PUROL
dr. kuyper in de kamer.
Een oud-Kameroverzichtschrijver gaf
ins de volgende Kiiyper-herinnering:
gen minister pleegt tijdens de debatten
>ustig in- zijn fauteuil te blijven, naarstig
Ltnteekeningen makend. Hij mag al oens
Even met dezen óf gene een praatje gaan
Snaken, 't zij om inlichting, 't zij om zich
wat te vertreden, als regel zit hij toch
[achter de ministerstafel.
Niet aldus dr. Kuyper. Deze was hard-
hoorend, wat hem noodzaakte dicht bij de
aan 't woord zijnde leden te gaan zitten.
Sprak een afgevaardigde vanaf de lesse
naar naast den griffier, dan - zetelde de
lieer Kuyper in de dichts-bijzijnde bank
der rechterzijde, terwijl hij plaats placht
te nemen vlak vóór een. spreker, die in
zijn eigen bank stond te oreeren.
En dan moest ge dr. Kuyper daar zien
zitten!
Als een blok. De armen over elkaar ge
kruist, het hoofd een weinig voorover ge
bogen, staarde hij ernstig voor zich uit,
door gebaar noch beweging toonend, wat
bij hem omging.
Zelfs de meest felle pasages van een te
genstander vlak bij hem vermochten zelfs
geen reflexbeweging van den stil luiste
renden bewindsman op te wekken.
Alleen ging. af en toen diens rechterhand
naar den vestzak om daaruit een potloodje
op te diepen, om daarmede op een smal
strookje daartoe gereed liggend papier een
korte aanteekening te maken.
't Moet voor menigen hcetgebakerden
spreker wel eens geweest zijn om ture-
luursch te worden, niet meer beweging in
bet massieve blok daar voor hem te kun
nen krijgen.
Maar toch nog liever die onbeweeglijk
heid dan dat de minister een andere hou
ding aannam om stukken te ondertee-
keneh, door den bode in een groot vloei
boek voor hem gelegd. Met onverstoor
bare bedaardheid werd blad na blad om
geslagen, telkenmale op rustige wijze de
bandteekening gezet.
Ik zie dat nog: eerst zoo'n grooie V met
langen uithaal, welke letter tot K .werd
gemaakt met oen klein streepje, waarop
de rest van den naam volgde.
De spreker, die dit onderteekenen met
z'n wijsheid mocht begeleiden, behoefde
zich niet gevleid te gevoelen.
Kwam de minister f wien niemand bij
't luisteren kwam storen aan 't woord,
waarvoor hij zich natuurlijk achter de
ïcgeeringstafel begaf, dan was alle roer
loosheid verdwenen: de buigzame stem, de
welsprekende gebaren, het gehoorzame
woord waren dan ras in de weer om de
Kamer te boeien. Hoe schaarsch ook de
aanteekeningen gefeest mochten zijn, de
heer Kuyper bleek goed te weten wat ge
zegd was en wist zijn antwoord tot een
snooi geheel op te bouwen. Dit behoort
trouwens tot de meer bekende zaken.
de vrijheid der vrouw.
Nu het noodzakelijk is dat een groot
aantal ambtenaren wordt ontslagen heeft
Regeering daarbij het eerst gedacht aan
'do gehuwde vrouwen voorzoover ze geen
postwinster zijn.
In de vrijzinnige en socialistische'kam-,
pen heeft dit een storm van verontwaar
diging gewekt. De vrijheid van de vrouw
zoo riep men, wordt aangetast.
De heer Schaper wees zijne socia
listische partijgenooten op de overdrij
ving waaraan zij zich schuldig maken en
•in vrijzinnige kringen is het de lieer D.
Hans die deze zaak van een anderen
kant belicht.
Aan een mooi artikel van zijn hand in
Dc Nie u w e Courant is het volgen
de ontleend:
Ja maar zegt men voor een deel
'der rechterzijde is de gewraakte maatre
gel slechts een aanloopje, om de gehuwde
vrouw méér en méér uit loondienst terug
le dringen.
Ik antwoord: zoo ja, dan zou voor mij
'de maatregel er dés ie aannemelijker om
/worden. Ik behoor tot hen, die op het
standpunt staan: hij huwelijk ontslag. De
/vrouw hoort thuis. Het argument, vaak
'gehoord, dat zoo iets leidt tot andere en
(minder-gewensch'te vormen van samen-;
leving, acht ik- verschrikkelijk overdreven,
ca wordt overigens volkomen geneutrali
seerd door dit tegen-argument: dat het
systeem van gehuwde vrouw-ambtenares
leidt tot. kunstmatige kinderbeperking.
p Voorwaarde voor een krachtig en
bloeiend volk is eén krachtig en bloeiend
i.gezinsdleven. Onze vaderen begrepen dit.
Begrijpen wij het nog even goed als zij?
/Hen moet wel ziende blind zijn om te ont
kennen, dat 't gezinsleven in on.s land er
r niet op "vooruit gaat, dat „uithuizigheid"
j'ivan ouders en kinderen1 met" den dag toe
neemt. Daar zijn honderd oorzaken voor,
en het is lamlendig om er niet tegen in
hie gaan. Hoeveel glans, hoeveel vrede kon
or in een menschenleven komen in
u weerwil van smarten en tegenspoed
iiwanneer de herinnering, blijft aan' een ge-
Jl lukkig gezin.
;i De eerste, de aller-cersle eisch daarvoor
L 'is: moeder t h iri s.
A's ik aan mijn jeugd terugdenk en
or zijn honderdduizenden zooals ik dan
j'woet ik dal mijn moeder altijd „llnr's"
[was. Zou dat niet de voornaamste reden
'7-ijn van de vcreering, •die wij haar nog
F. toedragen, nu zij als loon daarvoor een
op.\-zrrgelen ouden dag geniet? Men leze,
over deze moedertaak. ook eens de diep-
«mir<-,erende ..Herinneringen'' van Jan
Ugfhart, oen van do mooiste hoeken die
I bezit.
Wanneer wij, kinderen, thuiskwamen met
enzo vreugde en onze smart, wanneer wij
jubelend de trap opstormden om een suc-
'os op school, wanneer wij schreiend
[''ttonr huis gingen om een klein ongelukje
*«al oas was overkomen, wanneer wij ja-
waren, of ziek, op lichte en op donke-
j&'e dagen, er mocht gebeuren wat er wilde:
moeder was thuis. De vuurtoren op de
f kusI, voor dus de plaats van de veilige
'k^ven. Eü z^e kaar weer bazig met haar
eenvoudig, huiselijk werk, de priesteres
van het gezin, blijmoedig, hoe moeilijk de
omstandigheden vaak ook waren.
Maar de leidstérs der moderne vrouwen
vinden dat- „geestdoodend", zé spotten zoo
wat. met dat werk, ze stellen er intellec
tueel en, maatseliappelijken arbeid" tegen
over en ze heseffen niet, dat de taak der
vrouw in het gezin, de heilige opvoedings
taak, maatschappelijk werk van
de allereerste orde is.
Beklagenswaardig het kind dat, terug
denkend aan zijn jeugd, in het centrum
van het ouderlijk huis eni van den gezins-
arbeid, niet ziet „de moeder" (want die
was aan den vereerden maatschappelijken
arbeid bezig), maar „de meid-huishoud
ster". Hoe jammerde dezer dagen een
ambtenaar in.de pers dat hij hij ontslag
van z'n vrouw, de meid-huishoudster zou
moeten ontslaan! En hoe verschrikkelijk
heeft onze feministische vrouwenbeweg:ng,
die gelukkig nooit met de meerderheid der
vrouwen contact heeft gekregen ('t is alles
hijeen slechts een beperkt .groepje) ge
faald, toen zij bij haar strijd om de
„emancipatie der vrouw" op de hoogere
belangen van gezin en gemeenschap niet
heeft gelet.
Wie, vooral in onze dagen, een goed
werk wil doen, hrenge d:e gehuwde vrouw-
ambtenares en de gehuwde vrouw in de
andere beroepen terug naar het ge-
z i n. Het klinkt ouderwetsch. De nieuw
lichters schateren er om. Maar het is
liet eerst noodige. Natuurlijk: geen regel
zonder uitzondering. Er zijn bevoorrechte
vrouwen, die door anderen arbeid der ge
meenschap op welk gebied dan ook, zulke
grooie diensten kunnen bewijzen (ik denk
aan wetenschap en kunst) dat al liet an
dere daarvoor wijken moet. In dit geval
is het offer niet te zwaar gekocht. Maar
liet zijn uitzonderingen.
Er is een oud bekend aandoenlijk vers
je van Nicolaas Beets: „Wanneer dc kin
deren groot zijn". Vader en moeder wil
len graag eens op reis. Ze kunnen niet. De
kinderen! Duur en 'tijdroovend. _Ze bren
gen liet offer. Maar als de kindereu groot
zijn, dan komt hun dag. Helaa3, dié dag
kwam niet. Het voorheeld ?s rijp uit liet
leven geplukt. Ook tegenwoordig nog. Tal-
lorze moeders offeren veel genot, om haar
taak in het gezin Ie vervullen. Zj mogen
zoodoende minder van dc wereld zien, ze
hebben geloovig of niét in en door
hun op-offerende opvoedingswerk loc Li
„het koninkrijk Gods" aanschouwd en de
gedachte daaraan in hun kinderen gewekt.
Want de- heugenis aan zulk een moeder
blijft een zegen voor heel een menschen
leven, een staag-hrandende vlam van zacht
.geluk, en een hoedster vnor veel kwaad.
Het is d i t moeder-beeld dat ik bewaren
wil, voor onze geslagen samenleving. Ik
wensoh er de meid-huishoudster niet voor
in do plaats.
Terug naar het gezin!"
GEMENGD NIEUWS
Verdronken.
Te Kessel (L.) raakte het bootje waar
mede op de Maas het anker van een bag
germolen werd verlegd in den ketting ver
ward en kantelde. Drie der inzittenden wis
ten zioh te redden, doch de 40-jarige J. Pe
ters verdronk. Hij laat een vrouw met vijf
kinderen achter.
Te Hardegarijp is de 12-jarige Jan Jel-
men Stellingwerf, bij het schaatsenrijden op
de Bergumerveenstervaart door het ijs ge
zakt en verdronken.
Kn.
i Aan brandwonden overleden.
De 29-jarige dienstbode uit 'Amersfoort
die gisteren zulke ernstige brandwonden
bekwam, is gistei'enmorgen aan de gevolgen
daarvan overleden.
Een krankzinnige aangehouden.
Te Zwolle is op het station een drenken
sergeant aangehouden, verdacht van dief
stal van een rijwiel. Het bleek te zijn Da
niël Scheepstra-, bakkersknecht te Assen,
ontvluöht uit het krankzinnigengesticht te
Hertogenbosch. Hij had de sergeants-
uniform te Breda gekocht en het rijwiel te
Meppel verkocht. De politie bracht hem
naar 's-Hertogenbosch terug. Tel.
De brandstichting te Amsterdam.
Omtrent de oorzaak der brandstichting te
Amsterdam wordt nog gemeld:"
Het schijnt, dat er jarenlang onaange
naamheden tusschen de andere bewoners
van het huis en de vrouw_ hadden 'bestaan.
Ër werd geplaagd door emmers water op
•het portaal te laten omvallen, door lawaai
op de trap te maken, deze te bevuilen en
meer van dergelijke onaangename dingen,
die het wonen van verschillende buren op
één trap soms het leven tot een hel maken.
Ook bleek, dat zij vroeger al eens met
brandstichting had gedreigd.
Dienzelfden dag, zoo verklaarde de vrouw
lag zij ziek te bed.- Des middags zeiden
eenige buren op het portaal met luide stem
kwade dingen over haar. Zij heeft zich dit
zoo aangetrokken, dat zij besloot er een
eiftd aan te maken, daarbij niet beseffende
dat zij met eenige bewoners der tweede
verdieping nooit onaangenaamheden had
gehad en deze ook opofferde aan het gevaar
van verbranding.
Dat zij geen onwaarheid sprak, bleek de
politie uit het schort der ongelukkige, dat
nog met petroleum gedrenkt was. Zij zal
dezer dagen ter beschikking van de justitie
gesteld worden,
Voorts is gebleken, dat nog een kat ver
brand is. Een brandmeester verklaarde,
dat wanneer de brand des nachts was uit
gebroken tal van menschenle\ ens zouden
verloren gegaan zijn. De vlammen toch gre
pen zoo snel om zich heen, dat er voor de
meesten aan ontsnappen niet te denken zou
zijn geweest.
Voor den bewoner van één hoog voor, den
chauffeur van de gemeente-telefoon Hen
driks, beteekent deze brand niets meer of
minder dan een ramp. Hij zou binnenkort in
Ruwe en Schrale Huid]
DOOS 30, 60,90 Cent.
Bij Apoth. en Drogisten.
Phorm.Febr. A.MiJnliardt >-
het huwetijk treden en had zijn meubeltjes
al vast gekocht en op den zolder opgeslagen
Er is niets meer van te vinden en ze zijn
niet verzekerd. Slechts zijn spaarduitjes
heeft hij tijdens den brand met mannenmoed
uit het brandende huis weten te redden.
Men vertelt in de buurt, dat tijdens den
brand een wonder zou zijn geschied, omdat
een lam jongetje plotseling het gebruik van
zijn beenen zou Hebben teruggekregen. Dit
is niet waar, want het ventje was gelukkig
niet lam. Het was ziek en werd door buren
naar beneden gedragen. In een huis om den
hoek echter was een lamme vrouw. Ook zij
werd weggedragen, omdat dit perceel
moest worden ontruimd. - -
Een oplichter.
Te Mainz is een 26-jarige oplichter gear
resteerd die in samenwerking met een Bel
gischen koopman in edele metalen, groote
hoeveelheden goud, platina, en zilver, in
West-Duitschland opgekocht, naar Neder
land had ,,verschoben". De gearresteerde
had, naar uit Benijn aan het Hbld. wordt
gemeld, met het zoete winstje dat hem de
ze transacties opleverde, groote valuta-spe
culaties gefinancierd en verheugde zich nu
in het bezit van een weelderige woning in
een voorname villa-wijk in de nabijheid van
Den Haag. In het voorjaar vertoefde hij ge-
ruimen tijd te Amsterdam met drie vrien
dinnetjes. Te Berlijn gaf hij zich uit voor
een graaf uit Hongarije; hij droeg dan ook
een aantal Hongaarsche lintjes. Door de
stabilisatie van de mark was hij niet meer
in staat zijn speculaties te dekken, zoodat
hij het probeerde met het uitgeven van ge
antidateerde cheques en wissels op kort
zicht, waarvoor evenmin dekking voorhan
den was. Ook had hij met een vervaardiger
van valsche bankbiljetten groote transac
ties aangegaan.
Heling.
Te- Rotterdam zijn aangehouden de koop
man P. van S. en de vuurwerker W. K. ver
dacht van heling van een effect ter waarde
van 1000 dollar,"in 1922 te New York gesto
len. Dit effect is door P. van S. bij S. Co.
op het Slagveld te Rotterdam ter verzilve
ring aangeboden. "Na zijn aanhouding ver
klaarde de koopman, dit te hebben gedaan
voor den vuurwerker W. K., die beweert,
het stuk in October van het vorige jaar als
onderpand te hebben gekregen van den zee
man T., van wien bekend is, dat hij in het
laatst van het vorige jaar in Finland is ver
dronken.
Onze Schcepsbouw-industrie.
De December-aflevering van het Maand
schrift van het Centraal Bureau voor de
Statistiek bevat een door dit Bureau sa
mengesteld overzichtje van de bedrijvig
heid (aantal arbeiders, aantal, soort en
tonnenmaat der in aanbouw zijnde sche
pen) in een 118-tal scheepswerven volgens
een door de Directie van den Arbeid tus
schen 5 en 15 December j.l. gehouden mo
mentopname.
Daaruit blijkt, dat het totale personeel
in alle 118 endernemingen te zamen nog
niet de helft bedroeg van dat bij normale
bezetting n.l. resp. 16492 en circa 37700. In
7 ondernemingen, welke in gewone omstan
digheden te zamen ruim 1200 man tellen,
waren thans in het geheel geen arbeiders
-werkzaam (van 3 dezer is bekend dat zij
den bouw der onderhanden zeeschepen ge
staakt hadden.) Hierbij zijn niet meer
-meegeteld werven, die reeds geliquideerd
zijn of waarvan bekend is, dat zij niet ver
der geëxploiteerd zullen worden. In 14
andere ondernemingen, waar op het tijd
stip van onderzoek geen scbepsn in aan
bouw, waren (omtrent enkele, w.o. een
groote, werd opgemerkt, dat zij uitslui
tend reparatie- of sloopingswerk verricht
ten), werkten! te zamen 2613 arbeiders te
gen ruim 6500 in normalen tijd. Voor de
97 overige ondernemingen, die wel schepen
in aanbouw hadden', waren deze getallen
resp. 13879 en circa 30.000; in 57 dezer
werven was het personeel met de helft of
meer, in 31 met minder dan de helft ge
daald, terwijl het in 8 gelijk was aan dat
bij normale bezetting en in slechts één
thans wat grooter.
Afgezien van enkele ondernemingen, die
geen bepaalde cijfers daaromtrent gaven,
stonden er in totaal 242 schepen op stapel,
n.l. 43 zeeschepen (w.o. genoemd werden'
2 oorlogsschepen en G onderzeeböoten), 146
rivier- cn binnenschepen en. 53 schepen,
waarvan niet zeker bekend is of zij tot de
eerste dan wel do laatste eategorio belmo
ren. Voorts waren voor zoover bekend o.a.
in aanbouw 3 dokken en een hoeveelheid
baggermateriaal (o.a. 6 baggermolens.)
De totale tonnenmaat van de in aan
bouw zijnde schepen! beliep in de 82 on
dernemingen:, dio daarover cijfers gaven -
een 15-tal ondernemingen, welke o.a. ten
minste 20 schepen op stapcl hadden staan
lieten zich over de tonnenmaat niet uit
te zamen ruim 296.000 ton (afgezien van het.
baggermateriaal.) Van deze 296.000 ton
komt ten minste ruim 223.000 ton voor re
kening van zee- en ten minste ruim 56.000
ton van rivier- en schepen, terwijl voor de
overige pl.m. 16000 ton een dergelijke split
sing niet werd opgegeven. In deze cijfers
is niet begrepen de tonnenïnaat van dc en
kele schepen (in totaal ruim 15000 ton),
waarvan de bouw gestaakt is.
Een specificatie van de tonnenmaat naar
do landen van bestemming wijst uit. dat
ten minste ruim 194.000 ton in aanbouw
was voor Nederland, ruim 74000 ton voor
het buitenland (hiervan 26.000 ton voor
Noorwegen, 16.500 ton voor Engeland en,
13.000 ton voor Duitschland) en dat ruim
12.000 ton op speculatie gebouwd jyerd.
herleving der religie in
rusland.
De communistische regeering N heeft
steeds strijd gevoerd tegen de kerk, die
zij als een haard van reactie beschouwt.
Het is haar evenwel niet gelnkt het oudé
geloof in Rusland uit te roeien.
In den laatsten tijd hebben, ondanks de
voortdurende anti-godsdienstige propa
ganda der regeering, de religieuze stroo-
aningen in het Russische rijk in hooge
mate aan kracht gewonnen.
Volgens mededeelimgen in de. „L o k a 1
A n z e i -g e r" gaat, sedert den herfst van
't vorige jaar een sterke drang naar
godsdienstig leven door het gansche land,
die steeds in omvang toeneemt. De schrij
ver in het Duitsche blad zegt, dat miTi-
lioenen der Russische boerenbevolking uit
de hel der communistische werkelijkheid
naar een leven in God vluchten.
In Moskou moet men daarover ten zeer
ste verontrust zijn. Men heeft naar tegen-
middelen gezocht en gemeend deze iln
nieuwe vervolgingen te vinden. Overal
werden, in de afgeloopen maanden, popen
gevangen genomen en er van beschuldigd
de boerenbevolking tegen de regeering op
te zetten.
Een andere uiting van vrees is de in
hechtenisneming van den patriarch
Tichon in een klooster, waarin hij zich
teruggetrokken had ,na uit bolsjewistische
gevangenschap ontslagen te zijn. Een al-
Russisch concilie is thans bijeengeroepen,
dat over Tichon recht zal spreken. On-
nood'ig te zeggen, dat dit concilie op de
hand der sovjet-Tegeering is.
Uit een Russ'schen brief citeert de
schrijver in de „tokal Anzeiger":
Reeds in het begin van don herfst
in September, waren alle straten, die naar
de kloosters voeren, met groote scharen
van pelgrims gevuld. Ofschoon regeeriiigs-
agitatoren niet moe werden de bedevaart
gangers op het dwaze gedoe- der bedevaar
ten te wijzen, keerde niemand huiswaarts
zonder het beoogde doel bereikt te 'heb
ben. Allen gingen rustig huns weegs. Deze
handelwijze der pelgrims bet niet na een
zeer goeden indruk te wekken bij de lan
delijke bevolking: velen besloten niet lan
ger deel te nemen aan de anti-godsdien
stige propaganda en thans heeft in vele
gemeenten als 't ware een heele omme
keer plaats gehad. De popen hebben de
achting en eerbied der bevolking terugge
kregen. Vele priesters dragen opnieuw het
geestelijk gewaad en zijn niet bevreesd,
dat de bevolking hen verraden zal. De
communistische leeraars, die door de re
geering aangesteld zijn, ontmoeten op tal
van plaatsen ernstigen tegenstand.
De grooie bezorgdheid der-Russische
regeering voor de opleving der oude reli
gie wordt getypeerd door een rede van een
der volkscommissarissen ovër dit thema.
Deze zei de: De godsdienstige beweging dn
Rusland neemt den vorm van een z:ekte,
een epidemie, aan, die na dc kleine bur
gers nu ook de arbeiders en boeren be
smet heeft. De religieuze psychose, anders
meen ik de'Strooming niet te kunnen ka-
rakteriscéren, néémt steeds grootere af
metingen aan. De door den staat inge
stelde „levende kerk" die het volk van
godsdienstige waanvoorstellingen wilde be
vrijden, heeft gefaald, het oude geloof en
de oude gebruiken schijnen zoo d:ep in
de boerenbevolking te leven, dat zij niet
te verdrijven zijn.
Lijken „begraven" in alcohol.
Te Viverois (Frankrijk) is overleden de
oudheidkundige Hector Granet, die o.a.
bekendheid verwierf door de zonderlinge
omstandigheid, dat hij sinds vijftig jaren
het lijk van z jn vader in alcohol be
waarde.
Hector Granet had reeds lang vóór zijn
dood het kuipje» met alcohol in, gereedheid
gebracht, waarin hij op zijn beurt te rus
ten gelegd wenschte te worden.
De moraal uit een en ander?
'Alcohol heeft dit met andena bederfwe
rende vergiften gemeen, dat het uitsteken
de diensten bewijst bij uitwendig gébruik,
doch noodlottige gevolgen heeft bij inwen
dig gebruik.
Sublimaat is uitstekend als uitwendig
aangewend desinfecteerend middel, doch
reeds in een zeer kleine dosis is doodèlijk
bij inwendig gebruik.
Zoo is alcohol een goed conserveerings-<
middel' voor 'iijkien, maar dat lévenden
door alcohol goed „geconserveerd" zouden
blijven, is een dwaling.
Ons Babbelhoekje. i
B5®ü5öJQ5ö55ö2Q5ÖOT592®iS!ï5B!5ö3!S3,SïQK3f!ï530
Beate jongens en meisjes.
Ditmaal geef ik weer een stuk van het
verhaal waarom onze briefwisseling achter
wege blijft.
De volgende week hoop ik weer de brief
jes het waren er heel wat te beant
woorden en nieuwe raadsels op te geven.
Hartelijke groeten van
Y Oom FELIX.
DE VERLOREN PORTEFEUILLE.
„Daarin vergis je jo Harmsen, zei
mevrouw van Beveren glimlachend, ik ben
wel degelijk van plan in je onschuld te ge-
looven cn ten bewijze daarvan verzoek ik
je twee dagen in de week bij mij te komen,
werken, om onzen tuin in orde te houden"*
Ontroerd greep Harmsen liaar haiulen.
^Mevrouw, mevrouw, zeide hij. hiervoor
dank ik u, meer dan ik u zeggen kan. Dit
wordt een keerpunt in mijn ellende, want
u is do eerste die in mijn onschuld gelooft".
Ook juffrouw Harmsen dankte Mevrouw
van Beveren met tranen in de oogen.
„Genoeg, vrienden, sprak mevrouw zicht-
haar aangedaan, het is mij een. voorrecht
menschen die Tmiten hun schuld zoo zijn
achteruit gegaan te mogen helpen."
Daarop sprnk ze met Harmsen af, dat hij
voortaan iederen Maandag en Vrijdag bij
baar zou kemen werken. ..En waar ik kan,
zal ik bij mijn bekenden aanbevelen",
veegde zij er aantce.
Daar wérd de deur geopend en traden
Anton en Selma binnen. Bedremmeld
bleven zij aan den ingang staan, teen zij
de vreemde dame zagen zitten.
„O, dat dacht ik wel zei Mevrouw van
Beveren vriendelijk, dat ik jullie zien zou.
kijk eens wat ik voer je heb meegebraclw.
Zij gaf den kinderen ieder een plak chco
lade waar dezen verlegen voor bedankten.
„En nu ga ik eens heen, zeide Mevrouw
van Beveren. Dus tot Maandag, Harmsen,
vervolgde ze terwijl ze hem de hand-gaf en
denk er om. moed gehouden, je onschuld
zal zeker cenmgal blijken". Daarop vertrok
ze. een groote blijdschap in de armelijke
woning achterlatende.
HOOFDSTUK Vil.
Keeren we thans tot de familie van
Stein terug. Ook voor hen is het jaar uat
voorbijgegaan is niet zco bijzonder voor
spoedig geweest. Hadden zij niet met ar
moede te kampen, daar waren andere zor-
gen die hen het leven soms moeilijk maak
ten. Daar was allereerst hun zoon Karei.
Voorheen was Karei zoo gezond en vreolijk
geweest als men maar kon wensehen. Maar
het laatste jaar was het alsof er een som
bere last cp hem drukte, waardoor al zijn
vroolijkheid verdween. Ook zijn gezond
heid was niet zoo goed meer, hij werd ma
ger en. bleek zonder dat er een reden voor
te vinden was.
Bij zijn wekelijksche bezoeken die hij
thuis bracht, had zijn Moeder hem meer
malen ondervraagd, maar steeds gaf hij
ontwijkende antwoorden. Ook mijnheer
van Stein was niet dezelfde man als écu
jaar geleden. Sinds het vertrek van Harm
sen, was hij prikkelbaar geworden éni
moeilijk in den omgang, zoodat zijn vrouw
er onder leed. Een korten tijd was be/
tuinmanshuisje bewoond geweest, door een
andere familie.
Nog niet lang was echter de nieuwe tuin
man in dienst van rtnirihnv,.- van Stein, ei
deze merkte dat zijn njn* o vruchten op
de. meest geheimzinnige mau .r uit z;jn
broeikassen verdwenen. Hij v - «.kt bij
zijn vorigen tuinman nooit gewen i ge
weest, en dus ergerde het hem l uw r-
mate. Op zekeren dag werd echter, bet
raadsel opgelost.
Met eigen oogen zag mijnheer van Sin n
hoe zijn vruchten verdwenen in het tuin-
manshuisje. Hij zeide niets» niaer liet liet
huisje bewaken en weldra kwam hét ui*
dat de nieuwe tuinman de t ruchlen van
zijn lieer in alle etilte aa i winkeliers nit
de stad verkocht. Onmiddellijk had «'.c
man zijn ontslag gekregen en sinds d? -u
stond het tuinmanshuisjc leeg. Mijnheer
van Stein liet nu vier dagen in de wcri:
e>en tuinman uit de stad kernen, ertt z ;n
tuin te verzorgen. Hij zou het aan'niematvl
hebben willen bekennen, maar in zijn hart
knaagde het berouw, dat hij Harmsen ''al'
weggózonden, zonder dat bij toch cigii lijk
voldoende bewijzen had gehad voor
mans schuld. Mevrouw van Slein was de
zelfde vriendelijke dame gebleven. Raa'"
belofte getrouw had zij een en andermaal
aan Harmsen geschreven, maar de brieven
had zij ongeopend terug ontvangen,
zou daaT niet zoo verbaasd over gewcv si.
zijn, als zij had geweten, dat de familie
Harmsen hun lief huisje had moeten vr
laten, voor het armoedige krot in dc ach
terbuurten der stad.
Thans zitten mijnheer cn mevrouw van
Stein in de huiskamer van hunne woning.
Het is Zaterdagmiddag, zij verwachten
hun zoon Ivarel uit de stad.
Vindt je niet dat Karei laat is, Jchant
waagt mevrouw aan haar man.
Deze- ziet op uit het bock waarin hij be
zig is te lezen en kijkt op de klok.
Ja, Hermine zegt liij, het is al meer a-.n
een uur la-ter, dan gewoonlijk, maar mi-.-
schien heeft hij oponthoud gehad, en komt
hij met een volgenden trein, dan kan !i j
toch ook gauw hier zijn.
Peinzend ziet mevrouw uit het oeusb.
dan verheldert plotseling een glimln, h
haar gelaat.
Daar komt hij al aan, zegt ze en can bo-
zorgd, wat ziet hij weer bleek-
Even later komt Karei di kamer bui
nen. Lusteloos groet hij zijne c-udeis
neemt dan met eer. vermoeid gebaar op <1
sofa plaats. vt
Inderdaad hij is wel veranuerd. M
en bleek is zijn gelaat en om zijn oog r.
groeven zich groote donkere krans?!!.
Onverschillig loopt het gesprek tuss Ju u
de drie menschep, over allerlei dingen. Da.i
zegt KaTel plotseling: O ja. vader, k m i
een brief voor u bij mij van mijn profesv-r,
en als hij ziet dat zijn vader even ontstel,
voegt hij'er bij: Neen, stel u gerust, t is
niet over mij, maar do professor - 1
over iemand anders wat mee te deelen,
maar eerst zal ik u vertellen hoe bet kom-:
dat de professor mij don brief gaf.
DE MOEDER.
Verbitterd sprak hij
In 't zaal zich wendend:
Vaarwel, o moeder!
Nooit keer ik weer
En" door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking, maar wee jdo zoor
Sprak geen vervloeking
Doch, bijna blijde.
Beval den maagden:
Laat immer meer
«ijn zetel staan en
De lampen aan on
De poort geopend, do slotbrug neer.
Maar toen, na jaren,
Melaatsché zwerver
Tor poorto klacgde:
Uw zoon keert weer
Zag zij hem aan en
Vond geene tranen, -
.'Soot lijvee 1 vreugde geen Irineu weerj^