NieuweleidsclieCDoraat Tweede Blad] Woensdag 9 April 1924 r Op de Raadstribune De Lei.dsc.he Gemeenteraad heeft zich weer ltranijg geweerd, Maandag. Nadat eerst de mriddagzitting tot over half zes was gerekt, was er ook nog 'n vrij lange avondzitting. 't Begon al dadelijk met een kleine schermutseling hij de benoeming van Raadsleden in de Comm. voor het Georga niseerd Overleg. Door de fracties was over een evenredige bezetting van deze Commissie onderhandeld, waarbij echter door de rechterzijde de voorwaarde was gesteld, dat geen vrijgestelde van een vakorganisatie zou worden benoemd. Hiertegen maakte de Soc. Dem. fractie, die den heer Baart ais Candida at had aan gewezen, bezwaar, vooreerst omdat zij in liet benoemen van een vrijgestelde jgoeu gevaar zag. maar voorts ook omdat zij in het aanwijzen van een eandidaat geheel vrij wi-lde blijven. - De lieer Pera die weer zoover was hersteld dat hij de vergadering kon bij wonen Willde nog een stapje verder gaan en ook den heer Kooistra als ambte naar niet afs plaatsvervangend lid aan wijzen. Wij kunnen in dit geval 't optreden van de recktsche raadsclub niet bewonderen. Dat tegen de benoeming van vrijgestelden bezwaren reze» is eenigermate verklaarbaar maar overigens bestaat er toch ook geen grond voor de verwachtin'g dat de heer Baart in bedoelde commissie meer eenzij dig zal optreden dan een van z'jne partij- genooten. De socialistische leden zijn mi eenmaal gewoon zich naar de kiezers ie richten en hebben nu eenmaal van het ge meentebelang een eigenaardige opvatting. Deelen wij dus nie.t het bezwaar tegen de benoeming van een vrijgestelde, toen eenmaal een besluit genomen was had men ook de consequentie daarvan moeien aan vaarden. Nu deed zich het eigenaardige verschijnsel voor, dat de heer Baart reeds bij tweede' stemming gekozen werd, zoo dat in elk geval twee van de re-ehtsche le den overskig moeten zijn gegaan. De vlotte afdoening van zaken werd bierdoor ongetwijfeld bevorderd. Maar waarom dan eerst bedenkingen geopperd en igedaan alsof hier zeer gewichtige be zwaren bestonden? Een van twee, of men had den Soc. Dem. zonder meer moeten accepteren of men had ook -tot het laatist zijn standpunt moeten verdedigen. De benoemingen 'benen verder vlot van stapel en ook verschïJ'endo agendapunten passeerden zonder veel bezwaar den voor- 'zitferlijken hamer. Tegen de verhuring van de pakhuizen aan de Jodenkerksleeg of de Kerksteeg, zooals de officieele naam schijnt to luiden werd van verschU'ende kanten eenig be zwaar geopperd, daar men liever 'deze ter reinen voor bouwterrein zou hebben ver kocht, waarvoor, naar het heette, reeds aanbiedingen zouden zijn ingekomen. De wethouder merkte op dat deze aanbiedin gen een speculatief karakter droegen, wat echter van andere zijde werd ontkend. Er zou ze1 <ts 00* reflectant zijn, die geheel naar geDoe'een va.n B. en W. wenschte to bouwen. Hoe dit zij, B. en W. gaven aan tijde'nke verhuring de voorkeur en do meerderheid van den Raad ging daarin mee,, zoodat er nu gekvremkeid is rustig af te wachten tot een werkelijk aanneme lijk bod worde gedaan. Het verzoek van de K. v. K. inzake de huur van de Stads-Gehoorzaal voor de inr.xM'ug van een Handelsbeurs, gaf den heer Witmans, dit zich gaarne naar -links oriënteert, gemeenheid, opnieuw te toonen, dat men gemakkelijker een opgeschroefde verkiezingscampagne kan oiganiseeren dan zelfs eenvoudige voorstellen zakelijk beoordeel en. Zooals te verwachten was, werd het ver zoek met groole meerderheid ingewilligd, omdat liet. hier een zaak betreft, die al licht den b'oei en de welvaart van Leiden zal kunnen bevorderen. Een volgend punt dat eenigen tijd de aandacht, in beslag nam betrof het verzoek van de Eendracht om een voorschot en een houwcrediet voor den bouw van 12 Wo- •ninlgen en 2 winkels op een.terrein aan den Lagen Rijndijk. R- en W. hadden hiertegen bezwaar, FEUILLETON EINDELIJK VEREENIGD. -y) De laatste trillingen van de marscli van Chopin waren verstomd. Niemand zeide "Iets; een ernstige, diepe indruk verhinder de dat men Nathalie's gevoelvol spel toe juichte. Maar Katin-ka kon niet lang on der een ernstigem indruk blijven. „Foei, Nastia!" riep zij eensklaps, „gij iebt papa bijna doen ween en met uw 'di'oe^eestigen marsck. Laat ons een qua- tre-mains spelen om hem afleiding te ge ven. Dit gezegd, liep zij naar de piano, en '29, een oogenblik tusschen de muziekboe ken gezocht te hebben, nam zij er een be kende opera uit. Nicolaas bracht een tweede tabouret en Nathalie nam, hoewel ïnet^ weerzin, naast haar plaats. „Ludmila Andrevna," fluisterde Serge Mila in het oor, terwijl hare zusters be gonnen te spelen, „wilt gij mij de gunst bewijzen eene wandeling met mij door de zaal te maken?" Een schemerlicht heerschte in het aan grenzend vertrek. De lamp gat nog slechts een flauw schijnsel. De twee jongelieden deden stilzwijgend eenige schreden. Hun stap viel onhoorbaar op het tapijt, maar omdat het hier een beter type woningen betreft, waarvoor het bouwkapitaal zelf standig door de Gemeente moet worden verstrekt tenzij de Vereen, op een andere wij-ze de gelden zou kunnen verkrijgen, wat echter niet het geval is. Dat B. en W. hierover van zekere zijde zouden worden aangevallen en dat getracht zou worden de voorstelling te wekken a'lsof zij, hoewel 't hier ging om woningen voor beter gesitueerden, den bouw van ar beiderswoningen tegenwerken, lag tezoer voor de hand, dan dat iemand zich daar over zou verwonderen.- Wel echter wekte het eenige verwondering, dat de heer Splinter, architect van do Eendracht, voor deze organisatie in de bres sprong. 'In het aügetrokkene is het ongetwijfeld juist, dat hij daartoe volkomen het recht heeft, maar voor de goede verhoudingen scheen ons veelmeer juist het standpunt, voorheen door den heer Splinter hij dergelijke ge legenheden ingenomen. Hij stelde he.t heel gemakkelijk voor; cle gemeente zou slechts een. 2e hypotheek behoeven te nemen, maar waar de positie van verreweg de meeste bouwveroenigin- gen ver van gunstig is, zocdat de risico dus vrij groot is en het hier geen bestrij ding van den woningnood betreft, was het zeer verklaarbaar, dat B. en W. er weinig voor gevoelden en dat de meerderheid van den Raad daarbij aan hunne zijde stond. Lang en breed werd vervolgens gespro ken over het verleenen van een toeslag op werkloozenujtkeeringenzooals door de afd. van dep, Al-g. Ned. Bouwarbeidershond. gevraagd was. Dat zulk een regeling niet mogelijk was, werd algemeen toegegeven, waarom de Soc. Dem. het voor de reclame nuttig achtten, geruimen tijd te besteden •voor het intrappen van een open deur, n.l. liet in bepaalde gevallen verkrijgen van steun vanwege het B. A. De heer 'Sanders wees er op dat dit nu reeds ge beurt, waarom hij tegen een motie-van Stralen, waarin dit" gevraagd werd, niet het minste bezwaar verklaarde te hebben, waarop bedoelde motie tot merkbare te leurstelling van de Soc. Dem. zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. Om te laten uitkomen hoe goed zij het toch me enen met de werkloozen stemden de roode heeren vervolgens met uitzon dering van den lieer Dubbeldeman, wien dit volksbedrog blijkbaar te machtig werd unaniem voor een motie 'van den. heer Knuttel, waarin een vaste toeslag-regeling gevraagd werd. Men is overtuigd dat zulk een regeling, indien ze werd vastgesteld, niet kan w-or- 'den uitgevoerd, en dat men dus, door voor zulk een motie te stemmen, de arbeiders "met niet to vervullen beloften paait, maar toch stemde men er voor. Was het Wonder, dat bij deze speculatie op de domheid van een deel der arbeiders van meerdere zijden 'geroepen werd: „Volksbedro'g" en „spelen met de werk loozen?" Op de roode heeren maakte dit echter 'geen indruk. Vermoedelijk dachten ze -aa.u 'de bekende uitspraak: „We zijn er groot bij geworden." In de avondvergadering werden aller eerst do tarieven voor de Zalerdagsche markion, overeenkomstig liet voorstel van de Marktcommissie verlaagd. Merkwaardig was bij de behandeling van cl.it voorstel de tegenspraak tusschen de „indrukken" die verschillende leden hadden gekreoen en de cijfers, die een kijk gaven op de werkelijkheid. Hoorde men de voorstanders van ver laging, dan zou de markt bezig zijn zien- deroogem te verloopen, maar uit de cij fers die de Voorzitter omtrent de markt- gelden ten beste gaf, bleek duidelijk het tegendeel, terwijl bij een betere weersge steldheid de uitkomsten alliicht neig beter zouden zijn geweest. De voorstellen tot verlaging gingen er echter met flinke meerderheid door, en straks zullen het weer de cijfers zijn die zullen uitwijzen of -hiervan inderdaad een opbloei yan de markt liet gevolg is ge weest. Het verdere deel van do vergadering was voor een groot deel gewijd aan recla me voor de diverse partijen. Voor het voorstel van den heer v. Stralen om zoo noodig nog enkele brands tof fenbons be schikbaar te stellen, viel, nu eenmaal de ze weg werd ingeslagen en nu door een misverstand sommige bons niet inwissel baar 1)1 eken, nog iets te zeggen. Maar 't optreden van de heeren Witmans en Baart kan niet anders dan als b e- s p o 11 e 1 ij k worden gequalificeerd. Eerstgenoemde bepleitte met een air alsof het een zaak van het hoogste gewicht gold de verdere be sol u kb a ars telli ng van e'en lo kaal waar de werkloozen zich met spel len enz. kunnen verpoozen en laatstge noemde hield een ellenlange beschouwing telkens wanneer zij de deur der verlichte zaal voorbijgingen, teekende zich hunne schaduw daarop nauwkeurig af. Zij vorm den eene vreemde tegenstelling: die lange, magere donkere jongeling en dat frissche blonde schepseltje. Wanneer men hen aan zag, vroeg men zich onwillekeurig af, wel ke verwantschap, welke geheimzinnige overeenstemming er bestaan kon tusschen twee wezens, die in karakter en uiterlijk zóó verschilden: hij trotsch, driftig en; be slist in zijne denkbeelden, zij kalm, buig zaam en Zacht. Wie weet, was het nief juist die tegenstelling, die hen tezamen ge bracht had? Misschien schepte de trotsche waterlelie er behagen dn 'het hoofd van het nederig viooltje voor zich te zien bui gen. Er was toch .in die twee karakters 'één gemeenschappelijke trek, één punt van aanraking op zedelijk gebied. Zij be schouwden beiden het leven van de ern stige zijde. Dat men zich niet vergisse; wij hebben gezegd ernstig, niet Christe lijk. Tusschen die twee gezichtspunten kan eene groote klove bestaan. Er zijn men- schen, wier levensdoel is schatten te ver- lzameJen, anderen, die de eer najagen, weer anderen het genoegen. De laatsten zijn ge makkelijk te herkennen. Zich vermaken is het toppunt van hunne wenschen, en dit werkwoord komt gedurig over hunne lip pen in alle tijden en wijzen van zijne ver over het verschrikkelijke feit dat een paar metselaars bij een werk van zeer bijzon deren aard, enkele uren hadden overge werkt, met de toezegging evenwel! dat la ter evenveel vrije uren extra zouden wor den verstrekt. Een vreeselijke zaak volgens den heer Baart. Duidelijk zag hij hier den toe leg va.n B. en W. om den acht urendag ka pot te maken. Maar het vaderland kan rustig zijn. De lieer Baart waakt. En hij schijnt niet lp begrijpen dat op deze wij ze heel de actie v,oor een behoorlijken ar beidsduur lot een belachin'g en een bespot ting wordt gemaakt. Na deze gunst en recommandatie-inter pellaties, waarvan wij voor de heeren Witmans cn Baart gaarne de beste resul taten hopen, volgde nog de rondvraag die ditmaal bij uitzondering weinig tongen in beweging bracht. 't Was dan ook weer welletjes geweest. KERK EN SCHOOL NED. HEBY. KEBK. Beroepen. Te Bodegraven: G. A. Pofct te Oud-Beijerlandtc Velsèn: N. 8. v. Leeuwen te Ellewoutsdijk; le Arneniui- den: J. A. v. Nic te Rijnsatenvou-dc. GEREF. KERKEN, Twee t a 1. Te ApeldoornD. B. Hagen beek te Ylaardingen en H. H. Schoema- lcers to Kampen.. Beroepen. Te ZuidwoldeK. Mimie- ma to Garijp; tc Reitsum, te Tzummarum en te Oostwolde: IC. J. Cremer, cand. te Amsterdam. GEREF. GEMEENTEN. Beroepen. Tc Paterson (New-Jersey N.-A.): B. v. Neerbos te Ter neuzen. DE SCHOOLSTRIJD IN DUITSCHLAND Vreeselijke feiten. Het bestuur der vereeniging tot steun- verléening aan het Vrije Chr. onderwijs buiten ons land. (voorzitter Prof. Dr. A. Noordtzij, secretaris-penningmeester A. de Jong Ezn., Ma doe rast raat 17, Den. Haag), doet enkele mededeel in gen ons toekomen inzake den strijd voor de chr. school iii Duitschland. Hoezeer die noodig is, blijkt wel uit de volgende feiten: In Noord-Berlijn is een school, waar naakt wordt gedanst. Deze naaktdanserij wordt verdedigd door den Bund entschie- dener Schulreformer. Het soc. Ndcm. dag blad „Vorwarts" zit er zelfs mee verlegen en zet natuurlijk een grooten mond op. Maar deze naaktdanserij is waar, is een feit, een feit-, dat do wereldbeschouwing typeert van de groote tegenstanders, moor denaars der chr. school in Duitschland. En men moet niet denken, dat deze naaktdan serij in Berlijn alleen voorkomt. In Stunz- heirn bij Altenburg (Thüringen) is een meisje uit het laatste schooljaar voor een gemengde Idas, dus van knapen- cn meis jes, naakt opgetreden. De onderwijzer kort het niet ontkennen, maar zei, dat hij er niet bij was tegenwoordig geweest. In opdracht van het Ministerie voor Volksontwikkeling te Weimar is door een schoolopziener een tooneelstuk samenge steld, dat in do Gö.sznitzerschool in bij zijn van het stedelijk bestuur door de leer lingen (10-14 jaar) is opgevoerd bij gele genheid van do herdenking der revolutie (9 November j.l.). Hier is er een deel van, vertaald. (Danton's dood). „Ja, een mes, maar niet voor do arme vrouw. Een mes voor de menschen, die onze vrouwen èn dochters koopen. Jullie hebt gaten in je kleeren èn zij dragen lekkere warme jassen; jullie hebt eelt. aan je knuisten en zij hebben zachte handjes. Dus: jullie werkt en zij hebben gestolen. Dus: als jullie van je gestolen eigendom een paar centen terug willen hebben, dan moeten jullie je verkoopen ofbedelen. Dus: Zij zijn de spitsboeven en men moet ze doodslaan. Men heeft tegen ons gezegd: „Slaat de aanzienlijken dood, dat zijn de wolven"". We hebben de aanzienlijken aan de lan tarens gehangen. We zullen ze het vel van d'r poolen halen en ons een broek er van laten maken. We zullen hun hun vet aftappen en onze soep daarmee krachtig maken. Weg met de ke rels, die een jas hebben, waar geen gaten, in zitten-. Doodgeslagen, wie lezen en schrijven kan. Laten we ze doodslaan! Onze vrou wen en kinderen huilen om brood, wij zullen ze voeren met het vleescli der rijken!" enz. De openbare school in Duitschland, dat is .de school, waar alle ouders hun kinde ren van 6 tot 10 jaar heen moeten sturen. Aoh, die arme kinderen! Soms toonen voeging. Maar er bestaan edeler naturen, en dat zelfs buiten het godsdienstig gebied, die meer verheven neigingen hebben; hun hoogste doel a-s een nuttig leven te leiden, nuttig voor hun huisgezin, nuttig voor hun vaderland, nuttig voor de menschheid, al naarmate hunne opvatting ruim is. Men moet nochtans niet te nauw kijken, want in d-e -d-'epte is altijd iets onreins verbor gen, beweegredenen, die men niet zou wil len bekennen; maar hoe het ook zij, die naturen klinken minder hol dan de eer sten; zij bezitten wat men ernst noemt. De lezer wenscht nrsschien te weten, hoe Serge met Mila kennis gemaakt had. Het is gemakkelijk aan dit verlangen te vol doen. Serge had Mila voor het eerst ge zien op eene wandeling in één der plaat- oen, waar de gegoede inwoners van St. Petersburg het warme jaargetij gaan doorbrengen. Temidden dier uitstalling van weelde en lichtzinnigheid, in die ver zamelplaats der groote wereld, die door eenige spotters zeer vernuftig de tentoon stelling genoemd wordt, had de waardige en nederige houding van Ludmila Marline des jongelings opmerkzamen geest getrof fen. Hij had lust gekregen kennis te ma ken met deze uitzondering, zooals hij haar -noemde. Daar hij Nikolaas een weinig •kende, had hij zich door hem aan zijne zusters laten voorstellen. Van toen af had het huls der Marline's voor hem openge- zij den moed om tegen hun onderwijzers op te treden. In een. klas in Altenburg verklaarde een onderwijzer de wonderen, van Jezus voor legenden-. De jongen staat op en zegt: „Mijnheer, ik geloof, dat Jezus wonderen gedaan heeft." De onderwijzer antwoordt tegen, de klasse: ,.Hans is de jongste van jullie allen; hij is nog zoo klein, dat hij dat nog gelooft." Teen. antwoordde- de jongen: „Herr Dok tori als mijn moeder hier was, zou ze zeg gen: U bent nog zoo jong, dat u daar nog niet aan gelooft. Moeder en ik, wij geloo- vsn in den Heere Jezus." Er is in Duitschland een strijd ontbrand, zoo fel en zoo bitter, als wij ons niet kun nen voorstellen. En daar gaat, als wij, vrienden- van het Christelijk Onderwijs, qnze roeping niet verstaan, veel verloren. Daar kan ook veel worden gewonnen. Voor dien schoolstrijd vragen wij een flinke bij drage. De schoolbesturen zijn begonnen de besturen der Christelijk© scholen in Duitschland -te steunen. De onderwijzers steunen hun collega's en dragen zoo even als de besturen er toe bij, dat bewaard blijft, wat behouden moet worden. Maar voor den grooten strijd, die dezer dagen uiterlijk Juni! op politiek terrein moet worden gestreden voor het behoud der Christelijke School vragen wij een milde-bijdrage van alle - voorstanders en vrienden van het Christelijk Onderwijs. Men zende zijn gave aan A. de Jong Ez., Madoerastraat 17, Den Haag, en geve daarbij uitdrukkelijk aan, dat ze bestemd is -voor den Duit-schen Schoolstrijd. GEMEENTERAAD LEIDEN (Slot). Avondvergadering. 23. Prae-advies op de voorstellen van de heeren Sijtsma en Groeneveld, inzake ver laging van de tarieven der Zaterda-gsclie algemeene dag- cn avondmarkten. Den Voor z. lijkt het 't beste thans niet het prae-advies te behandelen, maar de verordening zelf. De lieer Groeneveld zegt dat deze zaak in een vorige vergadering van alle kanten is bekeken. Hij had gedacht (lat B. en W. een voorstel zouden hebben ge daan tot verlaging. De Voorz.: Welnu, dat is gedaan. De lieer Groeneveld keurt het af, dat B. eri W. nogeens de nadeelen van zijn voorstel in het liclit hebben gesteld. Hij acht het volstrekt niet zeker dat de schade van een verlaagd tarief zoo groot zal zijn als B. on W. vreezen, daar de mogelijkheid bestaat dat de markt vooruit gaat. Den heer Witmans komt het voor, (lat door de hooge marktgelden het bezoek door de kooplieden belangrijk is vermin derd. Tariefverlaging kan daarop naar hij meent een gunsiigen invloed hebben. Hij hoopt dat het voorstel-Groeneveld zal wor den aangenomen, dat hij beter acht dan dat van B. en W. De lieer S ij t s m a had meer respect van B. en W. verwacht voor een besluit van den Raad die zich voor verlaging uitsprak Spr. meent te mogen conslateeren dat de markt achteruitgaat. Nu heeft de directeur van het marktwezen gezegd, dat hij van een lager tarief geen heil verwachtte, maar spr. denkt daar anders over. Verlaging van hot tarief zal daarom naar hij meent in het belang der gemeente zijn. De heer P er a zegt dat men de zaak ook van een andere zijde kan bezien. De be lastingen zijn liier ook hoog. Gaan we dc marktkooplieden bevoordeelen, dan zal dit zijn ten nadeele van (le winkeliers. Spr. wijst er dan op, dat (le weersgesteldheid den laatsten tijd zeer ongunstig was, wat van invloed is geweest op het marktbezoek De heer Reimeringer, Weth., merkt den heer Groeneveld op, dat de nu ver strekte cijfers nog niet bekend waren. Wat betreft den heer Witmans. deze heeft blijk baar niet goed gelezen. Het voorstel van den heer Groeneveld is toch in het door de marktcommissie ontworpen tarief verwerkt Er is slechts een onbeduidend verschil. Spr. wijst er voorts op, dat do opbrengst gedurende het eerste kwartaal bijna ge lijk was aan die van het eerste kwartaal in 1923. De Voorz. begrijpt niet waarom som mige lieeren op zoo hatelijken toon over do houding van B. en W. spraken. Hun taak is niet willoozo werktuigen te zijn, maar hunne opinio te zeggen en den Raad voor te lichten. De Raad moet zelf weten of hij deze wijziging wil aannemen, maar het is de taak van B. en W. op de gevol gen te wijzen. Den heer Witmans merkt spr. op, dat deze blijkbaar de stukken niet heeft gelezen. Spr. wijst dan op de op brengst in de laatste vier jaren. Als eerst de tarieven herleid zijn tot het oorspron kelijke, zoodat zo na de yerliooging door vier gedeeld zijn, komt men tot de volgende staan. De raadsheer had achting voor het karakter van den jongen officier, en vond hem ook eene uitzondering voor een jonge ling, die an het korps dei* -schildknapen was grootgebracht. Serge had dus op zijn gemak de kleine Mila kunnen waarne men, en had zich langzamerhand aan haar gehecht. Zijne genegenheden waren zooals zijn geheelo inborst hevig en be slist. „Dit schepseltje wordt eens mijne vrouw, of ik heet geen Serge Batourine," zeide hij op zekeren avond tot zichzelven, drie maanden nadat hij haar voor het eerst gezien had. Zonder nog een beslis ten stap te doen had hij reeds meer dan eens zijne gevoelens aan Mila. heieden. Z:j waren nog zeer jong, en Serge stelde uit om inet den heer Marline te spreken totdat hij in rang verhoogd zou zijn. Zoo ston den -de zaken, toen do oorlog hem plotse ling noodzaakte Petersburg te verlaten. Zij bevonden zich alleen in het schemer licht der zaal. Tweemaal hadden zij die geheel doorwandeld zonder een woord te spreken. Serge scheen verlegen; met de oogen op de grond geslagen, zocht hij een woord, dat hem niet te binnen wiidc schie ten. Mila speelde werktuigelijk met een eindje lint. „Ludmila Andrevna," zeide hij eens klaps, „ik keer naar den -oorlog terug!" Het meisje hief het hoofd op, en keek cijfers: In het eerslo kwartaal van 1921 was de opbrengst f 503; in 1922 was liet f 622; in 1923 was het f 623 en in 1924 was de opbrengst f 613. Het verschil was dus zeer onbeduidend. De heer S ij t s m a betoogt nogeens dat de tarieven hier zeer hoog zijn. Hij ver wondert zich over den heer Pera die vroe ger altijd voor de kleine luiden .streed. De heer Spend el zegt dat de Comm. van Financiën liet verlaagde tarief niet kan goedkeuren. Overigens merkt hij op, dat zij in het vervolg eerst de stukken wil zien. De tegenwoordige wijze van be handeling heeft geen zin. Do Comm. zal een wijziging van de verordening voor stellen. De heer Groene v e l d begrijpt van de voorgelezen cijfers niets. Wat hij ziel is toch juist. En den laatsten tijd staat cr op de Nieuwe Rijn niets. De heer Wilbrink: de vorige winters ook niet. De heer Knuttel meent dat een zeer onzuiver element in het debat is gebracht door_ de voorspelling dat de opbrengst f 3350 zal verminderen. Dit is echter een gevolg van do buitensporige verhooging. Het voorstel wordt thans in stemming gebracht en aangenomen met 17 tegen 12 stemmen, die van de wethouders en de heeren Pera, Oostdam, Wilrner, Coster, Eerdmans, Spendel, Wilbrink en Splinter (zoodat dus het marktgeld is verlaagd ge worden.) 24. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting. dienst 1919—1920 eil 1920—1921. Goedgekeurd. !nterpellatie-v. d. Heuvel. 25. Interpellatie van den heer Van den Heuvel, in zake de onderhandsche opdracht aan de firma- Rutgers van. den bouw van Sl houten schuurtjes bij de gemeen te woningen ten noorden van den Heeren-singcl. De heer Mulder. Weth., antwoordt op de gest-elde vragen dat geen openb. aanbe steding heeft plaats gehad. Op de vraag waarom niet, antwoordt Spr. dat regel is bet bijkomende werk aan den hoofdaan nemer op te dragen. Dat is een vaste regel Toch is nog aan 'n viertal aannemers prijs opgaaf gevraagd waarbij bleek dat de bouwer van de 162 woningen de laagste was. Als dit werk publiek was aanbesteed, zou een paar honderd gulden zijn noodig geweest voor bijkomende kosten, waarbij dan nog komt het gevaar, dat onaange naamheden ontstaan. De heer v. d. Heuvol wil er op wijzen dat volgens den Weth. van de gewoon to is afgeweken. Maar waarom dan niet meer deren in de gelegenheid gesteld naar dit werk to dingen? De heer Kooistra vraagt of bij dezo gunning geen teekening en voorschriften zijn geweest. Indien ja, dan zouden ze bij publieke besteding ook niet gemaakt be hoeven te worden. De heer Eerdmans vraagt of de Raad al verlof heeft gegeven die gebouw tjes van hout te mogen maken. (Gelach.) De Voorz.: Een juiste opmerking. De heer Mulder. Weth., zegt dat de lieer v. d. Heuvel altijd klaar komt. (Ge lach.) Een stem: U dan niet? De heer Mulder: Als er 8 uitgenoodigd waren had ïpen kunnen vragen waarom geen 12 of 16. Spr. wijst er dan op dat bij een pu blieke aanbesteding een veel meer uitge werkt bestek noodig is. Den tieor EercU mans antwoordt spr. dat de Raad zichzoll geen toestemming behoeft tc geven. Vccrsiel-v. Stralen. De heer v. Stralen krijgt nu het woord ter toelichting van zijn voorstel om de verstrekking van goedkoope brandstof fen nog een maand voort te zotten. Hiü had gehoopt dat B. en W. hierin zouden zijn voorgegaan, vooral omdat de kondö maar steeds aanhield. B. en W. hebben dit echter niet gedaan. Zij achtten het blijkbaar niet noodig. De Voorz.: B. en W. hadden niets to doen dan zich aan het raadsbesluit to houden. De heer v. Stralen gelooft niet, (lat de Raad bezwaar zou hebben gemaakt. Daar intusschen reeds 22 Maart (le laatste bons wérden verstrekt, heeft spr. gemeend zijn voorstel te moeien doen. Het weer is nu wel wat zachter, maar liet kan toch nog noodig zijn. Spr. zegt verder, dat op do bons stond, dat na 29 Maart geen cokes zou worden verstrekt. Rij keurt het af, dat hierop niet speciaal de aandacht is ge vestigd. De heer Heemskerk deelt niet hot standpunt van den heer v. Stralen dat li. en W. op eigen gelegenheid verder hadden mogen gaan. Hij steunt echter 't voorstel- v. Stralen om, zoo noodig, nog meerdero bons uit te deelen, temeer, daar, zooals do heer v. Str. opmerkt, niet allo bons zijn in gewisseld. hem zoo verschrikt aan, dat hij tegen wil en dank glimlachte. „Serge Petrovitch, gij schertst!" „Niet in het minst." „Gewond, en ziek zooals g:j zijl?" „Ik zal vertrekken zoodra ik geheel her steld hen." „Hebt gij een bevel gekregen? Moei gij vertrekken?" hernam zij met bewogen stem. Zou zij hare angsten hernieuwd, moeten zien, nu zij er nauwelijks van verlost was? „Moeten? neen," antwoordde Serge, „mijn verlof i.s onbepaald." „En gij wilt vrijwill'g teruggaan?" vroeg Mi-la hem smeekend aanziende. „Serge Petrovitch, ga niet. G;j zijt, tot dusver gespaard; het is God verzoeken den dood tegemoet te gaan, wanneer niets er u toe noodzaakt. Gij hebt Zijne Majesteit trouw ged'end; g:j hebt uwe schatting aan het vaderland betaald; is dat niet genoeg? Indien gij gaat zult gij niet wederkee- ren Ontroering bclellc haar vorder te s;- •- ken. Serge wendde de oogen van haar af. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5