ÉiMsÉCorat stateh-generaal binnenlahd Tweede Blad, Donderdag 20 Maart 1924 EINDELIJK VEREENIGD. kerk eh school professoren aan do TLieoL School) en liet totaal aantal studenten 249. Do kerk is twee-talig, of eigenlijk drie talig, n.l. Engelscli, Kederlandsch en ook Duitsch (ofschoon het- Duitsche gedeelte niet groot is.) Haar pers is vrij goed ver zorgd. Het Engelscho lioofdblad is „The Banner", het Nedcrlandsche „De Wachter" en het Duitsche „Der Bote." TWEEDE KAMER. STAATSBEGROOTING VOOR 1924. Hoofdstuk III (Buitenl. Zaken). Aan de orde is de behandeling van hoofd stuk III (Buitenlandsche Zaken) der Staatshegrooting voor 1924. Mej. v. Dorp (Lib.) wenseht van^liaar belangstelling in den Volkenbond te getui gen. Overigens maakt spr. eenige opmerkin gen over het Internationaal Arbeidsbu reau, waaraan vele fouten kleven. De heer S c h o kki n g (G.-H.) gelooft ook dat de garantieverdragen niet aanbe velenswaardig zijn. Hij is het met den lieer Dresselhuys niet eens, dat op de universali teit'van den Volkenbond moet gewacht wor den, eer men aan ontwapening kan den ken. De gezindheid om tot ontwapening te komen, moet worden aangekweekt on dc Volkenbond zal dan de nieuwe orde bren gen die noodig is. Ten aanzien van Rusland maant spr. tot voorzichtigheid, omdat de betaalkracht van dat land niet vaststaat. De heer Troelstra (S.D.) behandelt ook do kwestie van den Volkenbond. Wat er van dien Volken!), is te wachten? Men moet dien Bond niet teveel op zichzelf en in verband met den oorlogstoestand zien. De heer van Ravesteyn b.v. begaat die fout in bijzondere mate. De Volkenbond is bezig zich lo ontwikkelen en zich los te maken uit den voorloopigen toestand. Dc critiek op den Volkenbond is een critiek op de poli tieke atmosfeer om den Bond heen en dat is niet billijk. Spr. heeft op dit punt geen aanleiding om critiek te oefenen op Mi nister van Karnebeek, wiens standpunt met dat van Branting overeenstemt. Toe te juichen is het, dat Amerika reeds meer toe nadering betoont tot den Volkenbond. Met den brief van 23 Juni 1923 heeft Minister van Karnebeek de algemeene instemming van Nederland verworven. Ten aanzien van Rusland vraagt hij den Minister practiscli cn juist zijn Jiezwaren tegen erkenning de jure mede te deelen. Dc lieer Nolens (R.-K.) ziet dezen Minister met genoegen achter de regeerings tafel zitten. Dit is ook van belang voor do continuïteit van ons buitenlandsch beleid. Spr. zegt dit zonder restrictie, gelijk de heer Dresselhuys deed. Allerminst acht hij de behoedzaamheid een ondengd van dezen Minister. Juist een Minister van Buitenlandscbe Zaken kan niet behoedzaam genoeg zijn. Meer enthousiasme eu minder behoedzaam heid lijkt spr. nogal gevaarlijk. Spr. schetst "het ideaal van den Volken bond, dat men zich heeft geschapen: Dat ideaal ware misschien beter bereikt door liet plan van Bened ictus XV, dat oen accoord wilde bereiken tusschen eonige stalen om le komen lot verplichte arbitrage waarvan nu allen nog maar een kiezen hebben in liet Internationale Hof van Arbitrage. Het is thans echter voldoende bekend dat dit plan verijdeld is door één der oorlog voerende volken, die zich er buiten hield. Het ideaal van den Volkenbond wijkt wijkt nogal af van de werkelijkheid omdat dio bond sommige staten niet toelaat en dus eenzijdig is. Ieder lid is to veel vrij om met besluiten van den Bond 'e doen wat hij wil en de Bond bezit geen afdoende macht tot steun yan het recht tegenover ouwiiligo leden. Daardoor is de positie van den Vol-- .kenbond niet sterk. De Regeering moet trachten do gedachto van den Bond le oro- pageoreu; spr. brengt hulde aan de gedrags lijn die onze regeering volgt. Er is roeds het oen en ander bereikt en men moet do ontwikkeling afwachten. De critiek van den heer Dresselhuys acht spr. onbillijk cn hij sluit zich aan bij degenen die deze critiek hebben bestreden. Spr. verklaart zich ook geen voorstander van de plannen van Cecil. Wat Rusland betreft, spr. gelooft niet, dat men in Rusland wat zal geven om er kenning de jure. Men zal meer om tast bare voordcelen willen erkend worden. Spr. acht het gewenscht do Minister te bewe gen ora zeer behoedzaam te zijn tegenover tlezo aangelegenheid en hij hoopt, dat een eventueel tractaat in do Kamer zal worden behandeld. 1 Wat Nederland en België betreft be treurt spr. het, dat beider advocaten zicli hebben vastgoweveu in hun argumenten, waarvan de cliënten de dupe zijn. Hij hoopt dat cr een oplossing zal komen dio beido landen bevredigt. De lieer Do Monté Verloren (A.- R.) bestrijdt ook het betoog van den lieer Dresselhuys. Do lieer Duys (S.D.) zegt dat de ver houding ten opzichte van Rusland zeer is veranderd. Wanneer spr. -thans Rusland wil helpen is het om de industrieën te helpen cn Engeland te steunen ia zijn po gingen om dc algemecne vredesactie en do algemeene ontwrichting van het econo mische leven te herstellen. Gaarno zag hij dat onzo Regeering niet achteraan kwam met het herstel der betrekkingen met Rus land. Den orgsten vorm van kapitalisme vindt men in Rusland (gelach). Do con cessie-politiek met name is het ergste ka pitalisme. Bezwaren tegen onderhandelen met Rusland kunnen dus hij de kapitalis ten niet meer bestaan. Hij hoopt dat de Minister de terugbetaling van de oude schulden van Rusland niet te veel op den voorgrond zal stellen, want dan stuiten do onderhandelingen stellig af. Reeds is verklaard dat Rusland bereid zou zijn die oude schulden te erkennen en dat zal ten slotte ook wel gebeuren. De lieer Boon (V.B.) bespreekt, de gveDsmoeilijkheden o.a. voor do auto's en sluit zich bij den heer Weitkamp aan. De Minister van BuitenJandsche Zaken, de heer Van Karnebeek, antwoordt Eerste eenigo kleinere punten o.a. over het kleine grensverkeer. Gaarne zal liet departement de geciteerde gevallen onder zoeken en nagaan wat er gedaan kan worden. Gevraagd is verbetering - der spoorweg diensten in verband met den visch-aan- voer in liet Roergebied. Spr. zal dat punt gaarne onderzoeken. Vervolgens behandelt spr. de kwestie van den Rijn, waarin eenige verbetering is getreden. De regeering heeft een poli tiek van opportunisme gevoerd, waarbij het principe allerminst het slachtoffer is geworden. De Rijnvaart-actie is niet uit het oog verloren, maar ieder geval is af zonderlijk behandeld en afgedaan. Do Rijnvaart-commissie heeft op <le bres gestaan, en, als straks op 26 Maart weer een bijeenkomst plaats beeft, zullen nog eenige punten worden behandeld, die r.og niet in orde zijn. Omtrent de herzie ning der Rijnvaart-actie kan spr. niets zeggen; cr zijn projecten en Nederland zal zijn belangen ca rechten verdedigen. Omtrent een kanaal Antwerpen-Moer- dijk lieeft do Regeering geen toezeggingen gedaan. Over de handelsbelangen is gesproken. Zij zijn van veel gewicht en gaarne dient spr. ze, maar zoo eenvoudig is dit punt niet. Er is een werksystaem opgesteld en dit wordt gevolgd, in samenwerking met Landbouw, Handel en Financiën. Natuur lijk is er niet in alle opzichten tevreden heid ten opzichte van do handelsverdra gen, maar dat is niet te verwonderen, want er zijn altijd groole tegenstellingen, dio tot compromis moeten worden ge bracht. Bij klachten moet men billijk blij ven, want de materie is moeilijk. Er zijn zeer vele accoorden gesloten die alle hun moeilijkbeden hebben. Ten aanzien van Rusland zegt .spr., dat hij zich geen partij zal stellen in do ap preciatie, aangezien op dit moment in Berlijn onderhandelingen worden gevoerd Het heet dat Nederland achteraan komt. Dit is niet juist. Nederland wachtte af en na de politiek van blokkade cn inter ventie, heeft Nederland overwogen wat tc doen was. Het vraagstuk van de handels mogelijkheden heeft het onderzocht, maar Rusland hielp niet mede. In het najaar 1922 lieeft spr. met Lilvinof gesproken en in het voorjaar 1923 waren de berichten uit Rusland van dien aard dat Nederlaud geen initiatief kon nemen voor't aanvangen der relaties. Sedert is de toestand veran derd cn de politieke crisis heeft de zaak opgehouden. Lang niet alle staten hebben Rusland erkend: ongeveer de helft pas on Nederland komt dus niet achteraan, als het nu nog komt. Onjuist is het ook, dai deze houding schade zijn zou voor Ne derland, gelijk spr. met'"Russische cij fers voor in- en uitvoer nader aantoont. In plaats, in den uitvoer dc 10e plaats. De Begoering liet weder too die zaken wil den doen in ons land en dat heeft den Russischen uitvoer doen stijgen. Do kwestie van do erkenning is gecom pliceerd omdat zij over en weer een er kenning moet zijn van eikaars staatsorde Dienaangaande is do toestand in Rusland nog niet bemoedigend. Ten slotto de garantieverdragen. De speech van den heer Dresselhuys waa niet zakelijk, want zij richtte zich togen spr. en niet vóór de verdragen. Het is een ingewikkeld probleem; de weg naar de oplossing staat alleen open voor wie do realiteit ziet. Spr. zet uiteen welke eischen het plan-Cecil oplegt en die geheel afwij ken van het systeem van den Volkenbond dat veel meer vrijheid laat aan ioderen staat. Iedere zelfstandigheid zou verdwe nen zijn en dit zou-ingaan tegen de mee.>t fundamenteelo eischen die ons volk stelt. Ook de Volkenbond kon dit plan niet aan maarden, omdat het alleen een georgani seerd militair optreden is, een reserve vorming van de kleine staten voor <lo groote Een gemilitariseerd Europa zou het eind zijn van liet gansche plan. De rode van den heer Dresselhuys was c-en verzaking van den Volkenhond en daarte gen komt spr. ten sterkste op. De vergadering wordt verdaagd tol lie-* den 1 uur. Het Bakkersbedrijf cn de Arbeidswet. Het Centraal bestuur van den Ned, Baklcer.shond heeft zich met- een circulaire lat zijn letlen gewend, waa-rm hei-opmerkt1 dat,naar -zijn meening, oenigobepaliugei»- van de Arbeidswet 1919 voor het bakkers» bedrijf moeilijkhedenopleveren. Het boiuLsbestuur tracht nu, door. liet laten invullen van een vragenlijst door da leden, to weten te komen, hoeveel malen, reeds wegens overtreding der bepalingen van de arbeidswet aan bakkers gevange nisstraf opgelegd is. Oelflands Boezemwater. Naar de Tele gr. verneemt wordt van bevoegde zide de volgende eenvoudige methode aan de liahd gedaan om Delf-; lands boezemwater tegen vèrzonting te vrij waxen: Do deuren van tie OranjebuitenshiU worden dagelijks 5 a 10 «routen openge zet tegen den tijd, dat het water tloor den vloed gaal wassen, zoodat liet bkinewatej? nag hooger staat en dus kam ahAoeieai. Indien dit dagelijks plaats heeft zal ver- •zcut'ing in beteekenendv* mate niet plaats 'hebben. Wamt het zout dat door liet l<ek-« water binnen is gekomen, zal niet zoover in dvn boezem doorgedrongen z:jn, of het kan door een korte dagelijkscho afstroo-* .Tiling nog wel verwijderd worden. Voor dsn zomertijd. Het comité van actie tot behoud van den Zomertijd lieeft liet volgend schrijven aan don minister van Binnenlandsche Zaken cn Landbouw verzondoen „Het Comité tot Behoud van tlenr Zomer- liid he&t met belahvstellinjg gevoigl do discusdio over dit onderwerp in dfr Twcdo Kamer der Sta ten-Generaal' zijn Ge voerd. Öoowol het meMit, -rich vcorloopig van bet voeren cencr actio te moot an onthou den, veroorlooft het zich echter in uwer Excellenties herinnering te brengen, dat het in het vorig jaar een adios tot behoud van den Zomertijd heeft vor.:on- den aan de Eerste lvamer der Staten-Gene- raal, vergezeld van Irjkans vierhonderd duizend handteeloeningen on dat. Lij die gelegenheid ook ondcrsclieic-en publicaties zijn verschwaarin werd aangegeven, beo de bezworen ,-lio voor sommige land» bouwkringen beslaan, ondervangen kunnen worden. Vandaar, dat het G'pmité LTwc Excellen tie met aandrang durf'., verzoeken, niet gevolg te geven aan do door de Tweed# Kamer der Staten-Generral aangenomen motie-van don Heuvel, waarin de Regeering wordt verzocht de wot van 23 Maart 1913 in to trekken. Hel gezantschap bij hst Vatteaan. De „Msb." weet te melden, dat het amendement der Ghr. Historisch en op hoofdstuk III* der Staatsbegroolin.g (Bui-* tenlandscli© Zaken), dat tot strekking heeft het Gezantschap bij tien Hoi'ligea Stoel op te heffen, van verstrekkende ibe- teekenis is. Waarneer het mocht wordeai aangenomen, waarop vrijwel kans be staat. zal vermoede!''jk minister Van Kar- .nebaek de portefeuille neerleggen, zegt het blad. waarop een ol-gemeene kabinetscrisis in parlementaire kringen waarschijnlijk wordt geacht. In die «omstandigheden schijnt Kamer ontbinding onvermijdelijk. Een opgewekte toon. In de rede waarmede Minister Aalberse Maandag de tiende Nederlandseke Jaar beurs opende werd een opgewekte toon aangeslagen. Optimistische, klanken, zoo we ze in lang tiet gehoord hebben werden beluisterd. De Minister erikende dat er veel geileden 5s in de nfgeloopen jaren en dat vaak mol Eccolit werd geklaagd. i Aten zou ziende blind moeten zijn. zoo men het interings- en inboetmg-sprooes, jjlat zich aan ons economisch leven heeft •voltrokken, niet erkende en de gevaren daaraan *vcor ons volksbestaan verbonden, Jicht tolde. Mhar, zoo ging hij voortook aan ilen^anderen kant mag de weegschaal niet Overslaan, opdat ons het verwijt aikft 'tref- ïe. dat Üigt in de woorden,; ..Ecu menscli 'lijdt dikwerf 't meest „Door 't lijden, dat hij vreest ..En dat.niet op komt dagen i Do no oden, tegenslagen, verliezen, ram- ïpen, ze kunnen ons treffen, slaan zelfs, jmaar... breken mogen ze ons niet; niet jons den moed benemen. Want, zelden is het leed, dat de mensch jdoormaakt, zóó groot 'al-s het schijnt. Wat blijkt, wanneer wij poileai. 1 Do ondervindingen der laatste' jaren hebben dit ook aan ons volk gedemon streerd. Met andere, met alle volkeren der aarde, heeft ook het onze onder het juk Knoeten doorgaan. Wat andere volken trof, jgaf ons volk oen terugs'iag, Hoe raak die slag ook geweest mag zijn, (wij mogen niet vergeten, dat het „-slechts" Óen terugslag is geweest. We kmmen ons 'daarom gelukkig prijzen. Ons immers Jdeef tenslotte nc*g zeer roei economische "ellende bespaard, onder welker last wij •andere volken gebukt zien gaan. Voor cn.s volk. dat door zijn houding bij fcn tegenover allerlei tegenslagen, die het {troffen, toonde „niet te wiliten desesperee- ron", dat zijn vertrouwen in zichzelf iret beeft verloren en dat én neutraal bleef in den economi,schen oorlog, zooals het ino- t)iel èn neutraal waa gedurende do oor logsjaren, voor ons volk zal, zoo de .teekenen niet bedriegen, het opklimmen uit de diepte, waarin de' w-ere1 d-raalaise het voerde, waarschijnlijk minder be- 'zwaaarlijk blijken en vermoedelijk -snolt- Eter kunnen gaan, dan zulks voor andere yotai mogelijk zal z:jm. \Vo zien tccli reeds lichtpunten. Het diepste punt der economische in zinking schijnen wij reed's te zijn ge- pa,sseord. Optimisme zal meer en moer de plaats mogen opvorder,en, waar pessimisme' zoo lang en zoo dwingend heersch'te. Het is goed', dat wij d't reeds kunnen iconstateeren, -omdat het een zeker teeken 'Is van opleving, van krachtiger wordend vertrouwen. AI mogen de uitingen van Breeds eenigermate optimistischen kijk op jdc toekomst nog spaarzaam en met eenige ■reserve tot ons komen, al zijn we mis schien nog var verwijderd van het mo ment, waarop we weder van enthousias- ano bij handelaar en industrieel zu'Ien mo gen gewagen, goed doet het aan. dat reeds .weder hoopvolle k'lanken zich urt de be schouw' ogen over de toekomst losmaken. Zij toch bewijzen cns, dat de plicht om le handelen, geschraagd door den wil tot doorzetten hij het ten uitvoer leggen van ontworpen plannen, -cms vo'k is blijven be- jheersehen. Ook op het gebied van handel 'en n:jverheid is waar, dat wie; den moed .verliest, alles verliest. Ik meen, dat b'j velen de hoop cip beter verhoudingen reeds het geteof in die ver houdingen opbouwt, zooals geb'jk ik zoo- je ven opmerkte, in d'a jaren van druk de Vrees voor erger aiog dan men. reeds liad Ho dragen, velen pesimtetischer stemde, Ban wel noodig is geweest. Dat hopen op en bij het; gitaren van een nieuwen dag, allengs gel ooven in de betere Vooruitzichten, kan n'iét nalaten zijn «schragendeu, bemoedigenden invloed 'to doen gelden en op te wekken tot Iblrjmoe- iilig voort verken. FlUSLBJËTOltë Een verhaal uit het vroegere Rusland. §2) Een 'twintigjarig jongeling met zwarten (liocd, gedoken iin een bonten mantel-, stond jop do trede van do omnibus. Op diens stem kleurde do aangesprokene. „Ja, ik ben liet zelf, ik Zotoff," antwoordde hij /uit het raam. „Uw gezicht bedri-egt u aiiet, heer Biblei sky, ofschoon gij mij veran derd zfet dn den voerman van de omni- jbus." „Men moot geld verdienen», aks men geen ige'ld heeft, ovenals gij en d!e uwen. Daar bij, dit vak is al even goed als een au- JdeiL" 1 „Zeker," hernam do jonkman glim lachend. Hij begon van «zijne verbazing to bekomen; do aangesprokene was vzijki me- ((Me-erii-iig geweest, d'en hij moeite -had Hh deze kleeding te herkennen. i „Gij hebt igeJijk," ging hij .yoort, „liet Ifs geen kwaad vak, 'daar bet? u toelaat de freohtsgeleerdh'eid te blijven beoefenen." Jlnitnsschen keek hij naar z-'ijin boek. f Nieuwe^ reizigers bmken het- gesprek af, jan BibTeksky ging zitten, om p'aats te Eoo zie ik thans ons volk den nieuwen, zeker langen en zwaron tijd van herstel tegemoet treden, hoopvol, vertrouwend en bereid tot handelen." Wij willen hopen dat de Minister juist 'zag, en dat het diepste punt der economi sche' inzinking inderdaad achter one ligt. NED. KEBY. KERK. Beroepen. Te Dintoloord (locz.) T. E. Klomp tc Oldebroek; te Garijp: Pb. Peter to Warns. 4.a'118 e n o m 0 n- ^aar WidlumH. H. Spijkerboor, cand. te Utrecht. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te Hoogeveen (vac.-M. Graven dijk): Dr. S. P. Doe te Dwingeloo; te Spijk: J. Visseher te Hijlaard; te Moer dijk: L. ten Kale, cand. le Kampen; te Ten Post: B. Ramaker, cand. te Groningen Bedankt. Voor S tri jen. Broinisse-Oos- terland, Wons en Silvolde-Gendringen: C, A. Vrcugdenhil, cand. te Rotterdam. Bevestiging, Intrede. Afscheid. »-<. D s. J. A. Gerth van Wijk Jr., oud-hoofddirectcur der R. W. I. to Veen- luuz-en, cm '.predikant, dio hét beroep naar Kolderveen en Diaxterveeh heeft aangeno men, hoopt Zondagmiddag 30 Maart al daar zijn intrede te doen, na des voorn, bevestigd te zijn door den consulent Dr. van den Berg, predikant te Nijevoen, Cand. K. Holverda t© Mar rum (Fr.) lioopt Zondag 30 Maart zijn intrede te dc-en in do Geref. Kerk van Westorlee (Gr.) Bevestiger Dr. O. N. Oost&hof, van Ma num. Ambtsjubileum. Ds. A. J. A. Vermeer lierd-enkt op Dins dag 6 Mei a.s. den dag, dat liij voor 30 jaar bevestigd werd als pred. bij dc Ned. Herv. gemeente te 's-Gravenhage. Kerkbouw. Hedenavond beeft de inwijding plaats van de Nieuwe Kerk der Ned. Herv. ge meente te IJaselmonde. Ds. A. Luteijn, ds. I. Voorsteegh en da. Joh. Stehouwer, allen oud-predikanten al daar, zullen cr het woord voeren. Zondag 23 dezer wordt do kerk in gebruik geno men; de dienst in do hulpkerk vervalt. Ned. Zsndingsvereen. Ds. H. W. Creutzberg, predikant der Duinoordkerk t© 's-Gravenhage, heeft de benoeming tot lid van het Hoofdbestuur van het Ned. Zend. Genootschap te Rot terdam aangenomen-. Tevens zal hij deel uitmaken van de Uitvoerend© Commissie. Utrechtsche Zersdingsver. De heer W. H. de Beaufort te Maarn heeft. aangenomen do benoeming tob lid van het- Hoofdbestuur cn de Uitvoerend o Commissie der Utrechtsche Zendings-yer- e-eniging. 13.000 preeken. Rev. Hugh Hughes, een Wcsleyauaach predikant cn evangelist is, naar wij in do „Daily Mail" lezen, deze maand 82 jaar geworcteh. Hij begon to preeken tcan hij 19 jaar oud was en werd 58 jaax; geleden gewijd. Hij beeft meer dan 13.000 preeken gehouden. Kostbaar Avondmaatzitver St. Olave's Chtirck, Hart Street in Len den, een der oudste Londensche City-ker ken, is in liet bezit van een prachtig stel nvondmaalzilver, o.a-. karaffen, schotels en collecteschalen. Het stel is van verguld zilver, uit de Jakob I -eu Karei I perioden. Een der karaffen alleen wordt reeds ge schat op een waarde van twaalfduizend gulden. Voor het- eerst- is nu dezer dagen dit zilverwerk uit de kluis van de bank gehaald en, voor zenfdingadoelein.den, ter bezichtiging gesteld van het publiek. De Christ. Geref Kerk in Amerika. Deze kerk, die voor een groot deel van Nedoriaudsche afkomst is, heeft allengs een vrij groot getal zielen, volgens het jongste jaarboek 101.632, tegen 12001 in 1861. De verhoudingscijfers tusschen „belijden do leden" cn „doopleden" blijken er ge zond. Het getal belijdende leden is n_l. on geveer de helft van het totaal, om het pre cies tc zeggen: 47464 (tegen 3566 in 1881.) Do Theologische School verbonden met Calvin College te Grand Rapids is natuur lijk-van 1881 tot op heden in dezelfde male als do haar stichtende kerk uitgedijd. Was er in 1881 één docent (G. E. Boei) met onder zich een auditorium vau zes theologische etuden-fcen, thans is de hoog- l6eraansstaf vrij sterk (vier theologische Imiakeii, terwijl Zctoff voor lias. 1 Do jotegelfag, dte zich iïi een Tijtuig maar icte dicegeschool liet hi-engen, en (slechts bij toevall heden 'in. ttea tramwagen (stapte, dacht niet dat een student di't he ir dep gedure'n'do een gedeelte van den dag Kri/toefendie; zij diedein. het hij 'beurten, terwijl de anderen do lessen bijwoonden, !on bleven, vaak den 'nacht -op iom het vcr- 'zuimdo in te .baten. Rechtschapen on defclmemenid 'als Bi- Ib'Msky was ,woog hem het verschil tus- i-schen het lot van den kameraad en «liet jz«jno zwaar. Hij wist, boo hoog zijn «vriend .stond, en voelde achtihg voor ieen lijver, die doorzettend do mceilijkhedca Kies lerons bestreed. 1 Toon hij diit Zotoff mededeelde, deed het hem goed, en versterkte zijn mo-ed. die begon te wankelen. I Dien avond nam Bibleieky het besluit, !do zaak «der o^'ïgclukkige studenten in Ihandem to hemen. „Er bestaan «beurzen voor hen," dacht ihij, „maar die zijn ate droppels iin deh «'oceaan; -er is meer nsoodig, zbodra i.k imij.- ;iïe fortuin in bezit krijg, zoo God- mij «h'et «leven ischenikt, -zal ik nieuw o beurzen «Vtichten en. teveh-s trachten, de luïjp van landeien to krfjgen." 1 Hij dacht niet eukdl in do iloekomst, izooails velen doen: reeds heden deed'hij al jWat hij kom, om het lot der misdeetelo makkers te rorbeteren. Terwijl Bibleisky ever -clezo di-ngen dacht, stapten do reiczigcr-s binnen; do omnibus -zou zicli juist a-a. beweging stel len, toen een jonkman i-n uniform der kade ten op de vo-etbanken sprong, cn vroeg of or nog plaats was. „Ja, rechts," zei-do «de conducteur, on verzócht de reizigers, wat in le schikken. De jongeling was middelmatig van (lengte, mager en blond. Hij sloeg aan voor Bibleisky. „Goeden avond, Marline," antwoordde deze, hem plaats makende. „Vanwaar komt gij? Ik dacht u op de krijgsschool; ,het i,s geen feestdag." „Neen, ik kreeg oen verlof voor zaken; maar de «schoolbanken zijn vrij wat aan genamer dan -dit. Verbeeld u dat ik heden- oniddag vier uren wachten moest in do (keizerlijk© kanselarij. Men vindt het niet de moeite waard, zich met oen kadet bezig .le houden, cn gij, heer Bibleisky, kent gij ,u\ve vrienden uit liet hospitaal oï huns gelijken?" Bibleisky ik-nikle toestemmend. „Half ne gen moet ik op do Hofkado zijn. en ik vrees, dat ik te laat kom. In mijne dwaas heid vergat ik auijne beurs, eh heb slechts een ongenoegzaam «geldstuk. Ik moest een omweg maken, maar dat spijt mij niet, daar ik op die wijze twee aangename ont moetingen liad." Bibleisky verhaalde z:jaio verrassing -en blijdschap, toen hij in de>n tramway-con- ducteur don schoolmakker had herkend; maar de jongeling voelde daarvoor weinig belangstelling, en istreek de pluim van iziu'n képi. Do omnibus was vol en do reis begon. iEen der reizigers liad 'n nieuwsblad bij zicii, en spoedig ontstond er een woorden strijd tusschen eon breed gebouwd offi cier on een adelborst. Nikolaas luisterde, en Bibleisky, die «achter in het rijtuig zat, (bekeek stilzwijgend zijno medereizigel's. Het was een gemengd gezelschap. Een Ikoopman met langen baard zat naast zij ne vrouw, in bont gehuld: een rooden doek droeg y.ij cm het hoofd; daarnaast zag men een jong militair, den arm ingebon den: voorts een meisje, het «neusje in de «lucht, liet haar opgekuifd. Naast haar •een dienstmeid, die «een groole mand droeg; voorts twee Duitschers, die beidon zoo hard praatten, dat men aan wedor- keerigo doofheid dacht: verder een arm jong moedertje met «een mog magerder kindjo op schoot: tegenover haar zaten do officier en de adelborst, en daarnaast een lang wezen met jas en manshoed, af geknipt haar len een 'bril op den neus; moeielijk kon men onderscheiden, of dit wezen een man of vrouw was; do stem was mannelijk, en toch .was. het oen nihiw ilistisèhó vrtfuw, die het' dagblad in do hand liad en druk sprak met hare buren» den zeeman en den officier. Bibleisky baalde- een pak traktfiatjes lo voorschijn, en bood daaruit enkele der (koopmansvrouw aan; belangstelling zien de, of althans jrieiiwsgierigheid, zco gaf hig elk een; de boekjes werden met ver wondering, maar loch met be'eefdheid «ontvangen. De dikke -koopman 'las hij liet lantaarnschijnsel. De oPficier en de adel borst mankten een spottend gebaar; het meisje borg het in de mof en tie nihilisto vroeg of het staatkunde behelsde. De on- 'gekerdo soldaat ontving het l-cekje met het mccslo genoegen. Hierop hield de cnu mi'bus stil, terwijl de conducteur schelde. „Litcinoi-Prospect!" sprak hij. nnc.r (binnen ziende. „Ik stap hier uit," zei&c Bible: Ay. „Ik ook," zeide Nikolaas en sprong de straat in. „Dan neem ik u mede," sprak Bibleisky, •zijn arm" rattende; „gij hebt mij dikwijl^ igenoog Iieloofd, onze veteeniging bij \a ;wenen: dtzen keer laat ik u niet los. ("Wordt vervolgd L -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5