Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ABOE9NEBEEHTSPRNJ3
In Lelden en buiten Lelden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal. f2.90
5sJe JAARGANG. - DINSDAG 3 JUNI 1924 No. 1255
Bureau: Hooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 -T^trekënïng 58938
ADWERTENTiE-PaSsJs
Gowone advertentiên per regel 22V2 cent
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefi
Bij contract, belangrijke reductie.
•Kleine advertentiên bij vooruitbets
ling van ten hoogste 30 woorden, worde;
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
V Geldvermorsing.
Bo N. R. Cr t. wijdt can beschouwing
aan de beschikking van den Minister van
Justitie waarhij aan de Haagsche afd'ee-
ling van de vrij denkers vereeni ging „Be
Dageraad" de erkenning als rechtspersoon
Werd geweigerd.
Het liberate orgaan ziet hier een staal
van willekeur die het niet gemotiveerd
acht.
Daar deze kwestie binnenkort in de
Tweede Kamer aan de orde komt, kan
verwacht worden dat Minister Heemskerk
Rijn standpunt wel nader zal uiteenzetten,
zoodat er geen reden is daarop thans in
te gaan.
Wel echter willen wij de aandacht ves
tigen op wat „de N. R. Crt." opmerkt om
trent de onnoodig kostbare regeling van
de rechtspersoon!1!ikheid, gelijk die in de
wet van '55 is neergelegd, wat in detzen
tijd van versobering van het staatsbe
stuur en bezuiniging niet zonder beteeke-»
nis is.
„De goedkeuring van de statuten van
vereenigingen c-ischt ©enige ambtenaren
aan het departement van justitte die, als
men het nut van hun werkzaamheid ob
jectief afmeet, opperbest kunnen worden
gemist. Do bekendmaking van de Statuten
in de Staatscourant brengt zettersanbeid
mee. loonen, papier en drukkosten, die
doelloos worden verspild.
Er zijn verscheidene andere wijzen,
waarop aan de eischen der rechtszeker
heid met veel minder kosten kan worden
voldaan, zonder den rompslomp, dien de
wet van '55 meebrengt, en zonder dat aan
ook maar één belang schade zou worden
toegebracht.
Ten opz:chto van de statuten van naam-
looze vennootschappen geldt mutatis mu
tandis hetzelfde.
Te dien aanzien heeft de Kamer zich
voor eenisr© jaren laten bepraten, om, in
plaats van de geheele bewilliging af te
schaffen, de vennootschappen te belasten
met eiene tegemoetkoming in de kosten
van a'l dit onnutte gedoe.
Men vergat, dat de verkwisting daarmee
niet werd ten einde gebracht, doch dat
slechts in plaats van den staat den ven-
ncc.'tschappen zeiven de kosten der door
de wet verrischt© .verspilling van energie
op den hals werden geschoven, hetgeen
oeconom'sch niet zoo veel verschil maakt.
De vraag, waarvoor wij in deze tijden
b'j herhaling worden gesteld, isl niet zoo
zeer: wie draagt de kosten? doch: zijn
de kosten gerechtvaardigd? Weégt het nu't
van de bemoeiingen tegen de kosten op?
Slechts zeer weinigen zullen deze laatste
Vragen ten aanzien van de goedkeuring
van statuten voor vereenigingen en naarn-
looze vennootschappen bevestigend durven
bc-antwoorden.
Misschien weten de ambtenaren en de
zetters en drukkers, die van de ouderwet-
sche regelingen feitelijk het voordeel pluk
ken. omdat zij er hun bestaan aan hebben
to danken., eene drogredeneering, om de
bestaande regelingen goed te praten, doch
daarbuiten zul'len er niet velen zijn, die
deze kunst verstaan.
Het is uitsluitend laksheid, die den toe-
gitand bestendigen doet.
Zoo van de onderscheidene ambtenaren,
die op de goedkeuring van de statuten van
vereenigingein en ïiaamlooze vennootschap
pen hun geest verstompen, er één slechts
enkete dagen gebruikt werd! om nieuwe,
practische en geen doelloos® kastëli mee
brengende regelingen te ontwerpen, dan
Verdient hij 'n kroon op zijn arbeid en
'desnoods 'n lint je.Hi j zal dan in ieder geval
nuttigen .arbeid verrichten en meewerken
tot beëindiging van willekeur en geldver
morsing."
Het komt ons voor dat liet h'ieT bepleit
te denkbeeld in elk geval ernstige overwon
ging verdiént.
w. pera. t
"We hebben Pera vandaag naar zijn
graf gebracht.
Hij was een merkwaardig man; hij was
een man. Dat wil zeggen iemand, die zijn
eigen weg ging, zijn eigen meening had
en durfde te uiten, geen mooi-pxater,
iemand, die zei, waar het op stond.
Een eigenaardig karakter, getypeerd
door zijn uiterlijk.
De gehee'le bevolking van Leiden kende
Pera; zooals ik hem leerde kennen, al
grijs, zijn rond hoofd met de zwarte
meestal norsche oogen, zijn breed© 'lippen
en grijze stoppelbaard. Een stoer gelaat;
vierkant© figuur; meestal eigenaardig
langzaam gaande, als in zichzelf gekeerd,
niet altijd opmerkend, wi© hem groette,
nu en dan tikkend aan zijn hoed.
Type van den zelfstandigen burger, ïnet
weinig behoeften, sober levend aan zijn
verplichtingen voldoende; vrij zich gevoe
lend tegenover de menschen, maar gebon
den door Gods Woord en zijn consciëntie.
Een van hen, die de kracht vormen van
het vrije ISTederlandsche volk, dat niet bui
gen zal voor overheersching van wie ook,
Calvinist, steunende op en kracht vinden
de in Gods vrije gunst en eeuwig welbe
hagen.
Ouderwetsch gezinshoofd, streng, maar
toch gezellig en gemoedelijk in het huise
lijk verkeer, de waarde kennend van ge
zag, in huisgezin en maatschappij.
Vele jaren heb ik hoewel veel jonger
hem irupuhlieke colleges en vergaderin
gen gekend.
"Wat kon hij barsch uitvallen en don-
ker-norsch kijken, ate hom iets niet be
viel. Maar hij had ook gevoel voor het ko
mische, en al heb ik hem nooit luid hoo-
ren lachen, zijn donkere oogen konden
glimlachen, en dan had hij een eigenaar-
die lachenden trek om den mond.
Hij is niet door vriendéj'ijkhe-'d populair
geworden; bijna zou ik zeggen door het
tegendeel, door zijn eigenaardig bruuske
manieren.
Maar men gevoelde dat daarin meer lag
een verbergen van hartelijk meeleven, een
als zich schamen voor te groote gevoelig
heid; typische eigenschap van de Hollan
ders.
Hij was waar, cn ze'de dikwijls de
waarheid rechtuit in het gezicht, men wist
echter dat men op helm aan kon, e.n dat
hij, als hij eenmaal stond voor een zaak,
muurvast bleef staan en zich niet liet ver
dringen. Een zaak, waarin hij meende
recht te hebben, verdedigde hij hardnek-
kig.
Zoo 'hoorde ik hem in den Raad, me'b
ietwat eigenaardigen tongval, die den man
van het Noorden typeert, hardnekkig aan
vallen, of rusteloos verdedigen; zoo in de'
Provinciale Staten, wel wat lang soms,
maar onverstoord.
En zoo hoorde ik hem voor de Rechte
bank, wanneer hij als lid van den Voog
dijraad een zaak toelichtte, vrijmoedig
met juiste niensehenkemrte de zaak be
ziende, pleitende voor of tegen als ware
het zijn eigen zaak.
Hij had niet veel op met advocaten,
maar zelf pleitte hij gaarne, vergetend dat
hij eigenschappen van een goed advocaat
bezat. ,-t. v.
Hij had de eer'z'uch't van iiemaaid, die zijn
kracht kent, en meent, dat hij iets goeds
kan verrichten. r
En Pera was zeker een man, die Voor
aan mocht staan. Want behalve dat hij
kende de eeuwige waarde der beginselen
die hij beleed en die hem de juiste rich
ting wezen in het politieke léven, liacO hij
in den loop der jaren door zijn Velei amb
ten groote practische ervaring verkregen.
Hij kende het maatschappelijk leven en
de sociale nooden; en den mensch in zijn
Zwakheid en misère, in zijn moeilijkheden
en geestelijke armoede.
En daarom was hi j voor veel geschikt en
bekwaam, en omdat hij, alles wat hij deed,
goed wilde doen, werd hij tot vele dingen
geroepen. 1
Hij was ijverig, en haatte luiheid en
laksheid'; en 'hij ergerde zich, zooals vele
vrije burgers, aan ambtenarij en omslach
tigheid.
In hem is heengegaan een man, die
meer dan anderen zich gegeven 'heeft aan
het publieke leven. daaTtoe gedreven door
'zijn roeping alls Christen en zijn strijd
lustig karakter, die gestreden heeft voor
de beginselen met warmte en overtuiging,
zonder aanzien des persoons, en ook tegen
veel bekwamere tegenstanders, niet zonder
succes.
De Anti-revolutionaire Partij verliest
weer een van haar oude kampioenen; Lei
den heeft een goeden, medelevonden burger
verloren; zijn k;nderen missen een haTte-
l'ijken trouwen vader.
En aan anderen, zooals aan mij, is ont
vallen een goede, oudere vriend, wiens na
gedachtenis in dankbare herinnering bij
ons zal blij Ven, P. E. BRIET.
STADSNIEUWS.
Begrafenis W. Pera.
Do majestueuze stilte die er heerscht tus-
schen het dichte lommer van „Rhijnhof"
werd vanmiddag weer even onderbroken.
Het stoffelijk omhulsel van wijlen den
heer W. Pera werd aan den schoot der
aarde toevertrouwd.
Opvallend, zou men haast zeggen, was
de overeenstemming die er bestond tus-
schen deze uitvaart en 't tevenskarakter
van den in al zijn eenvoud toch grooten
man wien het gold.
Geen bestormde autobussen, geen
weg, zwart van menschen, en geen drom
men van fietsers. Slechts een beduidende
greep van vertegenwoordigers uit verschil
lende bekende corporation en instellin
gen, een aantal1 autoriteiten, en een aan
zienlijke schare van trouwe- voor een
groot deel ook oude werkers uit de A. R.
partij, aan de toepassing van wier begin
selen de overledene zijn levenskracht
wijdde.
Behalve het voltallig College van B. en
W. werden opgemerkt de vertegenwoordi
gers van alle op den vooTgrond tredende
fracties in den gemeenteraad, zoowel van
rechts als van links. Verder het bestuur
van 'de 3 Octoher-Vereenfging, van den
Voogdij- en Militieraad, 'hef bestuur van
de A. R. Kresvereeniging, naast vele voor
aanstaande personen uit het staatkundige
en maatschappelijke leven.
Een groot bloemstuk van burgemeester
en wethouders dekte de kist.
Aan de geopende groeve werd het eerst
gesproken door den heer H. J. Blom-
me nd aal, die den overledene als een
ook voor hem geliefde persoonlijkheid
herdacht, voornamelijk wat betrof zijn
geestelijk leven.
„Hij zal Genade en Eere geven", was het
thema van spr.'s woord.
Naast de eere d'i© God den overledene in
het openbare leven schonk', en waarvan
straks de andere sprekers zullen getuigen,
wil spr. stillstaan bij de genade, die hem
van Gods wege ten deel viel; airtl vrije
gunst, o'm 't eeuwig welbehagen.
Welk eeü heerlijke, tot hoop stemmende,
verheven gedachte, dat broeder Pera met
deze wetenschap 5s ontslapen.
Eenmaal zal d!e dood zijn kluisters moe
ten loslaten; zal ook broeder Pera, met al
degenen die in Jezus ontslapen zijn, op
staan verheerlijkt. Nu reeds smakend
do genadevrucht van zijn arbeid op aarde
dani volmaakt.
Na in het bijzonder de familie op haar
groote voorrecht te hebben gewezen, waar
•zij zulk een ouderpaar, als waarvan hier
de stoffelijke omhulsels bewaard liggen,
mocht bezitten, dat hen den weg naar Je
zus wees, eindigde spr. met een woord van
'toepassing tot de overige aanwezigen.
Het woord is dan aan den burgemeester,
J h r. M r. Dr. N. G. de G ij s e 1 a a r.
Wij allen die hier staan, aldus spr.,
hadden niet gedacht, dat deze kloeke
grijsaard reeds zoo spoedig ten grave zou
'worden gedragen.
Echter al is dit oogen schijnlijk sterke
leven nu neg vrij onverwacht afgesneden,
daardoor ontgaat den overledene, die een
man van groote wils- en werkkracht was,
ook het bittere van tot ledigheid te zijn ge
doemd.
We hebben vanmiddag een man wegge
bracht, die algemeen bekend, door velen
bemind en zeker wel door allen geacht
was.
Na het vele, door de verschillende dag
bladen reeds geschreven over het leven
on de arbeid van den heer Pera, zal spr.
dat altes niet trachten te 'herhalen, maar
namens den raad als hoofd der gemeente
hartelijk dank brengen voor a'lles wat hij
voor de gemeente gedaan heeft; als lid
van, den raad, als lid van de verschillen
de commission waarin hij zitting had,
en vooral als wethouder.
In den meest strikten zin van het woord
heeft de heer Pera gewerkt, zoolang het
dag was.
Van alle commissiën waarVan hij deel
uitmaakte, trok hem die van de gestich
ten Endegeest en Rhijngeest het meest
aan. Met alle zaken, deze inrichtingen be
treffende was hij tot in de kleinste fines
ses op de hoogte.
Uit de hartelijkheid waarmede hij bij
voortduring beliang stelde in het lot van d'e
kranken en zwakken van geest die daar
werden verpleegd, bleek steeds zijn barm
hartig hart want dat had hij ontegen
zeggelijk, niet alleen ten opzichte van den
kring die hem het meest nabij kwam,
maar jegens alle ingezetenen.
Niets was hem te veel, ja spr. weet ze
ker, niet te veel te zeggen, wanneer hij be
weert dat Pera boven zijn kracht werkte.
Vroeg spr.: wie wil dit of dat doen de
heer Pera was reeds bereid, zich met het
gevraagde te belasten.
Men lieeft gezegd dat do heer Pera wei
nig soepel cn hoekig van karakter was. en
spr. wil gelooven dat de heer Pera dien
indruk maakte, maar dan wil hij toch als
zijn overtuiging uitspreken, dat de heer
Pera niets deed, dan uit volle overtuiging,
in het bewustzijn, dat niet-doep. gelijk
stond met opstaan tegen zijn beginsel, en
dat hij zich hij al zijn weTk gevoelde als
van Godswege daartoe geroepen.
Bij alles werd hij .gedreven door liefde
tot zijn stad, en tot zijn beginsel dab hij
altijd trouw bleef daarom heeft Pera
het ook zoo ver gebracht.
Hoekig, en weinig soepel, heeft men den
lieer Pera genoemd. Spr. heeft echter ja
renlang met hem in de Staten gezeten en
op grond van de ervaring uit dat tijdperk,
kan spr. niet anders zeggen dan dat hij
hem altijd bereid heeft gevonden cm de
denkbeelden.' van zijn medeleden welwil
lend to beoordeelen, en in overweging te
nemen, en. ook wat do gemeentepolitiek
betreft, wat spr. dan uit verschillende ge
sprekken met den overledene kon opma
ken was, dat hij wel degelijk zijn ^mede
leden apprecieerde, al koesterden zij een
andere meening.
Eeni groot en braaf man was het, wiens
onliulsel liier is.
Spr. weet zeker dat hij bij alles werd
gedreven door oprechte liefde tot en trouw
aan de stad, en als zoodanig heeft spr.
hem ook altijd zijn vertrouwen geschon
ken.
Behalve namens den raad wil spr. hem
ook persoonlijk een woord van dank bren-
gen.
Eenig© 'jaren geleden heeft spr. ernshg
ziek gelegen, en toen heeft de heer Pera
hem in den raad vervangen met een ijver
en een toewijdiDg, waarvoor spr. hem al
tijd zal dankbaar blijven.
FEUILLETON
EINDELIJK VEREENIGD.
m 1 1 r
Met dien brief in zijn zak, zei do Serge
het ouderlijk dag vaarwel. De 'slede wacht
te hem voor cle deur. Hij sta'pbe er in, en
gaf bijna werktuigelijk zijne bevelen aan
'den koetsier. Hij lette noch op den schit
terenden 'zonneschijn, die de vergulde
koepeldaken deed glinsteren, noch op d'e
levendigheid, die op straat heer.schte,
boch op hét vroolijk klokkengelui. Hij
idacht aan de vrienden, die hi'j verliet, aan.
haar, die hij neg eenmaal! vaarwel ging
/zeggen zonder hare hand te hebben durj
jven vragen, zonder het recht te hebben
haar te schrijven, en haar bij zijne terug-i
komst openlijk op te eischen. Hij dacht
laan de droefheid van het arme kin'd, wan-»
beer zij de oorzaak van zijn bedoek verne-
men zou. Hij vroeg zich'zelven af, 'of zij
'het niet betreuren Zou, dat hij den aange^
boden post geweigerd had'. i 1
De sllede hield stil Voor het fiuis Vah de
fMarllnes. P 1 i 'ri-I'V-
b, ,;Zijn| dié dames 'terug uit 'de lterk?'"*
Vroeg hij einder eed hevige hartklopping
«an den portier. i,-j
„Zij zijn wel teruggekeerd, Uwe Edel--
&aicL maar zoaeveii weer
„Al'len?" vroeg Serge levendig.
„Allen," antwoordde de portier.
1 Het scheen onzen armen officier als
/voélde hij geen 'grond onder de voeten.
i„AUen!" herhaalde hij op zulk eeu wan-»
ihopendetL toon, dat de portier lie'm ver-
.Wonderd aanzag.
„En de heeren?" vroég 'de jonge main,
itoen hij zich een weinig hersteld! had.
1 ..Nikolaas Andréi toll is met de dames
/uitgegaan, maar André Kirilovitch is 'te--
jhuis."
Serge dacht éen! oogienblik na, toén, ©en
plotseling besluit nemende, verzocht hij
|den heer Marline te zien. Na eenige oogenn
blikken wacktens, liet men hem in de stu
deerkamer vaar dén raadsheer. Dez©
Scheen niet goed gemutst, en Serge zien-:
,de, fronste hij de wenkbrauwen.
„Wat komt gij doen, Serge Pelrovitoh?"
/vroeg Eij op weinig uitlokkenden toon.
„Mijn Zoon is uit en mijne dochters zijn
look niet thuis Aan de laatste woorden
igaf hi;j met opzet den klemtoon.
„Ik Iweet het, André KiriloVitch', en
vraag 'duizend Smaal' ver'gévin'g, dat ik u
kom stoven; maar ik kon ni:et besluiten te
/vertrekken, zonder u nog eens gezien te
hebben, 'enHt-v-:
i „Vertrekt 'gij? En waarheen?"
I Serge was er nie't op gesteld !den lieer,
Marline im 'te lichten aangaande de relden
van. dit vertrek. Hii .antwoordde zonder;
•inleiding. „Mijn vader zendt mij naar on
ze bezitting in het gouvernement Tver. 'Ik
/weet niét hoelang ik er zal moéten blijven,
en ik kon niét vertrekken zonderzon
der de dames nog eens gezien te hebben."
Dé grijsaard maakt een ongeduldige be
weging.
„Ik heb n réeds gezégd dat de 'dames
/uit 'zijn," zei'de hij kortaf. l_
„Vergeef mij, André KiriloVitchher
nam Serge met een stem, diie beefde van
(Ontroering, „vergeef mij, indien mijne
/handelwijze u te vrijpostig voorkomt,
maar ik kan niet heengaan zonder, te we
ten of ik aanspraak ma'g maken 'op de
(hand van haar, die ik sedert lang he-^
min, uwé doohier Ludmila Andrevna.'j.
Het oogenblik was slecht gekozen Voor
eene kuwelijksaanvraag.
i De jonge! officier, die tot nog toe door'
don heer Marline zoo goed ontvangen was,
had sedert den vorigen idag zijne welwil
lendheid verloren. Hij was! kno'rriger op
ilie'm, naarmate hij vroeger meer met hem
.ingenomen was gewe'est. Hij had gedacht
Ser'ge zijne afkeuring to kennén! te géven,
ién niét alleen trotseerde deze zijn m'isnoe-»
,gem, maar hij had zelfs d!e stoutmoedig-i
beid zijné dochter ten' huwelijk te Vra-
|gen. Dat was te veel. De raadsheer ante
Jwoorddo niet terstond.
„Mijne dochter is rechtzinnig," zei de hij
kortaf, ïrA IVOöit in hét huwelijk tre
den met een volgeling van lord R."
Die woorden vielen SeTgé als lood op
(het 'hart. Hij bleef als aan den grond ge
nageld staan.
„André Kiriïo'vitchl" riep hij eindelij.c
,op smeekenden loon, „ik hid uIk ben
Van niemand! een! voü'geling, dan van
(Christus. Ik heb gisteren niets vérdedigd
/dan de waarheid! in Gods Woord vervat."
i De heer Marline glimlachte ongeloovig.
„Gij hebt mijn antwoord," zei'de hij koel.
t „Dat kan uw laatste woord niet zijn,"
hernam Serge met vuur. „Gij, di'e mij al
tijd zoo goed ontvangen hebtgij ver
beet dat uwe weigering niet alleen mij
geldtmaar
i „Wat ik 'gezegd heb. blijft gezegd." Een
.onherroepelijk besluit toekende z:oli op
het gelaat van den heer Marline. Sergo
•begreep d!at hét vruchteloos! was verder
,aan te dringen. Bovendien lwas zijn trots
Opgewekt.
i. „In dat gevalheb ik de eer u te
groeten," stottérdé hij met afgebroken
stem. „Vergeef mi'j u lastig govai>cn te
/hébben.Dit gezegd hebljende ging 'do ar
me jongen haasli'g weg; mc't gebogen hoofd
en gloeiend gelaat snelde hij't huis uit. Do
vertrekken waren ledig, cn er was niemand
■om hém slechts een blik van medegevoel
jo laten zien. Bijna krankzinnig van
'isniari wierp hij zich in zi'jno slede, cn
jïppdie? fiqéd te weten wat hij deed, beval
Men heeft over de wijze waarop de heef.
Pera toen zijn taak vervulde wel eens
schampere opmerkingen gemaakt, maar
daartegenover wil spr. eraan herinneren,'
dat men het hem dan ook niet gemakken
lijk, neen, expreselijk moeilijk heeft ge-«
maakt, en waar de heer Pera toen den
moed gehad heeft om vol le houden in hei
besef van zijn roeping, beschouwt spr. dit'
als iets, waarvoor we hem hoogelijk dank-«
baar moeten zijn. Ook spr. besluit gaarne
met een woord van vurigen dank, om zich'
dan verder met eenige troostrijke woorden
tot de betrekkingen te richten.
Bij ontstentenis van den heer Schok*
king, sprak nu M r. A. v. d. E1 s t na-i
mens den Voogdijraad.
Er was veel op kerkelijk en poli trek ge
bied dat den heer Pera tegenstond, maar
in den kléinen kring van den Voogdijraad
voelde hij zich thuis, kon hij zich ont
plooien; daar sprak zijn barmhartig hart,
wanneer de verbetering van het lot van
mishandelde of onverzorgde kinderen werd
besproken.
De Voogdijraad zal hem erg nrssen, en
moeilijk ienand vinden die hem geheel
kan vervangen.
Voor alles wat hij deed, ook op dit ge-i
bied, brengt spr. zijn nagedachtenis har-»,
teli jk dank.
Hierna trad naar voren do heer R«
Zuidema voorzitter van de Anti-revolu-
tionairo Kiesvereer.iging.
Do Anti-revolutionairo partij, aldus spr#j
heeft aan deni heer Pera groote verplich
tingen, daar hij jaren lang als haar ver
tegenwoordiger optrad, eerst in den Raad
en daarna in de Provinciale Staten.
De heer Pera werd gekozen in een tijd,
toen er met het vertegenwoordigen van da
A. R. pai-tij weinig eer viel te behalen.
Zich beschikbaar stellen voor eeu Candida-
tuur beteeker.de meestal een zi bereid
verklaren om voor de païtij te vallen en
werd men gekozen, te strijden en tegcni
den stroom op te roeien. De lieer Pera s
echter voor de moeilijkheden niet terug
gedeinsd, maar heeft zich met volle kracht
en met al de liefde van zijn hart, gegeven
aan de taak hem op do schouders gelegd.
Spr. wil niet pogen den arbeid van den;
overledene te schetsen, en zich ook nieb
schuldig maken aan menischenverlieerlij-
king. Meer dan iets anders predikt o is
een graf als waaraan wij thans staan do
zwakheid en do nietigheid van den
msrisch. Wel echter raag met dankbaar
heid getuigd, dat de heer Pera steeds is
geweest een vurig strijder en een trouw
belijder, die zijn volle kracht heeft gege
ven aan de behartiging van do belangen
der Gemeente en aan do verdediging van
do beginselen die hij liefhad.
Er is nu wij hier staan, droefheid i!k
onze harten. Maar naast d9 droefheid is
er cok dankbaarheid voor wat Goi ons n
den overledene gaf, maar dankbaarheid
vooral en dat moge der familio tot tro st
zijn, omdat ook van den overledene geldt,
dat hij werd geboren om te sterven, maar
dat hij is gestorven om te leven.
Een oud vriend van den overledene, di
hoer Hob ma uit Amsterdam, dio godite
rende minstens 50 jaren omgang met hem
had cn hem als zoodanig had loeren wanr-
deeren, sprak ten slotte een woord van n-
nigen dank cn hulde voor wat hij van l et
echtpaar Pera had genoten, waarna de
oudste zoon, de heer E. "W. Pera, dé ver
schillende sprekers1 cn de belangstel end an
dankte voor de laatste oer, zijn vader, en
voor de blijken van deelneming aan ue fa
milie in deze dagen bewezen.
Spontaan werd daarna door dc aanwi
ppen aangeheven het 8ste vers van Psalm
S9: Gij toch. Gij zijt hun reem, dc kr:uhb
van hunne krachtwaarmede de l c'.ce-
kenisvolle plechtigheid een cindo ir- 1 g--
nom-en.
hij den koetsier naar het gebouw var. mj
.rine terug te keeren. Na het gebeurde rl
lliij dear moed niet van de Is line te r. teemed
.te gaan nemen. Het scheen hem 'oc n.3
.•overvielen hem alle rampni tegelijk: te ju
geloof wankelde. In die bittere ure riep
ihij niet tot den Heer; hij dacht slechts-au
do beproeving, aan Mida en aan zichze"umi.
iWat zou zij zeggen, wanneer zij hc-t ho-
sluit van horen vader vernam? Rel hart
.van Serge kromp ineen bij do gedoeute.
/Hij leed dubbel, want hij leed voor Lei-j
iden. -
i Tehuis) komende vond hij Ta li a na
/zijn goed naar beneden te laten bron .re n.
Do fioedo vrouw vv.is lo r.orgvol om co ver,,
andoiin» in z'jno treVicn niet lo lx-incr-
Jcoii „Hij moot retor weer ecnig nieuw.,
vordriot seh.nd hebben," rcido zij lo! r cli-
ze'.vo. „En onze i:iê&slor rorbeeJdl zich dat
ik hem al'leon zal laten trekken: 1
Serzo liep naar zij no kamer, nr.m
.blad papier en snhreol er eonigo wooruenl
np; vervolgens hel adrea cesobrevan en;
zijn briefje verzegeld lebbende, r:ep b j
iTa'tinna. J
v „Weet gij waar do ratulsheor ata.r..„aj
.woon l?" 1
v Ta liana wint bet niet, maar me', do i.iM
logging van Rer;e nou zij bol gormtuLkeltjICl
fcmi'-r-n vivt'.
(Werd; wivolgd).