Dagblad voor Leiden en Omstreken. UWE LEU ASOfflNEfftEüTSPflIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd xijn Per kwartaal 12.50 per week f 0.19 (franco per post per kwartaal f2.90 4de JAARGANG. - DINSDAG 19 FEBRUARI 1924 - No. 1168 BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58? 3 De uitersten. Op do belangrijke vraag door Mr. Troel stra bij het algemeen, politiek deibat tot den hear Wijnkoop gericht: „Wat is nu uw -eigen plan", Lebben de woordvoerders ivan de verschillende fracties een antwoord (trachten te geven. 1 Ook hier bleek te gelden, dat de uitersten elkaar raken. He't waren de heeren Braat en Wijnkoop rde twee anti-poden in de Tweede Kamer, waarvan de een zich aan de rechtervleugel bevindt en de ander aan de uiterste lin- kerszljde marcheert. Deze twee afgevaardigden vormen in vele opzichten een scherpe tegenstelling. Maar de overeenkomst bestond hierin, dat ze vol critiek waren op de plannen van de Regeerinig, maar dat ze op do vraag wat dan well hun plan was, geen antwoord hadden. Althans geen antwoord dat ernstige be spreking waard zou zijn. Als b.v. de heer Braat betoogt dat we inzake de Staatsbemoeiïaig enz. eenvoudig terug moeten naar 1914, dat de salarissen op het peil van diat jaar moe'ten worden gebracht, dat de Regeering de ambtena ren op straat moet zetten, zonder wacht geld en zonder pensioen enz. dan gevoelt men dat met zulk eten afgevaardigde over een zoo belangr:ik en diep ingrijpend on derwerp niét valt te spreken. Hetzelfde geldt feitelijk ook van wat 'door den heer Wijnkoop -werd! betoogd. Deze afgevaardigde wil beg'ninen met schrapping van de militaire uitgaven, een plan, waaraan zelfs do Soc. Democraten hu one góed-keurig niet kunnen hechten. Verder bepleitte bij converteering van «een deel van de Staatsschuld om op die wijze te komen tót verlaging van den-ren- tVaét van den Staat. Toen Ir'j evenwel tot de ontdekking kwam dat op die wijze in de eerste en voornaamste plaats de kleine bezitters, en de menschen die bij een of andere maat schappij als verzekerde geïnteresseerd !zijn, gedupeerd zouden worden, ging hij zijn plan in dien zin wijzigen, dat een ge dwongen leeniing tegen een zeer laag ren tetype zou moe'ten worden uitgeschreven. Een denkbeeld dat met het oog op liet Staatscrediet en de geldmarkt al even Onu'tvoerbaar is en dat daarom ook van geen enkele zijde een ernstige bespreking 'ten deel web Op de vraag: „Wat is nu uw eigen plan", moes't dus zo'owel de heer Braat als 'de heer Wijnkoop het antwoord schuldig blijven. V De Vrijheidsbond. Ook de leider van den Vrijheidsbond oefende critiek op de plannen van Minis ter Colijn. Een critiek, waarvan hij tenslotte zelf moest erkennen, dat er eten tikje overdrij ving in school. Zijn. critiek gold in de eerste plaats den heer de Geer, wiens plannen niet to't uit werking kwamen en van wien het heette dat onder zijn bewind de gulden veilig is gebleven, ondanks bet gebrek aan krach tige daden. - En nu vreesde hij van den heer Golijn •hetzelfde. De inzet in de Millioenennota was te ïorsch en te krachtig, maar in de Memorie van Antwoord was naar zijn meening de heer Colijn weer teveel naar 'dé anderé zijde overgezwenkl Van de voorgestelde plannen verwachtte hij niet veel en tegen do aangekondigde belastingen had hij zeer ernstige bezwaren. Wat de heer Dresselhuys dan wel wilde? Hij wensobte een ander systeem van ïjezuin igihg.,111 h De veiligstelling van den guldefi achtte hij een nuttige een zeer gewenschte zaak maar vergeten mocht niet dat alleen dan de veiligstelling van den gulden beteeke- nis heeft wanneer het is een vanzelf wer kend natuurlijk verschijnsel vain terug- keerende economische gezondheid. En dat kan alleen bereikt worden, als de kwaal, waaraan wij labor ©eren, ge nezen wordt. Geschiedt dat niet, dan mogen we enkele uitwassen afsnijden, en schijnbaar een tij delijke verbetering van den gezondheids toestand' krijgen, maar dan aal er toch van geen werkelijke genezing sprake zijn. En wat dan wel de kwaal is, die be streden moet worden? Het antwoord luidde, dat er i's een ziekelijke uitgroeiïng van den Staat, zoodanig, dat de Staat in onze gemeenschap een veel te groote plaats in beslag neemt. „Een veel te groot deel van de sappen, welke door particulieren arbeid en parti culiere kracht worden voortgebracht, aldus de heer Dresselhuys, moeten dienen om te voeden de woekerplant, die men Staat noemt, en die het geheele particuliere en maatschappelijke léven meer en meer heeft omslingerd". Daarom: economische reconstructie, waar onder dan, naar nader bleek, verstaan moest worden een beperken van de werk zaamheid van den Staat tot het tegengaan van openlijke misstanden. Het was wel jammer, dat de heer Dres selhuys zoo langen tijd over bijkomstige dingen sprak, dat hij geen tijd meer bleek te hebben om deze gedachten nader uit te werken. Dat zou interessant zijn geweest omdat niet duidelijk werd of de heer Dresselhuys na de uitspattingen, waaraan hij zich in de bekende revolutiedagen schuldig maak te, -thans weer terug verlangt naar het ge lukkig in de musea bijgezette economisch liberalisme, maar vooral o'ok, omdat nu niet bleek, welke sommen men op die wijze thans denkt te bezuinigen. En daar gaat het toch om. Hét wa3 zeker niet onhandig van den heer Dresselhuys om een theoretische be spreking te houden over de taak van den Staat een onderwerp dat zeker, volle belangstelling waard is maar als dat voorbeeld door de Regeering wérd ge volgd, dan zouden we nu reeds kunnen comstateeren, dat er van hare bezuini gingsplannen niets terecht komt en dat het te dekken tekort het volgend jaar nog veell grooiler zal zijn. Op de vraag: „En wat is nu uw eigen plan?" moest ook de heer Dresselhuys h'et antwoord schuldilg blijven. Hij heeft geen plan. Wel werd in bet algemeen aan de Re geering steun toegezegd. Hierbij werden echter zooveel reserves ge maakt en zooveel .„ofs" en „maar's" ge hoord, dat he't aan de leden, van den Vrij heidsbond niet moeilijk zal vallen olm straks, als puntje bij paaltje komt, een aanleiding te vinden om hunne medewer king niet te verleenen. STADSNIEUWS. Kerkelijke verkiezingen in de Ned. Herv. Kerk. De Goref. Kiesvereen. „Geloof en Belij denis" had gisteravond een openbare ver gadering in heb gebouw „Prediker" be legd, waarin als spreker optrad, Ds. J, Goslinga van Utrecht-. Na opening zette de voorz., de beer T. v. d. Berg. het doel van deze bijzondere samenkomst-uiteen. Immers de vrouwelijke lidmaten zullen voor heb eerst in Leiden worden opgeroepen om haar stem uit te brengen, iets wat haar is opgelegd door do Synodale organisatie. Nu dient de vrouw eenige voorlichting in deze zaken te heb ben. „Geloof en Belijdenis" werd n.1. be schuldigd van het drijven naar eene zijde, en het aansturen op partijdigheid. Daar tegen mee men de andere kiesvereen. te moe ten waken waarbij zij overgaan tot be schuldigingen gericht aan het adres van „Geloof en Belijdenis." Het tegendeel is echter waar. „Geloof ên Belijdenis" wil geen partijschap en doordrijverij, zij wil niet anders dan Gods Woord weer richt snoer in onze kerk, dat dat woord weer autoriteit en gezag in onze kerk krijgt en daarom wenscht zij mannen af te vaardi gen, die staan op den bodem van de be lijdenis der Kerk, die opkomen voor den Naam en do zaak des Heeren, Hierna verkreeg Ds. J. Goslinga het woord. Dat- wij leven in bijzondere en ban ge tijden, aldus spr., zal wel niemand ont kennen. Alles is ontwricht, het geheel ver toont oen treurig beeld. Donkere wolken pakken zich samen op kerkelijk en staat kundig terrein. Ook boven het kerkelijk terrein pakken zich de wolken samen. Vij andschap wordt alom openbaar. Daartegen moet- de strijd worden aange bonden; Deze strijd mag echter geen par tijstrijd zijn, mag niet gaan om een groep. Het; moet. gaan om de eere van Gods Naam; het gaat om heel ons volk, om onze kerk. Wat zal or van die kerk worden? Die vraag benauwt ons aan allen kant. Er is troebeling op het terrein van maatschappij en kerk! En als men dan opkomt voor Gods eer, wordt men beschuldigd van partijschap en groepsegoïsme en het drij ven naar oen zijde, zoowel op staatkundig als kerkelijk terrein. Het geestelijk leven dat in onze kerken naar buiben treedt, is onze belangstelling ten volle waard. Het geestelijk leven blijkt in een tijd van verwording en verwildering juist het fundament te. zijn waarop alleen met goed gevolg kan worden gebouwd, het geen algemeen ook van vijandige zijde wordt ingezien, Hoe velo Chr. gezinnen zijn ontwricht, omdat zij de rreesteliike be ginselen loslieten en de kerk ziet dit met leede oogen aan. Als de kerken niet wak ker worden, zal da-t de ondergang zijn van ons vólk,. Mion heeft ook de vrouw medegetr oklceu in het onderling geding. Zij moet mede op trekken in den strijd, ook op kerkelijk ge bied. Daartegen verzet zich een zee van hui vering. De vrouw zelf wenscht dat niet, maar de nood is haar opgelegd. Zal de vrouw dit inzien? Of zal zij het aan God overgeven en niet doen wat haar hand vindt om te deen? Maar dat T--l"~kenjt de overwinning van de tegenstanders; men laat liet aan den vijand over. Over zulk een nood en strijd van de vrouw wil spr. hedenavond spreken naar aanleiding van Esther-4: 1316. Der Joden lot was bezegeld in den burcht Suzan. Mordechai wordt wakker ge schud; met een zak om zijne lendenen en ascli op zijn hoofd, gaat hij -naar do poort, 't Zag er donker uit. Haman liad weten gedaan te krijgen van den koning, dlat alle joden zouden worden omgebracht. Maar Mordechai zeide tot Esther, ,.zoo gij ©enigszins zwijgen zult te dezer tijd. zoo zal den joden verkwikking en verlossing uit een andere plaats ontstaan. Dat volle kon niet vallen. Als dat volk viel, viel ook de Christus en het heil van heel do kerke Gods. De vrouw moest echter voor het gansche joodsche volk inspringen. Waar do man machteloos staat is dikwijls de vrouw het aangewezen middel ter verlos sing, zoo ook in deze geschiedenis-s. Het laat ons zien hoe de vrouw hoewel zicli te rugtrekkend uit het politieke en kerkelijke leven1, wordt in buitengewone moeilijke om standigheden opgeroepen tot den stemplicht omdat de vijandien aandringen, Esther verzet zich, het was niet naar deB konings wet. De nood wordt- haar echter Maar wanneer ik dan om kom. zoo kom ik om, is haar devies. Zoo komt ook in onze dagen steeds weer de vijand opzet-ten tegen de kerke Gods. Al de ellende die wij aantrefffen op ker kelijk erf is onze eigene zonde. Al het af scheiden en kerken stichten is een weg- loopen onder de tucht- des Heeren. Ook in onze dagen is er,Gode zij dank, nog een groote groep in die kerk die de banier des Kruises omhoog houdt en die wenschen te leven bij de beginselen van Gods Woord. Maar ook nu zitten de vijanden der vrije genade niet stil. Zij willen de grootst mo gelijke vrijheid en dringen zich van alle kanten naar voren. De vrouwen worden opgeroepen en misleid om haar stem te ge ven en aan het ongeloof, dat eindigt in bitterheid, te verpanden. Daar moeten onze mannen en vrouwen tegen opkomen. Het gaat om Gods Naam en zaak. Knie naast knie, moet zich buigen, hand naast hand moet worden opgeheven. De vrouw mag zich daar niet buiten sluiten, want de nood is opgelegd. Scharen zij zich onder de tegenstanders van het vrouwenkiesrecht in de kerk en wie is niet tegenstander verandert da-t aan de zaak als zaak niets. Doch bezorgt den vijand de over winning! Wij hebben zulks niet gewild, maar wij zien er ons voor gé- plaats t-. Er moot een andere weg worden be wandeld, dan tot nu het geval was. De man zoekt de oplossing door macht en kracht, dat is geen oplossing; alleen door Gods Geest kan het geschieden. Dat wist- Esther ook. Zij stippelde haar volk de lij nen uit: Ik roep een vasten uit, ik en de jongedochters zullen de gebedsriem a-anbin- den. Wij zullen niet zonder God gaan. Zoo ook in onze dagen. Wij zullen onze kracht niet zoeken in luidruchtige advertentiën en opsnb. meetings, daarvoor zijn wij niet op getreden, maar ont er op te wijzen dat- alleen door de binnenkamer heen de strijd gewon nen kan worden. Na een wijle onze knie ën gebogen te hebben, zullen wij ons ten strijde opmaken, en die manhen kiezen, die wenschen te staan bij de breuke Sions, en zoo de roeping vervullen die ons opge legd is, aldus besloot spr. zijn schoone rede. Na dit krachtig woord, bracht do vooiz. den geao.lile.Ti spreker dank en hoopte dat dó vrouwen, zich nu bewust mochten zijn van haar roeping en 'de lijst B. zullen zwart maken. Na gebed van Ds. Goslinga en het zingen van Ps. 86: 6, werd deze goed geslaagde vergadering gesloten. Fr. L. Patrimonium. Naar wij vernemen hoopt de aid. Lei den vain „Patrimonium" op Donderdag 27 Maart a.s. een openbare vergadering te houden waarin als spreker zal optreden de heer ;J. N. van Munster van Arnhem om mededeelingen te deen omtrent d'e Middernaohtzeiïding. Tekort Diaconie Geref. Kerk. In de Geref. Kerk alhier werd j.l. Zon dag een extra inzameling gehouden voor het tekort der Diaconie. Deze collecte heeft naar wij vernemen, opgebracht de som van f 702.36. Chr. Besturen Bond. De Leidscbe Chr. Besturenbond hoopt, maar wij uit een desbetreffende convocatie opmaken, op Vrijdag 29 Februari een le denvergadering te houden in Prediker. De Agenda vermeldt o.m. Medédeelimg'en, Jaarverslagen en Bestuursverkiezing. Aan de beurt van aftreden ®:jn: J. E. v. d. Ouweelen, 2e Voorzitter; H. M. Poht, le Secretaris; B. W. Mol ij n, 2e Penning meester; ,'J. Wassenaar, Bibliothecaris, dii'e allenherkiesbaar zijn, terwijl tevens moet worden voorzien in de vacaturo door het bedanken van den heer G. Rietkerk. Het bestuur stelt hiervoor caridida'at: P. Ph. v. d. Broek, Ghr. Nat. Werkmansbond, AiiVEftT££ëTi£-FrifJ3 Gewone advertentiën per regel 22X centi Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefc Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbete* Tan ten hoogste 30 woorden, worde® dagelijks geplaatst ad 50 cent. Aen Het Zoeklicht 1 Leiden, 19 Februari 1924 Van oude plunje gesproken! Zooals men weet, is thans de hoop van vete ambtenaren op de Soc. Democraten Een gevolg van het feit waarschijnlijk, dat de Soc. Democraten voor oen niet ge-i ring deel op d'e ambtenaren hopen en daarnaar hunne maatregelen nemen. Er zijn echter ook andere tijden geweest De lieer Wei'tkamp herinnerde er dezer da,gen aan, da!t de heer Troelstra zich indertijd aldus over do ambtenaren uit liet: Do ambtenaren in openbaren dienst, die voor wein:,g arbeid vette trakte-t men ten en rijke pensioenen genieten, waar een heei volk voor moet zwoegen, coitleenen hun luïheidsmonoporie meer direct aan den bourgoisalaa't." Bepaald waahdeererd vind ik deze ui te spraak niet. Maar ik kan zo wel verklaren uit het fe?t dat tfe S.D.A.P. in die dagen veel moer dan nu een S. D. arbeiders partij wc», en dat de roöde ktezers toen niet in de eerste plaats o-p de ambtennren- bureaux gezocht werden. Dat is 1 alter wél wat anders geworden. En sinds is er in revolutionaire kringen ook meer waardeering van en-belangstel ling voor de ambtenaren gekomen. OBSERVATOR P. H. Schild, Ned. Chr. Graf. Bond Medegedeeld wordt verder, dat het nut tige op dezen avond met het aangename zal worden vereenigd. Wethouder van Onderwijs. De Wethouder van Onderwijs zal moT- gen (Woensda-g) in plaats van 1 uur, eerst te 2 uur spreekuur houden. 3 Octoher-Vereeniging. Gisteravo.nd heefthet Bestuur dor 3 October-Ver. weder vergaderd met de Be~ stuurderen van Y. V.' V,, de 3 Midden- standsver. en de L. A. W. E. T. en is thans definitief besloten, dat gezamenlijk voor een algemeene verlichting en versiering van de stad met 3 October zal worden zorg gedragen. Het Hoofd-Gomité daartoe heeft zich als volgt geconstitueerd: P. A. v. d. Heide, namens V. V. V.; G. J van Deene, namens de Hanze; Joh. Dekker, namens de Ver. v. Handteldr. en Industr. Middenstand; M. Ztegétear, namens de Chr. Middtenist. Ver.; J. G. Pulle, namens de L. A. W. E. T„ terwijl nameens je 3 October-Ver. is afgevaardigd de heer A. M. Touw. Het Hoofd-Comité zal worden gepresi deerd door het Bestuurslid der 3 Octoher- Vereeniginig. Voorts zal de heer Ziege'aar het secretariaat der Commissie op zich nemen. Het is aan geen twijfel onderhevig, of dit Comité zal van de ihwoners alle mede werking verkrijgen, want, vooral nu II. M. de Koningin -de toezegging heeft gedaan, dat Zij op 3 October de feestelijkheden zal komen bijwonen, moet onze stad in fecst- klced'ij gestoken worden Wij "Wenschen het Comité gaarne reel succes en richten bij voorbaat reeds ren woord van opwekkng tot de burgerij om het Comité in al z'jn pogingen te steunen. Naar ons mede' ter oore kwam, krijgt Leiden ook een 3 October-Wink^wck. Hulp in de huishoudinn Wat komt hc<t niet vaak voor, vooral in de gezinnen van arbeiders en kleine nvd- den standers, dat men hulp in de huishou ding behoeft, zonder dat het mogelijk is, in die behoefte op een behoorlijk? w'jzo to vo'orzien. FEUILLETON; EINDELIJK VEREENIGD. r Een verhaal uit het vroegere Rusland, ïl) De krijgsman kookte van toorn; hij had moei to te zwïjgten eni wildé helped, maar bet doorschoten been; weigerde dienst 'te 'doen. Ook waren de roovers velen. Zich met hen te méten ware 'dwaasheid. Dus wachtte hij stil af wat gebeuren zou en fem'eckte God om hulp. i De bachtebozouhs naderden. Nog een Eort o ogenblik en zij Waren on'tdett. Iwan tme'ende 'den acTe-m dier onmensohen 'lie voelen; maar, o wohJder op het hooren van den, snerpenden toon eener fluit ver wijderden en verslro'oided 'zich' die roof vogels 'in menSehelijke gedaante; de oor eaak wist hij niet. I „Had ik mijn been nog en kruit,.zi£zou den spoediger verdwijnen sprak' ÏWan, ten maakte het teeken 'des kruises, in dank jvoor de ongedachte uitredding. Hij néte «jgrde Michael en raakte zijne hand ipah; snj was koud. Hij bukte en h'oorde de ademhaling, die (benauwd; en flauw was. Met |do eenige hemdsmouw, die hij (nog ;had, veegde -hij hét doodzweet ,weg. i Do aanraking #eod hem de oogen opr eT-aan, de blik was onbepaald. „Moeder, zijt gij h'ier; o! moeik vergat Serge? „Zijt ge daar eindelijk?" „Ja," zéid'e hij, Iwan voor zijn vriend aanziende, „ik ga in vrede heen het bloed va'n Jezus heeft alles vergeven altes, zeg bét móéder!" Hij raakte de wond aan; zijne oogen verduisterden, een diepe zucht en de ziel was in het eeuwig huis. Iwan voelde het hart; he't had opgehou den te kloppen. Hij sloot de otegen, kruiste de handen op de borst, en sloeg een kruis voor hem. Hét sterkste lichaam bezwijkt; pijn, aaaid'oening, bloedverlies hadden den krachtigen man. uitgeput. Hij viel flauw. Wie het gesloten oog, het bleek gelaat aanschouwde, zou hem dood hebben ge waand. Eindelijk kwamen de Oppassers mot wa gons en pleegzusters; soldaten bescherm den hen. Aan bun hoofd was een officier van het rotede kruis. Zij stonden stil door liet vreesel'ijk schouwspel] overma'nd en niet wetende hoe on waait te beginnen. „Hier zijn de bachi-bozóuks geweestl" was de algemeene kreet „Waarmede houdt gij u op mannen?" sprak cené vrouw, die met do artsen was iuedegekoimen; „vergeet ge ons doel?" Hare Meeding geleek op die der l'iefde* zusters, maar iets iu baar toonde dat zij niet tot baar behoorde. Zij spTak met macht, haiar blik was beweeglijk, door dringend, hare otegen donker, hare bewe ging 'ietwat haastig. De vrouwen noemden1 baar zuster Alma. Een der doktoren noemde baar: gravih. Mét een enkel gebaar wees zij elk wat hij te doten h'ad. Zij week n'iet 'terug voor een toestand van elilénide, dien de mannen bijna n'iet bonden aanzien. Zij zocht de Stervenden tusöchen de dooiden, boog zich over hén, lichtte de pijnlijke ledematen 'op en verbond de ake ligste wonden. De andere zusters hielpen bevende, en de verbaasde artsen ontvingen veeleer bare bevelen dan dat zij ze gaven. Helaas! de hulp kwam te laat. Do bach'i- bojsouks hadden de meesten afgemaakt; die rog leefden waren zoo erg, dat zij onder het transport stierven. Achter zijn paard, gelijktijdig met het dier gewond, ontdekte men Fcdor Pétrof. Een sabelhouw maakte het aangezicht on kenbaar, en de zak vergif was nalaSt hem, Hij was bewusteloos en lag daar met ge balde vuisten i'n sprakelooze woede. Mee- nende dat de oppassers iteoveTS der doo- den waren, verdedigd© hij zich en schrteeuwde in zijn ijlen. Met moeite leg de men hem 'op de rustbank. „An'tohius Dmilritch, zie hier liggen er twee!" riep men tot c-cn der artsen, „een Officier en een manschap; in dit hoekje ach'ter de struiken zouden wij zo bijna niet hebben ontdekt. Zelfs de lijkroovers vonden ze niet meer." Zuster Anna lag geknield bij de beid© gewonden, die naast elkander Kagen, als wilde de -minder© bij dé meerdere waken. „Hier kunnen wij niets meer," sprak zij, en zich óver Michael heenbuigend: „zio toch', hij is bijna nog kind," ging zij voort, de hand op het koude voorhoofd leggend. Zij, dié met kalmte zooveel vreeselijks had aangezien, was ontroerd bij dit jeug dig gezicht, zoo schoon nog in den dood. „Men zou hem iu gewijde aarde willen hegraven, hij gelijkt óp een hoiilige," zei- 'de een der vrouwen. „De orders zijn streng," hernam de. dok ter; „wij mogen ons enkel met do leven den bemoeien. De soldaat is slechts flauw, dien nemen wij mede pp den draagstoel." Bij de aanraking strekten zich de lede- mateoi als i'n strijd, inaar hij bleef onbe- Wust. Men moest het slagveld verlaten en de ambulance bewoog zich in de richting van Radisovo, zonder binder van de Turken te hebben gehad. Niet ver van bet 'dorp ontmoette hen eene afdeehng eencr ambulance, welker krijgslieden eveneens het roode knrs droe gen. Aan het hoofd was Serge, d!o verlof had gevraagd zijn vriend op te zoeken Michael' was niet gevonden onder do overgeblevenen, en dood of levend vilde hij hem zien. Hij onderzocht eiken zieken wagen. Michael is er niet, maar in den laatsten ziet hij Fedor Petrof.^ on bij hot herkennen zijner doodelijke trekken, her denkt hij met ijzing do luchthartig? ge sprokken van den vooravond. Deze zou eeni'ge aanwijzing hebben kunnen geven, maar hij was niét tot be wustzijn gekomen, en de ziokezuster kon enkel zijn persoon beschrijven, en medc- deelen dat het linnen was gemerkt M B Dit was maar al te duidelijk; hij /?Mo met enkelo vrienden zijn gevaarlijken tocht naar het slagveld voort; uit vree® door den vijand gezten te worden, hadden zij geen paarden, cn het roode kruis was, helaas, tot bescherming ongenoegzaam. Door den wacht beschut, kropen zij langs een sloot en kwamen op het slag veld. „Rechts van eten weg in een Aorborgen plek met plantsoen omgeven zult gij hem vinden," had de ziekezuster gezegd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1