Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Het onrecht gewroken.
4üe JAARGANG. - WOENSDAG 19 DECEMBER 1923 - No. 1118
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten geveitigd sijn
Per kwartaal f 2.50
Per week *0.19
(franco per post per kwartaal ......f2.90
nummer bestaat uit twee
bladen.-
V Lessen uit Groningen.
Het vorig jaar werd van. Soc. Democra
tische zijde in den Leidschen Gemeente
raad een voorstel gedaan tot de stichting
van een gemeentelijk groentenhedrijf.
De Gemeente zou dan een deel van de
rijke winsten zelf kunnen innen, terwijl
de ingezetenen gemakkelijker en voor-
cleeliger hunne inkoopen zouden, kunnen
doen.
Als voorbeeld werd daarbij verwezen
naar Gronmgen, waar de bevolking reeds
van zulk een instelling profiteerde.
Al spoedig bleek echter, dat dit beroep
op Groningen weinig beteekenis had, om-
dat do resultaten daar n;et van dien aard
waren, dat men daardoor tot navolging
zou worden geprikkeld.
En thans komt het bericht dat het
groentenhedrijf te Groningen wegens ge
brek aan belangstelling is opgeheven.
Aan „kapitalistische" invloeden behoeft
hier niet gedacht te worden.
De Soc. Democraten en kunne naaste
geestverwanten hebben niet alleen in den
Raad, maar ook in het college van B. en
[W. grooten invloed.
Bij voorbaat kan dus wel worden aan
genomen dat het mogelijke gedaan is, om
dit bedrijf op de been te houden.
Het b'eek echter niet mogelijk.
De leuze: „de Gemeente moet het doen"
bleek lv'er in de practijk niet uitvoerbaar.
De Gemeente mag niet alles, maar
zooa's nu wr.er te Groningen bleek zij
kan ook niet alles wat particulieren
kannen en behooren te doen.
Het is dan ook verstandig geweest van
den Leidschen Raad dat hij het Socialis
tische advies en het Groningsohe voor
beeld ïr-et heeft gevolgd, en de groenten-
voorziening aan het particulier initiatief
heeft overgelaten.
V Een tweede les.
Groningen- was niet alleen bekend om
haar groentenhedrijf, maar ook om haar
boerderijen die zij in eigen beheer had.
Maar ook daaraan is thans e.n einde
gekomen, wat de Standaard aanlei
ding geeft het volgende op te merken:
Het voorbeeld door do stad Groningen
gegeven, die zelfs het Overheidsbedrijf in
'de boerderijen aandurfde, gold in do
laatste jaren door heel het land als be
wijs, hoe de Overheidsexploltati© dan
toch maar slagen kon. Zelfs ton opzichte
van het landbouwbedrijf.
Nu strookte de voorstelling, die men
vaak had van deze O verheidspoging, niet
met de werkelijkheid.
Men maakte er zelfs van, dat in het
hooge Noorden een voorbeeld van „socia
lisatie" gegeven werd. In. verschillende
Gemeenteraden werd van socialistische
zijde op het Groningsche voorbeeld gewe
zen, als men het pleit voor socialisatie
voorde.
Nu had dit voorbeeld met socialisatie
niets te maken. Misschien was er één
punt van overeenkomst tusschon hetgeen
ons in het bekende socialisatierapport ge
leerd werd en heteeen. men in Groningen
aandurfde. In heide „stelsels" toch had
den de arbeiders niets in te brengen.
Maar hierbij hield het dan ook op.
Zelfs de kenschets van dit stedelijke
boerenbedrijf als zuivere O verheidsex
ploitatie moest met een korrel zout wor
den genomen.
In het begin althans werd op zeer voor
zichtige wijze gehandeld.
De stad was meer „heerob'oer" dan we
zenlijk boer.-
De abnormale tijden verleidden echter
tot verder gaan. Do izuigkracht van het
O verhei d sbehe er deed 'zich in steeds ster-
FEUILLETON
30)
„Ja, ik wil alles, alles doen, om den
man, wien ik zooveel kwaad gedaan heb,
in eere te herstellen."
En toen begon hij met gebroken stem
te vertellen.
„Hij is altijd," begon hij, „heel vrien
delijk jegens mij geweest, mijnheer Ja
kob Todd, al was ik alleen maar portier
in het magazijn van zijn oom; want hij
was een opgewekte, innemende jonge
man in die dagen en had altijd een
vriendelijk woord voor zijn ondergeschik
ten. 1
„En omdat hij vriendelijk was en een
goed hart had, kende niemand onze moei
lijkheden en onze zorgen zoo goed als hij
en menigmaal is hij hij mij aan huis ge-
iweest, om een praatje te maken met mijn
zoontje, dat ziekelijk was en een groote
zorg voor mij. En mijn kleine Jan was
dol op hem, want hij kon hem zoo goed
j troosten, als hij hem vertelde van den
'hemel daarboven en den Verlosser, die
voor hem was gestorven en hij leerde hem
zulke mooie gezangen, die de vreugde en
itroost van zijn leven vyaren,"
leer mate gelden. Het ambtelijk regime
deed ook in de boerderij zijn intrede. En
dat werd ook hier de val. Nu do slechte
jaren kwamen, traden de nadeelen van
zuflk beheer in het volle licht. En dit
voerde den Gemeenteraad tot het verstan
dig besluit, voor een deel van haar boer
derijen weer tot verhuring over te gaan,
iets waarop van antirevol itionaire zijde
steeds werd aangedrongen.
Ook hier is dus weer een argument
voor het Overheidsbedrijf, een argument,
dat nimmer zoo sterk was, als men het
wel deed voorkomen, weggenomen.
STADSNIEUWS.
Uitvaart en begrafenis
Mr. E. L. Th. Hoogensiraaten.
Hedenmidda-g te 12 uur werd aan de R.
K. begraafplaats aan de Zijlpoort 'het stof
felijk overschot van wijlen den heer E. L.
Th. Hoogenstraatcn aan den schoot der aar
de toevertrouwd.
De lange stoet van 11 rijtuigen, waarin
familieleden en afgevaardigden van diverse
vereenigingen en bonden waren gezeten,
werd gevolgd door een open rijtuig met
meer dan 30 kransen en bloemstukken.
Onder de talrijke aanwezicen merkten we
o.m. op de heeren mr. v. Wensen en de
Gooijer, commissarissen der N.V., den
beer de Lange, directeur der fabriek te Alk
maar, de heer Simon L. Maas en Molenaar,
resp. voorz. en seer, van het Verbond van
Fabrikanten Vereenigingen, verder afgevaar
digden van Mij. van Nijverheid en Han
del, van de Ver. van Leidsehe Industrieelen
en van den Bend van Cons erven fabrieken.
Verder waren er talrijk velen uit het per
soneel der Fabrieken, vele kennissen en
vrienden, w.o. dc lieeren wethouder F. L. X.
Sanders, dr. Weebers, dr. v. Iterson en tal
van anderen.
Na de plechtigheden in -de kapel werd de
beaarding verricht door den Zeer Eerw.
lieer Th. Beukers.
Een zwager van den overledene, dr. L. F.
Dries-sen- uit Amsterdam sprak aan de open
groeve een woord van dank voor de eer den
overledene bewezen.
Volgens Roomsch gebruik mag er op de
begraafplaats niet gesproken worden. Dit is
ook niet noodig, zeide spr., omdat zulks niet
zou zijn in overeenstemming met de groote
bescheidenheid van den overledene dien hij
schetste als een kundig, zeer geacht en be
mind man, een humaan patroon. Spr. me
moreerde dan, hoe de - overledene tijdens
zijn leven een rusteloozen geest bezat, die
steeds en maar altijd zocht naar iets an
ders. Spreker constateerde tenslotte, dat
de heer Hoogensiraaten aan het einde van
zijn leven lieefb gevonden dien vrede, dien
hij hoopt, dat eeuwig zal zijn. Die vredo
deed hem zijn smarten op het ziekbed met
bewonderenswaardig geduld dragen en hij
stichtte allen door zijn zoo kalm afsterven.
Hiermede was do droeve plechtigheid
ten einde.
Bij den penningmeester van de Afd.
Leiden van het Ned. Roode Kruis zijn de
hieronder vermelde bedragen voor nood
lijdend Duitschland binnengekomen:
Prof. Dr. P. Th. L. K. f25.—; Damo3 B.
en G. f2.50.—; G. L. de G. fl H. G.
H. f3.—; G. I. van E. f 1.—
BINNENLAND
Jhr. F. G. Fanhuys. f
De heer Jhr. Mr. F. G. Panhuys, Ne-
derlandsch gezant te Bern, wiens gezond
heidstoestand reeds geruimen tijd te wen-
sclien overliet, is na het ondergaan van
•een nieuwe operatie gistermorgen te half
vijf overleden.
Jhr. mr. F. G. van Panhuys werd 31
Mei 1865 te Zierikzee geboren en bereikte
Hier verborg de man zijn gezicht een
oogenMik in het kussen, alsof zijn ge
dachten fo droevig waren cmi te dragen
en hij snikte.
„En dien man," schreide hij eindelijk,
„dien man heb ik venaden!"
„Zoo is het gekomen, mevrouw.
„Op een avond, toen het kantoor goslo-
ten was, herinnerde ik mij opeens, dat ik
een brief, dien ik den volgenden morgen
vroeg moest bezorgen, vergeten had en
dat ik hem had laten liggen in mijn ka
mertje. Daar ik de sleutels had want
het was o.a. mijn werk om 't kantoor te
openen en te sluiten besloot ik hem
nog even te gaan halen. Ik opende de
grooto deur en in het donker liep ik naar
boven, daar ik den weg er even goed
kende als in mijn eigen 'huis want ik
had er al twintig jaren gediend, eerst als
jongen en later als man.
„Ik liep den trap dus in het donker op,
met het plan, om op mijn kamer pas een
lucifer af te strijken. U begrijpt mijn
verwondering, toen ik boven gekomen,
zag, dat er licht brandde op de kamer
van mijnheer Jakob Todd.
„Daar ik bang was, dat het misschien
een inbreker was, sloop ik voorzichtig
haar de half geopende deur en zag daar
den anderen neef van/ mijn patroon, mijn
heer Harrison Jodd, die bezig was een
dus den leeftijd van ruim 58 jaar. Hij
promoveerde te Leiden in de rechtswe
tenschappen op 2 December 1891 en
werd advocaat en procureur bij den Hoo-
gen Raad. Den 15en December 1893 werd
hij als adjunct commies werkzaam ge
steld bij hot departement van Buitenland-
sche Zaken, kreeg einde November 1901
den rang van hoofdcommies, werd 5 Ja
nuari 1902 referendaris en in 1909 admi
nistrateur bij dat departement. Bij K. B.
van 15 September 1909 werd hij zaakge
lastigde met den persoonlijken gezants-
tiiél te Bern en in 1917 minister-resident
aldaar, waarbij hij den persoonlijken ti
tel van gezant behield. Sinds 1920 had
hij den definitieven gezant-s titel.
De heer Van Panhuys was o.a. ridder
in de orde van den Nederlandshen Leeuw
groot-officier in de orde van Oranje Nas
sau, officier van liet Legioen van Eer,
enz. Bij verschillende internationale con
ferenties o.a. die te Lausanne, heeft jhr.
Van Panhuys do Neder'andsche regce-
ring vertegenwoordigd.
Centrale werkverschaffing.
Naar de „Tel." meldt, zal voor de ge
meenten: Hoogezand, Sappemeer, Zuid-
broek, Scheemda, Muntendam, Veendam,
"IVüdervank en Oude- en Nieuwe Pekela,
door de regeering een Centrale werkver
schaffing worden ingevoerd, bestaande
uit de ontginning van woeste gronden
onder centraal Westerwol de. Reeds zijn
maatregelen genomen tot het tewerkstel
len van pl.m. 500 werkloozen in de huurt
van Jipsinghuizen, waar voor huisvesting
groote barakken zullen worden gebouwd.
De ontginning zal worden uitgevoerd on
der leiding van de Ned. Heidemaatschap
pij.
Daar gebleken is, dat het aantal werk
loozen dezen winter te werk zal moeten
werden gesteld belangrijk grooter is dan
500, zal nog uitbreiding van de werkver
schaffing worden voorgesteld. Het is de
bedoeling reeds in Januari a.s. met de
ontginning te beginnen.
Handelsvoorlichting.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche
Maatschappij voor Nijverheid eu Handel
heeft een lijst samengesteld van d© ver
schillende inlichtingen, die op het ge
bied der Handeisvoorlichting kunnen
worden gevraagd, met vermelding van de
bureaux en lichamen, welke in elk hij
zonder geval voor het verstrekken van
voorlichting in aanmerking komen
Indien ieder belanghebbende zich aan
deze lijst houdt en uitsluitend inlichtin
gen vraagt aan het aangewezen bureau
of lichaam, zal onnood'g dubbel werk
worden voorgekomen en zoodoende eener-
zijds snellere en betere voorlichting van
belanghebbenden, anderzijds bezuiniging
bevorderd worden.
Dat deze lijst gewaardeerd wordt, be
wijst de tweede en verbeterde oplage,
welke thans is versohenen.
Aanslag inkomstenbelasting.
De opmerking wordt gemaakt, dat men
uiit een aanslagbiljet inkomstenbelasting
in de gemeente van hoofdverblijf riet
rechtstreeks kan zien, of de belastingad
ministratie rekening houdt of zal honden
met het feit. dat men in een andere ge
meente werkforens is. Inderdaad is dit al
leen te constateeren, indien men over een
tarief der gemeentelijke Inkomstenbelas
ting beschikt en dus zelf kan narekenen,
of de volle belasting dan wel 2/3 der ge
meentebelasting is uitgetrokken.
Wie geen tarief bezit vermoedelijk
99 procent der belanghebbenden ver
krijgt do zekerheid pas hij de ontvangst
van den forensenaanslag. Daar het nog
al eens voorkomt, dat beido aanslagbiljet-
ton den belastingplichtige geruimen tijd
na elkaar bereiken, verkeert men dus al
dien tijd in twijfel en weet men niet, of
pak banknoten en wisels weg te nemen
uit den lessenaar van zijn neef. Omdat ik
vermoedde, dat die daad niet in den haak
was, bleef ik in het donker staan, om te
zien, hoe het zou afloopen.
„Toen hij genomen had, wat hij noodig
had, sloot hij den lessenaar weer blijk
baar had hij een valshen sleutel en ging
toen naar zijn eigen kamer om daar den
nacht zoo aangenaam mogelijk door te
brengen.
„Ik begreep toen, dat hij zich' opzette
lijk dien avond had laten insluiten om
het een of andero plan uit te voeren en ik
besloot mijn wetenschap voor mij zelf te
houden en te wachten, totdat er meer zou
gebeuren. J
„En spoedig kwam er een heel lawaai
over die geldsom, die wel eenige duizen
den bedroeg en mijnheer Jakob werd
door zijn oom beschuldigd dat hij ze had
gestolen.
„Toen ging ik naar mijnheer Harrison
Todd en vertelde hem, wat ik gezien had
en dreigde alles aan zijn oom te zullen
vertellen, als hij niet dadelijk zelf zou
bekennen, wat hij gedaan had.
„Hij schrok vreeselijk en beloofde eerst,
dat hij alles zou doen, wat ik vroeg, ter
wijl hij zei, dat het van zijn kant alleen
maar een te ver gedreven grap was ge-
jreest en dat hij er geen kwaad mee he
men moet reclameeren of niet. Een stem
pelafdruk op het biljet, vermeldend dat
de gemeentebelasting voor 2/3 is uitge
trokken, zou aan den twijfel oen einde
maken, meent het „Hbl."
Scheepvaart.
In verhand met de groote vraag naar
onderwijs over scheepsmotoren, door
schippers uit de binnenscheepvaart, heeft
het Onderwijsfonds voor de binnenvaart
besloten, gedurende dezen winter hot in
structievaartuig Prins Hendrik ten dien
ste van dit onderwijs te stellen.
De Prins Hendrik, uitgerust met vier
moderne motoren, die bij de binnen
scheepvaart in gebruik z-'jn, zal ge luren-
de de wintermaanden naar verschillende
binnenscheepvaartcentra, waar behoefte
aan dit onderwijs bestaat, worden gezon
den. In de avonduren zal aan boord aan
de schippers practisch enderwijs worden
gegeven.
Het onderwijs omvat de keunis van
scheepsmotoren en de stoornissen, die
zich bij het gebruik daarvan kunnen
voordoen.
De Hanzebank.
Naar gemeld wordt ■zal het bestuur van
de Hanzebank in het Bisdom Haarlem
thans een aanvang maken met het ge
rechtelijk vervolgen van die aandeelhou
ders, die onwillig blijven, hetzij hun aan-
deelen vol te storten, hetzij een redelijke
regeling te treffen.
Uit de R.-K. Staatspartij.
De ta Utrecht gehouden bondsdag van
den Alg. Bond van R.-Kath. Rijkskies-
krngorganisaties heeft met 34 tegen 30
stemmen verworpen het bestuursvoorstel,
beoogende het mogelijk maken van neven-
lijsten naast de candidatenlijsten. Daarop
werd met 4214 stemmen een voorstel
uit de vergadering aangenomen dat het
hondsbestuur een commissie zal benoe
men, die tot taak zal hebben naar een
weg te zoeken tot invoering dier E. V. bin
nen de 'grenzen der R.-K. Staatspartij,
met uitsluiting van het istelsel-Bargo. In
deze commissie zijn benoemd de heeren
Bongaorts, Van Rijckevorsel en Alb v. d.
Kollen.
Vervolgens word een voorstel aangeno
men strekkende om het politiek advies
van iliet Bondsbestuur zóó tijdig to geven,
dat in de kiesvereenigingen ter zake der
candidaatstelling nog geen maatregelen
zijn genomen. Dit advies zal gegeven
worden na overleg met vooraanstaande
R.-Kath. personen, doch geen Kamerle
den.
BUITENLAND
DE HERSTEL-KWESTIE.
Als de vos
Er blijkt meer achter de inschikkelijk
heid Van Poincaré te zitten dan men op
het eerste gezicht zou vermoeden.
Van Berlijnsche zijde geeft men het
volgende exposé:
Poincaré heeft een lijstje van onder
werpen opgegeven, waarover hij wel
gaarne zou willen onderhandelen. Al's
nummer 1 op dat lijstje prijkt de verlen
ging van de overeenkomst met de Micum,
die juist afloopt tegen het tijdstip, dat
voor de verkiezingen in Franrijk is vast
gesteld. Klaarblijkelijk will Poincaré uit
die verlenging een overwinning alaan, die
zijn politieke positie moet versterken.
Dit is hem gegund, maar dat neemt
toch niet weg, dat men in de Micum-
aangelegenheid een klip ziet, waarop de
besprekingen veel kans hebben le stran
den. Immers do Roersche industrieele
kwestie is door ontelbare banden zoozeer
aan het Roersche probleem im zijn geheel
vastgebonden, dat het schier onmogelijk
is het een© aan te raken zonder het an-
•doeld had. Maar 's avonds kwam hij hij
mij en toen sprak hij heel anders. Toen
zeide hij, dat het zijn volkomen onder
gang zou zijn, als hij mijn zin deed en
bekende en dat zijn oom het hem nooit
zou vergeven en dat Lij hem weg zou zen
den. En wat zijn neef Jakob betrof, ver
zekerde hij mij, dat het verlies van het
geld voor hem niet zooveel beteekende,
omdat hij de lieveling van zijn oom was
en hij evenals vroeger in de zaak mocht
blijven.
„En toen kwam hij met zijlij duij-
velsch plan voor den dag om mij den
mond te stoppen. Hij zei, dat hij goh oord
•had van mijn zorgen door de slechte ge
zondheid van mijn kleinen jongen en dat
de dokter gezegd had, dat hij in Engeland
nooit goed gezond zou worden, omdat hij
teringachtig was, Tvat hij van zijn moedor
had geërfd en dat zijn moeder ook erg
zwak was en nu vroeg hij mij, hoe ik het
zou vinden, als ik in staat gesteld werd
om met hem te gaan naar Zwitserland,
waar ze waarschijnlijk beter zouden kun
nen worden, zoodat ik het geluk zou heb
ben, de moeder en het kind vreer flink en
gezond te zien.
„O, mevrouw, u begrijpt, wat eeu ver
leiding dit voor mij was, want mijn jon
gen was het licht van mijn oogon. Mijn
kleine Jan zou bevrijd worden van don
ADVERTENTIE-PHIJ9,
Gewone advertentiën per regel 22K cea|
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbet** f
ïing van ten hoogste 30 woorden, worded
ad PO ppnf-.
dere te beroeren. En dat is nu juist, wat
Poincaré niet wil.
En bovendien, al wilde hij wat toe ge-t
ven, dan zou spoedig ook het herstel-»
vraagstuk onderwerp van de discussie
uitmaken en daarmede zou Duitschland
in een scheeve positie tegenover de ande-i
re leden van de entente komen te staan.
Zooals de zaak er nu uitziet iis er wei-»
ni'g kans, dat de Micumovereenikomst
verlengd zal worden. De industrieelen
hebben erectiet noodig om op den duur
met arbeiden vorrt te gaan. Duitschland
kan dat crediet niet geven en het biiten-i
land wil niet, omdat het van oordeel is,
dat de afstand van 27 pet. der productie
te zwaar op het bedrijf rust om het cre-t
dietiraardig te doen zijn. Voor de indus
trieelen komt daar nog dit bij, dat zij
niet voormen kunnen of en wanneer het
lijk in staat zal zijn de groote voor-*
schotten terug te geven, welke zij nu te
zijnen behoeve maken.
EEN REDE VAN ASQUiTH.
Barbertje moet hangen.
De Engelsche liberalen nemen thans de
stelling in: righton wrong Baldwin
must go.
Men wil deze regeering weg hebben...
maar stelt er geen n;euwe voor in do
plaats.
Asquith heeft gisteren in een rede voor
zijn club gezegd wat hij van deu toe
stand dacht.
Allo liberale parlementsleden waren
aanweizig. Asquith werd bij zijn binnen
treden luide toegejuicht. Hij nam op het
podium plaats tusschen Lloyd George en
sir John Simon. Toen Asquith zich van
zijn zetel verhief om het woord te nemen
werd hij opnieuw stormachtig toege
juicht.
Men is van meening, da'; Asquith met
zijn rede het lot van de tegenwoordige
regeering heeft bezegeld.
Spreker begon met te verklaren, dat
het een noodlottige politiek is om do te
genwoordige regeering te handhaven of
oogluikend haar aanblijven toe le laten
Anderzijds liet Asquith ook duidcljk
doorschemeren een eventueelo Labourre-
geering evenm;n de hand boven het hoofd
te zullen houden. Met zekere voldoening
constateerde spreker dat de liberale par
tij an het nieuwe parlement do positie be-
heerscht.
Asquith verklaarde, met geen van de
beido andere partijen openlijk of ia het
geheim eeu accoord te hebben gesloten of
•te zullen sluiten maar dat hij de volko-*
men onafhankelijkheid van de liberale
partij zal handhaven.
Asquith gaf een overz'cht van den
stand van zaken op dit moment. De re
geering heeft besloten aan het bewind te
blijven. Zij zal dus, na het antwoord op
de troonrede, moeten trachten van het
Lagerhuis een motie van vertrouwen te
verkrijgen.
Do uitslag van deze motie is, zeide hij,
reecte bij voorbaat uitgemaakt. Ik ben
niet gewoon overdreven taal te bezigen
doch moet hier ronduit verklaren, dat
het goed zal zijn, dat op d;t meest krw
tieke moment in de wereldpolitiek, aan do
noodlottige leiding van deze regeering
een einde wcwrdt gemaakt."
DE ROMMEL IN GRIEKENLAND.
Wat is op dit oogenhlik Griekonland?
een koninkrijk of een repub'iek? Waar-»
schijnlijk het laatste. Een telegram uit
Athene meldt toch:
De koning en konioi'gin van Griekenland
zullen, naar wordt gemeld, naar Rome
vertrekken.
Het besluit van den ministerraad, den
koning te verzoeken liet land te verlaten,
totdat definitief over den regecringsvorm
is beslist, werd genomen:
1. In verband met een ontvangen ver-»
zoelk voor het houden van een republic
keinsohe demonstratie--
vloek van zijn bestaan; het was een l©
mooi vooruitzicht, om op te geven. Ik
luisterde naar den verleider en ik viel.
„Veertien dagen later was ik met vrouw, i
en kind op reis, terwijl ik schande ach-» j
terliet op den naam van den man, die al»
tijd mijn vriend geweest was.
„Maar ik kon niet ontkomen aan het
oog van God, noch aan Zijn wrekende j
hand; zijn toorn scheen mij ie volgen,
overal waar ik ging. Alles wat ik onder- j
nam, liep tegen en mijn arme vrouw
teerde langzaam weg voor mijn oogen,
uitgeput door smart en lijden.
„Toen leefde ik alleen voor mijn kind
en streed met wanhopigen moed legen j
allerlei tegenspoed, om hem een goed lxc-> j
staan le verschaffen. En eindelijk was ik j
geslaagd en ik had een betrekking \oor
hem, waarin een goede toekomst lag
zoowol een eervolle als een winstgevend©
en hij was het waard, want hij was
een flinke, brave jongen geworden J
toen do ziekte weer terugkwam ttuj
dachten, dat wij ze geheel on al overwon-»
nen hadden, maar zij keerde opeens rx n
hevigen vorm terug en na ze* maan ie»;
stierf mijn jongen."
(Wordt ver.olgdV