PONTIUS PILATUS. 'Aan hel einde der We»h Hot is wel een ergo gemeenplaats ge worden, to zeggen dat wij in een onrusti- gen tijd leven. Maar het is toch een waar heid; de afgeloopen week heeft het ons weer opnieuw'doen zien. Onrust in de na tuur en onrust in de menschenwereld. Er is verhand tusschen die beide. Dat wist reeds de dichter van den ouden dag, die in Ps. 46 zingt van den God Jacobs, die een hoog vertrek is.. Hij schildert het woeden der wereldmachten; niet slechts het razen der natiën en het wankelen der koninkrijken, maar ook het heven der aar de en- het bruisen der wateren. De onrust der menschenwereld heeft haar parallel in de onrust der natuur. En is dio samenstemmiug van natuur en menschenwereld eigenlijk wel zoo wonder lijk, waar achter heide staat het ééne we- reMplan Gods? De afgeloopen week gaf ons te zien: on rust in de natuur. In Spanje en Polen hadden groo ve overstroomingen, plaats waardoor meer dere dorpen onder water gezet werden. Ook in Duitschland en Oostenrijk dreigden overstroomingen, doch gelukkig konden tijdig de noodige maatregelen ge nomen worden, waardoor het gevaar wterd afgewend. In Amerika hebben hevige stormen jgewoed, die groote schade aanrichtten. Stortregens hebben de bergstroomen zoo danig doen wassen, dat verschillende ri vieren buiten de oevers traden en de over- elroomingen honderden slachtoffers ge maakt hebben. Ook onrust in de menschenwe reld gaf do afgeloopen week weer te aan schouwen. In Engeland schijnt het wel, of achter de schermen een groep aan het werk is, met het doel zooveel mogelijk onrust in de wereld van den arbeid te ver oorzaken, teneinde de regeering in moei lijkheden te brengen, 't Is er staking op staking. Nauwelijks is de verkeersstaking te Londen afgeloopen, of de vliegeniers beginnen te staken. En op het terrein der xijkstentoonstelling te Wembley breekt een wilde staking onder de bouwvakarbei ders uit. En in het scheepsbouwbedrijf dreigt een uitsluiting. En nog steeds is het conflict in den mijnbouw niet opgelost In het H i 11 e r-p r o c e s, dat zooveel Weken lang de gemoederen der menschen bezig gehouden heeft en dat meerdere spannende momenten gehad heeft, is in den loop der afgeloopen week de uitspraak gevallen. Ludendorff werd vrijgesproken en Hitler c.s. tot een lichte straf veroor deeld, niettegenstaande zij „hoogverraad; geuleegd hadden. Het is te begrijpen, dat die uitspraak in wijden kring ontstemming heeft gewekt, niet het minst in Frankrijk. Wat er van te denken, dat een generaal, diie een po ging gedaan heeft, de regeering des lands omver te werpen, door de rechtbank vrij gesproken wordt, en door het publiek geestdriftig toegejuicht. Is het wonder, dat het buitenland op die wijze nog min der vertrouwen in Duitschland krijgt dan het reeds had? En dat de Franschen het een reden te meer vinden, zich te wapenen en op hun hoede te zijn voor dat Duitsch land, dat in naam „democratisch" as, doch dat inderdaad nog even „militajristisch" is als vóór de revolutie. Trouwens, wie gelooft er in ernst, 'dat Europa een tijd van VTede tegemoet gaat, am van alle kanten de zaden van verdacht making en haat gestrooid worden? Neen, wij gaan veeleer een lijd van nieuwe onrust, ook op politiek gebied, te gemoet. Gelukkig wie, temidden van de onrust 'der wereld, ruste vindt in den God Jacobs! Omtrent den Romeinschen stadhouder Font:us Pilatus is ons weinig met histo rische zekerheid'bekend. Hij was van 26 tot 36 procurator van Judea en stond ai? zoodanig onder den stadhouder van Sy rië, van welke provincie Judea een deel uitmaakte. Zijn residentie was Caesarea. [Voorts wordt hij ons door de Romeinschte geschiedschrijvers geteekend als een wreed, hebzuchtig cm eigenzinnig man. Hij was bij de 'Joden zeer gehaat en werd an 36 door Vitelline, die toen stadhouder van Syrië was, afgezet. Doch vanaf de oudste tijden cler Christe lijke Kerk heeft zich om den persoon van Pilatus een' webbe van legenden gesponnen. De middeleeuwsche schrijver Jacobus a Varagine heeft tusschen de jaren 1260 en 1270 verschillende oude legenden verza meld in een groot werk, getiteld „Legenda aunea", d.w.z. „goudten legende". Betref fende Pilatus lezen wij daarini het voligen* 'do, waarbij men bedenke dat ws hier niet niet geschieden^, doch met een product dor dichtende verbeelding le doen hebben. Er was 'n koning, met name Tyrus, dio teen meisje, miet name Pila, de dochter van een molenaar, met name Atus, schaakte, uit welke verbintenis een zoon geboren {werd. Pila tnu stelde uit haar naam en 'dien baars vaders, die Atus heette, één naam en gaf den geboren zoon den naam P'latus. Toen nu Pilatus drie jaren oud was,- gaf zij hem over aan den koning. De ko ning nu had bij zijn. echtgenoote de ko ningin een zoon, die ongeveer even oud .Was als Pilatus. Toen beiden tot jaren des tenderscheids gekomen waren', wed* ijverden zij met elkander ïin wteïstolen, vechten en slingeren. Maar hoewel de wet* tege zoon des konings edeler was van af* .komst, bleek Pilatus in alles flinker, en geschikter tot iedere soort' van strijd. (Daarom doodde Pilatus, door afgunst en jaloerschheid bewogen en dool- bitterheid ten Wrok aangezet, heimelijk zijn broeder. Po koning, dit hoorendo, was zeer be* jdroefd, en teen vergadering bijeengeroepen hebbendie, won hij raad in, wat te doen jnet den misdadigen zoob', die 'den moord gepleegd had. Allen liepen uit 'één mond, hij des doods schuldig was. Maar de jS^ntog^ tpt zichzelven gekomen zijnde, {Wilde niet het eene kwaad dnor een' ander verdubbelen, maar hij zond hem als gijze laar uit voor de oorlogsschatting, die hij jaarlijks aan de Romeinen schuldig was, nu eens omdat hij aan den dood zijns zoons onschuldig wilde zijn, dan weer omdat hij van de oorlogsschatting aan de Romeinen bevrijd hegeerde te zijn. In dien tijd was er ook een zoon van den koning van Frankrijk te Rome, dien de koning eveneens voor de oorlogsschat ting naar Rome had gezonden. Toen Pila tus, met dezen vereenigd, zag dat hij «in karakter en vlij ti door hem overtroffen werd, doodde hij hem, aangedreven d'oor prikkels van afgunst. Maar toen de Romeinen zich afvroegen, wat zij mot hem beginnen zouden, zei den zij: „Indien deze, die zijn broeder ge dood en een gijzelaar vermoord heeft, het overleefd zal1 hebben, zal hij den staat van zeer veel nut zijn, en zelf woest, zal hij den nek'der woeste vijanden bedwin gen." Zij. zeiden dan: „Aangezien hij des doods schuldig is, worde hij als rechter aangesteld op het erland Pontos bij die volken, die geen rechter dulden. "Wellicht wordt door zijn hardheid hun wederspan- nigheid overwonnen; zoo niet, dan onder ga hij, wat hij verdiend, heeft." Pilatus dan, tot dat woeste volk gezon- dten en nitet onwetend, tot wie hij ge'zonden was en hoe zijn leven in de waagschaal stond, nam de zaak in stilte op. Hij wilde zijn leven redden en, zelf een slecht mensch, onderwierp hij door bedreigingen en beloften, door straf en beloonirig, het volk geheel en al. Toen bij dan als overwinnaar van een zoo ruw volk aan den dag kwam, ontviug hij naar het eiland Pontos den naam Pon tius Pilatus. :S*<- Toen Herodes van de werkzaamheid van dien man hoorde, verheugde hij, die zelf sluw was, zich over diens sluwe streken en door ge-schenken en boden noodigde hij hem hij zich en vertrouwde hem zijn macht en waardigheid over- Judea en Je ruzalem toe. Maar Pilatus, toen hij een onnoemelijke hoeveelheid geld bijeenver zameld had, ging 'zonder dat Hor odes er van afwist naar Rome en bood een enor me geldsom aan keizer Tiberius aan en wist door geschenken gedaan le krijgen, dat wat hij van Herodes had, hem door dien keizer gegeven werd. Op die wijze zijn Pilatus en Herodes vijanden geworden, totdat hij zich in den tijd van het lijden des Heeren met hem Verzoende, daardoor dat hij den Heere tot hem zond. Nog een andere oorzaak Wordt voor die vijandschap genoemd. Een zeker iemand, zicli uitgevende voor Gods Zoon, had velen van de Galileërs verleid. Toen hij hen naar den berg Geri- zini heengevoerd had, waar hij volgens zijn zeggen ten hemel zou, varen, werd bij 'door Pilatus overvallen en met allen, die bij hem waren, gedood, aangezien Pilatus vreesde, dat lvij op gelijke wijze de Ju* ideërs verleiden zou. (Daardoor zijn zij vijanden geworden, omdat Herodes land voogd was over de Galileërs. Bei da oorza ken kunnen waar zijn. Toten nu Pilatus den Heere aan de Jo- den had overgegeven om te kruisigen, vreesde hij toch de ongenade van den keizer Tiberius', omdat hij onschuldig bloed veroordeeld had. en zond daarom een zijner vertrouwde dienaren naar den keizer om zicli lie rechtvaardigen. Verslag ovter de verrichtingen der Dr. Abraham Kuyperstichting over het ;T.i jaar 1923. .^5' Algemeen e terugblik. De Dr. Kuyperstichting mag, met dank aan God, op een rijk gezegend arbeidsjaar terugzien. Haar adviezen zijn in 1923 naar alle oorden des lands uitgegaan, de band met ons volk werd versterkt en in tal van brieven bereikten onze Stichting hartelijke sympathiebetuigingen voor het* geen zij tot nu -toe verrichtte. De perspec tieven worden breeder, naarmate de ar beid voortgang maakt en doen de inspan* ming verdubbelen oni onze Stichting te (maken tot een factor van beteekenis in ons anti revolutionaire leven. Het stille werk achter de schermen ini on'ze wetenschap pelijke afdeeling heeft het afgeloopen jaar bolangrijke vorderingen gemaaktj en het •oogenblik is niet ver meer, waarop de eer* ste vruchten van dezen arbeid kunnen wor den getoond. Bij al onzen arbeid sterkt het besef, te worden gedragen door het gebed van ons volk en te weten: als het vaandel van Onzen "Koning ten strijde wenkt, dan gaat het in het hart van. ons volk leven, dan ontwaakt dat aloude instinct van wa penbroeder schap in Christus, dan worden alle kleine belangen vergeten en stijgt een* drachtig het gebed tot God', dat Hij do zwakke wapenen' moge zegenen! '7^r,vr' B'e sii u,Fj". 1 Het Dagelijksch' Bestuur bleef oyer 1923 Ongewijzigd samengesteld als Volgt: i.yV j Z. Exc. H. 'Colijrn, (Voorzitter), Z. Exc. 'J. 'J. C. van Dijk, (Secretaris). F. H. de Mon-té .VerLoren, (Penning meester). A. W. F. idenburg, H. van Andel, Ds. M. van Grieken, Mr. J. J. Croles. Ook in de samenstelling van den Raad van Beheer kwam in 1923 geen. wijziging. Het college bleef samen'gesteld als volgt: Mr. P. E. Brief, ij. van Andel, A. Bax Gzn., Ds. G. Renting, A. D. P. van Löben Seis, J. Deutekom, D. L:. Harms, Mr. A. Bruch, J. G. Schouten, Dr. J. Severijn, H. ,J. Lonkhiiyzen. B. Schuurman, J, Sehó'u- ten, Mr. H. Bijleveld', J. A. J. 'Jansen, D. Mulder, J. Bos Kznï, Prof. Dr. H. Bouw* man. -M-;.!-h"7 De lieer H. Colijn bleef over 1923 liet Directeurschap waarnemen: De b[i b 1 i o t h e e k werd dit jaar 'uit* igebreid met pl.m. 350 nieuwe boeken. Het aantal abonnementen Op tijdschriften bte- draagt thans 62, dat op dagbladen 20, ter- /wijl boyendien eenigte periodieken en dag* bladten gratis worden toegezonden. Tot do bibliotheek werden 154 aanVra* gen om literatuur gericht, waaraan steeds kon w^TdteQ Voldaan, Zijn Uw handen en lippen pijnlijk, schraal of gesprongen door de koude, gebruik dan de heerlijk verzach tende en snel genezende Purol. In doozen van 30, 60 en 90 ets. Bij apothekers en drogisten. 13740 De arbeid van het Adviesbureau breidde zich het afgeloopen jaar enorm uit. Er werden pl.m. 1000 adviezen aan Gé me en te raad sled enStaten- en' Kamer* leden, leden van kiesvereeni gingen, schoolbesturen en propagandacluhs uitge bracht. Bovendien werd op verzoek van de com missie-Ridderbos een uitvoerige nota op gesteld over het vloekverhod in het militair straf- en tuchtrecht, dat als bijlage bij bet rapport de'zer commissie zal verschij nen. Het dossier stelsel beantwoordt steeds meer aan de daarvan gekoesterde verwachtingen. Meermalen konden met be hulp van de daarin verzamelde gegevens, inlichtingen worden verstrekt, die aan an dere adviesbureaux niet te verkrijgen wa ren. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de verzameling van gegevens over ge meente-politiek. Ingevolgo het besluit van het Bestuur werd ter financieele ondersteuning van het orgaan van do Propagandacluhs „Nederland en Oranje" een bijdrage ad f1000.uit de fondsen der Stichting uitgetrokken. Het laat zich voorzien, dat deze hijdra- ge reeds over 1924 zal kunnen' worden ge reduceerd en binnen afzienbaren tijd ge heel zal kunnen afloopen. In de laatste helft van het jaar worden plannen ontworpen voor uitgave van een eigen Tijdschrift. Meer en meer bleek aan zulk een periodiek behoefte te beslaan. Niet alleen zou op deze wijze meer regelmatig contact met óns antire volutionaire volk kannen worden verkre gen, maar ook zou zoo in een leemte in on'ze Staatkundige literatuur kunnen worden voorzien, die vrij algemeen ge voeld wordt. Onze partij bezit tot nu toe geen centraal Staatkundig orgaan, waarin theoretische en practisclie vragen op po- lit:sch terrein breeder kunnen worden behandeld ,dan zulks in een dagblad mo gelijk is. Wat hierbij voor oogen staat is tweeër lei 1. Zal zulk een orgaan, wil het inder daad een centrale positie innemen, op zulk eon wijze möeten worden opgezet, dat allen, die in het Staatkundig of so ciaal leven' van ons antirevolutionaire volk leiding geven, daarin aan het woord kun nen komen. 2. Zal liet orgaan tevens de verbimdings* schakel tusschen de Kuyperstichting en de Antirevolutionairen in den lande moeten zijn en dus een geregeld inzicht in dien practischen en wetensehappelijken arbeid onzer Stichting moeten geven. Hiertoe kunnen in de -eerste plaats re* sulfaten van den^wetensehappelijken ar* beid in algemeen begrijpelijke taal wor* den gepubliceerd, ook vóór dte groote stu dies, die in dezen onderhan'dem zijn, ge heel zijn afgewerkt*. Anderzijds kunnen op deze wijze gere* geld de grootere studies van practischen aard in eenigszinS beknopteren vorm wor* den opgenomen, terwijl tenslotte in. een rubriek „Vraag ett Antwoord" een samen- lezing kan worden gemaakt uit de dage lijks weder terugkomende vragen om ad vies voor zoover de daarop gegeven ant woorden op algemeene belangstelling aan spraak maken. Ter voorbereiding van bovenbedoelde plannen worden door den. adjunct-direc teur reeds uitvoerige onderhandelingen met de daarvoor in aanmerking komende uitgevers onzer .richting aangeknoopt en de resultaten dezer .onderhandelingen zijn van dien aard,- dat zoodra het bestuur in' dezen' een beslissing 'zal hebben-genomen, aan de ontworpen plannen uitvoering kan worden ge'geven. De wetenschappelijke arbeid worclt' geregeld voorgezet. Belangrijke re* sultaten werden reeds bereikt door sa* menwerking van wijsgteeri'ge, juridische ©n Staatkundige studie. Opgemerkt wordt, dat verschillende ma* len contact werd verkregen met studenten aan de V. U„ die voorlichting zöchtenl hij het zoekèD van een onderwerp voor hun proefschrift en do (behandelings-methode. Dit is ongetwijfeld een; gunstig ver* schijnsel te achten-, waardoor een eerste poging" kan worden gedaan olm meer or* ganisatie te verkrijgen in het wetenschap pelijk werk', dat door onze studenten hij de Voltooiing hunner academische oplei ding wordt afgeleverd. Intusschen zal in' de toekomst nog veel meer an deze richting moteten WOrderi bereikt. Samenwerking van allen', die lust en aanleg m' zicli voe* Jen, om iets tót 'den voortbouw onzer Ge* leformeerde wetenschap hij te dragen, is' een dringende eisch om in dezen te slagen. Met de hoogleeraren der y. U. en die van andere Universiteiten', voor zoover zij tenze beginselen zaj'n toegedaan, zal' na* dere aanraking worden gezocht zoodra de studies zoover gereed zijii, dat zij ter he* oordeeling en bespreking kunnen worden rondgezonden. Omtrent de propaganda-arbel'd wordt opgemerkt, dat de Kuyperstichting in het afgeloopen jaar de bekende drie- 'slaïrenreeks uit „De Standaard" over de [Vlootwet, bekostigde, 'die ini grooten getale 'over het land werd verspreid. De propa* Iganda-brOchuTes Welke idle Sticb ling in 1922 uitgaf, woï'dien nog steeds gevraagd. jVah verschillende dezer geschriften is nog een voldoende voorraad aanwezig om aan de daartoe strekkende aanvragen te yol* doten. 1 1 Plannen zijn ah voorbereiding om te ko* anten tot een pi eu we p r op aganda* oampag"nte Op 'groote schaal met 't Oog op de Kamerverkiezingen in 1925. TJifc de bijgevoegde Balans en exploita* Berekening blijkt, dat het bezit der Stich* ting in 1923 steeg tot f965.473.47. Het inillioèn ia dus bijnti bteteikt. TJit de gekweekte interesten kon, mede doordat nog niet beschikt behoefde le wor den over de rente van het ten behoeve 'van wetenschappelijk onderzoek, gereserveerd' gedeelte van het kapitaal der Stichting, f22.679.15 voor afschrijving op dc daar voor in aanmerking komende posten der balans bestemd worden. Dientengevolge steeg het ter belegging beschikbaar kapi taal met ruim f 66.000. De exploitatierekening sluit in- ont vangst en uitgaaf met een bedrag van f45.680.87. De huishoudelijke onkosten bedroegen f 1492.25^, do administratie kosten f 20.362.30 X'. BESCHIMMELD BROOD. O, wat is 't nog kort geleden, Dat w' ons brood per luttel gram, Karig zagen toegemeten, En er bijna honger kwam. O, wat is 't nog kort geleden, Dat de riem werd toegehaaldfl Vrijwel tot het laatste gaatje, En het voedsel' duur betaald. O, wat is 't. nog kort. geleden, Dat de laatste kruimel brood In ons land was opgegeten, En ons niemand uitkomst bood. Maar loop nu eens langs de straat? Wel, gij ziet in vuilnisbakken En in drekgoot, 't kost'lijk brood Ruw en acht'loos nederkwakken. 'k Liep nog pas een bouwwerk in, En daar lagen, ongelogen, Stapels Aviltebrood met worst. Groen en schimm'lig uit te drogen. Wij vergeten spoedig weer Druk èn nood, èn bange dagen, Of, vergeten is het niet, 'L ?k Moet van groven ondank klagen. O, bezoeke uit gena God ons niet voor 'l. sehimmiènd brood, Hij breng' over. land en volk, Nooi-t den grauwen hongersnood. (Ons Schild). Vrome coren en vrome tongen. Er is oenJapansclie sage, zoo lezen we in d© „Rifnl. Kerkb." waarin verteld wondt hoe ccn ziel door oen engel door de hemelst&d; geleid wordt. In oen zaal stond e-sn groote tafel, waarop vele wonderlijke dingen lagen, die op schelpen geleken. De ziel vroeg: „Wat.zijn Jat voor din gen?-. De engel antwoordde: „Dat zijn de vrome ooren der menschen, die gaarne de leer der waarheid hebben aangehoord. Maar hun wandel was niet in overeen stemming met die leer. Daarom zijn slechts de vrome ooren in den hemel toe gelaten, de mensehen zelve zijn verloren gegaan.-' In een; volgende zaal lagen op een lange tafel weder andere dingen. „Wat zijn dat dan?" vroeg de ziel. „Dat zijn", klonk het antwoord, ,,de vrome tongen der menschen die altijd zeer .vroom gesproken hebben. Maar hpn harten waren niet vroom. Daarom zijn slechts de tongen, in dien. hemel gekomen." Het is maar een sage, maar zij bevat een diepe waarheid. Vrome oören en ton gen zijn niet- genoeg. We móeten daders des Wioords zijn. LEIDSCHE PENKRASSEN Amice. Ik weet niet of ge Woensdagavond de 'vergadering uitgeschreven door het Comi té voor Jeugdhulp ihebt bijgewoond. Zelf •was ik tot mijn spijt verhinderd, maar wat ik er van hoorde sterkt mij in dc over tuiging dat het hier een zaak geldt die onze volle aandacht verdient en die onze "hartelijke belangstelling waard is. i Zooals ge in elk geval in het verslag ge lezen zult hebben ligt het in de bedoeling hier zoo mógelijk een Doorgangshuis op te richten water meisjes die op den verkeer den weg dreigen te geraken en ongehuw de moeders tijdelijk een toevlucht kunnen vinden. JVe komen in dit opzicht ietwat achter op. De Roomsclien hebben, naar ik ver* nam; reeds zulk een inrichting en ook van 'Joodsche zijde is reeds iets in dezen geest gedaan, maar de Protestantscihe Christe nen hebben dit terredn nog zoo goed als braak laten liggen. Nu zou dit in VMhand kunnen staan met de meening dat zunT oen Doorgangshuis hier niet in een behoefte zou voorzien, maar naar wat ik er van hoorde schijnt mij deze meening toch niet juist. 1 11 Een feit is nu eenmaal dat we ondanks 'alle pogingen tot meerdere beschaving en [tot opvoeding van het menschelijlc ge slacht, ioi vele opzichten en inzonderheid óp zedelijk gebied er niet op vooruit zijn [gegaan de laatste jaren. i Dit behoeft ook eigenlijk niet le verwon- ideren. De oorlogstijd, gepaard mot de mo bilisatie van een groot deel van het leger beeft in dit opzicht zeker geen goed ge daan. En na den oorlog hebben we gekregen een tijd van betrekkelijke weeldo die de zedeloosheid niet weinig in de hand hoeft gewerkt. Met name vele jongelieden waven door de hooge verdiensten in staat allo be geerten te bevredigen en het is algemeen hekend dat dit tut uitspattingen heeft ge leid die allerlei treurige gevolgen na zich sleepten. Daarbij kwam nog dat door de groote. vraag naar werkkrachten honderden meis jes het ouderlijk huis verlieten om een „betrekking" te zoeken, waardoor menig een i« een omgeving kwam die niet naliet eert schadelijken invloed uit te oefenen. Ik behoef er niet veel van te zeggen, amice en het is niet noodig 7n. bijzonder* heden te treden. Wie gezien heeft de wijze waarop 'vele meisjes én vrouwen ook in 'Christelijke kringen zich kleedden of ook wel niet kleedden, wie weletens oen kijkje heeft genomen in badplaatsen en in richtingen van vermaak, wie gezien heeft den yrijen -omgang van jongelieden en meisjes bij fietstochten, kampementen enl dergelijke, d:c zal ongetwijfeld toestem-' men, dat we op het gebied der zedelijkheid! niet vooruit zijn gegaan de laatste jaren.* De vrijmaking van de vrouw c-n met r name van de jonge vrouwen is met reu*^ zenschreden gevorderd de laatste ja ren.4 En de gevolgen zijn niet uitgebleven. Tal] vaar meisjes hebben die vrijmaking diej voor haar een bi\on van ontzaglijke, ellen*') de werd, o zoo duur betaald, en het is daiO ook niet zeldzaam dat we leizen van jonge j meisjes, die in wanhoop een einde aan] haar leven maakten of die andere gruwe-H lijke daden volvoerden. Nu kunnen we ook hier tweeërlei stand* punt innemen, amice. We kunnen doenaltel de Farizeeër en God danken, dat wij loch'j zooveel beter zijn dan anderen om dan in zelfgenoegzaamheid voort te leven. Maar wie cenigo zelfkennis bezit en niefcj geheel onbekend is met de schrikkelijke macht van de zonde aan de eene zijde en met de taak van den Christen aan de aai*] dere zijde, die zal zich zeker niet zoo ge-ïf makktelijk van dit gewichtige vraagstuk afmaken, maar zichzelf afvragen of hier] niet iets gedaan kan worden om haar de/ dreigden te vallen te steunen, om jonge; meisjes uit de klauwen vaai.de ontucht teil redden en haar, die gevallen zijn weer op, j te richten en ze zoo mogelijk weer te bron* gen op den rechten weg. - i| We zijn er vaak zoo gemakkelijk mee'] klaar amice, om steenen op te nemen oni die te werpen naar hen die in de zonde' vielen. En het is zeker niet goed als wij j het kwaad gcod heeten en gemakkelijk' over deze dingen heen loopen. Maar toch' moeten wij voorzichtig zijn in ons oordeel. Zeker, vele ouders staan diep schuldig om4| dat ze inplaats van hunne kinderen te lei* den, ze eenvoudig aan hun lot hebben 1 overgelaten en ze hebben laten gaan op wegen die in elk geval zeer gevaarlijk wa*i ren. En vele meisjes staan diep schuldig, j •omdat, zo ondanks alle vermaan, willens en!] wetens in liet verderf zijn geloopon. We' behoeven dat geen oogenblik tc verbloe* men. j j Maar. vergeten we tegelijkertijd niet aniiijp, dat vele ouders schier Int onanoge-] lijke hebben gedaan om hunne kinderen j op. het rechte pad te houden en dat het j locih tot een val kwam waardoor niet al* j leen het leven van de gevallene, maar ook J dat van de ouders voor alt;jd .gebroken"] werd. Vergeten we ook niet, dat een enkel uur van onbedachtzaamheid in een licht* - zinnige omgeving vaak aanleiding is gc-M weest'dat jaren werd geschreid. En verge*) ten we vooral niet, dat we wel de zonde moeten alkeureai, dat we ze moeten halen en vlieden, maar dal tot de zondaars de i deernis van ons hart moet uitgaan en dat j neg altijd geldt het woord, dat de Heere j Jezus in de wereld gekomen is, 0111 zon* j daren zalig te maken en ze te redden van het verderf. Het is daarom amice, dX ik het stro- j- ven van het comité voor jeugdhulp van j harte toejuich en de hoop uitspreek dat 1 het in. staat gesteld mag worden, zijn plan, rde oprichting van een Doorgaugs- buisv.it Je. -voeren. Ik vond het daarom ook zcd jammer, dat de Woensdagavond gehouden vergadering niet drukker bezocht wa,s. Wanneer nu echter een ieder d*'e in deze zaak iets doen kan van zijne of hare belangstelling i alsnog blijk geeft, dan is deze ramp nog j niet onoverkomelijk en zal het Comité in J ntaat zijn na korter of lamger tijd niet j kracht aan liet werk te gaan. Voorzoover. i dat noodig mocht zijn wil ik mij gaarne met het doorgeven van giften of andere blijken van belangstelling belasten. - (Ér is nog een aaider punt amice waar* l op ik gaarne even dc aandacht vestig, n.l.'j do handelsbeurs die in het begin van de volgende maand staat geopend Ite worden."! Dat lijkt me een zaak van veel beteekenis.' j Er zijn over de Kamers van Koophandel I weieens harde noten gekraakt en niet al- tijd ten onrechte naar het mij voorkomt. Men kreeg soms den indruk, dat deze Ka* I mers, die van de betrokkenen vrij groote j offers vragen in de practijk niet veel an* j ders waren dam adresSeermacliines die in het verzenden van adressen of het belui- 1 gen van instemming "met door anderen j verzonden adressen hun kracht zochten. De Kamer van Ivo op hand el voor Rijn* j land heeft gelukkig een andere opvatting van haar taak. zooals ten duidelijkste blijkt uit de plannen om te komen tot op- richting van een handelsbeurs, waaraan dezer dagen in ons blad een udvoerigc be- schouwing werd gewijd. 1 I Ik zal niet herhalen amice, wat in dat j artikel-gezegd werd, maar wel wil ik mijn blijdschap uitspreken over het energiek optreden van -deze Kamer en niet het minst van haren voorzitter die een leider.- do en stuwende kracht blijkt le zijn, en j den wenselv uitspreken dat onder don ze-] gen Gods de plannen mogen slagen. Wan- i neer dat liet geval is, amice, dan zul Ion J 'niet alleen de betrokken bedrijven daav- van de gelukkige gevolgen ondervinden, maar dan zal ook Leiden daarvan de rijke vruchten genieten. J| Met veel genoegen heb ik .gezien dat j thans officieel vaststaat dat II M. de Ko* ningin hij dc komende Ontzet-feesten een J bezoek aan Leiden hoopt te brengen Dat] zal een feestdag zijn, amice! Denk hetjij teven in. Vat dit zeggen wil. Toen in 1574; Leiden holegerd werd on ontzet was hetj eten Oranje, dio lot volhouden aanspoor de niet alleen, maar dio ook*meehielp do] vijanden to verdrijven on do een der oor*; sten was om de ge teisterde bevolking mot; de verkregen uitredding gohik to wen*] schen. En als na 850 jarou óe ncvolkmg van Leiden dio dagen vaa strijd en zege, praal herdenkt, dan is het wéór eon Uraan je die door hare tegenwoordigheid van. hare hoogo belangstelling doot blijken. Met blijdschap zal deze tijding ong0| 'tw ij fold door duizenden ::ijn vernomen en, 'do verwachting is dan ook gewettigd dat de in het najaar te houden foestcii die van vorige jaren ver in do schaduw zullen £tei-. len en dat ook hier zal blijken dat de band) tusschen Nederland en Oranje nog not; verbroken, zelfs niet verzwakt is. r VEIUTASjj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 6