Tweede Blad; Zaterdag 12 Januari 1924 GOD DE ALMACHTIGE. Ik ben. God de Almachtige! Wandel voor Mijn aangezicht, en zijt oprecht! Genesis 7lb. 'Het werk van God's scheppingsmacht Is aanbiddelijk groot. Dat ziet de inensch met zijn oogen, maar zijn verstand kan er niet bij, dat de dingen die niet waren, geroepen werden en verschenen. Nog ondoorgrondelijker is wat God in Zijn Woord openbaart aangaande Zijn genade Indien do zichtbare dingen ons begrip verre te boven gaan in hun oorspron'g en bestand, hoe zal dan on!ze geest verstaan het Wonder der bijzonder© genade? IJ.et is onbegrijpelijk diep als het hart <Ter zee, maar bergt voor wie zich daarop begeeft en daaruit zijn onderhoud op haalt, een grooten schat van allerlei ize- gon, al's de uitgestrekte wateren. Zij het ons in het dobberen op den 'deinenden tijd, nu wij weor overgingen van het eindpunt van het oude tot het be ginpunt van een nieuw jaar tot troost. Ik ben God de Almachtige spreekt de Heere. De Almachtige. Dat is hier n*«t een eigenschap, noch Ziet op de vaste regeering Gods. Maar het is de naam onzes Gods en duidt Hem aan, als Die zulk een 'dver- maclit bezit., dat niemand legen Hem be stand is. Voor het geloof is deze naam van zoo rijke heteekenis, omdat er het onder pand der verruiling van alle Jjel'often Gods in ligt. Ziet maar, in welk verband het hier .voorkomt. Reeds meer dan veertien jaar 'geleden had! Abraham de toezegging ontvangen dat hem een (zoon zou geboren wonden en dat z;'jn zaad de aarde zou beërven. Abraham en Sara waren naar men schen berekening toen te oud, dan dat Sara's moederschap nog verwacht mocht worden. Het hij de menschen onmogelijke is be loofd, toen de geboorte van Izak werd aangekondigd. Daarom zocht de vader der geloovigen de vervulling in een kind uit Hagar ge boren. God laat dat zoo, totdat Abraham ne- gcn-en-negent'g jaar geworden is en ver schijnt hem dan, nu met den naam niet van Jehova, Ik. zal edjn die Ik zijn zal, do getrouwe, de onveranderlijke doch thans als God de Almachtige, voor Wien niets te wonderlijk is, Die de natuur dienstbaar maakt en buigen doet onder Zijn genade. Wat in zijn beloften onmogelijk is bij het schepsel, staat in de macht^van den Schepper. Dat moest Abraham nog leeren dat de gocdertierenheul Gods zich in alle op zichten openharen lean, omdat de Ver bondsgod de Almachtige is. Die wil en kan. Van Gods genade-willen scheen Abra ham overtuigd. Maar Zijn genade-kunnen moest liij neg leeren. Vandaar verschijnt God om te zeggen, dat Hij de Almachtige is in het verbond der genade. Daarbij komt een ei-sch, die een be straffing inhoudt. Wandel voor nr'gn aangezicht en zijt oprecht. Zij gaan steeds samen, belofte en elsck Gods. Had Abraham zich niet begeven buiten den weg des Heeren, toen liij op den leeftijd zijner vrouw ziende, een zoon van Hagar begeerde? Dat was geen wamden geweest voor liet Aangez:cht fcijns God, in Zijn te genwoordigheid en onder Zijn oog. Daarin was Abraham niet oprecht, let terlijk, n:et onberispelijk geweest. Daarin was hij te bestraffen geweest. Zoo roept de Heere hem weer terug tot zijn plaats. Tot het onberispelijk wandelen voor Zijn aangezicht en oprecht zijn! En zie dan de genade! Eenst de verklaring, Wie God zelf is. Wat Abraham van God te wachten heeft. Hij kan 'net met den Verbondsgod wa gen in zijn wachten en wandelen; want God is de Almachtige. Zal ons hart Ireruit niet leeren in het geloof te leven uit de beloften Gods? Uit alle beloften. Van zegen en hulp. Van geestelijke bewarin'g en uitred ding. Van vergeving der zonden en zaligheid in Christus. Beloften, aan welker vervulling onze zonde en zwakheid en ongeloof schijnen in den weg te staan. Doch die daarom hare vervulling niet zullen missen, wijl de God des verbonds de Almachtige is. Die de zondaarsharten kan breken. Die het weggedrevene kan zoeken. Die het neergebogen© kan oprichten. Die het treurende kan troosten. Die in alle omstandigheden allen alles schenken kan. Omdat Hij de Almachtige is. Zouden wij dan in het zoeken van Zijn Aangezicht, in het wandelen op Zijne wegen ons niet houden aan Zijn Woord? Ook als de omstandigheden tegen zijn en het wachten op God Vruchteloos schijnt te wezen. Ook als de wereld en ons eigen hart ons belachen om het vasthouden van den Onzienlijke. - Vinde ook dit jaar ons als gemeente i!n den gang des geloofs met bidden en smeeken. Dat wij bij Hem schuilen, Die onze hulp en kracht is. Dat wij -op Z:jn Woord betrouwen en daardoor ons laten sturen, om niet maar met een goede consciëntie, doch. voor Gods aangezicht onberispelijk, oprecht te wandelen. Als kinderen des lichts. Want de Heere onze Verbondsgod heeft de macht om al Zjjne beloften te reaH- seeren, af schijnt het onmogelijk bij de menschen, al kan ons eigen hart het niet aannemen. Er schuilt een schat van beschamen- den troost in dezen heerlijken naam, waarmede God zich aan zijn volk open- Paart. Een troost en kracht om in het geloof aen te grijpen en er door gesterkt te worden, om in de oprechte vreeze Gods een godzalig leven te le;den. Zien. wij dan in het stoffelijke en gees telijke van onze zwakheid af, om door alle wederwaardigheden bij Dien God te wonen, Die in onzen Heere Jezus Chris tus niet alleen onze getrouwe Vader we zen wil, doch daarbij tevens is en blijft, de Almachtige. Wat Zijne liefde wit bewerken, Ontzegt Hem Zijn vermogen niet. GOD IS MIJN HERDER. Als een herder zijne schapen In een g'roene landouwe weyd, En om haar den dorst, te laven, Na de vereclie beken leyd, Zoo is ook de Heer miin Hoeder, En omdat de Heer mij hoed, Zal voer 't lijf noch spijs ontbreken, Noch verkwikking voor 't Doe ik als een dolend schar pjen^ Afgegaan van 't rechte pad, Ongewisse gangen dede En verkeerde wegen had Bracht Hij als een trouwe Herder, Bracht Hij mijne voeten weer, Op des levens rechte straten, Om Zijn Naams hoogwaarde eer. Of ik schoon (gelijk een kudde Die in doods peryckel staat, En somwijlen langs den heyde Tot een prooi der wolven gaat) Wand'len moest op zulke wegen Daar men eynd' noch uytkomst ziet, En geen mensch in 'b nare donker Zich tot leydsman aan en bied. All' de dagen, die ik leve, (En daarop vertrouw ik mij; Blijft mij Godes rijke gunste En .Zijn milde goedheid bij. All' de dagen die ik leve (Des ben ik in 't hert gewis) Zal ik blijven in de woning Daar de Heer mijn God in is. D. R. KAMPHUYZEN. K£KK EM SCHOOL MED. HERV. KERK. Beroepen: Te Wolder en Dinxterveen (toez.) A. J. Gerth v. Wijk, cm.-pred. te Veenhuizen. Aangenomen: Naar Gorinchem, Th. J. Vrtmgdenhil te Leerdam. Bedankt: Voor Eek en Wiel, E. Raams te Hoek. Voor Zwammerdam, A. Alten^i te Balk. Voor Zuid-Beijerland, (toez.) J. Bus te Ouddorp. GEREF. KERKEN. Tweetal: To Katendreckt, H. Pop- ma, te Voorthuizen; en J. Ubels te Vars- selveld. Nieuwe kerk. In de vergadering van lidmaten der Ger. Kerk te Nieuw-Amsterdam is besloten tot den bouw van een nieuwe kerk voor G00 zitplaatsen. Nieuwe predikantsplaais. De kerkeraad der Nederduitsch Her vormde Gemeente te Apeldoorn en Het Loo heeft een commissie benoemd tot bevorde ring van de vestiging van een vijfde prc- dikantsplaats. Beroepingswerk te Amsterdam. De Nieuwe Kerkelijke Kies vereen. „Het Evangelie" beveelt voor de verkiezing van twee drietallen in de twee vacatures in de Ned. Herv. Gem. te Amsterdam aan: I. Ds. G. D. A. Oskam (Pred.-Evangelist), te Winterswijk; Ds. M. van Empel, te Mid delburg, cn Dr. J. C. Roose, te Groningen. II. Dr. S. F. H. J. Barkelbach v. de Spren kel, te Haarlem; Ds. B. ter Haar-Romeny, te Ginniken, en Ds. T. J. JansenrSchoon- lioven, te Oegstgeest. Schenkingen aan kerken. Mr. G. H. A. Grosheide vestigt er in „De Stand." do aandacht op, dat volgens het Burg. Wetboek voor liët aanvaarden niet alleen van legaten, maar ook van schen kingen door kerken in elk afzonderlijk geval de Kon. goedkeuring moet worden aangevraagd. Is schr. goed ingelicht, dan wordt dit nogal eens verzuimd. Aan een kerk in het Noorden van ons land is dit duur te staan gekomen. In 1920 was aan die kerk een z.g. schenking ge daan „van hand tot liand" (de tegenstel ling is schenking bij notarieele acte), groot f 4000. Van deze schenking is na heb overlijden van de geefster door de erfgena men vernietiging gevraagd en deze erfge namen zijn door de Rechtbank to Leeu warden in het gelijk gesteld. Een belachelijk voorstel, In het „Alg. Wbld. voor Vrijz.-Gods- dienstigen" oppert Ds. J. Deetman een plan, saam werking van Vrijzinnigen, Ethi- schen en Gereformeerde Bondsmannen ter wille van een Modus vivendi in de Ned. Herv. Kerk, om aldus één lijn te trekken tegenover d© Confessioneelen. 't Schijnt, dat 't hem met dit zonderlinge plan, mee- nens is, want hij schrijft verder: „In theologie staan we wellicht vér van elkander af maar we hebben allo drie één doel: ,,de Modüs-Vivendi." Om dab te bereiken, meet de macht van 't confessionalisme worden gebroken. Nu stel ilc voor, dat we elkander bij de kerkelijke verkiezingen helpen! Laten we bij herstem mingen (bij de eerste stemming komen we, als 't ©enigszins kan, met eigen candidaten natuurlijk uit) elkanders candidaten steu nen! In Delft b.v. moeten dan de vrij zinnigen met alle kracht do mannen van den Geref. Bond helpen in Rijswijk (Z.-H.) meet de Geref. Bond steun verlee- nen aan de vrijzinnigen; in Amsterdam helpen vrijzinnigen en Geref. Bond, de othischen tegenover de confessioneelen. Overal trekke men één lijn tegenover do confessioneelen, overal stemme men op de candidaten van de partij, die tegenover de confessioneelen staat, om zoo te komen tot 't gemeenschappelijk doel: „een Mo dus Vivendi 1" Profiteeren blijft een gevaarlijk werk. Maar we durven toch wel voorspellen dat van dit mooie plannetje niets zal ko men en dat de Geref. Bond-mannen zich voor samenwerking met de vrijzinnigen in geen geval zullen loen'C.v. 't Is belachelijk! Jaarboekje Geref, Kerken^ Bij Oosterbaanen Le Cointre te Gees is verschenen het J aarbook ten dienste van de Gere formeerde Kerken in Ne derland over 1924 onder redactie de»r predikanten G. Doekes en J. O. Rull- mann. Een groot aantal kerken voldeden aan het verzoek om statistische opgaven der redactie. Toch bleven enkele kerken nog in ge breke en deze zijn welverdiend met een kruisje gekenmerkt. De indeeling van liet handige en voor meeleven-den onmis bare jaarboekje is als vorige jaren. De Geref. Kerken, de dienstdoende, emeriti- predikanten en overleden predikanten, de zending, de opleiding, de buitenlandsche kerken, pers en vereenigingswezen alles vindt zijn plaats. Op eenige losse vellen vinden wij de portretten der in het afgeloopen jaar over leden predikanten en ccn photo van de synode. Bij het lezen van de levensbeschrijvingen van do overleden predikanten trof het ons dat Ds. J. Koppo "te Enumatil, die het le vensbeeld toekende van wijlen Ds. de Vries te Tzum, juist bij de verschijning van het boekje en op even plotselinge wijze als Ds. de Vrie3 uit zijn arbeid werd opgeroe pen. Evenals vorige jaren zal dit jaarboekje ook nu zijn weg wel vinden. Het Rijks-schooltoczicht. Omtrent de geruchten betreffende de beperking van het personeel bij het Rijks- toezicht op de scholen, vernemen wij ter bevoegder plaatse, dat reeds geruimen tijd geleden, teen „Onderwijs" op zijn begroo ting moest bezuinigen, ook overwogen, werd het rijkssehooltoezicht te beperken. Tijdens de crisis bleef deze zaak Tusten, doch thans worden de bezuinigingsplan nen weer ter hand genomen. De Minister van Onderwijs had aan de vier hcofd-inspecteurs bij het L. O. ver zocht, in een rapport van advie3 te dienen in hoeverre zij beperking mogelijk achten. Dit rapport zal binnenkort bij den Minis ter worden ingediend. Omtrent den in houd hiervan en den omvang der beper- Idng is echter nog niets bekend. Mocht na indiening de Minister zich bereids accoord daarmede verklaren, dan zal men onver wijld tot de ten uitvoerlegging overgaan. Hieromtrent is uit den aard der zaak nog niets definitiefs mede te doelen. Uit oude tijden? Mian schrijft aan de Standaard: Et is een plaats in Nederland; Men noemt dat plaatsjestd. De naam van dorp zou beter zijn, Want heusch, het is eengat. Na veel gezeur en met weinig instem ming was aan het Bestuur van de School met den Bijbel de wettelijke bijdrage ver leend, benoodigd voor den bouw van een tweede school in verband met de overbe volking van de eer/e. 't Moet gezegd, do inrichting van deze nieuweling streeft de bestaande openbare lager onderwijsgebouwen vèr voorbij. Bij dat openb. onderw. laboreert het vooral aan een gymnastieklokaal. Burg. en Weth. zochten ernstig naar een oplossingen vonden die. Zij verzochten, ter vermijding van. te maken kosten, aan het Bestuur van de School met den Bijbel, voor de. kinderen van de Openb. Scholen gebruik te mogen maken van hun mooi nieuw gymnastiek lokaal. Het Bestuur was zeer ter wille en meen de zelfs, dat do gemeente eenig recht kon doen gelden op medegebruik. De S. D. A. P. vond het voorstel-B. en Wv ontzettend; wist mede te ceelen, dat er ouders-voorstanders van de Openb. School waren, die het een „gruwel" von den, dat hunne kinderen onderwijs gym nastiekonderwijs nog wel zouden ont vangen in can Christelijke School. Een van hen begeerde te hebben ge loofd, dat B. en W. voorstanders waren van do Openb. School. „En nog zijn", merkte de liberale Wet houder op. 'b Ging niet door; 't werd aangehouden in de hoop, dat er een minder ongeschikt gebouw gevonden zou kunnen worden. An ders maar bouwen, meende de S. D. Stel voor merkte hafel'jk aan het adres van de S. D. een der Vr.^Jondscho Raadsleden op dat de kinderen licha melijke oefeningen gingen houden in een gebouw van Christelijke stee men opgetrok ken! Uit oude tijden? Weineen! Veertien dagen oud. De „stad" heet Tiel. Handschrift gevonden. Engeisohe opgravingen op een plaats aan de Nijl tussohen Assudl' en Karnak en wel te Qua-el-Kebir hebben, naar Svenka Dagbladet vernoemt, een belang rijke vondst gegeven. Een oud Christen graf werd geopend en in een lcemen kruikje vond men een in. linnen verpakte papyrus met Koptisch schrift. Het ia gebleken het Evangelie va l Johar.nes te zijn, oorspronkelijk uit 50 blaadjes be staand, waarvan 43 vrij goed bewaard TE HOUDEN VERGADERINGEN Etö* .Het komt heel vaak voor, dat Vergade ringen, Samenkomsten, Uitvoeringen, Loc zingen, en dgl. van verschillende VcreeniV gingen op denzelfden datum samen val-' len. Ten einde te voorkomen dat het eeivy het ander verdringt of onvruchtbaar i maakt, -is het gewenscht, dat men bij hefc! vaststellen van den datum eencr vergado-- ring rekening houdt met reeds vastgesteld! de data voor andere vergaderingen. Tenj einde dit mogelijk te maken verzoeken* wij elko Vereeniging of Organisatie, dial een openbare Vergadering belegt of Uit voering wil geven, zoodra een datum voor eene vergadering ia vastgesteld (dus zoo mogelijk maan den te voren) dien datum op te geven meh bijvoeging desgewenscht van Spreker, oa derwerp, enz., natuurlijk zeer kort. Wij zul len die gegevens dan eiken Zaterdag publi ceeren en bij*'t vaststellen van andere ver gaderingen gelieve men dan van do ge publiceerde lijst nota te nemen. 14 Januari 's avonds 8 uur: Verga dering der A.-R. propagandaclub ,,Dr. A, Kuyper" in het Nutsgebouw. 16 Januari 's avonds 8 uur Ds. v. d. Zaal, van Deventer, onderwerp: Vrouwen, kiesrecht in de Chr. Geref Kerk, Bree- straat. 16 Januari, 's avonds 8 uur uitvoering .,Con Amore" Chr. Zangvcreen. voor Ge mengd Ivoor in de Stadsgehoorzaal. 17 Januari, 's avonds 8 uur in cc Oos- terkerk, vergadering van de Hulpverccn. v. d. Geref. Zend. Bond. Spr. Ds. B. J. Lcm« merink, Delft. 23 Januari, 'n avonds half acht open bare jaarvergadering van de Jengel!"1 -*n- vereeniging op Geref. Grondslag ..Tim theus", in de groot© zaal van „Prediker" 25 Januari 's avonds 8 uur Winter lezing Ds. Salomons van Amersfoort, on derwerp: „Pessimisme en Optimisme". 31 Januari, 's avonds 8 uur ledenverg van do Hulpvereen. van den Geref. Zend Bond. Spr. zend.-kweekeling D. J. van Dijk 6 Februari, 's avonds 8 uur Openbare samenkomst Stadsevangelisatie v. d. Geref. Kerk. Spr. de heer N. Baas. 13 M a a r t, 's avonds 8 uur Dr. F. vas Gheel Gildemeester ran Den Haag, onder werp: „Het Probleem van Job", in ds Hooigrachtkcïk. 26 Maart, 's avonds 8 uur Ds. de Bruyno van Veenendaal, in c'e Chr. Geref, Kerk, Breestraai. 25 April, 's avonds 8 uur in Wijkge- bouw-Levemlaal, leden vergader mg. Oud-lo den-Vereen. „Dient den Heer". zijn, die met veel moeite te Lonlen door Fl'nders Petrie zijn uitgezocht en beh-n- dedd. 35 regels staan op e' ie zijde, 1 t formaat Tan het pakje was 30 bij .14 cM. Men zal nu dezen Kopt'sclrpn t hst kunnen vergelijken met de ouds'.o be staande teksten van da Griekscne bijbel handschriften, zooals den Codex Vatican nus uit do 14de eeuw, den Codex Sina'ti- cus in de keizerlijke bibliotheek te Pe tersburg van iets vroegeren datum, dea Codex Alexandrinus uit het British Mw seiun, d o mar men aanneemt uit da eerste helft der v'erde eeuw dateert. Bij vergelijkend onderzoek s men tol de slotsom gekomen, dat do gevondetf tekst van ongeveer het jaar 400 dateer^ De hoogst belangrijke vondst zal spoed^ worden gepubliceer Het talent der blindheid. Dr. William Moon, de uitvinder blindenschrift, zelf volslagen blind, eens: „God gaf mij het talent der heid en ik heb getracht ermee te ren." Teen hij blind was geworden, gevoel# hij zich verplicht zich aan de ve-betering van den toestand zijner lotgencoten to moe ten wijden. Meer dan 10.000 blinden hebben door middel van zijl? methode lezen go leerd. Een arme blinde man liet hem schrijven: „Als ik u in den hemel ontmeet, zal ik u tot Jezus leiden en Hem zeggen dat ik door uw boek den weg tot Hem vond." Een andere blinde, die door Dr. Moon's methode spoedig lezen loerde, zei eens: „Gij spreekt van Dr. Moon's alphabet? Neen, het is Gods alphabet, want Hij ai- leen kon het den dokter in het hart ge ven." Zoo heeft Moon talrijke brieven ontvan gen van eenvoudigen en vcleerden, van rij ken en armen, die allen, als om strijd, de liefde cn toewijding prezen, waarmee Dr. Moon voor zijn arme lotgenooten gewerkt heeft. Aan hem is het dan ook, door Go. s genade, voor een groot deel te danken, dat menige arme blinde, geestelijk „ziende" werd. FEUILLETON ONDER DE TROPENZON. door R. R. 1 (Nadruk verboden). 6) Zoo snel mogelijk had hij zijn plan uitgevoerd cn ook bij de koloniale reserve get eekientl. Den eersten t:jd was hem de dienst niet ■medei'cvallen. In zedelijk en godsdien stig opzicht waren de kolonialen dn den re- 'gel niet de blbem der Nederlandsche jon gelingschap. Als belijder en onthouder had Herman in deii beginne een harde proef te doorstaan. Hij was 't mikpunt /van aller spot. Het ging hem echter als met alle ware belijders; juist 't vuur der beproeving staalde hem te meer. Met Goddelijk stift was de belijdenis van den Christus in zijn ziel geschreven. In deze omgeving kwam d:'c schrift des te duide lijker voor den dag. Wat hij in 't ouder buis had gezien, groef een diepe klove tusschen hem en eiken alkoh of-honden den drank. Zijn geheelonthouding kwam (vooral hier aan zijn Christelijke belijde nis ten goede. Langzamerhand kenterde de opinie tchter geheel ten zijnen gunste. Zijn in^ structeur was een dienstdoener. Met de ïioodige lmoopen kon hij den soldaten de nog bestofte hoekjes van hun geweren voorhouden met de stereotiepe uitdruk king: „Hier wonen ook menschen!" Her man voorkwam zijn vloeken. Al zijn su perieuren bewonderden zijn vlugheid van lichaam en geest, zijn groote belangstel ling in den ganschen dienst, zijn algemee- ne ontwikkeling. Zijn kameraden hielden spoedig van hein. Hij had iets profetisch in zijn ka rakter. Diep verdorven naturen schuwde hij niet, maar zocht die veeleer, niet om zich aan deze gelijk te maken, doch om ze op te heffen. Alzoo wandelde hij nu ook met Jan van Gezooijen, tot wien hij zich als Leide- aiaar 't meest aangetrokken gevoelde. „Kom kerel, ga vanmorgen eens mee naar de kerk!" zegt Herman. „Ik moet van die snert niets hebben! Ik heb er genoeg van gelust. Ha Ha! Wat zou die oude Raabe kijken, als hij mij, den koloniaal hier eens in de kerk zag! Maar ga jij je gang!" „Adieu dan!" zegt Herman, en maakt rechtsomkeert. Herman trof 't dien morgen. De predi kant sprak over den Romeinschcn hoofd man Cornelius, en maakte er de gemeen te vooral op attent, dat de Christelijke militairen, die in den Bijbel worden ge noemd, zöoals de hoofdman van Kaper- naüm, de hoofdman onder het kruis, een Cornelius, op zoo treffende wijze uit muntten door groote beslistheid van hun geloof. Dat stak Herman nóg eens een riem onder zijn soldaten-hart. Uit de kerk ging hij in den regel naar 't Militair Tehuis, waar hij reeds den naam drr.eg van den „koloniaal der toe komst". ïn den regel bracht hij hier ook den Zondagavond door, cn werd er spoe dig de ziel van de Christelijke Jongelings- vereeniging. Zoo vlogen de weken voorbij. In den zomer kwam voor hem een bui tengewone verrassing. Do heer en mevrouw Van Heekeren kwamen de zomermaanden logecren op Berg-en-Dal. Rika en Dora kwamen me de. 't Militair Tehuis zag hem nu min der. Hij kuierde nog al eens naar Berg- en-Dal. De beide meisjes mochten ook een enkelen keer naar Nijmegen. Op een schoonen zomermiddag staan ze .samen op de Belvédère. Met geestdrift wijst Herman den beiden meisjes al de dorpen uit den omtrek. Het was een lust den jongen man te zien. Het matte wit had plaats gemaakt voor een gezonden blos. Zijn xaooie Romeinsche kop kwam daardoor te beter uit. Zijn. oogen. lagen nu irinder d'ep, zijn. open gelaat kwam nu nog meer voor den dag. Ook misston den de beginselen van een snor den jeug digen krijgsman allerminst Werkelijk, deze koloniaal had iets gedistingeerds. Hij was een sierraad van zijn troep. Hij hdcf haar omhoog Rika bewonderde natuurlijk haar bree der. Dora deed meer dan dat, al was 't kolonialenpakje haar bestendig een doorn in :t oog. Rika moest nog eenige boodschappen doen voor mevrouw. Herman en Dora wandelden nog wat in het Valkenhof onder het lommerrijk ge boomte. „Herman! Heb ik mijn woord gehou den, en ben ik een moedertje voor Rika geweest?" lispelt Dora. „Dora, aan niemand danken Rika en ik meer ëan aan jou. Als in een huis zon der dak staan we in 't midden der we reld, sinds moeder en vader zijn wegge nomen. Niets verkwikt in zulke oms'an- i digheden meer dan de liefde van vreem den, die zich als familie van je toonen." Dora voelde zich weer beklemd. Had Herman dan geen oog voor de we reld van liefde, die bloeide in haar ziel!' Zonniger, schooner dan de paradijzen van Indic! Waarom ging hij weg? Waar om verklaarde hij zich niet? Heel zijn doen sprak toch van de warmste tocge* négenheid. H'er was 't Dora, die den blik rnisle in het echte mannen-karakter, jelui allebei. Wit je me iets beloven, Her-« „Och, ik ben een jong moedertje voor man? Ik heb je ook iets be'oofd, en zal 't volbrengen. Zul je ook in In die de goe-< de belijdenis getrouw blijven?" Op-deze vraag van Dora blijft Herman staan en ziet haar aan met geestdrift- vonkend oog. „Dora, we staan hier alleen. Laat ik jo iets mogen zeggen. Op de jongelingsvern eeniging heb ik eens een opstel gemaakt over Da Costa. Niets trot me toen meer dan de eenvoud zijner bekeering, dio ligt uitgedrukt in Da Costa's treffende woor« den: ,.lk zag Hem. ik gaf mij." Daar heb je ook mijn bekeering. Nooit, nooit kurv ik den Heere loslaten. Hij heeft nv.j vast. Zijn hand zal mij overal geleiden. In September vertiek ik naar Indië. Over vijf jaar hoop ik terug te zijn. Spaart God ons beiden 't leven, dan hoop ik wecr als een Christen voor jo to staan Bepakt en beladen komt Rika aango-t held. ,,'t Is tijd voor do tram!" roept ze al in» do verte. I (Wordt vervolgd), f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5