Tweede Blad,
Dinsdag 8 Januari 1924
HET KAB1NET-RUYS BLIJFT.
Het Ncderl. Corespondentiebureau te
's Grayenhage meldt:
I)o Koningin heeft op het op 27 Octo
ber j.l. gedaan verzoek van de ministers
om ontheffing uit hun ambt geantwoord,
dat zij genoodzaakt is, dit verzoek niet
in to willigen.
Hieruit volgt dus dat het Kabinet-
Ruys blijft
Haar aanleiding hiervan schrijft de
Maasbode (R. K.):
M.a.w. het ministerie-Ruys de Beeren-
Lrouck krijgt zijn demissie niet, omdat
het Staatshoofd, dat nu eenmaal zonder
verantwoordelijke raadslieden niet regee-
reu kan, geen uitweg hoegenaamd ziet
uit de moeilijkheden, door het conflict
tusschen Kabinet en Tweede Kamer ge
schapen. Ook de laatste conferenties met
den heer Gort van der L'nden, waarvan
men een poging had kunnen verhopen,
om aan een gemengd zaken-kabinet de
regeertaak over te doen, schijnen dus
onze Souvereine niet nader te hebben ge
bracht tot de oplossing van het probleem.
Inderdaad: de rechterzijde is aangewe
zen onder de huidige constellatie om
richting* te geven aan het ïandsregiem;
-is izij daartoe (in casu door een hopeloos
meeningsverschil en gemis aan serieuze
overleg-bereidheid) niet genegen, dan
rest er niets anders dan dat het Kabinet
op zijn ontslagaanvrage terugkomt.
Met heeft tegen deze redeneering opge
merkt: als een rechtsch ministerie onmo
gelijk is op het oogenbiik, dan zeker a
fortiori het aanblijven van het huidig
college bewindslieden. In theorie is hier-
oj) ongetwijfeld niets af te dingen. Maar
de praktijk eischt nu eenmaal, dat er een
ministerie zij en wie niet in staat is zich
een paar nieuwe schoenen aan te schaf
fen, moet het weB zoolang nog met de
oude blijven doen.
En zoo zal dan het mi.nisterie-Ruys de
Beerenbrouck voor den derden keer we
derom worden ingehuurdbij gebrek
aan beter. (Voorzoover bekend, zullen in
'elk geval de ministers Aalberse en de
Visser toch heengaan en het lijkt ons de
vraag, of hun plaats nog wel zal worden
aangevuld).
Een oplossing van de crisip brengt dit
aanblijven van het Kabinet niet. Althans
niet, wanneer het door do misère der
verstreken erisismaanden niet geleerd
mocht hebben wat water in zijn wijn te
doen. Blijft het op zijn standpunt inzake
Vlootwet en bezuiniging staan, dan voor
zien w"j sooedig een nieuwe botsing met
do Staten-Generaal, welke dau onafwend
baar op :een Kamerontbinding zou moe
ten uitloopen.
Het is echter niet onmogelijk en wij
hopen het van harte dat de tot aan
blijven „veroordeeMe" ministers van den
nood een deugd maken en dat van hen
tenslotte het initiatief zal uitgaan voor
het lang verbeide overleg, dat het moet
nu eenmaal en dus kan het de reck-
tevpartijen w^r in eensgez'ndheid tot
elkander breidt. Wanneer slechts aan
allen kant de goede wil voorzit, behoeft
do bereiking van dit resultaat wij heb
ben 't al zoo vaak gezegd niet op on
overkomelijke moeilijkheden af je stui
ten.
En dan zou ook wat op het oogenbiik
nog geen oploss-'ng mag heeten achteraf
met volle recht die kwalificatie verdie
nen."
De N. R. Cr t. (lib.) merkt het volgen
de op:
„"Wij staan tegenover deze beslissing
nog eenigszins beduusd. Ziet daar een
groep heeren, die na een votum'van de
Kamer verklaard hebben allen te zanten,
en ieder voor, zich, de verantwoordelijk
heid voor 's lands zaken niet langer to
kunnen dragen, en daarom ontheffing
hebben gevraagd uit hun ambt doch
het ontslag wordt hun geweigerd, en de
-verantwoordelijkheid, die zij niet torsen
kunnen, wordt hun opnieuw on tegen
hun wil op de schouders gelogd. Wij ver
staan dit besluit bij onze opvatting van
do ministerieel1© verantwoordelijkheid
niet.
Z-'et daar een. rechterkabinet met een
-program, dat, naar do heeren ons hebben
verzekerd, op één der hoofdpunten door
de Kamer, en door een deel van-do meer
derheid izp'fs, waarop het kabinet steun
de, is terzijde gesteld. Herhaalde pogin
gen, om onder de gescheurde rechterzijde
zooveel eenheid te herstellen, dat er een
kabinet op kon worden gebouwd, zijn
mislukt. Zoo er iets zonneklaar als de
dag is geworden in de lange weken van
kabinetscrisis, dan wel dit, dat op het
oogenbiik een rechter kab'net geene par
lementaire mogelijkheid is. En nu wordt
zonder meer het oude kabinet met zijn
verongelukte program op dit parlement
Bonder meerderheid geplant, en aan de
stormen prijs gegeven. "Wij verstaan bij
onze opvatting van de parlementaire mo
narchie niet, hoe dit mogelijk is.
Begrijpen wij deze, ons nog zonderling
toeschijnende, beslissing van de Konin
gin wel; vatten wij dm-woorden, waarin
haar besluit is bekend gemaakt bij bun
preciese beteekenis, dan hebben wij hier
inderdaad met een schrikkelijke nood
kreet te doen. De Koningin toch heeft niet
aan het Kabinet verzocht, zijn ontslag
aanvrage nog eeng in nadere overweging
to nemen, noch ook bij het kabinet erop
aangedrongen, op de aanvrage terug te
komen, waardoor dan althans op het ka
binet zelf de verantwoordelijkheid voor
zijn verdere aanblijven zou komen te rus
ten neen, zij heeft deze gelegenheid,
om tot eene ten minste constitutioneels
oplossing van de cr'sis te geraken, terzij
de gesteld, en handhaaft door haar be
sluit het kabinet onder eigen verant
woordelijkheid.
De woorden klinken inconstitutioneel',
maar zo vloeiden ons uit .de pen, en wij
weten geen andere om ze door te 'vervan
gen. Wij weten geen andere verklaring
van deze beslissing. Juist omgekeerd als
op den dag voor Kerstmis, toen de Konin
gin haar praerogatisf aan „do rechter
zijde" toeschoof, greep izij met deze be-
sl'ssing naar eere macht, die zij in den
constitutioneelen staat niet heeft, en aan
vaardt zij eene verantwoordelijkheid, die
zij niet dragen kan.
Deze beslising lijkt ons in beginsel
even gevaarlijk 'als die van veert-'en da
gen geleden. Komt straks de Kamer bij
een, en wordt aan het kabinet gevraagd:
,,Wat z:t gij daar nog, nadat gij ver
klaard hebt de verantwoordelijkheid n:ot
meer op u te kunnen nemen?" hoe
moet het dam antwoorden? En als dan da-
Kamer over het aanblijven van het kabi
net haar afkeuring eens uitspreekt, wie
treft dan zulk een votum?
Wij zijn geneigd, te meenen, dat elke
oplossing van de kabinetscrisis beter zal
zijn, dan deze, want deze brengt het ge
vaar met zich, dat niet het verantwoor
delijke kab'net, doch de Kroon zelve met
de volksvertegenwoordigers in conflict
raakt.
Of zal ook deze bedenkelijke krachttoer
niet tot beëindiging van de kabinetscrisis
leiden?"
De Telegraaf (Vrijz.) besluit con
beschouwing aldus:
„En intusschen, hoezeer het te betreu
ren blijft, dat geen zakelijke, logische,
oplossing der crisis beproefd 't aan
blijven van het kabinet-Ruys zal de in
terne crisis latent maken.
Maar van nationaal standpunt
mag men hopen, dat, treedt het demis
sionaire kabinet weder op, aanstonds een
practische modus vivendi -gevonden
wordt, die het mogelijk zal maken, z a-
ken te doen.
Er is de eerste maanden ander werk
aan den winkel dau voortzetting der
vechterij!"
KERK EN SCHOOL
NED. HERV. KEEK.
Aangenomen. Naar Axel (toez.): G.
P. A. Ruysch van Dugteren, em.-pred. te
Leiderdorp.
Bedankt. Voor Ameide en Tienhoven:
E. v. Asch te Den Ham.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Té Eestrum: H. r. Dijk to
Ooster-Nijkerlc en K. Holwerda-, eaud. t©
Marrum.
B e r o e p c n. To 2de ExloërmondK.
Holwerda, cand. te Harrum; te Joure: J.
Voerman te Warns.
Bedankt. Voor Ooltgensplaat: W. H.
Bouwman te Lopik.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt. Voor Bunschoten-Spaken
burg: S. v. d. Molen te Zierikzee.
Standbeeld Ds. A. C. van Raalte.
In het vorig jaar werd door eenige inge
zetenen van Holland tegenwoordig een
stad ran.pijn. 30.000 inwoners en niet ver
van Gr. Ra-pids gelegen het. plan opge
vat om een standbeeld op te richten voor
den bekenden ds. A. C. van Raalte, die in
1S47 met een aantal Afgescheidenen, om
de vervolgingen in Nederland te ontgaan,
naar Amerika uitweek en in Michigan een
kolonie stichtte ter plaatse, waar later
Holland verrees.
Thans heeft dit plan vasten vorm aange
nomen en is op voorstel van het betrok
ken comité, waarin o.a. zitting hebben de
ILH. Gerrit van Schelven en prof. J. B.
_Nijkerk van Hope College, besloten tot
het oprichten van een bronzen standbeeld
op een voetstuk van graniet.
Het beeld, dat een hoogte krijgt van on
geveer acht Eng. voeten, zal worden ver
vaardigd naar het ontwerp van den beeld
houwer Leonard Crunelle te Chicago en,
ongeveer 25.000 dollar (tegenwoordig pl.rn,
05.000 Hollandscho guldens) kosten.
De hulpprediker en de vrouw.
,,De Nederlander" vestigt in een bespre
king van de po&itio dar vrouw in do Ned.
Herv. Kerk de aandacht op een merk-
waardigo inconsequentie.
Wie denkt aan de positio der vrouw in
de Hervormde Kerk, moet denken aan al
dat vele, dat de vrouw sinds jaren en ja
ren doet, afgezien van alle reglementen.
Zondagsschookarbeid en mcisjes-vereeni-
gi-ng, moeders-samenkomsten en velerhan
de arbeid iu en voor do wijkcommissies,
die behoeftigen en lijdenden en kranken
ten goede kwam.
En dan kende de kerk reeds zeer lang de
vrouw in den officieelen werkkring van de
godsdienst-onderwijzeres. Daartoe werd zo
opgeleid, geëxamineerd, aangesteld van-
wege cle kerk. Als zoodanig mocht zij cate-
chiseeren, zieken bezoeken, bijbellezingen
houden.
Men krijgt hierbij het gevoel van een
gelukkige inconsequentie. En nu, sinds
1924 zal zij neg worden uitgebreid.
Er is een nieuw regiment op het Hulp-
predikersehap uitgevaardigd. Het werk
der hulppredikers is daarin eenvoudiger
en minder verward dan vroeger geregeld.
Het beoogt nu: hulp bieden bij of voor
ziening treffen in den arbeid aan de pre
dikanten opgedragen met uitzondering
(als regel) van de bediening des Woords
en der Sacramenten. Dus hetzelfde als wat
behoort tot den arbeid der godsdienston
derwijzers.
Maar met het verschil, dat de vere'schte
opleiding veel degelijkor is.
Immers zullen de hulppredikers aan de
Universiteit moeten hebben gestudeerd en
minstens het candida-ats-cxamcn in de
theologie plus het oerste kerkelijke exa
men moeten afgelegd hebben.
Er ontbreekt dan dus maar één examen:
het proponentsexamen; overigens zijn de
eischen voor predikant- door allo hulppre
dikers vervuld.
Het merkwaardige is nu, dat- voortaan
ook vrouwen de theologische etudic zullen
kunnen volgen en behalve het proponents
examen alle examens zullen kunnen doen.
D.i. zij zullen hulpprediker kunnen wor
den.
Zij hebben dan vrijwel dezelfde bevoegd
heden, als die zij door het examen voor
godsdienstonderwijzer reeds sinds vele ja
ren konden verwerven. Docli ze zijn veel
beter voorbereid.
Men ziet, dat zij het proponentsexamen
niet kunnen afleggen en dus geen predi
kant kunnen worden.
Dit is met opzet aldus geregeld. De Her
vormde kerk wenschb geen vrouwen als
ambtsdragers, dus: als predikanten, ouder
lingen en diakenen.
Kerkelijke Perspectieven.
Prof. dr. H. Th. Obbink schrijft onder
dit hoofd in hét (ethische) blad „Bergop
waarts" o.a. liet volgende over do toestan
den in de Hervormde Kerk:
Het is wel een sombere waarheid die wij
bij het begin van het nieuwe jaar moeten
uitspreken, dat niet alleen 1923 geen uit
weg bood uit de moeilijkheden, maar dat
ook 1924 dat niet zal doen. Ala ik gere
formeerd was, in den verworden zin die
dat woord onder ons heeft gekregen, dan
dacht ik er niet aan liet recht van ctlii-
scben of modernen in de ,)Kerk van Chris
tus" te erkennen, eenvoudig omdat dat zou
zijn verloochening van Christus, en dan
zcu ik op al zulke vragen antwoorden wat
van die zijde ook werkelijk wordt geant
woord: jegens u als niensch wil ik do
grootste welwillendheid betrachten, maar
uw beginsel moet ik in den naam des Hee
ren tegenstaan tot den laats ten ademtocht.
En daarom zon ik wel willen dat in 1921
het oude spel niet word voortgezet, om de
..gereformeerden" te bewegen tot wat ze
niet kunnen doen: het recht van anders
der kenden" te erkennen. "Want alle moei
te in deze richting aangewend, is kracht-
verspilling, en werkt slechts mee om do
tegenstellingen te verscherpen.
Gesteld dat hetgelukto een soort „modus
vivendi" in elkaar te timmeren, dan zou
dat toch geen werkelijke modus vivendi,
maar een medus disputandi zijn: want
gereformeerden kunnen met een instituut
waarin ..belijders" en ..loochenaars" van
den Christus samen huizen, onmogelijk
vrede hebben. Zij zouden den nieuw ver
kregen toestand moeten gebruiken als uit
gangspunt voor een nieuwe actie tot ver
vulling van hun kerlcidcaal, ^en do modus-
vivendi-kerk zou een leeg geraamte wor
den.
Dat de vrijzinnigen aansturen op een
modus vivendi, nu E. V. lioo langer hoe
meer blijkt voor verwezenlijking niet vat
baar te zijn, is te begrijpen; slechter dan
zc het nu hebben, kan 't voor hen niet
worden. Maar het staat vcor mij vast, dat
zo met den modus-vivendi-weg evenzeer
zullen vastloopen als dat met E. V. is ge
schied. Omdat uiterst rechts cr zijn steun
niet aan kan en ook nooit zal geven. En
een modus vivendi, waaraan niet alle
grootere groepen meedoen, is een onding.
ONZE STAATSHUISHOUDING.
In ,,Econ. Stat. Berichten" houdt Prof.
Mr. G. W. J. Bruins eenige beschouwingen
over onze staatsfinanciën.
Do schrijver betoogt, dat van de crisis
do Vlootwet niet veel meer dan de uit
wendige oorzaak is.
„Hoo belangrijk op zichzelf, is haar be
teekenis gering, vergeleken bij hergeen in
werkelijkheid óp het spel staat.
Do afgelcopen regeerperiode 1918—1923,
zal in de geschiedenis van ons land blij
ven voortleven als het bewijs bij uitne
mendheid, hoe gezonde on krachtige staats
financiën dcor een in een periode van
schijnwelvaart uit zijn voegen geraakt be
leid, in meed willige blindheid voor do blij
vende finaneieele consequenties van zijn
deden in enkele jaren tot in den grond
kunnen worden ontwricht.
Een zoodanige opvoering der staatsuit
gaven dat, niettegenstaande de directe
belastingen naar inkomen en vermogen
on niet minder de successierechten de toe
laatbare grens.overschreden hebben, angst
wekkende tekorten voor do deur staau.
Een kapitaalmarkt, waarop, mede door do
voor oen deel'aan de bron afgetapte kapi
taalvorming, nieuwe overheid slesnangen
nauwelijks meer te plaatsen zijn. Wissel
koersen, die enkelo weken geleden een ge
voeligheid vertoonden, welke slechts be
zworen kon worden door afgifte van saldi
door do jSederlands.che. Bank tot een be
drag, dat al spoedig de f 100 millicen over
trof."
Hieraan acht dc schrijver Regeering en
Parlement beide schuldig. Voor ernstige
moedeloosheid zou z.i. .-jlleen dan reden
zijn, wanneer de mentaliteit van het Nc-
derlandsche volk, of althans van een be
langrijk deel er van, niets anders ware.
Buiten ecnigen twijfel is dit volgens
Prof. Bruins niet zoo.
„De groot© meerderheid van het volk
heeft in deze jaren de oude soberheid cn
spaarzaamheid bewaard, of althans tijdig
hervonden.
Men kan er toch van verzekerd zijn, dat,
ware het mogelijk aan de Nederlandsclie
sttatsburgjers en burgeressen de simpele
vraag voor te leggen, of zij meenen, dat
in de staathuishouding dezelfde beginselen
moeten worden toegepast, waarvan zij in
hun particuliere huishouding uitgaan, deze
vraag stellig" #bevestigend zou worden be
antwoord.
Een particulier bedrijf, dat geleid was
geworden naar do beginselen, die in de af-
geloopcn jaren in ons staatsbestuur zijn
binnengedrongen, zou, op straffe van de
finitief van het tooneel te hebben moeten
verdwjinen, reeds lang geleden aan een
drastische reorganisatie zijn onderworpen.
Voor onze staatshuishouding is een soort
gelijke reorganisatie, waardoor de begin
selen, die liet particuliere huishouden bc-
pajen, ook in onze overheidsfinanciën hun
oude plaats weder zullen innemen, thans
in dc hoogste mate urgent. Voor dit pri
maire belang behcoren andere belangen,
wier voorziening in de afgeloopen jaren is
Ier hand genomen, te wijken, Dez'o uitbrei
ding der stataszaak moge toenmaals juist
zijn geacht, wie de geaardheid van het Ne-
dorlandsche volk kent, weet, dat, nu de
valsche schijn gebroken is, iedere oplos
sing, die ook voor het gemeene huishouden
niet aan den eisch van versobering en even
wichtsherstel volstrekt den voorrang zal
geven, met die geaardheid in strijd zou
zijn."
Dit besef en deze verzekerdheid zullen
naar de meening van Prof. Bruins, de op
lossing der crisis moeten blijven beheer-
schen, in welke richting deed thans ook
verder moge worden gezocht.
BBwpnana—ii
ÏJI4 het SociaSe Leven
Steunt de Tcxticlarbeidess.
Wij doen een beroep op al onze iucn-
schen de Textielarbeiders zoo krachtig
mogelijk te steunen.
Reeds tien weken lang duurt deze sta-,
king. Reeds zes weken zijn ie Enschede
een 12000 arbeiders uitgesloten. En sev,
dert twee weken is dit aantal vermeer
derd tot 22000, doordat toen ook in de
overige plaatsen in Twente de uitsluiting
inging. j
Wij behoeven de oorzaak van dit con-i
flict niet opnieuw te hespreken. Zij is be
kend. De arbeiders hebben herhaaldelijk
blijk gegeven, bereid to z'jn, de werkge
vers tegemoet te komen. Nog pas weer
hebben zij zich bereid verklaard, te wil
len spreken met de werkgevers over voor
stellen die inhielden: loonsverlaging van
5 pet., een regeling van den werktijd,
waardoor per jaar 124 uren langer kan
wowten gewerkt. De werkgevers wijzen
alles af. Zij willen slechts een volledige'
onderwerping. Zij, dc werkgevers zullen
wel alleen beslissen hoe het gaan zal.
Daartegen gaat de strijd der arbeiders.
Ook j'ixpTwentc moet het recht verkregen,
dat de arbeiders mee kunnen heslissen
ever de vaststelling hunner arbeidsvoor
waarden.
De werkgevers beweren, dat de Textiel
industrie in zulk een gedrukten toestand
verkeert, dat nu voor den tweeden keer
een loonsverlaging van 10 pet. moet door
gevoerd. Bewijzen doen zij dat echter
niet. De Kon. Stoomweverij te Nijverdal,
die dezelfde katoentjes fabriceert als van
Heek. en Go., heeft een loonsverlaging'
echter niet noodig. Daar is een regeling
getroffen met de organ-'sa tics, we'ke "n-
houdt, 100 overuren per jaar zouder ver
laging der uur- en stuklooueu. En met
de Kerstdagen heeft deze firma de arbei
ders nog een extra uilkeering gegeven
van f 6.voor gehuwden, f 4.50 voor
ongehuwdeu. f 3.voor tweegetöuwen-
wevers cn f 1.50 voor hulpwevers. Dat is
toch heel' wat anders, dan voor den twee
den keer een loonsverlaging van 10 pet.
omdat het met het bedrijf zoo slec'.t gaat.
De Textielarbeiders verdienen met har
den arbeid een laag loen. De Tweutscho
bevolking is een nijvere bevolking; daar
wordt hard on inspannend gearbeid.
Daar is een arbeidersbevolking die in cTc
Nederlardsche industrie m?t eerc mag
worden genoemd.
Helpt daarom deze niivero werkers in
bun rechtvaardigen strijd!
Het Christelijk Nationaal Vakverbond
orgau'seerde een steunbeweging.
P? Christelijke Besturenbonden moeien
al hun krochten inspannen, e'ke week con
zoo groot mogelijk bedrag op de steunlris-
ten van het C. N. V. te verzame'cn. Er
2ijn Besturenbonden, die lan? ir'et vol
doende presteeren. Er zijn be^ngrüko
plaatsen waarvan nog zoo goed als niets
is binnengekomen. Vrienden herziet U!
Pakt dadelijk aan. om daarin direct ver
betering te brongen.
Ook de afdeelïngen dor Cbristol jke
vakbonden op plaatsen waar geen Bps'u-
Tonbond is, moeten eveneens al'es d^en,
om do steunbeweging te doen slager..
Vraagt b'j-sten aan bij het G. N. V. Werkt
met die Pisten c'ke weck. Alhn moeten
we met elkaar doen wat mogc'ijk is om
de Textielaxbe;ders in steaf te stollen, den
strijd to kunnen volhouden.
Afdeelingen van Pat-rmoirnm. Chris
telijk Nationalen Werkmansbond en bet
Nederlandse-li Luthersch Werkl Oerver
bond, ook van U verwachten we steun.
Ook gij maakt deel uit van de Christelij
ke arbeidersbeweging. Laat hel ook U een
voorrecht mogen zijn hier te helpen in
den strijd voor het recht. Steun!-''sten
worden U gaarne toegezonden. Houdt
co'lectes op Uwe vergaderingen. Trekt
voor een keer een bedrag uit
Uw afdcelingskas en zendt dit op
aan het Bureau van het Chr'stc'ijk Na
tionaal Vakverbond, Stadhouderslaan 45,
Utrecht.
Wij doen een beroep op allen, al'e
Christenen die het recht lief hebben, hier
te helpen en te steunen. Er z'jn er. ook
bu:ten den arbeiderskring, die reeds hun
gaven offeren. Maar het zijn er nog v?:-
nig. Aan lien die nog steeds afz'jd'g b i-
ven leggen wij de vraag voor: moogi c'j
U in dezen strijd van het recht nog lan
ger afzijdig houden?
Allen en overal dan krachtig aar ge
pakt!
Steunt do Textielarbeiders!
Toekent op de lijsten van het C N. V.
H. AMELTNK.
FCU!Ll.'£TOM
ONDER DE TROPENZON.
door R. R.
(Nadruk verboden.)
3)
„Ik heb nog iels te zeggen. Drinken
doe je van zelf nooit. Maar ik vraag iets
meer van je. Ik heb er lang overgedacht.
Herman, wanneer je een man bent ge
worden, strijd dan met mannenkracht te
gen de drinkgewoonte, die vooral hier in
Leiden zoo sterk heerscht, en die zoo me
nig arbeidersgezin verwoest. Herman, je
moeder vraagt 't je in naam van honder
den arbeidersvrouwen, d!e Hier
overmeesterde haar de aandoening.
Hernuns hand heeft in de hare.' Zijn
hoofd richt zich op. «Zijn tanden klem
men zich op elkander. De druk van zijn
hand zegt -zijn moeder genoeg.
„Nog een derde zaak wilde ik je vra
gen", ging zij weer voort. „Wat van va
der worden zal, weet ik niet. Maar beloof
me één ding! Herman beloof-me-nog-
cón-ding! Wat er van vader ook wordt,
veracht hem nooit, eer hem altijd als va
der, hij is je vader. God wil het, volg
Sems en Japhets voorbeeld! Herman, be
loof me met een zoen, dat je dit alles doen
zult
Er wordt geklopt. Tegelijk wordt de
deur geopend. Dora, het tweede meisje
van mevrouw Van Heekeren, treedt bin
nen, maar blijft verlegen staan. Ook Her
man schaamt zioh.
Diora maakt haar verontschuldiging,
dat ze zoo maar is binnengekomen. Ze
heeft eenige malen geklopt, maar geen
antwoord gekregen. Toen is ze binnenge
gaan. Mevrouw Van Heekeren heeft haar
.gezonden om eieren en wijn te brengen.
Mevrouw kon Rika niet missen, en Dora
wilde 't gaarne bezorgen.
Nu, een Dora kon niots kwalijk geno
men worden. Welk een aangename ver
schijning! Een gevuld gelaat, blauwe
eogen, als stenen zacht stralend, goud
glans over 't kuisch gescheiden lichtblond
haar, slank van gestalte, ietwat verlegen
van houding, toch iets blijmoedigs iu heel
haar verschijning, de bescheidenheid
zelve, aangeboren gratie in haar wezen,
een Germaansch type, dat eens 't oude
Rome in verrukking zou hebben gebracht.
Het mutsje der dienstbaarheid dokte hier
oen echt schoone figuur.
Ze stond nu naast Herman voor de le
gerstede van Befje, en vroeg deelnemend
naar alles.
Een wijle rusttest oog der moeder met
welgevallen, eerst op Herman, dan op
Dora, 't Was haar, of lentegeur uit deze
beido levens haar tegenkwam. Een
'wense.h kwam in haar op. 't Moederhart
kan ook zoo voorbarig zijn.
't Is een koude Decemberdag. Bij Bui-
sonje op de Oranjegracht is alles geslo
ten. Rijtuigen komen voor. Betje Buison-
jeo is ïiiet meer. Het is de dag hai-cr be
grafenis. i
Ju:kSt is de predikant binnengegaan.
Jan Buisonjee is hem tegemoet getreden
en zegt: „Ze is b&ven, dominee! Ze is bo
ven! Ze juicht voor dcu Troon!"
Be dienaar des Woords had hier een
moeilijk werk. Zwaar was 't kruis, dat
Jan Buisonjee op den zwakken, schouder
zijucr lieve vrouw had gelegd. Ze was
er onder bezweken. Ze was den weg ge
gaan van zoovele barer zusteren in de ar
beiderswereld. Maar deze man voelde
daar niets van. En nu, terwijl zijn gewe
ten nog sprak, trachtte hij dit te sussen
met de gedachte, dat zvjn vrouw toch za
lig was ontslapen.
In den hoek der kamer zat snikkend
Rika, naast haar Herman. Inzonderheid
Herman voelde wèl. voelde diep, onder
welk lijden zijn lief moedertje bezweken
was. en wie de oorzaak was van haar
vroegtijdige» dood.
In zijn binnenste werd eén bange strijd
gestreden.
Rika kon wecuen.
Zijn vader liepen de tranen over de
wangenJenever doet zoo makkelijk
schreien.
Herman Icon geen traan storten. Zijn
oogen brandden. Zijn gelaat zag hoog
rood. Z'jn slapen bonsden. Loomheid om
zwachtelde zijn leden. Hij zag de toe
komst donker in
De dienaar des Woords leest Jesaja 66.
Hij komt bij do woorden: „Als één. dien
zijne moeder troost, „alzoo zal Ik u troos
ten!" Herman- slaat 't oog naar bo
ven. Zijn hart breekt. De tranen stroo
men De woorden zijner moeder geden
kend. gaat hij naast zijn vader graf
waarts
HOOFDSTUK III.
Het is een koude, weemoed!g-schoone
December-Zondag. Het vriest 20° bene
den nul. Als de maan in den nacht staat
dc zon bleek aan den morgeuhemel. I)e
tonen ider kerkklok klinken sonoor to
gen het klankbord der strak gespannen
lucht in wijde verte. In hun jas gedoken
of 't doekje dicht omgetrokken, gaan de
kerkgangers op. Onder hen een 1 e?"<o
jongeling, 't is Herman Buisonjee, d o
<len eersten Zondag na de begrafenis z\i-
ner moeder troost gaat zoeken in Gads
huis.
't Is vandaag 'zijn jaardag. Hij i.. he
den achttien jaar. Zijn moeder, die hem
anders zoo hartelijk kon gelukwensclien,
is niet meer. Zij mst in 't kilte graf.
...„Als een, dien zijne moeder troost,
alzoo zal ..Ik u troosten", is de tekst van
don leeraar. In eenvoudige woorden ont
wikkelt hij onder 't beeld der rijke, ti ou
we moederliefdcTde rijke gedachte der
isouvercine, onveranderlijke. oiu .nd go
liefde dos Heercu voor allen, die Hem
vreezen.
De gang der prediking teekent zich op
't gelaat van deu biceken jongeling af
Onwillekeurig zijn telkens twee oojen op
hem gericht Dora Hesliug z et hem bi.
iedere treffende uitspraak aan. In haar
hart *g'aat een stille bede op voor ccu
jongen man, die zooveel troost behoef:
Uit de kerk wandelden zij samen neat
de Oranjegracht, waar R-ika hen v Hit,
die onmiddellijk den dienst bij mevrouw!
Van Heekeren Leeft verlaten om tluus do,
huishouding waar te nemcu.
(Wordt vervolgd).