Dagblad voor Leiden en Omstreken.
IEDWE LEIDSCHE COURANT
ADVERTEETIE>Püljd
Gewone advertentiën per regel 22V2 cent.
'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
4<Ieine advertentiën bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
5tie JAARGANG.
MAANDAG 26 MEI 1924
No. 1249
Bureau: Hooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABOHISE^EHTSPftejS
In Leiden cn buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal. f2.50
Per weekf 0.19
Franco per post per kwartaal, f2.90
Y Denk om het fundament.
Onze N. Pr. Gr. Crt. bevat' een. beschou
wing over de draadlooze telefonie, die ze-
4er ernstige overweging verdient.
De uitvindingen van dezen, tijd zijn
wonderlijk.
Zij plaatsen ons voor steeds grootere
raadselen in de schepping.
Het geluid zelve is Teeds een wonder.
Hoe wonderlijk is het toch, dat daar
Iemand voor mij staat, die zijn mond
opent, zijn keel in trilling zet, geluiden
uitstoot waarin hij tot uiting hrengt wat
er leeft in zijn ziel, dat ik dan die gelui
den opvang in mijn oor, dat 'zij van dat
oor worden overgebracht naar mijn gees
telijk bestaan en dat ik dan weet wat die
ander tot mij zeggen wil.
Dat is eigenlijk het eerste en grootste
wonder.
En nu heeft men, wat God in de schep
ping heeft gegeven op een andere wijze
toegepast, zoodat het geluid naar verre af
standen wordt overgebracht.
Opzichzelf een schoono uitvinding.
Maar nu is liet groo'.e kwaad van onzen
tijd, dat terwijl de techniek wint, het
geestelijk fundament verzwakt.
Er is een tijd geweest, dat dit geestelijk
fundament hecht was en sterk terwijl de
bovenbouw van het leven, het technische,
gering van he teekenis was. Dan dreigt het
aienschelijk leven geen groot gevaar.
Thans wordt de bovenbouw van het le
ven steeds meer ingewikkeld, wij zijn er
gedurig mee bezig, liet te vergrooten en te
verzwaren, wij winnen in technisch op
zicht en verrijken in technischen zin ons
leven. Maar het geestelijk fundament, het
geloof in God en Zijn Woord, wordt steeds
zwakker.
Is het wonder dat het gebouw van ons
leven begint te verzakken, dat de muren
scheef staan, dat er scheuren komen aller-
wege, dat gekraak wordt vernomen, alsof
instorting dreigt?
Die instorting zal, als er geen verbete
ring komt, dan ook niet kunnen uitblijven.
Men noemt haar thans: ondergang van de
ou ltuur.
En wij slaan dus voor dit vreemde geval,
dat, hoe rijker het leven wordt, de mensch
£?ch des te armer weet, dat, hoe meer hij
kan voldoen aan zijn begeerten, des te
meer onvoldaan hij zich gevoelt, dat hoe
meer hij zijn zin krijgt des te opstandiger
zijn. gemoed wordt.
Wie het leven zoo beziet, beseft, ook aan
stonds de roeping van den Christen.
Er zijn Christenen, die pruttelen tegen
den vooruitgang en die het hoofd schud
den als zij van al die nieuwe dingen hoo
ren. Dat is fout. Want het kwaad zit niet
in dien bovenbouw, die ook een gave!
Gods is, maar in de verzwakking
van het fundament.
En daarom moet de Christen, moot de
antirevolutionair voorop, zijn roeping zien
ln het versterken van liet fundament van
liet leven, het getuigen voor de vastighe
den. voor de ordinantiën Gods, voor de er
kenning van Gods Heiligen Naam, voor de
gehoorzaamheid aan Zijn Woord
De radio-omroep is ceu wonderlijke uit
vinding. Gij hrengt de kunstige mechaniek
in uw huis aan. En des avonds, na vol
brachten arbeid, gaat gij rustig 'zitten
Klisteren.
In Engeland hoorde men een dezer da
gen op die wijze naar het gezang van de
nachtegalen. In een bosch, waar zij zon
gen, was een opvanger geplaatst en als
men nu '"aar de goede golflengte had, dan
kon men het fluiten hooren.
Iemand vertelt, dat hij hij een vriend
den avond doorbracht,- om van het won
der te genieten. Wat hoorde hij? Eerst
dansmuziek, hij was midden n een tango
van de „satanische Havanna-hand." Daar
kwam wat anders. De nachtegaal? Neen:
weer een orkest, Tsiganen, als zijn ooren
hem niet bedrogen, „die met den onbe
dwongen hartstocht van hun ras wellustige
danswijzen spelen, meesleepend, teeder,
fel
Mij dunkt, dat wij nu reeds zijn bij
geestelijke hoosheden in de lucht. Wij
sluiten ons huis voor de invloeden des sa
tans. Wij houden daarbuiten de vreeslijke
litteratuur onzer dagen zeg ik misschien
te veel? wij weren een pers, die wel de
techniek, niet he geestelijk fundament
heeft. Wij willen niet, dat onze kinderen
in omgang staan met slechte kameraden.
Maarde Tadio-omroep is daar, en
wij laten door onze huiskamer klinken
helsche muziek. Alle lichtzinnigheid van
heel de wereld vloeit zoo ongemerkt bij ons
binnen. En wij lieten dit toe, omdat de
techniek ons in verbazing zette.
Nu is aanstonds duidelijk geworden, dat
wij wel een radio-omroep in onze woning
kunnen halen, maar dat wij op de golfleng
te moeten passen. Zoo gauw wij merken,
dat wij in verbinding komen met de hel,
met de vrucht van de geestelijke booshe
den, die altijd in de lucht zijn, maar nu
nieuwe instrumenten hebben gevonden en
die lustig bespelen, dan werpen wij den
hoorn weg en sluiten alles af.
De techniek heeft een overwinning be
haald, onze geestelijke wapenrusting moet
worden versterkt.
De wapenen, die cl? geest der wereld den
satan ten diensle stelt, worden steeds fij
ner en gevaarlijker, onze geestelijke wa
penrusting moet al beter worden.
Wij hebben den strijd tegen de geeste
lijke boosheden in de lucht.
Die waren er alio eeuw. Draadloos, al
hadden zij niet de beschikking over de
draadlooze telefonie.
Zij werpen onheilige gedachten, godde-
looze leuzen het leven in. Zij werken dag
en nacht. Wij moeten den arbeid des sa-
lans nimmer onderschatten
De radio-omroep is een kostelijke uit
vinding, die ook de Christen gebruiken
kan. Een vrijzinnig man getuigde dezer
dagen: die gereformeerden zijn weer de
eersten, die deze nieuwe uitvinding voor
do kerk en de evangelisatie toepassen. De
nieuwste uitvindingen zijn waarlijk over
een te brengen met de zeventiende eeuw-
sche orthodox-e.
Welk een achterlijk man! Want z:j hoo
ren juist bij elkander. Het alleroudste en
hot allernieuwste. Zij kur.nen niet zonder
elkander.
Hoe verder de mensch komt :n z:.in uit
vindingen en hoe rijker zijn leven wordt
in technisch opzicht, hoe meer hij noodig
heeft om ootmoedig de knie te huigen, Gode
'de core te geven, om genade, te smeeken
voor zijn arme ziel, opdat zijn geestelijke
wapenrusting kunne weerstaan de verlei
ding des boozen.
Ons stoffelijk huis grooter en rijker
het is alleen goed, als het fundament
versterkt wordt en fierder dan ooit
van het dak wappert de vlag van het zui
ver Christelijk geloof.
STEPgMETOiV
Begrafenis prof. mr. H. v. d. Hccven.
Onder het gelui van de kerkklokken van
de heide kerken is Zaterdag te Zundert 't
stoffelijk overschot van prof. mr. H. van
dor Hoeven, die Woensdagmorgen aldaar
is overleden, ter aarde besteld.
De begrafenis droeg, naar het verlangen
van den overledene, een hoogst eenvoudig
karakter. Onder de aanwezigen waren, be
halve de familieleden en tal van pachters
van 't landgoed „De Moeren" prof. mr. C.
van Vollenhoven en prof. mr. A. J. Blok,
de laatste a's vertegenwoordiger van den
Senaat van de Leidsche Universiteit;
voorts jhr. mr. N. C. de Gijselaar, burge
meester v&n Leiden, als voorzitter van het
College voor do Visscherijen, waarvan
prof. van der Hoeven secretaris is geweest
Aan het graf werd niet -ge'sproken.
De oudste zoon van den overledene, prof.
dr. P. C. T. van der Hoeven, bedankte voor
de laatste eer, zijn vader bewezen.
Gids voor Leiden.
Wij ontvingen heden een nieuwen Gids
voor Leiden, uitgegeven door de fa. D. Y.
Alt-a te Amsterdam, met medewerking van
het Gemeentebestuur.
Deze Gids, een boekdeel van 124 blad
zijden, waarvan een kleine 60 met adver
tentiën zijn gevuld, is samengesteld door
den heer J. C. Wijnand en is versierd met
een groot aantal kiekjes van bekende ge
bouwen enz.
Na een Voorwoord waarin gewezen
wordt op de historische beteekenis van
Leiden, wordt achtereenvolgens aandacht
gewijd aan Leiden's Verleden. De Ge
meentelijke Keuringsdienst van Waren,
een en ander over de geneeskundige en
hygiënische verzorging der Gemeente Lei
den, het openbaar slachthuis, de Stede
lijke Lichtfabrieken, Leiden als industrie
stad, de Markt- en Havendienst, de Ge
meentelijke Reinigings- en Ontsmettings-
disnst, Verpleging van krankzinnigen en,
zenuwzieken, Hermanus Boerhaavc, bet
Hoogheemraadschap Rijnland, de Leidsche
Brandweer, de Stedelijke Werkinrichting,
de Raad van Arbeid en tenslotte een
groot aantal advertentiën.
De inhoud van dit beekje, aan de uit
voering waarvan behoorlijke zorg is be
steed, heeft ons zeer teleurgesteld.
Dit zal duidelijk worden als we eerst
een enkele aanhaling deen uit het „Voor
woord."
Leiden zoo lieet het daar, staat wat zijn
historisch verleden betreft, uit een oog
punt van populariteit bovenaan.
Gewezen wordt dan op de 3-Octcbervie-
ring, waaraan elk jaar weer door vele dui
zenden wordt deelgenomen.
Maar zoo keet het dan verder die
duizenden zien dan op dien éénen dag niet
het vele, vele merkwaardige, waaraan Lei
den zoo rijk is. Zij hebben dan geen tijd
om zich te verdiepen in verdere interes
sante historische bijzonderheden; zij kun
nen alsdan geen blik slaan cf wellicht
slechts een zeer oppervlakkigen, in het
rijke industrieel© leven, hetwelk zicli in
den loop der jaren in deze stad zoo sterk
ontwikkeld heeft; zij hebben geen oogen
voor de schatten aan wetenschappen en
kunst, welke ia de verschillende musea
verzameld zijn, noch is er gelegenheid, om
in voldoende mate te genieten van de
schoone, merkwaardige grachten of van
de interessante klassieke gebouwen, kort
om van het stadsschool!, waaraan de al
oude Sleutelstad toch ook zeo rijk is. In
derdaad heeft Leiden zich successievelijk
e-cn plaats van zóó ongemeene beteekenis
in de rij der Nederlandsche steden weten
to veroveren, dat zoowel van vreemdeling
als vaderlander gevraagd mag worden
zich de moeite te geven, eens nader ken
nis te maken met deze merkwaardige
stad, welke door velen slechts beschouwd
wordt als te* zijn uitsluitend een tempel,
waar alleen do Wetenschap gediend zou
worden.
Ten einde in zoo ruim mogelijken kring
bekendheid te geven aan al datgene, waar
door Leiden zich onderscheidt; teneinde
het juiste licht te doen vallen op de be
zienswaardigheden. welke altijd weer de
bewondering wekken van hen, die zich
niet tevreden stellen met een oppervlak
kige beschouwing der Sleutelstad, vatte
de Uitgever D. Y. Alta te Amsterdam, het
voornemen op, een handig boekwerkje heb
licht to doen zien, waarin al het vorenbe
doelde zou zijn samengevat.
Het Gemeentebestuur van Leiden ver
klaarde zich onmiddellijk bereid, zijn
hooggewaardeerde medewerking hiertoe te
verleencn, aangezien ook van die zijde het
groote belang begrepen werd, hetwelk
voor zijn stad cr in gelegen was, indien de
straks bedoelde merkwaardigheden] en be
zienswaardigheden op velerlei gebied, ook
buiben de Leidsche veste, zoo mogelijk,
algemeen© bekendheid verwierven."
FEUILLETON
EINDELIJK VEREENIGD.
75)
Hij -werd in de rede gevallen door den
\eer Marline, die zich tot nog loei niet in
-het gesprek gemengd had.
„Veroorloof mij u tegen te spreken, Serge
Petrovitch. De leer onzer lcerk omtrent de
verlossing is in het geheel niet dezelfde
ils die van Lord R. De laatste zei de goede
-werken geheel op zijde. Volgens hem
wordt men zalig door het geloof zonder
goede werken. Dat leert de rechtzinnige
kerk niet, en de heilige Schrift- ook niet.
De heilige Schrift zegt: „Zonder\de wer
ken is hel geloof dood."
De laalsle woorden werden op zulk een
gebiedenden toon uitgesproken, dat er eeni-
ge oogenblikken verliepen voordat iemand
het gesprek durfde hervatten.
Het was Serge, die zich het eerst weer
liet hooren. i ■<-\
„Vergeef nvj, Andró KiriJóvich! Lord R.
verwerpt de goede werken niet, zooals gij
denkt, hij geeft hun slechts een andere
plaats dan gij. Indien hij met de heilige
Schrift zegt: ..De mensch wordt gerecht
vaardigd door het geloof zonder de goede
werken," zco zegt hij toch ook met u:
„Zonder de werken is het geloof dood."
Onze werken hebben met de zaligheid niets
te maken, omdat de zaligheid eene gave
Gods is; maar zij zijn de vrucht van het
geloof, en zijn bestemd om er de echt
heid van te bewijzen aan hen, die ons
omringen. Het geloof rechtvaardigt den
geloovige voor God; de werken rechtvaar
digen hem voor de mensohen."
Serge had met vuur gesproken, en hetzij
uit verbazing, hetzij uit nieuwsgierigheid,
men had met aandacht geluisterd. Het was
inderdaad iets nieuws! dat oen jong
krijgsman zich met godgeleerdheid be
moeide. Nikolaas, die naast hem zat,
trommelde op de tafel met eene gedwongen
uitdrukking. Mila durfde de oogen niet
opheffen naar haar vader, die ontevreden
de wenkbrauwen fronste. Eindelijk duwde
de'ze driftig zijn hord op 'zijde, stond op,
on wendde zich tot de heiligenbeelden, om
het teeken des kruises te maken; daarna
zeide liij kortaf: „Wij zullen naar de ge
zelschapskamer gaan."
Nadat de gebruikelijke dankhetuigingen
tot den heer des 'huizes gericht waren,
hood de laa'ste den arm aan zijne buur
vrouw, een oude dame met een glim
lachend gelaat, die zich vertrouwelijk tot
hem. neigde, en 'zeide: 1
„André Kirilovitcli, dit redetwisten is al
heel beuzelachtig. Wat mij betreft, ik ge
loof dat de godsdienst bestaat uit dit óéne
woord: liefhebben. „Die zijn naaslo lief
heeft, heeft de wet vervuld," zegt de
Schrift."
De heer Marline sloeg niet veel acht op
die geloofsbelijdenis. Hij scheen opge
wonden en onrustig, en hoewel hij naast
de oude dame plaatsnam, bleef hij stil
zwijgend in gedachten verdiept.
In de zaal vatten de priester en Serge
het gesprek weder op. Een kleine groep
schaarde zich om hen heen, en er vormden
zich twee partijen. Om de waarheid te
zeggen, bestond die van Serge slechts uit
hemzelven en een goeden ouden generaal,
die wat hardlioorend was, en moeite had
om de aanvallen, die op zijn jeugdigen
vriend gericht werden, af te wonden. Maar
zoo a's het altijd in de wereld geweest: de
meerderheid was nooit aan de zijde der
waarheid.
Vader Diakonof stak een sigaar aau. en
wierp zich achterover in een gemakkolij-
ken stoel.
„Ik zie hoe langer hoe duidelijker, mijn
heer Batourine," zeide hij, ..dat do Lord
Apostel u ook in z:jne nelten gevangen
j heeft. Het komt mij voor, dat gij iet of
wat met ketterij aangestoken zijt," voegde
hij er hij met een eenigszins spottenden
glimlach.
..God verhoede»," riep Serge, „dat ik af-
wijke van de heilige leer! Mijn geloof is op
geen menscheiijk wetboek gegrond; het
berust alleen op de Schrift."
Na deze inleiding zou men verwachten
dat dus op dit alles de aandacht zou wor
den gevestigd, en dat dit boekje den in
woners en vreemdelingen waarlijk tot een
gids zou zijn.
In die verwachting zijn we echter teleur
gesteld.
Deze Gids is geen gids en lijkt er zelfs
niet op.
Na een kort historisch overzicht wordt
een en ander medegedeeld omtrent ver
schillende gemeentelijke diensten en daar
mee uit.
Een plattegrond ontbreekt.
Van de musea wordt niet dan terloops
gerept.
Zelfs aan het stedelijk museum „De
Labenhal" is geen afzonderlijk hoofdstuk
gewijd. Het wordt in neg geen tien regels
„behandeld."
De samensteller maakt met veel waar
deering melding van de medewerking door
het Gemeentebestuur en diverse ambte
naren verleend.
Wij vinden het echter jammer, dat in
ruil voor deze medewerking geen eischen
zijn gesteld, waardoor de beteekenis van
dit overigen-s interessante werkje zou zijn
verhoogd en het belang van Leiden bevor
derd. r
Sinds eenige dagen is men bezig, de
buiten-sociëteit Amicitia, aan het begin
van do Steenstraat, af te breker-
Doet het op 't eerste gezicht wat
vreemd aan, in de plaats van het eigen
aardige gebouw een leege ruimte te vin
den, het oog verzoent zich gemakkelijk
met do mooie, zwaar bebladërdo kastanje-
bcomen, die nu zijn te voorschijn gekomen
endie momenteel het natuurschoon riet
weinig verhoogen. Neg meer zal dit het
geval zijn, wanneer ook do restanten puin
en afbraak een andere plaats zullen heb
ben gekregen.
Waarschijnlijk echter zal dan het mooie
hoekje dat wellicht tot oen stijlvol geheel
kon worden aangevuld, wel weer spc tedig
schuil gaan achter het een of ander nieuw
te scheppen bouw-wonder.
-De vaandrigs W. C. v. d. Laan en L.
M. J. Cliambry die alhier let arts werden
bevorderd, zijn bestemc! lotreserve-offi
cier van gezondheid 2de kl. hij het perso
neel van den geneeskundigen dienst der
Landmacht.
De directeur van 's Rijks Herba
rium, de heer G., reed Zaterdagmiddag in
zijn auto op den Witte Singel, toen hij, ter
hoogte van het Paterstraalje gekomen,
plotseling moest uitwijken voor een
vrachtauto die met meer dan gewenschte
snelheid wilde passeeren. Niet zoodra was
de auto voorbij, of de heer G. werd eenige
voetgangers voor zijn auto gewaar, zoodat
een tweede onvoorbereide zwenking noodig
werd, met het. ongeltakki'g gevolg dat de
auto tegen een lantaarnpaal bolste.
De lieer P. kwam er zelf gelukkig goed
af. Van de auto werd oen spatbord ver
nield, en hot chass's verbogen.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag was een van, de gebroeders G. op een
allc-ronhehbelijkste manier bezig, de poli-,
tieverordening te overtreden, toen hij plot
seling werd verrast door de komst van een
politieagent, die zijn naam wilde opschrij
ven.
Blijkbaar ging dit geheel tegen de opvat
ting van G. in, die beslist alle medewerking
weigerde, en, bijgestaan door zijn broer,
het den politieman onmogelik wist te ma
ken lijn voornemen te volvoeren.
De heeren dachten nu zeker, dat het
ergste achter den rug was, en zochten hun
woning in de Mirakelsteeg op, vanwaar ze
echter even Pater weer werden afgehaald
voor een wandeling naar do Breestraat.
Een zwerver, die wegens dronken-
Ran het Zoektocht
Leiden, 26 Mei 1921.
Dat is óók een lastig probleem.
Om het onderwijs te perfectionneeren
zijn de klassen verkleind.
En voor die kleinere klassen heeft men
ook gebouwd kleinere schoollokalen.
Maar de wal keert het schip.
En om de noodzakelijke bezuiniging te
verkrijgen wordt nu voorgesteld het aaiK
tal leerlingen per onderwijzer slerk te ver<
hoogen.
Uit onderwijs-kundig oogpunt zag ik
tegen dit plan weinig bezwaar gemaakt.
Maar nu komt men toor de kweslio hoe
men 48 leerlingen zal bergen in een lokaal
dat voor hoogstens een 30 werd ingericht.
Het eenige redmiddel schijnt in ve-e gö«
vallen de lokalen te vergrooten.
Dan komt de zaak in orde.
Maar dan is meteen de bezuiniging on
gedaan gemaakt.
Ik ben werkelijk benieuwd hoe men zich
uit deze moeilijkheid zal redden.
Bezuiniging schijnt wel een heel lastig
werk te zijn.
OBSERVATOR.
schap Yas aangehouden, bleek hij nader»
kennismaking deel uit te maken van het
korps der dwalende debiteuren van de uit
voerende macht, weshalve hij na zijn cnt-i
nnchtering nog even werd vastgehouden.
A. V. heeft er zich hij de politie ovcr-
ibeklaagd dat hij door een natuurgenoot,
de A is mis(raak)handeM.
SALARISVERLAGING AMBTENAREN.
Preocdurw legen den Staat.
Zaterdag vergaderde het A. G. 0. P. (Cein
trale Nederlandsche Ambtenaars Bond,
Nederl. Bond van "Werkl. in Overheids-*
dienst en Bond van Ned. Onderwijzers).
Besloten word onmiddellijk na de üitbela-<
ling der salarissen over de maand Mei
door de drie organisaties den Staat te doen
dagvaarden tot uitbetaling van het volle
bedrag. Voor de onderwijzers zullen een.
of meer gemeentebesturen worden aange
sproken. Omtrent een en ander zal nog
nader overleg worden geploegd met Mr.
Hendels, te Amsterdam, die voor de drie
organisaties zal optreden.
MEDEZEGGENSCHAP EN BEDRIJFS
ORGANISATIE.
Een mislukte meeting.
Gisteren zou op het Schuttersveld to
Rotterdam de aangekondigde betooging
plaats hebben voor medezeggingschap en
bedrijfsorganisatie, welke door het Nedcr-
landseh Verbond van Valcvcreenigingon,
de Sociaal-Democratisaho Arbeiderspartij
in Nederland, de Federatie Rotterdam der
S. D. A. P. en de Rotterdamsche Bc-
stuursdersbond georganiseerd was cn
waarvoor ook de roode broeders uit do
omgeving van Leiden waren opgecomman
deerd.
De lievige regen was oorzaak, dat van
een openluchtmeeting geen sprake kon
zijn. Tegen heb openingsuur waren pl.ra.
1500 mcnschcn op het Schuttersveld. De
voorzitter van den R. B. B., de heer A. A.
Lührs, deelde mede, dat de meeting niet
door zou gaan, waarna men onder stort
regen huiswaarts keerde.
Een procedure over art. 36 R. D. V.
Naar het V. D.-bureau verneemt heeft
een machinist te Amsterdam een proces
aanhangig gemaakt, tegen do directie van
do Nederlandsche Spoorwegen in verband
met art. 36 R. D. V. Hij vraagt terugbe-
„Men kan do Schrift gemakkelijk ver
draaien."
„In dat geval zou het voorzichtiger zijn
haar niet to lezen," merkte* de oude gene
raal den priester naderende aan.
„Dat zeg ik niet; de kerk wettigt het le
zen van den Bijbel, maar men moet zich
niet in do war laten brengen."
„Hé, hé, Batuchka," zeide de heer met
den bril, op schertsenden tocm; „pas op
uzelven. ik vrees dat Strauss niet zeer
rechtzinnig is.5V
De priester deed alsof hij dit niet ge
hoord had,
„Indien men door het lezen der heilige
Schrift gevaar loopt in de war gebracht
te worden," hernam de oude generaal,
„dan heeft de Synodo s'echt gehandeld
met den Bijbel in de volkstaall te laten
overzetten, cn de keizer met zijn volk aan
le bevelen hem te leeren. Indien ik de toe
spraak van Zijne Majesteit hier had zou
het zeer gepast zijn die voor te lezen."
„Ziehier," zeide Serge, haastig een pa
pier uit zijn zak nemende.
„Dat is goed!" riep de generaal.
„Welnu, lees maar voor, mijn waarde."
Serge ontvouwde het dagblad en las ta
melijk lu'd, om in de geheelc zaal ver
staan te worden:7..
„Toen ik in 1856 de kroon mijner
he iige Synode, in eene zitting te Mos
kou gehouden, over de middelen, om op
de overvloedigste wijze het V oord van.
God te verbreiden in den schoot van het
rechtzinnige Russische vo:k, on erkende
de noodzakelijkheid om de boeken dot
heilige Schrift in de Russische taal over
te zettenBij de voltooiing van dezen,
langdurigen arbeid, met hot oog op de
geestelijke woldaden, dfe de kudde dor
nationale kerk daardoor genieten /.al,
acht ik hot mijn plicht, mijne dank*»
baarheid te beluigen aan de heilige Sy*.
node. die bij het volbrengen van don
grooten arbeid in gedenkwaardigen ijver*
heeft uitgemunt. Ik richt mijne gebeden
tot God, opdat Hij de heiligende knmht
van zijn Woord openbare, opdat hot
rechtzinnige Russische volk toenomc in
geloof en godsvrucht, waarop het waar-'
aehtig geluk der rijken en der voll en
berust.
ALEXANDER
St. retersburg, 27 Maart (8 April) 1977.
Gedurende deze voorlezing had iedereen
gezwegen. Mc-n hoorde nauwelijks oonig
gefluister in. hot midden dor kamer. Al'een
do oude generaal Het zich eenige goedkeu-»
rende uil-vpen ontvallen.
vaderen aanvaardde, beraadslaagde de
1
(Wc
1 -• 1