Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABOrifilEIINEHTSPftIJS In Leiden en buiten Leiden i waar agenten gevestigd lijn Per kwartaal 12.50 Per week f 0.19 franco per post per kwartaal 12.90 4tie JAARGANG. - DONDERDAG 17 JANUARI 1924 - No. 1140 BureauHooigracht 35 - Leiden - TeUnt. 1278 - Postrekening 58936 ADVEftTEftTëE.PrifJS Gewone advertentiën per regel 22# cenfcj Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruifcbeta* 'jao van ten hoogste HO voerden. ■u-orde» Geen recht van critiek. Er is breede kringen ontstemming ge wekt door het feit dat de Stoomvaart maatschappij „Nederland" zich voor den houw van een nieuw soliip gewend heeft tot een Fransche werf met voorbijgang van do Nederlandsche industrie. Dat wordt haar met het oog op de hui dige omstandigheden niet weinig kwalijk genomen omdat op die wijze een jaar werk voor 1000 man is teloor gegaan. Was de Maatschappij minder haastig geweest zoo meent men, dan zou het misschien gelukt zijn door verhooging van subsidie dit werk voor ons land te behou den. De zaak zelf is niet zondeT gewicht. Alleen 's niet duidelijk hoe hierop van vrijzinnige en social!'stische zijde aanmer king kan worden gemaakt. Met de meeste kracht heeft men zioh toch altijd tegen beschermende maatrege len d'e onze industrie ten goede zouden kunnen komen veTzet. Voor het dogma randden vrijen handel moesten aPe overwiegngen wijken. Onder geen voorwaarde mocht onze in dustrie worden beschermd. Vandaar het heftige verzet tegen de voorsteden van de Ministers Harte van Tecklenburg en Kolkman. Vandaar ook het-pogen om het Schoe nen-wetje dat beoogde een bepaalde tak van industrie op de been te houden te doen stranden. Nu heeft de Maatschappij „Nederland" zich blijkbaar op hetzelfde standpunt ge plaatst en het werk zonder meer aan een Fransche werf gegund. Dat is jammer voor onze nijverheid. *t Is ook jammer voor de arbeiders in den scheepsbouw. En jammeT ook voor vele middenstan ders en voor de belastingbetalers, die in het onderhoud van de werkloozen hebben bij te dragen. Allteen, de dogmatische vrijhandelaars behoorden hier geen aanmerking te ma ken. Zij missen daartoe het recht. Hier gebeurt niets anders, dan de prac- tilsche toepassing van de jarenlang met veel bombarie verkondigde theorïën. Vrijzinnigen en socialisten hebben hier geen recht van critiek. V Wie betalen het gelag? Het hoofdorgaan van de S. D. A. P. is dan maar slecht te spreken over het bo ten aangehaalde feit. Onbegrijpelijk is dat in verband met de houding steeds tegenover beschermende maatregelen aangenomen. Maar onbegrijpelijk nliet minder, als met Iet op wat dn de Zaterdag te 's-Graveiihage gehouden protest meeting gebeurde. Daar toch werd het voornemen aange kondigd om de boelf hier op stelten te zet ten. Laten we aannemen dat dit "booze plan gelukt Dan zal het eerste gevoeg zijn, dat het zakenleven nogal meer gaat kwijnen, met als nevenverschijnsel dat nogal meer ar beiders op straat worden gegooid. Dat kan niet uitblijven. Een tijd waarin de boel op stelten staat" is ook voor het bedrijfsleven wel de meest ongeschikte om zich te herstellen of op uitbreiding bedacht te zijn. Maar oen ander gevolg is, dat het ver trouwen triooT gaat. Wie belangrijke werken Haat uitvoeren kan dat alleen doen als hij de zekerheid hóeft dat de boel niet op stelten wordt ge zet. En een bedrijf, dat zali trachten belang rijke werken tot «zich te trekken, waaraan grooto Pnancieele risico verbonden is, zal dat zeker niet doen, als de kans bestaat dat inderdaad de boel op stelten wordt gezet. Daarom is het onbegrijpelijk dat mon de ..Nederland" or een verwijt van maakt dat zij zich tot oen buitenlandsche werf wendt, terwijl men zelf maatregelen noemt om het vertrouwen ::!n onze industrie te schokken. Vermoedelijk zien de leiders, die alleen op partijbelang bedacht zijn het togensbrij- digo van dit optreden niet in. Maar laten onze arbeiders het dan ten minste verstaan. Laten zij begrijpen, dat de socialistische voornemens misschien in het belang van de S. D. A. P. kunnen zijn, maar diat de arbeidersbelangen daardoor al heel slecht worden gediend. Dat integendeel de arbeiders weer ge roepen zullen worden om voor de roode leiders het gelag te betalen. STAiQjgflglEUlflfS. Apologetische avond. Voor een stampvolle Pieterskerk trad gisteravond op Da. G. Wagenaar uit Rotterdam, met een apologetische lezing over: Priester en Dominee. De belangstelling was ontzettend groot, «oodat zelfs van hulpmiddelen moest wor-' den gemaakt, om allen een plaats te ge ven. Aangevangen werd met het zingen van Psalm 68: 14 en Gezang 3:1, het lezen van 1 Petrus 2:49 en gebed. Spr. verklaarde vooraf niet op te treden met hatelijke bedoelingen. Integendeel. De verschillende kerken strijden elk op haar wijze tegen de machten des ongeloofs, en de Christenen in de Roomsche kerk zijn onze mede-christenen. Slechts zal spr. in eenvoudige bewoor dingen wijzen op het ingrijpend verschil tmssche® de R. K. kerk ©enerzijds, en de gezamenlijke Protestantse he kerken ander zijds, 't welk getypeerd wordt dn de te genstelling: priester en dominee. Rome, welks macht een gevaarlijke om vang krijgt, heft reeds een juichkreet aan, in de veronderstelling dat 't het gan- sche Protestantsohe Nederland zal over vleugelen. Spr. gelooft echter niet, dat het resultaat zal opwegen tegen do moeite. De Roomsche propaganda, van hoeveel spitsvondigheden zij zich bedient, zal af stuiten op Gods genade De bedoeling van deze lezing, aldus spr., is niet jn de eerste plaats om Roomschen over te halen, maar ind/en mogelijk, hen meer waardeering b'j to brengen voor het Protestantisme, opdat nien het niet meer op één lijn stel'e met de revolutionaire elementen van onzen tijd. De Roomsche kerk is een priesterkerk. Alles hangt in laatste instantie van den priester af, on de leek is gehouden zijn geestelijke belangen geheel aan hem tos te vertrouwen. Aan de hand van verschillende geschied kundige feilen toont spr. duidelijk aan, is van de gemeente te Rome uit de 3de eeuw, en hoe het priesterschap in den loop der eeuwen is uitgegroeid tot wat het nu is. De priester heeft een langon weg moeten afleggen, aleer hij kon plaats nemen op de Stoel van Petrus. De eerste Christengemeente, die zich hield aan het Nieuwe Testament, w:st dan ook van zulk een installing niets laf. Zelfs Petrus noemt zioh in zijn brieven slechts: „mede-ouderling". De verschillende stroomingen, w.o. die der Griekeche wijsbegeerte; waarmede de gemeente te Rome had to kampen, waren oorzaak, dat uti de -oudsten der gemeente het bisschoppelijke stelsel werd geschapen dat alzoo i-n de plaats kwam van het oor spronkelijk Presbyternaansclie, of dat van het alig. priesterschap der geloovigem, zooals hat N. T. dat beschrijft. De Roomsche kerk beroept eicli tot rechtvaardiging van het bisschops-stelsel dan ook niet op het N. T., doch op de „overlevering", die dan mondeling van Christus af, op de priesters zou zijn over gegaan. Daarbij voegde men de oud-testa- mentische priesterschap, als de vertegen woordiging voor de gemeente bij God, en omgekeerd, waaruit men het huidig stelsel distilleerde. Van uitsluitende beschikking over gees tesgaven door een priester zoomin als van een heiligen priesterstand enz., weet het N. T. niets af. Het beroep van de Roomsche kerk op haar onfeilbaarheid, die de „overlevering" goedkeurde, mist allen grond. Immers, het N. T. was en werd als zoodanig reeds lang door de gemeente aangenomen, vóór er een Roomsche kerk was. Do „onfeilbare" kerk zou dus op haar beurt weer door de overleveringen moeten worden gerecht- vaard:gd, 't geen veel weg 'heeft van een eindeloos circuleeren. De Roomsche kerk heeft het N. T. moeten aanvaarden zooals het er w a s,in vele opzichten niet voor haar genoegen, maar zij moest, anders ■zou ze nooit door de gemeente zijn erkend. Wij willen, zegt spT., het N. T. lezen, zooals het geschreven ia, en niet bij het licht van de overlevering, of door een gekleurde Roomsche bril, aan welks ophel dering we geen behoefte hebben. Dit over de herkomst van het priester stelsel. Vervolgens laat spr. verschillende aan dat priesterschap in den loop der eeuwen toegevoegde attributen zien, tegen den ach tergrond van het Evangelie. De priester ontleent zijn grooten invloed aan zijn optreden als middelaar. Dit stelsel berooft den geloovige van zijn geestelijke vrijheid en van zijn zedelijke verantwoordelijkheid. De priester moet 't doen. Een grooïe fout van Rome is voorts de verzakelijking va,n geestelijke dingen; 't vat alles op in materieelen zin. ofschoon door de Koning der kerk geestelijk bedoeld en vastgelegd. De Roomsche kerk wil het kanaal zijn waar de genade komt doorstroomen; de priester de kraan die ze doorlaat. De ge loovige heeft niets anders te doen dan er onder te gaan staan, en dan komt 't wel. Een Roomsch schrijver heeft gezegd dat het Pauselijk stelsel öf van Goddelijken oorsprong is, of een Satanische aanmati ging. Waar het in eerstgenoemde kwali teit door de Schrift wordt veroordeeld, heben wij de vrijheid, het laatste te ver onderstellen. Het is zoover vandaar, dat Jezus het persoonlijk bevel over die strijdende kerk uit handen zou heben gegeven, dat Hij op zeker moment tegen Petrus zeide: ga achter- mij, Satan-as, want gij verzint de dingen die des menschen zijn terwijl in de Openbaringen staat, datHij sluit, en niemand opent. Spr. teekent den priester achtereenvol gens in z ja onschriftuurlijk optreden als^ rechter, als heerscher, en ten slotte als iemand die zelfs lichamelijk lijden durft opleggen. Rome spreekt nog steeds van een Heili ge Inquisitie, en dat zij daarop thans niet den nadruk legt, is tactiek tegenover de huidige omstandigheden, en beteekent geenszins verandering van bet systeem. Sinds de Roomsche kerk met de onfeil baar-verklaring van don Paus zulk een roodlottigen stap deed in de verkeerde richting, zegt Dr. Bavinck, kon zij nog één stap doen, n.l. door te zeggen dat hel Woord andermaal is in het vl'eesch geko men, n.l. in den persoon van- den Paus, ir. wien Gods Zoon dan zelf zou worden, geïncarneerd. Het is te begrijpen dat Rome met dezen stan lang heeft gewacht. Kon anders de vraag rijzen of dit of dat wel tot de competentie van den Paus behoorde, thans is het zaak daarover te zwijgen, nu ct de zaligheid aan afhangt. Het dualistisch streven van de Room sche kerk. belichaamd in het scheiden van den priester- cn den leekenstand, splitst het natuurlijk leven in twee doelen. Do een wordt gedwongen tegen de na tuur in te gaan. terwijl hem, die do natuur niet kan onderdrukken, wat meer ru'imtè wordt gegeven. In het Protestantisme kcwnt do Christen gemeente weer als ware oorspronkelijke gemeenschap le voorschijn. In haar is geen plaats voor priesters. De dominee treedt op als herder der ge meente, die verantwoordelijk is aan den Heere Christus. De verhouding lussclien herder en kudde is in de prot. Gem. zoo geheel' anders dan J>ij de Roomschen. Do dominee deelt de herderlijke bedie ning met anderen, en deelt geen genade uit, maar beveelt in Gods genade aan. In scherpe lijnen Ueekent spr. de ingrij pende'tegenstelling fusscben de bediening van een stervende door den priester ©n do voorbede van den dominee in een dergelijk geval. De priester houdt een beschouwing over God; de dominee brengt een bood schap van God. De priester predikt de rechte leer; de dominee het reino Evangelie. De dominee is de gaarne getrouw© die naar van het Woord; het overige geeft hij over aan zijn Zender. Rome heeft in de gezag-kwestio iniets bij het Protestantisme voor. De Heilige Geest getuigt met onzen geest. De dominee spreekt naar het hart, niet naar den mond van Jeruzalem. Hij ge bruikt geen koude formules, maar zoekt aanknooping met de concientie. De Roomsche kerk gelooft in haar belij denis; de Protestantsehe belijd haar geloof De dominee studeert op de belijdenis der kerk om versterkend in te werken op haar geloof. De dominee werkt reeds in dit leven voor herstel van de rechtstreekse he gemeen schap tuèschen God en den zondaar. Het Protestantisme stuurt aan op de ge meenschap der Heiligen, zonder standen onderling. Hot gaat in alles om do broe derlijke liefde; kenmerkend onderscheid van de wereld. Spr. gelooft niet dat het Protestantsche volk weer de Roomsche b'echt zal afleg gen. Mocht bet op de dwaalwegen der re volutie komen, dan, vertrouwt spr.,, zal het, de leegte gevoelende van een leven zonder God, en van een geestelijk leven waarvan do inhoud verborgen gaat achter doode formules, weer vragen naar den Eeuwigen Troost in leven en in sterven. Besloten werd na dankgebed met. het zingen van het Lutherlied.^ Veel animo. Naar wij vernemen, hebben zich voor de betrekking van badmeester aan het Gem. badhuis in de v. d. Werffstraat, niet min der fan 268 sollicitanten aangemeld, Chr. Gemeenlepersoneri. Mede in verband met haar 7-jarig be staan, hield de Afd. Leidien van den Ned. Chr. Bond van Personeel in Publieken Dienst Dinsdagavond in Prediker haar j aarvergadering. De voorzitter, de heer W. Veerman, opende deze samenkomst na gebed, met het lezen van 2 Gorinthen 5 en een kort openingswoord. Het jaarverslag, door den secretaris uit gebracht. meldde ons de verschillende werkzaamheden door de afdeeliug op haar terrein verricht. Het bestuur gaf blijk, dat het in alle zaken,zijn werkkring belrefende, eteeda op zijn post is geweest. Hoewel niet steeds ana aire wonscl^en kon worden voldaan, mochten door 't bestuur in gevallen van personeelsaangelegenheden, voor de be trokkenen successen worden behaald. Met genoegen werd geconstateerd, dat binnen niet te langen tijd een herziening en wijziging van het Reglement voor de Commissie van Georganiseerd Overleg is te wachten. Het ledental bij deze organisatie liep in 1923 eenigszins achteruit, doch zware ver liezen werden niet geleden. Er zijn steeds nog werklieden, die krach tens hun beginsel in de Chr. Organisatie thuis behoorden, die bij de moderne en z.g. Neutrale vereeniging ziju aangesloten. De propaganda onder hen moet worden voortgezet. De vergadering was tamelijk bezocht en had -een aangenaam verloop. Zij werd door den secretaris met dankgebed geslo ten. Aangehouden is C. H. de W., als ver dacht van diefstal vary een rijwiel. 0„ wonende aan den Hooge Rijndijk, bedft aangifte gedaan dat van zijn woning door baldadige banden twee ruiten zijn vernield. Waarschijnlijk door de koude bevan gen zijnde, werd gistermiddag de 15-jari- ge R. S., op de Haarlemmerstraat onwel. Door bemiddel;ng van den geneeskundi gen dienst werd hij naar zijn woning overgebracht. Namen wij cenige dagen geleden oen ■waarschuwing op, tegen een oplichter die er zijn werk van maakte, kwitanties te innen voor zijn gewezen patroon, thans is er de Leidsche recherche in geslaagd deze persoon aan te houden. Het bleek dat met z'.jn aanhouding een goede slag was geslagen, daar zijn aan houding o.a. reeds verzocht was door de burgemeesters van 's-Gravenzande, St. Maartensdijk, Delft, Noord wijk, Rotter dam. Voorburg en Wassenaar. De oplich ter, F. A. L. S. genaamd, die nog kort ge leden werkzaam was als reiziger voor een firma te Utrecht, pasto meestal de truc toe, om loopende kwitanties te innen, „omdat zijn patroon de balans wilde opmaken". Waarschijnlijk zal voor hem een minder gewcnscht saldo worden gereserveerd. BlÜHEflLAteD Jhr. Mr. Dr. E. A. v. Beresteyn. Naar het „Vad." verneemt, is het ge wezen vrijz.-dem. Kamerlid jhr. mr. dr. E. A v. Beresteyn toegetreden a1s lid van den Vrijheidsbond. De Postchèque- en Girodienst. Men deelt aan de „Tel." mede, dat ■de heer A. P. F. van Duynstee. inspecteur der posterijen on telegraphie, die ge noemd werd als -opvolger van den nog steeds met „ziekte-verlof" zijnden direc teur van don Postcheque- en Girodienst, don heer A. W. Kymmell, dozer dagen naar België vertrokken, ten einde do func- tionneering van den Postchèque- en Giro dienst daar te lande nader te bestudeeren. Vragen van Kamerleden. Het Tweede Kamerlid Duymaer v. Twist heeft aan den mimi ster van Ooriog de vol gende vragen gericht: Is het den minister bekend, dat in de maand October jl. bij do opkomst dier lichting in het garnizoen Utrecht ©enige dienstplichtigen, die op gepaste wijze me dedeelden, bezwaar te moeten maken te gen het vaccinecren, op meer dan erger lijke wijze door officieren van gezondheid, die met dezen dienst belast waren, zijn be handeld geworden? Zoo deze vraag bevestigend beantwoord wordt is de minister dam bereid van het gebeurde volledige mededeeling aan de Kamer te doen of. in het tegenovergestel de geval, een onderzoek naar het voorge vallene in te stellen? De heer Suring, lid van do Tweede Ka mer, heeft aan den minister van finan ciën de volgende vragen gestold: I. Wil de minister mededeelen, waar door het in werking treden van artikel 114, 2de en 3de lid, der Pensioenwet 1922 (Stbl. no. 240), waarvan in de memorie van antwoord in zako het ontwerp tot wijziging dier wet werd gezegd, dat ver trouwd mocht worden, dat zij toen (18 Mei 1923) niet langer meer op zich zou doen wachten, nog steeds wordt ver- II. Is de ministor bereid, de inwerking treding van dit wetsartikel, waardoor de pensioenen aan de betrokkenen maande lijks bij vooruitbetaling zullen worden voldaan, zooveel mogelijk te bespoedigen? De Rijksmiddelen. De rijksmiddelen hebben in December f34 millioen opgebracht of ruim f 31 mil- lioen minder dan oen jaar tevoren, on danks een bijzonder hooge opbrengst van de successierechten. In het beele jaar 1923 waren de ont vangsten f 428.8 millioen, of bijkans f 40 millioen minder dan in 1922. Van het na- deelige verschil komt nagenoeg f31 mil lioen op rekening van de inkomstenbelas ting en f 81 millioen op den Jeneverac cijns. STATEN-GEMEBAflL TWEEDE KAMER Vergadering van gis-teren. De Kabinetscrisis. De heer T r o e 1 s t r a (S. D.) slelt da verklarinig van 26 October on die van gisteren tegenover elkaar. De Regeermg blijft nu omdat, naar men zegt, een ander ministerie onmogelijk is. Dat is niet juist. Alleen een ander rechtsch ministerie waf onmogelijk gebleken. Dat bleek 25 No< vember al. Thans zijn wij oogenschijnlijk even ver als voor 26 October; 't zelfde Ka binet, dezelfde Kamer, maar er is eeif groot verschil. Spr. vraagt of het niet gewenscht ware geweest den heer de Geei weer terug te roepen? Dit Kabinet vertegenwoordigde vroege^ het leven der coalitie en thans den dood daarvan. Spr. gaat uitvoerig de geschiedenis der diverse opdrachten aan. Mr. Kooien aan .den Chineeschen diplomaat Beelaerti vran Blokland en de rechterzijde na. Wa' de laatste betreft, deze kwam uit de lucht vallen en bedoelde de rechterzijde te inti- mideeren. Deze partijen zouden wel zwicb ten voor een Koninklijk bevel. Verder overleg, met links, is niet be proefd en daardoor is een parlementaire oplossing gesaboteerd. In strijd met een democratischo opvat ting is de linkerzijde zelf niet gehoord. Men deed alsof er geen andere personen dan de 60 van rechts bestonden. Het feit van do oneenigheid ter rechter zijde is niet gerealiseerd. Had men dat gedaan, dan was een andere weg gezocht naar een oplossing. Men hleef ochter rondsnuffelen om het lijk der coalitie. Spr. wijst op Mr. de Savornin Lobman, die het met alle geweld in standhouden der coalitie niet in 's lands belang achtte. Waarom houdt men die coalitie in stand? Is dit nog 't gevolg van het episcopaal gezag? De positie dor Regeering ten opzicht* der Koningin besprekend, vraagt spr. ol de Regeering zelf geraadpleegd is door H. M. de Koningin over de weigering van het ontslag aan het. Kabinet? Is dia weige ring onverwacht gekomen of hebben loden van het Kabinet medegewerkt aan die weigering. Wat hoeft men in die weige ring te zien? Heeft zij volmacht om do Kamer te ontbinden? Spr. beschouwt dit Kabinet als extra parlementair en hij vraagt of hel wel ooit zal kunnen aftreden, wanneer het thans blijft zitten. Vervolgens vraagt spr., hoe do Regee- ring staat tegeqover de rechtsche fracties. Ls een verklaring van leedwezen van den heer van Schaik te wachten? Is er nog een band tusschen Regeeriiig en rechter zijde? Zal de Minister-President voorne mens zijn mededeelingen alleen aan de Katholieke pers te verstrekken. Vóórop gaat dus nu do Regeering. Be slaat het oude plan daarvoor nog? Spr. wilde dit gaarne weten voor hoofdstuk aan do orde komt. De Vlootwet. Spr. begrijpt dat do hoer Dresselhuys opgetogen is over het verloop maar voor spr. was de Vlootwet iets an ders dan een kwestie van een termijn. De heer March an t (V. D.) heet het Ministerie welkom en waardeert het dat het blijft, nu er niets anders lo vinden was. Niemand kan aannemen, dat de Mi nisters het voor hun genoegen doden en daarvoor verdienen zij dank. Onzinnig acht spr. het, dat oen Minister zich er op beroepen zou dat hij niet weg mocht gaan. Iedere Minister blijft verantwoor delijk omdat hij geen soldaat is dio to gehoorzamen heeft Dit Kabinet acht spr. een noodkabinef, een nationaal Kabinet, dat moeilijk steun zal vinden. Rechts en Links staan thans gelijk tegenover do Kabinet, en spr. begrijpt uit de slotsom der regeeringsverklaring, dat de regeering er ook zoo over denkt. Voorop gaan nu de bezuinigingen eq het financieel herstel. Spr. gelooft, dat dij wel zooveel tijd in beslag zal nemen, dal de Vlootwet voor 1925 niit teruggezien; zal worden. Dc wijze waarop het Kabinet is teruggekeerd acht hij wel vreemd, maar niet verkeerd, omdat daardoor hot verband met het vorige Kabint-Ruys ia doorgesneden. De opdracht aan de rechterzijde"" acht spr. een dwaasheid, omdat deze inging tegen ons ganscho constitutoneolo stelsel. Bij de oplossing der crisis heeft men links links laten liggen. Do Kroon kon eigenlijk niet anders doen, maar do rech terzijde is schuldig cr aan als zij Links niet heeft willen mengen in de oplos sing. Wanneer zij bijvoorbeeld advies had gegeven om mr. Troelstra een op dracht te geven, dan zou dit oen onbe schaamdheid zijn geweest. Do rechterzij-» do had den plicht mede to werken tot do oplossing en zij mocht Links niet pnssee- ren. Allo wegen stonden voor haar o;n, maar den éénen wilde zij niet en den anderen kon zij niet. Do moeilijk'' »d wordt vergroot door de positie van den heer Colijn, dio cr naar streeft do leiding te geven, dio echter geen partij builen do zijne kan aanvaarden. De crisis is feitelijk verlengd, ma de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1