Tweede Blad, Dinsdag 8 Januari 1924 HET KAB1NET-RUYS BLIJFT. Het Ncderl. Corespondentiebureau te 's Grayenhage meldt: I)o Koningin heeft op het op 27 Octo ber j.l. gedaan verzoek van de ministers om ontheffing uit hun ambt geantwoord, dat zij genoodzaakt is, dit verzoek niet in to willigen. Hieruit volgt dus dat het Kabinet- Ruys blijft Haar aanleiding hiervan schrijft de Maasbode (R. K.): M.a.w. het ministerie-Ruys de Beeren- Lrouck krijgt zijn demissie niet, omdat het Staatshoofd, dat nu eenmaal zonder verantwoordelijke raadslieden niet regee- reu kan, geen uitweg hoegenaamd ziet uit de moeilijkheden, door het conflict tusschen Kabinet en Tweede Kamer ge schapen. Ook de laatste conferenties met den heer Gort van der L'nden, waarvan men een poging had kunnen verhopen, om aan een gemengd zaken-kabinet de regeertaak over te doen, schijnen dus onze Souvereine niet nader te hebben ge bracht tot de oplossing van het probleem. Inderdaad: de rechterzijde is aangewe zen onder de huidige constellatie om richting* te geven aan het ïandsregiem; -is izij daartoe (in casu door een hopeloos meeningsverschil en gemis aan serieuze overleg-bereidheid) niet genegen, dan rest er niets anders dan dat het Kabinet op zijn ontslagaanvrage terugkomt. Met heeft tegen deze redeneering opge merkt: als een rechtsch ministerie onmo gelijk is op het oogenbiik, dan zeker a fortiori het aanblijven van het huidig college bewindslieden. In theorie is hier- oj) ongetwijfeld niets af te dingen. Maar de praktijk eischt nu eenmaal, dat er een ministerie zij en wie niet in staat is zich een paar nieuwe schoenen aan te schaf fen, moet het weB zoolang nog met de oude blijven doen. En zoo zal dan het mi.nisterie-Ruys de Beerenbrouck voor den derden keer we derom worden ingehuurdbij gebrek aan beter. (Voorzoover bekend, zullen in 'elk geval de ministers Aalberse en de Visser toch heengaan en het lijkt ons de vraag, of hun plaats nog wel zal worden aangevuld). Een oplossing van de crisip brengt dit aanblijven van het Kabinet niet. Althans niet, wanneer het door do misère der verstreken erisismaanden niet geleerd mocht hebben wat water in zijn wijn te doen. Blijft het op zijn standpunt inzake Vlootwet en bezuiniging staan, dan voor zien w"j sooedig een nieuwe botsing met do Staten-Generaal, welke dau onafwend baar op :een Kamerontbinding zou moe ten uitloopen. Het is echter niet onmogelijk en wij hopen het van harte dat de tot aan blijven „veroordeeMe" ministers van den nood een deugd maken en dat van hen tenslotte het initiatief zal uitgaan voor het lang verbeide overleg, dat het moet nu eenmaal en dus kan het de reck- tevpartijen w^r in eensgez'ndheid tot elkander breidt. Wanneer slechts aan allen kant de goede wil voorzit, behoeft do bereiking van dit resultaat wij heb ben 't al zoo vaak gezegd niet op on overkomelijke moeilijkheden af je stui ten. En dan zou ook wat op het oogenbiik nog geen oploss-'ng mag heeten achteraf met volle recht die kwalificatie verdie nen." De N. R. Cr t. (lib.) merkt het volgen de op: „"Wij staan tegenover deze beslissing nog eenigszins beduusd. Ziet daar een groep heeren, die na een votum'van de Kamer verklaard hebben allen te zanten, en ieder voor, zich, de verantwoordelijk heid voor 's lands zaken niet langer to kunnen dragen, en daarom ontheffing hebben gevraagd uit hun ambt doch het ontslag wordt hun geweigerd, en de -verantwoordelijkheid, die zij niet torsen kunnen, wordt hun opnieuw on tegen hun wil op de schouders gelogd. Wij ver staan dit besluit bij onze opvatting van do ministerieel1© verantwoordelijkheid niet. Z-'et daar een. rechterkabinet met een -program, dat, naar do heeren ons hebben verzekerd, op één der hoofdpunten door de Kamer, en door een deel van-do meer derheid izp'fs, waarop het kabinet steun de, is terzijde gesteld. Herhaalde pogin gen, om onder de gescheurde rechterzijde zooveel eenheid te herstellen, dat er een kabinet op kon worden gebouwd, zijn mislukt. Zoo er iets zonneklaar als de dag is geworden in de lange weken van kabinetscrisis, dan wel dit, dat op het oogenbiik een rechter kab'net geene par lementaire mogelijkheid is. En nu wordt zonder meer het oude kabinet met zijn verongelukte program op dit parlement Bonder meerderheid geplant, en aan de stormen prijs gegeven. "Wij verstaan bij onze opvatting van de parlementaire mo narchie niet, hoe dit mogelijk is. Begrijpen wij deze, ons nog zonderling toeschijnende, beslissing van de Konin gin wel; vatten wij dm-woorden, waarin haar besluit is bekend gemaakt bij bun preciese beteekenis, dan hebben wij hier inderdaad met een schrikkelijke nood kreet te doen. De Koningin toch heeft niet aan het Kabinet verzocht, zijn ontslag aanvrage nog eeng in nadere overweging to nemen, noch ook bij het kabinet erop aangedrongen, op de aanvrage terug te komen, waardoor dan althans op het ka binet zelf de verantwoordelijkheid voor zijn verdere aanblijven zou komen te rus ten neen, zij heeft deze gelegenheid, om tot eene ten minste constitutioneels oplossing van de cr'sis te geraken, terzij de gesteld, en handhaaft door haar be sluit het kabinet onder eigen verant woordelijkheid. De woorden klinken inconstitutioneel', maar zo vloeiden ons uit .de pen, en wij weten geen andere om ze door te 'vervan gen. Wij weten geen andere verklaring van deze beslissing. Juist omgekeerd als op den dag voor Kerstmis, toen de Konin gin haar praerogatisf aan „do rechter zijde" toeschoof, greep izij met deze be- sl'ssing naar eere macht, die zij in den constitutioneelen staat niet heeft, en aan vaardt zij eene verantwoordelijkheid, die zij niet dragen kan. Deze beslising lijkt ons in beginsel even gevaarlijk 'als die van veert-'en da gen geleden. Komt straks de Kamer bij een, en wordt aan het kabinet gevraagd: ,,Wat z:t gij daar nog, nadat gij ver klaard hebt de verantwoordelijkheid n:ot meer op u te kunnen nemen?" hoe moet het dam antwoorden? En als dan da- Kamer over het aanblijven van het kabi net haar afkeuring eens uitspreekt, wie treft dan zulk een votum? Wij zijn geneigd, te meenen, dat elke oplossing van de kabinetscrisis beter zal zijn, dan deze, want deze brengt het ge vaar met zich, dat niet het verantwoor delijke kab'net, doch de Kroon zelve met de volksvertegenwoordigers in conflict raakt. Of zal ook deze bedenkelijke krachttoer niet tot beëindiging van de kabinetscrisis leiden?" De Telegraaf (Vrijz.) besluit con beschouwing aldus: „En intusschen, hoezeer het te betreu ren blijft, dat geen zakelijke, logische, oplossing der crisis beproefd 't aan blijven van het kabinet-Ruys zal de in terne crisis latent maken. Maar van nationaal standpunt mag men hopen, dat, treedt het demis sionaire kabinet weder op, aanstonds een practische modus vivendi -gevonden wordt, die het mogelijk zal maken, z a- ken te doen. Er is de eerste maanden ander werk aan den winkel dau voortzetting der vechterij!" KERK EN SCHOOL NED. HERV. KEEK. Aangenomen. Naar Axel (toez.): G. P. A. Ruysch van Dugteren, em.-pred. te Leiderdorp. Bedankt. Voor Ameide en Tienhoven: E. v. Asch te Den Ham. GEREF. KERKEN. Tweetal. Té Eestrum: H. r. Dijk to Ooster-Nijkerlc en K. Holwerda-, eaud. t© Marrum. B e r o e p c n. To 2de ExloërmondK. Holwerda, cand. te Harrum; te Joure: J. Voerman te Warns. Bedankt. Voor Ooltgensplaat: W. H. Bouwman te Lopik. CHR. GEREF. KERK. Bedankt. Voor Bunschoten-Spaken burg: S. v. d. Molen te Zierikzee. Standbeeld Ds. A. C. van Raalte. In het vorig jaar werd door eenige inge zetenen van Holland tegenwoordig een stad ran.pijn. 30.000 inwoners en niet ver van Gr. Ra-pids gelegen het. plan opge vat om een standbeeld op te richten voor den bekenden ds. A. C. van Raalte, die in 1S47 met een aantal Afgescheidenen, om de vervolgingen in Nederland te ontgaan, naar Amerika uitweek en in Michigan een kolonie stichtte ter plaatse, waar later Holland verrees. Thans heeft dit plan vasten vorm aange nomen en is op voorstel van het betrok ken comité, waarin o.a. zitting hebben de ILH. Gerrit van Schelven en prof. J. B. _Nijkerk van Hope College, besloten tot het oprichten van een bronzen standbeeld op een voetstuk van graniet. Het beeld, dat een hoogte krijgt van on geveer acht Eng. voeten, zal worden ver vaardigd naar het ontwerp van den beeld houwer Leonard Crunelle te Chicago en, ongeveer 25.000 dollar (tegenwoordig pl.rn, 05.000 Hollandscho guldens) kosten. De hulpprediker en de vrouw. ,,De Nederlander" vestigt in een bespre king van de po&itio dar vrouw in do Ned. Herv. Kerk de aandacht op een merk- waardigo inconsequentie. Wie denkt aan de positio der vrouw in de Hervormde Kerk, moet denken aan al dat vele, dat de vrouw sinds jaren en ja ren doet, afgezien van alle reglementen. Zondagsschookarbeid en mcisjes-vereeni- gi-ng, moeders-samenkomsten en velerhan de arbeid iu en voor do wijkcommissies, die behoeftigen en lijdenden en kranken ten goede kwam. En dan kende de kerk reeds zeer lang de vrouw in den officieelen werkkring van de godsdienst-onderwijzeres. Daartoe werd zo opgeleid, geëxamineerd, aangesteld van- wege cle kerk. Als zoodanig mocht zij cate- chiseeren, zieken bezoeken, bijbellezingen houden. Men krijgt hierbij het gevoel van een gelukkige inconsequentie. En nu, sinds 1924 zal zij neg worden uitgebreid. Er is een nieuw regiment op het Hulp- predikersehap uitgevaardigd. Het werk der hulppredikers is daarin eenvoudiger en minder verward dan vroeger geregeld. Het beoogt nu: hulp bieden bij of voor ziening treffen in den arbeid aan de pre dikanten opgedragen met uitzondering (als regel) van de bediening des Woords en der Sacramenten. Dus hetzelfde als wat behoort tot den arbeid der godsdienston derwijzers. Maar met het verschil, dat de vere'schte opleiding veel degelijkor is. Immers zullen de hulppredikers aan de Universiteit moeten hebben gestudeerd en minstens het candida-ats-cxamcn in de theologie plus het oerste kerkelijke exa men moeten afgelegd hebben. Er ontbreekt dan dus maar één examen: het proponentsexamen; overigens zijn de eischen voor predikant- door allo hulppre dikers vervuld. Het merkwaardige is nu, dat- voortaan ook vrouwen de theologische etudic zullen kunnen volgen en behalve het proponents examen alle examens zullen kunnen doen. D.i. zij zullen hulpprediker kunnen wor den. Zij hebben dan vrijwel dezelfde bevoegd heden, als die zij door het examen voor godsdienstonderwijzer reeds sinds vele ja ren konden verwerven. Docli ze zijn veel beter voorbereid. Men ziet, dat zij het proponentsexamen niet kunnen afleggen en dus geen predi kant kunnen worden. Dit is met opzet aldus geregeld. De Her vormde kerk wenschb geen vrouwen als ambtsdragers, dus: als predikanten, ouder lingen en diakenen. Kerkelijke Perspectieven. Prof. dr. H. Th. Obbink schrijft onder dit hoofd in hét (ethische) blad „Bergop waarts" o.a. liet volgende over do toestan den in de Hervormde Kerk: Het is wel een sombere waarheid die wij bij het begin van het nieuwe jaar moeten uitspreken, dat niet alleen 1923 geen uit weg bood uit de moeilijkheden, maar dat ook 1924 dat niet zal doen. Ala ik gere formeerd was, in den verworden zin die dat woord onder ons heeft gekregen, dan dacht ik er niet aan liet recht van ctlii- scben of modernen in de ,)Kerk van Chris tus" te erkennen, eenvoudig omdat dat zou zijn verloochening van Christus, en dan zcu ik op al zulke vragen antwoorden wat van die zijde ook werkelijk wordt geant woord: jegens u als niensch wil ik do grootste welwillendheid betrachten, maar uw beginsel moet ik in den naam des Hee ren tegenstaan tot den laats ten ademtocht. En daarom zon ik wel willen dat in 1921 het oude spel niet word voortgezet, om de ..gereformeerden" te bewegen tot wat ze niet kunnen doen: het recht van anders der kenden" te erkennen. "Want alle moei te in deze richting aangewend, is kracht- verspilling, en werkt slechts mee om do tegenstellingen te verscherpen. Gesteld dat hetgelukto een soort „modus vivendi" in elkaar te timmeren, dan zou dat toch geen werkelijke modus vivendi, maar een medus disputandi zijn: want gereformeerden kunnen met een instituut waarin ..belijders" en ..loochenaars" van den Christus samen huizen, onmogelijk vrede hebben. Zij zouden den nieuw ver kregen toestand moeten gebruiken als uit gangspunt voor een nieuwe actie tot ver vulling van hun kerlcidcaal, ^en do modus- vivendi-kerk zou een leeg geraamte wor den. Dat de vrijzinnigen aansturen op een modus vivendi, nu E. V. lioo langer hoe meer blijkt voor verwezenlijking niet vat baar te zijn, is te begrijpen; slechter dan zc het nu hebben, kan 't voor hen niet worden. Maar het staat vcor mij vast, dat zo met den modus-vivendi-weg evenzeer zullen vastloopen als dat met E. V. is ge schied. Omdat uiterst rechts cr zijn steun niet aan kan en ook nooit zal geven. En een modus vivendi, waaraan niet alle grootere groepen meedoen, is een onding. ONZE STAATSHUISHOUDING. In ,,Econ. Stat. Berichten" houdt Prof. Mr. G. W. J. Bruins eenige beschouwingen over onze staatsfinanciën. Do schrijver betoogt, dat van de crisis do Vlootwet niet veel meer dan de uit wendige oorzaak is. „Hoo belangrijk op zichzelf, is haar be teekenis gering, vergeleken bij hergeen in werkelijkheid óp het spel staat. Do afgelcopen regeerperiode 1918—1923, zal in de geschiedenis van ons land blij ven voortleven als het bewijs bij uitne mendheid, hoe gezonde on krachtige staats financiën dcor een in een periode van schijnwelvaart uit zijn voegen geraakt be leid, in meed willige blindheid voor do blij vende finaneieele consequenties van zijn deden in enkele jaren tot in den grond kunnen worden ontwricht. Een zoodanige opvoering der staatsuit gaven dat, niettegenstaande de directe belastingen naar inkomen en vermogen on niet minder de successierechten de toe laatbare grens.overschreden hebben, angst wekkende tekorten voor do deur staau. Een kapitaalmarkt, waarop, mede door do voor oen deel'aan de bron afgetapte kapi taalvorming, nieuwe overheid slesnangen nauwelijks meer te plaatsen zijn. Wissel koersen, die enkelo weken geleden een ge voeligheid vertoonden, welke slechts be zworen kon worden door afgifte van saldi door do jSederlands.che. Bank tot een be drag, dat al spoedig de f 100 millicen over trof." Hieraan acht dc schrijver Regeering en Parlement beide schuldig. Voor ernstige moedeloosheid zou z.i. .-jlleen dan reden zijn, wanneer de mentaliteit van het Nc- derlandsche volk, of althans van een be langrijk deel er van, niets anders ware. Buiten ecnigen twijfel is dit volgens Prof. Bruins niet zoo. „De groot© meerderheid van het volk heeft in deze jaren de oude soberheid cn spaarzaamheid bewaard, of althans tijdig hervonden. Men kan er toch van verzekerd zijn, dat, ware het mogelijk aan de Nederlandsclie sttatsburgjers en burgeressen de simpele vraag voor te leggen, of zij meenen, dat in de staathuishouding dezelfde beginselen moeten worden toegepast, waarvan zij in hun particuliere huishouding uitgaan, deze vraag stellig" #bevestigend zou worden be antwoord. Een particulier bedrijf, dat geleid was geworden naar do beginselen, die in de af- geloopcn jaren in ons staatsbestuur zijn binnengedrongen, zou, op straffe van de finitief van het tooneel te hebben moeten verdwjinen, reeds lang geleden aan een drastische reorganisatie zijn onderworpen. Voor onze staatshuishouding is een soort gelijke reorganisatie, waardoor de begin selen, die liet particuliere huishouden bc- pajen, ook in onze overheidsfinanciën hun oude plaats weder zullen innemen, thans in dc hoogste mate urgent. Voor dit pri maire belang behcoren andere belangen, wier voorziening in de afgeloopen jaren is Ier hand genomen, te wijken, Dez'o uitbrei ding der stataszaak moge toenmaals juist zijn geacht, wie de geaardheid van het Ne- dorlandsche volk kent, weet, dat, nu de valsche schijn gebroken is, iedere oplos sing, die ook voor het gemeene huishouden niet aan den eisch van versobering en even wichtsherstel volstrekt den voorrang zal geven, met die geaardheid in strijd zou zijn." Dit besef en deze verzekerdheid zullen naar de meening van Prof. Bruins, de op lossing der crisis moeten blijven beheer- schen, in welke richting deed thans ook verder moge worden gezocht. BBwpnana—ii ÏJI4 het SociaSe Leven Steunt de Tcxticlarbeidess. Wij doen een beroep op al onze iucn- schen de Textielarbeiders zoo krachtig mogelijk te steunen. Reeds tien weken lang duurt deze sta-, king. Reeds zes weken zijn ie Enschede een 12000 arbeiders uitgesloten. En sev, dert twee weken is dit aantal vermeer derd tot 22000, doordat toen ook in de overige plaatsen in Twente de uitsluiting inging. j Wij behoeven de oorzaak van dit con-i flict niet opnieuw te hespreken. Zij is be kend. De arbeiders hebben herhaaldelijk blijk gegeven, bereid to z'jn, de werkge vers tegemoet te komen. Nog pas weer hebben zij zich bereid verklaard, te wil len spreken met de werkgevers over voor stellen die inhielden: loonsverlaging van 5 pet., een regeling van den werktijd, waardoor per jaar 124 uren langer kan wowten gewerkt. De werkgevers wijzen alles af. Zij willen slechts een volledige' onderwerping. Zij, dc werkgevers zullen wel alleen beslissen hoe het gaan zal. Daartegen gaat de strijd der arbeiders. Ook j'ixpTwentc moet het recht verkregen, dat de arbeiders mee kunnen heslissen ever de vaststelling hunner arbeidsvoor waarden. De werkgevers beweren, dat de Textiel industrie in zulk een gedrukten toestand verkeert, dat nu voor den tweeden keer een loonsverlaging van 10 pet. moet door gevoerd. Bewijzen doen zij dat echter niet. De Kon. Stoomweverij te Nijverdal, die dezelfde katoentjes fabriceert als van Heek. en Go., heeft een loonsverlaging' echter niet noodig. Daar is een regeling getroffen met de organ-'sa tics, we'ke "n- houdt, 100 overuren per jaar zouder ver laging der uur- en stuklooueu. En met de Kerstdagen heeft deze firma de arbei ders nog een extra uilkeering gegeven van f 6.voor gehuwden, f 4.50 voor ongehuwdeu. f 3.voor tweegetöuwen- wevers cn f 1.50 voor hulpwevers. Dat is toch heel' wat anders, dan voor den twee den keer een loonsverlaging van 10 pet. omdat het met het bedrijf zoo slec'.t gaat. De Textielarbeiders verdienen met har den arbeid een laag loen. De Tweutscho bevolking is een nijvere bevolking; daar wordt hard on inspannend gearbeid. Daar is een arbeidersbevolking die in cTc Nederlardsche industrie m?t eerc mag worden genoemd. Helpt daarom deze niivero werkers in bun rechtvaardigen strijd! Het Christelijk Nationaal Vakverbond orgau'seerde een steunbeweging. P? Christelijke Besturenbonden moeien al hun krochten inspannen, e'ke week con zoo groot mogelijk bedrag op de steunlris- ten van het C. N. V. te verzame'cn. Er 2ijn Besturenbonden, die lan? ir'et vol doende presteeren. Er zijn be^ngrüko plaatsen waarvan nog zoo goed als niets is binnengekomen. Vrienden herziet U! Pakt dadelijk aan. om daarin direct ver betering te brongen. Ook de afdeelïngen dor Cbristol jke vakbonden op plaatsen waar geen Bps'u- Tonbond is, moeten eveneens al'es d^en, om do steunbeweging te doen slager.. Vraagt b'j-sten aan bij het G. N. V. Werkt met die Pisten c'ke weck. Alhn moeten we met elkaar doen wat mogc'ijk is om de Textielaxbe;ders in steaf te stollen, den strijd to kunnen volhouden. Afdeelingen van Pat-rmoirnm. Chris telijk Nationalen Werkmansbond en bet Nederlandse-li Luthersch Werkl Oerver bond, ook van U verwachten we steun. Ook gij maakt deel uit van de Christelij ke arbeidersbeweging. Laat hel ook U een voorrecht mogen zijn hier te helpen in den strijd voor het recht. Steun!-''sten worden U gaarne toegezonden. Houdt co'lectes op Uwe vergaderingen. Trekt voor een keer een bedrag uit Uw afdcelingskas en zendt dit op aan het Bureau van het Chr'stc'ijk Na tionaal Vakverbond, Stadhouderslaan 45, Utrecht. Wij doen een beroep op allen, al'e Christenen die het recht lief hebben, hier te helpen en te steunen. Er z'jn er. ook bu:ten den arbeiderskring, die reeds hun gaven offeren. Maar het zijn er nog v?:- nig. Aan lien die nog steeds afz'jd'g b i- ven leggen wij de vraag voor: moogi c'j U in dezen strijd van het recht nog lan ger afzijdig houden? Allen en overal dan krachtig aar ge pakt! Steunt do Textielarbeiders! Toekent op de lijsten van het C N. V. H. AMELTNK. FCU!Ll.'£TOM ONDER DE TROPENZON. door R. R. (Nadruk verboden.) 3) „Ik heb nog iels te zeggen. Drinken doe je van zelf nooit. Maar ik vraag iets meer van je. Ik heb er lang overgedacht. Herman, wanneer je een man bent ge worden, strijd dan met mannenkracht te gen de drinkgewoonte, die vooral hier in Leiden zoo sterk heerscht, en die zoo me nig arbeidersgezin verwoest. Herman, je moeder vraagt 't je in naam van honder den arbeidersvrouwen, d!e Hier overmeesterde haar de aandoening. Hernuns hand heeft in de hare.' Zijn hoofd richt zich op. «Zijn tanden klem men zich op elkander. De druk van zijn hand zegt -zijn moeder genoeg. „Nog een derde zaak wilde ik je vra gen", ging zij weer voort. „Wat van va der worden zal, weet ik niet. Maar beloof me één ding! Herman beloof-me-nog- cón-ding! Wat er van vader ook wordt, veracht hem nooit, eer hem altijd als va der, hij is je vader. God wil het, volg Sems en Japhets voorbeeld! Herman, be loof me met een zoen, dat je dit alles doen zult Er wordt geklopt. Tegelijk wordt de deur geopend. Dora, het tweede meisje van mevrouw Van Heekeren, treedt bin nen, maar blijft verlegen staan. Ook Her man schaamt zioh. Diora maakt haar verontschuldiging, dat ze zoo maar is binnengekomen. Ze heeft eenige malen geklopt, maar geen antwoord gekregen. Toen is ze binnenge gaan. Mevrouw Van Heekeren heeft haar .gezonden om eieren en wijn te brengen. Mevrouw kon Rika niet missen, en Dora wilde 't gaarne bezorgen. Nu, een Dora kon niots kwalijk geno men worden. Welk een aangename ver schijning! Een gevuld gelaat, blauwe eogen, als stenen zacht stralend, goud glans over 't kuisch gescheiden lichtblond haar, slank van gestalte, ietwat verlegen van houding, toch iets blijmoedigs iu heel haar verschijning, de bescheidenheid zelve, aangeboren gratie in haar wezen, een Germaansch type, dat eens 't oude Rome in verrukking zou hebben gebracht. Het mutsje der dienstbaarheid dokte hier oen echt schoone figuur. Ze stond nu naast Herman voor de le gerstede van Befje, en vroeg deelnemend naar alles. Een wijle rusttest oog der moeder met welgevallen, eerst op Herman, dan op Dora, 't Was haar, of lentegeur uit deze beido levens haar tegenkwam. Een 'wense.h kwam in haar op. 't Moederhart kan ook zoo voorbarig zijn. 't Is een koude Decemberdag. Bij Bui- sonje op de Oranjegracht is alles geslo ten. Rijtuigen komen voor. Betje Buison- jeo is ïiiet meer. Het is de dag hai-cr be grafenis. i Ju:kSt is de predikant binnengegaan. Jan Buisonjee is hem tegemoet getreden en zegt: „Ze is b&ven, dominee! Ze is bo ven! Ze juicht voor dcu Troon!" Be dienaar des Woords had hier een moeilijk werk. Zwaar was 't kruis, dat Jan Buisonjee op den zwakken, schouder zijucr lieve vrouw had gelegd. Ze was er onder bezweken. Ze was den weg ge gaan van zoovele barer zusteren in de ar beiderswereld. Maar deze man voelde daar niets van. En nu, terwijl zijn gewe ten nog sprak, trachtte hij dit te sussen met de gedachte, dat zvjn vrouw toch za lig was ontslapen. In den hoek der kamer zat snikkend Rika, naast haar Herman. Inzonderheid Herman voelde wèl. voelde diep, onder welk lijden zijn lief moedertje bezweken was. en wie de oorzaak was van haar vroegtijdige» dood. In zijn binnenste werd eén bange strijd gestreden. Rika kon wecuen. Zijn vader liepen de tranen over de wangenJenever doet zoo makkelijk schreien. Herman Icon geen traan storten. Zijn oogen brandden. Zijn gelaat zag hoog rood. Z'jn slapen bonsden. Loomheid om zwachtelde zijn leden. Hij zag de toe komst donker in De dienaar des Woords leest Jesaja 66. Hij komt bij do woorden: „Als één. dien zijne moeder troost, „alzoo zal Ik u troos ten!" Herman- slaat 't oog naar bo ven. Zijn hart breekt. De tranen stroo men De woorden zijner moeder geden kend. gaat hij naast zijn vader graf waarts HOOFDSTUK III. Het is een koude, weemoed!g-schoone December-Zondag. Het vriest 20° bene den nul. Als de maan in den nacht staat dc zon bleek aan den morgeuhemel. I)e tonen ider kerkklok klinken sonoor to gen het klankbord der strak gespannen lucht in wijde verte. In hun jas gedoken of 't doekje dicht omgetrokken, gaan de kerkgangers op. Onder hen een 1 e?"<o jongeling, 't is Herman Buisonjee, d o <len eersten Zondag na de begrafenis z\i- ner moeder troost gaat zoeken in Gads huis. 't Is vandaag 'zijn jaardag. Hij i.. he den achttien jaar. Zijn moeder, die hem anders zoo hartelijk kon gelukwensclien, is niet meer. Zij mst in 't kilte graf. ...„Als een, dien zijne moeder troost, alzoo zal ..Ik u troosten", is de tekst van don leeraar. In eenvoudige woorden ont wikkelt hij onder 't beeld der rijke, ti ou we moederliefdcTde rijke gedachte der isouvercine, onveranderlijke. oiu .nd go liefde dos Heercu voor allen, die Hem vreezen. De gang der prediking teekent zich op 't gelaat van deu biceken jongeling af Onwillekeurig zijn telkens twee oojen op hem gericht Dora Hesliug z et hem bi. iedere treffende uitspraak aan. In haar hart *g'aat een stille bede op voor ccu jongen man, die zooveel troost behoef: Uit de kerk wandelden zij samen neat de Oranjegracht, waar R-ika hen v Hit, die onmiddellijk den dienst bij mevrouw! Van Heekeren Leeft verlaten om tluus do, huishouding waar te nemcu. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1924 | | pagina 5