iroiiifalieCorat j Tweede Blad Zaterdag 26 Januari 1924 Geen kwaad voor kwaad. Zicfc dat- niemand kwaad f t voor kwaad iemand vergelde, s maar jaagt allen tijd liet goede na, zoo jegens elkander als jc- 1 g-ens allen. 1 Thess. 5: 15; Het „leer om leer" belioort tot de spreu ken, die ons als op de lippen bestorven liggen. En als go het gebruikt, dan doet gedat doorgaans in een bepaalden zin. Ge zegt liet niet, als ge iemand uw dankbaar- beid betoonen gaat, voor hetgeen hij voor ju deed, evenmin als ge erkentelijkheid on dervindt, om wat gij een ander aan wel daden be woest, maar leer om leer heeft voor u geen anderen zin, dan: wie kwaad kloet, kwaad ontmoet. Ge staat hier voor een algemeen men schel ijk verschijnsel. Het. recht moet zijn loop - hebben,zoo oordeelt heel de .wereld. jYVanneer de boosdoener vrijuit gaat, is 'daardoor ons rechtsgevoel niet bevredigd. 'En al hebben we in een beschaafde maat schappij geleerd, dat bloedwraak niet te pas komt, dat het eigen rechter spelen uit moet zijn, het is toch ook weer zóó, dat we voldaan zijn, zoo slechts de overheid den misdadiger doet boeten voor zijn •euveldaan. Go vraagt om gerechtigheid in het dagelijksch leven. Er is heel veel, waar het offcieele gerecht niet lussohen [beide komen kan. En dan streeft, ge er fweer naar, dat hij die anderen kwaad kloet, zooal ïiiet door u kwaad behandeld zal worden, dan toch veel slechts onder vinden zak Wie even nadenkt,, vindt in al «dezo dingen iets heel natuurlijks. Ge rechtigheid is geen ondeugd, maar een deugd, een heerlijke deugd, die de mensch jbij do schepping van zijn Maker ontving. Ook de gevallen mensch'herd behield be sef van gerechtigheid. Hoe edeler man, hoe meer hoogstaande vrouw, hoe dieper het begeeren naar gerechtigheid zal liggen dn het hart, hoe heter het zich zal uiten Sn daden. Ge vindt niet bij één volk, maar bij alle volken, niet bij één mensch doch bij allen, de theorie en de practijk van het leer om leer. Is hier niet een over blijfsel van het beeld Gods? Ziet go het zóó, dan aarzelt go een «ogenblik bij de apostolische vermaning: Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde. Trouwe Bijbellezers, stoo tten zich niet aan dit woord, het is hun bekend en geliefd, 't Is een der leefregels geworden van dé Christelijke samenleving, Code zij dank. Toch bl:jft er plaats voor xlo vraag, is hét niet vreemd, dat hier dé appsfo.IisQhe, boodschap ingaat tegen het geen wij, mensch én, vanzelf sprölféhd. en natuurlijk vinden. Immcré, dat Pauhis op deze plaats niet bedoeilen kan, treedt niet zelf op om het kwaad te bestraffen, laat !dit de overhead doen en ontvangt zoo be vrediging voor uw rechtsgevoel, is wel ibuiten kijf. Het gaat niet om staat of maatschappij, ïvet om justitie of politie, Paulus w'jst aan, hde elk geloovige bin nen den kring dergenen, die den Heero vreezen, dan in heel liet menschenleven zich gedragen zal'. En de apostel bestrijdt wol waarlijk een regel, die in dat men- scheu'eyea als geldend wordt aangenomen Ons rechtsbesef bobben we uit het para tlijs. En het kwaad voor kwaad is er sinds «do zonde. Daar ligt de oplossing. Ge kunt u niet indenken, dat de Heere God aan Adam een regel gesteld zou heb- ben4 die gelijkems toont met hetgeen. Pau lus ons h:er voorhoudt. Wel waarlijk was er gerechtigheid in tien hof van Eden. Do hoogste gerechtigheid. Maar die ohenbaardo zich in 'een louter Igoed voor goed. Voor straf en wraak was er geen plaats. Daarom uitte zich het streven naar-ge rechtigheid op héél andere wijze. Het was dé begeerte van nature om niets dan goed te doen. Vanzelf volgde op'elke goede daad een soortge'ijke.. Toon kwam do zonde met e'gen eischen. Zo is wetsovertreding. Ali'ereerst onge hoorzaamheid aan de wet; Gods. Daarom vroeg ze om straf, straf, van dén h oog sten Hechter. Na God moet ook dc mensch om straf gaan vragen. Het is metterdaad natuurlijk sinds de zonde, dat kwaad met kwaad vergolden wordt. En indien God de wereld na haar af val van Hem, aan zichzelf had overgela ten, dan was er niets dan kwaad en kwaad voor kwaad geweest. Gode zij dank er is ook genade. Er is ook genade in Jezus Christus, den Zoon van Gods eeuwige liefde. En in Jezus Christus geschiedt het won derbare. In Hem is er vernieuwing van do wereld van zonde. Het koninkrijk Gods komt uit den hemel op de aarde, strijdt •legen het rijk des duivels en zal straks de loverwinning behalen. Zoo leven we nu in dien strijd. Er is nog zonde, er is ook genade. Er is een kracht uit den afgrond, er is een heerschappij Gods, die machtiger js. Er is een Kerk vai> Christus, die bewaard wordt en die straks in het einde zal blijken te zijn het volk Gods, het volk van den grooten Over winnaar. Er is een volk, dat do heerschap pij Gods niet erkent en straks door Hem zal worden geoordeeld. Op dien toestand past do vermaning: Ziet dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde, maar jaagt allen tijd het goede na ,zoo jegens elkander al.s. jegens allen.. De genade Gods in Jezus Christus heft het rechtsbesef niet op, maar brengt het r.p hooger pian. doet zien en gelooven, dat er nog een andere gerechtighc-'d is, dan dio va™ het algemeen becrcpene: leer om Jeer. Ze geeft oog voor de gerechtigheid Gods. En als de ziel de gerechtigheid Gods aanschouwt, si cl dier t ze. Al'ós valt weg. Er b'lijft slechts één kreet over: God, wees mij zondaar genadig! Een kreet, die ver- ede'd wordt, haar hoogtepunt vindt in een zoeken naar het huigen voor het recht Gods. We zelf onder het recht Gods buirt, vraagt dat God om Christus wil genadig zal z;jn, hemzelf en anderen; geboft, dat hij met anderen den dood verdiend heeft cn dat die zeker komen zal, tenzij don dat genoten worden de vruchten van do ge rechtigheid van Christus. Dan maakt men zich gr niet druk meer over dat anderen toch ontvangen zullgn, wat ze hebben verdiend. Het is niet moei lijk in dit opzicht het rechtsbesef het zwij gen op te leggen. Maar dit is sléchts het begin. Er is in Jezus Christus vernieuwing. We zijn in Hem- op weg naar het para dijs. dat is naar een louter goed voor goed. Dat begint met liet mm and kwaad voor kwaad vergelden, met het zoeken van het. goede recht voor d-'e met ons in Christus zijn, dan ook voor allen. Zoo's hier een (Del van den levensstrijd, dien 'do Christen heeft te voeden: De strijd om zijn rechtsbesef, 'wijfl: het sinds do zonde ivet meer on jii'sle- wijze ivérkèn kan,'ten dnd'cr te li ouden: fè'*%veft iiaa'r den revel van het kon;nkrük Góds. Wie is tot dezen strijd in staaf? A1 ffjd ziet ge n^ar bót 'eer om leer. Maar a's ge op uw Jezus z:et, wordt het bv-h anders. A's H;f vescholden werd sriio'd Hü niet weder, a's H'i Kd dreigde H'i niet. Hij heeft gebeden: Vader, vergeef lift hun. ze weten met wat ze doen. J>'o Jezus is de overste Le'dsman en Vo'o'nder des ge!'oo<s. ïïw Borg en Middelaar. Hij e^eft u Int nieuwe leven, dat komt uit Zijn verrijzenis door den Heiligen Geesh Strijdt dan om in te gaan. En z'e^de op Hem, in Zijn kracht, zult go weer kunnen gaan leven naar den re gel: good voor goed. Vanzelf vergeldt go .dan niemand kwaad voor kwaad. SLOTZANG. Gij waart oen Kind, en werd een Oude: Wat hebt gij van Uw loop behouden, Om mee to nemen uit den tijd, Dewijl do dag vast komt voor handlcn, Om weg te gaan uit deezo landen Naar 't ver gewest der Eeuwigheid Wat was Uw werken en vergaaien In al dien schoonen tijd van jaaren? O, hebt gij slechts aan de a-ardschc dingen, Dio losse, brosso bouzelingen, Dat poppegocd- en kinderspel, Te kest gelegd alle Uw gedachten, Uw tijd, en vlijt, en lichaamskrachten. En niet gestaan naar 't hoogste Wel, Zo gaat gij naakt en ledig heenen, Gelijk gij eerst hier zijt verscheenem Maar zalig, zo gij in dit leven, Van oenen wijzer geest gedroeven Uw plicht zorgvuldig hebt betracht, En naarstiglijk met uw' talenten Gearbeid om een winst van renten, Een .Schat van deugden, hoog geacht In Jezus oogen, te vcrgaad'ren, En dus tot- uwen Heer te naad'ren. JAN LUYKEN. KERK EN SCHOOL Geref, Gemeenten, In Februari a.s. zal de Zuidelijke Par ticuliere Synode der Geref. Gemeenten ge houden worden te Middelburg. Daar zal osn. ter tafel komen een beroep van do Gemeente van Krabbendijko, die zich. niet kan vereenigen met het (met al- gem. stemmen) genomen besluit der clas sis Goes om zich bij do verkiezing van .ouderlingen en diakenen te houden aan het stellen van duJ^bel tallen. Voorts een vraag, of de Synode van oor deel is, dat in do Geref. Gemeenten kan gecollecteerd worden voor Bijbelversprei ding vanwege do Geref. Kerken. Zoo ja, of zij dan bereid is daartoe een commissie saam te stellen. Ecri noodkreet. In druk is verschenen het Nieuwjaars- woord. door den Amsterdamschen Her vormden predikant, ds. A. G. H. van Hoo- gcnliuyze. uitgesproken op den eersten Zondag van dit jaar. Het draagt als ti tel: ..Staat do Ainsterdamsche Hervormde gemeente voor een failliet?". Tot het houden van deze rede werd be sloten door het ministerie van Amsterdam- seho predikanten. Do financieel© noodtoestand der Agister- damsche Hervormde Gemeente is heb on derwerp, d.at in de brochure behandeld wordt. Reeds jarenlang teert zij in van kapitalen, die door het voorgeslacht zijn' •bijeengebracht. Heb geldt zeer aanzienlijke bedragen. Ds. Van Hcogenliuyze zegt zelfs in zijn predikatie: „Financieel is het de vraag, of de gemeente liet op den duur kan houden. Wij staan dit jaar weer voor een tekort, dat de vraag bij ons doet opkomen: hoe moet dat in de toekomst gaan?" Geestelijk blceifc de gemeente ook niet; ook daarop wijst Ds. v. H. Hij meent ocli- ter, dat de gerezing van binnen uit moet beginnen. „Slechts dan zal do toestand in de gemeente verbeteren, slechts dan zal onzo kerk in onze grootc stad weer worden niet een instituut, waar uien in de couran ten over schrijft en waar inen mee spot. en dat men cm zijn innerlijke verdeeldheid veraelit. maar een instituut, waar men mee rekent, omdat daar kracht en zegen van uitgaat. Als do oenheid, als de onderlinge liefde en waardeering niet terugkeert, dan zal de achteruitgang onzer kerk. misschien nog grocter afmetingen gaan aannemen. Dan zal God misschien onze gemeente nog verder gaan bezoëketi." „In onzo dagen, noemt de een zich ethisch do ander coiifcSsïonc'él. een derde' gerefor meerd. iedéi, tdcïild. dat 'hij dc Waarheid heeft en veroordeelt de anderen", zoo le zen we verder in de brochure. De N. R. Ct. ergert zich, dat daarin niet over do vrijzinnigen gesproken wordt en zegt: ..Hij telt hen dus.in *'t geheel niet mee, of rekent hen niet onder do volgelin gen van Christus, die op waardeering der anderen aanspraak -megen makenten bate ook van de kerk in -haar geheel. Want en dit ook is we! opmerkelijk ook ds. v. H. zwijgt van het iederen deskun dige bekende feit., dat- dc financieel© dé- baclo der Hervormde gemeente in Amster dam voor een .aanzienlijk-deel ook to wij ten is aan dó omstandigheid, dat do vrij zinnigen sinds jaren en dag buiteii het ge meentelijk leven staan. Immers, juist on der hen zijn het niet de minst vermogende families goweest, die vroeger belangrijken financioelen steun aan do gemeento schon ken, doch die de laatste tientallen jaren daartoo geen lust meer hadden." Het blad beslujt aldus: '„ïntusschea zijn wij het met ds. v. H. eens. dat slechts eendrachtig samenwerken van alle gemcenteledfen een, totaal bank roet zal kunnen voorkomen. Maar de om standigheden zien er niet naar uit, dat in Amsterdam ,dio samenwerking spoedig zal worden bereikt. Wellicht opent eon preek als de hier besproker.o hier en daar een oog voor de noodzakelijkheid van meer waardeering onder de verschillende rich tingen. De toekomst ziet er voor de „groot ste Hervormde gemeente der wereld" met bepaald rooskleurig uit. zelfs al werd even redige vertegenwoordiging -op slag inge voerd. Zonder deze zijn hare.kansen al heel slecht." De opleiding bij de Geref. Gemeenten, Over dit onderwerp schrijft Ds. Kersten in do Saambindcr: „Maar hoe komt go nu aan studenten?" zoo vroeg mij oen: lezer, die oen. flinke som vöor de opleiding zond. Gedurig presen- teeren zich jonge mannen, en men wijst ze af omdat er geen predikant in schuilt maar het oordeel der Classen en Synoden. „Waar zult gij met uw school nu studenten van daan halen?" Eerlijk gezegd, dat is een geloofszaak. Ik zal u zeggen hoe ik t. o. v. die vraag lig. God wil, dat wij de van Hem gegeven middelen niet verachten. Hij heeft de mid delen niet noodig, wij wel. Hij kan Mozes veertig dagen en nachten zonder eten onderhouden op den Horeb doch als wij niet eten.gaan wij dood. Hij kan leeraars .roepen, met gaven en wijsheid bedeelen, maar als wij de middelen der opleiding niet gebruiken «doch verachten, dan ster ven wij uit. God onthoudt ons zijne knech ten waar wij het van het onmiddellijke wachten. Tal ran gemeenten roepen jaren lang om een dienstknecht, doch vergeefs; met beide handen grijpt men aan, ieder van wien, maar eenige hope is; cn 't is te be grijpen, hoewel de voorbarigheid u vreezen ,doet-, cn de Heero als doof is voor de roe pende nood zijner kerk. Zou het niat zijn, omdat wij in Zijn weg niet willen wandelen. Ik vrees dat hier een der oorzaken ligt. Daarom heb ik hope, dat zoo wij ons in Gods weg begeven, hij ons niet beschamen zal; als wij de opleiding verzorgen, zal Hij ons jongens geven, die Hij in Zijn wijngaard gebruiken wil. Blind in do toekomst, wensch ik mij te onder werpen aan Gods gebod. Hij kan uitkomst geven in den onkoud baren toestand onzer gemeenten. Laat ons elkander niet pleisteren met looze kalk. Het gaat'in dé gemeenten niet goed, het kan- niet langer zoo. Och, riepen wij eens in oprechtheid„Het is buiten hope". Helaas de kwaal is velen dragelijk, en ziedaar weder Oen van de oorzaken waarom God zich stil houdt, het gebed des volks ontbreekt. Biddende geve God ons den middeiijben weg te bewandelen; en ik heb hope. De kolommen van de Saambindcr heb ik gesloten gehouden voor wat m. i. leiden kan tot twistgeschrijf. Laten anderen op allerlei manier zich tegen do opleiding ver klaren, het bewustzijn, dat Gods Woord van ons eischt, dat de scholen onderhouden worden, geeft zulk een kracht in den strijd dat wij alles kunnen trolseeren. De wape nen, legen ons gebruikt zijn minderwaar dige. Men. lean alleen schimpen; separatis tisch dreigen; eisclien dat de kerk bukt voor menschelijk inzicht; voor bevindingen van dezen of -dien; doch uit Gods Woord is nimmer één grond te ontleenen ter veroor deeling van de opleiding. En het zij eens heel duidelijk gezegd, als dc keus loopt, gelijk ik dien hier zie, tus- scheii het onderwerpen aan Gods Woord of memschelijk inzicht dan is .do kérk geroe pen onvoorwaardelijk het eerste.te kiezen; en al schoot ik er alleen over, ik hoop ge-; nade ie vinden bij Gods. Weord hot tO; houden." In totaal werd doer Ds. K. voor dit doel ontvangen f 2469.40. De Javaansche predikanistitel. In „Het Zendingsblad" werd oen sclirij-. ven opgenomen over de keus van den ambtsnaam voor den predikant in het Ja- voansch. Daarbij werd uitgesproken dat „Pamoclang" te verkiezen is boven „Pan dita." Naar aanleiding hiervan geeft S. Nim- poeno een beschouwing over deze namen, waarin hij echter aandringt op het behoud van den haam „Pandita", die reeds in do Javaansche wereld burgerrecht verkregen heeft. „Pamcelang" is zoo zegt hij iemand die belast is met onderwijs geven (onder wijzer), ook ia een godsdienstig vak, wat veel overeenkomt met „goerco" (leeraar). echter met dit onderscheid, dat laatstge noemde veel waardiger beteekenis heeft «dan het eerste. Reeds dó zcndelingshelper draagt den titel a'an „goeroe" en nader: „goeroe-pa- moelang-Indjie" (Bij bel leer aar.). Men heeft wel terecht opgemerkt, dat aan heb woord „Pandita" een Boeddhisti sche bijsmaak kleeft, (eeretitel van een, die zich als kluizenaar terugtrektvan de we reld, zooals de Hindoesche fakirs), maar het woord „Pandita" heeft voor den Ja vaan reeds een goeden klank, waarbij hij direct gevoelt met oen ernstig godsdienstig persoon te deen te hebben. Algemeen wordt een Pandita hooger geacht dan een Pamcelang of Goeroe. Vandaar dan ook dat dctegenwoordige pandita (de Europ. TE HOUDEN VERGADERINGEN ENZ Heb komt heel vaak voor, dat Vergader ringen. Samenkomsten. Uitvoeringen, Le zingen en dgl. van verschillende Vereeni- gingen op denzelfden datum samen val len. Ten einde te voorkomen dat het een het. ander verdringt of onvruchtbaar maakt, is het gcwenscht, dat men bij het vaststellen van den datum eener vergade ring rekening houdt met reeds vastgestelde data voor andere vergaderingen. Ten einde dit mogelijk tc niaken verzoeken wij elke Vcreemging of Organisatie, die een open bare Vergadering belegt of Uitvoering wil geven, zoodra een datum voor eone vergadering is vastgo-* s t e 1 d (dus zoo mogelijk maanden te vo= ren) dien datum op te geven met bijvoe ging desgewenscht van Spieker, onderwerp enz., natuurlijk zeer kort. Wij zullen die ge gévens dan eiken Zaterdag publiceerea en bij 't vaststellen van andere vergaderin gen gelieve mén dan van de gepubliceerde lijst nota te nemen. 31 J anuari, 's avonds 6 uur ledenverg, van de Hulpvereen. van den Geref. Zend. Bond. Spr. zend.-kweekeling D. J. van Dijk- 31 Januari 's avonds 6 uur, - ver gad f ring Confessioneel© vcreeniging in gebouw „Irene." 6 Februari, 's avonds 6 uur Gpénbarp samenkomst Stadsevangelisatie v. d. Geref- Kcrk. Spr. de heer N. Baas. 6 Febmari Jaarvergadering ..Patri monium." 17 Fobruari, Jaarvergadering GereL K. V. „Mijn zoon, geef Mij uw hart." 20 Februari 's avonds 8 uur in „Pre diker" vergadering Confessioneele Ver- oeniging. Spreker Da. O. M. Lu t ei ja van Rijnsburg. 13 Maart, 's avonds 6 uur Dr„ F. vim Gheel Gildemeester van Den Haag, on- denverp: „Het Probleem van Job", in do Hooigrachtkerk. 26 Maart, 's avonds 8 uur Ds. de Bruy- ne van Veerjendaal. in de CIit. Geref. Kerk Breestraat. 25 April, 's avonds 8 uur in Wijkge- bouw-Levcndaal, ledenvergadering. Oüd- Ieden-Yercen. ..Dient'den' Hoer." zendeling) voor :i gevoel var. den Javaan hooger in ambt staat dan de Goeroe-pa- moelang (do lal. zendelingshclper.) En als men voor den Javaanscbcn dienaar des woords „Pamoelang" als ambtsnaamwil invoeren, dan zal het voor het gevoel v^n den Javaan een indruk van achteruitzet ting verwekken. WERKLOOSHEID. Van allerlei kant komt dc vraag: of de regeering wel actief genoeg is in het tref fen van maatregelen ter bestrijding van de oiuzeUende werkloosheid. Het zijn bijzonder twee omstandigheden, zegt dc Wa arheids vriend, die deze vraag doen opkomen. In do eerste plaats heeft men he-:: oog op wat in het buitenland gedaan wordt, b.v. ten beheer© van den scheepsbouw, waar regelingen getroffen worden ©m con currentie ïtfet andoi-o landen mogelijk te maken cn oiii schepen uit den vreemde op eigen wemm gebouwd te krijgen. Zoo verstrekt Engeland IÓ0 -% van do bouwsom voor crediet aan de opdrachtge vers in het geval zij Engelschen zijn en ?K) zoo zij in het buitenland-Wonen,-waarbij dan alleen het te bouwen schip als garan tie genomen wordt. In Frankrijk stelt do regcemng malcmal ónder marktwaarde beschikbaar terwijl de lage Iconen, vanwege do valuta, roods een voorsprong geve.u. En in' Duitschland, en dit gele't ook zoo voor Engeland en Frankrijk, denkt nie mand er aan om een "bestelling aan ecu buitenlandsché werf te doen. In do tweede plaats hebben de opdrach ten de aandacht getrokken, welko van maatschappijen hier to land© reecs zijn ge daan aan Engelsche en Fransche firma's, ten einde aan de behoefte in scheepsruim- te bij ons to voorzien. Voor dit doel gaf een paar weken eele- den de Ncderlandsche Stoomvaart Maat schappij een opdracht aan een Fransche worf voor ,'t bouwen van een mailboot, aanbesteed voor ©en bedrag van 6 millipen gulden. En op deze bestelling volgden meer dore opdrachten, zoowel in Fran'"" ma in Engeland. Het gevolg van een cn ander is, dat buitenlandsché scheepswerven druk went hebben, terwijl de arbeid op de werven hier te lande wordt stopgezet. Het lijkt ons dringend noodig dat (v>k bij ons de regeering handelend gaat - op treden cn dat zo begrijpt dat hier pendu lum in mora (dringend gevaar) is. ONDER DE TROPENZON. door R. R. (Nadruk verboden). Do 13o Juni is der colonne een zware siag. Kapitein Scheepens, om zijn kalmte cn tegenwoordigheid van geest door de jnarechaussees zeer hoog gewaardeerd, wordt door een schot im de linkerzijde da delijk huiten gevecht gesteld. 't Is echter, of deze ramp «don moed «der krijgslieden aanblaast. In een ha'f uur hebben ze zich door de versperring heengewérkt, en hebben zij de borstwering stormrijp gemaakt. Do stormmarsch wordt geblazen. Als katten springen de marechaussees legen de borstwering op. Thans blijkt hun echter eerst, lioe zwaar de ben ting bezet is. *t Krioelt van man nen, vrouwen, kinderen. Lansen vliegen, scholen knallen uit 't midden «der saaih- gepakto menigte. De toestand der mare chaussees wordt-kritiek. Doet. «deze menigte een tegenaanval1, dan zijn de marechaus sees spoedig overvleugeld on afgemaakt. Herman is wederom «een der eersten op de borstwering. Bukkend liegt hij aan. De Anderen volgen zijn voorbeeld. Een snel vuur wordt geopend, dat zoo hoog mogelijk wordt opgevoerd. E'k schot maakt in deze dichte menigte meerdere treffers: Nog meer marechaussees snellen toe. Weldra zijn zij den opstand meester. Do mannen vluchten uit de benting in 't open veld, vrouwen en kinderen aan hun lot overla tend. „Ophouden met vuren" wordt geblazen. Wederom is een bloedige overwinning behaald. Thans heg:ait voor de soldaten 't meest lugubere werk, 't nabellen cn herkennen •der gesneuvelden, het verzamelen der wa penen onder en tusscben de gevallenen. Niet minder dan 61 kinderen worden tussche-n de menschenhoopen voor den dag gehaald, 't Is merkwaardig om te z:en, met welke teedere zorg do Holiandsclie krijgslieden dadelijk de k'oihen omringen, en -deze samenbrengen «onder een afdak bij twee ongedeerde vrouwen, die daar een schuilplaats hadden gezocht. Behoudens enkele schrammen is Her? man wéderom ongedeerd uit den strijd ge komen. Een lfaa.il blinkt in zijn oog, ter wijl hij 't tooneel van «dón. strijd overziet. Tegelijk trilt zijn ziell van verontwaardi ging over do lafheid van do vijand, die vrouw en kind mede in den strijd voert, dezen biet zelden als bedekking gebruikt, en hen dan bij zijn vlucht in den steek laat. Trouwens, 't is algemeen bekend, dat 't Mohammedanisme slechts anafsme kweekt en al'en waren menschenadel doodt. Ook hier zal hij daarvan wederom een der treurigste bewijzen aanschouwen. Plotseling ziet hij onder een afdak een moeder met een kind. Vriendelijk treedt hij op haar toe, om heide in veiligheid te brengen. Met wilde oogen ziet zij hem echter adn, stoot haor kris eerst m den buik van haar kind, doorboort daarna zichzelve. Alls genageld staat Herman aan zijn plaats. Hij begint naar liet einde van den strijd te verlangen. Op gelijke wijze als Koetö Reli moeten ook Likat overrompeld. Om beide sterkten moet och ter weer bloedig gestreden wor den. Maar binnen acht dagen is ook deze operatie afgeloopen. Tegen den 29en Juni wordt ook hier een hoofdenvergadering uitgeschreven. Allen komen. 't Vo'gende wordt hun medegedeeld: 1. Dat de Alaslanden. door onderwerping onder het Nederlandsch gezag z\jn «ge bracht, dat hot AJasvolk dit gezag heeft erkend, en «dus in don vervolge dit gezag zal hebben te gehoorzamen. 2. Dat de nieuwe Kedjoeröns, die hunne zetels krachtens erfopvolging verkregen hebben, door het Gouvernement als opper ste landvoogden worden erkend, en alzoo door de ondergeschikte hoofden morien worden gehoorzaamd. 3. Dat eerlang een bestuurszetel zal was de terugwerking van vroegere over- worden gevestigd, en dat a'sdan meerdere directe bestuursbemoeiïng zal plaats grij pen. 4. Dat onderlinge oorlogen, of die met dc Bataks niet meer mogen voorkomen. 5. Dat allo kwesties met de Karöba'taks hij het bestuur te Deli moeten worden ge bracht. C. Dat echter invallen van de Bataks, zoolang deze nog niet onder d'rect bestuur zijn gebracht, gewapenderhand mogen worden gekeerd, on dat veeroovers mogen worden gevat, of neergeschoten, wanneer zij z'ch verzetten. 7. Dat de adat «zal worden gehandhaafd, maar dat alie slavernij verboden is. Hiermede zijn nu ook de Akis'andea gepacificeerd, en is door Overste van Daal'eu het tweede deel van zijn zwaro opdracht volbracht. Toch wordt aan do colonne slechts één dag rusj gegund. Als oen koningadelaar, dio met krachti- gen wiekslag «de lucht «doorklieft, wil de Overste steeds vooruit Welnu, is deze krijgsheld een .adelaar zdn marechaussees. Cajn de vleugelen, d e hem zullen voeren, waar h j de kracht der HoVndscke wapenen wil doen gevoelen Reeds den len Juli staat de colonne to* de opmarscli naar de Bataklande-n ge reed. HOOFDSTUK XI. Do Bataklanden! Geen landstreek :n „Onzo Oost" reeds van eeuwen her zoo borucht als dit gebiedt Reeds in het begin onzer jaarte l-ng worden do Batakkers a's gevreesde inen- schenelers door geschiedschrijvers ge noemd, en gedurende die eeuwen is er door dit volk heel wat menschenvl^esoh verslonden," en de sporen van 't kanni ha- li srao zijn onder 't heidensehe deel ran dit volk zelfs nu nog niet geheel verdwe nen. Dit gansche Batak-getred 's ongeveer 1*4 maal zoo groot a's Nederland. Ten oosten wordt 't begrensd door 't scnoone Toha-meor, tot voor korten tijd wei'mmo schuilplaats en operatiebasis van zecroo- vors, thans door een gouvenienicntsmolor- boot van deze piraten, gezuiverd. (Wordt vervolgd*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5