Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCIE COURANT ABOtiNEMEfcTrSPRIJS In Leiden en bulten Lelden waar agenten gevestigd zijn §>or kwartaal 2.50 ?er week f 0.19 (Franco per post per kwartaal ......f2.90 De gehuwde Ambtenares. Dat de Regeering, nu inkrimping van het Ambtenarencorps noodzakelijk is, bet voornemen heeft om voor ontslag in de eerste plaats als regel de gehuwde amb tenaressen voor zoover daze geen kost winners z;jn, in aanmerking te doen ko men, is logisch en rechtvaardig. Aijgedacht van elke principieel© overwe ging achten wij dit j-ui'st gezien. Er is reeds groote werkloosheid. Nu moeten er ook ambtenaren worden ontslagen. Moet de regeeriing er nu niet fncde rekenen, dat zij ontslag geeft daar, waar het het minste treft? In bet gezin der gehuwde ambtenares beeft men ais regel een dubel inkomen. "Wanneer nn deze ambtenares ontslagen wordt dan houdt dit gezin het inkomen van den man nog over en is dus in de- zelfido conditie als de meeste andere ge- zinnen. En zou de Regeering dan een va der van een gezin moeten- ontslaan d'e daardoor zonder betrekking komt, terwijl aan andere gezinnen dubbele inkomsten worden ge1 aten? Dat zou toch al te dwaas zijn. De N. Rott. Cour. van 21 Nov. 1923 berichtte, dat ook in Polen inkrimping van het Ambtenaren-corps moest plaats hebben. In hoofdzaak zouden do ambte naren met minder dan vijf dienstjaren ontslagen worden en in de eerste plaats de vrouwen, wier man eveneens in staatsdienst is. Het rechtvaardige en biM/jke van den door de Regeering voorgenomen maatre gel moet dan ook door ieder, d:e niet door een fanatiek feminisme verblind is, erkend worden. Zelfs do Heer Schaper beeft den maatregel in „Het Volk", te gen de redactie van dit blad verdedigd Daarbij komt dan nog, dat de gehuwde ambtenares die ontslagen wordt, nog ge durende een zekeren tijd, naar gelang zij dienstjaren heeft, een deel van 1 ear sa laris kr'jgt uitgekeerd. 'Het moet eigenlijk nog verhazen dat tegen een dergelijke regeling nog bezwa ren worden ingebracht. Do Regeering zal het echter hij deze af vloeiing, waarbij do gehuwde ambtenares een der eerste is, niet laten. Ook in de toekomst meent zij, dat voor gehuwde ambtenaressen geen plaats in staatsdienst is Een ontwerp-ïConinkilijk besluit 't welk voor advies was gezonden aan de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg, houdt in, dat in de toekomst ambtenaressen die dn het huweliijk treden, met ingang van den dag van hun huwe lijk worden ontslagen. Do Centrale Com missie voor georganiseerd overleg, heeft mot 8 tegen 4 stemmen een gunstig ad- yiog over dit ontwerp uitgebracht. Uit deze stemmenverhouding blijkt reeds dat de ve r tegen wo ord :gers der Christelijke Amhtenarenorganisaties voor liet nemen van dozen maatregel hebben gestemd. Wij me enen zeer terecht. De gehuwde rouw behoort als regel thuis. Het po- 1:tick sociaal program van het Chr. Na tionaal Vakverbond vraagt dan -ook: „zoo ver mogelijk beperking van den loonar beid der gehuwde, vrouw*'. Wat komt er van het gezinsleven 'terecht, wanneer do moeder regelmatig voor beroepsarbeid buitenshuis is? Mei.*Ida Heyermans merkte dezer da gen in „Het Gemceae B'es t" terecht Pet volgende op: „Maar do kwest'e der ge'auwclo amb tenares is van moer zijden te belichten dan d-'-e van 'vrouwen-vrijheid alleen. Die bestaat toch niet voor de geeuwde vrouw. Er zijn ook nog 't kind, het ge zin, «De binden met den band, welke die der natuur zelf is. Do vrouw, die trouwt, weet wat zij aanvaard!, dat in het normale geval kinderen u t haar geboren zullen wor- 4de JAARGANG. - MAANDAG 14 JANUARI 1924 - No. 1137 BureauHooigracht 35 - Leiden - Te!. Int. 1278 - Postrekening 58930 A0V£KTEiiTiE.Pt*IJ3 Gewone advertentiën per regel 22Y% centt Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefi' Dij contract, belangrijks reductie. i,r Kleine advertentiën bij vooruitbeta* hng van ten hoogste SO woorden, worde* den, welko iemand anders noodig heb ben dan een moeder, die buiten haar gezin werk wil verrionten. Tenslotte kan niemand twee meesters dienen, ook de vrouw niet. Hoe kan zij èn een goede ambtenares zijn èn een goede moeder? De praktijk wijst maar al te dikwijls uit, dat öf de ambten area öf het gezin in het gedrang komt. En soms, of mis schien dikwijls, is het kuud Je niet-be- jgeerde lastpost, het wezentje, dat de banden bindt, bellet dat twee het huig verlaten: vader èn moeder, twee voort durend genieten: vader èD moeder, twee bet stoffelijke der aarde ruimschoots hebben. De waanacht:ge bevrijding drr vro1 w kan slechts die der moeder zijn, onjdat baar bestemni'.ig het moedirsélivp is. De moeder wordt niet gediend, als men haar twee zware taken op de schou ders steeds wil leggen." Wij juichen den door do Regeering voorgenomen maatregel toe. Al'es wat ge daan kan worden om do ontwriclit'ng van het gezinsleven tegen te gaan, moet ge schieden. De gehuwde vrouw" behoort thuis, niet op oen Regeeringsbureau. Gelukkig dat deze gedachte a lm eer in allerlei kring steun vindt. En het is thans een geschikt moment cin dezen maatregel door te voeren. STAOSISIEUHfS. Aanleg wandelbosch. 'Aan het afwijzend prae-advies op het voorstel van dsn lieer Knuttel inzake den aanleg van een wandclbosch is nog het volgende ontleend: „Ongetwijfeld zou, gelijk wij reeds eer der opmerkten, onze gemeente met het be zit van een boseh aan de grens van de be bouwing gebaat zijn, doch aan'de stich ting van een boscli, teT grootte van on geveer 20 H.A., zijn zoo aanzienlijke kos ten en zoo belangrijke oeconomische na- deelem verbonden, dat daartoe alleen zou mogen wordteii besloten, wanneer ©ener zijds de financieele draagkracht van de gemeente het op haar leggen van dien nieuwen last zou gedoogen en anderzijds de omstandigheden, van dien aarcl waren, dat do gemeenschap die oeconomische na doelen konde lijden. Noch het een, noch liet ander ie echter het geval. Voor den aankoop van den benoodigden grond is volgens de schatting van den heer Knuttel reeds f 10.000.noodig; de kosten van liet grondverzet, d. z, dus de arbeidsloonen, raamt de voorsteller mede op f 100.000.een bedrag, dat, zelfs als ruwe schatting, veel te laag is, ja dat ver moedelijk ten minste op het dubbele moet worden gebracht, om met de werkelijke uitgaven aan arbeidsloon overeen te ko men. Op grond toch van de ervaring, ver kregen bij den aanleg van het speelveld achter de Hoogere Burgerschool (Raam- land) en rekening houdende met een min der intensieve bodembewerking (een bosch stelt op dit punt lagere eischen dan een speelveld of sportterrein), schijnt een ra ming van ten minste f 1.arbeidsloon per M2. gewettigd. Veegt men hierbij nog de kosten van hoornen, zoden», grint, materi aal, enz., welke in verband met den bosch- aanleg noodzakelijk zullen blijken, dan be hoeft het wel geen verder betoog, dat do totale kosten zeer lioog zullen zijn en in, ieder geval tonnen gouds zullen beloopen, waartegen niet opweegt eene verminderde uitkeering aan werkloozensteun. Evenmin als in 1920 laat thans do geldelijke toe stand in het algemeen en die van onze ge meente in het bijzonder zulk oene uitgave ten behoeve vaii een wandelbosch toe. Behalve een zeer zwaren financiëelen last, zou de aanleg van een bosch, als door den heer Knuttel aanbevolen, ook mede brengen, dat een groot complex vruchtbare gronden aan cle productie werd onttrokken. Wij wezen ook hier vroeger reeds op, doch het mag worden herhaald, dat het toch in derdaad zoo al niet onverantwoordelijk zou zijn, dan toch niet van wijs beleid zou ge tuigen, cni, waar allerwegen naar ver meerdering van productie wordt gestreefd zoo zelfs, dat de demping van de Zui derzee cp het programma staat ten einde, in verband mst de overbevolking, de op pervlakte vruchtbaren grond in ons vader land te vergroeien: nu hier tor stede juist in tegenovergestelde richting te gaan werken door vruchtbaar land onproductief te maken. Bpschaanleg mege een middel tot werk verschaffing zijn, oen productieve werkver schaffing kan men het toch bezwaarlijk noemen. Immers productief in den hier be doelden^ zin is een verk.eerst, wanneer de opbrengst of uit korist op cere zoo voor- deelig mogelijke wijze in een behoefte voor ziet. Hoc minder het voordeel is of hoe grooter de kosten zijn, des te dringender zal die behoefte 'meëteri wezen, aleer men tot, het werk zal overgaan. En aan een wandelbcschv in de onmiddellijke nabijheid van de stad, moge nu bij sommigen be hoefte beslaan, liet komt ons College voor, dat., hoe aattgenarm het ook zoude zijn, indien Leiden met een bosch begiftigd was, die behoefte in geen geval zoo drin gend. is, dat zij ook maar ©enigszins tegen de enorme kosten opweegt of zou nopen, daarover heen te stappen. Nog afgezien 'liervan, dat zeer waar schijnlijk zij, die Leiden wat omstreken betreft misdeeld achten, door de aanwezig heid van het voorgestelde, kunstmatig aan gelegde en in de omgeving wellicht weinig passende „bosch" niet bevredigd zullen zijn, biedt do omgeving van Leiden werke lijk voldoende gelegenheid, om zich buiten de stad in de open lucht en „in de natuur" te verpoozen. Te voet en per fiets kan men zonder kosten en in betrekkelijk korten tijd do landelijke wegen naar en in Oegst- geest bereiken; men kan gaan langs de Haarlemmertrekvaart, rond „Oud-Poel geest" of naar Warmond; men kan wande lingen langs liet nieuwe kanaal, naar Lei derdorp en Zoetcrwoude of rond Allemans- geest maken, de Vink, Haagsolie Schouw en Valkenburg bezoeken ot mien kan, dich ter bij huis blijvend, do mooi© singels rond de stad en het Plantsoen kiezen. Verder zijn, dank zij de verschillende goede en snelle tramverbindingen, met luttele kos ten de duinen en de zee bij Katwijk eni Noordwijk, de bcsschen en duinen van Wassenaar en binnenkort ook Schevenin- gen en Den Haag bereikbaar, terwijl boo ten en autobussen tegen geringe vracht het publiek eveneens in allerlei richtingen, naar de Kagermeer, den Deyl, Wassenaar en andere plaatoen, voeren. Wij kunnen niet inzien, dat het nu nood zakelijk is, boven en behalve dit alles, ten koste van honderdduizenden guldens nog een kunstmatig wandelbosch te gaan aan leggen. Gelet ook op de beslissing, in 1920 door uwe vergadering op dit punt genomen, heb ben wij dan ook gemeend te dezer zake geen verdere plannen te moeten ontwer pen, to minder, waar een advies van des kundige zijde, als bijv. do Nederlandsche Heide-Maatschappij, daarbij bezwaarlijk gemist zou kunnen worden en ook daaraan vermoedelijk niet onbelangrijke kosten zonden zijn verbonden, welke, nu het plan van den heer Knuttel reeds om financiëele redenen niet kan worden uitgevoerd, te vergeefs zouden zijn gemaakt. Op grond van het bovenstaande geven! wij u in overweging, op het denkbeeld van den heer Knuttel tot den aanleg van een wandelbosch ook thans niet in te gaan en diens daartoe strekkend voorstel mitsdien niet aan te nemen* In do Stedelijke Werk-Inrickting zijn in de week van 6 tot en met 12 Januari opgenomen 232 volwassen personen en 13 kinderen. Totaal 245 personen. Week cler gebeden Het laatste onderwerp, dat in de nu be ëindigde week der gebeden, op het pro gramma vermeld stond, was: Inwendig© Zending en Zending onder Israël, welk onderwerp werd behandeld door D s. H. Thomas. Nadat gezongen was Psalm 48:1 en in gebed was voorgegaan werd na het zingen van Gez. 248:4 en 7 en het lezen van een schriftgedeelte de ontvou wing van het onderwerp aangevangen voor een niet groot maar aandachtig ge hoor. Spr. zegt, dat we'ons verheugen mogen, dat deze twee zendingen ook een beurt krijgen in de week der gebeden, a'2 is 't (er elfder ure. Dan wijst hij op het ver band tusschen deze twee takken van dienst en het geïnstitueerde kerkelijke leven en het Koninkrijk- Gods. Op dat Kerkelijke leven moet worden aange stuurd, maar naaste roeping is hier het Koninkrijk, hetwelk is wijder van om vang en beteekenis dan de Kerk, omdat het wil wezen de heerschappij van Chris tus over heel het menscheiiij'ke leven. Aangezien wij 't hierin oens zijn, kunnen wij met elkander bidden en danken, met elkander en ook voor elkander. Spr. wijst op het heilzame, dat met behoud der zelstandigheid de werkers en werk sters voor het Komtnkrijk Gods af en toe elkander zoeken, bezielen en raden, wat de technische kant van dezen arbeid aangaat. Spr. geeft aan dè stof voor 't danken. Daar is do heilige actie der vrijwilligers, en vrijwilligsters, die het Woord gezaaid hebben onder de verdoolden, ook onder de -Joden. Daar is de rijke zegen, die de Heere gaf iu de toebrenging der zielen. Indien wij allen arbeid en zegen eens statistisch, of graphisch, of bioscopisch zagen uitgedrukt (en dan was dit nog slechts het uitwendige van de „inwendige" zending) hoe zouden we versteM staan bij het zien van zoo veel uitnemends. Spr. noemt dan een lange, lange reeks van middelen, die aangewend worden om hot Evangelie aan de „heidenen" en de Jo den te brengen. Zoo moet dan het kind zicli dankbaar verheugen, als ?t aan schouwt den luister van zijn vader, ook, omdat het zelf daar toe mocht medewer ken. Leren is lieven en loven, dus dauken.. Leven is drijfkracht, ontplooiing, dus bidden om toe la nemen. Leven is ooi: pijn voelen, dus verootmoedigen vanwege de zonde en het gebrek in deze dingen. Daar zijn de Joden. Zij wonen fln hun paleizen. Hebben wij altijd onze roeping gevoeld, en nagestreefd, om die verjaag den in Jezus naam liefd'eVol terug te roe pen? „Die gemoeno Jood!" Schamen wij ons voor God diep, en voor Jpzus. Die, het VÜeesch aangaande, uit Israël ont sproot. Daar zijn Samaritanen. Mogelijk zijn we geweest, als de zonen des donders die vuur begeerden over do Samaritanen. „Gehate Roomschen". Shamen we ons diep voor God, en voor Jezus, Die zijn Irtefdft* hart ontsloten heeft voor de Samaritaan- sehe vrouw. Daar ziju de goddeSoozen, de Communisten en de Anarchisten. Hebl»cn wij vuur cok voor hen begeerd, verterend vuur. „Die rooien. Schamen wij ons diep voor God, en voor Jezus die, met de moordenaar hand aan hand is gegaan naar Zijn paradijs. Laten wij "daarom smecken om verzoening onzer zonden en om vertroosting, en-laat dito vertroosting tot God mogen wederkeeren en dieper gevoel van onze heilige roeping jegens God en den naaste. En bidden wij om gemeenschap des ge- loofs met Jezus Christus. Die is de bron van al ons goede werk. Maar wij moeten scheppen. Laten wij bidden, om door ons gewone leven het evangelie van Christus te vertoonen, en aan te prijzen. Wc moe ten staan naar meer persoonlijk geloof en hoop en liefde. Deuk aan het per soonlijk getuigenis van den blindgebore ne- Denk aan Johannes en Petrus b:j den Tempel. PetTus gaf, wat hij hèd. Hij gaf niet iets vrenneds. Hij liet naar den stak kerd Uitgaan de kracht en de-ïiefde van Jezus Christus. Laten wij bidden: „Jezus, vorm mijne leden, mijn krachten en be geerlijkheden. dat aan mij alles U gelijk!-. Ja kom, Heere Jezus! kom haastig. r II Aan 't eind dankt spr. do ge meen ten commissie voor 't afstaan van de Ooster-J kerk, den organist, en den koster met zijn helpens waarbijhij een woord van weemoe-: digen dank brengt aan de nagedachtenis van den plotseling ontslapen broeder Ouwerkerk. Hiermede behoorde voor 1924 de weck der gebeden waar tot het verleden. Leidsche Burgerwacht. Ondanks vaak ontmoedigende maatre gelen van hoogcr hand zet het bestnnr dor Leidsche Burgerwacht -rustig de werk zaamheden voort. De schietoefeningen hebben thans weer geregeld in de zoal Pietorskerkgrachfc 7 plaats op Dinsdag- en Vrijdagavond van 8.3010 uur. Volgens dc nieuwe regeling door deni minister van B. Z. getroffen is het bedrag der subsidie afhankelijk van het bezoek hoopt dan ook dat de leden deze avonden vaak zullen bezoeken en in het daar aan wezige prcser.tieboekjo tcekemen. (Do pre- sentiebcekjo zult willen teekenen. (De pre sentielijst moet n.l. bij de aanvrage voor subsidie worden overgelegd.) De leden zullen dus nu oen bewijs moe ten geven van heb „Trouw meet blijken." Diefstal. Vrijdagavond is hier ten nadeele van een der grooto Kleedingmagazijnen een buitengewoon brutale diefstal gepleegd. Hei magazijn ontving telefonisch lic-t verzoek, om aan Mevr. .,M." wenende. Rijns burgerweg, een 5-tal pakken op zicht te zenden en deze zoo spoedig mogelijk te ia- ten bezorgen. Toen de bezorging niet direct plaats had, werd nogmaals opgebeld, met het verwijt, „of de pakken nu haast kwamen." Do pakken, ter waarde van f 500, werdeS bij Mevr. M. bezorgd, en door de dienst bode in entvangst genomen* Mevrouw, evenwel, bleek do pakken niet te hebben besteld, en nam zich voor. ze na den maal tijd te deen terughalen. Intusschen vevvoegde zich een. ander persoon ten huizo van Mevr. M. met cd mededeeling dat de zooeven bezorgde pak ken abusievelijk waren afgegeven, daar, zij voor „een andere M.", bestemd waren, In goed vertrouwen werden do pakken afgegeven, die later bleken te zijn geko men in handen van een oplichter, die dé gehéele truc had toegepast. Het is niet de eerste maal dat zij wordt toegepast: o.a. was dit kort geleden ifl Haarlem het geval. Voor zoover bekend, is het signalement van den oplichter als volgt: leeftijd ver moedelijk 21 a 22 jaar, klein van gestalte, bol, gladgeschoren gelaat, met opvallend, dikke wangen en. gezonde kleur, kleeding, licht grijze winterjas en lichte jockey-pet,.^ Een „nachtvcrblijvcr", die gesigaa- t lëerd was als nog eenige hechtenis moeten- do ondergaan, is deswege aangehouden, Een koopman, W„ v. R. alhier, ..kocht'* f vanmorgen, bij den kaashandelaar L. een r partijtje kaas bestaande uit 9 stuks tot een bedrag van f G3. Daar v. R. bij den kaashandelaar geen crediet had, werd afgesproken dat het ge-) kochte direct bij de aflevering, die op dé) markt moest plaats hebben, zou worden betaald. De kaas werd. ter plaatse afgegeven^ f doch de knecht getracht heen te sturen' met de verzekering, dat binnen een half f FEUILLETON ONDER DE TROPENZON. door R. R. (Nadruk verboden). HOOFDSTUK VI. Boem! Boem! Boem! gaat de machine, die 't zeeschip de „Zukl-Holland" statig1 over 't gladde zeevlak 'voortschuif. Alles is in rust aan boord. Alleen do sluurman staat op 't dek, en bij 't waterfort staat een koloniaal op post. Herman Buïson-i jee. Bij 't ondergaan der zon verdwijnt ook de laatste streep der vadertandsche kust Thans doemt alles, wat hij to Leiden doorleefde, weer op voor zijn oog: 't ouderhuis op de Oranjegracht, 't v rien- del ijk beeld zijner trouwo moeder, haar huiselijk leckl, haar ziekbed, haar ster ven, zijn kerkgang na moedeTS begrafe nis, liet leven van zijn vader, diens ramp-i zalige doodGa voort, ga voort, stoo-* mer op den oceaan, versnel uw gang, 't is dezen jongen man oen verlichting, dab hij 't vaderland steeds verder achter zich laat. Een verlichting? Andero gezichten ko men hem voor den .geest. Hoe moeielijk viel 't hem van Rika to scheiden! En van Dom; den laatsten blik van die troHiwe, blauwe, sterren-glanzende oogen vergeet hij nooit! Toch heeft hij verzwegen, wat zijn hart voor haar vervult. Een verklaring van liefde gold bij hem als een mannen daad, waartoe hi(j zich niet gerechtigd achtte. Als een rijpe vrucht aan groe nend hout wilde hij haar eenmaal zijn liefde bieden. De oneer, die door zijns vad ders schuld kleefde aan zijn naam, moest eerst zijn uitgewischt. En dan, hij ging immers naar Indië. Hij was vast besloten zich in de kracht zijns Gods een weg in het leven te banen. Een ontijdige verklaring zou hem slechts gehinderd hebben om zich een positie té verwerven. Herman Buisonjee had, hoe jong ook, een mannen-karakter, dat zich oefende in omdat 't instinctief gevoegd© alléén in de zen weg meerdere vrucht te Zullen .oogsten. En vruchten te dragen, niet slechts bloemen te plukken, was 'fc verhe ven doel dat Herman zich had voorge steld. Thans overvalt hem echter een innig verfangeq naar haar tegenwoordigheid. Was 't niet al te hard geweest zóó ge heel te zwijgen? Hoe moest zij aan hem blijven den ken? i Als lood drukt zijn geheim zijn hart. Ach, dat hij een vogel ware, en heen kon snelöen, om haar nog oven te zeggen: „denk aan mij, wij zien elkander, hoop ik, weder!" Zuchlend slaat hij 't oog naar hoven. Plots bloeit 't lichtend sterrenlieir zijn blik. In verrukking staart en staart liij, lang, zeer lang Wanneer 'de buiten zijde van dien hemel reeds zoo schoon is, hoe schoon moet dan haar binnenste wel wezen! Dear is zijn moeder, die licm eenmaal met lvaar woord en gebed aan dè voeten des Heeren bracht, 't Is herm 'of dit pand in den hemel hem een bana is, die hem nog vaster bindt aan de din gen, die hoven zijn. 't Is hem, of liem weder van hoven wordt toegefluisterd: „Als één dien zijne moeder troost, alzoo zal Ik u troosten." „Und wenn mick Nachts das Sternenheir hefallt, „Um mein Geheimniss still mir l'u 1 ah'zulauschen, „Dann fiilil ich, was micli ewig tragi und halt, „Dan höhr ich Gott mit seinem Mantel ranschen." Wat Kühne daarin zong, is hij hem werkelijkheid Er komt beweging op 't dek. De wacht wordt afgelost. Jan van Gezooijen zal zijn plaats innemen. Ook Jan is diep onder den indruk van 't scheiden van 't vader-* land. Altijd is liij met zeker rèspect voor 'Herman vervuld geweest. Bij 't helder maanlicht ziet hij Herman vlak in 't ge laat. Zulk een vrdde-blijdschap zag hij nooit op één aangezicht. Neen, die Her man was te goed voor koloniaal'. Voor 't eerst dacht Jan dien nacht over 't raad sel van 't leven. Op 't Rapenburg zit dienzelfden avond op 't diens thodenkamertjo bij mevrouw Van "Heekeren een meisje met 't hoofd in Vertaling: „Wanneer mij 'a nachts 't sterrenlieir als overvalt, „Om 't stil 't geheim mij af te luisteren, „Dan voel ik, wat mij eeuwig draagt en houdt, „Dan hoor ik God met Zijnen maillol ruisclieai." do uankl. Met zware hoofdpijn is zij dien avond vroeger naar boven gegaan. Als rozendauw blinken tranen in haar oog. Met alle vezelen van liaar hart heeft Dora zich aan Herman gehecht. Nu hij weg is, is alles voor haar zoo angstig dig. En klan dat koude zwijgen. Als een koude Novemberwind giert dél storm van binnen, inkt-zwaite wolken! drijvend door haar geest. Waarom z.ch!» zoo aan hem gehecht, die dat ééne, céuo' woord niet sprak? En toch, zoo ongekun-^ sleld ging hij met haar om. Zoo geheel j i gaf "hij zich aan haar. NieLs hield hij voor j haar verborgen. Alléén zijn geheim on tri zegelde hij niet. Had hij maar één, ééni enkel woord gezegd, in schoon avond-«| rood waro dan een levensdag voor liaarj» ondergegaan, en vol vertrouwen ha'd zij' kunnen wachten op den nieuwen clafcf hoe lang de nacht van wachten ook duur^ de. Ze zinkt van liaax stool en drukt bid* dend 't brandend hoofd tegen haar ledw. kant. Ongemerkt is Rika binnengekomen, ea zegt haar goeden nacht. Verschrikt rijsf ze op. Nooit viel 't haar meer op dan mi/ dat Rika zóó op Herman leek. „Ga maar slapen. Rika, ik kom dad»M lijk. Misschien zal ik spoedig den sla kunnen vatten, en gaat mijn hoofdp'jq over." i „Waar zou Herman nu zijn, Dora. „Waarschijnlijk reeds in volle zoo! (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 1