PUROL dr. kuyper in de kamer. Een oud-Kameroverzichtschrijver gaf ins de volgende Kiiyper-herinnering: gen minister pleegt tijdens de debatten >ustig in- zijn fauteuil te blijven, naarstig Ltnteekeningen makend. Hij mag al oens Even met dezen óf gene een praatje gaan Snaken, 't zij om inlichting, 't zij om zich wat te vertreden, als regel zit hij toch [achter de ministerstafel. Niet aldus dr. Kuyper. Deze was hard- hoorend, wat hem noodzaakte dicht bij de aan 't woord zijnde leden te gaan zitten. Sprak een afgevaardigde vanaf de lesse naar naast den griffier, dan - zetelde de lieer Kuyper in de dichts-bijzijnde bank der rechterzijde, terwijl hij plaats placht te nemen vlak vóór een. spreker, die in zijn eigen bank stond te oreeren. En dan moest ge dr. Kuyper daar zien zitten! Als een blok. De armen over elkaar ge kruist, het hoofd een weinig voorover ge bogen, staarde hij ernstig voor zich uit, door gebaar noch beweging toonend, wat bij hem omging. Zelfs de meest felle pasages van een te genstander vlak bij hem vermochten zelfs geen reflexbeweging van den stil luiste renden bewindsman op te wekken. Alleen ging. af en toen diens rechterhand naar den vestzak om daaruit een potloodje op te diepen, om daarmede op een smal strookje daartoe gereed liggend papier een korte aanteekening te maken. 't Moet voor menigen hcetgebakerden spreker wel eens geweest zijn om ture- luursch te worden, niet meer beweging in bet massieve blok daar voor hem te kun nen krijgen. Maar toch nog liever die onbeweeglijk heid dan dat de minister een andere hou ding aannam om stukken te ondertee- keneh, door den bode in een groot vloei boek voor hem gelegd. Met onverstoor bare bedaardheid werd blad na blad om geslagen, telkenmale op rustige wijze de bandteekening gezet. Ik zie dat nog: eerst zoo'n grooie V met langen uithaal, welke letter tot K .werd gemaakt met oen klein streepje, waarop de rest van den naam volgde. De spreker, die dit onderteekenen met z'n wijsheid mocht begeleiden, behoefde zich niet gevleid te gevoelen. Kwam de minister f wien niemand bij 't luisteren kwam storen aan 't woord, waarvoor hij zich natuurlijk achter de ïcgeeringstafel begaf, dan was alle roer loosheid verdwenen: de buigzame stem, de welsprekende gebaren, het gehoorzame woord waren dan ras in de weer om de Kamer te boeien. Hoe schaarsch ook de aanteekeningen gefeest mochten zijn, de heer Kuyper bleek goed te weten wat ge zegd was en wist zijn antwoord tot een snooi geheel op te bouwen. Dit behoort trouwens tot de meer bekende zaken. de vrijheid der vrouw. Nu het noodzakelijk is dat een groot aantal ambtenaren wordt ontslagen heeft Regeering daarbij het eerst gedacht aan 'do gehuwde vrouwen voorzoover ze geen postwinster zijn. In de vrijzinnige en socialistische'kam-, pen heeft dit een storm van verontwaar diging gewekt. De vrijheid van de vrouw zoo riep men, wordt aangetast. De heer Schaper wees zijne socia listische partijgenooten op de overdrij ving waaraan zij zich schuldig maken en •in vrijzinnige kringen is het de lieer D. Hans die deze zaak van een anderen kant belicht. Aan een mooi artikel van zijn hand in Dc Nie u w e Courant is het volgen de ontleend: Ja maar zegt men voor een deel 'der rechterzijde is de gewraakte maatre gel slechts een aanloopje, om de gehuwde vrouw méér en méér uit loondienst terug le dringen. Ik antwoord: zoo ja, dan zou voor mij 'de maatregel er dés ie aannemelijker om /worden. Ik behoor tot hen, die op het standpunt staan: hij huwelijk ontslag. De /vrouw hoort thuis. Het argument, vaak 'gehoord, dat zoo iets leidt tot andere en (minder-gewensch'te vormen van samen-; leving, acht ik- verschrikkelijk overdreven, ca wordt overigens volkomen geneutrali seerd door dit tegen-argument: dat het systeem van gehuwde vrouw-ambtenares leidt tot. kunstmatige kinderbeperking. p Voorwaarde voor een krachtig en bloeiend volk is eén krachtig en bloeiend i.gezinsdleven. Onze vaderen begrepen dit. Begrijpen wij het nog even goed als zij? /Hen moet wel ziende blind zijn om te ont kennen, dat 't gezinsleven in on.s land er r niet op "vooruit gaat, dat „uithuizigheid" j'ivan ouders en kinderen1 met" den dag toe neemt. Daar zijn honderd oorzaken voor, en het is lamlendig om er niet tegen in hie gaan. Hoeveel glans, hoeveel vrede kon or in een menschenleven komen in u weerwil van smarten en tegenspoed iiwanneer de herinnering, blijft aan' een ge- Jl lukkig gezin. ;i De eerste, de aller-cersle eisch daarvoor L 'is: moeder t h iri s. A's ik aan mijn jeugd terugdenk en or zijn honderdduizenden zooals ik dan j'woet ik dal mijn moeder altijd „llnr's" [was. Zou dat niet de voornaamste reden '7-ijn van de vcreering, •die wij haar nog F. toedragen, nu zij als loon daarvoor een op.\-zrrgelen ouden dag geniet? Men leze, over deze moedertaak. ook eens de diep- «mir<-,erende ..Herinneringen'' van Jan Ugfhart, oen van do mooiste hoeken die I bezit. Wanneer wij, kinderen, thuiskwamen met enzo vreugde en onze smart, wanneer wij jubelend de trap opstormden om een suc- 'os op school, wanneer wij schreiend [''ttonr huis gingen om een klein ongelukje *«al oas was overkomen, wanneer wij ja- waren, of ziek, op lichte en op donke- j&'e dagen, er mocht gebeuren wat er wilde: moeder was thuis. De vuurtoren op de f kusI, voor dus de plaats van de veilige 'k^ven. Eü z^e kaar weer bazig met haar eenvoudig, huiselijk werk, de priesteres van het gezin, blijmoedig, hoe moeilijk de omstandigheden vaak ook waren. Maar de leidstérs der moderne vrouwen vinden dat- „geestdoodend", zé spotten zoo wat. met dat werk, ze stellen er intellec tueel en, maatseliappelijken arbeid" tegen over en ze heseffen niet, dat de taak der vrouw in het gezin, de heilige opvoedings taak, maatschappelijk werk van de allereerste orde is. Beklagenswaardig het kind dat, terug denkend aan zijn jeugd, in het centrum van het ouderlijk huis eni van den gezins- arbeid, niet ziet „de moeder" (want die was aan den vereerden maatschappelijken arbeid bezig), maar „de meid-huishoud ster". Hoe jammerde dezer dagen een ambtenaar in.de pers dat hij hij ontslag van z'n vrouw, de meid-huishoudster zou moeten ontslaan! En hoe verschrikkelijk heeft onze feministische vrouwenbeweg:ng, die gelukkig nooit met de meerderheid der vrouwen contact heeft gekregen ('t is alles hijeen slechts een beperkt .groepje) ge faald, toen zij bij haar strijd om de „emancipatie der vrouw" op de hoogere belangen van gezin en gemeenschap niet heeft gelet. Wie, vooral in onze dagen, een goed werk wil doen, hrenge d:e gehuwde vrouw- ambtenares en de gehuwde vrouw in de andere beroepen terug naar het ge- z i n. Het klinkt ouderwetsch. De nieuw lichters schateren er om. Maar het is liet eerst noodige. Natuurlijk: geen regel zonder uitzondering. Er zijn bevoorrechte vrouwen, die door anderen arbeid der ge meenschap op welk gebied dan ook, zulke grooie diensten kunnen bewijzen (ik denk aan wetenschap en kunst) dat al liet an dere daarvoor wijken moet. In dit geval is het offer niet te zwaar gekocht. Maar liet zijn uitzonderingen. Er is een oud bekend aandoenlijk vers je van Nicolaas Beets: „Wanneer dc kin deren groot zijn". Vader en moeder wil len graag eens op reis. Ze kunnen niet. De kinderen! Duur en 'tijdroovend. _Ze bren gen liet offer. Maar als de kindereu groot zijn, dan komt hun dag. Helaa3, dié dag kwam niet. Het voorheeld ?s rijp uit liet leven geplukt. Ook tegenwoordig nog. Tal- lorze moeders offeren veel genot, om haar taak in het gezin Ie vervullen. Zj mogen zoodoende minder van dc wereld zien, ze hebben geloovig of niét in en door hun op-offerende opvoedingswerk loc Li „het koninkrijk Gods" aanschouwd en de gedachte daaraan in hun kinderen gewekt. Want de- heugenis aan zulk een moeder blijft een zegen voor heel een menschen leven, een staag-hrandende vlam van zacht .geluk, en een hoedster vnor veel kwaad. Het is d i t moeder-beeld dat ik bewaren wil, voor onze geslagen samenleving. Ik wensoh er de meid-huishoudster niet voor in do plaats. Terug naar het gezin!" GEMENGD NIEUWS Verdronken. Te Kessel (L.) raakte het bootje waar mede op de Maas het anker van een bag germolen werd verlegd in den ketting ver ward en kantelde. Drie der inzittenden wis ten zioh te redden, doch de 40-jarige J. Pe ters verdronk. Hij laat een vrouw met vijf kinderen achter. Te Hardegarijp is de 12-jarige Jan Jel- men Stellingwerf, bij het schaatsenrijden op de Bergumerveenstervaart door het ijs ge zakt en verdronken. Kn. i Aan brandwonden overleden. De 29-jarige dienstbode uit 'Amersfoort die gisteren zulke ernstige brandwonden bekwam, is gistei'enmorgen aan de gevolgen daarvan overleden. Een krankzinnige aangehouden. Te Zwolle is op het station een drenken sergeant aangehouden, verdacht van dief stal van een rijwiel. Het bleek te zijn Da niël Scheepstra-, bakkersknecht te Assen, ontvluöht uit het krankzinnigengesticht te Hertogenbosch. Hij had de sergeants- uniform te Breda gekocht en het rijwiel te Meppel verkocht. De politie bracht hem naar 's-Hertogenbosch terug. Tel. De brandstichting te Amsterdam. Omtrent de oorzaak der brandstichting te Amsterdam wordt nog gemeld:" Het schijnt, dat er jarenlang onaange naamheden tusschen de andere bewoners van het huis en de vrouw_ hadden 'bestaan. Ër werd geplaagd door emmers water op •het portaal te laten omvallen, door lawaai op de trap te maken, deze te bevuilen en meer van dergelijke onaangename dingen, die het wonen van verschillende buren op één trap soms het leven tot een hel maken. Ook bleek, dat zij vroeger al eens met brandstichting had gedreigd. Dienzelfden dag, zoo verklaarde de vrouw lag zij ziek te bed.- Des middags zeiden eenige buren op het portaal met luide stem kwade dingen over haar. Zij heeft zich dit zoo aangetrokken, dat zij besloot er een eiftd aan te maken, daarbij niet beseffende dat zij met eenige bewoners der tweede verdieping nooit onaangenaamheden had gehad en deze ook opofferde aan het gevaar van verbranding. Dat zij geen onwaarheid sprak, bleek de politie uit het schort der ongelukkige, dat nog met petroleum gedrenkt was. Zij zal dezer dagen ter beschikking van de justitie gesteld worden, Voorts is gebleken, dat nog een kat ver brand is. Een brandmeester verklaarde, dat wanneer de brand des nachts was uit gebroken tal van menschenle\ ens zouden verloren gegaan zijn. De vlammen toch gre pen zoo snel om zich heen, dat er voor de meesten aan ontsnappen niet te denken zou zijn geweest. Voor den bewoner van één hoog voor, den chauffeur van de gemeente-telefoon Hen driks, beteekent deze brand niets meer of minder dan een ramp. Hij zou binnenkort in Ruwe en Schrale Huid] DOOS 30, 60,90 Cent. Bij Apoth. en Drogisten. Phorm.Febr. A.MiJnliardt >- het huwetijk treden en had zijn meubeltjes al vast gekocht en op den zolder opgeslagen Er is niets meer van te vinden en ze zijn niet verzekerd. Slechts zijn spaarduitjes heeft hij tijdens den brand met mannenmoed uit het brandende huis weten te redden. Men vertelt in de buurt, dat tijdens den brand een wonder zou zijn geschied, omdat een lam jongetje plotseling het gebruik van zijn beenen zou Hebben teruggekregen. Dit is niet waar, want het ventje was gelukkig niet lam. Het was ziek en werd door buren naar beneden gedragen. In een huis om den hoek echter was een lamme vrouw. Ook zij werd weggedragen, omdat dit perceel moest worden ontruimd. - - Een oplichter. Te Mainz is een 26-jarige oplichter gear resteerd die in samenwerking met een Bel gischen koopman in edele metalen, groote hoeveelheden goud, platina, en zilver, in West-Duitschland opgekocht, naar Neder land had ,,verschoben". De gearresteerde had, naar uit Benijn aan het Hbld. wordt gemeld, met het zoete winstje dat hem de ze transacties opleverde, groote valuta-spe culaties gefinancierd en verheugde zich nu in het bezit van een weelderige woning in een voorname villa-wijk in de nabijheid van Den Haag. In het voorjaar vertoefde hij ge- ruimen tijd te Amsterdam met drie vrien dinnetjes. Te Berlijn gaf hij zich uit voor een graaf uit Hongarije; hij droeg dan ook een aantal Hongaarsche lintjes. Door de stabilisatie van de mark was hij niet meer in staat zijn speculaties te dekken, zoodat hij het probeerde met het uitgeven van ge antidateerde cheques en wissels op kort zicht, waarvoor evenmin dekking voorhan den was. Ook had hij met een vervaardiger van valsche bankbiljetten groote transac ties aangegaan. Heling. Te- Rotterdam zijn aangehouden de koop man P. van S. en de vuurwerker W. K. ver dacht van heling van een effect ter waarde van 1000 dollar,"in 1922 te New York gesto len. Dit effect is door P. van S. bij S. Co. op het Slagveld te Rotterdam ter verzilve ring aangeboden. "Na zijn aanhouding ver klaarde de koopman, dit te hebben gedaan voor den vuurwerker W. K., die beweert, het stuk in October van het vorige jaar als onderpand te hebben gekregen van den zee man T., van wien bekend is, dat hij in het laatst van het vorige jaar in Finland is ver dronken. Onze Schcepsbouw-industrie. De December-aflevering van het Maand schrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek bevat een door dit Bureau sa mengesteld overzichtje van de bedrijvig heid (aantal arbeiders, aantal, soort en tonnenmaat der in aanbouw zijnde sche pen) in een 118-tal scheepswerven volgens een door de Directie van den Arbeid tus schen 5 en 15 December j.l. gehouden mo mentopname. Daaruit blijkt, dat het totale personeel in alle 118 endernemingen te zamen nog niet de helft bedroeg van dat bij normale bezetting n.l. resp. 16492 en circa 37700. In 7 ondernemingen, welke in gewone omstan digheden te zamen ruim 1200 man tellen, waren thans in het geheel geen arbeiders -werkzaam (van 3 dezer is bekend dat zij den bouw der onderhanden zeeschepen ge staakt hadden.) Hierbij zijn niet meer -meegeteld werven, die reeds geliquideerd zijn of waarvan bekend is, dat zij niet ver der geëxploiteerd zullen worden. In 14 andere ondernemingen, waar op het tijd stip van onderzoek geen scbepsn in aan bouw, waren (omtrent enkele, w.o. een groote, werd opgemerkt, dat zij uitslui tend reparatie- of sloopingswerk verricht ten), werkten! te zamen 2613 arbeiders te gen ruim 6500 in normalen tijd. Voor de 97 overige ondernemingen, die wel schepen in aanbouw hadden', waren deze getallen resp. 13879 en circa 30.000; in 57 dezer werven was het personeel met de helft of meer, in 31 met minder dan de helft ge daald, terwijl het in 8 gelijk was aan dat bij normale bezetting en in slechts één thans wat grooter. Afgezien van enkele ondernemingen, die geen bepaalde cijfers daaromtrent gaven, stonden er in totaal 242 schepen op stapel, n.l. 43 zeeschepen (w.o. genoemd werden' 2 oorlogsschepen en G onderzeeböoten), 146 rivier- cn binnenschepen en. 53 schepen, waarvan niet zeker bekend is of zij tot de eerste dan wel do laatste eategorio belmo ren. Voorts waren voor zoover bekend o.a. in aanbouw 3 dokken en een hoeveelheid baggermateriaal (o.a. 6 baggermolens.) De totale tonnenmaat van de in aan bouw zijnde schepen! beliep in de 82 on dernemingen:, dio daarover cijfers gaven - een 15-tal ondernemingen, welke o.a. ten minste 20 schepen op stapcl hadden staan lieten zich over de tonnenmaat niet uit te zamen ruim 296.000 ton (afgezien van het. baggermateriaal.) Van deze 296.000 ton komt ten minste ruim 223.000 ton voor re kening van zee- en ten minste ruim 56.000 ton van rivier- en schepen, terwijl voor de overige pl.m. 16000 ton een dergelijke split sing niet werd opgegeven. In deze cijfers is niet begrepen de tonnenïnaat van dc en kele schepen (in totaal ruim 15000 ton), waarvan de bouw gestaakt is. Een specificatie van de tonnenmaat naar do landen van bestemming wijst uit. dat ten minste ruim 194.000 ton in aanbouw was voor Nederland, ruim 74000 ton voor het buitenland (hiervan 26.000 ton voor Noorwegen, 16.500 ton voor Engeland en, 13.000 ton voor Duitschland) en dat ruim 12.000 ton op speculatie gebouwd jyerd. herleving der religie in rusland. De communistische regeering N heeft steeds strijd gevoerd tegen de kerk, die zij als een haard van reactie beschouwt. Het is haar evenwel niet gelnkt het oudé geloof in Rusland uit te roeien. In den laatsten tijd hebben, ondanks de voortdurende anti-godsdienstige propa ganda der regeering, de religieuze stroo- aningen in het Russische rijk in hooge mate aan kracht gewonnen. Volgens mededeelimgen in de. „L o k a 1 A n z e i -g e r" gaat, sedert den herfst van 't vorige jaar een sterke drang naar godsdienstig leven door het gansche land, die steeds in omvang toeneemt. De schrij ver in het Duitsche blad zegt, dat miTi- lioenen der Russische boerenbevolking uit de hel der communistische werkelijkheid naar een leven in God vluchten. In Moskou moet men daarover ten zeer ste verontrust zijn. Men heeft naar tegen- middelen gezocht en gemeend deze iln nieuwe vervolgingen te vinden. Overal werden, in de afgeloopen maanden, popen gevangen genomen en er van beschuldigd de boerenbevolking tegen de regeering op te zetten. Een andere uiting van vrees is de in hechtenisneming van den patriarch Tichon in een klooster, waarin hij zich teruggetrokken had ,na uit bolsjewistische gevangenschap ontslagen te zijn. Een al- Russisch concilie is thans bijeengeroepen, dat over Tichon recht zal spreken. On- nood'ig te zeggen, dat dit concilie op de hand der sovjet-Tegeering is. Uit een Russ'schen brief citeert de schrijver in de „tokal Anzeiger": Reeds in het begin van don herfst in September, waren alle straten, die naar de kloosters voeren, met groote scharen van pelgrims gevuld. Ofschoon regeeriiigs- agitatoren niet moe werden de bedevaart gangers op het dwaze gedoe- der bedevaar ten te wijzen, keerde niemand huiswaarts zonder het beoogde doel bereikt te 'heb ben. Allen gingen rustig huns weegs. Deze handelwijze der pelgrims bet niet na een zeer goeden indruk te wekken bij de lan delijke bevolking: velen besloten niet lan ger deel te nemen aan de anti-godsdien stige propaganda en thans heeft in vele gemeenten als 't ware een heele omme keer plaats gehad. De popen hebben de achting en eerbied der bevolking terugge kregen. Vele priesters dragen opnieuw het geestelijk gewaad en zijn niet bevreesd, dat de bevolking hen verraden zal. De communistische leeraars, die door de re geering aangesteld zijn, ontmoeten op tal van plaatsen ernstigen tegenstand. De grooie bezorgdheid der-Russische regeering voor de opleving der oude reli gie wordt getypeerd door een rede van een der volkscommissarissen ovër dit thema. Deze zei de: De godsdienstige beweging dn Rusland neemt den vorm van een z:ekte, een epidemie, aan, die na dc kleine bur gers nu ook de arbeiders en boeren be smet heeft. De religieuze psychose, anders meen ik de'Strooming niet te kunnen ka- rakteriscéren, néémt steeds grootere af metingen aan. De door den staat inge stelde „levende kerk" die het volk van godsdienstige waanvoorstellingen wilde be vrijden, heeft gefaald, het oude geloof en de oude gebruiken schijnen zoo d:ep in de boerenbevolking te leven, dat zij niet te verdrijven zijn. Lijken „begraven" in alcohol. Te Viverois (Frankrijk) is overleden de oudheidkundige Hector Granet, die o.a. bekendheid verwierf door de zonderlinge omstandigheid, dat hij sinds vijftig jaren het lijk van z jn vader in alcohol be waarde. Hector Granet had reeds lang vóór zijn dood het kuipje» met alcohol in, gereedheid gebracht, waarin hij op zijn beurt te rus ten gelegd wenschte te worden. De moraal uit een en ander? 'Alcohol heeft dit met andena bederfwe rende vergiften gemeen, dat het uitsteken de diensten bewijst bij uitwendig gébruik, doch noodlottige gevolgen heeft bij inwen dig gebruik. Sublimaat is uitstekend als uitwendig aangewend desinfecteerend middel, doch reeds in een zeer kleine dosis is doodèlijk bij inwendig gebruik. Zoo is alcohol een goed conserveerings-< middel' voor 'iijkien, maar dat lévenden door alcohol goed „geconserveerd" zouden blijven, is een dwaling. Ons Babbelhoekje. i B5®ü5öJQ5ö55ö2Q5ÖOT592®iS!ï5B!5ö3!S3,SïQK3f!ï530 Beate jongens en meisjes. Ditmaal geef ik weer een stuk van het verhaal waarom onze briefwisseling achter wege blijft. De volgende week hoop ik weer de brief jes het waren er heel wat te beant woorden en nieuwe raadsels op te geven. Hartelijke groeten van Y Oom FELIX. DE VERLOREN PORTEFEUILLE. „Daarin vergis je jo Harmsen, zei mevrouw van Beveren glimlachend, ik ben wel degelijk van plan in je onschuld te ge- looven cn ten bewijze daarvan verzoek ik je twee dagen in de week bij mij te komen, werken, om onzen tuin in orde te houden"* Ontroerd greep Harmsen liaar haiulen. ^Mevrouw, mevrouw, zeide hij. hiervoor dank ik u, meer dan ik u zeggen kan. Dit wordt een keerpunt in mijn ellende, want u is do eerste die in mijn onschuld gelooft". Ook juffrouw Harmsen dankte Mevrouw van Beveren met tranen in de oogen. „Genoeg, vrienden, sprak mevrouw zicht- haar aangedaan, het is mij een. voorrecht menschen die Tmiten hun schuld zoo zijn achteruit gegaan te mogen helpen." Daarop sprnk ze met Harmsen af, dat hij voortaan iederen Maandag en Vrijdag bij baar zou kemen werken. ..En waar ik kan, zal ik bij mijn bekenden aanbevelen", veegde zij er aantce. Daar wérd de deur geopend en traden Anton en Selma binnen. Bedremmeld bleven zij aan den ingang staan, teen zij de vreemde dame zagen zitten. „O, dat dacht ik wel zei Mevrouw van Beveren vriendelijk, dat ik jullie zien zou. kijk eens wat ik voer je heb meegebraclw. Zij gaf den kinderen ieder een plak chco lade waar dezen verlegen voor bedankten. „En nu ga ik eens heen, zeide Mevrouw van Beveren. Dus tot Maandag, Harmsen, vervolgde ze terwijl ze hem de hand-gaf en denk er om. moed gehouden, je onschuld zal zeker cenmgal blijken". Daarop vertrok ze. een groote blijdschap in de armelijke woning achterlatende. HOOFDSTUK Vil. Keeren we thans tot de familie van Stein terug. Ook voor hen is het jaar uat voorbijgegaan is niet zco bijzonder voor spoedig geweest. Hadden zij niet met ar moede te kampen, daar waren andere zor- gen die hen het leven soms moeilijk maak ten. Daar was allereerst hun zoon Karei. Voorheen was Karei zoo gezond en vreolijk geweest als men maar kon wensehen. Maar het laatste jaar was het alsof er een som bere last cp hem drukte, waardoor al zijn vroolijkheid verdween. Ook zijn gezond heid was niet zoo goed meer, hij werd ma ger en. bleek zonder dat er een reden voor te vinden was. Bij zijn wekelijksche bezoeken die hij thuis bracht, had zijn Moeder hem meer malen ondervraagd, maar steeds gaf hij ontwijkende antwoorden. Ook mijnheer van Stein was niet dezelfde man als écu jaar geleden. Sinds het vertrek van Harm sen, was hij prikkelbaar geworden éni moeilijk in den omgang, zoodat zijn vrouw er onder leed. Een korten tijd was be/ tuinmanshuisje bewoond geweest, door een andere familie. Nog niet lang was echter de nieuwe tuin man in dienst van rtnirihnv,.- van Stein, ei deze merkte dat zijn njn* o vruchten op de. meest geheimzinnige mau .r uit z;jn broeikassen verdwenen. Hij v - «.kt bij zijn vorigen tuinman nooit gewen i ge weest, en dus ergerde het hem l uw r- mate. Op zekeren dag werd echter, bet raadsel opgelost. Met eigen oogen zag mijnheer van Sin n hoe zijn vruchten verdwenen in het tuin- manshuisje. Hij zeide niets» niaer liet liet huisje bewaken en weldra kwam hét ui* dat de nieuwe tuinman de t ruchlen van zijn lieer in alle etilte aa i winkeliers nit de stad verkocht. Onmiddellijk had «'.c man zijn ontslag gekregen en sinds d? -u stond het tuinmanshuisjc leeg. Mijnheer van Stein liet nu vier dagen in de wcri: e>en tuinman uit de stad kernen, ertt z ;n tuin te verzorgen. Hij zou het aan'niematvl hebben willen bekennen, maar in zijn hart knaagde het berouw, dat hij Harmsen ''al' weggózonden, zonder dat bij toch cigii lijk voldoende bewijzen had gehad voor mans schuld. Mevrouw van Slein was de zelfde vriendelijke dame gebleven. Raa'" belofte getrouw had zij een en andermaal aan Harmsen geschreven, maar de brieven had zij ongeopend terug ontvangen, zou daaT niet zoo verbaasd over gewcv si. zijn, als zij had geweten, dat de familie Harmsen hun lief huisje had moeten vr laten, voor het armoedige krot in dc ach terbuurten der stad. Thans zitten mijnheer cn mevrouw van Stein in de huiskamer van hunne woning. Het is Zaterdagmiddag, zij verwachten hun zoon Ivarel uit de stad. Vindt je niet dat Karei laat is, Jchant waagt mevrouw aan haar man. Deze- ziet op uit het bock waarin hij be zig is te lezen en kijkt op de klok. Ja, Hermine zegt liij, het is al meer a-.n een uur la-ter, dan gewoonlijk, maar mi-.- schien heeft hij oponthoud gehad, en komt hij met een volgenden trein, dan kan !i j toch ook gauw hier zijn. Peinzend ziet mevrouw uit het oeusb. dan verheldert plotseling een glimln, h haar gelaat. Daar komt hij al aan, zegt ze en can bo- zorgd, wat ziet hij weer bleek- Even later komt Karei di kamer bui nen. Lusteloos groet hij zijne c-udeis neemt dan met eer. vermoeid gebaar op <1 sofa plaats. vt Inderdaad hij is wel veranuerd. M en bleek is zijn gelaat en om zijn oog r. groeven zich groote donkere krans?!!. Onverschillig loopt het gesprek tuss Ju u de drie menschep, over allerlei dingen. Da.i zegt KaTel plotseling: O ja. vader, k m i een brief voor u bij mij van mijn profesv-r, en als hij ziet dat zijn vader even ontstel, voegt hij'er bij: Neen, stel u gerust, t is niet over mij, maar do professor - 1 over iemand anders wat mee te deelen, maar eerst zal ik u vertellen hoe bet kom-: dat de professor mij don brief gaf. DE MOEDER. Verbitterd sprak hij In 't zaal zich wendend: Vaarwel, o moeder! Nooit keer ik weer En" door de lanen Zag zij hem gaan en Sprak geen vervloeking, maar wee jdo zoor Sprak geen vervloeking Doch, bijna blijde. Beval den maagden: Laat immer meer «ijn zetel staan en De lampen aan on De poort geopend, do slotbrug neer. Maar toen, na jaren, Melaatsché zwerver Tor poorto klacgde: Uw zoon keert weer Zag zij hem aan en Vond geene tranen, - .'Soot lijvee 1 vreugde geen Irineu weerj^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 7