DE „DAGERAAD"-STATUTEN. Gelijk bekend heeft Prof. Slotemaker de Bruine dn de Eerste Kamer stelling geno men tegen de weigering -van minister Heemskerk om de „Baigeraad''-statuten goed te keuren. In de „Banier", het ckristelijk-histo- risch orgaan voor Friesland, wordt over dit eenzame professorale standpunt met weinig ingenomenheid geoordeeld. Het blad wijst er op, dat juist ten aan zien van de vraagstukken in verhand met de verhouding tussc-hen godsdienst en Staat dezer dagen door het Hoofdbestuur der Unie een commissie is samengestelid, van welke commissie ook Prof. Slotema ker de Bruine lid is. „O.i. ware het daarom beter geweest, teneinde het werk der commissie niet noo- deloos te bemoeilijken, zoo thans over dit onderwerp publiek niet meer gesiproken werd dan hoogst noodzakelijk. Thans reeds zijn meening publiek vast te leggen, kan straks een struikelblok vor men voor mogelijke overeenstemming. Daarom is het houden op dit oogenblik van een zoo belangrijke rede ontijdig. Maar bovendien is bet houden eener 'dergelijke rede in de huidige omstandig heden onvoorzichtig. "Want juist ten aanzien van de princi- pieele verhouding tusschen godsdienst en Staat is in don boezem der Unie nog al eenig verschil, een verschil, dat geenszins mag worden verscherpt. Wie de inderdaad zeer moeilijke taak beseft, waarvoor de Unie, met Tiet, oog op zooveel andere vraagstukken, zich tegen woordig geplaatst ziet, doet o.i. verstandi ger te wijzen op wat als Unie samenbindt, met vermijding van wat onnoodig kan prikkelen. Het is onze rotsvaste overtuiging dat voor Nederland in de tegenwoordige be narde tijdsomstandigheden noodig is, het eensgezind streven van allen, die oog heb ben voor de ons vaderland dreigende ge varen, waarom wij gaarne tot nu toe ver bieden, waar zooveel is, wat vereenigt, te wijzen op wat ons doet verschillen." Wie dat niet dn 't oog houdt, handelt o.i. poli tiek onvoorzichtig." Over de kwestie zelve zegt het blad o.m.: „Is, zoo vroeg Prof. S. de B., gezien deze feiten, de religieuze meeningsuiting in Nederland vrij, ja dan neen. Betreurd werd dat deze vrije meeninigsuiting verkre gen werd hoofdzakelijk onder dn'vloed der Fransche revolutie, maar dit was voor den spreker geen reden om de zaak te betreu ren, z.i. was terecht in onze wetgeving, dank zij die revolutionaire beginselen, slechts van bet zedelijke en nergens van het religieuse sprake. Wij verheten niet, dat juist om dit laat ste, de rede ons leed deed. Is, om dit re sultaat te bereiken, dan gestreden? Maar wij stellen deze gevoelsuiting verder ter zijde. Eveneens spreken wij er niet verder over, dat een dergelijk standpunt ons) voorkomt in flagranten strijd te zijn met art. 3 en 4 van ons beginselprogram, iets, waarop ook' ïeeds de' heer Idenburg in de) Eerste Kamer wees. Wdj meen en, afgezien van alle andere bezwaren, dat de rede geen voldoende re kening houd't met de moderne rechts- en Staatsopvatting en te dien aanzien een geheel verouderd standpunt inneemt." Tenslotte zegt de „Banier", want wij kunnen niet meer citeeren: „Slechts wie, al-s de mannen der libe rale school verward is in een verstard in tellectualisme, heeft geen oog daarvoor, dat op het gebied van het publieke leven naast intellect, ook zede en godsdienst een groote rol spelen en dat de Staat, geen ab stracte grootheid, zooals het liberalisme die huldigde, maar in werkelijkheid niets anders, dan de rechtsgemeenschap, waar onder wij leven, rekening behoort te hou den, ook met den godsdienst. Over de grens in hoeverre, £s te dispu teeren, over bet beginsel Zelve behoort eenheid van gevoellen te'bestaan, speciaal in een kring van hen, die hebben ervaren, dat in naam der neutraliteit, ingevoerd] door de Fransche revolutie, als troetelkind beschermd door het liberalisme, ten on zent op school, sociaal) en religieus gebied een valsch spel is gespeeld. Daarom mogen wij blijven eischen dat 'de Nederlandsche overheid, qua overheid, de Christelijke beginselen in het Staats leven eerbiedige, de Christelijk-Histori- Sche grondslagen in het volksleven beves- tige, Nederland besture als een Ghriste- lijken Staat in Protestantechen zin. •Hier is geen keuze. „De Staat moet oi 'Christelijk zijn of ondergaan in den klas senstrijd van bet socialisme en den chaos der democratie". i Land» en Tuinbouw DE VOEDERING DER VARKENS. Hoe moeten de varkens gevoederd wor den? >=-"■! Deze vraag is er een van uiterst prak tisch belang. En vel om twee redenen. In de eerste plaats toch doet zich voor de vraag: Hoe kan het voeder invloed uitoefenen op de kwaliteit van het spek? In de tweede plaats wil rneri liefst zoo •goedkoop mogelijk voederen en d'e winst zoo groot mogelijk maken. Nu schijnt deze laatste .overweging het belangrijkst te zijn waarbij dan de eer ste, welke invloed het voeder op de kwa liteit van het spek heeft, in het niet valt. Men ©ordeele echter niet te spoedig. In hei eind is het toch zoo, dat het *pek verkoopbaar wezen moet en ld an pas kan er sprake zijn van geldl ont vangen en geld verdienen. - Wel terdege komt dus in de eerste plaats aan de orde de vraag: Welk voeder 'oefent een gunstigen invloed op de kwa liteit van het spek, en dan worde daar T 'direct aan verbonden de vraag: En hoe kunnen we dat voeder op de meest voor- v deelige wijze aanwenden? Doch niet alleen als zoodanig, voor de 7 j^ruienlandsclie markt alleen is de vraag naar de kwaliteit van het spek er een van de eerste orde. Het is toch bekend dat een deel onzer varkens wordt verkocht naar het bui tenland. Vroeger naar Duitschland en Engeland. In de laatste jaren misschien hoofdzakelijk naar Engeland. Duitschland vroeg meestal een zwaar vet varken. Engeland' vroeg lichter ge wicht en: vlees ch. Nu bestaat er bij onze va-rkensmester3 toch wel een schromelijk misverstand met het oog op datgene, wat de Engelsche markt vroeg. Als de mesters in Nederland zoo'n varken hadden; van ongeveer 20Ó pond, dat niet te best meer wilde groeien, of slecht op de been werd, dan verkoch ten ze dat als „Londensch" varken'. Zoo langzamerhand vestigde zich do idee, dat men daar in Engeland nu juist verlekkerd was op het „uitschot". En dat men ook voor dat uitschot een hoogen prijs be taalde. if/. Deze gedachte heeft veel kwaad, ge daan. Want, daar men meende, dat En geland uitschot vroeg, meende men ook, dat er eigenlijk geen zorg aan de fokkerij voor de Engelsche markt behoef de besteed te wordlen'. Die Engelsche markt achtte men de vuilnisbak te zijn! Dwaas idee! En.... schadelijk. Want Engeland vraagt wel terdege een bepaald soort varken. Het vraagt een baconvarkenC varkeni van niet te zwaar gewicht en eten zuiver vleeschvar- lcen. Zelfs zijn alle lichte vleezige varkens nog geen baconvarkens Hgt baconvarken moet een b e p a a lden vorm hebben. Dan toch weet de Engel sche grossier in fijne vleeschwaren precies hoeveel kwaliteiten uit zulk een varken te snijden zijn. En wie nu zulb een varken leveren kan dat aan de eischen voldoet, die krijgt per pond heel wat meer dan de marktprijs. De Deensehe mesters hebben dit allang begrepen. Zij zijn in. staat een prima ba convarken aan de Engelschen te leveren. Het wordt op de volgende manier ver kregen - De Deensehe regeering houdt door mid del van fokstations het Deensehe landvar- ken zuiver in stand. De mesters kunnen van deze ^fokstations vrouwelijk fokmate- riaal krijgen. Uit Engeland worden dan Groot Yorks hire beeren geïmporteerd en met het Deensehe laridvarken gekruist. Dit krui singsproduct (dat niet- voor de fokkerij gebruikt wtyrdt) levert nü een baconvar ken dat aan alle eischen voldoet. De vraag is ook wel gedaan, of het in Nederland ook niet zoo zou kunnen ge beuren. Doch het. antwoord moet ontkennend zijn. In de eerste plaats toch zou ónze re geering er wellicht niet voor tè vinden zijn om fokstations op te richtten maar, en dat is wel het voornaamste, wij heb ben in Nederland geen zuiver land varken. Wij zullen dus op een andere manier pioe- ten trachten een goed baconva-rkèn te mesten. i i Al s dat dan tenminste van zooveel be lang is om een goed - baconvarken te krijgen. Want, nu ja, die hoogere prijs, dat kan ook wel eens tegenvallen l Zeker, dat kan tegenvallen. En als we heelemaal niets anders wis ten, dan zouden we heel voorzichtig die nen te zijn. Maar er is meer: Hebt ge er wel eens op gelet, dat var kens juist in de laatste perioden van het mesten het meeste voer kosten? Ik zal dat hieronder aantoonen. 42 varkens zijn ond'er controle gemest van 13 Juni 1923 tot 3 Maart 1924 en op gezette tijden gewogen. Hieronder is het resultaat in eten schets je samengevat: 1 periode; 2 aangroei; 3 ge bruikt droog voer; 4 K.G. voeder per K.G. aangroei gebruikt.) 12 3 4 13 Juni-21 Juli 828 Kg. 1175 Kg. 11 Kg. 21 Juli-1 Sept. 955 Kg. 2975 Kg. 3 Kg. 1 Sept.-lOct- 767 Kg. 2550 Kg. 31 Kg. 1 Oct.-12 Nov. 1129 Kg. 4450 Kg. 4 Kg. 12 Nov.-22Dec. 1263 Kg. 5155 Kg. ruim 4 22 Dec.-2 Febr. 1040 Kg. 4815 Kg. „45 De aangroei van 2 Febr.—3 Maart is niet opgenomen want die was zeer gering! Mien tre-kke nu voorloopig zelf de con clusie. jJK Voorschotten. O. KOOY. GEMENGD NIEUWS Verdronken. Donderdagnamiddag is een man bij het zwemmen aan het Stille Strand te Scheve- ningen verdronken. De heer J. E. uit de Voltastraat waag de een poging hem te redden, maar deze mislukte. Donderdagavond is het lijk aange»- spoeld. Het bleek te zijn dat van den 26-ja- rigen rijtuigpoetser bij de Ned. Spoorwe gen J. R., uit de Falckstraat in Den Haag. De 12-jarige T. V. uit Helmond is bij het zwemmen in een vrij ondiepen wa terplas op het landgoed Molenheide bij Eindhoven verdronken. i Overreden. Donderdagmiddag is nabij Barneveld een zesjarig dochtertje van den landbou wer R. van 't Hof, wonende onder Lun- teren, onder een met basalt beladen wagen geraakt en doodgereden. Vermist. De ongehuwde 72-jarige IJsbrand van der Siepkamp te Steenwijk is, na Dins dagmiddag 11 dezer zijn kosthuis verla ten te hebben, om, als naar gewoonte, een wandeling tö doen, daarin niet terugge keerd. Alle nasporingen waren tot heden tevergeefs. Vermoed wordt, dat hem een ongeluk is overkomen. !n een schoorsteen gevallen. Gistermorgen- is do 6^-jarigo schoorr steenveger J. F. v. d. W.; to Rotterdam, in een fabrieksschoorsteen van do vet- smelterij der firma Smilde aan do Poot- straat van een hoogte van vier meter om-> laag gestort en heeeft daarbij een groote wonde aan de linkerzijde v. d. schedel beko men. In het ziekenhuis Bergweg werd hij verbonden. Het ongeval was hieraan te wijten, dat v. d. W. bij het opvangen van een bezem, welke men van een étage hooger hem toe wierp, het evenwicht verloor. De bankoplichting te Hoorn. In verband met de oplichting gepleegd met Fransche twiissete; ten nadéetle vanj de de Noord-Hollandscho Bank en het verzoek aan de rechtbank tot gevangenne ming van den dader, heeft de politie een uitgebreid onderzoek ingesteld aan het Hoofdkantoor te Nieuwe Niedorp. Bij de firma, die van de oplichting verdacht wordt was de Bank voor ettelijke tonnen geïnteresseerd. Het onderzoek in de zaak, gisteren te Nieuwe Niedorp ingesteld, strekte zich ook uit tot het kantoor der firma U. en V. aldaar. Verzoek om gratie afgewezen. T! H. M. de Koningin heeft afwijzend be schikt op 'n request om gratie ven mevr. B., lid van den raad te Gasselternijveen- schemond, betreffende een vonnis der rechtbank te Assen, waarbij zij wegens ljet schrijven van laster in „Het Volk", omtrent den rijksveldwachter S. te Gas- selternijveen, is veroordeeld tot een maand gevangenisstraf. In hooger beroep was het vonnis der rechtbank te Assen door het Hof bevestigd. Temperament ongeschikt. Dat niet elk temperament voor, onder wijzer geschikt is blijkt uit het volgende schetsje van D. te H. in het. Chr. Schoolbl. „Onze Vacatures". Er staat boven „weten is vergeven", waarmee niet bedoeld zal zijn: den onderwijzer, maar het kind vergeven: Meester L. was een goed man, een best onderwijzer, alleen speelde z'n drift hem soms parten. Keesje was een mager, stil1 joggie, die altijd ijverig werkte. Thuis had men 't niet breed. Meester en Keesje konden best met elkaar opschieten. Tot op een keer toen er sommen ge maakt moesten worden en Keesje te wei nig af had. Meester zei: „Keesje je moet doorwer ken". Maar Keesje had aia eenige oogenblik- ken nog niets méér af. Toen werd Meester driftig en gaf Kees je een draai om z'n coren. Keesje keek meester aan. met stil verwijt en 'n ïpachteioozen bhk in zijn oogeh. Hij ko n n-ief. Meester merkte niets, en' daclit: Hij wil niet. En Keesje'sjei bleef zoo goéd als leeg. „Na twaalven dan maar, Koes.. Doe jq lei. maar wqg.-c,: En Keesje deed het en zat verder stil voor zich uit ,lq stagen Na schooltijd was Meester L. weer ka'm. Hij zou eens met den jongen praten. An ders was hij toch niet zoo. „Zeg Kees, hoe komt dat nou?" Keesje zweeg, alleen trilde *z'n lip ver raderlijk. „Kon je de sommen niet, Kees?" Keesje zweeg, maar over z'n wang rolde een traan. „Of was je misschien lui, Kees?" Toen kwam het antwoord, hortend, sloo- tend, snikkend. „Nee, meester, ik heb vanochtend geen boterham gehad en 'k Iieh zoo'n honger!" Meester draaide zacli om En schaamde zich, naar de lezer hoopt. |Wök^^^Tbbelho^]e. Beste jongens en meisjes. Onder de briefjes die ik ditmial kreeg was er één, dat levens eeii afscheids briefje was. „Do eerste" te Leimuiden is nu langza merhand dé kinderschoenen ontwassen daarom vond ze 't beter, nu afscheid lo nemen. Ze verzocht me haar groeten over te brengen aan alle neefjes ren nichtjes wat ik gaarne doe. Wij hopen dat het haar wel mag gaan, dat God de Heere haar rijkelijk mag zegenen en ook dat- zo ons hoekje niét zal vergeten. Haar wenseh dat oen ander haar plaats mocht innemen' is al dadelijk vervuld. Een nieuwe deelnemer meldde zich aan en een ander die vroeger meedeed, keerde terug, wat ik natuurlijk erg prettig vind. Ik hoop dat meerderen dit voorbeeld zullen volgen. „Eekhoorntje" Leiden. Dat is wel leuk zeg, met die kippenfamilie. Wat aar dig dat zoo'n hen zoo precies haar eigen kiekens kent. „Scholier" Leiden. Je bent zeker ook wel druk met de kuikentjes in de weer. Wat prettig, dat alles zoo goed ge gaan is. „Vaders J o n g st e" Leiden. Wel be dankt voor do raadsels die ik nog weieens hoop te gebruiken. „Poppen'moeder tj o" Leiden, ^t Is nu dus aanpakken.. Ja, zoo gaat het nu eenmaal. Maar straks komt weer de va- cantie. „Zange r e s j e" Leiden. En is het mot de lessen nog in orde gekomen? Ik be greep niet goed wat je schreef over die spclclaasjes. „W i 1 cl e B o b" Leiden. Ja, liet zal nog wel eenige wekeni duren. Zoo, zoo is de kleine generaal aan het feestvieren. „S n o e u w w i t j e" Lisse. En is do tocht naar zee nog doorgegaan Woens dag? Neen, dat was niet prettig voor jc vader. Wa6 daar niets aan te doen? „B. r c i s t e r t j e" Lisse. Neen hoor, Tante is niet ziek. Maar ze gebruikt nu eerst de ingezonden raadsels anders duurt het zoo lang eer ieder een beurt krijgt. „Bosckviooltje" Lisse. Jullie vond „zpo'n tractatie zeker wel prettig is 'l niet Kwam de Inspecteur op bezoek of een schoolopziener? „W a t e r 1 e 1 i e" Lisse. Het schijnt wel een groot orgel te zijn, maar of het nu zoo groot is, betwijfel ik toch wel een beetje. Maar weten doe ik het ook niet. „Klein D u i m p j e" Lisse. Dat was zeker wel een prettig, tochtje. Ik had best mee gewild. Is het lang rijden naar zee? „D e Minste" Hazerswoude. Hartelijk welkom hoor, in ons clubje. Je noemt je zelf de minste, maar de minste in bet schrijven ben je niet. Hoe is je werkelijke naam? „Handwerkstertje" Leiden'. Na tuurlijk mag je weer meedoen. Hoe meer en vaker je schrijft, hoe liever ik het heb. „Jan. van Schaffels ar" Leiden» Ja 't is heerlijk weer geweest de laatste dagen. Die onderwijzer heb ik weieens ontmoet. „De eer st e" Leimuiden. Het spijt me dat je niet meer mee kunt doen, maar je hebt toch wel gelijk. Hartelijk dank voor je goecle wenschen. Moge God j» op je verderen levensweg zegenen. Ook de groeten van Tante. „Wilde Hein" Leiden. Ik ben vroe ger ook nog een poosje soldaat geweest en was teen ook een paar dagen in dat kamp. Er is ruimte genoeg. „Junior". Neen. heksluiter was je niet Maar veel scheelde het toch- niet. Ja> 't is heerlijk zomerweer. „Theeroosj e" Leiden. We zullen waar hopen dat we nog heel wat mooie dagen krijgen, 't Is gauw genoeg weer winter. „Tip Top" Leiderdorp. Dat gebeurt weieens een enkele maal meer. Miaar 't zit dan ook niet alleen in do lengte. Je was zeker al vroeg opgestaan. „Robinson" Leider.. Ja, 't is weieens gemakkelijk zoo. Maar er moet toch vaa-k wat aan geschaafd worden. „B1 o rid i n e" Koudekerk. Dat was nog eens kort maar zakelijk. Toch beter een kort briefje dan gcon brieffje, denk ik altijd. „De kleinste" Koudekerk. Gelukkig dat je nu weer zoowat beter bent. Harte lijk gelukgewenseht hooT. Maar kalmpjes aan, voorloopig. „A n j e 1 i e r" Hazerswoude. Wel wel. wat oen kuikentjesfamilie is dat. 't Zal wel een echt aardig gezicht zijn. De oplossing van de vorige raadsels is: I. Loof den Heer en ver geet geene van Zijne wel- daden. Ondérdeelan: Loth, wijn, Hanna, vij gen, Lena, efodb Og, vader, el, zeven, eere, dc, veer. II. Na een en twintig J u n i, w o r d e n de dag en w er ko t el Onderdeélen: Treinen, Leiden, wekker, agent, Juni, Italië, gort., wand, Woerden. Hier volgen riü Weer dé' nieuwe raadsels. Er zijri bij dé ingezonden raadsels -scrii- inigo die nogal ingrijpend moeten werden veranderd.3'Een enkele uitgezonderd hoopt Tante zo echter allemaal persklaar te maken. I. Vcor ds Groot e ren. Mijn geheel bestaat uit 52 letters. Dc 52 38 43 41 31 i's het 40 12 11 7 S7 Qods. 4 22 44 3 48 en 17 44 49 51 6 25 6 zijl bijbelboeken. 47 5 1 41 11 34 wac eer. richter. 37 12 10 24 6 was oen leider van het volk. werd bespied en door de 23 46 2G 35 21 t 2 39 ingenomen. Een 14 8 42 is een afstand. 13 S 31 is een. rivier. Een 50 20 30 19 is oen lichaamsdeel. Een 29 28 33 36 is een gedeelte van een jaar. Prof. Kuyper bezocht in Zuid-Afrika de 7 15 16 18 9. 45 is een n.edekli iker. Boeren 37 20 32 smaakt lekker. Ingez. door „Eekhoorntje-" II. Voor de kleineren. Mijn geheel "bestaat uit 22 letters. Een 22 IS 9 22 vindt ge in ieder huis. Een 19 14- 22 is aan een schoen. 2 10 3 8 oen meisjesnaam. 15 9 12 het- geluid van een beest. Een 13 17 18 is aan een deur. Een 16 21 8 22 stroomt. Een 7 5 14 4 heeft meestal meer dan e-en kleur. Een 11 6 17 1 gebruikt men om te bin den. Ingez. door 1 Hazcrawqudft III. Ik ben droog ik ben nat i Ik ben heet ook wel koud En mijn kleed is me eet zwart En ook wel blinkend als goud. Ik bemin de muziek, Zoowel daags als bij nacht En des morgens reeds vroeg hoor dan zing ik reeds zacht Ik bewoon het paleis, Maar versmaad niet de hut Voor de keuken en koks - Ben 'lc steeds tot groot nut. Ingez. door „Sneeuwwitje". Vele hartelijke groeten van Oom FELIX. DE VACANTIE OP HEIDEHEUVEL. r HOOFDSTUK III. 1 Do eerste indruk was al dadelijk niet onprettig. Tot hunne groote verwondering zagen de vermoeide reizigers dat de koffie klaar stond en dat ze, toen een mand mot brood jes en wat verder voor de koffietafel noo dig was, was uitgepakt, zoo aan tafel kon den gaan. Dat was egn Aangenagi® verrassing. Vader en Moeder begrepen er niets van.T Het raadsel werd echter spoedig opge-fj lost, toen na een bescheiden tikje op dol deur een dame binnen kwam. Het bleek Mevr. van Maren te zijn diej met haar man en hare twee jongens denl andereu vleugel van het gebouw bewoonde, f Mevrouw was ziekelijk geweest en moest naarom naar bulten en daar mijnheer veel' in het .buitenland reisde was het voor hem weinig bezwaarlijk dat zijn gezin den zo-; mier buiten doorbracht. Daar ze idechts een klein deel van he tl huis noodig hadden, waren ze blij dat c-en; gedeelte eenigen tijd bewoond werd. Me-; vrouw hoopte op die wijze wat gezellig-; beid te krijgen en zij was 't ook, die ge-- zorgd had dat de koffie gereed stond. Na een korte kennismaking ging MeV vrouw van Manen weer maar huis terug,' nadat afgesproken was, dat de familie' 's avonds bij haar thee zou komen drin ken. Toen de eerste maaltijd afgeloopen was,1 en Vader en Moeder door Stans geholpen het huis wat op orde gingen maken kre gen Gor en Piet verlof om Wat Tond te. dwalen en zich alvast een weinig te oriën- teeren. Gevaarlijk, had Mevrouw gezegd, was bet hier ndet. Vaarten en slooten waren hier onbekend. Alleen was het zaak niet dadelijk al te ver van huis te gaan, daar •liet dan wel eens moeilijk zou kunnen zijn den terugweg te vinden. Nu, dat beloofden de jongens. Ze zonden heusch n:et vei gaan vooral omdat straks de buurjongens die een fiets tocht maakten weer thute wuWacht wer den en ze verlangden met hen kenm's te maken. Ze zouden beginnen met op een beer-; derijtje in de buurt wat melk te halen. Mevrouw van Manen hal bun den weg gewezen en gezegd, dat ze de achterdeur moesten binnen gare. De weg naar de boerderij was ,gauw ge vonden. Een smal zandpad langs een klein ko renveld leidde maar een bootnengroep in het midden waarvan ze een iet'wat bouw vallig huis met rieten dak ontdekten. Het huisje was voor een groot deel door een hooge heg' omgeven. Aan de voorzijde was een tuintje met rozenstruiken eci bloeiende rhododen drons, dio een heel prettigen indruk maakten. Aan den achterkant zog het er m meter aardig uit. In oen stal die door het plaggcnstromsel een ver ven nelten aanb'ik bood. zagen ze een paar koeren die niet te verge'!jk<;n wa ren raet de mooie beesten d;e ze in de buurt van Woerden hadden gezien. In een varkenshok lagen een paar dik ke krulstaarten heel op hun gemak to knorren, een aantel kippen stan-te cr> hot erf hoen en weer en voor het raam za! ecu grijze kater te knïpoogcn tegen het Echt. Verder stond er noe een soort ach nu ':e dat later em st-ookhut Keek te z'te en woonkamer tc-vuis en daarnaast ren k'e n 'gebouwtje, waarvan ze dg bestemming niet kenden. Teen de jongens even hadden rondreke- ken besloten zomaar eens aan te -belten. Maar hoe zo ook zochten, oen Éel .A-as •riergens te vinden. Dan maar eens k'oppen meende Pet, maar dat gaf geen resultaat.' Na oenig aarzelen besloten zo do stouto schcenen aan te trekken en gingen ze het portaaltje in,_ vanwaar ze naar binnen konden zien. Ér slond een tafel, een paar stoelen, ^en kastj\ waarop een groote liarmon'cn, tor- wij' de wand versierd was inot oen raai Bijbe'scho platen, oen borduurlap achter glas en een groot portret van een soldaat die met getrokken sabel op een paard zat. Maar ze hoerden niets en zagen rie mand. Een gvk geval vonden de jongens, d-e er nog maar eens lust'g op los klopten. Dat scheen te helpen. Er hwam teimrnsfe be weg'mg ach. ter ren gerdijn aan den wand en dadel'jk daarop werd een grijs hoofd zichtbaar welks eigenaar naar de jongens begrepen zich te bed bevond. Wat moeten juTio hiei? vreóg dc lo een beetje barsch. Wo wilden graag wat melk hel >n, mijnheer, zei Piet. die als woordvoerder optrad. Een nvjnheer ben ik niet. was h'e' r'te- woord. Ik ben een boor, boer Vliem. En als je dorst hebt, ga je maar naar do pomp. Cor maakte hem echter duide'.'jk, dat hij voor Moeder melk kwam koopem. Zoo, wou jc melk koopem. Dat s wat anders. Maar dan meet je liter niet we zen. Ga dan maar naar Be'ncutjen, dio •zal je wel helpen. Wie dat is?"Wel nvn schoondochter na-' tuurlijk. Maar wacht, ik zal je avc! hel pen. Do oude man die hulpbehoeven.1 bleek te zijn greep een touw, gaf er een stovigom ruk aan, en bracht zoo een Dollet jo in do stookhui, waar Reynoutjc zich ophield, in beweging. Onmiddellijk daarop kwam een jongo Gelderscho boerin to voorschijn. Ja, aan melk kon zc hun wel he pen. Zo waren zeker do jongens van Heideheu vel? Nu, dan behoefden zo niet terug lo komen want ze kwam toch eiken dag met molk bij Mevrouw van Ma nou. Do jongo boerin bleek ecu spraakzame vrouw, waarmee de jongens spoed-g op hun gemak, waren. Ze verleldo van haar meun, dio nu nog in 't veld was, van haar fichoonvader dio 'gedeeltelijk verlamd was en van de fami lie van Manen met wie zo 't zoo bost kon vinden. i 't Mooiste voor do jongens was, duf zo1, voor ze naar huis gingen op pruimen go-, tracteerd werden. Dat was nog eens pruimen-eten. Zo kregen niet -een paar, maar do boor ai nam een lange haak en schudde nan den. boom, zoodat oen r o er en van pruimen or/ de jongens neerdaalde. 3 Ik kan niet meer, verklaarde Cor na een poosje. En Piet zei 't hem na. i (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 7