iroiiifalieCorat
j Tweede Blad
Zaterdag 26 Januari 1924
Geen kwaad voor kwaad.
Zicfc dat- niemand kwaad
f t voor kwaad iemand vergelde,
s maar jaagt allen tijd liet goede
na, zoo jegens elkander als jc-
1 g-ens allen.
1 Thess. 5: 15;
Het „leer om leer" belioort tot de spreu
ken, die ons als op de lippen bestorven
liggen. En als go het gebruikt, dan doet
gedat doorgaans in een bepaalden zin. Ge
zegt liet niet, als ge iemand uw dankbaar-
beid betoonen gaat, voor hetgeen hij voor
ju deed, evenmin als ge erkentelijkheid on
dervindt, om wat gij een ander aan wel
daden be woest, maar leer om leer heeft
voor u geen anderen zin, dan: wie kwaad
kloet, kwaad ontmoet.
Ge staat hier voor een algemeen men
schel ijk verschijnsel. Het. recht moet zijn
loop - hebben,zoo oordeelt heel de .wereld.
jYVanneer de boosdoener vrijuit gaat, is
'daardoor ons rechtsgevoel niet bevredigd.
'En al hebben we in een beschaafde maat
schappij geleerd, dat bloedwraak niet te
pas komt, dat het eigen rechter spelen uit
moet zijn, het is toch ook weer zóó, dat
we voldaan zijn, zoo slechts de overheid
den misdadiger doet boeten voor zijn
•euveldaan. Go vraagt om gerechtigheid in
het dagelijksch leven. Er is heel veel,
waar het offcieele gerecht niet lussohen
[beide komen kan. En dan streeft, ge er
fweer naar, dat hij die anderen kwaad
kloet, zooal ïiiet door u kwaad behandeld
zal worden, dan toch veel slechts onder
vinden zak Wie even nadenkt,, vindt in
al «dezo dingen iets heel natuurlijks. Ge
rechtigheid is geen ondeugd, maar een
deugd, een heerlijke deugd, die de mensch
jbij do schepping van zijn Maker ontving.
Ook de gevallen mensch'herd behield be
sef van gerechtigheid. Hoe edeler man,
hoe meer hoogstaande vrouw, hoe dieper
het begeeren naar gerechtigheid zal liggen
dn het hart, hoe heter het zich zal uiten
Sn daden. Ge vindt niet bij één volk, maar
bij alle volken, niet bij één mensch doch
bij allen, de theorie en de practijk van
het leer om leer. Is hier niet een over
blijfsel van het beeld Gods?
Ziet go het zóó, dan aarzelt go een
«ogenblik bij de apostolische vermaning:
Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad
iemand vergelde. Trouwe Bijbellezers, stoo
tten zich niet aan dit woord, het is hun
bekend en geliefd, 't Is een der leefregels
geworden van dé Christelijke samenleving,
Code zij dank. Toch bl:jft er plaats voor
xlo vraag, is hét niet vreemd, dat hier dé
appsfo.IisQhe, boodschap ingaat tegen het
geen wij, mensch én, vanzelf sprölféhd. en
natuurlijk vinden. Immcré, dat Pauhis op
deze plaats niet bedoeilen kan, treedt niet
zelf op om het kwaad te bestraffen, laat
!dit de overhead doen en ontvangt zoo be
vrediging voor uw rechtsgevoel, is wel
ibuiten kijf. Het gaat niet om staat of
maatschappij, ïvet om justitie of politie,
Paulus w'jst aan, hde elk geloovige bin
nen den kring dergenen, die den Heero
vreezen, dan in heel liet menschenleven
zich gedragen zal'. En de apostel bestrijdt
wol waarlijk een regel, die in dat men-
scheu'eyea als geldend wordt aangenomen
Ons rechtsbesef bobben we uit het para
tlijs.
En het kwaad voor kwaad is er sinds
«do zonde.
Daar ligt de oplossing.
Ge kunt u niet indenken, dat de Heere
God aan Adam een regel gesteld zou heb-
ben4 die gelijkems toont met hetgeen. Pau
lus ons h:er voorhoudt.
Wel waarlijk was er gerechtigheid in
tien hof van Eden.
Do hoogste gerechtigheid.
Maar die ohenbaardo zich in 'een louter
Igoed voor goed.
Voor straf en wraak was er geen plaats.
Daarom uitte zich het streven naar-ge
rechtigheid op héél andere wijze. Het was
dé begeerte van nature om niets dan goed
te doen. Vanzelf volgde op'elke goede daad
een soortge'ijke..
Toon kwam do zonde met e'gen eischen.
Zo is wetsovertreding. Ali'ereerst onge
hoorzaamheid aan de wet; Gods. Daarom
vroeg ze om straf, straf, van dén h oog
sten Hechter. Na God moet ook dc mensch
om straf gaan vragen. Het is metterdaad
natuurlijk sinds de zonde, dat kwaad met
kwaad vergolden wordt.
En indien God de wereld na haar af
val van Hem, aan zichzelf had overgela
ten, dan was er niets dan kwaad en kwaad
voor kwaad geweest.
Gode zij dank er is ook genade.
Er is ook genade in Jezus Christus, den
Zoon van Gods eeuwige liefde.
En in Jezus Christus geschiedt het won
derbare. In Hem is er vernieuwing van
do wereld van zonde. Het koninkrijk Gods
komt uit den hemel op de aarde, strijdt
•legen het rijk des duivels en zal straks de
loverwinning behalen.
Zoo leven we nu in dien strijd. Er is nog
zonde, er is ook genade. Er is een kracht
uit den afgrond, er is een heerschappij
Gods, die machtiger js. Er is een Kerk
vai> Christus, die bewaard wordt en die
straks in het einde zal blijken te zijn het
volk Gods, het volk van den grooten Over
winnaar. Er is een volk, dat do heerschap
pij Gods niet erkent en straks door Hem
zal worden geoordeeld.
Op dien toestand past do vermaning:
Ziet dat niemand kwaad voor kwaad
iemand vergelde, maar jaagt allen tijd het
goede na ,zoo jegens elkander al.s. jegens
allen..
De genade Gods in Jezus Christus heft
het rechtsbesef niet op, maar brengt het
r.p hooger pian. doet zien en gelooven, dat
er nog een andere gerechtighc-'d is, dan
dio va™ het algemeen becrcpene: leer om
Jeer. Ze geeft oog voor de gerechtigheid
Gods.
En als de ziel de gerechtigheid Gods
aanschouwt, si cl dier t ze. Al'ós valt weg. Er
b'lijft slechts één kreet over: God, wees
mij zondaar genadig! Een kreet, die ver-
ede'd wordt, haar hoogtepunt vindt in een
zoeken naar het huigen voor het recht
Gods.
We zelf onder het recht Gods buirt,
vraagt dat God om Christus wil genadig
zal z;jn, hemzelf en anderen; geboft, dat
hij met anderen den dood verdiend heeft
cn dat die zeker komen zal, tenzij don dat
genoten worden de vruchten van do ge
rechtigheid van Christus.
Dan maakt men zich gr niet druk meer
over dat anderen toch ontvangen zullgn,
wat ze hebben verdiend. Het is niet moei
lijk in dit opzicht het rechtsbesef het zwij
gen op te leggen.
Maar dit is sléchts het begin.
Er is in Jezus Christus vernieuwing.
We zijn in Hem- op weg naar het para
dijs. dat is naar een louter goed voor
goed.
Dat begint met liet mm and kwaad voor
kwaad vergelden, met het zoeken van het.
goede recht voor d-'e met ons in Christus
zijn, dan ook voor allen.
Zoo's hier een (Del van den levensstrijd,
dien 'do Christen heeft te voeden:
De strijd om zijn rechtsbesef, 'wijfl: het
sinds do zonde ivet meer on jii'sle- wijze
ivérkèn kan,'ten dnd'cr te li ouden: fè'*%veft
iiaa'r den revel van het kon;nkrük Góds.
Wie is tot dezen strijd in staaf?
A1 ffjd ziet ge n^ar bót 'eer om leer.
Maar a's ge op uw Jezus z:et, wordt
het bv-h anders. A's H;f vescholden werd
sriio'd Hü niet weder, a's H'i Kd dreigde
H'i niet. Hij heeft gebeden: Vader, vergeef
lift hun. ze weten met wat ze doen.
J>'o Jezus is de overste Le'dsman en
Vo'o'nder des ge!'oo<s.
ïïw Borg en Middelaar.
Hij e^eft u Int nieuwe leven, dat komt
uit Zijn verrijzenis door den Heiligen
Geesh
Strijdt dan om in te gaan.
En z'e^de op Hem, in Zijn kracht, zult
go weer kunnen gaan leven naar den re
gel: good voor goed. Vanzelf vergeldt go
.dan niemand kwaad voor kwaad.
SLOTZANG.
Gij waart oen Kind, en werd een Oude:
Wat hebt gij van Uw loop behouden,
Om mee to nemen uit den tijd,
Dewijl do dag vast komt voor handlcn,
Om weg te gaan uit deezo landen
Naar 't ver gewest der Eeuwigheid
Wat was Uw werken en vergaaien
In al dien schoonen tijd van jaaren?
O, hebt gij slechts aan de a-ardschc dingen,
Dio losse, brosso bouzelingen,
Dat poppegocd- en kinderspel,
Te kest gelegd alle Uw gedachten,
Uw tijd, en vlijt, en lichaamskrachten.
En niet gestaan naar 't hoogste Wel,
Zo gaat gij naakt en ledig heenen,
Gelijk gij eerst hier zijt verscheenem
Maar zalig, zo gij in dit leven,
Van oenen wijzer geest gedroeven
Uw plicht zorgvuldig hebt betracht,
En naarstiglijk met uw' talenten
Gearbeid om een winst van renten,
Een .Schat van deugden, hoog geacht
In Jezus oogen, te vcrgaad'ren,
En dus tot- uwen Heer te naad'ren.
JAN LUYKEN.
KERK EN SCHOOL
Geref, Gemeenten,
In Februari a.s. zal de Zuidelijke Par
ticuliere Synode der Geref. Gemeenten ge
houden worden te Middelburg.
Daar zal osn. ter tafel komen een beroep
van do Gemeente van Krabbendijko, die
zich. niet kan vereenigen met het (met al-
gem. stemmen) genomen besluit der clas
sis Goes om zich bij do verkiezing van
.ouderlingen en diakenen te houden aan het
stellen van duJ^bel tallen.
Voorts een vraag, of de Synode van oor
deel is, dat in do Geref. Gemeenten kan
gecollecteerd worden voor Bijbelversprei
ding vanwege do Geref. Kerken. Zoo ja,
of zij dan bereid is daartoe een commissie
saam te stellen.
Ecri noodkreet.
In druk is verschenen het Nieuwjaars-
woord. door den Amsterdamschen Her
vormden predikant, ds. A. G. H. van Hoo-
gcnliuyze. uitgesproken op den eersten
Zondag van dit jaar. Het draagt als ti
tel: ..Staat do Ainsterdamsche Hervormde
gemeente voor een failliet?".
Tot het houden van deze rede werd be
sloten door het ministerie van Amsterdam-
seho predikanten.
Do financieel© noodtoestand der Agister-
damsche Hervormde Gemeente is heb on
derwerp, d.at in de brochure behandeld
wordt. Reeds jarenlang teert zij in van
kapitalen, die door het voorgeslacht zijn'
•bijeengebracht. Heb geldt zeer aanzienlijke
bedragen.
Ds. Van Hcogenliuyze zegt zelfs in zijn
predikatie: „Financieel is het de vraag, of
de gemeente liet op den duur kan houden.
Wij staan dit jaar weer voor een tekort,
dat de vraag bij ons doet opkomen: hoe
moet dat in de toekomst gaan?"
Geestelijk blceifc de gemeente ook niet;
ook daarop wijst Ds. v. H. Hij meent ocli-
ter, dat de gerezing van binnen uit moet
beginnen. „Slechts dan zal do toestand in
de gemeente verbeteren, slechts dan zal
onzo kerk in onze grootc stad weer worden
niet een instituut, waar uien in de couran
ten over schrijft en waar inen mee spot.
en dat men cm zijn innerlijke verdeeldheid
veraelit. maar een instituut, waar men mee
rekent, omdat daar kracht en zegen van
uitgaat. Als do oenheid, als de onderlinge
liefde en waardeering niet terugkeert, dan
zal de achteruitgang onzer kerk. misschien
nog grocter afmetingen gaan aannemen.
Dan zal God misschien onze gemeente nog
verder gaan bezoëketi."
„In onzo dagen, noemt de een zich ethisch
do ander coiifcSsïonc'él. een derde' gerefor
meerd. iedéi, tdcïild. dat 'hij dc Waarheid
heeft en veroordeelt de anderen", zoo le
zen we verder in de brochure.
De N. R. Ct. ergert zich, dat daarin niet
over do vrijzinnigen gesproken wordt en
zegt: ..Hij telt hen dus.in *'t geheel niet
mee, of rekent hen niet onder do volgelin
gen van Christus, die op waardeering der
anderen aanspraak -megen makenten
bate ook van de kerk in -haar geheel. Want
en dit ook is we! opmerkelijk ook
ds. v. H. zwijgt van het iederen deskun
dige bekende feit., dat- dc financieel© dé-
baclo der Hervormde gemeente in Amster
dam voor een .aanzienlijk-deel ook to wij
ten is aan dó omstandigheid, dat do vrij
zinnigen sinds jaren en dag buiteii het ge
meentelijk leven staan. Immers, juist on
der hen zijn het niet de minst vermogende
families goweest, die vroeger belangrijken
financioelen steun aan do gemeento schon
ken, doch die de laatste tientallen jaren
daartoo geen lust meer hadden."
Het blad beslujt aldus:
'„ïntusschea zijn wij het met ds. v. H.
eens. dat slechts eendrachtig samenwerken
van alle gemcenteledfen een, totaal bank
roet zal kunnen voorkomen. Maar de om
standigheden zien er niet naar uit, dat in
Amsterdam ,dio samenwerking spoedig zal
worden bereikt. Wellicht opent eon preek
als de hier besproker.o hier en daar een
oog voor de noodzakelijkheid van meer
waardeering onder de verschillende rich
tingen. De toekomst ziet er voor de „groot
ste Hervormde gemeente der wereld" met
bepaald rooskleurig uit. zelfs al werd even
redige vertegenwoordiging -op slag inge
voerd. Zonder deze zijn hare.kansen al heel
slecht."
De opleiding bij de Geref. Gemeenten,
Over dit onderwerp schrijft Ds. Kersten
in do Saambindcr:
„Maar hoe komt go nu aan studenten?"
zoo vroeg mij oen: lezer, die oen. flinke som
vöor de opleiding zond. Gedurig presen-
teeren zich jonge mannen, en men wijst ze
af omdat er geen predikant in schuilt maar
het oordeel der Classen en Synoden. „Waar
zult gij met uw school nu studenten van
daan halen?" Eerlijk gezegd, dat is een
geloofszaak. Ik zal u zeggen hoe ik t. o. v.
die vraag lig.
God wil, dat wij de van Hem gegeven
middelen niet verachten. Hij heeft de mid
delen niet noodig, wij wel. Hij kan Mozes
veertig dagen en nachten zonder eten
onderhouden op den Horeb doch als wij
niet eten.gaan wij dood. Hij kan leeraars
.roepen, met gaven en wijsheid bedeelen,
maar als wij de middelen der opleiding
niet gebruiken «doch verachten, dan ster
ven wij uit. God onthoudt ons zijne knech
ten waar wij het van het onmiddellijke
wachten.
Tal ran gemeenten roepen jaren lang
om een dienstknecht, doch vergeefs; met
beide handen grijpt men aan, ieder van
wien, maar eenige hope is; cn 't is te be
grijpen, hoewel de voorbarigheid u vreezen
,doet-, cn de Heero als doof is voor de roe
pende nood zijner kerk.
Zou het niat zijn, omdat wij in Zijn weg
niet willen wandelen. Ik vrees dat hier een
der oorzaken ligt. Daarom heb ik hope, dat
zoo wij ons in Gods weg begeven, hij ons
niet beschamen zal; als wij de opleiding
verzorgen, zal Hij ons jongens geven, die
Hij in Zijn wijngaard gebruiken wil. Blind
in do toekomst, wensch ik mij te onder
werpen aan Gods gebod. Hij kan uitkomst
geven in den onkoud baren toestand onzer
gemeenten.
Laat ons elkander niet pleisteren met
looze kalk. Het gaat'in dé gemeenten niet
goed, het kan- niet langer zoo. Och, riepen
wij eens in oprechtheid„Het is buiten
hope". Helaas de kwaal is velen dragelijk,
en ziedaar weder Oen van de oorzaken
waarom God zich stil houdt, het gebed des
volks ontbreekt. Biddende geve God ons
den middeiijben weg te bewandelen; en ik
heb hope.
De kolommen van de Saambindcr heb ik
gesloten gehouden voor wat m. i. leiden
kan tot twistgeschrijf. Laten anderen op
allerlei manier zich tegen do opleiding ver
klaren, het bewustzijn, dat Gods Woord
van ons eischt, dat de scholen onderhouden
worden, geeft zulk een kracht in den strijd
dat wij alles kunnen trolseeren. De wape
nen, legen ons gebruikt zijn minderwaar
dige. Men. lean alleen schimpen; separatis
tisch dreigen; eisclien dat de kerk bukt
voor menschelijk inzicht; voor bevindingen
van dezen of -dien; doch uit Gods Woord is
nimmer één grond te ontleenen ter veroor
deeling van de opleiding.
En het zij eens heel duidelijk gezegd, als
dc keus loopt, gelijk ik dien hier zie, tus-
scheii het onderwerpen aan Gods Woord of
memschelijk inzicht dan is .do kérk geroe
pen onvoorwaardelijk het eerste.te kiezen;
en al schoot ik er alleen over, ik hoop ge-;
nade ie vinden bij Gods. Weord hot tO;
houden."
In totaal werd doer Ds. K. voor dit doel
ontvangen f 2469.40.
De Javaansche predikanistitel.
In „Het Zendingsblad" werd oen sclirij-.
ven opgenomen over de keus van den
ambtsnaam voor den predikant in het Ja-
voansch. Daarbij werd uitgesproken dat
„Pamoclang" te verkiezen is boven „Pan
dita."
Naar aanleiding hiervan geeft S. Nim-
poeno een beschouwing over deze namen,
waarin hij echter aandringt op het behoud
van den haam „Pandita", die reeds in do
Javaansche wereld burgerrecht verkregen
heeft.
„Pamcelang" is zoo zegt hij iemand
die belast is met onderwijs geven (onder
wijzer), ook ia een godsdienstig vak, wat
veel overeenkomt met „goerco" (leeraar).
echter met dit onderscheid, dat laatstge
noemde veel waardiger beteekenis heeft
«dan het eerste.
Reeds dó zcndelingshelper draagt den
titel a'an „goeroe" en nader: „goeroe-pa-
moelang-Indjie" (Bij bel leer aar.).
Men heeft wel terecht opgemerkt, dat
aan heb woord „Pandita" een Boeddhisti
sche bijsmaak kleeft, (eeretitel van een, die
zich als kluizenaar terugtrektvan de we
reld, zooals de Hindoesche fakirs), maar
het woord „Pandita" heeft voor den Ja
vaan reeds een goeden klank, waarbij hij
direct gevoelt met oen ernstig godsdienstig
persoon te deen te hebben. Algemeen
wordt een Pandita hooger geacht dan een
Pamcelang of Goeroe. Vandaar dan ook
dat dctegenwoordige pandita (de Europ.
TE HOUDEN VERGADERINGEN ENZ
Heb komt heel vaak voor, dat Vergader
ringen. Samenkomsten. Uitvoeringen, Le
zingen en dgl. van verschillende Vereeni-
gingen op denzelfden datum samen val
len. Ten einde te voorkomen dat het een
het. ander verdringt of onvruchtbaar
maakt, is het gcwenscht, dat men bij het
vaststellen van den datum eener vergade
ring rekening houdt met reeds vastgestelde
data voor andere vergaderingen. Ten einde
dit mogelijk tc niaken verzoeken wij elke
Vcreemging of Organisatie, die een open
bare Vergadering belegt of Uitvoering wil
geven, zoodra een datum voor
eone vergadering is vastgo-*
s t e 1 d (dus zoo mogelijk maanden te vo=
ren) dien datum op te geven met bijvoe
ging desgewenscht van Spieker, onderwerp
enz., natuurlijk zeer kort. Wij zullen die ge
gévens dan eiken Zaterdag publiceerea
en bij 't vaststellen van andere vergaderin
gen gelieve mén dan van de gepubliceerde
lijst nota te nemen.
31 J anuari, 's avonds 6 uur ledenverg,
van de Hulpvereen. van den Geref. Zend.
Bond. Spr. zend.-kweekeling D. J. van Dijk-
31 Januari 's avonds 6 uur, - ver gad f
ring Confessioneel© vcreeniging in gebouw
„Irene."
6 Februari, 's avonds 6 uur Gpénbarp
samenkomst Stadsevangelisatie v. d. Geref-
Kcrk. Spr. de heer N. Baas.
6 Febmari Jaarvergadering ..Patri
monium."
17 Fobruari, Jaarvergadering GereL
K. V. „Mijn zoon, geef Mij uw hart."
20 Februari 's avonds 8 uur in „Pre
diker" vergadering Confessioneele Ver-
oeniging. Spreker Da. O. M. Lu t ei ja van
Rijnsburg.
13 Maart, 's avonds 6 uur Dr„ F. vim
Gheel Gildemeester van Den Haag, on-
denverp: „Het Probleem van Job", in do
Hooigrachtkerk.
26 Maart, 's avonds 8 uur Ds. de Bruy-
ne van Veerjendaal. in de CIit. Geref. Kerk
Breestraat.
25 April, 's avonds 8 uur in Wijkge-
bouw-Levcndaal, ledenvergadering. Oüd-
Ieden-Yercen. ..Dient'den' Hoer."
zendeling) voor :i gevoel var. den Javaan
hooger in ambt staat dan de Goeroe-pa-
moelang (do lal. zendelingshclper.) En als
men voor den Javaanscbcn dienaar des
woords „Pamoelang" als ambtsnaamwil
invoeren, dan zal het voor het gevoel v^n
den Javaan een indruk van achteruitzet
ting verwekken.
WERKLOOSHEID.
Van allerlei kant komt dc vraag: of de
regeering wel actief genoeg is in het tref
fen van maatregelen ter bestrijding van
de oiuzeUende werkloosheid.
Het zijn bijzonder twee omstandigheden,
zegt dc Wa arheids vriend, die deze
vraag doen opkomen.
In do eerste plaats heeft men he-:: oog
op wat in het buitenland gedaan wordt,
b.v. ten beheer© van den scheepsbouw,
waar regelingen getroffen worden ©m con
currentie ïtfet andoi-o landen mogelijk te
maken cn oiii schepen uit den vreemde op
eigen wemm gebouwd te krijgen.
Zoo verstrekt Engeland IÓ0 -% van do
bouwsom voor crediet aan de opdrachtge
vers in het geval zij Engelschen zijn en ?K)
zoo zij in het buitenland-Wonen,-waarbij
dan alleen het te bouwen schip als garan
tie genomen wordt.
In Frankrijk stelt do regcemng malcmal
ónder marktwaarde beschikbaar terwijl de
lage Iconen, vanwege do valuta, roods een
voorsprong geve.u.
En in' Duitschland, en dit gele't ook zoo
voor Engeland en Frankrijk, denkt nie
mand er aan om een "bestelling aan ecu
buitenlandsché werf te doen.
In do tweede plaats hebben de opdrach
ten de aandacht getrokken, welko van
maatschappijen hier to land© reecs zijn ge
daan aan Engelsche en Fransche firma's,
ten einde aan de behoefte in scheepsruim-
te bij ons to voorzien.
Voor dit doel gaf een paar weken eele-
den de Ncderlandsche Stoomvaart Maat
schappij een opdracht aan een Fransche
worf voor ,'t bouwen van een mailboot,
aanbesteed voor ©en bedrag van 6 millipen
gulden. En op deze bestelling volgden meer
dore opdrachten, zoowel in Fran'"" ma
in Engeland.
Het gevolg van een cn ander is, dat
buitenlandsché scheepswerven druk went
hebben, terwijl de arbeid op de werven
hier te lande wordt stopgezet.
Het lijkt ons dringend noodig dat (v>k
bij ons de regeering handelend gaat - op
treden cn dat zo begrijpt dat hier pendu
lum in mora (dringend gevaar) is.
ONDER DE TROPENZON.
door R. R.
(Nadruk verboden).
Do 13o Juni is der colonne een zware
siag. Kapitein Scheepens, om zijn kalmte
cn tegenwoordigheid van geest door de
jnarechaussees zeer hoog gewaardeerd,
wordt door een schot im de linkerzijde da
delijk huiten gevecht gesteld.
't Is echter, of deze ramp «don moed «der
krijgslieden aanblaast.
In een ha'f uur hebben ze zich door de
versperring heengewérkt, en hebben zij de
borstwering stormrijp gemaakt.
Do stormmarsch wordt geblazen.
Als katten springen de marechaussees
legen de borstwering op.
Thans blijkt hun echter eerst, lioe zwaar
de ben ting bezet is. *t Krioelt van man
nen, vrouwen, kinderen. Lansen vliegen,
scholen knallen uit 't midden «der saaih-
gepakto menigte. De toestand der mare
chaussees wordt-kritiek. Doet. «deze menigte
een tegenaanval1, dan zijn de marechaus
sees spoedig overvleugeld on afgemaakt.
Herman is wederom «een der eersten op
de borstwering. Bukkend liegt hij aan. De
Anderen volgen zijn voorbeeld. Een snel
vuur wordt geopend, dat zoo hoog mogelijk
wordt opgevoerd. E'k schot maakt in deze
dichte menigte meerdere treffers: Nog
meer marechaussees snellen toe. Weldra
zijn zij den opstand meester. Do mannen
vluchten uit de benting in 't open veld,
vrouwen en kinderen aan hun lot overla
tend.
„Ophouden met vuren" wordt geblazen.
Wederom is een bloedige overwinning
behaald.
Thans heg:ait voor de soldaten 't meest
lugubere werk, 't nabellen cn herkennen
•der gesneuvelden, het verzamelen der wa
penen onder en tusscben de gevallenen.
Niet minder dan 61 kinderen worden
tussche-n de menschenhoopen voor den dag
gehaald, 't Is merkwaardig om te z:en,
met welke teedere zorg do Holiandsclie
krijgslieden dadelijk de k'oihen omringen,
en -deze samenbrengen «onder een afdak bij
twee ongedeerde vrouwen, die daar een
schuilplaats hadden gezocht.
Behoudens enkele schrammen is Her?
man wéderom ongedeerd uit den strijd ge
komen. Een lfaa.il blinkt in zijn oog, ter
wijl hij 't tooneel van «dón. strijd overziet.
Tegelijk trilt zijn ziell van verontwaardi
ging over do lafheid van do vijand, die
vrouw en kind mede in den strijd voert,
dezen biet zelden als bedekking gebruikt,
en hen dan bij zijn vlucht in den steek
laat.
Trouwens, 't is algemeen bekend, dat 't
Mohammedanisme slechts anafsme kweekt
en al'en waren menschenadel doodt.
Ook hier zal hij daarvan wederom een
der treurigste bewijzen aanschouwen.
Plotseling ziet hij onder een afdak een
moeder met een kind.
Vriendelijk treedt hij op haar toe, om
heide in veiligheid te brengen.
Met wilde oogen ziet zij hem echter adn,
stoot haor kris eerst m den buik van haar
kind, doorboort daarna zichzelve.
Alls genageld staat Herman aan zijn
plaats.
Hij begint naar liet einde van den strijd
te verlangen.
Op gelijke wijze als Koetö Reli moeten
ook Likat overrompeld. Om beide sterkten
moet och ter weer bloedig gestreden wor
den. Maar binnen acht dagen is ook deze
operatie afgeloopen.
Tegen den 29en Juni wordt ook hier een
hoofdenvergadering uitgeschreven.
Allen komen.
't Vo'gende wordt hun medegedeeld:
1. Dat de Alaslanden. door onderwerping
onder het Nederlandsch gezag z\jn «ge
bracht, dat hot AJasvolk dit gezag heeft
erkend, en «dus in don vervolge dit gezag
zal hebben te gehoorzamen.
2. Dat de nieuwe Kedjoeröns, die hunne
zetels krachtens erfopvolging verkregen
hebben, door het Gouvernement als opper
ste landvoogden worden erkend, en alzoo
door de ondergeschikte hoofden morien
worden gehoorzaamd.
3. Dat eerlang een bestuurszetel zal
was de terugwerking van vroegere over-
worden gevestigd, en dat a'sdan meerdere
directe bestuursbemoeiïng zal plaats grij
pen.
4. Dat onderlinge oorlogen, of die met
dc Bataks niet meer mogen voorkomen.
5. Dat allo kwesties met de Karöba'taks
hij het bestuur te Deli moeten worden ge
bracht.
C. Dat echter invallen van de Bataks,
zoolang deze nog niet onder d'rect bestuur
zijn gebracht, gewapenderhand mogen
worden gekeerd, on dat veeroovers mogen
worden gevat, of neergeschoten, wanneer
zij z'ch verzetten.
7. Dat de adat «zal worden gehandhaafd,
maar dat alie slavernij verboden is.
Hiermede zijn nu ook de Akis'andea
gepacificeerd, en is door Overste van
Daal'eu het tweede deel van zijn zwaro
opdracht volbracht.
Toch wordt aan do colonne slechts één
dag rusj gegund.
Als oen koningadelaar, dio met krachti-
gen wiekslag «de lucht «doorklieft, wil de
Overste steeds vooruit
Welnu, is deze krijgsheld een .adelaar
zdn marechaussees. Cajn de vleugelen, d e
hem zullen voeren, waar h j de kracht der
HoVndscke wapenen wil doen gevoelen
Reeds den len Juli staat de colonne to*
de opmarscli naar de Bataklande-n ge
reed.
HOOFDSTUK XI.
Do Bataklanden! Geen landstreek :n
„Onzo Oost" reeds van eeuwen her zoo
borucht als dit gebiedt
Reeds in het begin onzer jaarte l-ng
worden do Batakkers a's gevreesde inen-
schenelers door geschiedschrijvers ge
noemd, en gedurende die eeuwen is er
door dit volk heel wat menschenvl^esoh
verslonden," en de sporen van 't kanni ha-
li srao zijn onder 't heidensehe deel ran
dit volk zelfs nu nog niet geheel verdwe
nen.
Dit gansche Batak-getred 's ongeveer
1*4 maal zoo groot a's Nederland. Ten
oosten wordt 't begrensd door 't scnoone
Toha-meor, tot voor korten tijd wei'mmo
schuilplaats en operatiebasis van zecroo-
vors, thans door een gouvenienicntsmolor-
boot van deze piraten, gezuiverd.
(Wordt vervolgd*.