en
het voordeel, zoowel voor het publiek als
voor den winkelier, van een degelijk ge
organiseerde Winkelweek besproken zal
worden.
De Winkelweek zal gehouden worden
van Vrijdag 26 Sptember tot en met Za
terdag 4 October a.s. De Herdenkings
feesten beginnen op Donderdagavond 2
October a.s. Er zal de noodige reclame ge
maakt worden, opdat'duizenden uit Lei
den's Om ge ring, ook rit Den Haag, reeds
in de"eerste dagen der Winkelweek te Lei
den zullen komen.
Met- do verschillende Buurt-Conimissiën,
in bet bijzonder deT Winkelbuurten, zal
overleg gepleegd worden, opdat de
straat- en gevelversiering- en -verlichting
in die buurten reeds bij 't begin der Win
kelweek gereed is en functionneert.
Over de wijze, waaróp deze Winkelweek
overigens georganiseerd zal worden, zullen
de Leidsche Winkeliers, die zich voor deel
neming doen inschrijven, zelf een beslis
sing kunnen nemen. Daartoe zullen deze
winkeliers tot een vergadering worden op
geroepen, alwaar door de Commissie ver
schillende voorstellen toegelicht zullen
worden.
Gaarne zal de Commissie desbetreffen
de voorstellen van Winkeliers ontvangen,
deze voorstellen dienen echtei', om in be
doelde vergadering in behandeling to kun
nen komen, uiterlijk 12 Juli a.s. bij het
►Secretariaat der Commissie te zijn inge
komen.
Een der leden dep Winkelweek-Commis
sie zal hen na de propagandavergadering
bezoeken, teneinde hun gelegenheid te ge
ven zich voor deelneming aan de Winkel
week te doen inschrijven.
Zulks kan ook reeds thans geschieden
bij elk der leden van de Commissie of bij
heb Secretariaat, B'reestraat No. 79.
De Winkelweek-Commissie bestaat
thans uit de volgende heeren: H. Wk Ca-
hen, Voorzitter; C. Th. Breebaart, Vice-
Voorzitter; Joh. Geijtenbeek, Secretaris;
J. J. M. Meyers, Penningmeester; W.
Brouwer; Oor. A. Mulder; B. B. A. v.
Noort; J. W. H,. Rotteveel Jr.; H. L. J,
Tobé; A. N. Turksma; W. J. H. Warnecke
en K. Wielinga.
Chr. Kweekschool Leiden.
Bij het Maandag gehouden eindexamen
aan bovengenoemde inrichting werden ge
ëxamineerd en slaagden 5 candidaten n.l.
de dame* G. W. Beekenkamp, J. Ph. v. d.
Born, A. G. Carton, A. H. v. d. Horn, allen
te Leiden en A. P. M. Broers to Voorscho
ten.
Mr. Dr. J. Schokking.
Zondag was het 30 jaar geleden, dat
Mr. Dr. J. Schokking, lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, pro
moveerde in de faculteit der rechtsge
leerdheid aan do Vrije Universiteit.
Apothekers-examen.
Tot deskundigen, niet tot de hoogleera
ren of lectoren der Universiteit behooren-
de, voor het afnemen van het apothekers
examen alhier, gedurende het studiejaar
1924—1925 zijn benoemd Dr. J. J. van
Eek, privaatdocent aan de Universiteit al
hier, G. F. A. ten Bosch, oud-apotheker
bij het Academisch Ziekenhuis alhier en
A. H. Schirm, gem. apotheker te 's-Gra-
Emstige treinbotsing.
Hedennacht is op de spoorlijn Utrecht-
Leiden de laatste trein, die te
12 uur uit Utrecht hier arriveert,
bij den overweg van de electrische
tram, achter „Tuinstadwijk" alhier, in
volle vaart midden op een uit drie wagens
bestaande, electrische tram geloopen, die
uit Schevemingen kwam.
De locomotief van den trein heeft den
derden wagen, een nieuwen motorwagen,
precies in het midden gegrepen. Terwijl
het achterste gedeelte van den wagen op
de rails bleef staan werd liet voorste door
den locomotief als 'het ware meegenomen,
van het onderstel afgedrongen en onher
kenbaar vernield.
De locomotief sprong door den hevigen
schok uit de rails, en liep van den spoor
dijk af, waar zij zich met den kop in de
sloot vastwrong.
Als door een wonder hadden hier in het
geheel geen persoonlijke ongelukken
plaats, waar zich juist in dien wagen geen
passagiers bevonden, behalVe een conduc
teur, die als passagier meereed. Hij her
innerde zich eenige oogenblikken voor het
ongeluk plaats greep, zijn courant in het
achterste gedeelte van den wagen te
hebben laten liggen, waarom hij zich
daarheen begaf. Enkele seconden later
was het voorstuk van den wagen
dat hij juist bad verlaten, bijna ver
morzeld, zoodat hij kennelijk bewaard i3.
Ook de machinist en de stoker zijn ter
nauwernood den dood ontkomen. Zij kon
den de locomotief niet verlaten, doch
moesten door anderen bevrijd worden uit
den chaos van kolen! en andere brandstof
fen, waarin zij met het onderlijf waren
bekneld geraakt. Geen van beiden bleek
eenige verwonding te hebben bekomen.
Van den trein zijn door den schok de drie
achterste wagens ontspoord.
Een trein met personeel en hulpmater
riaal is dadelijk naar de plek van het on
heil gezonden, om hef verkeer vrij te ma
ken en de verongelukte locomotief en
tramwagen te vervoeren.
Het ongeval moet voor een deel worden
geweten aan den dikken mist, diio in den
voornacht heerschte, en het uitzicht be
moeilijkte; toch kan niet ontkend worden
dat ook den seinwaohter eenige schuld
treft.
Deze moet n.l., wanneer do spoorbaan
onveilig is, door een sein van rood licht de
"tram tot staan brengen.
Om te weten of do baan veilig is, moet
hij telefoneeren aan den brugwachter van
de spoorbrug over de Nieuwe Vaart.
Hij had dit ook dein af geloopen nacht
gedaan, doch kreeg geen antwoord, ver
moedelijk wegens een defect aan de tele
foon.
Na op de spoorbaan gekeken te hebben,
waar wegens den dikken mist geen vol
doende uitzicht was, gaf hij aanvankelijk
een veilig sein met groen licht.
Dit was de fout: hij had den trein tot
staan moeten brengen, omdat hij niet wist
of de haan veilig was.
Toen de trein op betrekkelijk korten af
stand van de spoorbaan genaderd was,
gaf hij een sein van rood licht, doch toen
was het reeds te laat om de tram tot stil
stand te brengen,.
Gelukkig had de wagenbestuurder nog de
tegenwoordigheid van geest, zoo snel mo
gelijk te rijden, waardoor hij bewerkte,
dat de motorwagen, waar het publiek in
zat, heelhuids over de rails kwam, en al
leen de laatste wagen, een reserve-wagen,
die bij de brug over de Vliet was aange
koppeld, vernield werd.
Tegen den seinwachler is procesverbaal
opgemaakt.
Het (van uit de stad n-ezien) rechter
spoor van de tram is weggeslagen; ook
het linkerspoor was aanvankelijk vernield,
zoodat de reizigers van uit beide richtnw
gen moesten overstappen.
Thans is dit linkerspoor hersteld, zoodat
het verkeer hier weer doorgaat.
Bij het herstellen van de lijn had heden-»
morgen nog een ongeluk plaats, doordat»
een kauwbeite', die uitgedreven werd, weg-»
schoot en aankwam tegen het onderlijf
vaii een der werklieden, J. J. S., alhier.
Hij is naar het Ziekenhuis vervoerd.
Autc-ongeluk met doodeiijk gevolg.
Ongeveer een uur nadat dit tramongeval
plaats greep, gebeurde er op den Haar-»
lemmerweg dn de bocht tusschen do
Kwaak en den Spoorwegoverweg een ern
stig auto-ongeluk.
Een ïuxe auto, waarin twee heeren m
drie dames, kwam met buitengewone snelri
heid uit de richting van de stad.
"Waarschijnlijk door den mist, heeft de
bestuurder niet tijdig gerekend op de vrij
scherpe bocht, zoodaf de auto in volle
vaart, rechtuit de trekvaart inreed, waar
zij precies in het midden wegzonk.
Vier van de inzittenden, de lieer Jansen,
en eehtgenoote, alsmede de heer do Mooi
en eehtgenoote alhier, konden zich uit
de auto redden, en begaven zich ij'ings
naar de stad.
De spoorwegwachter waarschuwde het
station, en vandaar werd naar de stad om
hulp geseind. Middelerwijl had oen voor
bijganger (de heer de G., uit Warmond,
die juist uit den verongelukten trein
kwam) eenige omwonenden gewaar
schuwd, die onmiddellijk pogingen in het
werk stelden om ook den vijfden passa
gier. die aan het stuurrad had gezeten, te
redden.
Jammerlijk genoeg mocht dit niet meer
baten. De heer H. Frijlink uit Sassen-
heim, wdnt deze bleek het te zijn, werd
levenloos uit de auto gehaald.
Als een bewijs van de diepte van het
water ter plaatse van het ongeval, kan die
nen dat van de auto totaal niets te zien is.
Sleohts oen houten stellage, waarop de ge
bruikelijke waarschuwingsteekenen wer
den vastgemaakt; wijzen de plek, waar het
ongeluk gebeurde.
De beer F. was 49 jaar oud en niet ge-»
huwd.
De directeur van bet telegraaf kan-»
toor alhier, de heer J. P. Lambert,
iheeft eervol ontslag uit den dienst ver
zocht met ingang van 1 Augustus a s.
De collecte voor het Fonds tot Aan-»
moediging en Ondersteuning van de.i Ge*
wapenden Dierst, de vorige week alhioj
gehouden, heeft opgebracht f117.10.
aiNNEBBLAiiiEs
HET ONTSLAG BIJ HUWELIJK.
De Gemeenteraden worden vrijgelaten.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging van de Lager Onderwijswet 1920.
Aan de Memorie van Toelichting wordt
ontleend, dat bij algeiueenen maatregel
van bestuur, voor de vrouwelijke Rijks
ambtenaren de regel is gesteld, dat op het
sluiten van een huwelijk ontslag volgt.
Hetzelfde motief, dat lot Kon. Besluit
heeft geleid, n.l. «at het werkzaam zjn
van een gehuwde vrouw in een ambtelijko
betrekking in het algemeen niet gewenscht
is, kan gelden voor een gemeenteraad ten.
opzichte van de onderwijzeressen
aan openbare lagere scholen.
Naar de opvatting der administratieve
jurisprudentie vormt echter de L. O.-wct
1920 een beletsel, om kracht ens algemee-
nen regel aan deze onderwijzeressen bij
huwelijk ontslag te verleenen.
Wijziging dezer wet komt den minister
gewenscht voor, maar hij meent bij zijn
voorstel niet verder te moeten gaan cian
het wegnemen van de bestaande belemme
ring. Het voorstel strekt dus
FEUlIuLEÏOgi
llle Sterren hadden geloger?.
Verhaal uit den dertigjarigen oorlog.
8)
Neen, ook Praag vermoedde het niet,, en
itlaarom gingen de zaken er haar gewonen
gang. Toch was er reeds veel gebeurd na
dien gedenkwaardigen dag, toen von Thurn
en de zijnen in naam van de meerderheid
van het Boheemsche volk aan den keizer
•len handschoen toegeworpen hadden.
Veel welende, dat een vreedzame oplos-
wing van de zaak niet meer mogelijk was,
hadden zij do rogeering in handen geno-
laen, do staatskas bemachtigd, de Je-
zuieten uit do stad verdreven en een leger
op do been gebracht onder het bevel van
von Thurn.
Toon men aan Matthias* bevel om ter
stond de nieuwe rogeering te ontbinden en
hot leger af te danken, niet had voldaan,
waren do keizerlijke Boherae binnenge
rukt, maar Tb urn's zegevierende troepen,
door die van den ridderlijken Ernst van
Mansfeld ondersteund, hadden ze er even
spoedig weder uilgedrevcn.
De arme Matthias was van schrik ge
storven, en eer Ferdinand, des keizers
ceef, er aan dacht, stond Thurn met zijne
troepen voor de poorten van Weenen.
Ferdinand was radeloos. Weenen over
geven stond gelijk met het prijsgeven van
zijno Oostenrijksc'he erflanden aan den
vijand; immers ook de stenden van Mora-
vië, Silezië, en de La.usitz hadden zich
reeds bij von Thurn aangesloten.
Daarom was hij besloten te volharden;
doch reeds drongen ook de afgevaardig
den der Protestanten uit Oostenrijk in den
keizersburcht en eischten gelijkstelling
van alle-godsdiensten.
Door de Jezuieten, aan wier leiband hij
reeds nu liep, tot het uiterste gedreven,
weigerde hij; maar 't zou hem weinig ge
baat hebben, ja, wellicht bad zijn persoon
gevaar geloopen, indien niet de bevelheb
ber Dampierre met zijne soldaten plotse
ling op het slotplein aangekomen was en
hem ontzet had.
Gebrek aan levensmiddelen cn het on
gunstige weder dwongen von Thurn af te
trekken, ntaar toen straks Ferdinand tot
keizer gekroond werd, scheurden Boheme,
Moravië cn Silezië zich van het Ooslcn-
rijksche huis los en kozen zij Frederik V,
keurvorst van de Paltz, tot hun koning.
Ginds op den Witten Berg, in de nabij
heid der oude hoofdstad, hadden de sten-
don den jeugdigen keurvorst de kroon op
het hoofd gezet en men had de beste ver
wachtingen van hem gekoesterd.
Doch deze bleken al spoedig in louter
teleurstelling te zullen opgaan.
Frederik leefde voor jacht en vermaak
en bekommerde zich weinig om de belan
gen zijner nieuwe onderdanen.
Von Thurn en Mansfeld trachtten tever
geefs eenigen invloed ten goede op hem uit
te oefenen en keerden zich van hem af,
evenals de geheele Boheemsche adel, toen
zij zagen, dat hij slechts zijne Duitsche
hovelingen tot zijne raadslieden en ver
trouwden nam.
Weldra verloor hij ook de liefdo van oen
groot deel des volks door zijn dweepzieken
ijver tegen Lutherscben en Roomschen.
Door zijne gemalin, de trolsche dochter
van koning Jacobus I van Engeland, cene
heftige Purileinsche, en door den Galvi-
nistischen hofprediker Scullotus aange
vuurd, liet hij de beelden bestormen in de
Domkerk der Katholieken, terwijl hij de
Luthersche gemeenten van hare vrijheden
dreigde te beroovon en alzoo*de oude ver
deeldheden tusschen Calvinisten en Luther-
schen, die bij het gemeenschappelijk ge
vaar gestild waren, opnieuw ontbranden
deed.
Terwijl de nieuwe koning alzoo de har
ten zijner Bohemers van zich venrijderde,
had de keizer-zich een niet te versmaden
bondgenoot verworven.
Hij had namehjk aan Marimiliaan van
Behren het gebied van den keurvorst van
de Paltz beloofd en vele andere voorrech
ten en giften daarenboven, indien
hij hem met het leger der Ligue te hulp
kwam.
Maximiliaan rustte 'zich mot ernst tot
den strijd toe eai wist zich machtige bond
genoot en te verwerven.
Ho el anger zoo meer bleek het, dat de
kroon van Boheme een gevaarlijk goed
was, dat zijn bezitter niet veel genot be
loofde.
De koning had zich, evenals de Bohe
mers, gevleid, dat zijn rijke schoonvader
hem krachtdadig ondersteunen zou, doch
de Engelsche ponden waren reeds lang op
gebruikt aan allerlei koningsfeesten, en
een der grieven, welke de Bohemers tegen
de Duitsche keizers inbrachten, was juist,
dat zij hun te zware belastingen afpersten.
Door Bethlen-Gabor, den vorst van Ze
venbergen, ondersteund, die zich tot ko
ning van de eveneens ontevreden Honga
ren had laten verkiezen, trok von Thurn
andermaal voor Weenen, doch de keizer
had opnieuw die machtige bondgenooten,
welko hem uit de schrikkelijke verlegen
heid redden: de aanhoudende regenbuien
en hot gebrek aan krijgsvoorraad en 'le
vensmiddelen, waarmede de Bohemers en
Hongaren te worstelen hadden en welke
hen straks tot den aftocht dwongen.
Doch laten we ons verhaal niet vooruit-
loopen. Deze inleiding was echter noodig
om het verhaal gced te kivwen begrijpen.
We treden een der aanzienlijkste wo*
ningen van Praag binnen, en wel het lui s
van den ouden landrechter Werner,- een
man, die door zijne vastberadenheid en
kalmte in do moeilijke tijden, welke do
stad en geheel het land doorleefd hadden,
de achting zijner landgenooten in hooge
mate verworven had.
Reeds bij den aanvang bad hij ziju*
waarschuwende stem verheven tegen het
overhaast handelen van den graaf von
Thurn tegenover de koizerlijko stadhou-»
ders, doch toen eenmaal de zaak geschied
was en Boheme in neod verkeerde, ver-»
gat hij alles en von Thurn vond in hem
een bedachtzaam raadsman.
Het was den nieuwen koning niet onbe
kend gebleven, dat Werner zijne landge^
nooten gewaarschuwd had, toen zij zich
gereed maakten, don jongen en lichtzinni-
gen Frederik van do Paltz tot hun vorst
te verkiezen, en waarschijnlijk was het
wel daaraan fo wijten, dat Frederik den
ouden Werner, zooals men wel eens zegt,1
links liet liggen.
(Word t vervolgdV.