Tweede Blad Donderdag 4 October 1923 UIT B3E PERS I 'Art. 40 Bezoldigingsbesluit. In het „Weekblad van het Recht" geeft do Utrechtsche hoogleeraar jhr. mr. dr. B. G. de Savornin Lohman zijn indruk ken weer over de aanhangige plannen tot verlaging van ambtenarensalarissen. Hij schrijft o.m.: „Wat beteekent art. 40 (1922)? Men zou kunnen lezen: die tractemenl- ten worden gewaarborgd, zoolang art. 40 in het Bez. Besl. staat. Dan zou do zin alleen deze zijn: om de tractementen van de op 1 Juli 1922 in functie zijnde amb tenaren aan te tasten is het niet genoeg de salarisregeling te wijzigen, maar moet ook art. 40 worden ingetrokken. Er wordt dan alleen gewaarborgd een speciale con sideratie van de belangen der function- neerende ambtenaren. Maar blijkbaar is do bedoeling een an dere en heeft de regeening zich willen verplichten aan de betrokken ambtenaren zoolang zij in dienst zijn het op 1 Juli 1922 genoten tractemnt uit te betalen. Geïmpliceerd zou dan art. 40 inhouden het verbod, te worden ingetrokken, zoo lang er nog één ambtenaar over zou zijn, die er van zou kunnen profiteeren. Of ook als het werd ingetrokken, zou de re geering zich moeten blijven gedragen, alsof het nog steeds in het K. B. stond. Zoo is de opvatting der ambtenaren, zoo ook, naar mij voorkomt, die van den oud-minister'en zijn adviseur. En die op vatting is ook m.i. juist. Alleen maar, zoo opgevat is de inhoud van art. 40 K. B. naar mijn meening niet verbindend. Het is misschien vermetel dit te bewe ren. Toch zou ik willen verdedigen, dat voor zoover art. 40 bedoelt den Staat ts verbinden de op 1 Juli 1922 genoten tractementen uit te keeren, ook na intrek king van bet art. het geen rechtskracht heeft. In de eerste plaats uit constilulioneele overwegingen. Ik betoogde boven, dat uit de verhou ding tusschen de .regeering-regelaar der bezoldigingen en den budgetwetgever volgt, -dat de Grondwet zich de regeering voorstelt in volkomen vrijheid telken jare overwegende, of zij de salarisregeling zal handhaven, al vordert natuurlijk goede politiek, zoo voeg ik er thans bij, niet dan in het uiterste geval tot verlaging over te gaan. Indien dit nu zoo is, is dan de regeering bevoegd, zich zelf deze vrij heid te ontnemen? M.i. neen, want dan maakt zij inbreuk op de rechten van het toekomstige parlement, ja zélfs al klinkt dat wat vreemd op die van de Kroon door andere raadslieden voorge licht of eventueel door dezelfde in andere omstandigheden. Zij mag die vrijheid niet uit handen geven en dus kan zij het rechtens niet. In casu heeft de regcering zich dus tot iets verhonden, waartoe zij zich staatsrechtelijk niet verbinden kon. Zij handelde ultra vires. Er is dus slechts in schijn een verbintenis ontstaan. Het 'geval J3 te vergelijken met in het privaat recht een contract in strijd met de goede orde. Dus mist het art. rechtskracht, voor zoover men er in wil lezen een gebonden heid in perpetuum, en in zooverre kun nen de betrokkenen er dus geen rechten aan ordleenen. Het heeft alleen in zoo verre rechtskracht, dat de regeering niet vrij is de tractementen der betrokken ambtenaren te verminderen zonder voor afgaande intrekking van het artikel. In tegenstelling tot minister De Geer acht ik dus. eenvoudige intrekking vol doende; intrekking mét terugwerkende kracht of intrekking bij de wet is m.i. on- noodig. Want er £ijn m.i. geen verkregen rechten op het tractement Van 1 Juli 1922 tot. aan het einde der ambtsbediening ge- boien". Gaaf naar de Lier en wordt wijs! De oproerige krabbelaar, de heer A. B. K., het Kamerlid Kleerekooper, heeft in „Het Volk" tijdens de jubileumfeesten en daarna gecollecteerd voor een socialisti sche feestgave, een roode guirlande, die aan een eigen huis dér »S. B. A. P. moest ten goede komen. Niet zonder virtuositeit, schrijft de Bptt., heeft hij dag aan dag met trompet ten en bazuingeschal al do paria jgenooten in den lande tot offeren aangemaand. Hij zag dien arbeid beloond met het binnenkomen van pl.m. 17 duizend gul den uit alle Néderlandscho gewesten. Over dit succes toont hij zich dermate verheugd, dat lyrische lofzangen worden gehouden op de onvolprezen offervaar digheid der S. D. A. P. Om ongelukken te voorkomen, is een klein koudwaterbad niet ongewenscht. Het kan het best wordien toegediend door do herinnering aan hetgeen dezer dagen geschiedde in De Lier, waarover ons blad dit simpele berichtje bevatte: „Do collecte voor den bouw van een nieuwe kerk te De Lier, gehouden met ge sloten beurs, bracht de som van f 14.500 aan vrije giften op. „Deze opbrengst, die op f 6000 was ge raamd, overtreft de stoutste verwachtin gen; te meer waar in de laatste jaren, toen de hooge bouwkosten een beletsel waren voor de uitvoering van den bouw, reeds een fonds van f 23.000, eveneens vrije giften, werd gevormd. De rest van de bouwsom zal worden geleend hij 'de le den der gemeente tegen 4 lA pet. Deze lee ning is reeds geheel volteekend. „Bovendien wedden kostbare geschen ken, zooals meubilair, kleeden, gordij nen enz. toegezegd." Dat is niet het eenige, waarvoor de mannen en vrouwen van De Lier hebben te offeren! Zij hébben hun armen, hun Christelijke instellingen, hun scholen. Alleen reeds voor de Vrije Universiteit wordt in De Lier hij gedragen door hon derd en dertig contribuanten. 1807 inwo ners telt De Lier,waarvan 307 li'd der Gereformeerde Kerk zijn. Tegen roode opgeblazenheid biedt De Lier alzoo een voortreffelijk herstellingsoord. Met een kleine letterverandering her halen wij het klassieke: Ga naar De Lier, A. B. K. en ?rordt wijs! GEMEENTEBEGROQTING LEIDEN III. Zooals uit het begeleidend schrijven van B. en W. bij do indiening der be- 'grooting bleek, hebben B. en W. aan de hoofden van de verschillende diensten den eisch .gesteld, dat de uitgaven in to taal met minstens 10 pet. mcesten worden gedrukt. Slechts in zeer bijzondere gevallen zou met een bezuiniging van minder dan 10 pet. genoegen worden genomen. Het spreekt wel vanzelf dat niet alle afdeelangen even gemakkelijk kunnen be zuinigen. Naast sommige, waar althans gelegenheid bestaat de uitgaven min of meer te drukken, staan andere waar al thans onmiddelijke bezuiniging minder gemakkelijk is. Tot deze laatste afdeelingen behoort ook hoofdstuk II het algemeen, beheer betreffende. Meer dan ergens anders vindt men hier allerlei vaste posten, waar op wel bezuinigd kan worden, maar toch niet zoo gemakkelijk als dit bij 'andere af- deelingen wel het geval is. Toch kan niet worden ontkend, dat hel resultaat van het bezuinigingsstreven hier al zeer geringi.». Be jaarwedde van den Burgemees-, ter is overeenkomstig diens verlangeh met f 2000.verminderd en daar de nieuwe Gemeenteontvanger be gint met de aanvangswedde, kan ook hier f 1000.bezuinigd worden. Het pre sentiegeld van de Raadsleden is op grond van de dn het eerste halfjaar van 1923 opgedane ervaring met f 550.ver laagd en geraamd op f 2750.Wij ho pen er het beste van maar wij vreezen toch dat deze bezuiniging een misrekening zal blijken. Maar hoe dan ook, wij hebben hier al thans kleine bezuinigingen. Anders echter staat het niet de jaarwedden van d e ambtenaren en bedienden der gemeentesecretarie enz. Werd hiervoor ten vorigen jare in totaal uitgetrokken f 126.029.— thans is dit bedrag gestegen tot 1; 140.368.— In hoofdzaak hebben we hier te doen met een automatische uitzetting dér uit gaven, als gevolg van de periodieke ver- hoogingen overeenkomstig de salarisver- ordening. Maar des temeer klemde hier dan ook de eisch om te bezuinigen. Gemakkelijk zal dit waarschijnlijk niet gaan. De eenige uitweg zal misschien zijn een andere be zetting der bureaux. Het trekt toch de aandacht, dat in zoo goed als alle af dee lingen, bijna uitsluitend hoogere amb tenaren worden aangetroffen. Klerken zijn uitzonderingen. En waar tocli ongetwijfeld zeer veel klerkenwerk Verricht zal moeten worden, volgt hieruit dat dit werk gedaan wordt door hoogere ambtenaren, mét bet gevolg, dat zooal niet de ambtenaren, dan toch het werk te duur betaald wordt. Hier kan alleen reorganisatie uitkomst brengen. Uit de begrooting blijkt echter niet, dat plannen hieromtrent in overweging zijn. Toch is het zeker wel de moeite "waard aan deze zaak aandacht te schenken. Het is waar, dat de werkzaamheden de laat ste jaren zijn vermeerderd, en dat de sa larissen belangrijk zijn verhoogd. Maar als we zien dat 10 jaren geleden voor het zelfde doel ruim f23.000.werd uitge trokken, en dat de uitgaven dus meer dan verzesvoudigd zijn, dan is er zeker .wel reden om hier op bezuiniging en versobering te zinnen. Op de s c h r ij f 1 o o n e n bleek al even min (bezuiniging mogelijk. Werd het vorig jaar een bedrag van f 6500.geraamd, thans is .<bt bedrag verhoogd tot f 8500. Bij de schrijf- en bureaube hoeften daarentegen is de voorgeschre ven bezuiniging vrijwel bereikt, evenals bij het druk- en bindwerk, welke posten re,sp. daalden van f 3500.tot f3150 en van f18.000.— tot f 15.000.— In vergelijking echter ,met 1922 is deze laatste post miet verminderd, zoodat ook gezegd zou kunnen werden, dat het vorig jaar de raming aan den .hoogen kant was. Op de post onderhoud en schoonhouden van de Raads zaal. de secretarie enz., heeft men op een bedrag van f7148.althans iets (f 140.weten te bezuinigen, evenals bij onderhoud en aankoop van meubelen waarvoor bijnt f900.— ge raamd wordt. Toch is het nu uitgetrokken bedrag (f4080.nog ruim f300. h o o g e r dan in 1922 werd uitgegeven. In verhand met de toegestane reductie op de prijzen van gas en .electriciteit kan de post verlichting en verwar-* m a n g f 2000.lager worden geraamd (f 7000.terwijl voor verkiezing s- kosten zelfs f 18.350.minder kan worden uitgetrokken. Dit laatste is echter .niet het gevolg van bezuiniging maar van het feit, dat dit jaar geen verkiezingen te wachten zijn. Daar de Handelingen van den Gemeenteraad thans 'verkort wor den weergegeven, kan deze post belangrijk worden verlaagd, en teruggebracht wor den op f 16.000.—. Wamr ear tfre echter re kening houden met het feit dat meerdere belangrijke, veel ,<of-op jagende-onder- werpen op behandeling wachten, dan vreezen we, dat de Raad deze bezuiniging ongedaan zal weten te maken. KERK ÏÏM SCHOOL NED. HEBV. KEEK. Beroepen. Te Wouters woudeR. Bartlenia te Hoogeveen. Bedankt. Voor IJzerwloorn: S. A. C. Rijnenberg te Genderen. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te BierumH. Drost, te Knijpe en I. K. Wessels te Veere; te Arum E. J. "van Voorst te Kootwijk en A. G. Wolf te Loeren-Vreeland. Beroepen. Te VlaardingenP. C. de Bruijn te Oudewater. Bedankt. Voor Beetgum: W. M. Ie Cointre te Woubruggc. GEREF. GEMEENTEN. Tweetal. Te Krabbendijke: G. Hl. Kersten te Ierseke eni A. Verhagen te Mid delburg. EVANG. LUTH. KERK. Beroepen. Te Stadskanaal: prop. J. N. Bicger te'Vaals; te Gouda: J. J. Simon te We esp. Aangenomen. Naar AmsterdamH. L. Boerlijst te Leeuwarden. Bevestiging, Intrede, Afscheid. J.l. Zondag heeft S. F. Lie ga af scheid genomen van de Ned. Herv. Gem. te Hijkcrsmilde, met een predioatie over Col. 4: la. De naar Sellingen vertrekben- den leeraar werd door ds. T. L. Kan van Bovensmilde toegesproken. Ds. C. Koenekoop hoopt 25 Nc*v. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gem. to Biggekerke, en 2 Dec. d.a.v. intrede te doen te Meppel, waarbij ds. A. K. Straats- ma aldaar als bevestiger hoopt op te tre den. 'A.s. Zondag zal D.V. Ds. J. W. Ban ket, laatstelijk predikant bij de Gestichts gemeente der Weezankapel te Neerbosch, intrede te deen bij de Ned. Herv. Gem. te Sb. Cedenrode. mmm Ds. F. A, den Boeft. Ds. F. A. den Beeft, Geref. pred. te Kruiningen, meet op medisch advies we gens overspanning eenige weken rust ne mén. Ds. W. H. H. Middendorp, t Na een langdurig lijden is Ds. W. H. H. Middendorp, Ned. Herv. predikant te Vlis- singen, gistermorgen op 39-jarigen leeftijd overleden. Slechts li jaar heeft Ds. Midden-dorp te Vlissingen vertoefd, zijn gemeente dienen kpn hij den laatsten tnjd niet meer. Nog betrekkelijk in den aanvang van zijn leven werd hij op het ziekbed geworpen. Aan zijn vurigst verlangen het Woord te mogen verkondigen, kon hij geen gehoor geven. Het bleek alras, dat herstel mensche- lijkerwijs gesproken uitgesloten was. Thans is hij in de kracht van zijn jaren opgeroepen van zijn post. Men geeft de voorkeur aan afbraak. De kerke raad van de Ned. Herv. ge meente te Den Helder, heeft nu het kiescollege zijn medewerking weigert om een orthodox predikant te beroepen op- beffing van den derden predikantsplaats aangevraagd, terwijl cr aldaar een bloeien de evangelisatie is (gemiddeld 500 bezoe kers.) Deze evangelisatie bedruipt zichzelf ge heel, dus zoiu bet mogelijk zijn met behulp van dezen kring de predikantsplaats te handhaven. Approbatie geweigerd. Uit Middelharnis meldt men: Dooï het Class. Bestuur in de classis Brielle der Ned. Herv. Kerk is in zake het aangeno men beroep van Ds. A. M. den Oudsten, van Dintelcord, naar Middelharnis appro batie geweigerd. Zulks op grond, dat niet %voldaan is aan het Reglement van: den Raad van Beheer. Alzoo zal bij het Prov. Kerkbestuur in hooger beroep worden ge gaan, dat naar alle waarschijnlijkheid gunstig zal beschikken. De Zending in moeilijkheden. De besturen der samenwerkende zen- dings-corporaties schrijven: Reeds eenige weken geleden werd door middel der bladen en particuliere berich ten bekend gemaakt, dat de in het Zen dingsbureau te Oegstgeest Samenwerkende Zes Zendingscorporaties ook dit jaar een Zendingsweek hebben uitgeschrevenë en wel de week van 1118 Nov. a.s. Ieder, die in de laatste tijden met de Zending medegeleefd heeft, is bekend met de talrijke vragen, de vele zorgen en de gróote financieele moeilijkbeden. Meer dan ooit hebben de Besturen, er behoefte aan te weten, dat in genoemde week gansch Christelijk Nederland met Gebed, Toewijding en% Offer het groote werk der Zen-ding steunt. Wil de zendingsweek slagen, zal inder daad in het geheel© land deze Aveek in het teeken der Zending k-êmen te staan, dan is tijdige voorbereiding en organisatie noodzakelijk. Dit inziende hebben de Besturen der Corporaties dezer dagen de medewerking eevraagd van H. H. Predikanten, Gods dienstonderwijzers, Hoofden van Onder wij s-Inlichtingen, enz. en van tal van Vereenigingen. 't Gaat er thans om, dat men gehoor geeft aan onzen dringenden oproep om hulp Velo bladen stellen ons in staat die biüp dooir middel van ©en „ingezonden stuk" nog eens te vragen. Wij benutten dankbaar deze gelegenheid en vragen ook thans: „leg onze bede om hulp niet onbeantwoord ter zijde, maar wil doen, wat in Uw vermogen is." Bij de organisatie van de Zendingsweek kan door ieder hulp verleend worden. Laat daarom, als degenen die bereid zijn te organiseoren, esn oproep doen om hulp niet vruchteloos gevraagd worden. De Zending roept! Dat velen aan die roepstem gehoor geven! Hei zevende leerjaar. A. O(osterwijk) échrijft in het Corres pondentieblad der Vereeniging van Chr. Onderw. over het laatste besluit inzake het zevende leerjaar: „La mort sans phrase. Is dit nu wer kelijk 't laatste woord? Ei" is met t 7de leerjaar al zooveel gesold, dat we werke lijk nog een laatste woord verwachten. Want in de groote steden, (van 't plat teland hen ik met op do hoogte) is het 7de leerjaar hij de ouders gewild, ook voor de meisjes. En wc achlen dit ren Jukkig verschijnsel. Wat iftoeten we nu doen met de leerlingen, die langer wen- schen te blijven? De straat op sturen, want de arbeidswet verbiedt hun bij een patroon in de leer te gaan? Nu zal dia wet ook wel veranderd worden, maar daarmee hebben al die kinderen nog geen emplooi. Als het léven zich tegen dien maatregel blijft verzetten, en da ouders van bun kinderen dat leerjaar, nog begeeren, wat dan? Laat er toch een middel op gevonden worden, dat wat werkelijk leeft, liiet moedwillig aan een uitstervingsproces wordt onderworpen. Er zijn al genoeg sohoone illusies van da wet 1920 naar de maan". DE POSTCHEQUE- EN GIRODIENST. STOPGEZET. Heropening eerst na herstelling. De directeur van den postchèque- en girodienst heeft, na overleg met de regee ring, besloten den postchèque- en giro dienst met ingang van gistermiddag 5 u. 30 tijdelijk te sluiten. Een groot aantal fouten in de admini stratie-van voormelden dienst is de reden die tot dezen maatregel noopt. Het is noodzakelijk, dat die fouten eerst worden opgespoord, hetgeen thans alleen moge lijk blijkt bij sluiting van den dienst, om te voorkomen, dat het aantal fouten nog grooter wordt. Een controlebureau is reeds in werking om te' trachten met spoed do gemaakte fouten te achterhalen en te verbeteren. Zoodra dit bureau met zijn arbeid gereed is, kan heropening van den dienst eerst in overweging genomen worden. De regeering overweegt, welke maatre gelen zij zal kunnen nemen ten behoeve van die rekeninghouders, die door de slui ting van den postchèque- en girodienst in ernstige ongelegenheid zouden geraken Voor de behandeling van daarop betrek king hebbende zaken zijn voorloopig aan gewezen de thesaurier-generaal van het departement van financiën, de algemeen secretaris der posterijen en telegrafie en de beheerder van de schatkistpostrekening -Het Ned. Corr.-bureau te 's-Gravenha- go verneamt nog, dat rekeninghouders bij den postchèque- en girodienst, die in ern stige moeilijkheden komen tengevolge van de beslissing, dat voorloopig over het te goed bij voornoemden dienst niet kan wor den beschikt, zich tot de daarvoor aange wezen commissie kunnen wenden met ver zoek om uitkeering van een zoodanig ge deelte van hun saldo, als ter vermijding dier moeilijkheden noodzakelijk is. Zij zullen daartoe gebruik moeten ma ken van met ingang van Zaterdag 6 Octo ber a.s. op de postkantoren verkrijgbare formulieren. Slechts verzoeken, waarvoor van de hierbedoeldo formulieren wordt gebruik gemaakt, worden in overweging genomen. Den rekeninghouders wordt in bot be lang van oen spoedige afwikkeling^ van zaken, dus in hun eigen belang, dringend verzocht van het vorenstaande niet af te wijken. De Joden in Palestina. Mien weet, dat er heel wat t© doen is over de immigratie der Joden in Palestina en hun verhouding tot de Arabieren. In ^Bergopwaarts" schrijft prof. Ob- bink een opstel over de Jcden in Palesti na, dat hij onlangs bereisd heeft. Ziehier zijn eindindruk over het werk der Joden in hun stamland: De productiviteit van den bodem wordt door de Joodsche immigratie sterk ver meerderd, want 1000 Joden halen meer uit den bodem dan 10.000 Arabieren. De inlieemsche bevolking bewerkt den: grond nog op dezelfde primitievo wijze als in de bijbelsche tijden, in de Joodsche ko lonies wordt gewerkt met kunstmest en, machines, hoewel ook daar nog in onvol doende mate. En het viel mij voortdurend; op, dat duizendeii bunders uiterst vrucht baren grond nog woest liggen, dio met betrekkelijk weinig moeite en kosten inl vruchtbaar akkerland zijn te herscheppen. Het tegenwoordig Palestina kan stellig wel het drievoudige van het nu aanwezig getal inwoners voeden, maar zal dat alleen doen bij doelmatige bebouwing, waartoe do inheemsche bevolking niet in staat is. Van Zionistische zijde stelt men, dat 3/1 van het Westjordaansche land, 120.000 K.M.2. bebouwbaar is en dat deze bodem dus minstere 15 millioen mcnschen rou kunnen voeden. Het grondbezit is van 510.000 dunan (1/4 H.A.) in 1920 toegeno men tot 800.000 dunan in 1923. Het Keren Hasjcodfonds (Palestina opbouwfonds) groeide in 2} jaar tot 1.000.000. FEUILLETON, Van 's levens diepten. '16) „O, zoo; maar ik wilde haar een voorstel doen, waardoor dit. alles overbodig wordt. Hoe groot zou.haar salaris voor deze be trekking zijn?" „Achthonderd gulden en Vrij wonen". „Wel, dat is geen klein beetje; u zult er genoeg sollicitanten voor kunnen krijgen, nietwaar? Welnu, ik wilde zoo graag iets voor mevrouw Wybert doen, en daarom 3tel ik u voor om haar jaarlijks uit mijn saam f2000 le zenden, zoodat zij kalm en rustig daar ginds in haar geboorte plaats kan blijven .leven. Hoe vindt u dat?" „Dat is een heel, heel mooi aanbod van mijnheer DelameTe. God zegenp u voor uw 'edelmoedigheid." Hij nam Wyberl's hand in de zijne en 'drukte die hartelijk. „Heel graag wil ik de tusschenpersoon zijn in deze zaak, maar, ik geloof niet, dat fcij uw aanbod aan zal nemen." „Waarom niet?" '„Als ik mij niet vergis, heeft deze jonge Weduwe een groot gevoel van onafhanke lijkheid en stelt zij er een soort natuur lijken trots in, haar eigen brood te ver dienen. Maar, dat is slechts een gedachte van mij, dus dat zegt nog niet veel. Alles wat ik u beloven kan is, dat ik mijn best zal doen voor <u." Daarbij bleef het gesprek. Zij namen met een hartelijken handdruk afscheid van elkaar en Wybert ging naar 't kas- IcaI Delamere terug. Toen hij de laan insloeg, zag hij Nelly, die naar hem toe kwam wandelen. Wat ziet zij er toch lief en frisch uit, dacht Wybert. „Tante heeft mij uitgestuurd om je op te zoeken, Frits, zij was hang, dat domi nee Chester in een preekstemming zou zijn, al was dat misschien wel goed voor je." Zij keek hem met een spottenden blik aan. „Ja, je hebt gelijk Nelly, dat zou zeker goed voor me zijn; maar dominee Ches ter heeft mij gespaard. Dat zal later wel komen. Voor 't oogenblik hebben wij ons bezig gehouden met de meer practische zijde van christelijk werk dan met de theorie. Maar daar wil ik nu niet over praten. Er is een andere zaak. waarover ik je graag zou willen spreken; laten we dus, als je het goed vindt, niet dadelijk naar huis ferug gaan." Met een halfverschrikten blik keek ^ij naar den kant -van het kasteel, als had zij liever dat gesprek ontloopen en naar bin nen gevlucht. Hij had zijn arm door den haren gesto ken en zoo wandelden zij uit de groote laan verder het park in, langs zijpaden, overschaduwd door breede beuken en reusachtige eikeboomen. En nu begon hij op fluisterenden toon: „Al deze vijf jaren, ben ik evenals Is- maël geweest, die ronddoolde in de woe stijn. Toch heeft er voor mij op mijn zwerftochten steeds een ster geschenen; en waar ik ook heenging, altijd bleef zij staan boven dat huis,* daar." Hij wees in de richting van Delamere. „Moet ik nog meer zeggen, Nelly, alle sterren, gingen onder, maar die eene bleef, en dat was jij, Nelly." i Hij nam haar handje in de zijne, en ging zóo geheel en al in zijn eigen rol op, dat hij niet merkte hoe koud zij was. „Mijn vader heeft altijd gehoopt, dat jij mijn vrouw zou worden. Moeder zou niets liever zien, dan dat zij jou als haar doch ter mocht begroeten. De wensch van den doode en de levende is heilig in mijn oogen, ,en ook in die van jon, nietwaar, Nelly wil je mijn vrouw worden?" Zij sidderde zóó hevig, dat zij bijna viel en hij legde zijn arm om haar been, om haar te steunen. En ongevoelig voor baar aandoening, drong hij op een ant woord. „Ja, Nelly?" Met een wanhopige poging rukte zij zich los /uit zijn omarming en stond kaarsrecht tegenover hem. En met witte lippen antwoordde zij: „Ja, Frits, ik .wil je vrouw worden. Het was je vader's wensch, zooals je zei; maar meer kan ik je niet beloven. Ik ben koud. Laten wij naar binen gaan." Zij sidderde, terwijl zij sprak en met tegenzin volgde hij haar naar huis. Langzaam liepen zij door de breede laan naar do voordeur; zij deden meer denken aan een paar Veroordeelden dan aan twee geliefden, die «elkaar trouw hadden beloofd in lief en leed, in rijkdom of armoede, in ziekte en gezondheid, om elkaar lief te hebben totdat de dood hen zou scheiden. Mevrouw Delamere stond op het terras op hen te wachten. „Kom vlug wat, jullTo samenzweer ders!"' riep de blijde moeder: „ik dacht dat jullie mij nu samen hadf verlaten!" En zij opende haar armen voor Wy bert, zonder eenig vermo.eden, dat haar ware zoon ginds in Zwitserland was en daar geholpen en verzorgd werd door zus ter Clara. Maar al was hij ook vergeten door de menschen, God had t\em niet ver-* laten. HOOFDSTUK X. De vallei van Liesse was overdekt met een onafzienbaar sneeuwkleed. De zoi^ die op de toppen der bergen had geschit-» terd, was nu .verborgen achter dikke wol ken. Een stilte als die van den dood lag over de kerktorens, waarvan de spitsen als 't ware de wolken droegen, maar het was een stilte, die storm voorspelde in plaats van Tust en Vrede. Sedert het gesprek tusschen zuster Cla-i ra en dokter JTllathorn, waren drie dagoni verioopen. In dien tijd had Frits bij tus-* schenpoozen oogenblikken gehad van iver* stand, maar ze waren zóo onregelmatig en kort van duur geweest, dat de hoop otf geheel herstel .telkens weer werd vernis titfd. 1 Uren achtereen lag hij te slapen eai als hij dan wakker werd, staarden zijn oogeri verschrikt en verbaasd de kamer room als deed zijn herinnering alle moeite oiff door den dichten sluier van 't tegenwoor* dige heen te dringen. (Wordt vervolgdVjp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 3