SlwMsiMonit
Tweede Blad
Zateroag 5 Januari 1924
Niet ncodig.
Van de broederlijke liefde
nu hebt ge niet Tan no ode, dat
ik u schrijve. 1 Thess. 49a-,
Het gaat met het lezen van. do Schrift,
als met het -wandelen door een landschap
Aan veel raakt ge gewoon, zoodat ge hst
wonderlijke, het v/order-schoone cr van
iiet m°er opmerkt, totdat oen h'jzondere
aanleiding u stil doet staan en u ver
baasd zeggen doet: Zoo heb ik het nog
Ti ooit gezien. Zoo zal het mogeTjk -wel
deze of gene gaan, als h;j het woord van
?aulus aan de gemeente van Thessaloni-
ia, dat -we hierboven schrijven, eens
goed aankijkt. Dat as toch een wonderlijk
vvoord en dat wonderlijke woord geeft
een wonderschoon getuigenis aangaande
de gemeente, aan wie het gericht, 's
Niet noodig, dat Pauhis- over do bros-
de^'ijko liefde schrijft. Daarom iret nco
dig-, omdat die broeder1 ;jke Irefde een
heerlijke vanzrifsheid is in de gemeente.
Paul us behoeft n:et te komen met. aller
hande voorschriftm aanporde de ver-
jdichlingm. die de eene Christen heeft
tegenover de andere, want ze z;jn van
God gebeerd om e^-aar lief te hebben. Dat
liefhebben van elkaar ;s niet oen van
huiten af opgelegde ^oden les1, maar is
door den geAst gewekte innerlijke drang
van het hart.
Waar de'kefdp Gods in J^zus Christus
liun harten heeft aangeraakt, daar zijn
zo spontaan met p'kainPr verbonden in
dien Hedand en da liefde, de Chrirtus
lot hen heeft, wekt liefdö tot de broede
ren.
Niet van noodo bijzonder voorsckift
•en bijzondere 'wenk, want het leven van
Christus, het hefdcloven u-'t Christus.,
stroomt rijkelijk wit tot allen, die in ecn-
ze'fdcn Heiland gelooven.
Niet van noode. Waarom z»jnwe ogen-
lijk zoo verwonderd over -dat woord?
Waarom pakt het ons zoo bkzonder? Na
tuurlijk, vanwege de tegenstelling waarin
dit feit staat met on-3 k-vgn. Daar is in
die verwondering beschadiging.
Want, daar zri todh we1 niemand zijn,
die zal darren beweren, van de broeder
lijke liefde, cemeerte van dezen bid. '"s
liet niet noodig, dat men u schrijve? We
zullen er wel geen bezwaar leven hebben,
""als we dat: ..u-et noodig", veranderen in:
brood -noocUg.
Gelukkig ontbreekt, het met aan open-
barhig van broederlijke liefde. In dezen
tijd van schrikkelijke eoenbaring van
haat gaat. er door de Christelijke ge-
raeehl'a' oen 't'r-'1bh'^ Vaiï - Erbarmen eii we
zien veTen de handen uitstrekken om in
ie gaan in v-elerVi nood naar ziel en
lichaam. Onze inrichtingen van- eh onze
vereeirgingen voor Christe1ijke harm har
tig!» e'd za rijn, met in- en uitwendige
zendn,g. de bewijzen, dat Christus' Geest
nog in de gemeente werkt en d9 gemeente
ook nu van God geleerd zich betoont om
d° breeders lief te hebben.
Maar dat erkennend, durven we toch
nog maar niet Pauhis' worden over
nemen. want er is maar te veel duisternis
nppst het te schaarsche licht.
Koeveren, die bet Werk der broederlijke
liefde maar m-aag aan anderen overlaten
die lmn liefdelooze erdtiek er over laten
.gaan. om daardoor verontschuldiging te
vinden vot eigen na'atighrid.
Hoeve'eu, bij wie de broeder heel ach
teraan komt, en die zelf eerst en goed
verkwikt moeten zijn, eer ze er ook' maar
in de verte aan denken, den broeder
eeiiigarins te huln te komen.
On line wonderlijke manier is de broe
derliefde omgezet in een soort affaire ten
eigen bate. In een kerk met veile offerbus
sen, staan aberhando opwekkingen tot
offervaardigheid, maar do motieven zijn
zonder uitzondering zelfzuchtige, als de-
zo: aalmoezen openen de poort van den
liemel; aalmoezen wisschen do zonden uit
Ze'-r noodig is het, dat over de broe
derlijke liefde geschreven worde, want
naast openbaringen dier liefde is er een
jammerlijk tekort en jammerlijke ver
bastering.
Hoe dat komt? En nu letten we op het
tweede gedeelte van Paulus' woord: Want
FEUILLfSTOiM
ONDER DE TROPENZON.
(Nadruk verboden.)
door R. R.
1)
HOOFDSTUK I. V
Ze stond in dc deur. 't Was op de
Oranjcgraoht te Leiden. Ze was nog jong
en pas gehuwd. Als kind had zc op een
fabriek gewerkt. Daarna was ze gaan
•dienen. In haar laatsten -dienst was ze
ettelijke jaren geweest, 't Was een defti
ge, wat meer izegt, een goede dienst.
Haar mevrouw was een vrouw met een
helder hoofd en een warm hart. ïn stilte
bestudeerde zij 't karakter barer dienst
baren en zonder dat dezen 't bemerkten,
werkte ze aan haar opvoeding. Zoo me
vrouw, zoo meid. Do meiden, die haar
huis verlieten, werden in den regel goede
huisvrouwen.
Dat beloofde Bctje Buisonjee ook te
worden.
Aanvallig was de verschijning der
jonggehuwde vrouw, terwijl ze daar
stond in de deur barer eenvoudige wo
ning. Welvaart, orde, eenige beschaving
omlijsting, welke zo uit haar laatsten
gij zelve zijt van God geleerd om elkan
der lief te hebben. Mensohelijk voorschift
is on ncodig, omdat de innerlijke drang
van Gods Geest in actio zet. Dat is bet
motief, de 3>eweegkracht. En waar nu
dat motief, die innerlijke beweegkracht
ontbreekt, daar komt allerhande uitwen
dige kracht, om de zaak izoowat in gang
ie honden. De zelfzucht wordt zelfs op
dit terrein in beweging gezet end straks
moet de lioop op een bazaarprijs nog
dienst doen, om wat los to maken.
V-an God geleerd, door Gods Geest ge
stuurd en de ware beweegkracht is in
gang geizet. En als ge dan ook zoekt naar
verklaring van het gebrek aan broeder
lijke liefde, dan komt ge altijd weer te
recht bij gebrek aan gedreven zfjn door
den Geest van God. Waar de Telde Gods
in de harten is uitgestort, daar zal ze zich
openbaren in liefde tot de broederen.
Hieraan kennen wij, dat wij God liefheb
ben, indien wij de breders liefhebbeu.
Het Christelijk leven is het leven -der
heerlijkste van-zelfs^ rid, het leven van
het: niet van noode. TPet van noode voor
schrift of dwangbevel, n;rt van noode uit
zicht op open'ng van de poort van den
liemel of hoop op aardsch gewin. Niet
van noodo opgeschroefde uiteenzetting
van den nood, die men onder de aandacht
weiischt te brengen, ïr et van noode reel a-
me-acktige bedelbrief. Dat dat alles met
vrucht wordt gebruikt is een jammerlijke
aanklacht tegen -ons, want het bewijst,
dat de ware beweegkracht ontbreekt, dat
Gods Gees met innerh'jk drijft.
De gemeente van Christus slaat voor
een groote taak. Ovoral nooden: De win
ter is er met zijn nood in ei-gen land.
De zending staat weer voor dezelfde pro
blemen als nu reeds verscheidene jaren
achter-een. Wat er in Duifschland voor
valt, kunnen we ons mot indenken. Och
laat het toch niet noodig zijn, dat dat
alles in schril1 o kleuren ons worde ge
maald. Maar laat Gods Geest ons drij
ven, de h'efde van Christus ons dringen
en we zullen imsscbieh «enigszins na
deren gaan, de wonder-heerkjke toestand
van die gemeente aan wie Paulus durfde
schrijven: Van de broederlijke liefde, uebt
ge niet van noode, dat ik u schrijve.
AVONDLIED.
O God, vat i3 Uw goedheid groott
Ik zag het brandend avondrood
In vredig schemerlicht vergelen
Hebt Gij zoo zeer Uw schuldig kind
Door al zijn ontrouw heen bemind,
Dat Gij het in Uw schoon laat deelen?
Maas zio mij aan, hoe ziek ik b
Hoe zwak en vol ellenden en
Te moe cm zelf den weg te locpen,
Dien Gij in Uw goedgunstigheid
Mij in clen. nacht hebfc voorgezeid
Mocht ik op Uw vergeving hopen!
Gij zegt liet zelf zoo klaar tot mij:;
O maak mij van mun zonden vrij,
Laat mij in Jezus' bloed genezen,
Zoodat, vaii al mijn schuld ontdaan,
Ik blij en veilig voort kan gaan
Den weg, dien Gij mij hebt gewezen.
Geef mij Uw straf, en smaad, en kruis,
Dat 'k hier geen oogonblik mij thuis,
Geen da.g mij zorgeloos kan voelen
Geef mij, opdat ik meer verlang
Bij U te zijn na 't al te bang'
En al te lange onrustig woelen.
Maar dat Uw kracht in allen kwaani*
Die bidden mogen in Uw naam -
Tot Gij hen binnenhaalt ten leste.
Verzweemd is 't laatste avondbrons.
Wij zijn hier vreemden, Heer! Houd ons
Maar dicht bij U, dat is het beste.
G. v. S.
KERK EN SCHOOL
NED. HEEV. KERK.
Beroepen. Te Lage ZwaluwcH. J.
Houders te Zoeterwoude.
Aangenomen. Naar Scbarnegoutum:
H. W. Lovink te Gelseiaar (Gld.)
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Het afscheid van Ds, C. Vlasblom
van de Ned. Hen'. Gcm. te Oud-Beijerland
is bepaald op Zondag 3 Februari. Ds. V.
hoopt 10 Febr. intrede te doen te Driesum
(Fr.), na aldaar bevestigd te zijn door Ds,
J. Visser te Aalsum.
Afscheid Ds. J. J. E. Goudappel.
In de groote zaal van het gebouw voor
K. en W. te Utrecht, waar ongeveer €00
leden der Geref. Kerk aanwezig waren,
hebben vrienden 'van dezen predikant, die
■dienst had meegebracht, was nog sig
natuur van haar weizen. Zielvol, moedig
is haar blik. Moederweelde teek ent zich
als lichtend verschiet voor haaT oog. Ze
is als oen vurig glori einde roos.
Ze wacht haar man.
Hij is een eenvoudig fabrieksarbeider,
maar ze is zoo -gelukkig met hem. Zijn
verdienste is gering, doch ze ziin tevrer-
den.
't Wachten duurt lang.
Haar gezicht betrekt.
Eindelijk, eindelijk komt ?iij opzetten.
Maar hoe?
Zijn gang is waggelend.
Ze met nog eens goed. Zo -heeft zich
nï-et vergist, 't Is haar Jan.
Schaamte, boosheid, droefheid kleuren
haar -gelaat.
Droefheid krijgt de overhand.
Een traan welt in haar oog, valt op
haar schort, een dikke, boete traan, als
een blaadje van een roos ternedervallerid.
Het is de c-erste van een stroom van zilte
tranen die worden geschreid.
Tien jaren later.
't Is Maandagmorgen. De scholen 2ijn
juist uitgegaan, 't Spoelt zich af op do
Heerengracht. Tierend staan schoolkin
deren rondom een dronken man, die ge
vallen is on niet weder kan opstaan. De
in verband met de bekende kweslie
Utrecht verlaat om een beroep to volgen
naar Emmlicbheim, van hen afscheid ge
nomen. Toon ds. Goudappel en. zijn familie
leden in do zaal verschenen, zongen de
aanwezigen staande: ,.Dat 'a Heeren ze
gen op u daal." De voorzitter de heer K.
Ij. Rieff las X Cor. 13, ging voor in gebed
en heette met blijdschap do vel© aanwezi
gen welkom, er op wijzend dat velen van
ver gekomen waren om deze ure mee to
maken. Op verzoek van den voorzitter las
ds. H. Ph. Ingwersen (Nijkerk), hierop een-
tweetal ingekomen brieven van de Utrecht
sche Geref. predikanten Rullmann en Kaa-
ja-n.
Vervolgens vloeide een sterke stroom
van sympathie en waardeering uit een
groot aantal toespraken den scheidenden
predikant tegemoet. Do voorzitter begon
met ds. Goudappel te danken voor den ar
beid der liefde, in den naam van zijn Zen
der verricht, Ds. Van Loon sprak een
woord namens de familie, waarin hij begon
met den kring van breeders te danken,
van wie deze avond uitging, die zich in de
moeilijke uien voor ds. Goudappel hebben
geïnteresseerd, den strijd hebben aange
bonden voor waarheid en recht, en door de
uitspraak van de Synodale Commissie zoo
schitterend in 't- gelijk zijri geBteld.
Ds. G. W. Vcrhoeff, Geref predikant te
Zeist, betoogde dat voor ons allen vast
staat dat de kerk to Utrecht een schuld
op zich geladen heeft, die voor God moet
worden gedelgd.
Ds. H. Ph. Ingwersen uit Nijkerk, had er
zich voortdurend over verwonderd, dat ds.
Goudappel zich onder alle ellende steeds
zoo heerlijk gesteund wist door God, en
zoo stil en onderworpen kon zijn. Wat het
einde is, niemand onzer weet liét. maar er
zal nog wat meer gebeuren; de zaken ziin
voor God nog niet afgeloopsn.
Voorts spraken o.a. ds. Netelenbos
(miss. Dienaar des Wcords te Poerworedjo)
de heer J. Kernemans, ouderling; ben. slot
te de voorzitter van do Geref. Jongel.
Vereen, „dr. Kuyper."
Ds. Goudappel antwoordde op dezo toe
spraken met een dank- en een afscheids
woord.
Hoewel dit samenzijn in mineur staat,
heerschte er tcclr geen geprikkelde stem
ming. Hartelijk darde sprak hij mede uit
naam van vrouw en kinderen voor allo be
wijzen van liefde en trouw in de dagen
van droefenis ontvangen.
Veel heeft spr. meegemaakt, nachten
van hardnekkige slapeloosheid, dagen van
somberheid. In zulke tijden is men al te
zeer geneigd goed te vinden wat do men-
schen van ons willen, ofschoon het niet
recht is; ja zelfs houdt men soms voor
recht wat niet recht is. Spr. is onder har-
telooze critiek door geweest van meneehen.
Spreker hoopte dat de broederlijke lief
de ook na zijn heengaan zou blijven en
dat de klove bedompt zal worden, die tus-
schen verschillende leden in de Geref.
kerk is ontstaan.
Nadat ds. Goudappel opnieuw staande
was toegezongen Ps. 134: 3 en ds. Ver-
noeff het dankgebed had uitgesproken,
naman zeer velen do ^gelegenheid te baat
ds. Goudappel eenhanddruk ten afscheid
te geven en den naam te zetten in een ge
dachtenis-album. Aan de zaaldeuren werd
gecollecteerd voor vergrooting van het
kerkgebouw to Emmlichheim.
Predikantenopleiding,
Ds. G. H. Kersten doet in de „Saambin.-
der" verder verslag van de resultaten zij
ner actie voor predikantenopleiding in do
Geref. Gemeenten. Voor het gestelde doel
heeft hij thans een bedrag van f 1911.90
bijeen. Er kernen van onbemiddelde men-
schen giften in. De „kleinen" besehamen
de .,grooben". Waar blijven zij, vraagt Ds.
K. die door den Heere rijk gezegend, voor
al in de jaren die achter ons liggen hun
vermogen met duizenden en tienduizenden
zagen toenemen? Kan er niet één bankje
af voor deze zaak? Moet ge onder, allerlei
voorwendsels steeds den zak toehouden?
Nu, houdt uw geld. God heeft den blij-
moedigen' gever lief, en Hij kan anderen
gebruiken, wijl gij onwaardig wordt geacht
De School komt er zonder u.
Reeds werd mijn aandacht gevestigd,
zoo deelt Ds. Kersten verdere mee, op een
terrein in de nabijheid van een onzer Uni
versiteitssteden. Kan ik het geschikt koo-
pen, ik waag het. in de hoop niet be
schaamd te zullen worden. Of heeft
iemand een geschikt gebouw? Wie kan en
wil hier raad geven? Zullen we trachten
r.aar het midden des lands of in het Zui
den ons te vestigen, b.v. in de omgeving
van Middelburg. Zeist gelijkt mij beter
maar ook Leiden's omgeving wil mij zeer
goed voorkomen.
De overladen stads-dominê.
Uit oen brief van oen Amsterdamschen
meiden komen uit de huizon. Voorbijtgan-
gei's «laan stik Ze vermaken zich in de
■belachelijke pogingen, die de ongelukki
ge aanwendt om overeind to komïn.
Vrcólijk komt er neg een jongen aan-
■loopen.
't Is een lekkere, dikke jongen van acht
a -negen jaar, do blos op de koonen, een
paar gloeiende kijkers in de kassen.
't Is Herman Buisonjee, het zoontje
van Eetje. Hij komt van de Christelijke
School op de Middelstegracht. Hij moet
ook sien wat hier gebeurt.
„Zeg, jó, daar le.it je vader," roept één
zijneT mede-scholieren hem lachend toe.
Hot huwelijk van Jan en Betje ds met
een viertal kinderen gezegend. De kinde
ren zijn voorspoedig opgegroeid. Her
man is do oudste. Hij is "t evenbeeld zij
ner moeder, en ook haar lieveling.
Hij is nog zoo jong, maar toch al zoo
iwijs.
Wanneer ze hem waarschuwt, kan hij
haar zoo verstandig aanzien. Heeft zij
deed, hij kan zijn wang zoo warm tegen
haar wang aandrukken. „Moedertje!"
Als balsem druppelt dit woord dn do
wonde van haar ziel, wanneer Hermans
kinder- en engrienstem haar ermee uit
haar gepeinzen .wekt. Meer nog dan de
predikant in een provinciaal blad:
„Een oud emeritus domiijé van dc hoofd
stad was gewoon to vertellen: wanneer je
spoedig aan het eind van je krachten wilt
zijn, moet je een beroep naar Amsterdam
aannemen en op alles, wat do gemeentele
den je vragen „ja" zeggen.
Ik heb het beroep naar Amsterdam aan
genomen en de gouden kunst van „neen"
te zeggen, verstond ik tot voor enkele
maanden niet. Zoodat ik, om van do da
gen te zwijgen, dikwijls al de zeven avon
den van de week van huis was, sprekend
hier en sprekend daar.
Amsterdam weet zijn jonge dominees
aan het werk te zetten. Speciaal in do
avonduren Want twee maal per dag wordt
de wereldstad wakker: in den morgen,
wanneer het zaken-leven begint, en 's
avonds om 8 uur, wanneer de geest zijn
rechten gelden laat. Dan gaan bioscopen
en theaters open, worden er cursussen ge
houden over al wat maar wetenswaardig
is, vergaderen do tallooze veroenigingen,
en dan trekt ook d© dominé er op uit. Do
eene avond heeft hij Kerkeraadsvergade-
ring, een volgende catechisatie, een derde
zijn bijbellezing, op oen. volgende houdt hij
oen „causerie" voor een jongelingsvereeni-
ging enz. enz.
Alleen 's avonds na achten kan men de
menschen, jong en oud, bijéén krijgen en
de Amsterdammer, echte nachtvogel als
bij is, vindt oen vergadering, die om half
elf is afgeloopen, al bijzonder vroeg ge
ëindigd.
Hoe dikwijls heb ik in het afgeloopen
jaar gedraafd om neg de laatste midder
nachtelijke tr?m, kenbaar door het roode
voorlicht, te halen. Maar op den duur is
dit voor iemand, die zoo lang platteland3-
deminé is geweest, niet vol te houden. Het
resultaat van dit alles heb ik u reeds ver
teld."
Een onderwijs-congros voor Indië.
In October werden in Indië eenige be
sprekingen geveerd met het doel te komen
lot het houden van een nieuw onderwijs-
congves. Besloten werd een comité te be
noemen, samen to stellen uit door do ver
schillende aangesloten veroenigingen en
partijen te benoemen afgevaardigden. Het
congres zal gehouden worden in de laatste
week van September. Een bestuur werd
gekozen beslaande uit do heeren E. Th.
Harkink, voorzitter, P. J. Bergmeijer, K.
van Dijk, Raden Dr. Hcesein Djajadiniug-
rat, H. C. Kerkkamp, L. P. J. Vermeulen,
J. Stigter, J. Toot, G. H. Knol, Kromsigfc
en Scetadi.
Met verlof.
Naar we vernemen hoopt zendeling F.
J. F. van Hasselt van de U. Z. V. in Maart
a.s. met verlof in Heiland te komen. Hij
is deze week van Manokwari (Geelvink
baai, Noord Nieuw-Guiuea), met de pakket
vaart naar Bataria vertrokken. Zend. v.
H. heeft nu, zonder verlof, onafgebroken
18 jaar op het Zsndingsveld gearbeid. In
het geheel werkt hij reeds £9 jaar op dit
terrein centrum van arbeidManganam
en kwam in dezen tijd slechts éénmaal
met-verlof. Mevr. Van Hasselt kwam, in
verband met ziekte, vergezeld door haar
dochter, reeds eerder in het land. Deze
Zendingafnmilio hoopt zich, tijdens höt
verlof, to Ecfdc (Gld.) te vestigen.
Verzorging kerkelijke archieven.
Meermalen werd reeds op een goede in
richting en verzorging der Gereformeerd-
kerkelijke archieven aangedrongen. Dat
dit niet overbodig is blijkt uit allerlei
ïdachton over den slechten toestand, waar
in deze op vele plaatsen verkeeren. Reeds
in 1909 had ds. De Geus do noodzakelijk
heid en accurate verzorging krachtig be
pleit en ook daarna werd er in de kerke
lijke en theologische pers nog telkens op
teruggekomen. Totdat de Generale Synode
van 1917 te Rotterdam zich tot de kerken
riehlte en haar dringend tot zorgvuldige
bewaring, beheer en catalogiseering der
kerkelijke archivalia o-pwekte.
Het schijnt echter, dat deze opwekking
der Generale Synode weinig geholpen
heeft. Althans prof. dr. T. Hoekstra be
treurde nog onlangs, da-t de laatstgehouden
Synode niet is ingega-an op het voorstel
van enkele Synode-leden cm to komen tot
aanstelling van een Dienaar des Woords
als archivaris, dio gedurende 3 maanden
's jaars zich aan de verzorging der kerke
lijke archieven zou kunnen geven. Want
er moet iets gebeuren, zoo oordeelde hij.
Zooals het nu gaat kan het niet blijven.
Er is reeds to veel verzuimd.
Ds. Rullmann juicht in de „Utr. Kb."
het zeer toe, dat men dit vraagstuk eens
ernstig onder do oog-en wil zien. Maar hij
meent, dat het niet. den weg op moet als
ter Synode werd voorgesteld. Een Dienaar
des Woords, die zich slechts drie maanden
in het jaar aan dezen arbeid kan geven,
andere kindeien is Herman haar kind;
niet slechts vleesch van haar vleescih,
maar nok ziel van haar ziel.
„Jó, je vadór!" zoo roept een andere
jongen sarrend Herman toe.
Lachend eiet de één, met medelijdon
de ander op 'i kind, op welks gelaat plot
seling allo vroolijkheid gestorven is.
Is 't dan al zoover met vader geko
men?
Als van den donder getroffen, slaat hij
een oogenhük.
Neen, van deze mensehen is geen hulp
te wachten.
Eén oogonblik nog. Hij keert z!ch om,
snelt weg, als een pijl uit den boog, naar
moeder.
Naar moeder
In do Groenesteeg vertraagt zijn tred.
Naar moeder
Op de Oranjogracht staat hij stil.
Wat zal hij doen?
"Wat zal zijn Meve moedor schrikken,
izich schamen
•HOOFDSTUK It.
Buiten klettert do regen tegen de rui
ten. In do binnenkamer, tegelijk woon-
en slaapkamer, op de Oranjegracht is 't
ook eenagszin.s killig. 't Licht is opgesto
ken. Een flinke jongen ran «cvcnUen
TE HOUDEN VERGADERINGEN, ENZ,'
Het komt heel vaak vo'or, dat VergadeJ
ringen, Samenkomsten, Uitvoeringen^ Le
zingen en dgl. van verschillende Vcrecni-
•gingen op denzelfden datum samen val
len. Ten einde t'o voorkomen dat het. eeni
het. ander verdringt of onvruchtbaar
maakt, is het gewenschfc, dat men bij het'
vaststellen van den datum cc-ncr vergade
ring rekening houde met reeds vastgestel
de data voor a nel ore vergaderingen. Ten,1
einde dit mogelijk te maken verzoeken',
wij elko Ycreeniging of Organisatie, die
een openbare Vergadering belegt of Uit-1
voeling wil geven, zoodra eendatrm
voor eene vorgadering is
vastgesteld (dus zoo mogelijk maan
den te voren) dien datum op te geven meb
bijvoeging desgewensclit van Spreker, on
derwerp, enz., natuurlijk zeer kort. Wij zul
len die gegevens dan eiken Zaterdag publi-
ceeren en bij 't vaststellen van andere ver
gaderingen gelieve men dan van de ge
publiceerde lijst nota te nemen.
14 Januari 's avonds 8 uur: Verga
dering der A.-R. propagandaclub ,.Dr. A.
Kuyper' in -het Nutsgebouw.
16 Januari 's avonds 8 uur Ds. v. d.
Zaal, van Deventer, onderwerp: Vrouwen
kiesrecht, in de Chr. Geref. Kerk, Brce-(
straat.
16 J-anuaii, 's avonds 8 uur uitvoering
„Con A mere" Chr. Zangveroen. voor Ge
mengd Kcor iu de Stadsgehoorzaal.
23 Januari, 's avonds half acht ooen-
-bare jaa? vergadering van de Jongelieden-'
vereenig-'ng op Geref. Grondslag .Tnuo-
theuri'. in de groote zaal van „Prediker".
25 Januari, 's avonds 8 uur Winter-
lezing Ds. Salomons van Amersfoort, on
derwem: ..Pessimisme en OptimUme".
13 Maart, 's avends 8 uur Dr. F. van
Gheel Güdemeester van Den Haet;, onder
went: ,.Het Probleem van Job" in de
H o cigra ch tke'.'k.
26 Maart, 's avonds 8 uu~ Ds dë
Bruvne van Veenendaa!, in de Ohr. Geref.
Kerk, Brees raai.
zou wel den leeftrd ran Msthtis-larii me
ien bereiken om. met dien arbeid ooit
klaar te kernen. Bovendien ziet hij niet :u,
dab het juist oen predikant moet zijn, dio
zich aan dit werk zou moeten
„In de Ned. Herv. Kerk is vijftien jaar
lang niet een predikant, maar c-en oud
ouderling, dr. G. A. Hulsebos, voor -"o
kerkelijke archieven werkzaam geweest.
Toch heeft men na zijn dood behoefte ge
voeld aan een vakman op aTrhief'Teb:'?d.
En men heeft dien ook gevonden in d^ni
Rijksarchivaris, L. Lasonder. dio nu tij
delijk werkzaam is in bet belac vrn e
archieven der Ned. Hen'. Kerk. Deze p-sb
daarbij too de nieuwe beginselen, dio te-
genwoerdig ten aanzien van het archief
wezen in het algemeen worden gehuldi"d
en die men voor alles belichaamd vin'b
in de Archiefwet 1918 en de reeks van A1-
gemoeno Maatregelen van Bestuur, in 1919
en 1920 afgekondigd en op die wet geba
seerd. 'Hi^vordfc daarin brf-eri"""1
volontairs, die ce lessen van de Archicf-
schcol hebben gevormd.
Ods dunkt, als wij voor onze Gerefor
meerde Kerken een archivaris willen aan
stellen, dan meet dat ook geen dilettant
zijn, maar iemand, d5e het rad5mal vc-ir
wetenschappelijk a rehief-ambtenaar be
zit"
De weg van den Plicht.
Zoo wij onzen plicht doen, kunnen wo
God de zorg opdragen voor onze veiligheid.
Op den weg des plichts behoeven wij «reen
moeilijkheden te vreezen, wanneer wii Gods
geboden stellen tot den regel van ons ge
drag, Zijn beloften tot onzen steun en Zijn
voorzienigheid tot onzen gids.
Velen zien angstig op tegen de vervul
ling hunner plichten, uit denkbeeldige
zwarigheden.
De plichten, waartoe God ons last geeft
en roept, moeten wij ton spoedigste ver
vullen. Geen jaargetijdo is daarvoor ge
schikter dan het tegenwoordige.
God zal vol genade verschijnen aan hen,
die op den weg des plichts Hem verheiden.
De weg des plichts is de weg des be-
honds. Die hun plicht niet kennen, kennen
hun belang niet.
Armoede bij plichtsbetrachting is verre
to verkiezen boven rijkdom op den weg der
zonde.
De volbrenging van plichten is ons, do
besturing onzer lotgevallen des Heeren
werk.
Gelijk bij den goeden God het einde van
den eenen zegen het begin is van o u
anderen, zoo is bij den goeden mens li
het einde van den ccnen plicht het beg.a
van den anderen.
jaar zit dicht onder do lamp in lectuur
verdiept.
„Waar is vader?" kucht hortend
een zwakke stem uit do bedstede.
't Is de stem van Betje Buisonjce, die
zwaar ziek terneder ligt.
Veel is in -de laatste jaren over haar
hoofd, nog meer door haar hart gegaan.
Van haar vier kinderen verloor zo er
twee aan tuberculose. Met haar man g ug
't van kwaad tot erger. De treurige sterf-i
gevallen hadden wel telkens oen kor.a
kentering 5a ai in droev? dringgewoonte
gchracht, maar 't was s'echts n kleine
verpoozing om zich straks wiü-oozer aan
den drank te geven. Zijn «drinkgewoonte
werd drankzucht. En zoords 't met drm<
kers steeds gaat. Jan Buisonjee verloor
alle karakter, hij zag geen onderscheid
•meer tusschon goed en kwaad, t A\ eek-«
rpW, (lat hij lijn vrouw gaf. werd slo-da
kleiner; 't drinkgeld, dat liij Kichzolvotf
tocloi, steeds prooter. Slechts zelden was
hij 's avonds thuis. Wanneer hij eemgq
oogenblikken in de kain;r was. rat hij t«
dampen, zoodst zijn lijdende vrouw hen\
eindelijk wol moest vragen, -de pijp nee<
to leggen. Brommend ging hij dan de kat
nier uit, de straat opde kroeg in.
(Wordt vervolgd).