Dagblad voor Leiden en Omstreken.
Het onrecht gewroken.
NIEUWE LEIDS
ODRANT
ABOflifêESGiESSTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal ......f2.90
4üe JAARGANG. - DONDERDAG 15 NOVEMBER 1923 - No. 1089
BureauHooigracht 35 - Leiden
ut. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTE&TiE-PtiüiS
Gewone advertentiën per regel 22K ccnfr
- Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief.
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta*
ting - van ten hoogste 30 woorden, worde*
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
V Wij en de crisis.
Be rede door den. heer Golijn Dinsdag
te Amsterdam gehouden is thans in druk
verschenen.
Enkele van de meest belangrijke en
actueels gedeelten laten wij hier volgen.
Aan het slot van zijne rede stelde de
heer Golijn de vraag: wat is nu ons
standpunt ten aanzien van de oplossing
der crisis?
Eu het antwoord luidde:
.Voorop sta dan, dat wij het heengaan
van dit Kabinet betreuren, ook om rede
nen van zuiver A. R. politiek. We had
den van dit Kabinet te wachten:
Een nieuwe Zondagswet.
Een regeling van het vraagstuk der lijk
verbranding.
Een wijziging van art. 123 van het
ïnd. R. R. inzake de toelating der zende
lingen.
Een wetsontwerp tot geleidelijke af
schaffing van de Staatsloterij.
Afschaffing van den stemplicht.
Voorziening met betrekking tot den vac-
cine-dwang.
Een wetsontwerp tot regeling van de
rechtspositie der Kerken in den geest van
het rapport der Staatscommissie-Anema
Dat alles vervalt nu met het heengaan
van dit Kabinet en daarmede valt ook
de vervulling van menigen anti-revoluti
onairen h arte wen sc h.
In '\r tweede plaats spreek ik als mijn
overtuiging uit, dat een voortzetting van
de samenwerking in de toekomst mocht
doen hopen op zegenrijken arbeid in het
belang van land en volk, zooals die ook
in het verleden verricht is geworden.
Maar dit alles mag ons niet het oog
doen sluiten voor de nuchtere feiten on
het al1 es beheerschende politieke feit is,
dat er sinds 26 October geen rechtsche
meerderheid meer is.
De zestig van 1922 zijn gedaald tot 49
in October 1923. Op dien 25sten October
heeft de R. K. Kamerfractie op een be
langrijk punt van staatsbeleid de ver-,
vulling van onze roeping als zelfstandige
staat aan het Kabinet den steun, ont
houden waarop het op grond van dö
onderteekening van het regeermgsprogram
van 1922 rekenen mocht.
Voorts is er gegronde reden om aan te
nemen, dat het bezuinigingsprogram dor
Regeering, uitwerking van een program
punt van het Kabinetsprogram van 1922,
evennrn on den onverdeelden steun der
R. K. fractie zou hebben kunen rekenen.
Uit de feiten, uit den toestand, zooals
die nu eenmaal is, kan de Anti-revolutio
naire Partij bezwaarlijk een andeTO con
clusie trekken dan deze: zoolang de toe
stand van 26 October niet g r o n d i g ge
wijzigd is, Is herstel der saamwerking
volstrekt uitgesloten.
Aan h'jmen en krammen doen wij niet
mee.
Onder geen voorwaarde' zijn wij bereid
mede te werken aan de vorming van een
Kabmet, dat zeker is van felle aanval
len van den vijand en niet zeker van
den steun van zijn vrienden.
Ik begrijp, dat dé linkerzijde dit gaarne
zon zien.
Ik begrijp, dat het voortgaan met een
half opge'apt rechts Kabinet, dat over
één maand of 2 a 3 maanden weer een
politieke nederlaag lijden zou, door hen
gewenscht wordt.
Ik begrjp, dat men ons graag zott doen
zien, wat na den val van het Kabinet-
Kuy.per, het Kabinet-de Meester te zien
heeft gegeven.
Ik begrijp, dat men daar het liefst een
Rechts KaMnet ziet, dat van de eene ne
derlaag in de andere struikelt, maar gij
èn ik wefeu tevens, dat men ook op dit
terrein niet doen moet wat de tegenstan
der ons wil laten doen.
Elk Kahipet, dat den steun der Anti-
Revolntionairo Parirj begeert, zal op zijn
program twee punten moeten hebben, die
voor ons als onafwijsbare eischen gelden.
Het zal het financieel evenwicht moe
ten herstellen en de wijze, waarop dat
zou moeten geschieden, heb ik zooeven in
hoofdtrekken aangegeven en het zal op
do bres moeten staan voor de vervulling
van onze verplichtingen als zelfstandige
Staat.
En vraagt men mij nu tenslotte na deze
niet al te onvoorzichtige beschouwing,
wat er gebeuren zal, dan moet ik zeggen:
ik weet het niet. Tot hedenavond toe was
de eerste stap zelfs nog niet gedaan.
Maar ik kan wel zeggen, wat ik niet
geloof. En dan geloof ik niet, dat een
Rechts oh Kabinet met Anti-Revolutio
naire deelneming op dit oogenblik te
verwezenlijken is."
V Wij worden weer jong.
De vraagt rijst, aldus vervolgdo de heer
Golijn, wat zal dan onze positie zijn?
„Deze vraag werd ook eergisteren ge
daan in 'n vergadering, die ik de eer had
voor te zitten en daar was een oud-mede
strijder, die de 70 al bereikt had en weet
ge, hoe die het uitdrukte?
Toen ik hem hetzelfde zeide, wat ik
zoo even.uitsprak, antwoordde hij: maar
dan worden wij weer jong. Hij
bedoelde daarmede, dan gaan wij weder
terug naar den tijd, toen de Anti-Revolu
tionaire Partij vrij voor haar idealen het
politieke strijdperk binnen trad.
Ik wil niet ontkennen, toen dat gezegd
werd, dat er in mijn binnenste een snaar
werd aangeroerd.
Toch is'er verschil. Er is dit verschil,
dat in die vroegere periode, toen de Anti-
Revolutionaire Partij alleen den strijd
'móest strijden, dat wij toen voor uitslui
tend höoge geestelijke idealen het politieke
tournooiveld binnentraden en dat op dit
oogenblik het centrum van de politieke
belangstelling toch altijd blijft de moede-
looze financdeel-economsiche toestand,
waarin West-Europa, en ook ons land
verkeeren.
Toch zou ik een beroep op U willen
doen, dat wij deze zaken niet van buiten
alleen, maar ook van binnen zien.
Want achter die materie&le dingen, zoo
als wij ze doorleven, liggen ook belang
rijke geestelijke waarden.
De materieele ellende, die op het oogen
blik heerscht, is belangrijk. Maar van
meer gewicht is nog de ontbindende in
vloed, die van die materieele ellende uit
gaat op het geheele geestelijke en zede
lijke leven.
Niet het verlies van geld en goed is het
belangrijkst, maar het verlies van die
rijkdommen, die geld en goed in waarde
overtreffen. Daarover na te denken is ook
roeping van de An-ti-Revolutionaire Partij
in dezen tijd.
Wanneer wij deze dingen blijven stel
len in het centrum, van de politieke be
langstelling, dan moet onze ziel zich le
vendig bewust Mijven, dat wij met deze
dingen ook groote geestelijke belangen
dienen."
STAOSHEEUWS.
Chr. Nat. Werkmansbond.
De plaatselijke afdeeLing van genoem
den Bond hield gisteravond onder leiding
van Prof. H. M. v. Nes in de Oosterkerk
haar 20ste jaarvergadering, als spr.
waarin optrad Dr. Norel, met het onder
werp: Inwendige zending, waarvoor de
muzikale medewerking werd verkregen
van de Chr. Zangver. „Hallelujah", eu de
dames A. v. d. Reijden en Mej. -Zand-
voort.
In zijn inleiding van den spr. zette prof.
v. Ne-s uiteen h>e men tot liet beleggen
van een vergadering als deze was geko
men. Eenige leden van het bestuur der af-
deeling hadden n.l. tot spr. de vraag ge
richt: Wat beteekent toch do inwendige
zending, en de contribution,welke wij er
voor betalen, waarop sprJjjin 't kort die
vraag had beamtwoord, &r tevens aan
herinnerende, hoe ook hierfter stede eeni
ge jaren geleden een comité v. inwendige
zending was opgericht, waarin predikan
ten van onderscheidene kerkelijke richtin
gen zitting hebben en dat ten doel heeft
zooveel mogelijk alle levensterreinen te
doordringen met den geest van Christus.
Op advies van spr. heeft het bestuur
zich toen gewend tot dr. Norel, wiens
speciaal werk het is voor de inw. zending
op te treden, die dOT ook in besloten kring
voor de leden der afdeelmg een verhan
deling zou houden óver de bo teekenis van
liet werk der inw. zending, naar aanlei
ding waarvan de leden vragen zouden
kunnen stellen.
In afwijking van de eerste plannen ech
ter werd dr. Norel uitgenoodigd op deze
jaarvergadering te spreken.
Nadat Mej. Zandvoort, die zich ook na
de opening reeds had laten hooren, eeni
ge mooie solo's had -gegeven, kwam dr.
Norel aan het woord.
Het verheugt spr.., te zijn uitgenoodigd
door den Werkmansbond, temeer omdat
eveneens in „Patrimonium", de groote
organisatie wier werk met dat van den
Werkmansbond parallel loopt, voor de in
wendige zending belangstelling is ont
slaan.
Inwendige Zending en het Chr. Sociale
leven staan dan ook in het nauwste ver
band met elkaar. Zoo dikwijls stuit men
bij het indragen van het Evangelie in de
maatschappij, op sociale vragen.
Vervolgens geeft spr. een uiteenzetting
van de inwendige zending in haar ver
houding tot de kerk, waarhij hij herinnert
nan het beleende woord van Wichener: ,De
kerk moet zeggen: beide, het Geloof en de
Liefde, be-hooren mij! om daarmede aan
te wijzen, hoe naast 't geloof in het belij
den, de liefde het meest uitkomt in het
verzachten van lichamelijken nood.
In een schoone rede laat spr. zien, hoe
dikwerf de zorgvuldigheden van het le
ven, de ff jdelijke moeilijkheden en nooden
voor duizenden oorzaak zijn, dat zij,
hoewel de noodzakelijkheid van het ge
loof heseffende, nimmer den waren weg
vinden waarlangs, zij- tot rust zouden
kunnen komen. Daarnaast worden er in
de hedendaagscke maatschappij hoe lan
ger hoe meer aangetroffen, voor wie de
Bijbel een gesloten boek is. Voor hen geld
liet woord van Augustinus: Zij weten wel
waarheen het moet, maar niet langs wel
ken weg.
Achtereenvolgens teekent spr. verschil
lende maatschappelijke nooden, die de
inw. zending tracht, te lenigen, door haar
zorg voor zieken en cngelukkigen, gevan
genen, gevallenen en de verwaarloosde
jeugd.
Aan de hand van verschillende figu
ren uit de geschiedenis van dezen arbeid
laat spr. enkele schoone resultaten zien,
die bat bestrijden van den tij-delijken
nood dikwerf tot uitkomst had.
„Waar geen doorgang meer mogelijk
werd geacht, daar baande de Liefde het
pad".
Om alle beschikbare kracht nuttig aan
to wenden evenwel, is centralisatie noo-
dig. Het mag geen liefhebberij worden.
Of de inw, zending noodig is, hooTt spr.
vragen. Hij antwoordt toestemmend, om
dat de inw. zending velen bereikt, die met
de kerk of in een ververwijderd, of geheel
niet in het verhand staan.
Wie het. werk moet dragen? De Ge
meente. Zij geniet van den geestelijken
overvloed in Christus, dat genot brengt
naar het woord van Wichener ook plich
ten mede. De inwendige zending, die ar
beidt met woord (Evangelisatie) en daad
(liefdewerken) is een der meest natuur
lijke levensuitingen der Kerk.
Spr. hermende ten slotte aan de woor
den van Plato: „Waar overvloed en ge
brek elkander raken, ontslaat de vreug
de", terwijl Boutens zegt:
Nog ligt door Schelfzee en Jordaan,
FEUILLETON
S)
„Maar ze zal dien niet krijgen, want
.mijn daden worden alle slecht uitgelegd."
Haar stem had weer denzelfden scherpen
toon. „Maar dat komt er niet op aan; ik
^al het geld van mijn man houden en
- ~roor zoover het in mijn macht is, zijn wil
naar de letter volbrengen. En nu nog één
ding. Ik wou gaarne dé namen en adres
sen van al zijn naaste familieleden heb
ben, want den zwerm van verre neven en
nichten tel ik niet mee."
„Dat is gauw gedaan," antwoordde de
heer Sharpnell. ..Ten eerste hebben wij
do fanrlie Harrison Todd, dan Max
Kendle, den zoon van zijn halven broer
en ten laatste zijn neef, Jakob Todd 'met
zijn familie.
„Waarom noemt u Jakob Todd 't laatst
terwijl hij vroeger zijn e'enige erfge
naam was?"
„Om de groote fout, die hij begaan
heeft. U weet toch, dat zijn oom hem die
nooit heeft vergeven?"
„U meent die groote geldsom, die mijn
nian hem te bewaren had gegeven en die
WJ zich toen heeft toegeëigcrou?"
,/Ja." '-*?•-
Mevrouw Kendle zweeg eenige oogen-
blikken.
„Weet ge," zeide zij, „ik heb reden om
te gelooven, dat mijn man over die zaak
erg getobd heeft vóór zijn dood. Hij had
gewetenswroeging, cf hij niet te snel ge
oordeeld had en zijn neef misschien on
rechtvaardig had laten lijden. Het was
waar, dat Jakob het geld 't laatst in zijn
bewaring had en dat het verdwenen was.
Maar hij had toch het gevoel, dat hij al
leen aan een waarsclrjnlijkheidsbewijs
niet zooveel had mogen hechten tegenover
de vroegere onkreukbare eerlijkheid van
zijn neef. In den grond van zijn hart
had hij veel van hem gehouden en die ge
negenheid is in zijn laatste levensjaren
weer toegenomen. En daarom neb ik be
sloten om te trachten hem persoonlijk te
leeren kennen en ook de beide andere tak
ken van de familie, die- u noemde en
daarom ben ik van plan ze allen te vra
gen op villa Rozenhof."
„Om te logeeren, bedoelt u?"
„Ik zal hen vragen, om daar te zijn, als
ik er kom," zeide de oude dame, „en"
er kwam even een ondeugende glans in
haar heldere oogrn „tante Kendle weet
wel een middel om hun karakters te be-
studeeren, voordat zij zichzelf aan hen
bekend maakt. Eerst zal ik mij aan hen
vertoonen als een arm, ongelukkig lid
Van mijn familie; tegenover haar zullen
het pad, gebaand en droog;
nog kunnen Liefde's kind'ren gaan,
waar Israël's leger toog.
Het zangkoor, dat door een wijziging
in het programma zijn repertoire ineens
moest afwerken, gaf nu onder de 1 goede
leiding van Mej. Tilly Leening enkele
mooie nummers ten gehoore, waarna
prof. v. Ne3 een.korte toespraak hield,
in aansluiting op de rede van Dr. Norel.
Spr. bepaalde zijn gehcor dn 't hijzon
der bij den geestelijken overvloed die de
Christen bezit, en die hij heeft om er ook
anderen in ie laten deelen.
Na zoowel den spreker ais de zangers
en solo-zangeres te hebben dank gebracht,
sloot spr. de vergadering na het laten zin
gen van Gezang 237:4 met gebed.
De belangstelling was zeer matig.
De H. O. Bazaar.
Het bezoek op den H. O. Bezaar was
zeer bevredigend gisteravond, terwijl er
een zeer opgewekte stemming heerschte.
Aan de 200ste bezoekster werd een bon
uitgereikt van de fa. Bergers, Doezastraat
voor een rollade van 2% pond. Aan een
dochtertje, dat haar vergezelde werd door
de fa. de Haan, Nieuwe Rijn, een fleschjo
eau de cologne aangeboden. _m
De 250e bezoeker ontving een bon voor
een salonfoto van de fa. Slechtenhorst,
Nieuwe Rijn, terwijl de hem vergezellende
dame een prachtig luxe potlood ontving.
Aan de 300ste bezoeker werd een kistje
sigaren aangeboden door de fa. Devil
alhier en aan de 400sie bezoekster een
schilderij beschikbaar gesteld door de fa.
Korenhof, Nieuwe Rijn.
Hedenavond volgt de sluiting, waarbij
alle niet verkochte artikelen woTden ver
loot.
Ons wordt nog verzocht te melden, dat
gisteren met door „Bobette" maar door
„Ut-re-mi" muzikale medewerking werd
verleend.
Christelijk Militair Tehuis
De groote zaal van het tehuis was ter
gelegenheid van de te houden gezelliga
avond gisteren met vele, ook nieuwe gas
ten gevuld.
Ook liet bestuur was tegenwoordig.
Door onvoorziene omstandigheden was
liet programma anders ingericht, dan oor
spronkelijk in de bedoeling lag, maar toen
men te lialf elf de stroozak weer ging op
zoeken, was het meerendeel van onze jon
gens toch voldaan.
Vader Joosten opende de bijeenkomst
met het lezen van Ps. 150 en gebed, waarna
aanstonds bet programma werd afgewik
keld.
Wij zullen niet in bijzonderheden treden,
doch vermelden slechts, dat een „burger-
gezelschap" het leeuwendeel had met zang
en voordracht en een humoristische samen
spraak die „inslaeg". Hoofdzaak was, dat
de gezellige stemming niet ontbrak.
Hét einde van het eigenlijke programma
was het met geestdrift zingen burgers
en militairen van het aloude Wilhelmus.
Door een der burgers werd een opwek
king gesproken om nauwer contact met de
tehuisbezoekers te krijgen, ook door mid
del van de Jongelingsvereeniging.
*Tot slot sprak de voorzitter van het be
stuur, de lieer A. Mulder, ©enige hartelijke
woorden en dankte vader Joosten allen
voor hun medewerking en tegenwoordig
heid. Zeer zeker zal deze avond er toe heb
ben bijgedragen, dat de band, die onze
militairen aan het tehuis bindt, is ver
sterkt, terwijl aan do 'andere zijde de aan
wezige niet-militairen levendige interesse
voor liet tehuis hebben gekregen.
Wij hoorden ,dat binnenkort weer ©en
avond als deze zal worden gehouden, waar
bij aaneen afgerond en nog meer ver
zorgd programma zal worden samenge
steld.
Moge het „Tot weerziens", door vader
Joosten uitgesproken, geen holle klank zijn
geweest.
Aan het Zoeklicht
Leiden, 15 November 192c
We zijn er nog niet op vooruit gegaan.
Het vorig jaar sprak de heer Ivleere-
kooper van ons Anti-Pt'evolutionairen als
van schatkistpiraten. oftewel roovers.
Dat was echter in de hitto van den vor-
kiozingstrijd en dan zijn er wel eens meer
menschen die het hoofd kwijt raken.
Maar nu sprak hier de vorige week de
HoogEdelGestrenge heer Jan Duys, amb
tenaar op wachtgeld, gepensionneerd wet
houder van Zaandam en lid van de
Tweede Kamer.
En dit heerschap had do vriendelijk
heid van de rechterzijde te spreken als
van een stelletje ban dieeten,
d.w.z. vagebonden, roovers.
Bandieten, dat zijn de Anti-Revolutio
nairen en Chr. Historischen.
Bandieten, zoo scheldt een Duys,
mannen als Colijn, en Schokking, Iden-
burg, de Visser enz.
En zoo scheldt nu niet een man van de
straat, maar een man van ontwikkeling
en beschaving, d;e bovendien nog de ver
heffende invloed van het Socialisme heeft
ondergaan.
Nu ken ik den heer Duys langer dan
vandaag. Schelden is nu eenmaal zijn fort
Maar wat me verwonderde, het is dat
iemand als Mr. van'Eek dergelijke schan
delijk uitdrukkingen zonder protest liet
passeeren.
Het schijnt dan tocli waar te zijn. dat
het socialisme zelfs op nobele karakters
een verderfelijken invloed uitoefent.
OBSERVATOR.
Dr. S. G. ds Vriös.
Bij Kon. Besl. is op zijn verzoek eer
vol ontslagen met dank dr. S. G. de
Vries, bibliothecaris en beheerder van
het Prentenkabinet aan de Rijks Univer
siteit alhier.
Politieke actie.
Er blijkt voor de te houden verga-,
dering van do A. R. K1'esvereenigin 7,
waarin de heeren Mr. Briët. Schouten en
Ds. Hilbers als sprekers zullen optreden,
veel belangstelling te zijn.
Het laat zich aanzien dat de berchik-
baro kaarten, spoedig 'uitverkocht zu'den
zijn.
Naar wij vernemen zal in de maand
Januari in de Kerk Heeregraclit een
openbare vergadering worden gehouden
ten babe van de Geref. Drankbestrijding.
Als sprekers hopen dan op te treden
Ds.' Beck van Pijnacker en do lieer W. C.
F. Scheps, Bondspropagandist.
Een Haagseh kwartet zal muzikale
medewerking, verleenen.
Gistermiddag te 3 uur had op de Oude
Rijn een. eigenaardig ongeval plaats.
De 14-jarige den H., achtervolgde per
rijwiel zijn jonger broertje, om clezo tot
huisgaan te dwingen.
Enkele andere knapen verhinderd-m hem
in deze prozaïsche bezigheid en zekere Z.
gaf een klap met een stok op het hoofd
van den H.
Deze gaf zijn belager uit afweer een,
duw, waardoor deze in de Oude Rijn-gracht
terecht kwam.
Z. kreeg in het water oen flauwte,en ware het
niet, dat de heer v. B. H. den knaap on
middellijk had gegrepen, dan was do dren.
kelijk waarschijnlijk verdronken.
Door do spoedige hulp werd do jongen
bewusteloos opgehaald en door den E. H,
D. naar het Academisch Ziekenhuis ver
voerd.
-Aan den heer J. Warnaar, aannemer
allr'er is door B. en W. opgedragen het
verbeteren van den Hoogcn Rijndijk met
daarmee in verhand staande werken voor
de som vanf8909.Door de heeren
Geertsma en van der Waals is aan den-
zelfden aannemer opgedragen het bouwen
van twee burger-woonhuizen voor
f 10.000.—
zij zich wel op hun gewone manier voor
doen. Zoo hoop ik hun ware karakters te
doorzien en in staat to zijn te beoordee-
len, wie het geschikst is om den rijkdom
van mijn man te krijgen dat wil zeg
gen, wie. om de woorden van mijn man
te gebruiken, met de grootste waarschijn
lijkheid een ware, getrouwe dienstknecht
Gods zal zijn."
Er was een oogenblik stilte in do ka
mer.
„Uw plan zal, vrees ik, niet gemakke
lijk zijn."
„Dat hoeft niet. U moet niet vergeten,
dat zij mij geen van allen ooit gezien
hebben en dat ce mij ook niet kennen op
Rozenhof, noch in dio streek; dat maakt
het gemakkelijker. In allen gevallo wil
ik het wagen. Om te beginnen wil ik aan
alle drie een brief schrijven, zonder te
a-eriellen, dat ik weer in het land ben,
waarin ik hen verzoek mij de. eer aan te
doen om op villa Rozenhof te komen en
daar te blijven, iotdat ik van mijn reis
ben teruggekeerd. Ik zal er bijvoegen,
dat ze zullen ontvangen worden door een
arm familielid van mij en dat ik hoop,
dat zij haar vriendelijk zullen behande
len."
„Ha, ha!" lachte de zaakwaarnemer,
„ik begin nu uw bedoeling te begrijpen,
maar mag ik één wijziging aanraden?
Laat de familie van Jakob Todd in het
kleine villatje logeeren, dat aan do andere
zijde van het park ligt. Ik ken de gespan
nen verhouding, die tusschen die beide
families bestaat, sinds de schande den
armen Jakob getroffen heeft en op die
manier zullen ze zich l>eiden vrijer gevoe
len."
„Dat is heel goed; zoo zal ik het doen.
Kent u den jongen Max Kendle ook?"
„Het is een knappe jonge man, een ad
vocaat, die naam begint te maken. Hij
wordt als erfgenaam genoemd van een
ouden, rijken oom, die heel nukkig en
lastig is en hem op 't oogenblik erg kort
lioudt."
„Nu, nu, spoedig zal ik ze allen kennen.
Daar is die rare kellner, om te zeggen,
dat het eten klaar is. Ik kleed mij nooit
voor het middageten, u behoeft dus geen
verontschuldiging te maken over uw
daagsche kleeren."
v HOOFDSTUK IV.
Er is wat gebeurd iets zoo vreemds
en zoo heerlijks, dat wij haast niet kun-
nen gelooven, dat het waar is.
"Wij zullen naar buiten gaan! Ja, 't is
werkelijk waar, do hee'.e familie op Tcis
iets, wat nog nooit gebeurd is, allemaal
te zamen. Eoe heerlijk, wat oen geluk!
En het zal ook dicht bij zee zijn. zoodat
nu al mijn vage gedachten en drooracn
van rollende golven en uitgestrekte stran-»
den, van rotsen en zeewier, verwezenl jkt
zullen worden. En toch, in mijn vreugde
en in de drukte van do voorbereiding,,
heb ik een gevoel binnen in mijn hart, dat
ik al dat geluk niet verdien on dat God
mij veel meer liefde toont dan mijn on-*
trouw hart den laatsten tijd wel verdien-»
de, wanneer ik ontevreden was en morde.
Dio stemming bereikte gisterenmiddag
haar toppunt en werd veroorzaakt door
nieuws, dat mijn nichtje Ida mij verte'de.
Ik was Bernard een eind tegemoet gcloo-
pen, die om vijf uur van het kanloor gaat;
ik was lTeel warm en voeldo mij onbeha
gelijk door de stóf want het is oen ver-»
moeiende tocht op oen brandenden •luli--
dag. Ik ging een oogeublik op oen bank
zitten om wat te rusten on to bekomen.
Toen kwam Ida juist voorbijrijden iri
baar prachtige victoria met haar broer
dien ongelukkigen, kreupelen bedoel ik
1— de eenige van de familie voor w'.en ik
nog iets voel."
Ik geloof, dat ik op dat oogenblik een
gevoel van afgunst had, toen ik haar zoo
gemakkelijk achterover zag zitten, in een
keurige zomerjapon en met een broeden
stroolioed met een prachtige veer op het
hoofd.
(Wcrdt vcrvolgd.)w