Dagblad voor Leiden en Omstreken.
ABOrifilEIINEHTSPftIJS
In Leiden en buiten Leiden
i waar agenten gevestigd lijn
Per kwartaal 12.50
Per week f 0.19
franco per post per kwartaal 12.90
4tie JAARGANG. - DONDERDAG 17 JANUARI 1924 - No. 1140
BureauHooigracht 35 - Leiden - TeUnt. 1278 - Postrekening 58936
ADVEftTEftTëE.PrifJS
Gewone advertentiën per regel 22# cenfcj
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruifcbeta*
'jao van ten hoogste HO voerden. ■u-orde»
Geen recht van critiek.
Er is breede kringen ontstemming ge
wekt door het feit dat de Stoomvaart
maatschappij „Nederland" zich voor den
houw van een nieuw soliip gewend heeft
tot een Fransche werf met voorbijgang
van do Nederlandsche industrie.
Dat wordt haar met het oog op de hui
dige omstandigheden niet weinig kwalijk
genomen omdat op die wijze een jaar werk
voor 1000 man is teloor gegaan.
Was de Maatschappij minder haastig
geweest zoo meent men, dan zou het
misschien gelukt zijn door verhooging van
subsidie dit werk voor ons land te behou
den.
De zaak zelf is niet zondeT gewicht.
Alleen 's niet duidelijk hoe hierop van
vrijzinnige en social!'stische zijde aanmer
king kan worden gemaakt.
Met de meeste kracht heeft men zioh
toch altijd tegen beschermende maatrege
len d'e onze industrie ten goede zouden
kunnen komen veTzet.
Voor het dogma randden vrijen handel
moesten aPe overwiegngen wijken.
Onder geen voorwaarde mocht onze in
dustrie worden beschermd.
Vandaar het heftige verzet tegen de
voorsteden van de Ministers Harte van
Tecklenburg en Kolkman.
Vandaar ook het-pogen om het Schoe
nen-wetje dat beoogde een bepaalde tak van
industrie op de been te houden te doen
stranden.
Nu heeft de Maatschappij „Nederland"
zich blijkbaar op hetzelfde standpunt ge
plaatst en het werk zonder meer aan een
Fransche werf gegund.
Dat is jammer voor onze nijverheid.
*t Is ook jammer voor de arbeiders in
den scheepsbouw.
En jammeT ook voor vele middenstan
ders en voor de belastingbetalers, die in
het onderhoud van de werkloozen hebben
bij te dragen.
Allteen, de dogmatische vrijhandelaars
behoorden hier geen aanmerking te ma
ken.
Zij missen daartoe het recht.
Hier gebeurt niets anders, dan de prac-
tilsche toepassing van de jarenlang met
veel bombarie verkondigde theorïën.
Vrijzinnigen en socialisten hebben hier
geen recht van critiek.
V Wie betalen het gelag?
Het hoofdorgaan van de S. D. A. P. is
dan maar slecht te spreken over het bo
ten aangehaalde feit.
Onbegrijpelijk is dat in verband met de
houding steeds tegenover beschermende
maatregelen aangenomen.
Maar onbegrijpelijk nliet minder, als
met Iet op wat dn de Zaterdag
te 's-Graveiihage gehouden protest
meeting gebeurde.
Daar toch werd het voornemen aange
kondigd om de boelf hier op stelten te zet
ten.
Laten we aannemen dat dit "booze plan
gelukt
Dan zal het eerste gevoeg zijn, dat het
zakenleven nogal meer gaat kwijnen, met
als nevenverschijnsel dat nogal meer ar
beiders op straat worden gegooid.
Dat kan niet uitblijven.
Een tijd waarin de boel op stelten
staat" is ook voor het bedrijfsleven wel de
meest ongeschikte om zich te herstellen of
op uitbreiding bedacht te zijn.
Maar oen ander gevolg is, dat het ver
trouwen triooT gaat.
Wie belangrijke werken Haat uitvoeren
kan dat alleen doen als hij de zekerheid
hóeft dat de boel niet op stelten wordt ge
zet.
En een bedrijf, dat zali trachten belang
rijke werken tot «zich te trekken, waaraan
grooto Pnancieele risico verbonden is, zal
dat zeker niet doen, als de kans bestaat
dat inderdaad de boel op stelten wordt
gezet.
Daarom is het onbegrijpelijk dat mon de
..Nederland" or een verwijt van maakt dat
zij zich tot oen buitenlandsche werf
wendt, terwijl men zelf maatregelen
noemt om het vertrouwen ::!n onze industrie
te schokken.
Vermoedelijk zien de leiders, die alleen
op partijbelang bedacht zijn het togensbrij-
digo van dit optreden niet in.
Maar laten onze arbeiders het dan ten
minste verstaan.
Laten zij begrijpen, dat de socialistische
voornemens misschien in het belang van
de S. D. A. P. kunnen zijn, maar diat de
arbeidersbelangen daardoor al heel slecht
worden gediend.
Dat integendeel de arbeiders weer ge
roepen zullen worden om voor de roode
leiders het gelag te betalen.
STAiQjgflglEUlflfS.
Apologetische avond.
Voor een stampvolle Pieterskerk trad
gisteravond op Da. G. Wagenaar uit
Rotterdam, met een apologetische lezing
over: Priester en Dominee.
De belangstelling was ontzettend groot,
«oodat zelfs van hulpmiddelen moest wor-'
den gemaakt, om allen een plaats te ge
ven.
Aangevangen werd met het zingen van
Psalm 68: 14 en Gezang 3:1, het lezen van
1 Petrus 2:49 en gebed.
Spr. verklaarde vooraf niet op te treden
met hatelijke bedoelingen. Integendeel. De
verschillende kerken strijden elk op haar
wijze tegen de machten des ongeloofs, en
de Christenen in de Roomsche kerk zijn
onze mede-christenen.
Slechts zal spr. in eenvoudige bewoor
dingen wijzen op het ingrijpend verschil
tmssche® de R. K. kerk ©enerzijds, en de
gezamenlijke Protestantse he kerken ander
zijds, 't welk getypeerd wordt dn de te
genstelling: priester en dominee.
Rome, welks macht een gevaarlijke om
vang krijgt, heft reeds een juichkreet
aan, in de veronderstelling dat 't het gan-
sche Protestantsohe Nederland zal over
vleugelen. Spr. gelooft echter niet, dat het
resultaat zal opwegen tegen do moeite.
De Roomsche propaganda, van hoeveel
spitsvondigheden zij zich bedient, zal af
stuiten op Gods genade
De bedoeling van deze lezing, aldus spr.,
is niet jn de eerste plaats om Roomschen
over te halen, maar ind/en mogelijk, hen
meer waardeering b'j to brengen voor het
Protestantisme, opdat nien het niet meer
op één lijn stel'e met de revolutionaire
elementen van onzen tijd.
De Roomsche kerk is een priesterkerk.
Alles hangt in laatste instantie van den
priester af, on de leek is gehouden zijn
geestelijke belangen geheel aan hem tos
te vertrouwen.
Aan de hand van verschillende geschied
kundige feilen toont spr. duidelijk aan,
is van de gemeente te Rome uit de 3de
eeuw, en hoe het priesterschap in den
loop der eeuwen is uitgegroeid tot wat het
nu is.
De priester heeft een langon weg moeten
afleggen, aleer hij kon plaats nemen op
de Stoel van Petrus.
De eerste Christengemeente, die zich
hield aan het Nieuwe Testament, w:st dan
ook van zulk een installing niets laf.
Zelfs Petrus noemt zioh in zijn brieven
slechts: „mede-ouderling".
De verschillende stroomingen, w.o. die
der Griekeche wijsbegeerte; waarmede de
gemeente te Rome had to kampen, waren
oorzaak, dat uti de -oudsten der gemeente
het bisschoppelijke stelsel werd geschapen
dat alzoo i-n de plaats kwam van het oor
spronkelijk Presbyternaansclie, of dat
van het alig. priesterschap der geloovigem,
zooals hat N. T. dat beschrijft.
De Roomsche kerk beroept eicli tot
rechtvaardiging van het bisschops-stelsel
dan ook niet op het N. T., doch op de
„overlevering", die dan mondeling van
Christus af, op de priesters zou zijn over
gegaan. Daarbij voegde men de oud-testa-
mentische priesterschap, als de vertegen
woordiging voor de gemeente bij God, en
omgekeerd, waaruit men het huidig stelsel
distilleerde.
Van uitsluitende beschikking over gees
tesgaven door een priester zoomin als van
een heiligen priesterstand enz., weet het
N. T. niets af.
Het beroep van de Roomsche kerk op
haar onfeilbaarheid, die de „overlevering"
goedkeurde, mist allen grond. Immers, het
N. T. was en werd als zoodanig reeds lang
door de gemeente aangenomen, vóór er
een Roomsche kerk was. Do „onfeilbare"
kerk zou dus op haar beurt weer door de
overleveringen moeten worden gerecht-
vaard:gd, 't geen veel weg 'heeft van een
eindeloos circuleeren. De Roomsche kerk
heeft het N. T. moeten aanvaarden zooals
het er w a s,in vele opzichten niet voor
haar genoegen, maar zij moest, anders
■zou ze nooit door de gemeente zijn erkend.
Wij willen, zegt spT., het N. T. lezen,
zooals het geschreven ia, en niet bij
het licht van de overlevering, of door een
gekleurde Roomsche bril, aan welks ophel
dering we geen behoefte hebben.
Dit over de herkomst van het priester
stelsel.
Vervolgens laat spr. verschillende aan
dat priesterschap in den loop der eeuwen
toegevoegde attributen zien, tegen den ach
tergrond van het Evangelie.
De priester ontleent zijn grooten invloed
aan zijn optreden als middelaar.
Dit stelsel berooft den geloovige van zijn
geestelijke vrijheid en van zijn zedelijke
verantwoordelijkheid. De priester moet 't
doen.
Een grooïe fout van Rome is voorts de
verzakelijking va,n geestelijke dingen; 't
vat alles op in materieelen zin. ofschoon
door de Koning der kerk geestelijk bedoeld
en vastgelegd.
De Roomsche kerk wil het kanaal zijn
waar de genade komt doorstroomen; de
priester de kraan die ze doorlaat. De ge
loovige heeft niets anders te doen dan er
onder te gaan staan, en dan komt 't wel.
Een Roomsch schrijver heeft gezegd dat
het Pauselijk stelsel öf van Goddelijken
oorsprong is, of een Satanische aanmati
ging. Waar het in eerstgenoemde kwali
teit door de Schrift wordt veroordeeld,
heben wij de vrijheid, het laatste te ver
onderstellen.
Het is zoover vandaar, dat Jezus het
persoonlijk bevel over die strijdende kerk
uit handen zou heben gegeven, dat Hij op
zeker moment tegen Petrus zeide: ga
achter- mij, Satan-as, want gij verzint de
dingen die des menschen zijn terwijl
in de Openbaringen staat, datHij sluit,
en niemand opent.
Spr. teekent den priester achtereenvol
gens in z ja onschriftuurlijk optreden als^
rechter, als heerscher, en ten slotte als
iemand die zelfs lichamelijk lijden durft
opleggen.
Rome spreekt nog steeds van een Heili
ge Inquisitie, en dat zij daarop thans niet
den nadruk legt, is tactiek tegenover de
huidige omstandigheden, en beteekent
geenszins verandering van bet systeem.
Sinds de Roomsche kerk met de onfeil
baar-verklaring van don Paus zulk een
roodlottigen stap deed in de verkeerde
richting, zegt Dr. Bavinck, kon zij nog één
stap doen, n.l. door te zeggen dat hel
Woord andermaal is in het vl'eesch geko
men, n.l. in den persoon van- den Paus,
ir. wien Gods Zoon dan zelf zou worden,
geïncarneerd.
Het is te begrijpen dat Rome met dezen
stan lang heeft gewacht.
Kon anders de vraag rijzen of dit of
dat wel tot de competentie van den Paus
behoorde, thans is het zaak daarover te
zwijgen, nu ct de zaligheid aan afhangt.
Het dualistisch streven van de Room
sche kerk. belichaamd in het scheiden van
den priester- cn den leekenstand, splitst
het natuurlijk leven in twee doelen.
Do een wordt gedwongen tegen de na
tuur in te gaan. terwijl hem, die do natuur
niet kan onderdrukken, wat meer ru'imtè
wordt gegeven.
In het Protestantisme kcwnt do Christen
gemeente weer als ware oorspronkelijke
gemeenschap le voorschijn. In haar is
geen plaats voor priesters.
De dominee treedt op als herder der ge
meente, die verantwoordelijk is aan den
Heere Christus.
De verhouding lussclien herder en kudde
is in de prot. Gem. zoo geheel' anders dan
J>ij de Roomschen.
Do dominee deelt de herderlijke bedie
ning met anderen, en deelt geen genade
uit, maar beveelt in Gods genade aan.
In scherpe lijnen Ueekent spr. de ingrij
pende'tegenstelling fusscben de bediening
van een stervende door den priester ©n do
voorbede van den dominee in een dergelijk
geval.
De priester houdt een beschouwing
over God; de dominee brengt een bood
schap van God.
De priester predikt de rechte leer; de
dominee het reino Evangelie.
De dominee is de gaarne getrouw© die
naar van het Woord; het overige geeft
hij over aan zijn Zender.
Rome heeft in de gezag-kwestio iniets bij
het Protestantisme voor. De Heilige Geest
getuigt met onzen geest.
De dominee spreekt naar het hart, niet
naar den mond van Jeruzalem. Hij ge
bruikt geen koude formules, maar zoekt
aanknooping met de concientie.
De Roomsche kerk gelooft in haar belij
denis; de Protestantsehe belijd haar geloof
De dominee studeert op de belijdenis
der kerk om versterkend in te werken op
haar geloof.
De dominee werkt reeds in dit leven voor
herstel van de rechtstreekse he gemeen
schap tuèschen God en den zondaar.
Het Protestantisme stuurt aan op de ge
meenschap der Heiligen, zonder standen
onderling. Hot gaat in alles om do broe
derlijke liefde; kenmerkend onderscheid
van de wereld.
Spr. gelooft niet dat het Protestantsche
volk weer de Roomsche b'echt zal afleg
gen. Mocht bet op de dwaalwegen der re
volutie komen, dan, vertrouwt spr.,, zal
het, de leegte gevoelende van een leven
zonder God, en van een geestelijk leven
waarvan do inhoud verborgen gaat achter
doode formules, weer vragen naar den
Eeuwigen Troost in leven en in sterven.
Besloten werd na dankgebed met. het
zingen van het Lutherlied.^
Veel animo.
Naar wij vernemen, hebben zich voor de
betrekking van badmeester aan het Gem.
badhuis in de v. d. Werffstraat, niet min
der fan 268 sollicitanten aangemeld,
Chr. Gemeenlepersoneri.
Mede in verband met haar 7-jarig be
staan, hield de Afd. Leidien van den Ned.
Chr. Bond van Personeel in Publieken
Dienst Dinsdagavond in Prediker haar
j aarvergadering.
De voorzitter, de heer W. Veerman,
opende deze samenkomst na gebed, met
het lezen van 2 Gorinthen 5 en een kort
openingswoord.
Het jaarverslag, door den secretaris uit
gebracht. meldde ons de verschillende
werkzaamheden door de afdeeliug op haar
terrein verricht.
Het bestuur gaf blijk, dat het in alle
zaken,zijn werkkring belrefende, eteeda
op zijn post is geweest. Hoewel niet steeds
ana aire wonscl^en kon worden voldaan,
mochten door 't bestuur in gevallen van
personeelsaangelegenheden, voor de be
trokkenen successen worden behaald.
Met genoegen werd geconstateerd, dat
binnen niet te langen tijd een herziening
en wijziging van het Reglement voor de
Commissie van Georganiseerd Overleg is
te wachten.
Het ledental bij deze organisatie liep in
1923 eenigszins achteruit, doch zware ver
liezen werden niet geleden.
Er zijn steeds nog werklieden, die krach
tens hun beginsel in de Chr. Organisatie
thuis behoorden, die bij de moderne en z.g.
Neutrale vereeniging ziju aangesloten. De
propaganda onder hen moet worden
voortgezet.
De vergadering was tamelijk bezocht en
had -een aangenaam verloop. Zij werd
door den secretaris met dankgebed geslo
ten.
Aangehouden is C. H. de W., als ver
dacht van diefstal vary een rijwiel.
0„ wonende aan den Hooge Rijndijk,
bedft aangifte gedaan dat van zijn woning
door baldadige banden twee ruiten zijn
vernield.
Waarschijnlijk door de koude bevan
gen zijnde, werd gistermiddag de 15-jari-
ge R. S., op de Haarlemmerstraat onwel.
Door bemiddel;ng van den geneeskundi
gen dienst werd hij naar zijn woning
overgebracht.
Namen wij cenige dagen geleden oen
■waarschuwing op, tegen een oplichter die
er zijn werk van maakte, kwitanties te
innen voor zijn gewezen patroon, thans is
er de Leidsche recherche in geslaagd deze
persoon aan te houden.
Het bleek dat met z'.jn aanhouding een
goede slag was geslagen, daar zijn aan
houding o.a. reeds verzocht was door de
burgemeesters van 's-Gravenzande, St.
Maartensdijk, Delft, Noord wijk, Rotter
dam. Voorburg en Wassenaar. De oplich
ter, F. A. L. S. genaamd, die nog kort ge
leden werkzaam was als reiziger voor een
firma te Utrecht, pasto meestal de truc toe,
om loopende kwitanties te innen, „omdat
zijn patroon de balans wilde opmaken".
Waarschijnlijk zal voor hem een minder
gewcnscht saldo worden gereserveerd.
BlÜHEflLAteD
Jhr. Mr. Dr. E. A. v. Beresteyn.
Naar het „Vad." verneemt, is het ge
wezen vrijz.-dem. Kamerlid jhr. mr. dr. E.
A v. Beresteyn toegetreden a1s lid van den
Vrijheidsbond.
De Postchèque- en Girodienst.
Men deelt aan de „Tel." mede, dat ■de
heer A. P. F. van Duynstee. inspecteur
der posterijen on telegraphie, die ge
noemd werd als -opvolger van den nog
steeds met „ziekte-verlof" zijnden direc
teur van don Postcheque- en Girodienst,
don heer A. W. Kymmell, dozer dagen
naar België vertrokken, ten einde do func-
tionneering van den Postchèque- en Giro
dienst daar te lande nader te bestudeeren.
Vragen van Kamerleden.
Het Tweede Kamerlid Duymaer v. Twist
heeft aan den mimi ster van Ooriog de vol
gende vragen gericht:
Is het den minister bekend, dat in de
maand October jl. bij do opkomst dier
lichting in het garnizoen Utrecht ©enige
dienstplichtigen, die op gepaste wijze me
dedeelden, bezwaar te moeten maken te
gen het vaccinecren, op meer dan erger
lijke wijze door officieren van gezondheid,
die met dezen dienst belast waren, zijn be
handeld geworden?
Zoo deze vraag bevestigend beantwoord
wordt is de minister dam bereid van het
gebeurde volledige mededeeling aan de
Kamer te doen of. in het tegenovergestel
de geval, een onderzoek naar het voorge
vallene in te stellen?
De heer Suring, lid van do Tweede Ka
mer, heeft aan den minister van finan
ciën de volgende vragen gestold:
I. Wil de minister mededeelen, waar
door het in werking treden van artikel
114, 2de en 3de lid, der Pensioenwet 1922
(Stbl. no. 240), waarvan in de memorie
van antwoord in zako het ontwerp tot
wijziging dier wet werd gezegd, dat ver
trouwd mocht worden, dat zij toen (18
Mei 1923) niet langer meer op zich zou
doen wachten, nog steeds wordt ver-
II. Is de ministor bereid, de inwerking
treding van dit wetsartikel, waardoor de
pensioenen aan de betrokkenen maande
lijks bij vooruitbetaling zullen worden
voldaan, zooveel mogelijk te bespoedigen?
De Rijksmiddelen.
De rijksmiddelen hebben in December
f34 millioen opgebracht of ruim f 31 mil-
lioen minder dan oen jaar tevoren, on
danks een bijzonder hooge opbrengst van
de successierechten.
In het beele jaar 1923 waren de ont
vangsten f 428.8 millioen, of bijkans f 40
millioen minder dan in 1922. Van het na-
deelige verschil komt nagenoeg f31 mil
lioen op rekening van de inkomstenbelas
ting en f 81 millioen op den Jeneverac
cijns.
STATEN-GEMEBAflL
TWEEDE KAMER
Vergadering van gis-teren.
De Kabinetscrisis.
De heer T r o e 1 s t r a (S. D.) slelt da
verklarinig van 26 October on die van
gisteren tegenover elkaar. De Regeermg
blijft nu omdat, naar men zegt, een ander
ministerie onmogelijk is. Dat is niet juist.
Alleen een ander rechtsch ministerie waf
onmogelijk gebleken. Dat bleek 25 No<
vember al. Thans zijn wij oogenschijnlijk
even ver als voor 26 October; 't zelfde Ka
binet, dezelfde Kamer, maar er is eeif
groot verschil. Spr. vraagt of het niet
gewenscht ware geweest den heer de Geei
weer terug te roepen?
Dit Kabinet vertegenwoordigde vroege^
het leven der coalitie en thans den dood
daarvan.
Spr. gaat uitvoerig de geschiedenis
der diverse opdrachten aan. Mr. Kooien
aan .den Chineeschen diplomaat Beelaerti
vran Blokland en de rechterzijde na. Wa'
de laatste betreft, deze kwam uit de lucht
vallen en bedoelde de rechterzijde te inti-
mideeren. Deze partijen zouden wel zwicb
ten voor een Koninklijk bevel.
Verder overleg, met links, is niet be
proefd en daardoor is een parlementaire
oplossing gesaboteerd.
In strijd met een democratischo opvat
ting is de linkerzijde zelf niet gehoord.
Men deed alsof er geen andere personen
dan de 60 van rechts bestonden.
Het feit van do oneenigheid ter rechter
zijde is niet gerealiseerd. Had men dat
gedaan, dan was een andere weg gezocht
naar een oplossing. Men hleef ochter
rondsnuffelen om het lijk der coalitie.
Spr. wijst op Mr. de Savornin Lobman,
die het met alle geweld in standhouden
der coalitie niet in 's lands belang achtte.
Waarom houdt men die coalitie in stand?
Is dit nog 't gevolg van het episcopaal
gezag?
De positie dor Regeering ten opzicht*
der Koningin besprekend, vraagt spr. ol
de Regeering zelf geraadpleegd is door H.
M. de Koningin over de weigering van het
ontslag aan het. Kabinet? Is dia weige
ring onverwacht gekomen of hebben loden
van het Kabinet medegewerkt aan die
weigering. Wat hoeft men in die weige
ring te zien? Heeft zij volmacht om do
Kamer te ontbinden?
Spr. beschouwt dit Kabinet als extra
parlementair en hij vraagt of hel wel ooit
zal kunnen aftreden, wanneer het thans
blijft zitten.
Vervolgens vraagt spr., hoe do Regee-
ring staat tegeqover de rechtsche fracties.
Ls een verklaring van leedwezen van den
heer van Schaik te wachten? Is er nog
een band tusschen Regeeriiig en rechter
zijde? Zal de Minister-President voorne
mens zijn mededeelingen alleen aan de
Katholieke pers te verstrekken.
Vóórop gaat dus nu do Regeering. Be
slaat het oude plan daarvoor nog? Spr.
wilde dit gaarne weten voor hoofdstuk
aan do orde komt.
De Vlootwet. Spr. begrijpt dat do hoer
Dresselhuys opgetogen is over het verloop
maar voor spr. was de Vlootwet iets an
ders dan een kwestie van een termijn.
De heer March an t (V. D.) heet het
Ministerie welkom en waardeert het dat
het blijft, nu er niets anders lo vinden
was. Niemand kan aannemen, dat de Mi
nisters het voor hun genoegen doden en
daarvoor verdienen zij dank. Onzinnig
acht spr. het, dat oen Minister zich er
op beroepen zou dat hij niet weg mocht
gaan. Iedere Minister blijft verantwoor
delijk omdat hij geen soldaat is dio to
gehoorzamen heeft Dit Kabinet acht spr.
een noodkabinef, een nationaal Kabinet,
dat moeilijk steun zal vinden. Rechts en
Links staan thans gelijk tegenover do
Kabinet, en spr. begrijpt uit de slotsom
der regeeringsverklaring, dat de regeering
er ook zoo over denkt.
Voorop gaan nu de bezuinigingen eq
het financieel herstel. Spr. gelooft, dat dij
wel zooveel tijd in beslag zal nemen, dal
de Vlootwet voor 1925 niit teruggezien;
zal worden. Dc wijze waarop het Kabinet
is teruggekeerd acht hij wel vreemd,
maar niet verkeerd, omdat daardoor hot
verband met het vorige Kabint-Ruys ia
doorgesneden.
De opdracht aan de rechterzijde"" acht
spr. een dwaasheid, omdat deze inging
tegen ons ganscho constitutoneolo stelsel.
Bij de oplossing der crisis heeft men
links links laten liggen. Do Kroon kon
eigenlijk niet anders doen, maar do rech
terzijde is schuldig cr aan als zij Links
niet heeft willen mengen in de oplos
sing. Wanneer zij bijvoorbeeld advies
had gegeven om mr. Troelstra een op
dracht te geven, dan zou dit oen onbe
schaamdheid zijn geweest. Do rechterzij-»
do had den plicht mede to werken tot do
oplossing en zij mocht Links niet pnssee-
ren. Allo wegen stonden voor haar o;n,
maar den éénen wilde zij niet en den
anderen kon zij niet. Do moeilijk'' »d
wordt vergroot door de positie van den
heer Colijn, dio cr naar streeft do leiding
te geven, dio echter geen partij builen
do zijne kan aanvaarden.
De crisis is feitelijk verlengd, ma de