Dagblad voor Leiden en Omstreken.
UWE LEU
ASOfflNEfftEüTSPflIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd xijn
Per kwartaal 12.50
per week f 0.19
(franco per post per kwartaal f2.90
4de JAARGANG. - DINSDAG 19 FEBRUARI 1924 - No. 1168
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58? 3
De uitersten.
Op do belangrijke vraag door Mr. Troel
stra bij het algemeen, politiek deibat tot
den hear Wijnkoop gericht: „Wat is nu
uw -eigen plan", Lebben de woordvoerders
ivan de verschillende fracties een antwoord
(trachten te geven.
1 Ook hier bleek te gelden, dat de uitersten
elkaar raken.
He't waren de heeren Braat en Wijnkoop
rde twee anti-poden in de Tweede Kamer,
waarvan de een zich aan de rechtervleugel
bevindt en de ander aan de uiterste lin-
kerszljde marcheert.
Deze twee afgevaardigden vormen in
vele opzichten een scherpe tegenstelling.
Maar de overeenkomst bestond hierin,
dat ze vol critiek waren op de plannen
van de Regeerinig, maar dat ze op do
vraag wat dan well hun plan was, geen
antwoord hadden.
Althans geen antwoord dat ernstige be
spreking waard zou zijn.
Als b.v. de heer Braat betoogt dat we
inzake de Staatsbemoeiïaig enz. eenvoudig
terug moeten naar 1914, dat de salarissen
op het peil van diat jaar moe'ten worden
gebracht, dat de Regeering de ambtena
ren op straat moet zetten, zonder wacht
geld en zonder pensioen enz. dan gevoelt
men dat met zulk eten afgevaardigde over
een zoo belangr:ik en diep ingrijpend on
derwerp niét valt te spreken.
Hetzelfde geldt feitelijk ook van wat
'door den heer Wijnkoop -werd! betoogd.
Deze afgevaardigde wil beg'ninen met
schrapping van de militaire uitgaven, een
plan, waaraan zelfs do Soc. Democraten
hu one góed-keurig niet kunnen hechten.
Verder bepleitte bij converteering van
«een deel van de Staatsschuld om op die
wijze te komen tót verlaging van den-ren-
tVaét van den Staat.
Toen Ir'j evenwel tot de ontdekking
kwam dat op die wijze in de eerste en
voornaamste plaats de kleine bezitters, en
de menschen die bij een of andere maat
schappij als verzekerde geïnteresseerd
!zijn, gedupeerd zouden worden, ging hij
zijn plan in dien zin wijzigen, dat een ge
dwongen leeniing tegen een zeer laag ren
tetype zou moe'ten worden uitgeschreven.
Een denkbeeld dat met het oog op liet
Staatscrediet en de geldmarkt al even
Onu'tvoerbaar is en dat daarom ook van
geen enkele zijde een ernstige bespreking
'ten deel web
Op de vraag: „Wat is nu uw eigen
plan", moes't dus zo'owel de heer Braat als
'de heer Wijnkoop het antwoord schuldig
blijven.
V De Vrijheidsbond.
Ook de leider van den Vrijheidsbond
oefende critiek op de plannen van Minis
ter Colijn.
Een critiek, waarvan hij tenslotte zelf
moest erkennen, dat er eten tikje overdrij
ving in school.
Zijn. critiek gold in de eerste plaats den
heer de Geer, wiens plannen niet to't uit
werking kwamen en van wien het heette
dat onder zijn bewind de gulden veilig is
gebleven, ondanks bet gebrek aan krach
tige daden. -
En nu vreesde hij van den heer Golijn
•hetzelfde.
De inzet in de Millioenennota was te
ïorsch en te krachtig, maar in de Memorie
van Antwoord was naar zijn meening de
heer Colijn weer teveel naar 'dé anderé
zijde overgezwenkl
Van de voorgestelde plannen verwachtte
hij niet veel en tegen do aangekondigde
belastingen had hij zeer ernstige bezwaren.
Wat de heer Dresselhuys dan wel
wilde?
Hij wensobte een ander systeem van
ïjezuin igihg.,111 h
De veiligstelling van den guldefi achtte
hij een nuttige een zeer gewenschte zaak
maar vergeten mocht niet dat alleen dan
de veiligstelling van den gulden beteeke-
nis heeft wanneer het is een vanzelf wer
kend natuurlijk verschijnsel vain terug-
keerende economische gezondheid.
En dat kan alleen bereikt worden, als
de kwaal, waaraan wij labor ©eren, ge
nezen wordt.
Geschiedt dat niet, dan mogen we enkele
uitwassen afsnijden, en schijnbaar een tij
delijke verbetering van den gezondheids
toestand' krijgen, maar dan aal er toch
van geen werkelijke genezing sprake zijn.
En wat dan wel de kwaal is, die be
streden moet worden? Het antwoord
luidde, dat er i's een ziekelijke uitgroeiïng
van den Staat, zoodanig, dat de Staat
in onze gemeenschap een veel te groote
plaats in beslag neemt.
„Een veel te groot deel van de sappen,
welke door particulieren arbeid en parti
culiere kracht worden voortgebracht, aldus
de heer Dresselhuys, moeten dienen om te
voeden de woekerplant, die men Staat
noemt, en die het geheele particuliere en
maatschappelijke léven meer en meer heeft
omslingerd".
Daarom: economische reconstructie, waar
onder dan, naar nader bleek, verstaan
moest worden een beperken van de werk
zaamheid van den Staat tot het tegengaan
van openlijke misstanden.
Het was wel jammer, dat de heer Dres
selhuys zoo langen tijd over bijkomstige
dingen sprak, dat hij geen tijd meer bleek
te hebben om deze gedachten nader uit te
werken.
Dat zou interessant zijn geweest omdat
niet duidelijk werd of de heer Dresselhuys
na de uitspattingen, waaraan hij zich in
de bekende revolutiedagen schuldig maak
te, -thans weer terug verlangt naar het ge
lukkig in de musea bijgezette economisch
liberalisme, maar vooral o'ok, omdat nu
niet bleek, welke sommen men op die wijze
thans denkt te bezuinigen.
En daar gaat het toch om.
Hét wa3 zeker niet onhandig van den
heer Dresselhuys om een theoretische be
spreking te houden over de taak van den
Staat een onderwerp dat zeker, volle
belangstelling waard is maar als dat
voorbeeld door de Regeering wérd ge
volgd, dan zouden we nu reeds kunnen
comstateeren, dat er van hare bezuini
gingsplannen niets terecht komt en dat het
te dekken tekort het volgend jaar nog
veell grooiler zal zijn.
Op de vraag: „En wat is nu uw eigen
plan?" moest ook de heer Dresselhuys h'et
antwoord schuldilg blijven.
Hij heeft geen plan.
Wel werd in bet algemeen aan de Re
geering steun toegezegd.
Hierbij werden echter zooveel reserves ge
maakt en zooveel .„ofs" en „maar's" ge
hoord, dat he't aan de leden, van den Vrij
heidsbond niet moeilijk zal vallen olm
straks, als puntje bij paaltje komt, een
aanleiding te vinden om hunne medewer
king niet te verleenen.
STADSNIEUWS.
Kerkelijke verkiezingen in de Ned. Herv.
Kerk.
De Goref. Kiesvereen. „Geloof en Belij
denis" had gisteravond een openbare ver
gadering in heb gebouw „Prediker" be
legd, waarin als spreker optrad, Ds. J,
Goslinga van Utrecht-.
Na opening zette de voorz., de beer T.
v. d. Berg. het doel van deze bijzondere
samenkomst-uiteen. Immers de vrouwelijke
lidmaten zullen voor heb eerst in Leiden
worden opgeroepen om haar stem uit te
brengen, iets wat haar is opgelegd door do
Synodale organisatie. Nu dient de vrouw
eenige voorlichting in deze zaken te heb
ben. „Geloof en Belijdenis" werd n.1. be
schuldigd van het drijven naar eene zijde,
en het aansturen op partijdigheid. Daar
tegen mee men de andere kiesvereen. te moe
ten waken waarbij zij overgaan tot be
schuldigingen gericht aan het adres van
„Geloof en Belijdenis." Het tegendeel is
echter waar. „Geloof ên Belijdenis" wil
geen partijschap en doordrijverij, zij wil
niet anders dan Gods Woord weer richt
snoer in onze kerk, dat dat woord weer
autoriteit en gezag in onze kerk krijgt en
daarom wenscht zij mannen af te vaardi
gen, die staan op den bodem van de be
lijdenis der Kerk, die opkomen voor den
Naam en do zaak des Heeren,
Hierna verkreeg Ds. J. Goslinga het
woord. Dat- wij leven in bijzondere en ban
ge tijden, aldus spr., zal wel niemand ont
kennen. Alles is ontwricht, het geheel ver
toont oen treurig beeld. Donkere wolken
pakken zich samen op kerkelijk en staat
kundig terrein. Ook boven het kerkelijk
terrein pakken zich de wolken samen. Vij
andschap wordt alom openbaar.
Daartegen moet- de strijd worden aange
bonden; Deze strijd mag echter geen par
tijstrijd zijn, mag niet gaan om een groep.
Het; moet. gaan om de eere van Gods
Naam; het gaat om heel ons volk, om onze
kerk.
Wat zal or van die kerk worden? Die
vraag benauwt ons aan allen kant. Er is
troebeling op het terrein van maatschappij
en kerk! En als men dan opkomt voor
Gods eer, wordt men beschuldigd van
partijschap en groepsegoïsme en het drij
ven naar oen zijde, zoowel op staatkundig
als kerkelijk terrein.
Het geestelijk leven dat in onze kerken
naar buiben treedt, is onze belangstelling
ten volle waard. Het geestelijk leven blijkt
in een tijd van verwording en verwildering
juist het fundament te. zijn waarop alleen
met goed gevolg kan worden gebouwd, het
geen algemeen ook van vijandige zijde
wordt ingezien, Hoe velo Chr. gezinnen
zijn ontwricht, omdat zij de rreesteliike be
ginselen loslieten en de kerk ziet dit met
leede oogen aan. Als de kerken niet wak
ker worden, zal da-t de ondergang zijn van
ons vólk,.
Mion heeft ook de vrouw medegetr oklceu
in het onderling geding. Zij moet mede op
trekken in den strijd, ook op kerkelijk ge
bied.
Daartegen verzet zich een zee van hui
vering. De vrouw zelf wenscht dat niet,
maar de nood is haar opgelegd. Zal de
vrouw dit inzien? Of zal zij het aan God
overgeven en niet doen wat haar hand
vindt om te deen? Maar dat T--l"~kenjt de
overwinning van de tegenstanders; men
laat liet aan den vijand over.
Over zulk een nood en strijd van de
vrouw wil spr. hedenavond spreken naar
aanleiding van Esther-4: 1316.
Der Joden lot was bezegeld in den
burcht Suzan. Mordechai wordt wakker ge
schud; met een zak om zijne lendenen
en ascli op zijn hoofd, gaat hij -naar do
poort, 't Zag er donker uit. Haman liad
weten gedaan te krijgen van den koning,
dlat alle joden zouden worden omgebracht.
Maar Mordechai zeide tot Esther, ,.zoo gij
©enigszins zwijgen zult te dezer tijd. zoo
zal den joden verkwikking en verlossing
uit een andere plaats ontstaan. Dat volle
kon niet vallen. Als dat volk viel, viel ook
de Christus en het heil van heel do kerke
Gods. De vrouw moest echter voor het
gansche joodsche volk inspringen. Waar
do man machteloos staat is dikwijls de
vrouw het aangewezen middel ter verlos
sing, zoo ook in deze geschiedenis-s. Het
laat ons zien hoe de vrouw hoewel zicli te
rugtrekkend uit het politieke en kerkelijke
leven1, wordt in buitengewone moeilijke om
standigheden opgeroepen tot den stemplicht
omdat de vijandien aandringen, Esther
verzet zich, het was niet naar deB konings
wet. De nood wordt- haar echter
Maar wanneer ik dan om kom. zoo kom
ik om, is haar devies.
Zoo komt ook in onze dagen steeds weer
de vijand opzet-ten tegen de kerke Gods.
Al de ellende die wij aantrefffen op ker
kelijk erf is onze eigene zonde. Al het af
scheiden en kerken stichten is een weg-
loopen onder de tucht- des Heeren. Ook in
onze dagen is er,Gode zij dank, nog een
groote groep in die kerk die de banier des
Kruises omhoog houdt en die wenschen te
leven bij de beginselen van Gods Woord.
Maar ook nu zitten de vijanden der vrije
genade niet stil. Zij willen de grootst mo
gelijke vrijheid en dringen zich van alle
kanten naar voren. De vrouwen worden
opgeroepen en misleid om haar stem te ge
ven en aan het ongeloof, dat eindigt in
bitterheid, te verpanden. Daar moeten onze
mannen en vrouwen tegen opkomen. Het
gaat om Gods Naam en zaak. Knie naast
knie, moet zich buigen, hand naast hand
moet worden opgeheven. De vrouw mag
zich daar niet buiten sluiten, want de
nood is opgelegd. Scharen zij zich onder
de tegenstanders van het vrouwenkiesrecht
in de kerk en wie is niet tegenstander
verandert da-t aan de zaak als zaak
niets. Doch bezorgt den vijand de over
winning! Wij hebben zulks niet gewild,
maar wij zien er ons voor gé-
plaats t-.
Er moot een andere weg worden be
wandeld, dan tot nu het geval was. De
man zoekt de oplossing door macht en
kracht, dat is geen oplossing; alleen door
Gods Geest kan het geschieden. Dat wist-
Esther ook. Zij stippelde haar volk de lij
nen uit: Ik roep een vasten uit, ik en de
jongedochters zullen de gebedsriem a-anbin-
den. Wij zullen niet zonder God gaan. Zoo
ook in onze dagen. Wij zullen onze kracht
niet zoeken in luidruchtige advertentiën en
opsnb. meetings, daarvoor zijn wij niet op
getreden, maar ont er op te wijzen dat- alleen
door de binnenkamer heen de strijd gewon
nen kan worden. Na een wijle onze knie
ën gebogen te hebben, zullen wij ons ten
strijde opmaken, en die manhen kiezen,
die wenschen te staan bij de breuke Sions,
en zoo de roeping vervullen die ons opge
legd is, aldus besloot spr. zijn schoone rede.
Na dit krachtig woord, bracht do vooiz.
den geao.lile.Ti spreker dank en hoopte dat
dó vrouwen, zich nu bewust mochten zijn
van haar roeping en 'de lijst B. zullen
zwart maken.
Na gebed van Ds. Goslinga en het zingen
van Ps. 86: 6, werd deze goed geslaagde
vergadering gesloten.
Fr. L.
Patrimonium.
Naar wij vernemen hoopt de aid. Lei
den vain „Patrimonium" op Donderdag 27
Maart a.s. een openbare vergadering te
houden waarin als spreker zal optreden
de heer ;J. N. van Munster van Arnhem
om mededeelingen te deen omtrent d'e
Middernaohtzeiïding.
Tekort Diaconie Geref. Kerk.
In de Geref. Kerk alhier werd j.l. Zon
dag een extra inzameling gehouden voor
het tekort der Diaconie.
Deze collecte heeft naar wij vernemen,
opgebracht de som van f 702.36.
Chr. Besturen Bond.
De Leidscbe Chr. Besturenbond hoopt,
maar wij uit een desbetreffende convocatie
opmaken, op Vrijdag 29 Februari een le
denvergadering te houden in Prediker. De
Agenda vermeldt o.m. Medédeelimg'en,
Jaarverslagen en Bestuursverkiezing.
Aan de beurt van aftreden ®:jn: J. E. v.
d. Ouweelen, 2e Voorzitter; H. M. Poht,
le Secretaris; B. W. Mol ij n, 2e Penning
meester; ,'J. Wassenaar, Bibliothecaris,
dii'e allenherkiesbaar zijn, terwijl tevens
moet worden voorzien in de vacaturo door
het bedanken van den heer G. Rietkerk.
Het bestuur stelt hiervoor caridida'at: P.
Ph. v. d. Broek, Ghr. Nat. Werkmansbond,
AiiVEftT££ëTi£-FrifJ3
Gewone advertentiën per regel 22X centi
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefc
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbete*
Tan ten hoogste 30 woorden, worde®
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Aen Het Zoeklicht 1
Leiden, 19 Februari 1924
Van oude plunje gesproken!
Zooals men weet, is thans de hoop van
vete ambtenaren op de Soc. Democraten
Een gevolg van het feit waarschijnlijk,
dat de Soc. Democraten voor oen niet ge-i
ring deel op d'e ambtenaren hopen en
daarnaar hunne maatregelen nemen.
Er zijn echter ook andere tijden geweest
De lieer Wei'tkamp herinnerde er dezer
da,gen aan, da!t de heer Troelstra zich
indertijd aldus over do ambtenaren uit
liet:
Do ambtenaren in openbaren dienst,
die voor wein:,g arbeid vette trakte-t
men ten en rijke pensioenen genieten,
waar een heei volk voor moet zwoegen,
coitleenen hun luïheidsmonoporie meer
direct aan den bourgoisalaa't."
Bepaald waahdeererd vind ik deze ui te
spraak niet.
Maar ik kan zo wel verklaren uit het
fe?t dat tfe S.D.A.P. in die dagen veel
moer dan nu een S. D. arbeiders
partij wc», en dat de roöde ktezers toen
niet in de eerste plaats o-p de ambtennren-
bureaux gezocht werden.
Dat is 1 alter wél wat anders geworden.
En sinds is er in revolutionaire kringen
ook meer waardeering van en-belangstel
ling voor de ambtenaren gekomen.
OBSERVATOR
P. H. Schild, Ned. Chr. Graf. Bond
Medegedeeld wordt verder, dat het nut
tige op dezen avond met het aangename
zal worden vereenigd.
Wethouder van Onderwijs.
De Wethouder van Onderwijs zal moT-
gen (Woensda-g) in plaats van 1 uur, eerst
te 2 uur spreekuur houden.
3 Octoher-Vereeniging.
Gisteravo.nd heefthet Bestuur dor 3
October-Ver. weder vergaderd met de Be~
stuurderen van Y. V.' V,, de 3 Midden-
standsver. en de L. A. W. E. T. en is thans
definitief besloten, dat gezamenlijk voor
een algemeene verlichting en versiering
van de stad met 3 October zal worden zorg
gedragen. Het Hoofd-Gomité daartoe
heeft zich als volgt geconstitueerd: P. A.
v. d. Heide, namens V. V. V.; G. J van
Deene, namens de Hanze; Joh. Dekker,
namens de Ver. v. Handteldr. en Industr.
Middenstand; M. Ztegétear, namens de
Chr. Middtenist. Ver.; J. G. Pulle, namens
de L. A. W. E. T„ terwijl nameens je 3
October-Ver. is afgevaardigd de heer A.
M. Touw.
Het Hoofd-Comité zal worden gepresi
deerd door het Bestuurslid der 3 Octoher-
Vereeniginig. Voorts zal de heer Ziege'aar
het secretariaat der Commissie op zich
nemen.
Het is aan geen twijfel onderhevig, of
dit Comité zal van de ihwoners alle mede
werking verkrijgen, want, vooral nu II. M.
de Koningin -de toezegging heeft gedaan,
dat Zij op 3 October de feestelijkheden zal
komen bijwonen, moet onze stad in fecst-
klced'ij gestoken worden
Wij "Wenschen het Comité gaarne reel
succes en richten bij voorbaat reeds ren
woord van opwekkng tot de burgerij om
het Comité in al z'jn pogingen te steunen.
Naar ons mede' ter oore kwam, krijgt
Leiden ook een 3 October-Wink^wck.
Hulp in de huishoudinn
Wat komt hc<t niet vaak voor, vooral in
de gezinnen van arbeiders en kleine nvd-
den standers, dat men hulp in de huishou
ding behoeft, zonder dat het mogelijk is,
in die behoefte op een behoorlijk? w'jzo
to vo'orzien.
FEUILLETON;
EINDELIJK VEREENIGD.
r Een verhaal uit het vroegere Rusland,
ïl)
De krijgsman kookte van toorn; hij had
moei to te zwïjgten eni wildé helped, maar
bet doorschoten been; weigerde dienst 'te
'doen. Ook waren de roovers velen. Zich
met hen te méten ware 'dwaasheid. Dus
wachtte hij stil af wat gebeuren zou en
fem'eckte God om hulp.
i De bachtebozouhs naderden. Nog een
Eort o ogenblik en zij Waren on'tdett. Iwan
tme'ende 'den acTe-m dier onmensohen 'lie
voelen; maar, o wohJder op het hooren
van den, snerpenden toon eener fluit ver
wijderden en verslro'oided 'zich' die roof
vogels 'in menSehelijke gedaante; de oor
eaak wist hij niet.
I „Had ik mijn been nog en kruit,.zi£zou
den spoediger verdwijnen sprak' ÏWan,
ten maakte het teeken 'des kruises, in dank
jvoor de ongedachte uitredding. Hij néte
«jgrde Michael en raakte zijne hand ipah;
snj was koud. Hij bukte en h'oorde de
ademhaling, die (benauwd; en flauw was.
Met |do eenige hemdsmouw, die hij (nog
;had, veegde -hij hét doodzweet ,weg.
i Do aanraking #eod hem de oogen opr
eT-aan, de blik was onbepaald. „Moeder,
zijt gij h'ier; o! moeik vergat Serge?
„Zijt ge daar eindelijk?"
„Ja," zéid'e hij, Iwan voor zijn vriend
aanziende, „ik ga in vrede heen het
bloed va'n Jezus heeft alles vergeven
altes, zeg bét móéder!"
Hij raakte de wond aan; zijne oogen
verduisterden, een diepe zucht en de
ziel was in het eeuwig huis.
Iwan voelde het hart; he't had opgehou
den te kloppen. Hij sloot de otegen, kruiste
de handen op de borst, en sloeg een kruis
voor hem.
Hét sterkste lichaam bezwijkt; pijn,
aaaid'oening, bloedverlies hadden den
krachtigen man. uitgeput. Hij viel flauw.
Wie het gesloten oog, het bleek gelaat
aanschouwde, zou hem dood hebben ge
waand.
Eindelijk kwamen de Oppassers mot wa
gons en pleegzusters; soldaten bescherm
den hen. Aan bun hoofd was een officier
van het rotede kruis. Zij stonden stil door
liet vreesel'ijk schouwspel] overma'nd en
niet wetende hoe on waait te beginnen.
„Hier zijn de bachi-bozóuks geweestl"
was de algemeene kreet
„Waarmede houdt gij u op mannen?"
sprak cené vrouw, die met do artsen was
iuedegekoimen; „vergeet ge ons doel?"
Hare Meeding geleek op die der l'iefde*
zusters, maar iets iu baar toonde dat zij
niet tot baar behoorde. Zij spTak met
macht, haiar blik was beweeglijk, door
dringend, hare otegen donker, hare bewe
ging 'ietwat haastig. De vrouwen noemden1
baar zuster Alma.
Een der doktoren noemde baar: gravih.
Mét een enkel gebaar wees zij elk wat
hij te doten h'ad. Zij week n'iet 'terug voor
een toestand van elilénide, dien de mannen
bijna n'iet bonden aanzien.
Zij zocht de Stervenden tusöchen de
dooiden, boog zich over hén, lichtte de
pijnlijke ledematen 'op en verbond de ake
ligste wonden. De andere zusters hielpen
bevende, en de verbaasde artsen ontvingen
veeleer bare bevelen dan dat zij ze gaven.
Helaas! de hulp kwam te laat. Do bach'i-
bojsouks hadden de meesten afgemaakt; die
rog leefden waren zoo erg, dat zij onder
het transport stierven.
Achter zijn paard, gelijktijdig met het
dier gewond, ontdekte men Fcdor Pétrof.
Een sabelhouw maakte het aangezicht on
kenbaar, en de zak vergif was nalaSt hem,
Hij was bewusteloos en lag daar met ge
balde vuisten i'n sprakelooze woede. Mee-
nende dat de oppassers iteoveTS der doo-
den waren, verdedigd© hij zich en
schrteeuwde in zijn ijlen. Met moeite leg
de men hem 'op de rustbank.
„An'tohius Dmilritch, zie hier liggen er
twee!" riep men tot c-cn der artsen, „een
Officier en een manschap; in dit hoekje
ach'ter de struiken zouden wij zo bijna
niet hebben ontdekt. Zelfs de lijkroovers
vonden ze niet meer."
Zuster Anna lag geknield bij de beid©
gewonden, die naast elkander Kagen, als
wilde de -minder© bij dé meerdere waken.
„Hier kunnen wij niets meer," sprak
zij, en zich óver Michael heenbuigend:
„zio toch', hij is bijna nog kind," ging zij
voort, de hand op het koude voorhoofd
leggend.
Zij, dié met kalmte zooveel vreeselijks
had aangezien, was ontroerd bij dit jeug
dig gezicht, zoo schoon nog in den dood.
„Men zou hem iu gewijde aarde willen
hegraven, hij gelijkt óp een hoiilige," zei-
'de een der vrouwen.
„De orders zijn streng," hernam de. dok
ter; „wij mogen ons enkel met do leven
den bemoeien. De soldaat is slechts flauw,
dien nemen wij mede pp den draagstoel."
Bij de aanraking strekten zich de lede-
mateoi als i'n strijd, inaar hij bleef onbe-
Wust.
Men moest het slagveld verlaten en de
ambulance bewoog zich in de richting van
Radisovo, zonder binder van de Turken te
hebben gehad.
Niet ver van bet 'dorp ontmoette hen
eene afdeehng eencr ambulance, welker
krijgslieden eveneens het roode knrs droe
gen. Aan het hoofd was Serge, d!o verlof
had gevraagd zijn vriend op te zoeken
Michael' was niet gevonden onder do
overgeblevenen, en dood of levend vilde
hij hem zien. Hij onderzocht eiken zieken
wagen. Michael is er niet, maar in den
laatsten ziet hij Fedor Petrof.^ on bij hot
herkennen zijner doodelijke trekken, her
denkt hij met ijzing do luchthartig? ge
sprokken van den vooravond.
Deze zou eeni'ge aanwijzing hebben
kunnen geven, maar hij was niét tot be
wustzijn gekomen, en de ziokezuster kon
enkel zijn persoon beschrijven, en medc-
deelen dat het linnen was gemerkt M B
Dit was maar al te duidelijk; hij /?Mo
met enkelo vrienden zijn gevaarlijken
tocht naar het slagveld voort; uit vree®
door den vijand gezten te worden, hadden
zij geen paarden, cn het roode kruis was,
helaas, tot bescherming ongenoegzaam.
Door den wacht beschut, kropen zij
langs een sloot en kwamen op het slag
veld.
„Rechts van eten weg in een Aorborgen
plek met plantsoen omgeven zult gij hem
vinden," had de ziekezuster gezegd.
(Wordt vervolgd).