Aan hel einde der Week Men krijgt den indruk, schreef dezer dagen een der toonaangevende bladen, dat in Duiitsehland de directoire-stijl wel de overgangsvorm zou kunnen worden voor den empire-stiijl. Nu, zoover is het nog niet in Duitsch land. Maar, wat niet is kan komen. We hebben de laatste jaren meer din gen zien gebeuren, die niet waarschijnlijk schenen. Wde had kunnen denken dat het mach tige bouwwerk door von Bismarck daar- gesteld zoo spoedig ineen zou storten en dat de machtige Duitsche keizer, vaak als een half-god vereerd in het kleine Ne derland een toevlucht zou moeten zoeken? Wie had kunnen denken dat Beieren nog eens een republiek zou worden? En wie had kunnen denken dat jaren na de revolutie de Koning van Beieren als een regeerend voTst zou worden ontvangen en begroet? En dit zal niet de laatste verandering zijn, Men is nu in Duitschland al zoover, dat men weet wie niet kunnen regeëren. De Socialisten kunnen het niet, de So- sialisten in bond met de Katholieken kun nen het niet en nu ligt onder den gewel digen druk der omstandigh aden ook de groote coalitie in puin. Dit kon niet uitblijven. In een tijd als deze is telkens weer teruggang noodzakelijk. Maar er zijn menschen en er zijn par- fjen diio niet terug kunnen. Wie den arbeiders geleerd heeft, dat de acht-urigo werkdag het hoogste goed is, waarvoor tenslotte alles moet wijken, die kan niet terug en als hij toch terug meet, dan kan hij die terugtocht alleen meemaken als volgeling en niet als leider. Zoo is het nu ook in Duitschland. Het vorige Kabinet moest verdwijnen omdat het de zedelijke kracht miste om aan hot lijdelijk verzet een einde te ma ken. Dat was iyet met zijn verleden overeen te brengen. Die terugtred is nu volbracht. Maar daarmee is men nog niet klaar. D;-> P.egeering is overtuigd dat Duitsch land zich alleen kan handhaven als de ach (urendag wordt losgelaten. Ook de Socialisten zien dat W' Maar zij kunnen dien terugtocht niet lc:den, en daarom moest het Kabinet wel uiteenspatten. Wat er nu gebeuren za1. welen we niet. Misschien dat het Duitsche rijk in stukken uiteenvalt. Misschien ook, dat een krachtige hand het roer grijpt' en met voorbijgang van het parlement en de par tijen. met kracht orde op zaken stelt. Een directorium dus. En als het een maal zoover is, dan is de stap naar het Keizerrijk niet zoo groot meer. Na een von Bismarck, kan een Wil- hehn snoedig volgen. Wij doen echter het best den loop der zaken maar rustig af te wachten. De geschiedenis van den laat sten tijd heeft ons toch cok dit geleerd, dat de mensohebjke verwachtingen, op hoe goe de grond ze dan ook mogen steunen al heel weinig heteekenis hebben. De Vlootwet en de bezuinigingsplannen der Regcering, dat zijn de onderwerpen die thans in ons land de aandacht vra gen. Een geweldige hetze is losgebroken. Bij duizenden en duizenden worden de nandteekeningen verzameld van men schen die geen duizend mil li oen voor de rtoot willen uitgeven en die niet willen r.at al het geld dat bezuinigd wordt voor le Marine zal worden besteed. Aangezien er echter bij de Regeering *een enkel plan in die richting bestaat, _a.n zij heel die storm rustigjes langs zich keen laten gaan. Want al die menschen hebben gepro feteerd tegen een plan dat niet bestaat, rij verzoeken verwerping van een wets ontwerp dat nooit door de Regeering is voorgesteld en ook wel nooit zal wor sen ingediend. Op de Regeering zal heel deze bewe ging die haar hoofdoorzaak vindt in bet ieit dat de roodc leiders zoo nu en dan 'n stormpje noodig hebben, dan ook wei nig indruk maken. Een andere vraag is achter of de Volksvertegenwoordigers vast jenoeg in de schoenen zullen staan om iezen storm het hoofd te bieden. De volksgunst is voor velen een hegeer- ijk goed. Van minder omvang maar niet minder krachtig is de actie door de ambtenaren op touw gezet tegen de voorgenomen be- mi lj gingsplannen Daar de meerderheid van ons volk en een groot deel van de ambtenaren boven- Ilen van de noodzakelijkheid van de be zuinigingsmaatregelen overtuigd is, zal ieze actie weinig effect sorleeren. Wij zien nu Teeds hoe uit het volk zelf rich tegen de ambtenaren-actie een tegen actie on.twikkelt omdat men overtuigd is, dat zc'fs ambtenaren nu eenmaal niet in een uitzonderingspositie geplaatst kun- •acn worden. Misschien dat deze tegenactie er toe teiden zal, dat de leiders van de organi saties het gevaarlijke van hun pogen gaan inzien. Want gevaarlijk is het, omdat maar al ïe gemakkelijk vaak de neiging ontstaat ï>m met het hadwater ook het kind weg te •verpen en straks ook billijke verlangens op onwelwillende wijze worden bejegend. Allen die leiding hebben to geven in deze dagen hebben een moeilijke taak. Worde die moeilijkheid beseft zoowel door de leiders zelf als door hen dio heb ben te volgen en die omdat zij do bezwa ren niet kennen in hunne critiek van een zekere oppervlakkigheid nr'et altijd zijn vrij te pleiten. DE KOSTEN VAN DE VLOOTWET. Het zal wel zelden voorkomen dat zoo opzettelijk gepoogd wordt de massa te %isleiden en dat zoo brutaal onware voorstellingen worden gegeven, als den laatsten tijd, ten opzichto van de Vloot wet geschied. [Wij meenden daarom goed te doen hier te laten volgen de uiteenzetting van de fi- nancieele zijde van het Vlootwet-vraag stuk, die de Nederlander geeft, op dat ook onze lezers daarmee hun voor deel kunnen doen. Eerst een voorbeeld: Onderstelt, dat de heer H. een huis bewoont, dat hem f 750 per jaar huur kost. Nu wordt hem de ge legenheid geopend het huis te koopen voor f 9C00. De oudie eigenaar zal hem het volle bedrag leenen tegen 5 pet., bovendien moet hij f 150 per jaar aflossen en moet hij f 150 rekenen voor jaarlijksche grond lasten en onderhoudskosten, tezamen f 750. Wie is nu eerlijk: degeen die den heer H. voortdurend in het oor schreeuwt „het kost je toch f 9000" of hij", die het plan hem aanbeveelt, ondier opme4king: „het kost U niets meer, dan gij nu be taalt, bovendien hebt gij zekerheid, dat men U er niet kan uitzetten, en tenslotte bezit U na tien jaar huis en erf, dat U slechts f 7500 kost?" Ongeveer zco staat het met do Vlootwet en de Marine-uitgaven'. De som vau f 750 verbeeldt het bedrag, dat (met of zonder Vlootwet) jaarlijks voor do Marine wordt uitgegeven. De woonzekerheid is dé vast heid in ons Marinewezen, die die bestaan de stelselloosheid zal vervangen. Het huis van f 7500 io de beveiliging van ons ko loniaal bezat, dio door de verwezenlijking der vlootplanne wordt verzekerd. De S. D. A, P. en do Gommunislen, dig, om politieke redenen, do geheele Marine willen afschaffen en de aanhanger van de leer der weerloosheid, die elk militair en maritiem verweer uit den booze acht, moeten uiteraard tegen de Vlootwet stem men, evenals zij steeds tegen de Marine- begrooting stemmen. Van lien was het een inconsequentie in 1914 te stemmen vóór de mohilisatie-credieteneene in consequentie, die op 21 December 1920 werd herhaald, toen de heer Hugeriholtz verklaarde: ..Al speek ik volkomen voor mij zelf en bind ik hierbij niemand aan mijne woorden, wil ik toch zeggen dat, als wij, ondanks alle pogingen om het te verhinderen, weer zouden geraken in de situatie van 1914, ik dan weer de zelfdo houding zou aannemen van toen. Ik heb niet do minste réden mij die houding te schamen of te meenen, dat ik toen ver keerd gehandeld heb." De heer Hugcnholtz zou dus, in geval van bedreiging onzer neutraliteit, willen mohiliseeren alleen hij vergeet, dat om te mohiliseeren, er .iets te mohili seeren moet zijn, als gevaar dreigt. Het is wèl wat heel inconsequent, in zeggen: ..als gevaar dreigt, stem ik vóór mobilisatie; maar zoo lang geen gevaar dreigt doe ik wat ik kan, om door af braak van leger en vloot, die mobilisatie onmogelijk to maken." 'Aan die inconsequentie mag toch zeker geen goed vaderlander zich schuldig ma ken maar dan moet hij ook voor het ontwerp-Vloot, wét stemmen. En nu het bewijs, dat die Vlootwet van Nederland geen bijzondere uitgaven vor dert. Het ontwerp-Vlootwet rust op de ge dachte, dat, hui ten de bedragen, in dat ontwerp genoemd, geen. halve cent voor de Marine zal worden uit gegeven. Alle afhouw van onderhan den-zijnde vaartuigen, alle houw, waar toe reeds besloten was en in de Vlootwet besloten wordt alle overige bestaande en nog te wachten uitgaven voor scheeps bouw. materieel en personeel en voor vlootbases worden opgenomen in de kos ten. samengevat in het ontwerp-Vlootwet. Wat zal dan iaarlijks van Indië en van Nederland worden gevergd? Van Indië, zal worden "gevergd: Jaarl. uitgaaf voor vlootbouw 8 millioen Totale bedrijfskosten, per jaar 19 Jaarl. uitgaaf voor vlootbases 5 Aandeel in den pensioenlast Totaal per j'aar 36 millioen Dit is ongetwijfeld voor Indië een aan zienlijk bedrag een bedrag, dat boven dien- na 1929 nog zal stijgen; maar Indië wenscht deze zekerheid. De laatste uit spraken van den Indischen Volksraad be vestigden niet alleen den wensch, dat de regeling, in de Vlootwet bedoeld, zou tot stand komen, maar betreurden het, dat de. uitvoering, door de politieke verhou dingen in Nederland, vertraging oudera vond. En dan de uitgaven in Nederland. Ne derland zal, in totaal, voor zijn Marine, volgens het ontwerp-Vlootwet, ingaande 1924, hebben te betalen het navolgende: Jaarl. uitgaaf voor vlootbouw 8.6 millioen Totale bedrijfskosten p. j. 29.7 Totaal per jaar 38.3 millioen af, te vergoeden door Indië: aandeel pensioenlasten 4 Blijft totaal per jaar 34.3 millioen Hiernevens zij opgemerkt, dat op de aangenomen en ontworpen Marinebegroo- tingen voor 1922, 1923 en 1924 zijn toe gestaan en aangevraagdde navolgende sommen: 1922, begrootingsbedrag f58.388.826 al voor hydrographie en loodswezen f 10.140.549 Blijft voor maritieme uit gaven f 48.248.277 1923, begrootingsbedrag f48.486.108 Af voor hydrographie en toodswezen f 7.891.587 Blijft voor maritieme uit gaven f40.594.521 1924, begrootingsbedrag f 42.884.013 Af voor hydrographie en loodswezen f 7.390.164 Blijft voor maritieme uit- gaven f35.493.849 Uit deze cijfers, blijkt onomstootelijk, tenzij men de Marine geheel wenscht af ïe schaffen, 'dat aanneming tier Vlootwet aan Nederland niets meer zal kosten dan hetgeen uitgegeven zal worden zonder [Vlootwet. Wij komen hier tot de becijfering, dat ihet Marinebudget zonder Vlootwet, zelfs nog één millioen hooger jou zijn, dan met aanneming der [Vlootwet. De Vlootwet-Commissie, kwam juist tot tegenovergestelde con clusie en stelde de jaarlijksche uitgaaf, met Vlootwet, ongeveer één nuillioen hoo ger dan zonder Vlootwet, welk cijfer in hoofdzaak gebaseerd was op hooger-ge- raamde personeels-kosten. Hier staat echter tegenover, dat de Vlootwet-commissie nadrukkelijk ver klaart geen rekening te hebben gehouden, met de ingetreden daling der prijzen in den scheepsbouw, thans reeds te schatten op ongeveer 25 pet. Hoe men het ook keert of'wendlt: aan neming der Vlootwet zal van Nederland geen hooger bedragen vergen, dan zon der Vlootwet voor de Marine zouden wor den uitgegeven. Is het gelukt, door bezuiniging, in twee jaren de Maririebegrooting terug te bren gen van 48 millioen op 35 millioen overeenkomstige bezuiniging zal worden toegepast, als de Vlootwet wordt aange nomen. Blijft nu iemand roepen: „Ja, maar al les tezamen kost het dan tocli 300 mil lioen!" Dan zeggen wij: Ja, als Neder land nog 100 jaar blijft bestaan en het mag Indië behouden dan zullen do to tale Marine-uitgaven in die eeuw nog wel meer bedragen dan 300 millioen. Maar per jaar rijzen do uitgaven voor Neder land niet; wèl zullen zekerheid en veilig heid enorm worden verhoogd, doordat eindelijk het stelselloos houwen hij Ma rine vervangen wordt door vastheid en stelselmatig werken. Letteren en Kunst Alice Nahon. Wij vernemen dat bij A. W. Siithoff's Uitgeversmaatschappij le Leiden binnen enkele weken zal verschijnen een Muziek uitgave, bevattende ecnige gedichten van Alice Nahon, waarvoor Aug. Verhaegen de muziek heeft gecomponeerd. Een strenge winter üp konist? In „Hemel en Dampkring" geeft dr. Z. Kamerling het vervolg van zijn beschou wingen over ,5Jaren met abnormale weers gesteldheden". In zijn beide eerste artikelen betoogde hij, dat er oen. verband moet bestaan: eenerzijds tussehen bijzondere meteorolo gische afwijkingen en den stand der pla neten en de intensiteit der-zonnevlekken- Volgens den heer Kamerling moet men daarbij niet denken aan een causaal ver band tussehen de stralingsintensiteit der zon en deni almospherischen. toestand op aarde, maar moet men. beide toestanden als afhankelijk beschouwen van den kring loop der planeten, do weersgesteldheid bovendien van den ^tand der aarde (con- junctoren en opposities met do planeten) Dr. Kamerling neemt aan, ,,dat Jupiter en Saturnus, en in mindere mate ook de andere planeten,, een directen inviced op den dampkring van do aarde uitoefenen, door een luchtbeweging te voorschijn te roepen, afwisselend in do richting van de polen naar den aequator en omgekeerd. Deze luchtverplaatsing wijzigt dan de verdeeling van de gebieden Man - hoogen en lagen druk. Wij moeten ons voorstellen dat er zich telkens, naarmato de aarde in haar kringloop Jupiter (resp. Satumus) nadert, een luchtgolf vormt hoven da-t ge deelte van liet aardoppervlak, waar Jupi ter tijdens do aswenteling van de aarde ongeveer loodrecht boven komt te staan. Wanneer zich dergelijke luchtgolven zouden vormen, is er geen twijfel aan, dat zij, voor zoover de verdeeling in oceanen en vastelanden niet stoort cirkelvormig de aarde zouden moeten aanzwellen en ver vloeien. Naar analogie van wat er om trent ebbe en vloed bekend is, zou men ook moeten aannemen, dat er zich in den regel tweo kringvormige golven zouden vormen, één aan iedero zijde van den eve naar, op ongeveer gelijke Noord er- en Zui- dei breedte". Met behulp dezer 1 uchtgolftlieoric gelukt het dan, verschillende bijzonderheden in den otmosphcrischen toestand te verklaren Voor den komenden winter verwacht de heer Kamerling, „dat de dook Jupiter en door Saturnus veroorzaakte luchtgolven zich dicht bij de keerkringen vormen, en hot aanzwellen' rail deze luchtgolven later een aanvang noemt. De factor, die in den voorafgaanden winter luchtver plaatsing van den aequator naar dc polen, dus hoogere temperatuur, medebracht, treedt op den achtergrond; wij krijgen overheers chenrl luchtbeweging van de polen naar den aequator. N.O. wind in West-Europa en tamelijk lage watertem peratuur. Uit de Duitsche republiek. Met een verontwaardigd protest ver-, haalt liet „Berliner Tageblatt" hoe op het Köllnisches Gymnasium te Berlijn eindexamen -werd afgenomen in staats wetenschappen. De examinator heet Herr Studienrat Tomaschky; den naam van den .al te bereiclwill'igen examinandus geeft het blad niet. Ex.: Wat zijn de kleuren der Duitsche Republiek? Antw.: Zwart-rood-goud. Ex.: Hoe noemt Heine deze kleuren? Antw.: Apenkleuren. Ex.: Van wanneer dagteekent de grond wet der Duitsche Republiek? Antw.: Van 9 Augustus 1919. Ex.: Naar welk voorbeeld is deze grondwet gemaakt? Antw.: Het „Gonfcrat social" van Rous seau. Ex.: Hoe noemt Ranke het „Gontrat social"? Antw.: Belachtelijk. Deze stichtelijke vertooning woonde de vertegenwoordiger der republiek, Herr Schulrat Micliaelis, hij. Hij maakte er geen enkele opmerking over INGEZONDEN (Buiten verantwoordelijklieid der Redactie) Een herdenking, los van :dc historie.' heeft toch weinig zin. Maar juist daarom amice, heb ik me ook zoo verwonderd, dat schier de ge ilede bevolking aan de feestviering deel nam,. Hoe lean dat, zoo heb ik me zelf afge^ De nood in de Saksische pastoriën. Met haiielijken dank geef ik weer mijn verantwoording voor Saksen. Ik ontving van den lieer J. B. to Leiden f 5 Van Ds. Kouwenhovien, gevon den in de coll. der Geref. Kerk te L. f2.—fl.—fl.— 4._ Vorige opgave 475.20 f 484.20 D.V. zal Woensdagavond 10 Oct. a s. in de Pieterskerk te Leiden Pfarrer Spranger uit Dresden voor ons Comité optreden. Laat nu niemand deze samen komst verèuimen. Hij zal ons iets vertel len uit de lijdensgeschiedenis zijner broe ders- Ds. J. W. DE VRIES. Rijnsburg, 5 Oct. '23. LEiDSCHE PENKRASSEN Amice. Laden heeft weer feestgevierd. Als van ouds is op luisterrijke wijze herdacht hoe nu 349 jaar geleden het maanden lange beleg werd opgeheven en beo na een lang en hang 1 ijlden de zegepraal werd verkregen. De ontzet-feesten zijn hier geworden, vo ksfeesten in den goeden zin des woords, waaraan door heel de bevolking van alle richtingen wordt deelgenomen.0 A's 's morgens onder de noodige fees telijkheden haring en wittebrood worden uitgedeeld, als 's middags de groote op tocht wordt gehouden, al of niet vooraf gegaan door openluchtspelen of als 's avonds een vele duizenden tellende me nigte het vuurwerk gadeslaat, dan ken nen we hier geen partijen, maar zijn we voor één dag alleen Leidenaars, die trots zijn op .het burgerschap van deze vermaarde stad. Ik oefen niet gaarne crOkek op een be stuur of een commissie die een uiterst moeilijke taak op bijna onverbeterlijke wijze verricht. En dat mag zeker gezegd worden van het bestuur der 3 Octoher- vereeniging, dat er elk jaar weer op nieuw in slaagt een programma samen te stellen dat er wezen mag en dat, telkens weer den indruk schijnt te maken alsof hét dat van vorige j'aren overtreft. Het is geen gemakkelijke taak die dit bestuur lieeft en ik heb voor zijn arbeid ook niets dan lof. Als ik een aanmerking moest maken dan zou het deze zijn, dat de Godsdienst oefeningen in de verschillende Kerken in het cfficieele programma geen offd- eieele plaats hebben. Dat lijkt me niet in den haak. Als er cónc feestviering is, waarhij de kerkelij ke plechtigheden niet mogen ontbreken, dan - is het dunkt me wel do 3 October- viering. De geschiedenis, heeft Groen van Prinsterer gezegd, is nuttig, dtewijl zij in de ervaring der voorgeslachten een tref fend onderricht geeft, maar vooral ook, 'omdat ze hij het licht hetwelk de Bijbel voor Christenen verspreidt, Gods al macht,., wijsheid, rechtvaardigheid cn ge nade in de lotgevallen van een zondig menselidom openbaart. En de geschiedenis van Nederland, zoo merkte hij verder op, is hoven die van de meeste, zelfs Christelijke volken gewich tig, omdat de Heeré in dit kleine en on aanzienlijke land, aan de golven ontwoe kerd, groote dingen heeft gedaan. Dit geldt wel in zeer bijzondere mate van Leiden. Het lot van Leiden scheen in Septem ber 1574 heslist. Binnen hare wallen maakten de. honger on do pest duizende slachloffeifs (op pl.m. 16000 inwoners telde men gedurende het beleg meer dan 6000 do oden) en wie nog gespaard wer den waren niiet veel meer dan mensche- lijke wrakken. Verdere tegenstand scheen nutteloos. En van huiten was a.l evenmin hulp te verwachten. Wel deed Prins Wil lem van Oranje wanhopige pogingen om de uitgemergelde bevolking te hulp te ko men, maar het scheen een ijdel pogen dat voor de bevolking geen resultaat kon ge ven. Slechts één uitweg bleef voor de arme Leiden aars nog open, de weg naar ho ven. En God heeft gehoord en verhoord, het geroep van die in benauwdheid tot Hem vluchtten. Toen alle hoop op red ding vervlogen scheen, schonk Hij uit komst. „God zond zooals de geschiedschrij ver opmerkt zijn posten en boden, name lijk de winden, even met den springvloed eerst stormende uit den N. W. daarmede. Hij het water wonderbaarlijk weder in het land hragt en daarna Z. W. dewelke het. naar Leiden dreef." Maar nog voor het water don vijanden had bereikt, achtten zij het geraden den aftocht te blazen. Waarom? Wij welen het niet maar vast staat: „a-s Sanherib van Jeruzalem, zijn de Spanjaarden bij nacht van Leiden gevlucht." Hier was Gods vinger op te merken.^ Een van de eerste daden van de bevrij de bevolking was dan ook, om zich te he geven naar de iPeterskerk, om daar meit hart en mond den Heer to geven lof en eer. En toen de Prins in do Kerk te Delft de blijde tijding van Leiden's ontzet ont ving, liet hij „den brief openlijk van den predikant lezen en den Heer met vroolij- ke en vieriger herten danken." Het is dus geheel in de lijn, wanneer de kerkelijke herdenking in het officieele programma wordJt opgenomen, en ik ver- triouw dat 't bestuur ran de 3 October- vereeniging dit toch ook weü met mij eens zal zijn. In Het Volk heb ik gelezen dat reeds een 12000 ingezetenen het adres tegen de Vlootwet hebben geteekend en bovendien schijnt er nog een nieuwe beweging in de maak te zijn om hier tegen het viool plan een actie te voeren. Om de menschen tot teokenen te bewe gen stolt men het voor, alsof deze. wet de m tgaven zal vermeerderen, dat zij van ons land nieuwe financieel© offers zal vragen. Ziij die dit zeggen weten wel lx1 ter, maar zij hebben dat praatje ;au eenmaal noodig om hand tee keningen te krijgen. Als ik een actie begon om onzen burge meester uit Leiden weg te werken, dan zou ik hard kans loopen een pak slaag te krijgen, en niet zoo zuinig ook. Maar a's ik nu de menschen ging wijs maken, dat hij van plan was héél de gemeente lijke inkomstenbelasting aai den Rijn te smijten en de werkloozen te laten ver hongeren. en ik werd daarbij door een aantial „bewuste" volgelinge; 1 stevig ge holpen, wie weet hoeveel handteehenln- gen hij elkaar gebracht werden. Dal de menschen die lijsten teekenen is dus zoo'n wonder niet,omdat ze nu een maal verleugend zijn en misleid 00 een. allerschandelijkste manier. Maar al is dat waar, dan ds daarmee toch nog niet verklaard, -hoe diezelfde menschen de Ontzetfeesten zoo geestdrif tig mee kunnen vieren. Immers heel de vlootwet-actie is eigen lijk niet andera dan een protest te.gen wat mannen als van der Werf, van dér Does en wat het overgroote deel der bevolking van Leiden gedaan hebben. Zij ófferden niet maar een heel klein deel van hun inkomen, maar zij gaven, alles, hun geld, hun goed, het liefste wat zij hadden, hun bloed en hun leven. Helden waren het. Mannen en vrou wen van stavast. Zeker, er waren in die dagen ook wel van die anti-vlootwet mannen. Vooral ie. de regentenkringen. Maar het volk, het mag toen minder „bewust" geweest zijn dan in onze dagen, het was toch geen futlooze en pitloozo massa, die men alles kon wijsmaken wat men wilde en die altijd maar goedmoedig gingen prijzen wat de volksleiders gelief den te wijzen. Het leek er niet op. Ze gebruikten hun versland. Ze keken uit hun oogen. En als de regentenkliek de vloot verwaar loosde en het leger lieten verloopen, om dat het veel voordee'liger was geen leger en vloot to hebben, en omdat we toch de zwakste partij waren, dan liep dat volk te hoop en dan werd het een' roepen om Oranje, net zoolang lot de anti-vloot- mannnen met de hazen'harten het hazen pad kozen. Ze hadden ook hun gebreken, onze voorouders. Maar toch, als ze het uitrie pen, dat ze, steunende op den Bijbel, do vrijheid verdedigden, dan was dat geen praritje, maar dan was dat waarheid. E11 ze hebben dé vrijheid verdedigd. Niet in eigen kracht, maar in de kracht van hun God. En nu kan ik veel begrijpen, amice. Ik kan me indenken, dat 'er menschen zijn, die de landsverdediging willen ver- waarlcozen, omdat ze kinderlijke cpliniis- ten zijn, die zichzelf wijs maken, dat er toch nooit meer oorlog komt, of omdat zo echte platte materialisten zijn, die zeg gen: 't kan me nicit -schelen wat er ge beurt en hoe 't gaat, als ik het maar goed heb. Ik kan me ook indenken dat er men- dien zijn, dié geen leger en vloot willen omdat de chaos hun ideaal is, de revo lutie, die alles vernielt en alles verplet* itert, die een volk zedelijk en geestelijk misschien eon halve eeuw achteruit- brengt en die tenslotte noodzakelijk leid tot het opkomen van dictators dio met straffe hand Tcgeeren en orde en regel scheppen. Dat alles kan ik me indenken. Maar ik kan onmogelijk 'begrijpen dat diezelfde menschen de 3 October-fecsten kunnen vieren. Dat ze, op hetzelfde oogenbik, dat zo mannen als van der Werf en al de stoere Leidenaars uit de 17e eeuw botweg en ruwweg in hun gezicht slaan, .tegelijker tijd feestvieren cm de' daden van d o groote mannen, van dat edel voorgeslacht te herdenken. Dat is mij een raadsel. En liet wijst er op dat, óf de feestviering, óf het gedraaf om handtcekendngen in don grond dor zaak niets anders is, dan een zinledig© vertooning. Neen, zegt ge misschien amice, dai wij! Maar pas op, zegt het niet te hard. Want heusch, zoo mooi is liet hij ons ook niet gesteld. Ge weet toch cok wel, dat er zoo weinigen zijn dóe bereid z jn de wacht te betrekken hij het beginsel, het rapier te grijpen en te staan op de wallen. Of is het anders geworden, missen .en? Naar ik .van een bestuurslid vernam zal onze Kiesverecndging dezer dagen verga deren. Zal dan blijken amice, dat er wat veranderd is? Dat we willen staan voor onze zaak en als kloeke helden er voor strijden? Dat we bereid zijn alle klc 1 no persoonlijke gevoeligheden op zij to zet ten en alleen voor cl'e groote zaak van Gods Koninkrijk ons aan te gorden? Ik hoop hot mijn waarde, maar gerust hen ik er niiet op. Wat schreef echter Prins Willem (oen hij benauwd werd van alle kanten? Even wel wij willen den moed niet verliezen, maar hopen, dat, als wij van alle nien- schen verlaten zijn de Hcere God Zijno rechterhand! over ons uitstrekken zal. Mogen dat ook ondervinden zij, dce in deze moeilijke en donkere dagen leiding en" stuur hebben te geven. VERITAS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6