NieuweleidsclieCDoraat
Tweede Blad]
Woensdag 9 April 1924
r
Op de Raadstribune
De Lei.dsc.he Gemeenteraad heeft zich
weer ltranijg geweerd, Maandag. Nadat
eerst de mriddagzitting tot over half zes
was gerekt, was er ook nog 'n vrij lange
avondzitting.
't Begon al dadelijk met een kleine
schermutseling hij de benoeming van
Raadsleden in de Comm. voor het Georga
niseerd Overleg. Door de fracties was
over een evenredige bezetting van deze
Commissie onderhandeld, waarbij echter
door de rechterzijde de voorwaarde was
gesteld, dat geen vrijgestelde van een
vakorganisatie zou worden benoemd.
Hiertegen maakte de Soc. Dem. fractie,
die den heer Baart ais Candida at had aan
gewezen, bezwaar, vooreerst omdat zij in
liet benoemen van een vrijgestelde jgoeu
gevaar zag. maar voorts ook omdat zij in
het aanwijzen van een eandidaat geheel
vrij wi-lde blijven.
- De lieer Pera die weer zoover was
hersteld dat hij de vergadering kon bij
wonen Willde nog een stapje verder
gaan en ook den heer Kooistra als ambte
naar niet afs plaatsvervangend lid aan
wijzen.
Wij kunnen in dit geval 't optreden van
de recktsche raadsclub niet bewonderen.
Dat tegen de benoeming van vrijgestelden
bezwaren reze» is eenigermate verklaarbaar
maar overigens bestaat er toch ook geen
grond voor de verwachtin'g dat de heer
Baart in bedoelde commissie meer eenzij
dig zal optreden dan een van z'jne partij-
genooten. De socialistische leden zijn mi
eenmaal gewoon zich naar de kiezers ie
richten en hebben nu eenmaal van het ge
meentebelang een eigenaardige opvatting.
Deelen wij dus nie.t het bezwaar tegen
de benoeming van een vrijgestelde, toen
eenmaal een besluit genomen was had men
ook de consequentie daarvan moeien aan
vaarden. Nu deed zich het eigenaardige
verschijnsel voor, dat de heer Baart reeds
bij tweede' stemming gekozen werd, zoo
dat in elk geval twee van de re-ehtsche le
den overskig moeten zijn gegaan.
De vlotte afdoening van zaken werd
bierdoor ongetwijfeld bevorderd. Maar
waarom dan eerst bedenkingen geopperd
en igedaan alsof hier zeer gewichtige be
zwaren bestonden?
Een van twee, of men had den Soc. Dem.
zonder meer moeten accepteren of men
had ook -tot het laatist zijn standpunt
moeten verdedigen.
De benoemingen 'benen verder vlot van
stapel en ook verschïJ'endo agendapunten
passeerden zonder veel bezwaar den voor-
'zitferlijken hamer.
Tegen de verhuring van de pakhuizen
aan de Jodenkerksleeg of de Kerksteeg,
zooals de officieele naam schijnt to luiden
werd van verschU'ende kanten eenig be
zwaar geopperd, daar men liever 'deze ter
reinen voor bouwterrein zou hebben ver
kocht, waarvoor, naar het heette, reeds
aanbiedingen zouden zijn ingekomen. De
wethouder merkte op dat deze aanbiedin
gen een speculatief karakter droegen, wat
echter van andere zijde werd ontkend. Er
zou ze1 <ts 00* reflectant zijn, die geheel
naar geDoe'een va.n B. en W. wenschte to
bouwen. Hoe dit zij, B. en W. gaven aan
tijde'nke verhuring de voorkeur en do
meerderheid van den Raad ging daarin
mee,, zoodat er nu gekvremkeid is rustig
af te wachten tot een werkelijk aanneme
lijk bod worde gedaan.
Het verzoek van de K. v. K. inzake de
huur van de Stads-Gehoorzaal voor de
inr.xM'ug van een Handelsbeurs, gaf den
heer Witmans, dit zich gaarne naar -links
oriënteert, gemeenheid, opnieuw te toonen,
dat men gemakkelijker een opgeschroefde
verkiezingscampagne kan oiganiseeren
dan zelfs eenvoudige voorstellen zakelijk
beoordeel en.
Zooals te verwachten was, werd het ver
zoek met groole meerderheid ingewilligd,
omdat liet. hier een zaak betreft, die al
licht den b'oei en de welvaart van Leiden
zal kunnen bevorderen.
Een volgend punt dat eenigen tijd de
aandacht, in beslag nam betrof het verzoek
van de Eendracht om een voorschot en een
houwcrediet voor den bouw van 12 Wo-
•ninlgen en 2 winkels op een.terrein aan
den Lagen Rijndijk.
R- en W. hadden hiertegen bezwaar,
FEUILLETON
EINDELIJK VEREENIGD.
-y)
De laatste trillingen van de marscli van
Chopin waren verstomd. Niemand zeide
"Iets; een ernstige, diepe indruk verhinder
de dat men Nathalie's gevoelvol spel toe
juichte. Maar Katin-ka kon niet lang on
der een ernstigem indruk blijven.
„Foei, Nastia!" riep zij eensklaps, „gij
iebt papa bijna doen ween en met uw
'di'oe^eestigen marsck. Laat ons een qua-
tre-mains spelen om hem afleiding te ge
ven. Dit gezegd, liep zij naar de piano, en
'29, een oogenblik tusschen de muziekboe
ken gezocht te hebben, nam zij er een be
kende opera uit. Nicolaas bracht een
tweede tabouret en Nathalie nam, hoewel
ïnet^ weerzin, naast haar plaats.
„Ludmila Andrevna," fluisterde Serge
Mila in het oor, terwijl hare zusters be
gonnen te spelen, „wilt gij mij de gunst
bewijzen eene wandeling met mij door de
zaal te maken?"
Een schemerlicht heerschte in het aan
grenzend vertrek. De lamp gat nog slechts
een flauw schijnsel. De twee jongelieden
deden stilzwijgend eenige schreden. Hun
stap viel onhoorbaar op het tapijt, maar
omdat het hier een beter type woningen
betreft, waarvoor het bouwkapitaal zelf
standig door de Gemeente moet worden
verstrekt tenzij de Vereen, op een andere
wij-ze de gelden zou kunnen verkrijgen,
wat echter niet het geval is.
Dat B. en W. hierover van zekere zijde
zouden worden aangevallen en dat getracht
zou worden de voorstelling te wekken
a'lsof zij, hoewel 't hier ging om woningen
voor beter gesitueerden, den bouw van ar
beiderswoningen tegenwerken, lag tezoer
voor de hand, dan dat iemand zich daar
over zou verwonderen.- Wel echter wekte
het eenige verwondering, dat de heer
Splinter, architect van do Eendracht, voor
deze organisatie in de bres sprong. 'In het
aügetrokkene is het ongetwijfeld juist, dat
hij daartoe volkomen het recht heeft, maar
voor de goede verhoudingen scheen ons
veelmeer juist het standpunt, voorheen
door den heer Splinter hij dergelijke ge
legenheden ingenomen.
Hij stelde he.t heel gemakkelijk voor;
cle gemeente zou slechts een. 2e hypotheek
behoeven te nemen, maar waar de positie
van verreweg de meeste bouwveroenigin-
gen ver van gunstig is, zocdat de risico
dus vrij groot is en het hier geen bestrij
ding van den woningnood betreft, was het
zeer verklaarbaar, dat B. en W. er weinig
voor gevoelden en dat de meerderheid van
den Raad daarbij aan hunne zijde stond.
Lang en breed werd vervolgens gespro
ken over het verleenen van een toeslag op
werkloozenujtkeeringenzooals door de
afd. van dep, Al-g. Ned. Bouwarbeidershond.
gevraagd was. Dat zulk een regeling niet
mogelijk was, werd algemeen toegegeven,
waarom de Soc. Dem. het voor de reclame
nuttig achtten, geruimen tijd te besteden
•voor het intrappen van een open deur,
n.l. liet in bepaalde gevallen verkrijgen
van steun vanwege het B. A. De heer
'Sanders wees er op dat dit nu reeds ge
beurt, waarom hij tegen een motie-van
Stralen, waarin dit" gevraagd werd, niet
het minste bezwaar verklaarde te hebben,
waarop bedoelde motie tot merkbare te
leurstelling van de Soc. Dem. zonder
hoofdelijke stemming werd aangenomen.
Om te laten uitkomen hoe goed zij het
toch me enen met de werkloozen stemden
de roode heeren vervolgens met uitzon
dering van den lieer Dubbeldeman, wien
dit volksbedrog blijkbaar te machtig werd
unaniem voor een motie 'van den. heer
Knuttel, waarin een vaste toeslag-regeling
gevraagd werd.
Men is overtuigd dat zulk een regeling,
indien ze werd vastgesteld, niet kan w-or-
'den uitgevoerd, en dat men dus, door voor
zulk een motie te stemmen, de arbeiders
"met niet to vervullen beloften paait, maar
toch stemde men er voor.
Was het Wonder, dat bij deze speculatie
op de domheid van een deel der arbeiders
van meerdere zijden 'geroepen werd:
„Volksbedro'g" en „spelen met de werk
loozen?"
Op de roode heeren maakte dit echter
'geen indruk. Vermoedelijk dachten ze -aa.u
'de bekende uitspraak: „We zijn er groot
bij geworden."
In de avondvergadering werden aller
eerst do tarieven voor de Zalerdagsche
markion, overeenkomstig liet voorstel van
de Marktcommissie verlaagd.
Merkwaardig was bij de behandeling
van cl.it voorstel de tegenspraak tusschen
de „indrukken" die verschillende leden
hadden gekreoen en de cijfers, die een
kijk gaven op de werkelijkheid.
Hoorde men de voorstanders van ver
laging, dan zou de markt bezig zijn zien-
deroogem te verloopen, maar uit de cij
fers die de Voorzitter omtrent de markt-
gelden ten beste gaf, bleek duidelijk het
tegendeel, terwijl bij een betere weersge
steldheid de uitkomsten alliicht neig beter
zouden zijn geweest.
De voorstellen tot verlaging gingen er
echter met flinke meerderheid door, en
straks zullen het weer de cijfers zijn die
zullen uitwijzen of -hiervan inderdaad een
opbloei yan de markt liet gevolg is ge
weest.
Het verdere deel van do vergadering
was voor een groot deel gewijd aan recla
me voor de diverse partijen. Voor het
voorstel van den heer v. Stralen om zoo
noodig nog enkele brands tof fenbons be
schikbaar te stellen, viel, nu eenmaal de
ze weg werd ingeslagen en nu door een
misverstand sommige bons niet inwissel
baar 1)1 eken, nog iets te zeggen.
Maar 't optreden van de heeren Witmans
en Baart kan niet anders dan als b e-
s p o 11 e 1 ij k worden gequalificeerd.
Eerstgenoemde bepleitte met een air alsof
het een zaak van het hoogste gewicht gold
de verdere be sol u kb a ars telli ng van e'en lo
kaal waar de werkloozen zich met spel
len enz. kunnen verpoozen en laatstge
noemde hield een ellenlange beschouwing
telkens wanneer zij de deur der verlichte
zaal voorbijgingen, teekende zich hunne
schaduw daarop nauwkeurig af. Zij vorm
den eene vreemde tegenstelling: die lange,
magere donkere jongeling en dat frissche
blonde schepseltje. Wanneer men hen aan
zag, vroeg men zich onwillekeurig af, wel
ke verwantschap, welke geheimzinnige
overeenstemming er bestaan kon tusschen
twee wezens, die in karakter en uiterlijk
zóó verschilden: hij trotsch, driftig en; be
slist in zijne denkbeelden, zij kalm, buig
zaam en Zacht. Wie weet, was het nief
juist die tegenstelling, die hen tezamen ge
bracht had? Misschien schepte de trotsche
waterlelie er behagen dn 'het hoofd van
het nederig viooltje voor zich te zien bui
gen.
Er was toch .in die twee karakters 'één
gemeenschappelijke trek, één punt van
aanraking op zedelijk gebied. Zij be
schouwden beiden het leven van de ern
stige zijde. Dat men zich niet vergisse;
wij hebben gezegd ernstig, niet Christe
lijk. Tusschen die twee gezichtspunten kan
eene groote klove bestaan. Er zijn men-
schen, wier levensdoel is schatten te ver-
lzameJen, anderen, die de eer najagen, weer
anderen het genoegen. De laatsten zijn ge
makkelijk te herkennen. Zich vermaken is
het toppunt van hunne wenschen, en dit
werkwoord komt gedurig over hunne lip
pen in alle tijden en wijzen van zijne ver
over het verschrikkelijke feit dat een paar
metselaars bij een werk van zeer bijzon
deren aard, enkele uren hadden overge
werkt, met de toezegging evenwel! dat la
ter evenveel vrije uren extra zouden wor
den verstrekt.
Een vreeselijke zaak volgens den heer
Baart. Duidelijk zag hij hier den toe
leg va.n B. en W. om den acht urendag ka
pot te maken. Maar het vaderland kan
rustig zijn. De lieer Baart waakt. En hij
schijnt niet lp begrijpen dat op deze wij
ze heel de actie v,oor een behoorlijken ar
beidsduur lot een belachin'g en een bespot
ting wordt gemaakt.
Na deze gunst en recommandatie-inter
pellaties, waarvan wij voor de heeren
Witmans cn Baart gaarne de beste resul
taten hopen, volgde nog de rondvraag die
ditmaal bij uitzondering weinig tongen in
beweging bracht.
't Was dan ook weer welletjes geweest.
KERK EN SCHOOL
NED. HEBY. KEBK.
Beroepen. Te Bodegraven: G. A.
Pofct te Oud-Beijerlandtc Velsèn: N. 8.
v. Leeuwen te Ellewoutsdijk; le Arneniui-
den: J. A. v. Nic te Rijnsatenvou-dc.
GEREF. KERKEN,
Twee t a 1. Te ApeldoornD. B. Hagen
beek te Ylaardingen en H. H. Schoema-
lcers to Kampen..
Beroepen. Te ZuidwoldeK. Mimie-
ma to Garijp; tc Reitsum, te Tzummarum
en te Oostwolde: IC. J. Cremer, cand. te
Amsterdam.
GEREF. GEMEENTEN.
Beroepen. Tc Paterson (New-Jersey
N.-A.): B. v. Neerbos te Ter neuzen.
DE SCHOOLSTRIJD IN DUITSCHLAND
Vreeselijke feiten.
Het bestuur der vereeniging tot steun-
verléening aan het Vrije Chr. onderwijs
buiten ons land. (voorzitter Prof. Dr. A.
Noordtzij, secretaris-penningmeester A. de
Jong Ezn., Ma doe rast raat 17, Den. Haag),
doet enkele mededeel in gen ons toekomen
inzake den strijd voor de chr. school iii
Duitschland.
Hoezeer die noodig is, blijkt wel uit de
volgende feiten:
In Noord-Berlijn is een school, waar
naakt wordt gedanst. Deze naaktdanserij
wordt verdedigd door den Bund entschie-
dener Schulreformer. Het soc. Ndcm. dag
blad „Vorwarts" zit er zelfs mee verlegen
en zet natuurlijk een grooten mond op.
Maar deze naaktdanserij is waar, is een
feit, een feit-, dat do wereldbeschouwing
typeert van de groote tegenstanders, moor
denaars der chr. school in Duitschland. En
men moet niet denken, dat deze naaktdan
serij in Berlijn alleen voorkomt. In Stunz-
heirn bij Altenburg (Thüringen) is een
meisje uit het laatste schooljaar voor een
gemengde Idas, dus van knapen- cn meis
jes, naakt opgetreden. De onderwijzer kort
het niet ontkennen, maar zei, dat hij er
niet bij was tegenwoordig geweest.
In opdracht van het Ministerie voor
Volksontwikkeling te Weimar is door een
schoolopziener een tooneelstuk samenge
steld, dat in do Gö.sznitzerschool in bij
zijn van het stedelijk bestuur door de leer
lingen (10-14 jaar) is opgevoerd bij gele
genheid van do herdenking der revolutie
(9 November j.l.). Hier is er een deel van,
vertaald. (Danton's dood).
„Ja, een mes, maar niet voor do arme
vrouw. Een mes voor de menschen, die
onze vrouwen èn dochters koopen. Jullie
hebt gaten in je kleeren èn zij dragen
lekkere warme jassen; jullie hebt eelt. aan
je knuisten en zij hebben zachte handjes.
Dus: jullie werkt en zij hebben gestolen.
Dus: als jullie van je gestolen eigendom
een paar centen terug willen hebben, dan
moeten jullie je verkoopen ofbedelen.
Dus: Zij zijn de spitsboeven en men moet
ze doodslaan.
Men heeft tegen ons gezegd: „Slaat de
aanzienlijken dood, dat zijn de wolven"".
We hebben de aanzienlijken aan de lan
tarens gehangen.
We zullen ze het vel van d'r poolen halen
en ons een broek er van laten maken. We
zullen hun hun vet aftappen en onze soep
daarmee krachtig maken. Weg met de ke
rels, die een jas hebben, waar geen gaten,
in zitten-.
Doodgeslagen, wie lezen en schrijven
kan. Laten we ze doodslaan! Onze vrou
wen en kinderen huilen om brood, wij
zullen ze voeren met het vleescli der
rijken!" enz.
De openbare school in Duitschland, dat
is .de school, waar alle ouders hun kinde
ren van 6 tot 10 jaar heen moeten sturen.
Aoh, die arme kinderen! Soms toonen
voeging. Maar er bestaan edeler naturen,
en dat zelfs buiten het godsdienstig gebied,
die meer verheven neigingen hebben; hun
hoogste doel a-s een nuttig leven te leiden,
nuttig voor hun huisgezin, nuttig voor hun
vaderland, nuttig voor de menschheid, al
naarmate hunne opvatting ruim is. Men
moet nochtans niet te nauw kijken, want
in d-e -d-'epte is altijd iets onreins verbor
gen, beweegredenen, die men niet zou wil
len bekennen; maar hoe het ook zij, die
naturen klinken minder hol dan de eer
sten; zij bezitten wat men ernst noemt.
De lezer wenscht nrsschien te weten, hoe
Serge met Mila kennis gemaakt had. Het
is gemakkelijk aan dit verlangen te vol
doen. Serge had Mila voor het eerst ge
zien op eene wandeling in één der plaat-
oen, waar de gegoede inwoners van St.
Petersburg het warme jaargetij gaan
doorbrengen. Temidden dier uitstalling
van weelde en lichtzinnigheid, in die ver
zamelplaats der groote wereld, die door
eenige spotters zeer vernuftig de tentoon
stelling genoemd wordt, had de waardige
en nederige houding van Ludmila Marline
des jongelings opmerkzamen geest getrof
fen. Hij had lust gekregen kennis te ma
ken met deze uitzondering, zooals hij haar
-noemde. Daar hij Nikolaas een weinig
•kende, had hij zich door hem aan zijne
zusters laten voorstellen. Van toen af had
het huls der Marline's voor hem openge-
zij den moed om tegen hun onderwijzers
op te treden.
In een. klas in Altenburg verklaarde een
onderwijzer de wonderen, van Jezus voor
legenden-. De jongen staat op en zegt:
„Mijnheer, ik geloof, dat Jezus wonderen
gedaan heeft." De onderwijzer antwoordt
tegen, de klasse: ,.Hans is de jongste van
jullie allen; hij is nog zoo klein, dat hij
dat nog gelooft."
Teen. antwoordde- de jongen: „Herr Dok
tori als mijn moeder hier was, zou ze zeg
gen: U bent nog zoo jong, dat u daar nog
niet aan gelooft. Moeder en ik, wij geloo-
vsn in den Heere Jezus."
Er is in Duitschland een strijd ontbrand,
zoo fel en zoo bitter, als wij ons niet kun
nen voorstellen. En daar gaat, als wij,
vrienden- van het Christelijk Onderwijs,
qnze roeping niet verstaan, veel verloren.
Daar kan ook veel worden gewonnen. Voor
dien schoolstrijd vragen wij een flinke bij
drage. De schoolbesturen zijn begonnen de
besturen der Christelijk© scholen in
Duitschland -te steunen. De onderwijzers
steunen hun collega's en dragen zoo even
als de besturen er toe bij, dat bewaard
blijft, wat behouden moet worden. Maar
voor den grooten strijd, die dezer dagen
uiterlijk Juni! op politiek terrein
moet worden gestreden voor het behoud
der Christelijke School vragen wij een
milde-bijdrage van alle - voorstanders en
vrienden van het Christelijk Onderwijs.
Men zende zijn gave aan A. de Jong Ez.,
Madoerastraat 17, Den Haag, en geve
daarbij uitdrukkelijk aan, dat ze bestemd
is -voor den Duit-schen Schoolstrijd.
GEMEENTERAAD LEIDEN
(Slot).
Avondvergadering.
23. Prae-advies op de voorstellen van de
heeren Sijtsma en Groeneveld, inzake ver
laging van de tarieven der Zaterda-gsclie
algemeene dag- cn avondmarkten.
Den Voor z. lijkt het 't beste thans niet
het prae-advies te behandelen, maar de
verordening zelf.
De lieer Groeneveld zegt dat deze
zaak in een vorige vergadering van alle
kanten is bekeken. Hij had gedacht (lat
B. en W. een voorstel zouden hebben ge
daan tot verlaging.
De Voorz.: Welnu, dat is gedaan.
De lieer Groeneveld keurt het af,
dat B. eri W. nogeens de nadeelen van zijn
voorstel in het liclit hebben gesteld. Hij
acht het volstrekt niet zeker dat de schade
van een verlaagd tarief zoo groot zal zijn
als B. on W. vreezen, daar de mogelijkheid
bestaat dat de markt vooruit gaat.
Den heer Witmans komt het voor,
(lat door de hooge marktgelden het bezoek
door de kooplieden belangrijk is vermin
derd. Tariefverlaging kan daarop naar hij
meent een gunsiigen invloed hebben. Hij
hoopt dat het voorstel-Groeneveld zal wor
den aangenomen, dat hij beter acht dan
dat van B. en W.
De lieer S ij t s m a had meer respect
van B. en W. verwacht voor een besluit van
den Raad die zich voor verlaging uitsprak
Spr. meent te mogen conslateeren dat de
markt achteruitgaat. Nu heeft de directeur
van het marktwezen gezegd, dat hij van
een lager tarief geen heil verwachtte, maar
spr. denkt daar anders over. Verlaging
van hot tarief zal daarom naar hij meent
in het belang der gemeente zijn.
De heer P er a zegt dat men de zaak ook
van een andere zijde kan bezien. De be
lastingen zijn liier ook hoog. Gaan we dc
marktkooplieden bevoordeelen, dan zal dit
zijn ten nadeele van (le winkeliers. Spr.
wijst er dan op, dat (le weersgesteldheid
den laatsten tijd zeer ongunstig was, wat
van invloed is geweest op het marktbezoek
De heer Reimeringer, Weth., merkt
den heer Groeneveld op, dat de nu ver
strekte cijfers nog niet bekend waren. Wat
betreft den heer Witmans. deze heeft blijk
baar niet goed gelezen. Het voorstel van
den heer Groeneveld is toch in het door de
marktcommissie ontworpen tarief verwerkt
Er is slechts een onbeduidend verschil.
Spr. wijst er voorts op, dat do opbrengst
gedurende het eerste kwartaal bijna ge
lijk was aan die van het eerste kwartaal
in 1923.
De Voorz. begrijpt niet waarom som
mige lieeren op zoo hatelijken toon over
do houding van B. en W. spraken. Hun
taak is niet willoozo werktuigen te zijn,
maar hunne opinio te zeggen en den Raad
voor te lichten. De Raad moet zelf weten
of hij deze wijziging wil aannemen, maar
het is de taak van B. en W. op de gevol
gen te wijzen. Den heer Witmans merkt
spr. op, dat deze blijkbaar de stukken niet
heeft gelezen. Spr. wijst dan op de op
brengst in de laatste vier jaren. Als eerst
de tarieven herleid zijn tot het oorspron
kelijke, zoodat zo na de yerliooging door
vier gedeeld zijn, komt men tot de volgende
staan. De raadsheer had achting voor het
karakter van den jongen officier, en vond
hem ook eene uitzondering voor een jonge
ling, die an het korps dei* -schildknapen
was grootgebracht. Serge had dus op zijn
gemak de kleine Mila kunnen waarne
men, en had zich langzamerhand aan
haar gehecht. Zijne genegenheden waren
zooals zijn geheelo inborst hevig en be
slist.
„Dit schepseltje wordt eens mijne
vrouw, of ik heet geen Serge Batourine,"
zeide hij op zekeren avond tot zichzelven,
drie maanden nadat hij haar voor het
eerst gezien had. Zonder nog een beslis
ten stap te doen had hij reeds meer dan
eens zijne gevoelens aan Mila. heieden. Z:j
waren nog zeer jong, en Serge stelde uit
om inet den heer Marline te spreken totdat
hij in rang verhoogd zou zijn. Zoo ston
den -de zaken, toen do oorlog hem plotse
ling noodzaakte Petersburg te verlaten.
Zij bevonden zich alleen in het schemer
licht der zaal. Tweemaal hadden zij die
geheel doorwandeld zonder een woord te
spreken. Serge scheen verlegen; met de
oogen op de grond geslagen, zocht hij een
woord, dat hem niet te binnen wiidc schie
ten. Mila speelde werktuigelijk met een
eindje lint.
„Ludmila Andrevna," zeide hij eens
klaps, „ik keer naar den -oorlog terug!"
Het meisje hief het hoofd op, en keek
cijfers: In het eerslo kwartaal van 1921
was de opbrengst f 503; in 1922 was liet
f 622; in 1923 was het f 623 en in 1924
was de opbrengst f 613. Het verschil was
dus zeer onbeduidend.
De heer S ij t s m a betoogt nogeens dat
de tarieven hier zeer hoog zijn. Hij ver
wondert zich over den heer Pera die vroe
ger altijd voor de kleine luiden .streed.
De heer Spend el zegt dat de Comm.
van Financiën liet verlaagde tarief niet
kan goedkeuren. Overigens merkt hij op,
dat zij in het vervolg eerst de stukken
wil zien. De tegenwoordige wijze van be
handeling heeft geen zin. Do Comm. zal
een wijziging van de verordening voor
stellen.
De heer Groene v e l d begrijpt van de
voorgelezen cijfers niets. Wat hij ziel is
toch juist. En den laatsten tijd staat cr op
de Nieuwe Rijn niets.
De heer Wilbrink: de vorige winters
ook niet.
De heer Knuttel meent dat een zeer
onzuiver element in het debat is gebracht
door_ de voorspelling dat de opbrengst
f 3350 zal verminderen. Dit is echter een
gevolg van do buitensporige verhooging.
Het voorstel wordt thans in stemming
gebracht en aangenomen met 17 tegen 12
stemmen, die van de wethouders en de
heeren Pera, Oostdam, Wilrner, Coster,
Eerdmans, Spendel, Wilbrink en Splinter
(zoodat dus het marktgeld is verlaagd ge
worden.)
24. Bezwaarschriften tegen aanslagen in
de plaatselijke directe belasting. dienst
1919—1920 eil 1920—1921.
Goedgekeurd.
!nterpellatie-v. d. Heuvel.
25. Interpellatie van den heer Van den
Heuvel, in zake de onderhandsche opdracht
aan de firma- Rutgers van. den bouw van Sl
houten schuurtjes bij de gemeen te woningen
ten noorden van den Heeren-singcl.
De heer Mulder. Weth., antwoordt op
de gest-elde vragen dat geen openb. aanbe
steding heeft plaats gehad. Op de vraag
waarom niet, antwoordt Spr. dat regel is
bet bijkomende werk aan den hoofdaan
nemer op te dragen. Dat is een vaste regel
Toch is nog aan 'n viertal aannemers prijs
opgaaf gevraagd waarbij bleek dat de
bouwer van de 162 woningen de laagste
was. Als dit werk publiek was aanbesteed,
zou een paar honderd gulden zijn noodig
geweest voor bijkomende kosten, waarbij
dan nog komt het gevaar, dat onaange
naamheden ontstaan.
De heer v. d. Heuvol wil er op wijzen
dat volgens den Weth. van de gewoon to is
afgeweken. Maar waarom dan niet meer
deren in de gelegenheid gesteld naar dit
werk to dingen?
De heer Kooistra vraagt of bij dezo
gunning geen teekening en voorschriften
zijn geweest. Indien ja, dan zouden ze bij
publieke besteding ook niet gemaakt be
hoeven te worden.
De heer Eerdmans vraagt of de
Raad al verlof heeft gegeven die gebouw
tjes van hout te mogen maken. (Gelach.)
De Voorz.: Een juiste opmerking.
De heer Mulder. Weth., zegt dat de
lieer v. d. Heuvel altijd klaar komt. (Ge
lach.) Een stem: U dan niet? De heer
Mulder: Als er 8 uitgenoodigd waren
had ïpen kunnen vragen waarom geen 12
of 16. Spr. wijst er dan op dat bij een pu
blieke aanbesteding een veel meer uitge
werkt bestek noodig is. Den tieor EercU
mans antwoordt spr. dat de Raad zichzoll
geen toestemming behoeft tc geven.
Vccrsiel-v. Stralen.
De heer v. Stralen krijgt nu het
woord ter toelichting van zijn voorstel om
de verstrekking van goedkoope brandstof
fen nog een maand voort te zotten. Hiü
had gehoopt dat B. en W. hierin zouden
zijn voorgegaan, vooral omdat de kondö
maar steeds aanhield. B. en W. hebben
dit echter niet gedaan. Zij achtten het
blijkbaar niet noodig.
De Voorz.: B. en W. hadden niets to
doen dan zich aan het raadsbesluit to
houden.
De heer v. Stralen gelooft niet, (lat
de Raad bezwaar zou hebben gemaakt.
Daar intusschen reeds 22 Maart (le laatste
bons wérden verstrekt, heeft spr. gemeend
zijn voorstel te moeien doen. Het weer is
nu wel wat zachter, maar liet kan toch nog
noodig zijn. Spr. zegt verder, dat op do
bons stond, dat na 29 Maart geen cokes
zou worden verstrekt. Rij keurt het af, dat
hierop niet speciaal de aandacht is ge
vestigd.
De heer Heemskerk deelt niet hot
standpunt van den heer v. Stralen dat li.
en W. op eigen gelegenheid verder hadden
mogen gaan. Hij steunt echter 't voorstel-
v. Stralen om, zoo noodig, nog meerdero
bons uit te deelen, temeer, daar, zooals do
heer v. Str. opmerkt, niet allo bons zijn in
gewisseld.
hem zoo verschrikt aan, dat hij tegen wil
en dank glimlachte.
„Serge Petrovitch, gij schertst!"
„Niet in het minst."
„Gewond, en ziek zooals g:j zijl?"
„Ik zal vertrekken zoodra ik geheel her
steld hen."
„Hebt gij een bevel gekregen? Moei gij
vertrekken?" hernam zij met bewogen
stem. Zou zij hare angsten hernieuwd,
moeten zien, nu zij er nauwelijks van
verlost was?
„Moeten? neen," antwoordde Serge,
„mijn verlof i.s onbepaald."
„En gij wilt vrijwill'g teruggaan?"
vroeg Mi-la hem smeekend aanziende.
„Serge Petrovitch, ga niet. G;j zijt, tot
dusver gespaard; het is God verzoeken den
dood tegemoet te gaan, wanneer niets er u
toe noodzaakt. Gij hebt Zijne Majesteit
trouw ged'end; g:j hebt uwe schatting aan
het vaderland betaald; is dat niet genoeg?
Indien gij gaat zult gij niet wederkee-
ren
Ontroering bclellc haar vorder te s;- •-
ken. Serge wendde de oogen van haar af.
(Wordt vervolgd