Dagblad voor Leiden en Omstreken,
IE LEIDSCHE COURANT
4de JAARGANG.
WOENSDAG 5 DECEMBER 1923
No. 1106
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
pu teerde Staten over deze zaak behoorden"
te oordeelen;
2o. dat de Gemeentewet, zooals zij des
tijds luidde, niet verbood om een navorde
ringsbepaling in de belastingveroidening
op te nemen en dat de gemeente in een
zoodanige verordening alles kan opnemen
wat valt binnen het raam der Gemeente
wet, als Gedeputeerde Staten en de Kroon
zulks goedkeuren. Bovendien, al schreef
de Gemeentewet voor dat de belasting
moest worden geheven naar het geschatte
af afgeleide inkomen, dan sloot dit nog
niet in, dat niet op eenmaal verrichte
schatting kon worden teruggekomen; hot
begrip „herschaften" was toch vele malen
in do belastingwetgeving te vinden;
3o. dat, wat do verjaring aangaat, do
verschuldigdheid van een aanslag eerst
vast komt te staan als de aanslag bekend
is, dus als het kohier is vastgesteld. Op
1 Mei .1919 was er nog niets bekend van
de belastingschuld waar het hier om gaat
en ©en schuld kan niet verjaren vóórdat
zij is ontstaan, waaruit volgt, dat de ver
jaring van deze schuld eerst begon te loo-
pen bij haar ontstaan, in dit geval op het
oogenblik waarop de Raad het kohier
vaststelde.
Do Officier van Justitie, hierna conclu
sie nemende, overwoog:
lo. dat de Rechtbank wèl bevoegd was
van het verzet tegen het dwangbevel ken
nis te nemen;
2o. dat do navordering wèl wettig was
en in overeenstemming met de Gemeente
wet;
3o. dat de termijn van de verjaring be
gint te loopen vanaf den datum dat do
schuld op hot kohier word* gebracht. Het
kohier werd vastgesteld 6 April 1922; van
verjaring was dus geen sprake.
Derhalve concludeerde de Officier van
Justitie dat de Rechtbank zich bevoegd
zou verklaren en don opposanten (do aan-
geslagenen) het recht zou ontzeggen de
navordering onwettig te verklaren.
Bij vonnis van 14 December 1922 deed
do Rechtbauk uitspraak.
Zij nam aan dat zij bevoegd was ©ene
beslissing te nemen; dat de gemeente wel
degelijk het recht had om na te vorderen,
doch dat de verschuldigdheid van den aan
ola-tj Julüt vnUjltictL Jooi dan nanala.g, lo
weten het bepalen van het bedrag dat de
belastingschuldige zal hebben te betalen
noch door het ten kohiere brengen van den
aanslag, doch door de omstandigheid, dat
iemand is ingezetene der gemeente in ver
band met het bedrag van zijne inkom
sten; dat de verschuldigdheid dus ontstaat
op den dag waarop het belastingjaar be
gint. Mitsdien besliste de Rechtbank dat
op 1 Mei 1922 reeds was verjaard het
recht van de gemeente Leiden om de na
vorderingsbelasting in te vorderen; dat
het verzet van do aangeslagenen tegen hot
dwangbevel gegrond was en de vordering
voor toewijzing vatbaar. Het dwangbevel
werd daarbij door de Rechtbank builen
werking gesteld.
Zooals te begrijpen is, kon de gemeente
zich met dit vonnis niet vereenigen en
ging in appèl. Zij achtte de uitlegging die
de Rclïtbank aan artikel 262 der Gemeen
tewet had gegeven onhoudbaar; uit de
historie bleek, zoo voerde haar raadsman
aan, dat dit artikel in het leven was ge
roepen om een grens te stellen aan de ver
volging tot invordering van do belasting;
'het artikel had dus uitsluitend betrekking
op het recht tot vervolging en niet op de
belastingschuld, derhalve betwistte do go
meento dat het „verschuldigd zijn" van de
belasting zou aanvangen bij het begin van
het belastingjaar.
Do Advocaat-Generaal bij het Gerechts
hof overwoog in zijn op 4 Juni 1923 uit
gebrachte conclusie:
lo. dat de Rechtbank had verward het
begrip „belastingplicht" met „belasting
schuld"; de eerste ontstaat bij den aan
vang van het belastingjaar en de tweede
bij het vaststellen van het kohier;
2o. dat het vonnis juist is waar aange
nomen wordt dat de gemeente wèl het
recht heeft om na te vorderen;
3o. dat de Rechtbank zich terecht be
voegd heeft verklaard.
De Advocaat-Generaal concludeerde der
halve tot vernietiging van het vonnis voor
zoover daarin werd aangenomen dat het
recht tot invordering der belastingschuld
was verjaard en tot bevestiging overigens
van het vonnis der Rechtbank.
Op 25 Juni 1923 wees het Gerechtshof
arrest. Het achtte de Rechtbank bevoegd
om over de wettigheid van de verordening
te oordeelen, was van oordeel dat de ge
meente wèl het recht heeft om na te vor
deren en verklaarde, dat de Rechtbank ten
onrechte had aangenomen dat de belas
tingschuld was ontstaan bij den aanvang
van het belastingjaar. Derhalve vernietig
de het Hof het vonnis der Rechtbank, het
dwangbevel werd van kracht verklaard en
de belastingschuldigen werden veroordeeld
in de kosten.
Tegen dit Arrest teekenden de belasting
schuldigen weer cassatie aan en, zooals
in den aanvang werd gezegd, werden he
den de pleidooien, thans in do hoogste in
stantie, gevoerd. Voor de requiranten (de
belastingschuldigen) traden ook thans we
der op mr. de Haan en mr. Romijn, ter
wijl mr. Trapman voor de Gemeente op
trad. Mr. Gosman, die tot nu toe voor de
belangen van de Gemeente was opgeko
men, had zijn taak wegens ongesteldheid
aan zijn collega mr. Trapman moeten
overdragen.
Als middelen van cassatie waren door
de heeren de Haan en Romijn aangevoerd
schending of verkeerde toepassing van de
Gemeentewet en van art. 33 der belasting
verordening door te beslissen dat de Raad
van Leiden reeds vóór de Wet van 30 De
cember 1920 (Sfbl. no. 923) de bevoegd
heid had een navorderingsbepaling in
zijne belastingverordening op te nemen,
waarbij het Gerechtshof voorbij zag dat
vóór genoemde Wet, navordering van
plaatselijke inkomstenbelasting verboden
was. Voorts schending of verkeerde toe
passing van art. 262 Gemeentewet (oude
tekst) en art. 33* dep belastingverordening
<KH_H ie tresTtsweifdal Ou verauliaiaigdlwlvl
van plaatselijke inkomstenbelasting niet
ontstaat door het feit, dat men is ingeze
tene der gemeente in verband met het be
drag van zijn inkomen, doch na de vast
stelling en door het invorderbaar worden
van den aanslag.
De pleidooien zijn eerst to 1 uur heden
middag aangevangen.
In het volgende nummer van ons blad
hopen wij ze op te nemen.
Het Academisch Ziekenhuis.
Naar het Corr. Bureau verneemt, zul
len de ministers van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, dr. do Visser, en de
minister van Financiën, de heer Golijn,
vergezeld van de heeren J. C. E. Baron v.
Lynden, chef van de afdeeling Rijksge
bouwen bij het departement van Finan
ciën en den heer P. Visser, hoofdcommies
bij het departement van Onderwijs, K. en
W., zicli naar hier begeven om. naar ver
wacht wordt, de kwestie van de installa
tie en inwerkingtreding van het nieuwe
Academisch Ziekenhuis tot een spoedige en
bevredigende oplossing te brengen.
Stadsevangelisatie.
Men verzocht ons te melden, dat op
Woensdag G Februari a.s. de heer N.
Baas, straatprediker te Amsterdam, in
het kerkgebouw Hooigracht hoopt op to
treden in het belang der Stadsevangelisa
tie der Geref. Kerk alhier.
Onze berichtgever verzocht ons reeds
thans op deze vergadering de aandacht
te vest'gen, opdat andere vereenigingen
of corporatie's die voornemens zijn. ver
gaderingen te beteggen, met deze bijeen-
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
f waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per week f 0.1»
franco per post per kwartaal 12.90
V De financieele crisis.
Het gevolg van de op 26 October inge
treden Regeeringscrisis is niet alleen ge-
{weest dat de begrootingsarbeid vrijwel
stilstaat, maar dat ook aan do begro
tingsstukken weinig aandacht wordt ge
schonken.
Dit ligt eenigszins in den aard der
izaak.
Het Voorloopig Verslag over Hoofd
stuk I van de Staatsbegrooting waarbij
jfte algemeen© politiek aan de orde pleegt
jte komen, heeft vrijwel alle actualiteit
(verloren.'
Breede beschouwingen zijn b.v. gewijd
aan de wisseling aan Financiën eh do
bezuinigingsplannen van Golijn
Belangrijke onderwerpen, maar die
thans niet meer actueel genoemd kunnen
(worden.
Toch komen in bedoeld Verslag nog wel
enkele passages voor, die waard zijn dat
daaraan aandacht wordt geschonken.
Zoo kwam o.m. de vraag aan de orde
aan welke oorzaken de zorgwekkende
financieele toestand moet worden toege
schreven.
„Sommige leden waren van oordeel,
1 dat de financieele crisis te wijten is aan
het kapitalistische productiestelsel, dat
den wereldoorlog heeft veroorzaakt en
dat ingrijpende wijzigingen in socialis-
tische richting behoeft om den zoo drin-
jgend noodigen opbouw mogelijk te ma-
ken. Dat stelsel beheerscht met name
1 den geest, waarin de volkeren worden
l bestuurd en staat dan ook een inlerna-
j tionale politiek van verzoening in den
weg, noodig om de nationale en sociale
tegenstellingen te binden binnen de
grenzen va»., bet algemeen belang en
,i aan de economische ontreddering een
'i einde te maken. Aangezien deze Regee
ring op kapitalistiscben grondslag
staat, is ook van .haar geen beleid te
verwachten, dat in deze richting
j werkt."
Het wekt eenige verwondering dorgc-
't Jjjke idealistische maar tevens oppervlak-
kige opmerkingen in een officieel staats-
stuk te lezen.
Het kapitalistische productiestelsel1
Wordt aangegeven als de oorzaak van den
wereldoorlog, waarom ingrijpendo wi.jzi-
gingen in socialistische richting xioodlg
worden geacht om den zoo dringend noo-
'digen opbouw mogelijk te maken.
Terecht werd daartegen aangevoerd dat
aan den wereldoorlog ook door sociaal
democraten met geestdrift is deelgeno
men, terwijl men beweerde den oorlog me
de te voeren om de democratie te verwe
zenlijken.
Maar bovendien, wij hebben hier en
'daar inerijpende wijzigingen in socialis
tische richting gezien.
Wij denken hierbfj aan Oostenrijk
waar deze wijzigingen met' veel fanfares
werden aangekondigd, maar waar ze even
spoedig weer.ongedaan werden gemaakt.
Wij w'jzen op Rusland, waar de wijzi
ging wel' heel ingrijpend en radicaal was
en waar tengevolge daarvan de ellende
en de desorganisatie grooter en do finan
cieele toestand zorgwekkender is, dan in
(welk land ter wereld ook.
Een beroep op Rusland behoeft in dit
.verband niet gewraakt te worden.
Immers, het is de leider van de Inter
nationale Vakbeweging Edo Fimmen, die
alleen van een innige samenwerking met
Moskou heil verwacht, een gedachte die
alleen daarom we'nig weerklank vindt,
omdat de Bolsjewisten zich mede kanten
tegen de Sociaal-Democratie.
Van een internationale politiek van
verzoening wordt heil verwacht,
j En dat is ongetwijfeld een uitnemende
zaak.
i Maar de ervaring leerde, dat de ver-
.wachtingen niet te hoog gespannen mo-
'gen worden en dat in dit opzicht van het
i Socialisme niets te hopen is.
Noch kapitalisme, noch Socialisme kan
j hier redding brengen.
f FEUILLETON
I
Het onrecht gewroken.
22)
Onmiddellijk liet hij den ziekenwagen ko-
men om het kereltje naar het ziekenhuis
in het dorp te brengen.
Toen volgde er een tijd van angst en
onrust, die in grooten schrik veranderde,
toen op een goeden morgen Nelly, de
j blonde lieveling van allen, ook door de
vreeselijke ziekte aangetast was. Tante
Jeanne, voor wie het kind als het licht
f van haar oogen was, zette zich naast haar
f bedje en weigerde met een hard, vastbe-
sloten gezicht, waarachter een bloedend
hart verborgen was, om die plaats te
k verlaten.
Eerst werd liet geval stilgehouden voor
vader en moedear, want in het begin had
de dokter hoop, dat ze gauw beter zou
f worden; maar toen kwamen er boosaardi-
ge verschijnselen en er kwam een veran-
dering ten kwade. Toen liet tante Max
Kendle roepen, die altijd in de nabijheid
;was.
„Het kind is erger," zeide zij. „ïk ben
niet tevreden over de behandeling van de-
zen dokter. Ontbied dus telegraphisch een
.van de beste dokters uit Londen. st Komt
Alleen van een politiek naar Christelij
ke beginselen, waarbij gevraagd wordt
naar het recht Gods is hier heil te ver
wachten.
Maar hoever zijn we van d i t ideaal
nog verwijderd.
STADSNIEUWS.
De procedure der Leidsche belasting-
navordering in hoogste instantie.
Zooals wij reeds in ons blad van 29 No
vember j.l. berichtten, werden heden voor
den Hoogen Raad de pleidooien gevoerd
in de procedure van de aangeslagenen
voor navordering van gemeentelijke in
komstenbelasting over het belastingjaar
1919/'20, tegen de gemeente.
Voor het geval sommigen onzer lezers
do hoofdpunten dezer zaak uit het oog
mochten hebben verloren, geven wij nog
eens een overzicht van de geschiedenis
der procedure.
Do Leidsche belastingverordening welke
vóór de wijziging van de Gemeentewet
door de wet van 30 December 1920 (Stbl.
no. 923) van kracht was, bepaalde, dat
indien een belastingplichtige niet- of voor
een te laag inkomen in de inkomstenbelas
ting was aangeslagen, een aanslag tot
navordering kon worden opgelegd binnen
3 jaar na den aanvang van het betreffen
de belastingjaar.
In overeenstemming hiermede stelde de
Gemeenteraad in den loop van April 1922
een kohier tot navordering van inkom
stenbelasting vast over het belastingjaar
1919-1920 (1 Mei 1919—1 Mei 1920); do
aanslagbiljetten werden evenwel eerst op
6 Mei 1922 uitgereikt.
Een aantal aangeslagenen meenden
daarop pogingen in het werk te moeten
stellen om van deze navordering af te ko-
mon en vonden de heeren mrs. Romijn en
do Haan bereid om een procedure ter
zake aanhangig te maken. Op wettelijke
wijze werd verzet ingesteld tegen het
dwangbevel en bij de behandeling van dit
verzet voor do Arrondissements-Rechtbank
te 's-Gravenhage werd door de adviseurs
van <lo aatigoalaedLen gcatcld;
lo. dat de navordering steunde op een
verordening die onwettig was omdat zij
(de verordening) geen steun kon vinden
in do Gemeontewet;
2o. dat het recht om do belasting in te
vorderen reeds was verjaard toen de aan
slagbiljetten werden uitgereikt.
Wat het eerste middel aangaat, ontzegde
men de gemeente het recht om na te vor
deren omdat in de Gemeentewet, zooals zij
heto nbwikkelde versland van den mensch
belastingheffen naar het geschatte of af
geleide inkomen, hetgeen een aanvullings
heffing, als de schatting onjuist was ge
weest, zou uitsluiten.
Wat het tweede middel, do verjaring,
betreft, zou de belastingschuld reeds zijn
ontstaan bij den aanvang van het belas
tingjaar (1 Mei 1919), zoodat, vermits
art, 262 der Gemeentewet bepaalde dat de
plaatselijke belasting was verjaard indien
zij niet was ingevorderd binnen 3 jaar,
to rekenen van het tijdstip waarop zij
verschuldigd was, de verjaring reeds was
ingetreden toen het aanslagbiljet werd
uitgereikt.
Hiertegenover stelde de Gemeente, die
zich door mr. Gosman had doen bijstaan:
lo. dat do Rechtbank onbevoegd zou
zijn om in deze zaak vonnis te wijzen
omdat-in de Gemeentewet do middelen
zijn aangegeven om tegen een belasting
aanslag op te komen. Immers, door de
wettigheid van de navorderingsbepaling
der belas tingverordening te ontkennen
werd ook de wettigheid van den aanslag
betwist, zoodat niet de Rechter, maar de
door de Gemeentewet aangewezen licha
men, de Gemeenteraad en in beroep Gcde-
er niet op aan, hoeveel het kost. Telegra-
pheer ook om de ouders, 't. Is vreeselijk,
de gedachte, dat ze om zulk een reden
moeten overkomen!"
Max ging onmiddellijk weg om haar
hevelen nit te voeren. En do oude vrouw
bleef alleen zitten met een verbitterd hart
en do gedachten, die ze niet uitsprak wa
ren hard en oproerig. Want ze had zich
zoo gehecht aan dit liëvo kind, dat onge
vraagd haar een schat van liefde had
aangeboden.
„God kon, mij dit kind toch gelaten heb
ben!" klaagde ze „ik, die mijn heele
loven zoo naar liefde verlangd heb!"
En met een huivering dacht ze er aan,
wat een leegte dit kleine wezentje zou
achterlaten en wat een donkere schaduw
het uitdooven van haar klein levenslicht-
je zou werpen op haar eenzaam bestaan
en in haar eigen smart dacht ze niet eens
a^n de verschrikte ouders, die nu in den
sneltrein naar hun stervend kind ijlden.
De ïxmdensche dokter was aangekomen
en zat met een ernstig gezicht aan het
bedje van zijn patiënt, in afwachting,
wat de gevolgen zouden zijn van de ver
anderde behandeling; want hierin lag
naar zijn meening de eenige hoop.
Bernard liep beneden onrustig heen en
weer, bleek van angst, terwijl hij zijn
best deed om van tijd tot tijd do kleinere
kinderen te kalmèeren en wat op te vroo- j
lijken, die niets begrepen van de beklem
mende stilte, die in het huis lioorfichte.
Emma en* Marie lagen schreiend in
elkaar's armen, terwijl ze Max nakeken,
die juist weggereden was naar het sta
tion, om haar ouders af te halen.
„Ach Emma, Emma!" riep Mario uit,
„ik zal vader niet aan kunnen zien! Ik
geloof, dat hij het zal besterven, ate Nel
stej-ft. Hij was altijd zoo dol op haarl
Altijd stond ze voor het raam op den uit
kijk, om hem het eerst te zien aankomen,
als hij van het kantoor kwam en dan be
gon ze hem al toe te wuiven, zoodra zo
hem in do straat zag aankomen. En al
tijd kon ze hem opvroolijken met haar
gebabbel, of ze ging op zijn knieën zitten
met haar armen om zijn hals, stil en rus
tig, totdat zij zag, dat hij niet bedroefd
meer was."
Zoo praatten ze samen, terwijl ze tel
kens moesten schreien, totdat het gelrap
pel van do paarden, dio in vollen draf
naderden, zo deed opschrikken, want ze
begrepen, dat vader en moeder nu geko
men waren.
Maar toen Mies in de armen van haar
moeder gevallen was en haar koesterende
omhelzing voelde, kwam er een gevoel
van troost en rust in haar cn do overtui
ging, dat nu alles wel goed zou gaan, nu
zij er was.
Even zag ze het gezicht van haar vader
en 't deed haar bijna schreien, zoo bleek
en lijdend als hij er uitzag.
Tante Jeanne trok zich onmiddellijk te
rug achter het gordijn van het bed, toen
hij binnenkwam.
„Wat was haar kleine droefheid," vroeg
zij zichzelf af, „naast een smart a!s
deze?"
Hij hoog zich over zijn kind en begon
eerst zacht en daarna luider te spreken
op een toon vol wanhoop en doodsangst,
maar voor de eerst© maal in haar kort
leven gaf Nelly hem geen antwooitfl.
Hij zag den dokter aan en in zijn oogen
lag de vraag, die zijn dorro lippen niet
durfden uitspreken. Maar dezo antwoord-
do hoofdschuddend:
„Ik heb alles gedaan, wat ik kon. God
alleen kan haar redden."
Toen verwachtte tante Jeanne in haar
schuilhoek een wilde uitbarsting van
smart en opstand, zooals haar eigen ver
vulde. Maar die kwam piet, want zij zag,
dat zijn vrouw haar armen om hem heen
sloeg en woorden fluisterde, die een eigen
aardige, kalmeerendo werking hadden cn
zij zag zijn vertrokken gezicht verande
ren en verhelderen; het werd bedaard cn
vol vrede en hij hief zijn oogen naar den
hemel en zeido op een berustenden toon:
„Heere, wat Gij doet, is wergedaan, ook
op een oogenblik als dit. Uw steunendo
ADVERTENTIE-PtilJS
Gewone advertent!ën per regel 22H cent»
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefc
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentie»! bij vooruitbeUkf
ling van ten hoogste 30 woorden, wordeN
dnrteliilr* rror>lntst ad ISO cent.
Aan Hat Zoeklicht
Leiden, 5 December 1923
Het treft wel eigenaardig, dat de heer
Knuttel mot zijne plannen inzake den aan
leg van een wandelbosch, juist aan dem
vooravond van het 9* Nicolaasfeeet voor
djen dag kwam.
Vol verwachting klopt menig hart.
Maar daarbij zal het ook wel blijven,
vermoed ik.
A 16 een bedrag van f 35.000.den Raad
werd aangeboden, dan z o u hij zeker eer
der bereid zijn, den aanleg van zulk een
bosch in overweging te nemen.
Ik heb echter een sterk vermoeden dat
de 35 mille niet beschikbaar gesteld zul
len worden.
En als het gedaan werd, dan vrees ik,
dat do Raad eenzelfde gewaarwording zou
hebben als do man die een olifant cadeau
kreeg.
Een wandelbosch zou voor Leiden onge
twijfeld een kostbaar bezit zijn.
En daarom zou het een zonderlinge poli
tiek zijn om in dezen tijd van financieelo
misère den aanleg te bevorderen.
Nog te meer, omdat do werkloozen daar
van in afzienbaren tijd zeker niet zouden
profiteered
OBSERVATOR
komst op 6 Febr. a.s, rekening kunnen
houden.
De eerstvolgende maandvergadering van
de Maatschappij van Nederl. Letterkunde
zal plaats vinden op Vrijdag 7 December
a.s. 's avonds te klokke 7.30 uren, in een
der lokalen van het Nutsgebouw.
Als spreker zal alsdan optreden de heer
Dr. P. G. A. Geijl, van Londen, mot het
onderwerp „do kleine Nederlandsche
traditie in de historiographie".
Ds. W. den Hengst alhier komt voor
op het tweetal ter beroeping van een pre
dikant bij de Geref. Gemeente to Be na
huizen.
Dc heer J. Anends alhier komt voor
op een voordracht voor do benoeming van
oon. oolx*\/>llxo*xf cU-l»Lj lxoU O. Ij, OndCl'W ij 3
te Amsterdam.
Ten nadeelo vair een besteller, dïi
aan het Station zijn werkzaamheden ver
richte, is gistermiddag een cliens lca.pt-
gestolen.
Vanmorgen kón men den eersten
tramwagen zien staan op het nieuw aan
gelegd wordendo tramspoor over de ver
breed© Hoogewoerdsbrug ten bchoevo
van den tramlijn LeidenDen Haag. Met
het monteeren van de electrischc kracht-
leiding is mede een aanvang gemaakt, zoo
dat er thans flink schot in het werk komt.
BINNENLAND
Ror.dom de CrisL.
Wij hebben thans, zegt liet Handels*
blad, positieve inlichtingen gekregen,
welke er op wijzen, dat jhr. mr. F. Beo-
laerts van Blokland, aan wien £e Kon in-
girl opdracht heeft gegeven oen extra
parlementair kabinet te vormen, bcz g 'S
een grondslag te zoeken voor een extra
parlementair kabinet, in samenstelling
overwegend rechts, maar toch ook met le
den van linker partijen erin.
In aansluiting hierop vernemen wij, 1
dat do heer Beelaerts Zondag een on
derhoud heeft gehad met een Vrijhei ds-*
bonder, welk onderhoud volstrekt nog
niet tot iets bond, maar klaarbkjkelijk be
doelde de mogelijkheid onder de oogen to
zien van een optreden van dezen verte
genwoordiger eener linker groep als Mi-
nistor van Financiën. Zoo weinig bond
macht is nu met ons en ze doet ons voe
len, terwijl onze arme, lijdendo harten
krimpen onder «Uw handen, dat Uw w 1
good is en Uw besluiten volmaakt. In Uw
handen 0 God, stellen wij onze lievelinca
vol vertrouwen, aan U geven we zo voor
alle eeuwigheid. Alles is voor ons best
wil."
En tan to Jeanne zeide in zich zolf:
..O, God, geef om Chrstus wille, dal
ik zulk een reddende macht zal lecrm
kennen, want deze houdt do ziel op niet
een oneindige kracht, zelfs in een smart
als deze."
Do nfLcbt ging voort on ze voelden <10
koude, dio meestal aan d?n dageraad
voorafgaat den tijd. die door hen, d 0
bij zieken waken, 't meest van alle lij
den gevreesd wordt: wan» dan ss de !©-•
vensvonk zwak on ent 't loven weg. v,
De dokter hield «den zwakken r van
het kind vast. Tante Jeanne mehl hot
fleschje raet het opwekkende drankje in 1
de hand. t
En toen gingen do groólo'blauwe c ;ea
open en keken verwonderd -rood. oh;
J verwacht haddon iets anders to o»n
I zien.
„Ik ben beter." fluisterde zo. „D1 .-.eel-
I pijn is minder."
- (Wordt vervolgd.) j