Tweede Blad, Dinsdag 4 December 1923 DE CHR. HISTORISCHEN EN DE CRISIS. Omtrent de houding van de Christel. Hist. Kamerfractie tegenover den lieer Kooien hij diens pogingen tot Kabinets formatie aangenomen schrijft de Neder lander o.m.: „Alles is zoo klaar als de dag. Wij zeiden reeds in ons nummer van 29 November, dat er aanvankelijk eenige onzekerheid was, omtrent de plannen van mr. Kooien. De opdracht aan den heer Kooien was onbeperkt. Mr. Kooien had dus kunnen sturen naar vierderlei doel: een parlementair Kabinet uit de drie rechtsche groepen; een rechtsch parlementair Kabinety desnoods slechts uit twee groepen, met welwillende bejegening van de derde groep; een extra-parlementair rechtscli Kabi net; een kleurloos Zakenkabinet De heer Kooien beeft echter aan ieder, die het van hem wilde weten, verklaard, dat h:j slechts Formateur wilds zijn van een 'parlementair Kabinet uit do drie rechtscho groepen. Die aan de waarheid dezer mededeeling mocht twijfelen, zal zeker hij den hper Kooien persoonlijk de zuiverste inlichting kunnen bekomen. Wat is nu geschied in de vijf dagen tus- scher het verleenen door Hare Majesteit de Koningin van de opdracht aan den heer Kooien en -het antwoord namens do Christel'jk-historische Kamerchib aan den Kabinetsformateur? Niets dan het volgende: I. De keer Koo'en vraagt den heer Schokking of de Ghristelijk-historischo Kamerclub in beginsel bereid zou zijn hem te steunen hij de vorming van een Kabinet utt de drie rechtsche groepen. II. De heer Schokkiug roept de Kamer club samen. III. De Kamerclub houdt één vergade ring en neemt, na beraadslaging, haar besluit. IV. De heer Schokkiug deelt aan den heer Kooien het bevestigend antwoord op zijne vraag mede. Indien dus de Nieuwe Rotterdamsclie Courant doelt op eene belemmerende voorwaarde in het antwoord aan den heer Kooien, zoo ziet zij de zaak niet juist. De vraag van den heer Kooien is onbeperkt bevestigend beantwoord. Indien do Nieuwe Haagsche Courant meent dat het antwoord aan den heer Kooien was zonder reserve, zoo ziet ook zij de zaak onjuist, want de r e- serve, vervat in de vraag van mr. Koo ien, lag ook in het bevestigend antwoord. Of de Chi'istekjk-Historischen ook be vestigend geantwoord zouden hebben, a's de heer Kooien hunne medewerking had gevraagd voor een der audere bovenge noemde formaties, mag worden betwij feld; maar aangezien deze vragen niet wa ren gesteld, werden zij beantwoord noch overwogen. Evenmin kon worden gesproken over politieke voorwaarden, te stellen v-oor daadwerkelijke medewerking aan een Ka binet-Kooien. Want ook de Formateur achtte het oogenblilc daartoe eerst aan gebroken als de drie Rechtsche groepen zicli in beginsel tot medewerk'-ng had den bereid verklaard. Dat ©ogenblik is echter niet aangebroken, zoodat wij moe ten aannemen, dat de Anti-revolutionairen in beginsel bezwaren hadden tegen het verleenen van hunne medewerking aan den aangewezen Kabinetsformateur. Dat, deze medewerking afhankelijk zou zijn gesteld van het antwoord op zekere eischen, vooraf door de A. R. Kamerclub geste'd aan eene andere Kamerfractie, achten wij bijna ongelooflijk (Handelin gen VII, vers 27). OPEN KAART SPELEN De Maasbode dringt er op aan dat van Anti-Revolutionairen kant een offici eel bescheid zal worden gegeven omtrent de condities, waarop men bereid zou zijn de samenwerking met do Katholieke frac tie weer aan te gaan. Dit is temeer gewenscht, zoo betoogt dit orgaan, nu in de laatste dagen nog een uiterste poging schijnt te worden be proefd, om de verstoorde samenwerking FEUILLETON Het onrecht gewroken. De korte aarzeling en de toon, waarop hij dat laatste woord uitsprak, zei ge noeg. „Dat is jammer." zeido tante Jeanne, terwijl ze diep adem haalde, „want zoo als je uit dezen brief ziet, kan daar nooit iets van komen. Liefde is heerlijk voor de jonge menschen, maar er zijn ook an dere gedachten, die de borst van en jon gen man doen gloeien eerzucht, roem en de hoop op een schitterende toekomst. Dit alles ligt in je hand, met het geld van je oom en een rijke vrouw. Niemand kan toch van je verlangen, dat je dat al les opgeeft voor liefde in een hutje met Mies?"- - Toen word het gezicht van den jongen man weer stug en zijn stem klonk koel, terwijl hij antwoordde: „Er bestaan nog meer dingen, waarop een jonge man prijs stelt en die hij voor niets of niemand opgeeft, al wil men hem ook omkoopen! Dat zijn manlijkheid en onafhankelijkheid, vrijheid van wil en het recht de vrouw to kiezen en ie win nen, van wie hij houdt! Ik weet niet, of Mies ooit van mij zal houden, maar ik ter rechterzijde weer op gang to brengen. Wij verwijzen in dit verband naar het geen het Eerste Kamerlid, de lieer Blom- jous, op het Reconstructie-congres der R. K. Werkgevers te berde bracht. Immers, meer en meer wordt het dui delijk, dat de lofwaardige pogingen van den nieuwen formateur op een misluk king dreigen nit te loopen. Volgens een mededeeling in het „Han delsblad" moet do heer Beelaerts van Blokland aansturen op een extra-parle mentair Kabinet, zoo niet van uitsluitend rechtscho leden dan tocli van ..rechtscho signatuur". Is dit bericht juist, dan tracht hij eigenlijk niet veel anders to doen dan wat zoo pas aan den heer Koo ien onmogelijk is gebleken, en is het geen wonder, dat zijn pogen weinig vordering schijnt te maken; want in den grond moet hij dan op hetzelfde probleem stuiten Bij herhaling moeten we dies blijven, aandringen op nieuw overleg tusschen do partijen van rechts, wier verantwoorde lijkheid wij met den dag ernstiger afme ting zien aannemen. En dan vóór alles: open kaart spelen. KERK EN SCHOOL Dr. D. H. Th; Vollenhoven. Na een ernstige ongesteldheid van 10 maanden, trad Dr. D. H. Th. Vollenhovertf pred. bij de Cicref. Kerk van 's-Gravenha- ge, Zondagmorgen in de Hulpkerk onver wachts voor zijn gemeente op. Spr. bepaal de zijn gehoor bij Jes-aja 40: 13 en han delde over de opdracht om Jeruzalem te troosten, 1. door voorspelling van verlos sing, en 2. door de handhaving van de vastheid des Woords. Voor-spr. aan zijn predikatio beg'"!, vertolkte hij met een enkel woord zijn blijdschap en dankbaarheid jegens God en menschen. God brak lichaam en geest en bracht hem aan den rand van het graf, maar schonk hem op het gebed van gade en gemeente, weder het leven. Daarom roept spr. met Hiskia uit: „Want het graf zal u niet leven, en de dood zal u niet prijzen. Do levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden doe." Aan het einde van zijn predikatie uitto do gemeente haar blijdschap, door den. herstelden prediker staande de zegenbede uit Ps. 134 toe te zingen, waarvoor deze dankte. Ds. R. Zijlstra. Zondag is Ds. R. Zijlstra, Gcref. pred. van Delfshaven, weer voor 't eerst, na heb voor eenige maanden getroffen ongeval, voor de gemeente opgetreden. Doch Ds. Schoonhoven, van Delfshaven, werd door ©en plotseling in aftreden ongesteldheid verhinderd Zondag j.l. in den dienst des Woords voor te gaan. Ook een preektekst. In oen Noord-Hollandsche Kerkblad kondigt oen predikant aan, dat hij zal preeken over: „Het begrip is de nietigheid, waarin zich het oneindige leert kennen; onze ken nis van God is Gods kennis van ons en de ware zelfvernietiging, is werkelijke ze'fverruiniing tot Goddelijke wijsheid". Onthoud, zegt „De Rott." zulk een tekst eens zonder naar uw hoofd te grijpen! Het woord werd genomen niet uit den Bijbel, maar uit het Boek der Spreuken van Prof. Bolland, 2:222. Men kan in Noord-Holland heel wat verwerken, zooals het schijnt. Meer dan in vroeger tijd. Toen was daar een preek al gauw te „goddelijk". De Nutsrede met wat moppige voordrachten wenschte men liever op den kansel. En nu? Lees nog eens weer: „Het begrip is de nietigheid, waarin zich het oneindige leert kennen, enz. enz." Geer» vicariaat. Er komt, zegt. de N e d o r I., in de Her vormde Kerk geen: verplicht vicariaat. Wij gebruiken do vreemde aanduiding „vicariaat", hoewel er een goed Hollandsch woord is: „hulpprediker." Maar de sfeer om het laatste woord is anders dan waar de Duitschor van s,Vicar" en do Engelsclie van een „vicar" spreekt. Bovendien is het woord „hulpprediker" dubbel-zinnig in de genoemde Kerk. Dus vicariaat! D. i. dat de a.s. predikant practischon. arbeid verricht, voordat hij zelfstandig predikant wordt. Hij lielpt dan anderen en bovendien schoolt hij zich-zelf. De synode had zich twee jaar achtereen gunstig over de gedachte uitgelaten en een dosbetreffsnd voorstel aangenomen. Maar de 'led-en der provinciale Kerkbe sturen hebben het afgestemd. weet, dat zij de liefste, de braafste, de edelste van alle vrouwen is voor mij, en om het recht te hebben om naar baar hand te dingen, geef ik al liet geld van mijn com op en bevrijd ik mij van de dwingelandij van zijn wil. God zij dank, heb ik hersens en handen om te werken en heerlijk zal liet zijn, om ze te kunnen gebruiken voor mijn vrijheid en voor Mes als zij mij tenminste wil hebben! „Ik ga dit besluit nu schrijven en zal bet met allen eerbied aan mijn oom zen den, die moet inzien dat ik niet langer een kind ben, dat hij kan leiden aan den band van zijn onredelijken wil." En terwijl hij zijn hoed afnam, verwij derde de jonge man zich. Tanto Jeanne bleef alleen op de rots achter en keek hem na. „Dat is een kerel!" zei ze, „en liij ia de liefde waard, die de kleine Mies hem rijkelijk zal schenken, 't Lieve kind! Ik ken haar "hart beter dan zij het zelf kent. Wel, de toestand wordt al meer en meer ingewikkeld. Ik had niet gedacht, dat er ook nog een liefdesgeschiedenis bij zou komen, toen ik mijn plan maakte." HOOFDSTUK X Op een avond, toen ze uit het dorp kwain,^ zag tante Jeanne een treurig ding. Een arm lrui-sgeaiii, blijkbaar r.on- Wij kunnen het nauwelijks zonder bitter heid schrijven. Wie met jonge predikanten omgaat, hoert regelmatig één klacht van hen. Niet van allen, het is waar. Niet van hen, die geabonneerd zijn op een waterleiding en maar praten, praten, preeken, preeken kunnen'; de kraan gaat open en de woor den stroomen (niet de gedachten doch de woorden strcoinen.) En niet van degenen, die zich een gareel hebben aangeschaft, eer zij binnenstapten in de pastorie: zoo doet men, zoo Antwoordt men, zoo vraagt men. Alles routine en zonder ziel. Doch die als jonge mannen herder wot- den willen en vol ernst bekommerd zijn, of zij wel leiden zooals geleid moet wor den en wel den zielen gevon, waarnaar ze hongeren en waarop ze#-echt hebben. Jon ge mannen met een onrustige ziel. Welnu: uit hen gaat regelmatig één klacht op. Deze: dat de opleiding aan de academie onvoldoende is. Te weinig prac tisch: zelfs men vergeve de zonderlinge formule te weinig theoretisch-practisch. Hier moet herstel komen. Toen liet aoademisch statuut de studio aan de hoogeschool meer of min wijzigde, kwamen de kerkelijke hoogleeraren bijeen om te onderzoeken, welke wijziging het kerkelijk hcoger onderwijs behoeft. Zij wisten van de klacht der jonge pre dikanten en zeiden: meer practijk! De collegestof meer practisch'en.dan meer oefening. Ze formuleerden hun gedachten.. De. Sy node stemde met hen in. Daar werd ook het plan geboren om een! verplicht vicariaat in te voeren. Natuurlijk in bescheiden vorm. Wie in een Kerk iets grootsch wil wer ken, die moet klein en onnoozel beginnen. Zoo begon het dus hier. Iemand zou voortaan, eer hij predikant word, drie maanden ergens gewerkt moe ten hebben. Let op, wat dit zegt. Ergens; zoo algemeen mogelijk dus, zon der scherpe belijning, zonder dwang, met ruime keuze. Drie maanden; niet een jaar, zelfs geen half jaar; heel kort slechts. En voor de intree; niet voor het laatste exa men, zoodat de studie-tijd verlengd wercl; maar voor do intree, d. i. wanneer het den candidaat maar past. Zoo soepel mogelijk dus. Of er geen bezwaren tegen zijn? Natuur lijk; wie heeft ooit gehoord van iets goeds, waartegen geen bezwaren rezen t Maar de vraag is: wat zwaarder wegen moest, bet bezwaar of de beoogde vrucht. Reeds ter Synode klonken de bezwaren1. Moet men dit nu ook weer reglementee ren? Is het wel zeker, dat de candidaat terecht komt bij een practisch man? Mag de Kerk tot zulk een arbeid verplichten, als zij geen recht heeft om een arbeids veld aan te wijzen? Is drie maanden niet te weinig? In do kerkelijke adviezen klonk betzelf de en werd bovendien geacht, dat dé om schrijving te vaag is. 't Is alles de oude geschiedenis; er wordt to veel gevraagd on. ook to weinig; er werd te veel gepreciseerd eh ook te weinig. Do tegenstanders zijn het onder ling volmaakt oneens en ze zijn niet in staat om iets goeds te geven. Maar ze zijn bereid, het voodgestelde om hals to brengen; dan komt neb voorgesteld niet; het betere komt ook niet. Bij al de bezwaren is er slechts één, dat wij e^n wezenlijk bezwaar kunnen ach ten: mag de Kerk een verplichting opleg gen zonder dab zij den waarborg schept, dat aan die verplichting voldaan kan worden? Formeel is dat volkomen juist. Maar practisch is het niet vaa waarde bij heb kleine aantal candidate» en heb grooto aantal predikanten, evangelisaties, plrilan- thropische inrichtingen. Enbij dc be hoefte aan werkkrachten alom! Of zijn wij te pessimist? Is er geen behoefte meer aan liulpkrack- ten in Gods Koninklijk? En is er geen behoefte aan practische scholing? AVij gaven er wat liefs om als wij even kalm daarover konden oordeelen als de tegenstemmers. De Hervormde Kerk zegt nu dus -- want er is geen voorstel ter tafel dat de opleiding van haar a.s. predikanten in orde is. Fiat- De Gereformeerden en de N. C. S. V, In het jaarverslag van de N. C. S. V. heeft de Secretaris Dr. H. C. Rutgers ge klaagd over het zich afzijdig lioiidieni van de N. C. S. Y. van .Gereformeerde studen ten. De N. O'. S. V. lieeft de Gereformeerde studenten >en de Gereformeerde studenten] de N. C. S. V, noodig. der vaste woonplaats, lag in liet gras bij den weg, om daar den nacht door te brengen. Zo zagen er zeer armoedig en vervallen uit: ze vielen bijna flauw van den honger on hun bloole voeten waren opengeloopen en vol blaren van liet lange zwerven over warme, steenachtige wegen. Toch schenen izj geen menschen. té zijn, die aan dat leven gewoon waren, hoe arm ze er ook uitzagen, want men kon 't hun nog wel aanzien, dat ze betere tijden ge kend hadden. Men een rood, opgezet ge zicht en een benauwde ademhaling lag de kleinste jongen met zijn hoofd op den schoot van zijn moeder. Hij was niet al leen doodaf, maar ook ziek. Maar tante Jeanne had het treurige gezien, loon het opeens veranderde; want daar kwamen met medelijdende gezichten alle leden van de familie Todd aanloopen met brood en melk. Tante Jeanne ging achter een dichte struik staan, om te zien, wat er zou ge beuren; en ze zag, dat ze mot vriendelij ken aandrang de arme zwervelingen uit- noodigden om te eten en te drinken en dat ze de kleintjes zelf mei eigen handen hielpen: tenminste Nelly was al bezig bet kleine zieke jongetje een stukje brood in den mond te stoppen. Toen kwam tante Jeanne voor don dag en werd door het jonge volkje mtl ge juich ör.t'u'xp Ds. v. Mculsii koiut in het Frics.h kerkblad hiertegen op en wijst op het besluit van de Leeuwarder Synode, dat Gereformeerde studenten afraadt lid van de N. C. S. V. te worden. ,,'t Is dan ook te hopen, schrijft ds. v. d. Me uien, dat het zoet gefluit van dr. Rutgers onze Geref. studenten, niet van de wijs zal brengen en dat zc zullen blij ven luisteren naar de waarschuwingen der Synode, die toch meer gezag bij 0113 moet hebben dan particuliere meaning-em Nog altijd is de N. C. S. V. onkerkelijk, op 'n -allervaagsten grondslag, 'n alle gaartje van de meest uiteenloopende mceningen. Hare onkerkelijkhid brengt mee, dat ze samenkomsten houdt tijdens de samenkomsten der gemeente en daar hare leden heenlokt. Naar den aard der liefde willen we gaarne aannemen, dat dr. Rutgers getrouw met de Geref. Kerk van Driebergen vergadert, doch van ande re Geref. leden der N. C. S. V. weten we met stelligheid dat zij op den dag des Heeren, een conferentie van hun afdee- ling stellen boven het opgaan met do gemeente naar het huis des gebeds. Trouwens wat betreft heb woord Gods houdt de N. C. S. V. er geen meendng op na; wel houdt ze Bijbelbesprekingen in Bijbelclubs, maar ieder deelnemer- is vol komen vrij van den Bijbel te denken wat hij wil. Geen wonder, dat bij zulke opvat- tingen de prediking des Woords hare be langrijkheid verliest. Neen, wij hebben, de N. C. S. Y. aller minst noodig. Onze Geref. studenten aan de openbare universiteiten hebben hun eigen organisatie, die met Amsterdam en Kampen samenwerkt en samenstreeft naar de ontwikkeling van heb Geref. studenten leven." Gemeenteraad Rijnsburg. (Slot.) De heer Brussee vraagt nog eens, of er aan de wanverhouding in het salaris van da hoogere ambtenaren nu niets is te doen. De oudere raadsleden, Jonker en J. Schone veld, zetten de situatie uiteen. Indertijd waren de salarissen van burge meester en secretaris van dien aard, dat men wel moest besluiten dc beide func tie'» te vereenigen. Nu de salarissen van ieder voor zich voldoende zijn, heeft de Raad goen bevoegdheid meer de beide ambten te scheiden. De heer v. Delft illustreert nog met een treffend voorbeeld, dat de jaarwedden in den goeden ouden tijd soms bedroevend waren: De Gemeenteontvanger genoot f350.per jaar. De heer J. Schoneveld hakt de Gor- cliaa-nsche knoop, waarin dp besprekingen geraken, door met e>en voorstel om aan Ged. Staten beleefdelijk te verzoeken de jaarwedden der hooge le ambtenaren met ingang van 1 Januari 1924 met 10 pet. te verlagen. Onder diepe stilte (men kon het gas hoo ien suizen) werd dit voorat-el aangenomen met 7 tegen 4 stemmen (die van de heeren v. Klaveren, Kort, Knijff en v. Delft). De heer S. Schoneveld: „Arme wet houders" l De heer v. Delft: „Je bent nog jong", D'e Y o 0 r z. zegt-, hoewel hij er .niet veel heil van verwacht, toch in den Raad te willen brengen een verzoek, waarmee de beide wethouders niet instemden, n.l. om aan den heer A. v. Haarlem, die ter secre tarie werkzaam isj een vaste positie en daarmee evenredige belooning toe te ken nen. De heer v. d. Gugten wil even op merken, dat-, indien de wethouders er niet voor zijn, de Raad er zeker niet mee accoord gaat. De V o o r z. verwondert zich ©enigszins over die grooto homogeniteit. De lieer Kr alt informeert- wat de be trokkene thans voor wedde geniet, waarop de voorzitter antwoordt, dat deze, daar hij niet buiten een hulp kan,*door hem uit eigen zak wordt bekostigd. De heer v. d. Gugten: „Ja. ja, hij heeft een vaste knecht!" Wethouder S. Schoneveld had niet verwacht-, dat de voorzitter op eigen gele genheid hiermede in den Raad zou komen, terwijl het Dag. bestuur in anderen geest heeft besloten. Het stond vooruit vast, dat het eenige resultaat zou zijn een minder prettige discussie. Op desbetreffende vra gen heeft de burgemeester nooit pertinent verklaard meer personeel noodig te hebben Indien dit wèl was geschied en tevens het bewijs van de noodzaak van meer per soneel was gegeven, dan zouden B. en W. zeer zeker bij den Raad met een voorstel gekomen zijn. Het eenige motief, dat spr. in do houding van den voorzitter kan „Tanto Jeanne! tante Jeanne!" riepen ze uit, ,,w,e moeten n juist hebben! "VVij hadden van dio arme uitgehongerde men schen gehoord en hebben hun toen 0113 eigen avondeten gebracht. Dat vonden wij, dat wij wel mochten doen; maar ver der kunnen wij hen natuurlijk niet hel pen. Maar misschien kunt u ons wel raad geven, om een slaapplaats voor hen te vinden in een schuur; want 't kleine jon getje is ziek en ze kunnen niet verder met hem gaan." De magere, vermoeide moeder keek op met betraande oogen. „God zegeue u voor uw vriendelijkheid, lieve kinderen! Ja, wij hebben het nooit zoo erg gehad als tegenwoordig. Maar do mijn, waarin mijn man en de jongens al- lijd gewerkt hebben, is den heelen zomer gesloten geweest en zoo waren we ten laatste gedwongen, om naar een andere plaats to verhulzen, waar wij gehoord hadden, dat wel werk to krijgen was. Anders zouden wo daar al een paar da gen geleden aangekomen zijn, als ons kleinste kindje niet zoo ziek was geweest, dat hei niet verder kon, en dan zouden wij er ook niet zoo slecht aan toe geweest zijn." En toen zag tanto Jeanne, hoe erg het. Meino kind was, waarmee Nolly zacht Tui ernstig zat te praten. iSnel en biino ruw rukte zc- het lriui aardceren is, dsl tie ze den teer t. Haar- lom, voor wiens werk spr. allo lof heeft, een vaste betrekking wil bezorgen. Da wijze waarop deze zaak in den Raad i i gebracht is evenwel niet bevorderlijk aan de goede verhouding ia bet- Dag. Beste ir. De Yoorz. laat het min cf meerder© succes in het midden. Ais lid van het Da.,, bestuur heeft hij altijd het recht niet voor stellen bij den Raad te komen. De heer S. Schoneveld wil ©it rcclib niet ontkennen, maar vindt het onverstan dig dc wethouders niet daarvan tc verwit tigen. D heer Knijff zou ook wel gaarne ocr.s het bewijs hebben, dat meerdere hulp noo dig is, De Yoorz. zegt hier niet in finesses to kunnen treden. Als ik hem, zegt spr., niet nocdig had, dan had ik hem niet. Daar nu toch gebleken is, dat de Raad er op dit oogenblik niet mee kan instemmen wil spr. dit voorstel terugnemen, om het met do wethouders nog nader onder de oogen to zien. D-e heer J onker wil do levering van brandstof voor Raadhuis en school aanbe steden. Het is goedkooper en ieder heeft ©en kans. Gerenvoyeerd naar. B. en W. om-advies. Over verschillende pesten wordt eenige bespreking gevoerd, welke ondanks tic vaak humoristische geest geen redenen tob memoratie geeft. De heer J. Schoneveld vraagt of het kant-oor van dien gemeente-ontvanger niet in het secretarie-gebouw is te vestigen Dat spaart f 130.uit. De Yoorz. zegt-, dat B. en W. geen bc-' slissing hebben gen-omen. De heer Schoneveld zegt, dat twe© redenen hem beletten een voorstel in dien geest te deen, daar er bij verplaatsing tocli ook kosten gemaakt moeten worden en d© ontvanger dan met een enkele zittingsdag kan volstaan, wat voor de burgrij groot ongerief zou brenger- De heer J. Schoneveld vindt een post van f 150 voor onderhoud der brand- bluschmiddelen te laag. We mogen niet do kans loopen natte voeten te krijgen indien men naast de slangen loopt. Spr. wil ©en verhooging van f 100. .De V o o r z. en de heer Kort (oud- opper-brandmeester) merken op, dat de brandbluschmiddelen uitstekend in orde zijn. De slangen moeten echter eerst „door getranspireerd" zijn. De Yoorz. wil dankbaar gebruik mar. ken van het voorstel tot verhooging 01i het aantal brandkranen uit te breiden. Op een vraag van den heer Jonker, hot, heb staat met de onderhandelingen met do Burgerwacht-, kan de voorz. niet- antwoor den. De heer Jonker vraagt-, otf, nu de gasprijs verlaagd is, de pest Openbare Ver lichting niet verlaagd kon worden, waarop ontkennend wordt geantwoord. De heer v. d. Gugten wil op de plaats van de middeleeuwsche lantaarn op do Buitenweg, er een fatsoenlijke neerzetten, Do Wethouder zegt dat deze lan taarn daar ge plaatst is op verzoek van particulieren. Na oen geheime zitting wordt besloten een post voor de waterleiding met circa f 100.terug te brengen tot f 3100.-- Op advies van B. en W. is besloten, in gaande 1 Januari a.s., de huurcommissio op te heffen^ waardoor e>en begrootingspo3t' vervalt-. De heer Knij f f vindt een post van f G00 voor onderhoud straten c.q. te laag. De heer S. Schoneveld zegt dat do tijd er niet naar is buitengewone dingen te doen. Vernieuwingen zullen dan ook niet worden aangebracht-, alleen herstellin gen. Voor de nieuwe bestratingen moeten leeming-en gesloten worden. De heer Jonker doet bij ©en der pos ten do vraag of in de vacature van een onderwijzeres kan worden voorzien, waar op d© Voor z. toelicht, dat omtrent dezO zaak de 16e December uitsluitsel kan ko men. Besloten wordt-, wegens het vergevorderd uur, de behandeling deT begrootirig (o schorsen. Punt. 7. Benoeming verloskundige. Wordt aangehouden. Met alg. stemmen wordt besloten een leening aan to gaan, groot f850—, voor 9 beschoeiing Kat wijkereind en inrichting oemer burgemeesterskamer in het stadhuis. Algemeen was men het er over eens, dat B. en W. wel een paar „mooie stoelen" mogen hebben. Vandaar de bereidwillig heid hiervoor f400.toe to staan. Hierna kwam aan de orde de „zit-kwes- tie", door dr. Jonker op hot tapijt ge bracht. Zijn verzoek tot reglementswijziging werd -door de commissie in gunstige over weging gegeven. weg en.vroeg driftig, waar ze allen hun hersens hadden, dat ze haar zoo maar vlak bij dat zieke kind lieten zitten. ,,'t Is alleen maar wat kou, mevrouw, zeide de vrouw nederig. „Hij klaagt al leen over wat keelpijn en benauwde adem* haling." t „Ach, laat mij, tanto- Jeanne! smeek to Nelly, „mag ik blijven zitten bij liet arme jongetje? Hij heeft geen thuis, zegt hij, en hij is zoo moe van het loopen op den langen, langen weg, en nu heb ik hein verteld van het Huis voor de kleine kin* dertjes daarboven in den helderen, blau wen Hemel en van Jezus, die gestorven is, om ze daar te brengen, en die dc kleU ne lammeren aan Zijn hart draagt, zoo* dat zo nooit meer moe worden. En toen begon hij teglimlachen. tanto Jeanne, en hij zag er zoo gelukkig uit: toe, laat mij weer naar hem toegaan, om hom nog meer te verteHenl" Maar tante Jeanne droeg haar onver biddelijk weg: want ze was bang, dat d© jongen misschien keelziekte zou herben. En die vrees werd spoedig bewaarheid, toen ze allen onder dak gebracht waren' in een warme schuur en de dorpsdokter; clio geroepen waS verklaarde, dat bet werkelijk die gevreesde ziekte was. (Wordt veryplgd) Is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5