imleidsÉCfliHt
[Tweede Blad,
Woensdag 5 Maart 1924
EINDELIJK VEREENIGD.
BCEHK EN SCHOOL.
,CONGRES CHRISTEL. WERKGEVERS.
j Zooals reeds gemeld, werd gisteren te
Amsterdam een congres gehouden, ter
i (bespreking van den socialen en economi-
1 jschen toestand, belegd door de vereeni-
jging „Boas", federatie :van de Christelijke
j Werkgeversvereniging, de Christelijke
tMiddenstandsvereemging on den Christe-
Hijke Boeren- en Tuindershond.
i Prof. Diepenhorst opende de vergade-
ging met het lezen van Psalm 33 en ging
J ;de vergadering voor in gebed. Daarna
'heette Spr. de aanwezigen welkom. Dit
/congres bedoelt aldus Spr. te zijn 'n samen
komst van sociaal réveil in dezen in liet
(bijzonder voor den werkgever zoo moeiliij-
Ikon tijd. De leidende gedach'te zal wel zijn
'dat offers gebracht worden. Spr. wil het
J voorbeeld geven en afzien van hét houden
;van een openingsrede, om cxnmiddelijk het
-1 jwoord te geven aan Minister Cólajn die de
5 (vergadering vroeg moest verlaten.
Daarna gaf spr. het woord aan Minister
JCoiijn, van wiens rede wij gisteren reeds
a 'een overzicht gaven.
Vervolgens was het woord aan Mr.
'j (C c r b r a n d y om te spreken over
l Belasting en Handelspolitiek.
Twee punten, aldus de lieer Gerbrandy,
/trekken de aandacht: de koers van ons
ruilmiddel en de belasting. Immers met
jdeze zaken nijpt het.
Instinct-of beseft men dat 'bet hier gaat
join de toekomst van ons volk en ons laind.
Volgens Lloyd George zijn de oorlogs-,
(kosten veertigmaal het vermogen, vam. Ne-
demand. Dus een groote verarming.
Daarnaast bestaat verbreking der han-
Jdelsbetrekkingen en een disharmonie in de
jproduclie. Nederland kan in een verarm
de omgeving niet rijk blijven.
Hiermede heeft het financieel staatsbe
leid geen rekening gehouden. Men z:,c de
pacificatie op onderwijsgebied. Deze be
hoefde niet duur te zijn,-docli men wilde
(tevens het onderwijs naar omhoog bren
gen met liooge salarissen, kleine klassen
jen mooie gebouwen. Het departement van
Pnderwijs kost alleen 3/4- van alle depar
tementen in 1904.
Hetzelfde bij het Hooger Onderwijs en
vooral ook frappeert het bij het vakonder
wijs.
Dan de woningbouw, die gedragen werd
'door de gedachte: wij moeten den werken
den stand brengen op een hooger peil. Dat
iis zeer loffelijk maar liet was niet moge
lijk. Dan het Rijks-huc'ht- en -opvoed-higs-
jwezen,. de Warenwet en de Veesclikeu-
aingswet. Het zijn allo loffelijke zaken
jmaar het gevolg is, dat het Nederland-
(sché volk overbelast is.
i Rovend'en het volk heeft,niet de over-
Jtuiging, dat het geld op de beste wijze be-
latéed is. Dit is gevaarlijk voor den gul-
'den maar ook i'n Staatkundig opzicht.
Het economische gevaar is het derde.
[De Staatskas vergt zooveel dat de kopita-
Hisatie niet meer in overeenstemming is
ime-fc- de bevolkingstoename. Dit is het
[ergste bezwaar. Noodzakelijk is in de
■eerste plaats -een be.lastm.gpolitiek, die
streeft naar een sluitend budget. Doch bet
.tweede is: Hoe komen wij tot verminde
ring van Tasten. Deze zaak gaat bet volk
.aan. Zoo'ang het de toekomst opoffert aan
het beden door een zoo sterke zorg voor
de behangen van bet kind, brengt het de
.toekomst voor hetzelfde kind in gevaar
*j( Applaus).
Spr. betwijfelt voorts, of de actieve wei-
paar tpolitiek serieus genomen mag wor-'
iden omdat de voorstamders dezer politiek
ieen irdianeugehuil deden opga.an toen de
iMmister van Financiën de Staatsloterij
iwiMe opheffen. Voor het overige verwacht
(men van Staatsinmenging ter bevordering
van de productie ar et veel.
Het tweede vijandelijk streven stamt
uit socie'ist;sche kringen. In het Staatkun
dig en maatschaippélijk leven valt een ze
kere ontwikkeling waar te nemen. Dit mag
Enen niet uit het opg verhezen. Echter
be^stingpobt-'ek moet zijn ,.Real"-pol-tiek
De verhouding tusschen de belastingen
ïooet gewijzigd worden ten gunste der in
directe belastingen. Te groote plaats neemt
an de Succesiebelastkig, waardoor kapi-
Haal, geen inkomen, aangetast wordt. Ook
an socialistische' en n Wetenschanpelijke
FEUSLLKTOW
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
51)
„Wij danken u, dat gij ons daarvoor
geroepen hebt," zeiden verscheidene stem
men. „Wij mogen op een anderen avond
/terugkomen, niet waar?"
„Ja, zeker, vrienden," zeide Iwan. „En
-gij ziet weil dat God de zondaren liefheeft,
.j [dat Hij hen wiet verstoot, en dat Hij de
I slechts ten redtHot doét goed dat te
i weten."
Do soldaat was dien avond gelukkig,
Jkoewel hij zich zwak voelde, en de hoest
.hem niet met rust liet. Hij kon wel zeg-
gen dat indien hij in den oorlog een been
jhad verloren, bij er een schat uit terug-
gebracht had. Welke was die schat? De
kennis van de liefde Gods. De laatste
t .woorden van zijn jeugdigen luitenant
hadden hem (Rep getroffen, en het lezen
Van het Nieuwe Testament, tezamen met
de v erklaringen van de edele vrouw in het
i veldhospitaal, hadden -hem de oogen doen
topengaan. Hij had begrepen dat. Jezus
i jCbristus niet een Hechter was, dien hij
'i vasten en boete moest vermurwen,
i
kringen verheffen zlcli stemmen voor de
indirecte belastingen. In bet begin lieeft
spr. gezegd, dat èn de valuta èn de be
lasting de aandacht trok omdat het volk
erdoor geroepen wordt, doch dit niet al
leen om de materieel© belangen. Door de
.wereld gaat een strooming om de men-
isclien naar de aarde cn van den hemel te
trekken. Laten wij hieruit deze Jeering
trekken, dat wij nooit den band met hoo
ger e belangen mogen vergeten en deze
band is dat wij de huidige depressie moe
ten aannemen uit «de hand van God,
waardoor wij, vereenigd als patroons en
arbeiders, moeien zien door te komen.
Gedachienwirseli ng
De heer H er mans-uit Amsterdam,
vreest, dat spr. bij zijn steekproeven een
verkeerden steek genomen lieeft! Zoo be
treurt spr. de critiek op den woningbouw.
Immers het geld, in den woningbouw ge
stoken, keert weer terug.
De heer W-ou-da, uit Utrecht, [heeft
over handelspolitiek geen woord gehoord.
Dit vindt hij zeer jammer. Te weinig aan
dacht is tot heden van deze zijde geschon
ken aan do handelspolitiek. Dan heeft spr.
bezwaren tegen de zakelijke bedrijfsbelas
ting, welke eiken zedeb'jken rechtsgrond
mist. Hij wenscht, dat de vergadering
zich tegen deze belasting zal uitspreken.
De heer Biemont, uit Bléiswïjk, be
treurt, dat spr. de handelspolitiek niet be
handeld beeft. Hij kan voorts' instemmen
met de roepstem: verteert niet. meer, dan
gij verdient. Echter niet dé successierech
ten moeten afgeschaft worden, doch de
inkomstenbelasting moet verlaagd worden,
vooral in verband met de opoenten.
Do beer Gerbrandy beantwoordt dan de
sprekers. Hij hoort mét genoegen als
opgekomen wordt voor een goede woning
voor den werkman. Dit is 'een zeer loffe
lijk streven.
klaar de staatsfinanciën maken, dat de
staat niet kan bereiken, wat hij wil be
reiken. Deze werkmanswoningen worden
in Friesland alleen nog maar door den
m'iddenstand bewoond, daar de hu
ren voor den werkman te hoog zijn.
De huren moeten naar beneden en dat
verlies zal uit de publieke kassen moéten
komen.
De heer Wouda liad gelijk te betreuren,
'dat spr. niet gesproken beeft over han
delspolitiek, dook spr. moest zich beper
ken. Spr. meent, dat de invoerrechten ver
hoogd moeien worden om de bevolking to
werk te stellen, daarom moeten wij wa
penen in de handen hebben op bande1 spo-
Jitiek gebied. Spr. is dus voor.stander van
een dubbel tarief. Wat de belastingen be
treft, wij moeten eerst liet budget sluitend
maken en dan kunnen wij er pas over
spreken om de meest drukkende belastin
gen te verlagen.
Prof. Diepenhorst dankt ten slotte den
lieer Gerbrandy voor zijn rede, waarna de
vergadering geschorst wordt tot den na
middag.
Do middagzittjng werd te ruim 2 uur
door Prof. Diepenhorst heropend.
Do heer J. R. Snoeck Henkemans, lid
der Tweedo Kamer, sprak in deze zitting
over het onderwerp:
„De arbeidswetgeving".
Spr. gaf eerst 'n overzicht van de ont
wikkeling- der arbeidswetgeving hier to
lande. De eerste eigenlijke Ned. arbeids-
beidswet kwam tot stand in 1889. die tot
1911 onveranderd van kracht bleef, toen
haar beperkende bepalingen zeer werden
uitgebreid.
Een poging tot afzonderlijko regeling
van den arbeid der bakkers mislukte door
verwerping van het wetsontwerp-Talnia
door de Tweede Kamer. Gelukkiger was
deze Minister met de afzonderlijke rege
ling- van den steebhouwersarbeid, en in
1914 kram de -Stuwadoorswet tot stand.
De groots stap voor het gansche gebied
van den arbeid werd -eerst, in 1919 gezet
(de wet-Aalberse), welke wet door. de wij
zigingswet van 1922 oenigszins werd ver
ruimd.
Spr. ging d'"e wetten in haar hoofdpun
ten na en ging vervolgens over tot de be
handeling der twee vragen: I. Hoe heb
ben wij in het algemeen te oordeelen over
het ingrijpen van den wetgever op het
gebied van den ^arbeid, en II. Tot welke
kritiek lokt de bestaande Arbeidswet?
Op do eerste vraag antwoordde Spr., dat
ingrijpen van den wetgever op het gebied
van den arbeid onvermijdelijk is om der
zonden wil.
Immers door a7le t'jden heen werd de
•zucht -om geld te verdienen oorzaak van
het gebruiken van den arbeider op een
wijze, die niet overeen is te brengen met
den eiscli v<yi- eerbied voor den mensen,
die naar Gods beeld!, is gescha-pen. Zoo
zal 't ook in de 20ste eeuw zijn, aTs weder
volstrekte vrijheid zou «heerschen op hot
gebied van den arbeid. Spr. lichtte dit na
der toe en wees er op, dat het Verbond
van Ned. Fabrikanten de werkweek van
.56 uur weer wil invoeren, een eisch, die,
naar Spr. zeide, onmenschelijk is.
De wet zoo concludeerde Spr. is
dar. ook onmisbaar.
Feitelijk is liet bestaan van een Arbeids
wet zoo vervolgde Spr. slechts te
dulden als een overgangstoestand; vrije
opvolging van hetgeen wij erkennen als
stuk van onzen Ckr. levensplicht is het
ddeaal, maar om dat ideaal te benaderen,
is de wet voorshands noodzakelijk. Tegen
-onszelf en tegen anderen, tegen onwillige
on nimmer tevreden vak-genooton en tegen
den vloek der ongebreidelde concurrentie
moet de wet ons beschermen. Het doel
der sociale wetgeving is eerst in de twee-
do plaats deze kwaadwilligen te dwingen
haar eerste doel is de goedwilli'gen te steu
nen.
Hierna komend' tot de behandeling van
zijn tweedo vraag: Tot welke kritiek lokt
do bestaande Arbeidswet.?, vatte Spr. zijn
bezwaren als volgt samen: a. de Arbeids
wet bepaalt lo veel, waar zij moet begren-
izen; b. do Arbeidswet maakt algemeen,
waar zij moet onderscheiden.
Deze beide gedachten werkte Spr. nader
uit, hieiibij met verschillende voorbeelden
uit de praktijk zijn /bezwaren nader 'toe
lichtend.
Prof. Dr. J. R. Slo tem aker dc
Brufae hield daarna de volgende
S'eirede.
Spr. acht zijn taak slechts matig aan
genaam. Het is te doen, om een meer gees
telijken toon in dit slotwoord. Doch dat
wordt allicht pnprac.tisch en onreëel na de
zeer tastbare uiteenzettingen. Bovendien
zou -spreker gaarne zijnerzijds iets over
de brandende economische vragen hebben
opgemerkt.
Intusschen ziet bij toch een en ander,
dat hem' bemoedigt. Als hij zijn taak ziet,
gelijk aldus kan worden aangegeven, dan
sluit bij daarmede aan hij liet besef der
genen, die dit Cctngres organiseerden en
die hier samenzijn: wij wenschen inder
daad onzen sociaal-economischen arbeid
geestelijk gefundeerd te zien. H'"'j sluit
zich eveneens aan bij den opzet, gelijk die
in de rede van den heer Golijn gegeven is;
aan de u:teenzetting der economische toe
standen gaat daar de herinnering vooraf,
dat het moreele en religieuze tot de con-
stiltueerende factoren van een volkstoe
stand behoort. Dus is er -tevens behoefte-
aan sociaal-moreele bezinning.
Dit geld ongetwijfeld voor alle tijden.
Doch thans geldt liet in bijzondere nia'te.
Men hoore liet pesimishscli relaas van
den lieer Colijn en de -tastende uiteenzet*
tin-gen der beide volgende practische refe
raten; men lette op de 'discussie liier en
;op wat flikkert en flitst in de pers. Er
ji's een geestelijk oriënteêringspunt noo-
dig.
ATs spr. daarnaar zoekt, zal hij zicli
zeer algemeen bhjven uitdrukken. Treden
in finesses is na bet gehoorde ©nnoodig
en ongeoorloofd. De vrag'en zijn boven
dien te ernstig dan dat men kortelings
zou mogen aanstippen.
Heel algemeen wil spr. iéts zeggen over
lvetgeen het Christelijk beginsel dezer or
ganisatie beduidt voor onze roeping en
onze kracht.
Eerst de roeping. Hier verwerpt spr.
wat b:j oppervlakkige beschouwing voor
de hand zou liggen; nJ. dat in dézen
zwaren ecornomisclien strijd de Christen
werkgever in zijn bedrijf en als zoodanig'
barmhartigheid zou moeten oefenen.
Hét Christendom staat voor liefde ja,
maar in het openbare leven niet minder
voor recht. Barmhartigheid oefenen op
economisch terrein is geen gezonde ge
dachte en voor den ganschen volksbloei
zeer weinig profijtelijk.
Ook vragen' onze arbeiders in hun be-
-drijfspositie geen barmhartigheid, maar
datgene wat èn recht èn economisch mo
gelijk is.
Wel1 echter is het. zaak om ook thans te
letten op de moreele eisch en; ook nu zal
de werkgever in den arbeider den mensoh
moeten zien en eerbiedigen; hij zal de
/sfeer der arbeiders- moeten „aanvoelen"
Colijn) en moeten welen, dat het in alle
it'Cionomisch-materieele verhoudingen om
éen geestelijke levenshouding te doen is.
Hier zal de moeilijkheid oprijzen om
het -soc;ale en economische tegen elkaar
af te grenzen en op te wegen en zal een
breed e blik onmisbaar zijn, die niét voor
één moeite terug treedt of om één klein
voordeel handelt -of aan één groep -of en
keling denkt zonder op bet geheel te let
ten.
De zuiver-Christelijke idee van solidari
teit en samenwerking sluit de mogelijk
heid noch de noodzaak uit om plaats te
laten voor een ©dolen wedloop, voor het
spannen der krachten van ioderen enke
ling. Bij dit alles zal het zaak wezen om
sober te blijven in dc idealen. De psycho
logische fout van het optimisme uit 1918
mag niet worden herhaald en voor dwe
pende maatschappij-idealen, die straks
ijle constructies of woorden blijken zul
len, moet men zich wachten.
Is dat in het algemeen de roeping, dan
is er voor de vervulling daarvan behoefte
aan geestelijke krachten.
Hier grijp© nu de Christelijke werkge
ver slechts in den, rijkdom van geestelijke
schatten. Het Evangelie leert op de meest
nadrukkelijke wijze de waarde van een
enkele mensclienziel en wie hiermede is
gedrenkt., zal nimmer kunnen nalaten, den
m e n s c h' in den arbeider le erkennen.
Met de scheppingsgedachte is de solida.-
riteit onuitroeibaar gegeten: „hebben wij
niet allen éénen Vader? heeft niet één
God ons geschapen?" De ontroerende
waarschuwing, wat het den monsch 3>aat
zoo hij de wereld gewint en scha'de lijdt
aan zijn ziel, vraagt behartiging in het
an a a t schappeli jk handelen
Slechts een verfijnd geweten vindt het
onderscheid tusschen zelfzucht of klas
senstrijd, of groepsegoïsme en tusschen de
noodzakelijke zelfhandhaving en de in
spanning van alle eigen kracht. De aan
vaarding van den aardschen arbeid als
een Goddel'jk beroep geeft daarom een
perspectief, dat toewijding wekt en vol
harding ook waar men zich' niet aan
idealen vergaapt.
Dit alles te samen vormt zeker nog geen
enkele zuiver economische richtsliju;
nnaar het schenkt te onmisbare sociaal-
moreele basis.
Het blijkt dan wel, dat de Christen
werkgevers door dit waarlijk te willen
izijn, het zich moeilijk maken. Het is aan
genamer cm aedcr verhand tusschen het
economische leven en de geestelijke over
tuiging te loochenen. In dit opzicht heb
ben zoowel de liberaal-denkende als de
mystieke vromen het. gemakkelijker. Bot
sing tusschen religieuze on economische
roeping kennen z:j niet. Maar de armoe
van dat gemakkelijke standpunt val't licht
aam te toonen. En de schoonheid van de
zwaardere taak glinstert voor ons <Kg.
Mede daardoor zal onze beweging nog
moeten groeien. Het aantal der Christelijk
georganiseerde, patroons moet toenemen
en daardoor tevens de kracht van hun or
ganisatie. Ook, opdat zij elkaar sterken
om in dezen donkeren tijd den zuiveren
weg te vinden, cn to gaan.
GEKEF. KERIvEïT.
Beroepen. Tc Schiedam: Ct. v. Dui
nen' te Zeg waart.
GEREF. GEMEENTEN.
Tweetal. Te Meliskerkc: A. v. Dijke
lo Nieuw-Beijerland en B. v. Neerbos te
Torneuzeii.
Bedankt. Voor Grand Rapids (N.-A.)
J. Vrcugdenhil to Borssele.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Na des morgens bevestigd te zijn
door ds. J. Ree sink, van Aalten, met een
predikatie over Exod. 4: 20b, deed Zondag
j.l. ds. J. A. Riek el, gekomen van Zaan
dam, zijn intrede bij de C'hr. Geref. Kerk
te Maarssen, sprekende naar aanleiding
Aan Coloss. 1: 28. Dc nieuwe leeraar werd
toegesproken door den bevestiger namens
kerkeraad en gemeente. De gemeente zong
aan het slot den nieuwen leeraar toe
Psalm 134: 3.
Na bijna 4 jaren vacant te zijn ge
weest, zag de Geref. Kerk van Jutrijp-
Hommerts j.l. Zondag weer 'n eigen leeraar
in haar midden optreden in cand. S. IV e s-
b o n k, van Win sum gekomen, die Zondag
morgen bevestigd werd door Ds. J. H.
Kuyper van Winsuni. Ds. Wesbonk sprak
naar aanleiding van Jesaja 10: 31, waarna
bij werd toegesproken namens den kerke
raad, de gemeente, de classis en door den
consulent. Den nieuwen leeraar Averd toe
gezongen Ps. 121: 4. Het kerkgebouw was
eivol.
D s. J. Voerman te Warns (Fr.)
lioopt Zondag den 27 April a.s. afscheid
te. nemen van de Geref. Kerk to Warns
cn Zondag den 4 Mei d.a.A'. zijn intrede re
doen bij de Geref» ICcrk lo Joure. na be
vestigd te zijn door ds. A. D. C'. Kok van
Idskenhuizen.
Do beer H. de Jong, cand. bij de
Geref. kerken te Oudega (W.) hoopt Zon
dag 11 Mei a.s. zijn intrede, té doen bij de
Getff. Kerk te Boerakker, na bevestigd to
zijn door ds. G. A. Langhorst Van Gaast-
rneer.
45 jaar Predikant.
Ds. J. P. van Me lie. Ned. Herv. pred.
te Njjkerk hoopt dezer dagen zijn 45-jarig
ambtsjubileum te vieren.
De jublaris is nog flink naar lichaam en
geest, om zijn ambtswerk te vervullen.
Aan belangstelling zal liet niet ontbreken.
Mooie verzameling
De Joodsche universiteitsbibliotheek te
Jeruzalem heeft een ygrzameling rail G000
beokdeelen in bezit gekregen, alle op het
gebied van Semitisch onderzoek, Avelko
Avaren nagelaten door professor Ignaz
Goldziher van Boedapest.
De strijd in Twente
Over dit onderw-erp schrijft B(ulgcrs)
in de Rotter dammcr:
„Bij de banlwoording van Mr. Dressel.
buys' economische beschouwingen lieofi
do heer Schouten ook, zij 't zeer kort,
©ver liet conflict in Twente zich uitgelat
ten. Hij zeide daarover het volgende:
„En nu een ander voorbeeld in verband
met dien geest van samenwerking. Is die
geest van samenwerking aanwezig in
Twente aan de zijde van de textielfabri
kanten.? Mag niet worden aangenomen,
dat de groote werkgevers in de textiel-
iodustrie in Twente zich allen in mindere
of meerdere male vgrwarct gevoelen aan.
den Vrijheidsbond en zijn opvattingenf
"Wanneerde gedachten, die gisteren door
den lieer Dresselhuys zijn geuit, in zak©
d;en geest van samenwerking, door hem en
de zijnen in het land werden uitgedragen;
wanneer gepoogd werd met ernst en met
mainvgezetheid zijn groep in den lande
van deze gedachten te doordringen en ie
bezielen, dan zou er inderdaad heel wat
meer kunnen ivorden en zijn bereikt dan
op bet oogenblik le dezen aanzien bet ge
val -is."
Hier is een van de hoofdmomenten \iï-
'den strijd in Twente aangeroerd. Het gaa
daar niet alleen, niet in de eerste plaats
over dé 10 pet. loonsverlaging. Ook ui-
alleen over de verlenging van arbeidt
tijd, waartegen bij do textielarbeiders zeer
groote bezwaren bestaan, doch waaraan
naar het schijnt aan werkgeverszijde
.'thans minder betcekenis wordt gehecht
dan aanvankelijk moest worden aangeno-1
men.
Veel meer is het juist dé verhouding
van werkgevers en arbeiders in het alge-;
meen. die in Twente in het geding is. Mei?
zou kminen zeggen, de arbeiders strijden
voor bet ideaal van samenwerking en
•overleg door Mr. Dresselhuys aangegeven.
De werkgevers verwerpen dat ideaal.
Daar ligt ook de reden, Av&nrom de sym
pathieën van zeer velen, <X* anders hij
arbeidersconflicten zich afzijdig houden,
bij dit conflict naar do arbeiders uitgaan.
De publieke opinie heeft in den loop der
jaren geleend, flat bij gezonde verhoudin
gen do arbeidsvoorwaarden niet gedicteerd
be'hooren te Avorden door een groep werk
gevers, hoe machtig en hoe goed georgani
seerd die ook zijn. Dat de Twentsche in-
dustrieelen dit standpunt nog niet hebben
aanvaard, is scliier onbegrijpelijk. In zoo
menig opzicht hebben zij getoond acn
hoogc eisclien van moderne ontwikkeling
van hun bedrijven te kunnen voelcen.
Waarom zouden zij ook in de verhouding
tot de arbeiders en hun organisaties mo
derne werkgevers in den goeden zin van
•het woord worden?
Helaas is het zoo ver niet. Moge het
conflict, dat thans Avoedt, aan het komen
van betere toe.s(pinden bevoTderhjk z'-jn.
Daarvoor is liet echter noodig. dat de ar
beiders niet gedwongen worden zonder
meer zich te onderwerpen aan wat over
Jien wordt gedecreteerd.
Wie hiermede instemt zal ook vrijheid
kunnen gevoelen om een bijdrage tot steun
der uitgesloten textielarbeiders te zenden
aan het bureau .van het Christebjk Natio
naal Vakverbond of aan den Nc-derland-
schen Chris lelijk en Text'élarbe* dersband
„Unitas", he;do te Utrecht.
Onze Christelijke arhe'ders, die tot over
leg van meet af aan zich bereid verklaar
den, en (lie bij herhaling die bereidheid
toonden, hebben on symuathie aanspraak"
maar een Heiland, dio hem wilde red'd'en
zooals hij was, en die ales gedaan had
wat daartoe noodig was.
Indien men Iwan gevraagd had naar
hetgqen in zijn hart was omgegaan, zou
hdj er geen nauwkeurig verslag van heb
ben kunnen geven Al wat h:j zeggen kon
was dat hij gelukkig was, omdat hij wist
dat God hem liefhad. Hij sprak er dik
wijls over met Marplia, en wenschte haar
,in zijne overtuiging en zijne bl:jdschap te
doen doelen; maar hoewel zij zich verwon-
clerdo over de veranderjing, die bij haar
man teweeggebracht was, (begreep zij er
niets van, omdat het werk der genade hij
haar nog geen aanvang had genomen. Zij
kon nit?t over de zorgen van dit leven
heenzien. Het is. waar dat het haar aan
deze niet ontbrak.
Eindelijk, weinige dagen na de vlucht
van den student, kwam president Cha-
bachkina in het dorp, en kondigde den
J>oeren, die op bet plein vergaderd waren,
aan, dat de belastingen verhoogd waren
met het ook op de uitgaven, die de -oorlog
veroorzaakt had. De meeste boeren ava
ren huiten staat die overbelasting t© be
talen, en de president liet beslag teggen
op den oogst, dio dat jaar reeds zeer
schraal was. Indien de socialistische op
roermaker op dat oogenblik t© Gorochino
ware gekomen, zouden zijne pogingen er
mogelijk beter gelukt zijn.
Het bezoek van den lieer Chabackkina
verwekte caider de boeren heimelijke onte
vredenheid, die zich i'n gemor uitte, toen
zi§ne koets bij de kromming \'an den weg
verdwenen was.
Ongeveer een© week nadat de brief van
Iwan aan zijn schoonbroeder verzonden
■was, ontving hij bet volgend© antwoord:
„Miijn lieve broeder Iwan Alexeitsok!
Het is een moeilijke tijd en de zaken
gaan slecht. Het spijt mij 'dat ik u n'iet
van dienst kan zijn, maar ik heb nauwe
lijks genceg Averk voor de mijnen, en het
is mij onmogelijk -om al war© ihet maar
één mond meer te voeden. Ik smeek u dus
•onze ellende niet te komen vermeerderen.
Wanneer men aim is zooals wij, doet unen
■geene beloften, die eene reis naar Peters
burg noorzakelijk maken, en wanneer men
zu-lke beloften gedaan lieeft, komt men die
niet na.
Greet mijne zuster Marpha Niikolovna»
voor mij, alsmede de kinderen en allen in
het dorp. die z:ch mijner nog herinneren."
Ik blijf uav toegenegen broeder,
AXTOINE TROUBKOF.
Die brief Avas voor Iwan een harde
sslag. Hi'j wierp al zijne plannen omver,
want het denkbeeld dat zijn .schoonbroe
der een Avedgcren'd antwoord zou zenden,
Avas zelfs niet bij hem opgekomen.
Een cogenblik was hij d:>op verslagen, en
de, janinierklacli ten van zijne vrouw, die
hem smeekte, van zijn voornemen 'a|f te
zien, droegen niet 3>ij om hem op le wok
ken. Toch wilde hij vertrekken, zijne be-
ijofte was heilig, maar hij Avist niet hoe de
zaak zou kunnen geschieden.
Hij richtte zich toen tot d:<en Vriend,
die altijd gereed is degenen, die tot Hem
de toevlucht nemen, ter liulpo te komen,
en eensklaps herinnerde bij zich dat hij
con kameraad had, die z:ch sedert korten
tijd als huurkoetsier te St. Petersburg had
gevestigd. Dat Avas een lichtstraal! Hij
ging spoedig naar den vader van ge
noemden kameraad, om naar het adres
van zijn zoon te vragen met het voorne
men hem te schrijven; maar hij bedacht
zich. De weigering van zijn schoonbroe
der had hem voorz'chtig gemaakt. Het
was beter op goed geluk nf tc gaan, of lie
ver zooals hij lift kinderlijk uitdrukte, op
Gods genade. Daar gekomen zou de ka^
meraa-cl zijner kinderjaren liem geen be-
.te broocl weigeren» noch een hoekje in zij
ne woning, om den nacht door te brengen.
Pavlouclia koh al een paard mennen, en
.Marpha en hij zouden Avel een m'ddel
vinden om hun dagelijksch brood te ver
dienen.
Toen de zaak beslist-was, begon de sol
daat zijne toebereidselen tot vertrek te
maken.
Gelukkig had de goede starosta een
teergevoelig hart, zooals vader Wassili
zeide. Toen hij de verlegenheid van den
armen man zag. bood hij hem aau do
zorg voor iijn akker op zich te nemen, cn
dio door zijn zoon Nikacba te laten be-
boiuven. ingeA'al Twan in de lente niet terug
zon zijn.
Er bleef nog ééne vraag tor beaiitwonv-
'ding over: zouden zij de k,eine Maeha
meenemen? Marpha's hart bloedde bij de
gedachte aan scheiden, maar Iwan vond
bet verstandiger geen noodeloozen last op
zich te nemen. Het kleinste kind was al
genoeg. Maeha werd dus overgelaten aan
'de zorg \an de goede vróuw van don
starosta, die een groote voorliefde voor
"haar had.
Het was October. D© winter naderde
met rassche schreden. Do eerste snoemv
was reeds gevallen: de nachten Avaren
koud, de dagen somher en kort. moes
ten haasten zich op weg te begeven.
Voordat de wegen onbegaanbaar werden.
(Wordt vervolgd).