A.WAALS
y.
STATEN-GSINERAAL
TWEEDE KAMER.
gadering van gisteren.
De. Vlootwet.
Do heer VAX GIJN (V.-B.) wenscht
:n enkel woord te zeggen om den vloot-
juw in een fonds vast te leggen. Bij
ootbouw is liet gewenscht zoo snel moge-
ijk te bouwen, opdat het nuttigheids-
fect zoo groot mogelijk zij. Het fonds
Loet trouw zijn jaarlijksche subsidie ont-
angen en het heeft alleen dan waarde als
ten er goed aan vasthoudt en er niet
iee gaat schipperen. Voor groots werken,
ie over langen tijd loopen, is een fonds
e aangewezen financieele vorm. Spr.
raagt eenige inlichtingen over de wijze
raarop de regeering het fonds wil opzet-
Eigenlijk moet het fonds met acht
[illioen schuld beginnen omdat de beide
ruisers worden ingebracht. -Spr. acht om
echnische redenen geen fonds voor het-
oen do regeering wenscht, noodig. Hij
leeft groot bezwaar tegen het vastleggen
•an begrootingen voor eenige jaren. De
urner heeft al genoeg van haar liudget
ocht verloren dan dat zij dit kan toe-
taan. De Minister moet voor de annuïtei-
en leenen en dus is een fonds een dwaas-
ïeid. De Minister zou in 1926 gerust kun-
len voorstellen met het fonds op te liou-
Ien. Spr. wijst dus het systeem" van de
land.
De heer VAN VUUREN (R.-K.) wenscht
inancieele beschouwingen te houden om
0 protesteeren tegen 't verwijt van som-
.igen dat hier camouflage plaats heeft,
let wetsontwerp zegt prècie-s wat het
ril en voor meer behoeven wij pns niet
e binden.
Waarom wil men toch de Kamer sug-
gereeren dat wij ons voor meer binden
lan in de wet staat? Van verdere verde
diging van Indië hoopt Spr. spoedig af te
ils straks ontwapening algemeen
R-ordt. Voor zijn pleizier stemt niemand
voor militaire uitgaven.
Do heer KETELAAR (V.-D.): Nou, nou!
De heer VAN VUUREN (R.-K.) Heeft
a heer Ketelaar het wel eens voor zijn
pleizier gedaan?
Bij alle aanvragen die vroeger zijn ge
daan wisten wij nooit wat ons wachtte,
Nu weten we dat alles ineens, en daar is
niets tegen. Aangezien wij een vloot niet
in één dag uit den groind kunnen stam
pen, moeten wij een plan voor eenige ja
ren maken. Met den technischen voort
gang kunnen wij rekening houden, maar
het plan in algemeene lijnen blijft be
staan. Ieder zakenman handelt op dezelf-
wijze. Bij begrootingen doen wij het
zelfde als wij ons aan eerste termijnen
binden waardoor wij ons binden voor alle
volgende. De bezwaren van den heer van
Schaik zijn daarom van opportunisti-
schen aard. Wij binden ons eigenlijk niet
verder dan tot 1Ö26, meent spr. en als de
heer van Schaik dit eens overweegt zal
hij zien dat tegenover zijn opvatting zoo
veel bezwaren bestaan, dat hij eer voor
dan tegen moet stemmen.
De onttrekking van de verstrekking van
hulpmiddelen aan de wet, keurt spr. ook
niet goed en hij stéunt den aandrang van
den heer van Schaik om hierin wijziging
te brengen.
Wat de Vlootwet doet is hetzelfde wat
ieder scheepvaartmaatschappij doet: het
is eer vooruitbetaling dan afbetaling. Het
woord fonds acht hij niet gelukkig', wij
verstaan onder een fonds altijd een afzon
derlijk beheerd kapitaal, waarvan de
rente wordt betaald. Zoo'd. fonds is dat
fonds niet en de benaming is dus feitelijk
verkeerd.
Vervolgens betoogt spr. ook dat de fi
nancieele regeling voor Nederland voor-
deelig is, gelijk uit de gegevens blijkt.
Gaarne zag spr. ook nog eenige bezuini
gingen, die dan nog boven de 83 duizend
gulden zouden uitgaan. Als we geen
Vlootwet krijgen, zullen wjj moeten voort
gaan met de kosten te betalen uit gewone
uitgaven en daar tegen heeft spr. be
zwaar. Verleden jaar is pas een deel op
buitengewoon gebracht en dat acht spr.
camouflage.
De heer Oud (V.D.): Hadt u dat dan
verleden jaar gezegd.
De heer Van Vuuren (R.-K.)Daar
voor was geen reden. (Gelaoh). Spr, houdt
rich aan de cijfers van den minister en
hij ziet geen aanleiding daarin wijziging
ie brengen of te vragen.
Voor Indië is de toestand anders. Spr.
Verwacht echter een spoedige opleving van
?ndië en dus, gezien de houding van den
Volksraad, heeft spr. geen bezwaar tegen
het opleggen van lasten op Indië.
Indië mag niet weerloos blijven. In -za-
^e bezuiniging, die de heer Bomans en
ïijn vrienden willen, kan men op spr. re
kenen, maar de heer Bomans moet niet
het onderste uit de kan willen hebben. Er
fs haast bij deze wet gelijk de commissie
terecht heeft bewezen. Spr. wenscht ten
3lotte een protest te laten hooren tegen
de leden van links, die zich beklagen dat
de Regeering zich niet aan het rapport
hield. Veel liever had hij gehoord dat men
2ich aan die zijde tegen mr. Patijn had
gekeerd, die de Regeering de les gaf.
Het is dure plicht, meent spr., de Re-
peering te steunen. (Gelach).
Geroep: Ja dure 'plicht. (Gelach).
De heer Ketelaar (V.D.)Maar de
tinancieele bezwaren hebt u niet wegge-
praat.
De heer F e b e r (R.-K.) beschouwt de
Vlootwet onder het Indische aspect. Het
behoud van Indië is een belang van groo-
te economische beteekenis en spr. meent
dat de verdediging van Indië plicht is van
ons land. Hij citeert een Japansch socia
listisch oordeel, waaruit blijkt, dat men
daar te lande een andere opvatting heeft
van internationalisme dan do soc.-demo-
craten hier te lande huldigen. Het inter
nationalisme is een Westersch lokaas,
meent deze Japanner en daarvan wil men
in het Oosten niets weten. Met een derge
lijke opvatting heeft men echter rekening
te houden.
I De Indiërs zelf begrijpen de noodzake
lijkheid van een weermacht, van een mili
tair apparaat dat hun land buiten de na
derende conflicten zal houden. Spr. licht
dit toe met een serie citaten van redevoe
ringen van Indiërs in den Volksraad. De
verdediging is een element in den opbouw
van de zelfbeschikking van Indië.
De belastingdruk mag niet verzwaard
worden. Als dat het givolg was van deze
Vlootwet, dan zou spr. daartegen groot
bezwaar "hebben.
De heer A1 b a r d a (S. D.) bestrijdt
eenige verdedigers van het ontwerp, om te
beginnen den heer Snoeck Henkemans, die
zich vooral heriep op de uitspraken van
den Volksraad.
De uitspraak van den Volksraad is niet
zonder waarde, maar men moet ze niet
overschatten. Deze raad is geen orgaan
van de publieke opinie van Indië; de
samenstelling van den Volksraad maakt
dit reeds onmogelijk. Do invloed van de
groote Indische volksmassa op den Volks
raad is zeer gering.
Vervolgens verdedigt spr. de opvatting,
dat het tweede deel van den bouw onaf
scheidelijk vastzit aan het eerste deel. Deze
opvatting wordt ook in Indië algemeen
gehuldigd.
Spr. citeert een woord van Minister de
Visser, die opriep om te strijden tegen den
wereldgeest. Dat klinkt op Zondag mooi,
maar dezelfde menschen verdedigen
Maandag de Vlootwet (Applaus op dé pu
blieke tribune).
De Voorzitter dreigt de tribune te
ontruimen.
De heer Kersten (SLaatsk. Geref.
Partij) beschouwt de Vlootwet in verhand
met Gods Woord en meent dat het gan-
sche gereformeerde volk achter de Regee
ring moet staan ter verdediging van het
vaderland.
Mej. Westerman (V.B.) betoogt, dat
deze wet meer voor de verdediging van
Indië vraagt dan tot nu toe noodig werd
geacht en dus ziet spr. daarin een stap
achteruit in die richting, die de over-
groote meerderheid der vrouwen niet
wenscht in te slaan. Er wordt veel te veel
to kort gedaan aan belangrijke sociale on
derwerpen en spr, kan daarom haar stem
aan deze miiitaire uitgaven niet geven:
Mevr. B a k k e rN o r t. (V.p.) betoogt
dat vrouwen de verantwoordelijkheid voor
de oorlogstoerustingen niet van zich mo
gen'afschuiven Moot Nederland voortgaan
in de oude richting van oorlogstoerusting?
Spr. zegt met nadruk: neen. De militaire
lasten zijn niet te dragen en de kleine
naties moeten het voorbeeld geven om tot
ontwapening te komen.
De heer Braai (platt. hond) meent,
dat de hinnenlandsche toestand in Indië
verre van goed is en dat het heter is het
geld daaran te besteden, bijv. de aanleg
van wegen, de bevordering van den land
bouw. Nederland moet niet meedoen aan
de bewapening. Onze toekomst ligt niet op
het water, maar op het land, vooral op
het platteland. (GelachX Spr. wil de ter
ritoriale strook vergrooten, oon de oorlogs
schepen op een afstand te houden. Zijn
alle kosten in dit ontwerp wel, genoemd?
Spr. wil in den eerstvolgenden oorlog
maar liever niet meedoen. (Gelach). Heeft,
men geen vertouwen meer in den Volken
bond? WaaTom blijven wij er dan nog lid
van?. Spr. vindt een vloot gevaarlijk speel
goed. Meer dan een gewapende roeiboot
wil hij niet ^hebben.
De vergadering wordt verdaagd -tot
Dinsdag één uur; dan komt het eerst dr.
Nolens aan het woord.
GEMENGD NIEUWS
Meisje vermist.
Sinds vorige week Vrijdag wordt te
Heez het dochtertje van J. S. vermist.
Ook haar kleeren zijn uit de woning ver
dwenen. Het meisjs is stokdoof en kan
daarbij zeer moeilijk spreken. Het is de
politie nog niet gelukt ha~r verblijfplaats
to ontdekken.
De fraude bij de Haagsehe
Gemeentebelastingen.
Gisterochtènd zijn door de Centrale
Recherche te Den Haag aangehouden en
in politiebewaring gesteld, de ontslagen
deurwaarders der gemeentebêlasting B.
W., 39 jaar, A. J. F. V., 45 jaar en C. A.
L., 53 jaar, die zich zouden hebben schul
dig gemaakt aan verduistering van gelden
der gemeentebelastingen.
Provocate.
Woensdagmiddag aldus vertelt de
„Stand," stapte een heer in de H.A.B.
O., die op weg was van Leidschendam
naar Den Haag. Daar moet hij den chauf
feur gevraagd hebben zóó hard te Tijden,
dat hij zijn trein aan de Staatsspoor nog
kon halen, waarvoor hij den chauffeur
een rijksdaalder beloofde. De bestuurder
moet toen gereden hebben wat-hij kon om
op tijd te zijn. Aan het station .gekomen
maakte de bewuste heer zich bekend als
rechercheur en bekeurde den chauffeur
wegens te snel rijden, waardoor hij de
veiligheid in gevaar had gebracht.
Het rapport werd gestuurd naar den on
dernemer der H.A.B.O., die den chauffeur
op staanden voet heeft ontslagen.
Typische uitdrukkingen.
In sen polemiek wees de „N. R. Crt." er
onlangs op, dat onze Nederlandscho taal
wemelt van uitdrukkingen ter typeering,
zonder dat er een bepaalde persoon wordt
aangeduid.
Het blad gaf er het volgende staalkaar-
tje van:
Hij rekent als Bartjens. Hij praat als
Brugman. Hij is een Simon Krijter. Hij
heeft een geest van Jan Salie. Hij is
een ware Govert Flink. Hij is zoo dapper
als generaal Boem. Hij gedraagt zich als
een Piet Lut. Hij heeft manieren van
Piet Smid. Hij js zoo dronken als Jan
Kanon. Hij betoogt als Jan Kalebas. Hij
is een Klaas Vaak. Hij redeneert als Piet
Snot. Hij is Jan van Passen. Hij leeft als
pater Goedleven. Zij is een rechte Trijn
van Limpen. Hij is een Jan Rap. Dat is
een Jantje van Leiden. Hij is een Pietje
Vlug. Hij is een Arie Bombarie. Hij is
liet Mozes Augurkjesman. Hij Inkt wel
LEIDEN'.
Gnivangen:
GROOTE SORTEERING
eessi Wollen ehes
voor Dames, Heeren
en Kinderen
Jaeger Pantalons vanaf 135
Jaeger Borstrokken vanaf 140
Jaeger Hemden vanaf 1421/»
Jaeger Dames Onderrokken vf. 285
Jaeger Dames Onderjurken 285
Jaeger Kinder Onderjurken 1171/,
Alleen onze bekende
Prina Kwaliteiten
Issac Citroen. Hij is een Jantje Doedee.
Zoo'n Joris Goedbloed. Hij is echt Jan
Contrarie. Precies Pietje Vliegop.
Gemeenteraad Leimuiden.
Voorzitter, de heer Bakhuizen, bur
gemeester.
Afwezig zijn de heeren Hcenk en Koot.
De notulen der vorige vergadering wor
den door den Secretaris gelezen en daarna
onveranderd vastgesteld.
Vervolgens wordt door den Voorz.
aan den raad mededegedeeld, dat het
contract van het .voor vijf jaren verhuren
van het gemeente-rietland, door den heer
P. Tij sterman is geteekend, zoodat deze
zaak dus nu in orde is.
Vervolgens is nog ingekomen het jaar
verslag van den Keuringsdienst van wa
ren.
Ook was nog ingekomen een schrijven
van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken in Rijnland, waarin wordt aange
drongen, om hetgeen de gemeente noodig
heeft, te koopen bij inlandsche firma's om
eigen nijverheid te steunen en werkloos
heid te bestrijden.
De V o o r z. zegt dat onze kleine ge
meente geen contracten afsluit met buiten
landsche firma's, maar hij zelf is persoon
lijk, voor dezen maatregel en wenscht zoo
het noodig mocht wezen daarmede .reke
ning te houden, waarmede alle instemmen
De uitkeering volgens de Lager On
derwijswet, aan dé Bijzondere scholen eri.
do kosten aan de openbare school hebben
bedragen f 14 per kind. In verband met
het aantal leerlingen zal aan de school
met den Bijbel uitgekeerd moeten worden
ruim f 1400, en aan de Roomsch Katho
lieke school ruim f 2000.
Vervolgens legt de Voorz. over een
verzoek van de vereeniging het Groene
Kruis, om een kamer en een gedeelte zol
der, van de leegstaande gemeentewoning
t© mogen gebruiken tot berging van haar
goederen.
De Voorz. stelt vcor aan dit verzoek
te voldoen en ook het vergaderlokaal be
schikbaar te stellen voor haar bestuurs
vergaderingen.
De heer Rietdijk vraagt of het de
bedoeling io van den Voorz. om het gra
tis beschikbaar te stellen; hij is van mee
ning dat dezo vereeniging financieel nog
al sterk is en dus wel iets kan betalen.
De Voorz. is echter van meening dat
deze-- vereeniging zoo van algemeen be
lang is, dat daarvoor geen geld gevraagd
moet wrorden. Zonder hoofdelijke stem
ming wordt hiertoe besloten.
Ook wordt in beginsel besloten een paar
ledikanten te verkoopen aan het bestuur
van het Groene Kruis.
Vervolgens stelt de Voorz. aan de
orde punt 4 d«,r agenda: Vaststelling po
litieverordening.
De V o o r z. deelt mede, dat hij een ge
heel nieuwe politieverordening gemaakt
heeft, omdat de oude niet meer in alle op
zichten voldoet. Hij leest de verordening,
uit ruim 100 artikelen bestaande, voor.
Verschillende artikelen ondergaan enke
le redactiewijzigingen, terwijl enkele an
dere artikelen worden geschrapt.
Do Voorz. brengt nu de gewijzigde
verordening in stemming, die daarna met
algemeene stemmen wordt aangenomen.
Bij de rondvraag vraagt de heer v.
d. Akker of in den winter niet overdag
vergaderd kan worden.
Do Voorz. zegt dat hij zooveel moge
lijk met de wenschen van do leden
wenscht te rekenen, maar hij vindt avond
vergaderingen gezelliger, ever.ols de
meeste leden.
Hierna sluiting.
Letteren en Kunst
Een nieuw boek over de Vaderlandsche
Geschiedenis.
Naar wij vernemen zal binnen enkele
dagen hij den uitgever J. H. Kok te Kom-
pen een zeer hijzonder boek van de pers
komen.
Deze nieuwe uitgaaf voert den veelzeg-
genden titel: Uit deu schat van
Neer lands verleden. Wat ieder
van onze geschiedend weten wil. Bijeen
gebracht door J. Schouten.
In dit boek wordt inderdaad iels bui
tengewoons geboden. Het is geen gewo
ne beschrijving van de Vaderlandsche ge
schiedenis, zooals er reeds zoovele be
staan. die niet anders dan een dorre op
somming geven van feiten en jaartallen.
De bekende Auteur geeft in dit werk
waarlijk iets nieuws. Niet het kroniekma
tige, maar het interessante heeft de
Schrijver naar voren gebracht. Hij do
ceert niet, maar vertelt. Historische anec-
doten heeft hij niet als iets onbeduidends
weggelaten, maar zooveel mogelijk opge
nomen. Het geheel is een complex van
historische verhalen. Het boek wil ten
behoeve van school, huisgezin en rijpere
jeug'd, het verhalend element in onze ge
schiedenis naar voren brengen.
Er is onder ons volk nog veel nationaal
besef, veel Oranje- en Vaderlandsliefde,
niettegenstaande deze gevoelens jarenlang
van revolutionaire zijde werden onder
mijnd.
Daarom zal ieder, wien nog 't oude
Neêrlandscli b'oed door de aderen vloeit,
dit prachtboek over de Geschiedenis van
ons Vaderland met vreugde begroeten, te
meer, wijl er reeds jaren lang naar een
werk als dit is gevraagd.
En wat de aantrekkelijkheid van dit
hoek nog beduidend verhoogt, is de bij
zondere wijze waarop het werd geïl
lustreerd. Uit den rijken schat van oude
prenten en kopergravures werd met groo
te zorg een keuze gedaan, zoodat niet
minder dan plm. 20 reproducties daar
van- werden opgenomen, hénevens onge
veer. 30 portretten naar gravures van be
kende kunstenaars.
Het hoek heeft een omvang van 350
compres gedrukte bladzijden in royaal
formaat, en om het in elk gezin te kunnen
brengen, is da prijs zoo laag mogelijk ge
steld, en wel op f 3.50 en f 4.50 gebonden
in een fraaien, door den bekenden Joh.
Braakcnsiek geteekenden prachtband.
De 10.0G0ste abonné.
De 10.000ste abonné op „Het. Schouw
venster", weekdllustratie voor het Chris
telijk gezin, kon, zoo meldt men ons,
Dinsdag ingeschreven worden. Namens
de Directie en de Bedaclie van „Het
Schouwvenster" werd dezen abonné voor
een waarde van vijf en twintig gulden
aan hoeken aangeboden.
Het is wel iets bijzonders, dat een
Christelijk weekblad in zoo'n korten tijd
zulk een cpga'ng maakte.
Ons Babbelhoekje.
Beste Jongens en Meisjes.
Over veel ruimte, zoo werd mij meege
deeld, mag ik vandaag niet beschikken.
Ons hoekje mag slechts een klein
plaatsje beslaan.
Om nu toch nog wat ruimte te winnen
voor 't Vervolg van het verhaal, ga ik nu
zonder meer aan de correspondentie.
Julie krijgt dan toch nog van alles wat
yJJ o n g e G o r r i e", Koudekerk. Dat
was een goed rapport hoor! Was die
brand dicht bij jullie huis? De regen zal
het vuur nu wel gebluseht hebben, denk
ik.
„Watergou s", Leiden. Ja, ik had
je al gemist. Maar je verschijnt meestal
op onverwachte oogenblikken. Ik vrees
ook dat de regen veel kwaad zal doen.
„Vaders jongste", Leiden. Je hebt
't dus niet getroffen. Maar bij jullie is
zeker ook wel gemeenschappelijk bezit?
Later doe je 't zeker alleen?
„H a r t e d i e f j e", Leiden. Een kort
briefje, maar ik vond 't toch prettig dat
je nog even schreef. Later wat meer hoop
ik.
„B o scli v d o o 11 j e", Lisse. Dat is
wel jammer voor je zusje. Ik geloof echter
niet dat het erg pijnlijk is. We zullen
maar kopen dat alles goed afloopt.
„V/ i 1 d e B o b", Leiden, 't Was wel
wat laat, maar het kwam toch nog op
tijd. Ben je nu weer beelemaal heter?
„Waterlelie", Lisse. Nee, 't was
geen mooi weer om uit te gaan. Geen
wonder dat Moe liever tkuis bleef. Wel
gefeliciteerd hoor, met Opoe's verjaardag.
„Sneeuwwitje", Lisse. Dat was
nogeens een meevaller. Wat leuk dat het
raadsel nog net mee kon.
„K aapskopj e", Leiden. Ik dacht al
dat 't zooiets zou zijn. Nee, daar is niet
het minste bezwaar tegen.
„V e r g e e t-m ij-n i e t j e", Wasse
naar. Of 't regent, 't Is zeker wel heel
goed te merken dat er nu minder bezoe
kers komen?
5. en C. W., Woubrugge. Wel, wel,
wat een feestelijkheden zoo dicht bij el
kaar. Willen jullie Moeder hartelijk van
mij groeien? Zelf ook hartelijk gelukge-
wenscht.
„Junior". Veel heter is het nog niet
geworden de laatste dagen. Maar we kun
nen nu ook geen zomer meer verwachten.
Hervormingsdag.
De oplosing van de vorige raadsles is:
I. Een doode vlieg doet de zalf
des aothekers stinken. Onder
deden: delfstof, venster, noodsein, spaar
pot. zeil, hoed deeg, deken, kei.
II. October, w ij n m a a n d. Onder
deden: Coba, Rijn, motor, wan, bord,
ben.
Hier volgen de nieuwe raadsels.
I. Voor de grooteren.
Mijn geheel bestaat uit 37 letters.
I, 25, 5, 19 vindt men in de turfschuur.
Een 24, 3, 7, 7, 16. 34 is e>en flinke por
der.
21, 4, 18, 5, 9, 30 is een kleur.
Een 21, 5, 33. 30 is een ongemakkelijk
vaartuig.
Een 10, 2, 13, 14, 26 is een zeker aantal.
Een 7, 20, 12, 6, 37 vindt mem in het
duin.
In den oorlog is een goed 21, 11, 5, 35,
8, 28, 28, 23 onmisbaar.
Een 32, 22, 10, 17, 36, 29 is vaak zeer
spannend.
17, 8, 31, 15, 3, 27 is een; dorp in Gel
derland.
II. Voor de kleineron.
Het geheel bestaat uit 15 letters.
6, 3, 11, 9 is niet zacht.
Een 15, 4, 14, 9 vindt men niet bij een
zuigeling.
De 12, 13, 1 kan men niet zien.
In het 12, 7, 8, 1 kan men licht verdwa-
len.
Een 15, 11, 7, 7, 5 vindt men niet ia
ieder huis.
Een 2, 10, 8, 12 is een tijdperk.
Vele groeten:
Oom FELIX.
DE VERLOREN PORTEFEUILLE.
HOOFDSTUK II.
Laat in den middag van dien' dag kwam
mijnheer van Stein thuis. Hij was een
man van midc'e manen leeftijd en zag er.
niet onvriendelijk uit, maar fcoich had hij
een trék in zijn gelaat én een tinteling
in zijn oog, die vertelden dat wanneer hij
eenmaal tot iets besloten was, hij dan ook
vast besloten tot bet einde toe zou vol
harden.
Zijn vrouw kwam hem in dc gang tege- 1
moet.
Dag Johan, zeide zij, de zaken goed af
gehandeld I'
Haastig gaf mijnheer van Stein haar
een kus. Ja lieve, best, zeide hij en ging
toen terstond naar boven naar zijn kamer.
Hé, wat vreemd dacht mevrouw, anders
komt hij altijd eerst een kopje thee drin
ken als hij thuis komt.
Even later kwam mijnheer echter do
huiskamer binnen en zette zieh in zijn
stoel. Zijn voorhoofd was bewolkt en
zijn oogen zagen min of meer verstoord.
Mevrouw reikt© hem een kopje thee toe.
Scheelt er iets aan Johan? vroeg zij toen,
je kijkt zoo somber.
Och ja, Hermine antwoordde haar man,
een vervelende geschiedenis. Mijn porte
feuille met nog al een f linken inhoud aan
banknoten ben ik kwijt. Daareven ben ik
wezen zien of ik hem soms op mijn kamer
had laten liggen, maar eigenlijk wist ik
wel beter, ik heb hem dan natuurlijk ook
niet gevonden.
Maar, vroeg Mevrouw, kun je je dan
niet herinneren waar je hem verloren
hebt?
Ja-, eigenlijk weet ik het haast zeker,
zei mijnheer, luister maar: Toen ik van
morgen uit zcu gaan heb ik op mijn ka
mer de portefeuille in mijn zak gestoken
want ik wist dat ik vandaag geld noodig
-zou hebben. Aan het hek heb ik het rij
tuig laten voorkomen, dus heb ik gcloo-
pen door den tuin en de oprijlaan. Nau
welijks zat ik echter in het rijtuig of ik
misto mijn portefeuille. Ik had ge»en lust
er om terug te koenen, omdat Jiij, of in
mijn kamer nog moest liggen, of ik hem
in onzen eigen tuin verloren moest heb
ben. I» mijn kamer ligt hij echter niet,
zooals ik je reeds zeide, besloot mijnheer
van Stein zijn verhaal.
O, zei Mevrouw dan heb je hem natuur
lijk in onzen tuin verloren, dan is hij
reedsof wordt hij toch gevonden. Zal ik
cm Harm sen sturen'?
Ja clat is_ best, zei mijnheer, als hij hem
nog niet gevonden heeft, dan kan hij er.
naar gaan zoeken.
Mevrouw ging even naar de keuken
waar juist Betje Harmsen nog was.
Betje, zei Mevrouw, ga eens even naar
je vader en vraag of hij dadelijk hier wil
komen.
Goed Mevrouw, antwoordde Botje en
ging terstond heen.
Betje zag haar vader in den tuin ner
gens en' zocht hem toen in zijn huis, waar
hij ook was.
De werkdag was ten einde en juist had
hij zich rustig in zijn armstoel neerge-
legd.
Vader, zei Betje, of u dadelijk bij mijn
heer en mevrouw op „het Huis" wil ko
men.
Wat vreemd is dat, zei Hanhsen, dat
gebeurt anders nooit, mijnheer en me
vrouw zullen nu toch geen verrassingen!
meer hebben net als de laatste keer voor
jou (en lachend kneep hij Betjo in da
wang), want die zaak is nu gelukkig in
orde. Maar kom, ik zal maar vlug even
gaan. I I
Hij verliet het huisje en diende zich
even later op „het Huis" aan.
Terstond werd hij in de huiskamer ge-
laten, waar mijnheer en mevrouw zaten.
Harmsen, vroeg mijnheer, heb je van
daag niets in den tuin gevonden
Verwonderd keek d© tuinman hem aan.
Weineen mijnheer, antwoordde hij toen,
dan had ik het immers op „het Huis" af
gegeven.
Is er iets verloren?
Ja Harmsen, zei mijnheer van Stein,
ik ben een portefeuille kwijt met een Bin
ken inhoud aan bankpapier. Ik kan hem
nergens anders verloren hebben, dan in
den tuin ctf de oprijlaan. Mevrouw heeft
gezegd dat er vandaag geen vreemden op
het landgoed zijn geweest, dus moet hij
nog gevondon worden, 't Wordt nu al een
beetje duister langzamerhand, maar wil
je morgen vroeg de tuin en do laan afzoe
ken?
Zeker mijnheer, antwoordde Harmsen,
ik zal een uur vroeger-dan gewoonlijk be
ginnen^ dan kan er nog niemand komen:
en kan ik eerst overal zoeken.
Dat is goed, zeido mijnheer van Stein,
het hek is nu toch al gesloten nietwaar?
zocdat cr geen vreemden meer binnen
kunnen komen.
Noen mijnheer, het hek is op slot.
Na mijnheer en mevrouw beleefd ge
groet te hebben, verliet Harmsen liet^ver-
trek.
Nu, zeide mevrouw van Stein, na heb
vertrek van Harmsen, de zaak is in goe
de handen. Harmsen is onze trouwste be
diende en hij zal geen poging onbeproefd
laten cm do portefeuille te vinden.
Dat weet ik wel, antwoordde mijnheer,
maar toch zal ik blij zijn als ik het ding
weer goed en wel in mijn zak heb. Dat
er nu juist ook zoo'n groote som moest in
zitten!
Toen Harmsen thuis kwam cn aan zijn
vrouw en Betje (do twee andere kinderem
waren reeds naar bed) meedeelde, waarom
hij op „het Huis" moest komen, zei Betje;
1 Dan zal ik u morgen vroeg helpen zoeken^
vader.
Dat is goed, zei Harmsen, ik hoop mna*^
i dat wij liet ding vinden zullen.