Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT ABOE9NEBEEHTSPRNJ3 In Lelden en buiten Lelden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per weekf 0.19 Franco per post per kwartaal. f2.90 5sJe JAARGANG. - DINSDAG 3 JUNI 1924 No. 1255 Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 -T^trekënïng 58938 ADWERTENTiE-PaSsJs Gowone advertentiên per regel 22V2 cent Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefi Bij contract, belangrijke reductie. •Kleine advertentiên bij vooruitbets ling van ten hoogste 30 woorden, worde; dagelijks geplaatst ad 50 cent. V Geldvermorsing. Bo N. R. Cr t. wijdt can beschouwing aan de beschikking van den Minister van Justitie waarhij aan de Haagsche afd'ee- ling van de vrij denkers vereeni ging „Be Dageraad" de erkenning als rechtspersoon Werd geweigerd. Het liberate orgaan ziet hier een staal van willekeur die het niet gemotiveerd acht. Daar deze kwestie binnenkort in de Tweede Kamer aan de orde komt, kan verwacht worden dat Minister Heemskerk Rijn standpunt wel nader zal uiteenzetten, zoodat er geen reden is daarop thans in te gaan. Wel echter willen wij de aandacht ves tigen op wat „de N. R. Crt." opmerkt om trent de onnoodig kostbare regeling van de rechtspersoon!1!ikheid, gelijk die in de wet van '55 is neergelegd, wat in detzen tijd van versobering van het staatsbe stuur en bezuiniging niet zonder beteeke-» nis is. „De goedkeuring van de statuten van vereenigingen c-ischt ©enige ambtenaren aan het departement van justitte die, als men het nut van hun werkzaamheid ob jectief afmeet, opperbest kunnen worden gemist. Do bekendmaking van de Statuten in de Staatscourant brengt zettersanbeid mee. loonen, papier en drukkosten, die doelloos worden verspild. Er zijn verscheidene andere wijzen, waarop aan de eischen der rechtszeker heid met veel minder kosten kan worden voldaan, zonder den rompslomp, dien de wet van '55 meebrengt, en zonder dat aan ook maar één belang schade zou worden toegebracht. Ten opz:chto van de statuten van naam- looze vennootschappen geldt mutatis mu tandis hetzelfde. Te dien aanzien heeft de Kamer zich voor eenisr© jaren laten bepraten, om, in plaats van de geheele bewilliging af te schaffen, de vennootschappen te belasten met eiene tegemoetkoming in de kosten van a'l dit onnutte gedoe. Men vergat, dat de verkwisting daarmee niet werd ten einde gebracht, doch dat slechts in plaats van den staat den ven- ncc.'tschappen zeiven de kosten der door de wet verrischt© .verspilling van energie op den hals werden geschoven, hetgeen oeconom'sch niet zoo veel verschil maakt. De vraag, waarvoor wij in deze tijden b'j herhaling worden gesteld, isl niet zoo zeer: wie draagt de kosten? doch: zijn de kosten gerechtvaardigd? Weégt het nu't van de bemoeiingen tegen de kosten op? Slechts zeer weinigen zullen deze laatste Vragen ten aanzien van de goedkeuring van statuten voor vereenigingen en naarn- looze vennootschappen bevestigend durven bc-antwoorden. Misschien weten de ambtenaren en de zetters en drukkers, die van de ouderwet- sche regelingen feitelijk het voordeel pluk ken. omdat zij er hun bestaan aan hebben to danken., eene drogredeneering, om de bestaande regelingen goed te praten, doch daarbuiten zul'len er niet velen zijn, die deze kunst verstaan. Het is uitsluitend laksheid, die den toe- gitand bestendigen doet. Zoo van de onderscheidene ambtenaren, die op de goedkeuring van de statuten van vereenigingein en ïiaamlooze vennootschap pen hun geest verstompen, er één slechts enkete dagen gebruikt werd! om nieuwe, practische en geen doelloos® kastëli mee brengende regelingen te ontwerpen, dan Verdient hij 'n kroon op zijn arbeid en 'desnoods 'n lint je.Hi j zal dan in ieder geval nuttigen .arbeid verrichten en meewerken tot beëindiging van willekeur en geldver morsing." Het komt ons voor dat liet h'ieT bepleit te denkbeeld in elk geval ernstige overwon ging verdiént. w. pera. t "We hebben Pera vandaag naar zijn graf gebracht. Hij was een merkwaardig man; hij was een man. Dat wil zeggen iemand, die zijn eigen weg ging, zijn eigen meening had en durfde te uiten, geen mooi-pxater, iemand, die zei, waar het op stond. Een eigenaardig karakter, getypeerd door zijn uiterlijk. De gehee'le bevolking van Leiden kende Pera; zooals ik hem leerde kennen, al grijs, zijn rond hoofd met de zwarte meestal norsche oogen, zijn breed© 'lippen en grijze stoppelbaard. Een stoer gelaat; vierkant© figuur; meestal eigenaardig langzaam gaande, als in zichzelf gekeerd, niet altijd opmerkend, wi© hem groette, nu en dan tikkend aan zijn hoed. Type van den zelfstandigen burger, ïnet weinig behoeften, sober levend aan zijn verplichtingen voldoende; vrij zich gevoe lend tegenover de menschen, maar gebon den door Gods Woord en zijn consciëntie. Een van hen, die de kracht vormen van het vrije ISTederlandsche volk, dat niet bui gen zal voor overheersching van wie ook, Calvinist, steunende op en kracht vinden de in Gods vrije gunst en eeuwig welbe hagen. Ouderwetsch gezinshoofd, streng, maar toch gezellig en gemoedelijk in het huise lijk verkeer, de waarde kennend van ge zag, in huisgezin en maatschappij. Vele jaren heb ik hoewel veel jonger hem irupuhlieke colleges en vergaderin gen gekend. "Wat kon hij barsch uitvallen en don- ker-norsch kijken, ate hom iets niet be viel. Maar hij had ook gevoel voor het ko mische, en al heb ik hem nooit luid hoo- ren lachen, zijn donkere oogen konden glimlachen, en dan had hij een eigenaar- die lachenden trek om den mond. Hij is niet door vriendéj'ijkhe-'d populair geworden; bijna zou ik zeggen door het tegendeel, door zijn eigenaardig bruuske manieren. Maar men gevoelde dat daarin meer lag een verbergen van hartelijk meeleven, een als zich schamen voor te groote gevoelig heid; typische eigenschap van de Hollan ders. Hij was waar, cn ze'de dikwijls de waarheid rechtuit in het gezicht, men wist echter dat men op helm aan kon, e.n dat hij, als hij eenmaal stond voor een zaak, muurvast bleef staan en zich niet liet ver dringen. Een zaak, waarin hij meende recht te hebben, verdedigde hij hardnek- kig. Zoo 'hoorde ik hem in den Raad, me'b ietwat eigenaardigen tongval, die den man van het Noorden typeert, hardnekkig aan vallen, of rusteloos verdedigen; zoo in de' Provinciale Staten, wel wat lang soms, maar onverstoord. En zoo hoorde ik hem voor de Rechte bank, wanneer hij als lid van den Voog dijraad een zaak toelichtte, vrijmoedig met juiste niensehenkemrte de zaak be ziende, pleitende voor of tegen als ware het zijn eigen zaak. Hij had niet veel op met advocaten, maar zelf pleitte hij gaarne, vergetend dat hij eigenschappen van een goed advocaat bezat. ,-t. v. Hij had de eer'z'uch't van iiemaaid, die zijn kracht kent, en meent, dat hij iets goeds kan verrichten. r En Pera was zeker een man, die Voor aan mocht staan. Want behalve dat hij kende de eeuwige waarde der beginselen die hij beleed en die hem de juiste rich ting wezen in het politieke léven, liacO hij in den loop der jaren door zijn Velei amb ten groote practische ervaring verkregen. Hij kende het maatschappelijk leven en de sociale nooden; en den mensch in zijn Zwakheid en misère, in zijn moeilijkheden en geestelijke armoede. En daarom was hi j voor veel geschikt en bekwaam, en omdat hij, alles wat hij deed, goed wilde doen, werd hij tot vele dingen geroepen. 1 Hij was ijverig, en haatte luiheid en laksheid'; en 'hij ergerde zich, zooals vele vrije burgers, aan ambtenarij en omslach tigheid. In hem is heengegaan een man, die meer dan anderen zich gegeven 'heeft aan het publieke leven. daaTtoe gedreven door 'zijn roeping alls Christen en zijn strijd lustig karakter, die gestreden heeft voor de beginselen met warmte en overtuiging, zonder aanzien des persoons, en ook tegen veel bekwamere tegenstanders, niet zonder succes. De Anti-revolutionaire Partij verliest weer een van haar oude kampioenen; Lei den heeft een goeden, medelevonden burger verloren; zijn k;nderen missen een haTte- l'ijken trouwen vader. En aan anderen, zooals aan mij, is ont vallen een goede, oudere vriend, wiens na gedachtenis in dankbare herinnering bij ons zal blij Ven, P. E. BRIET. STADSNIEUWS. Begrafenis W. Pera. Do majestueuze stilte die er heerscht tus- schen het dichte lommer van „Rhijnhof" werd vanmiddag weer even onderbroken. Het stoffelijk omhulsel van wijlen den heer W. Pera werd aan den schoot der aarde toevertrouwd. Opvallend, zou men haast zeggen, was de overeenstemming die er bestond tus- schen deze uitvaart en 't tevenskarakter van den in al zijn eenvoud toch grooten man wien het gold. Geen bestormde autobussen, geen weg, zwart van menschen, en geen drom men van fietsers. Slechts een beduidende greep van vertegenwoordigers uit verschil lende bekende corporation en instellin gen, een aantal1 autoriteiten, en een aan zienlijke schare van trouwe- voor een groot deel ook oude werkers uit de A. R. partij, aan de toepassing van wier begin selen de overledene zijn levenskracht wijdde. Behalve het voltallig College van B. en W. werden opgemerkt de vertegenwoordi gers van alle op den vooTgrond tredende fracties in den gemeenteraad, zoowel van rechts als van links. Verder het bestuur van 'de 3 Octoher-Vereenfging, van den Voogdij- en Militieraad, 'hef bestuur van de A. R. Kresvereeniging, naast vele voor aanstaande personen uit het staatkundige en maatschappelijke leven. Een groot bloemstuk van burgemeester en wethouders dekte de kist. Aan de geopende groeve werd het eerst gesproken door den heer H. J. Blom- me nd aal, die den overledene als een ook voor hem geliefde persoonlijkheid herdacht, voornamelijk wat betrof zijn geestelijk leven. „Hij zal Genade en Eere geven", was het thema van spr.'s woord. Naast de eere d'i© God den overledene in het openbare leven schonk', en waarvan straks de andere sprekers zullen getuigen, wil spr. stillstaan bij de genade, die hem van Gods wege ten deel viel; airtl vrije gunst, o'm 't eeuwig welbehagen. Welk eeü heerlijke, tot hoop stemmende, verheven gedachte, dat broeder Pera met deze wetenschap 5s ontslapen. Eenmaal zal d!e dood zijn kluisters moe ten loslaten; zal ook broeder Pera, met al degenen die in Jezus ontslapen zijn, op staan verheerlijkt. Nu reeds smakend do genadevrucht van zijn arbeid op aarde dani volmaakt. Na in het bijzonder de familie op haar groote voorrecht te hebben gewezen, waar •zij zulk een ouderpaar, als waarvan hier de stoffelijke omhulsels bewaard liggen, mocht bezitten, dat hen den weg naar Je zus wees, eindigde spr. met een woord van 'toepassing tot de overige aanwezigen. Het woord is dan aan den burgemeester, J h r. M r. Dr. N. G. de G ij s e 1 a a r. Wij allen die hier staan, aldus spr., hadden niet gedacht, dat deze kloeke grijsaard reeds zoo spoedig ten grave zou 'worden gedragen. Echter al is dit oogen schijnlijk sterke leven nu neg vrij onverwacht afgesneden, daardoor ontgaat den overledene, die een man van groote wils- en werkkracht was, ook het bittere van tot ledigheid te zijn ge doemd. We hebben vanmiddag een man wegge bracht, die algemeen bekend, door velen bemind en zeker wel door allen geacht was. Na het vele, door de verschillende dag bladen reeds geschreven over het leven on de arbeid van den heer Pera, zal spr. dat altes niet trachten te 'herhalen, maar namens den raad als hoofd der gemeente hartelijk dank brengen voor a'lles wat hij voor de gemeente gedaan heeft; als lid van, den raad, als lid van de verschillen de commission waarin hij zitting had, en vooral als wethouder. In den meest strikten zin van het woord heeft de heer Pera gewerkt, zoolang het dag was. Van alle commissiën waarVan hij deel uitmaakte, trok hem die van de gestich ten Endegeest en Rhijngeest het meest aan. Met alle zaken, deze inrichtingen be treffende was hij tot in de kleinste fines ses op de hoogte. Uit de hartelijkheid waarmede hij bij voortduring beliang stelde in het lot van d'e kranken en zwakken van geest die daar werden verpleegd, bleek steeds zijn barm hartig hart want dat had hij ontegen zeggelijk, niet alleen ten opzichte van den kring die hem het meest nabij kwam, maar jegens alle ingezetenen. Niets was hem te veel, ja spr. weet ze ker, niet te veel te zeggen, wanneer hij be weert dat Pera boven zijn kracht werkte. Vroeg spr.: wie wil dit of dat doen de heer Pera was reeds bereid, zich met het gevraagde te belasten. Men lieeft gezegd dat do heer Pera wei nig soepel cn hoekig van karakter was. en spr. wil gelooven dat de heer Pera dien indruk maakte, maar dan wil hij toch als zijn overtuiging uitspreken, dat de heer Pera niets deed, dan uit volle overtuiging, in het bewustzijn, dat niet-doep. gelijk stond met opstaan tegen zijn beginsel, en dat hij zich hij al zijn weTk gevoelde als van Godswege daartoe geroepen. Bij alles werd hij .gedreven door liefde tot zijn stad, en tot zijn beginsel dab hij altijd trouw bleef daarom heeft Pera het ook zoo ver gebracht. Hoekig, en weinig soepel, heeft men den lieer Pera genoemd. Spr. heeft echter ja renlang met hem in de Staten gezeten en op grond van de ervaring uit dat tijdperk, kan spr. niet anders zeggen dan dat hij hem altijd bereid heeft gevonden cm de denkbeelden.' van zijn medeleden welwil lend to beoordeelen, en in overweging te nemen, en. ook wat do gemeentepolitiek betreft, wat spr. dan uit verschillende ge sprekken met den overledene kon opma ken was, dat hij wel degelijk zijn ^mede leden apprecieerde, al koesterden zij een andere meening. Eeni groot en braaf man was het, wiens onliulsel liier is. Spr. weet zeker dat hij bij alles werd gedreven door oprechte liefde tot en trouw aan de stad, en als zoodanig heeft spr. hem ook altijd zijn vertrouwen geschon ken. Behalve namens den raad wil spr. hem ook persoonlijk een woord van dank bren- gen. Eenig© 'jaren geleden heeft spr. ernshg ziek gelegen, en toen heeft de heer Pera hem in den raad vervangen met een ijver en een toewijdiDg, waarvoor spr. hem al tijd zal dankbaar blijven. FEUILLETON EINDELIJK VEREENIGD. m 1 1 r Met dien brief in zijn zak, zei do Serge het ouderlijk dag vaarwel. De 'slede wacht te hem voor cle deur. Hij sta'pbe er in, en gaf bijna werktuigelijk zijne bevelen aan 'den koetsier. Hij lette noch op den schit terenden 'zonneschijn, die de vergulde koepeldaken deed glinsteren, noch op d'e levendigheid, die op straat heer.schte, boch op hét vroolijk klokkengelui. Hij idacht aan de vrienden, die hi'j verliet, aan. haar, die hij neg eenmaal! vaarwel ging /zeggen zonder hare hand te hebben durj jven vragen, zonder het recht te hebben haar te schrijven, en haar bij zijne terug-i komst openlijk op te eischen. Hij dacht laan de droefheid van het arme kin'd, wan-» beer zij de oorzaak van zijn bedoek verne- men zou. Hij vroeg zich'zelven af, 'of zij 'het niet betreuren Zou, dat hij den aange^ boden post geweigerd had'. i 1 De sllede hield stil Voor het fiuis Vah de fMarllnes. P 1 i 'ri-I'V- b, ,;Zijn| dié dames 'terug uit 'de lterk?'"* Vroeg hij einder eed hevige hartklopping «an den portier. i,-j „Zij zijn wel teruggekeerd, Uwe Edel-- &aicL maar zoaeveii weer „Al'len?" vroeg Serge levendig. „Allen," antwoordde de portier. 1 Het scheen onzen armen officier als /voélde hij geen 'grond onder de voeten. i„AUen!" herhaalde hij op zulk eeu wan-» ihopendetL toon, dat de portier lie'm ver- .Wonderd aanzag. „En de heeren?" vroég 'de jonge main, itoen hij zich een weinig hersteld! had. 1 ..Nikolaas Andréi toll is met de dames /uitgegaan, maar André Kirilovitch is 'te-- jhuis." Serge dacht éen! oogienblik na, toén, ©en plotseling besluit nemende, verzocht hij |den heer Marline te zien. Na eenige oogenn blikken wacktens, liet men hem in de stu deerkamer vaar dén raadsheer. Dez© Scheen niet goed gemutst, en Serge zien-: ,de, fronste hij de wenkbrauwen. „Wat komt gij doen, Serge Pelrovitoh?" /vroeg Eij op weinig uitlokkenden toon. „Mijn Zoon is uit en mijne dochters zijn look niet thuis Aan de laatste woorden igaf hi;j met opzet den klemtoon. „Ik Iweet het, André KiriloVitch', en vraag 'duizend Smaal' ver'gévin'g, dat ik u kom stoven; maar ik kon ni:et besluiten te /vertrekken, zonder u nog eens gezien te hebben, 'enHt-v-: i „Vertrekt 'gij? En waarheen?" I Serge was er nie't op gesteld !den lieer, Marline im 'te lichten aangaande de relden van. dit vertrek. Hii .antwoordde zonder; •inleiding. „Mijn vader zendt mij naar on ze bezitting in het gouvernement Tver. 'Ik /weet niét hoelang ik er zal moéten blijven, en ik kon niét vertrekken zonderzon der de dames nog eens gezien te hebben." Dé grijsaard maakt een ongeduldige be weging. „Ik heb n réeds gezégd dat de 'dames /uit 'zijn," zei'de hij kortaf. l_ „Vergeef mij, André KiriloVitchher nam Serge met een stem, diie beefde van (Ontroering, „vergeef mij, indien mijne /handelwijze u te vrijpostig voorkomt, maar ik kan niet heengaan zonder, te we ten of ik aanspraak ma'g maken 'op de (hand van haar, die ik sedert lang he-^ min, uwé doohier Ludmila Andrevna.'j. Het oogenblik was slecht gekozen Voor eene kuwelijksaanvraag. i De jonge! officier, die tot nog toe door' don heer Marline zoo goed ontvangen was, had sedert den vorigen idag zijne welwil lendheid verloren. Hij was! kno'rriger op ilie'm, naarmate hij vroeger meer met hem .ingenomen was gewe'est. Hij had gedacht Ser'ge zijne afkeuring to kennén! te géven, ién niét alleen trotseerde deze zijn m'isnoe-» ,gem, maar hij had zelfs d!e stoutmoedig-i beid zijné dochter ten' huwelijk te Vra- |gen. Dat was te veel. De raadsheer ante Jwoorddo niet terstond. „Mijne dochter is rechtzinnig," zei de hij kortaf, ïrA IVOöit in hét huwelijk tre den met een volgeling van lord R." Die woorden vielen SeTgé als lood op (het 'hart. Hij bleef als aan den grond ge nageld staan. „André Kiriïo'vitchl" riep hij eindelij.c ,op smeekenden loon, „ik hid uIk ben Van niemand! een! voü'geling, dan van (Christus. Ik heb gisteren niets vérdedigd /dan de waarheid! in Gods Woord vervat." i De heer Marline glimlachte ongeloovig. „Gij hebt mijn antwoord," zei'de hij koel. t „Dat kan uw laatste woord niet zijn," hernam Serge met vuur. „Gij, di'e mij al tijd zoo goed ontvangen hebtgij ver beet dat uwe weigering niet alleen mij geldtmaar i „Wat ik 'gezegd heb. blijft gezegd." Een .onherroepelijk besluit toekende z:oli op het gelaat van den heer Marline. Sergo •begreep d!at hét vruchteloos! was verder ,aan te dringen. Bovendien lwas zijn trots Opgewekt. i. „In dat gevalheb ik de eer u te groeten," stottérdé hij met afgebroken stem. „Vergeef mi'j u lastig govai>cn te /hébben.Dit gezegd hebljende ging 'do ar me jongen haasli'g weg; mc't gebogen hoofd en gloeiend gelaat snelde hij't huis uit. Do vertrekken waren ledig, cn er was niemand ■om hém slechts een blik van medegevoel jo laten zien. Bijna krankzinnig van 'isniari wierp hij zich in zi'jno slede, cn jïppdie? fiqéd te weten wat hij deed, beval Men heeft over de wijze waarop de heef. Pera toen zijn taak vervulde wel eens schampere opmerkingen gemaakt, maar daartegenover wil spr. eraan herinneren,' dat men het hem dan ook niet gemakken lijk, neen, expreselijk moeilijk heeft ge-« maakt, en waar de heer Pera toen den moed gehad heeft om vol le houden in hei besef van zijn roeping, beschouwt spr. dit' als iets, waarvoor we hem hoogelijk dank-« baar moeten zijn. Ook spr. besluit gaarne met een woord van vurigen dank, om zich' dan verder met eenige troostrijke woorden tot de betrekkingen te richten. Bij ontstentenis van den heer Schok* king, sprak nu M r. A. v. d. E1 s t na-i mens den Voogdijraad. Er was veel op kerkelijk en poli trek ge bied dat den heer Pera tegenstond, maar in den kléinen kring van den Voogdijraad voelde hij zich thuis, kon hij zich ont plooien; daar sprak zijn barmhartig hart, wanneer de verbetering van het lot van mishandelde of onverzorgde kinderen werd besproken. De Voogdijraad zal hem erg nrssen, en moeilijk ienand vinden die hem geheel kan vervangen. Voor alles wat hij deed, ook op dit ge-i bied, brengt spr. zijn nagedachtenis har-», teli jk dank. Hierna trad naar voren do heer R« Zuidema voorzitter van de Anti-revolu- tionairo Kiesvereer.iging. Do Anti-revolutionairo partij, aldus spr#j heeft aan deni heer Pera groote verplich tingen, daar hij jaren lang als haar ver tegenwoordiger optrad, eerst in den Raad en daarna in de Provinciale Staten. De heer Pera werd gekozen in een tijd, toen er met het vertegenwoordigen van da A. R. pai-tij weinig eer viel te behalen. Zich beschikbaar stellen voor eeu Candida- tuur beteeker.de meestal een zi bereid verklaren om voor de païtij te vallen en werd men gekozen, te strijden en tegcni den stroom op te roeien. De lieer Pera s echter voor de moeilijkheden niet terug gedeinsd, maar heeft zich met volle kracht en met al de liefde van zijn hart, gegeven aan de taak hem op do schouders gelegd. Spr. wil niet pogen den arbeid van den; overledene te schetsen, en zich ook nieb schuldig maken aan menischenverlieerlij- king. Meer dan iets anders predikt o is een graf als waaraan wij thans staan do zwakheid en do nietigheid van den msrisch. Wel echter raag met dankbaar heid getuigd, dat de heer Pera steeds is geweest een vurig strijder en een trouw belijder, die zijn volle kracht heeft gege ven aan de behartiging van do belangen der Gemeente en aan do verdediging van do beginselen die hij liefhad. Er is nu wij hier staan, droefheid i!k onze harten. Maar naast d9 droefheid is er cok dankbaarheid voor wat Goi ons n den overledene gaf, maar dankbaarheid vooral en dat moge der familio tot tro st zijn, omdat ook van den overledene geldt, dat hij werd geboren om te sterven, maar dat hij is gestorven om te leven. Een oud vriend van den overledene, di hoer Hob ma uit Amsterdam, dio godite rende minstens 50 jaren omgang met hem had cn hem als zoodanig had loeren wanr- deeren, sprak ten slotte een woord van n- nigen dank cn hulde voor wat hij van l et echtpaar Pera had genoten, waarna de oudste zoon, de heer E. "W. Pera, dé ver schillende sprekers1 cn de belangstel end an dankte voor de laatste oer, zijn vader, en voor de blijken van deelneming aan ue fa milie in deze dagen bewezen. Spontaan werd daarna door dc aanwi ppen aangeheven het 8ste vers van Psalm S9: Gij toch. Gij zijt hun reem, dc kr:uhb van hunne krachtwaarmede de l c'.ce- kenisvolle plechtigheid een cindo ir- 1 g-- nom-en. hij den koetsier naar het gebouw var. mj .rine terug te keeren. Na het gebeurde rl lliij dear moed niet van de Is line te r. teemed .te gaan nemen. Het scheen hem 'oc n.3 .•overvielen hem alle rampni tegelijk: te ju geloof wankelde. In die bittere ure riep ihij niet tot den Heer; hij dacht slechts-au do beproeving, aan Mida en aan zichze"umi. iWat zou zij zeggen, wanneer zij hc-t ho- sluit van horen vader vernam? Rel hart .van Serge kromp ineen bij do gedoeute. /Hij leed dubbel, want hij leed voor Lei-j iden. - i Tehuis) komende vond hij Ta li a na /zijn goed naar beneden te laten bron .re n. Do fioedo vrouw vv.is lo r.orgvol om co ver,, andoiin» in z'jno treVicn niet lo lx-incr- Jcoii „Hij moot retor weer ecnig nieuw., vordriot seh.nd hebben," rcido zij lo! r cli- ze'.vo. „En onze i:iê&slor rorbeeJdl zich dat ik hem al'leon zal laten trekken: 1 Serzo liep naar zij no kamer, nr.m .blad papier en snhreol er eonigo wooruenl np; vervolgens hel adrea cesobrevan en; zijn briefje verzegeld lebbende, r:ep b j iTa'tinna. J v „Weet gij waar do ratulsheor ata.r..„aj .woon l?" 1 v Ta liana wint bet niet, maar me', do i.iM logging van Rer;e nou zij bol gormtuLkeltjICl fcmi'-r-n vivt'. (Werd; wivolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1