t
Tweede Blad
Zaterdag 29 Sept. 1923
In deze uwe kracht.
Toen keerde z;ch de HEERE Soit
l;em, en zeide: Ga henen in deze uwe
kracht, en gij zult Israël uit der
Midianieten hand; verlossen. Heb Ik
u niet gezonden? j
Rich'teren 6 14.
In den hangen tijd. toen Israël zuchtte
onder het juk der Midianieten, waren er
nog maar weinigen, die den Heere vrees
den.
Een van die weinigen was Gideon, de
zoon van zekeren Joas, een man uit den
stam van Manassè. Zijn vader hield er
een altaar voor Baal op na. Blijkbaar
was dus het ouderlijk huis van den dienst
des Heeren vervreemd.
Maar in het hart van zijn jongsten
zoon Gideon ging toch iets anders om.
Hij kende de historie van het volk des
Heeren. Be overlevering wan wat de Hee
re oudtijds aan Israël had gedaan was
diep in zijn hart gezonken en werd door
hem als een kostbare schat bewaard.
Op zekeren dag, terwijl hij bezig was
in de wijnpersbak van zijn vader heime
lijk een weinig tarwe uit te slaan, om dat
schielijk te verbergen voor Midianieten,
verscheen hem -in de gedaante van een
man een Engel des Heeren, die zich
straks doet kennen als de Heeie zelf.
Aanvankelijk slaat hij weinig acht op
den man, die daar in zijn nabijheid on
der een boom heeft neergezet.' Hij is in
zijn schuilplaats veel te druk bezig met
zijn hoopje tarwe, dat hij zoo snel moge
lijk voor de vijanden wil versteken.
Maar devreemdeling weet hem aan
het spreken te krijgen door 'één enkel
woord: Be Hcere is met u, gij strijdbare
held!
En nu gaat het hart open: Och, mijn
beer, zoo de Heere met ons is, waarom is
ons dan dit alles wedervaren? En waar
zijn alle zijne wonderen, die onze vaders
ons verteld hebben, ^zeggende: Heeft ons
de HeeTe niet uit Egypte opgevoerd? Boch
nu heeft ons do Heero verlaten, en heeft
ons in der Midianieten hand gegeven.
Hij zegt het als iets, waarover hij lang
heeft nagedacht. Hij spreekt het uit als
een gevestigde opinie over den toestand
van zijn volk in de dagen, die hij met zijn
volk doorleeft.
Het is een smart, die hij in zijn ziel
omdraagt, piet alleen dat. Israël in de
macht van.zijn vijanden is, maar veel
meer, dat van de wonderen, waardoor de
Heere zijn volk oudtijds uit Egypte heeft
opgevoerd, in den teeenwoordigen tijd zoo
niets js weer te vinden.
Noem dit nu ongeloof of kleingeloof, al
naar ge wilt. Maar stel het niet op 'één
lijn met de goddelooze taal van degenen,
die met alle godsvrucht hebben gebroken,
en dit hun bitterheid tegen God luchten
door te decreteeren, dat als er een God
was, het er op de wereld toch anders
moest uitzien. Be dwazen, die in hun hart
zoggen: Er is geen God!
Baar heeft Gideons klacht niets mede
gemeen. Hij zegt geen kwaad van God.
Hij beschuldigt den Heere niet. Maar hij
spreekt alleen uit, dat alles er op wijst,
dat de Heere zijn volk heeft verlaten.
Blijkbaar is dit 7oor hem nog een on
opgelost' probleem. Hij heeft nog geen
oog voor de zonden des volks, die voor
den Heere oorzaak waren om zijn volk te
verlaten.
"Welk een roerende klacht uit zich in
die woorden: Doch "nu heeft ons de Heere
verlaten, en heeft ons in der Midianieten
hand gegeven! Alle hoop op hetere dagen
is vervlogen.
Maar toch blijkt zijn godsvrucht in
zijn helder inzicht in den toestand van
het volk des Heeren. Geen zwartgallig
heid doet hem zoo spreke'n. Het is de ont
zettende werkelijkheid, die hij onder de
oogen ziel, en. die hij door geen zelfmis
leiding zich tracht te ontveinzen.
En niet minder godvruchtig is zijn over
tuiging, dat de verdrukking door de Mi
dianieten haar oorzaak 'hierin heeft, dat
de Heere zijn volk heeft overgegeven. O,
als ,de Heere zijn volk maar weer op
zocht, dan zou het anders worden.
Al'oen ft? UVère £an nSg red
uitkomst geven.
fcF" -
Maar dit is nu juist, wat da Heere hem
wil verzekeren. Dat wa3 de beteekenis van
dat woord, dat hem opnieuw zoo diep
had ontroerd: De Heere is met u, gij
strijdbare heldl
Gideon had dat niet verstaan. Be Heere
is met u}, de Heere die zijn volk heeft ver
laten, zal met u zijn, om uw volk te be
vrijden. En het pleit voor zijn ootmoed
en zijn echt nationalen zin, dat hij niet
aanstonds vatte, hoe de Heere met hem
een uitzondering maakte. Op het zeggen:
de Heere is met u, antwoordt hij: Zoo de
Heere met ons is, waarom is ons dan dit
alles wedervaren?
Hij ziet er geen licht meer1 in. Hij heeft
in zichzelf geen grond van hoop overge
houden: Hoe zal de Heere neg ooit weer
met zijn volk zijn? t
Deze zijn volstrekte machteloosheid, die
hij belijdt, werd het aanknoopingspunt
voor de Goddelijke belofte van heil en 'uit
redding.
Want 1 zie nu keert de Heere, die in
menschengedaante voor hem staat, zich
tot hem en ziet hem recht aan: Ga henen,
zoo zeg Hij, in deze 'uWe kracht, en gij
zult Israël uit der Midianieten hand ver
lossen. Heb Ik u iniet gezonden?
Dat is zijn kracht: dat de Heere hem
heeft gezonden. Anders niet. In zijn vol
strekte krachteloosheid en moedeloosheid
zal de Heere zijn almacht verheerlijken.
En als Gideon er nu op wijst, dat alle
middelen hem daartoe ontbreken, dan
spreekt de Heere nog één woord, maar
waardoor Gideons oogen opengaan: Omdat
Ik met n zijn zal. En nu vraagt hij al
leen een ieeken, waarhij hij zeker zal we
ten, dat het de Heere zelf is, die met hem
spreekt.
Tn deze ontmoeting van Gideons, mot
den Heere wordt ons getoond, welke de
kracht is in allen strijd voor de zaak des
Heeren.
Niet de zelfinbeelding, niet het groote
woord, niet het lichtvaardig optimisme;
maar het diep besef van eigen machteloos
heid en van 's Heeren almacht. Niet de
roekelooze durf, maar de moed, dien het
hevel des Heeren instort dengenen die
Hem vreezen. Niet het holle enthousias
me, maar de drang der diepgewortelde
overtuiging, dat het van den Heere ko
men moet, en dat de Heere ons roept.
Ban is het: Ga heen in deze uwe kracht.
En*dat gaat ge, en dan doet ge het. Din
gen, die onmogelijk zijn bij de menschen,
maar niet hij God. Dan triomfeert uw ge
loof, door de kracht van Gods genade, die
in n weïkt.
T' UWER EER.
Ey, laet ons, wat er komt
van onverwachte slagen^
In "stilheyt, met gedult,
en willigh leeren dragen.
De plaets by ons bewoont,
die is het tranendal,
Daer noyt volmaeckte vreugkt
of ruste wesen sal.
Ey, laet dan aen het vleesck
niet hinden uw gemcet,
MaeT laet ons besigh sijn
omtrent ons hoogste goet.
Maeckt ons, o lieve God,
maeckt ons hiertoe genegen,
Want oock een goet gepeys
dat komt van Uwen zegen.
Of soo by ons yet soet
op aerde wordt gesie."
Laet dat niet ons tot lust
maér t' Uwer eer geschien.
"v JACOB CATS.
KERK E8B SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Beroepen. Te Olde- en Nijeberkoop:
J. Mulder te Bozum; te Goudriaan-Otto-
land en te Wierden: C. J. v. d. Graaf te
Kockengien; te Wijk bij Duurstede: A.
Buurman te Garijp (Fr.)
Bedankt. Voor Tholen: J. W. Ver
schoor te Poortvliet.
GEREF. HERKEN.
Tweetal. Te Vlaardingen: P. C. de
Bruin te Oudewater J. Hoek te Soest.
Beroepen. Te Ouderkerk a. d. IJsel:
J. v. d. Sluis te Gen deren; te Zuilichem:
H. Brouwer te Borssele-Driewegen; te Wa
teringen: H. Strating, cand. te Maassluis.
A'aTTfgen-cm?T\ NV.r.r T itricp-Korti-
merts: S. Wesbonk, cand. to Winsum.
Bedankt. Voor Gees, Boerakker, Hoek
en- Oosterzee: S. "Wesbonk, cand. to Win
sum.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te Alphen a. d. Rijn: P.
de Groot te Rotterdam.
Bevestiging Intrede, Afscheid.
Cand. D. Siemelink hoopt Zondag
14 October a.s. intrede te doen als predi
kant bij do Ned. Herv. Gemeento van
Nieuw-Weerdinge, na bevestiging door Ds.
P. Siemelink te Burum.
De heer H. H. van Kapel, theol.
cand. te Den Haa-g ,is voornemens Zondag
14 October zijn intrede te doen in de Ge-
ref. Kerk van Andel (N.-Br.), na des mor
gens bevestigd te zijn door Ds. J. H, Beu-
moe, van Sleeuwijk.
Ds. H. J. Loghers. t
Te Veendam is overleden Ds. H. J.
Loghers, em. pred. bij de Vrij-Evangel. Ge
meente aldaar, iü den ouderdom van 58
jaar. Van 19181922 was Ds. Loghers voor
ganger der V. E. G. daar ter plaatse, waar
na hij wegens ziekte emeritaat, verkreeg.
Adresverandering.
De heer D. J. B. Allaart, Theol. cand.
to Harlingen, deelt mede dat hij verhuisd
is-naar Oegstgeest, De Kempenaerstraat
No. 85.
Meer predikanten.
Vanwege de vereeniging „Volhouden",
tot uitbreiding van het aantal predikanten
bij do Ned. Herv. gemeente to 's-Graven-
liage, zal, ter versterking der kasmiddelen,
van Ma'andag a.s. tot 3 October in Pulchri
Studio een bazaar worden gehouden. De
opening geschiedt door prof. dr. Cramer,
uifc Utrecht, de sluiting door ds. J. C. v.
Dijk.
Een traktementskwestie.
In de gisteren gehouden vergadering van
Kerkvoogden en Notabelen en den Kerke-
raad der Ned. Herv. Gem. to Edo werd
mede op advies van den Kerkeraad beslo
ten zich aan te sluiten bij den Raad van
Beheer en dus te storten in de kas voor
de predikantstraktementen. De reeds voor
ruim een half jaar beroepen predikant ds.
Japebén! van den Bommel zal nu dit boroep
kunnen aannemen, waardoor dan eindelijk
in de vacature, die ongeveer 4 jaar bestaan
heeft en in welke vacature 16 maal een
beroep uitgebracht is, voorzien zal zijn.
Vcor de tweede maal beroepen,
,,'t Is in de Gereformeerde Kerken altijd
uitzondering geweest" —aldus de Rotter
dammer, „als een Kerk binnen korten tijd
voor dc tweede maal ©enzelfden predikant
boriep. Om dat te kunnen doen, is dan ook
te voren de toestemming der classis noodig
dio over de motieven oordeelt. Er kunnen
bijzondere redenen zijn, die zulk een be
roep en dus afwijking van den gewonen re
gel, billijken.
Toch is merkwaardig hoe dikwijls dit
jaar de uitzonderingen reeds voorkwamen:
tot zevenmaal toé. Achtereenvolgens is
door de Geref. Kerken van Charlois, Srnil-
cle, Nieuweroord, Nieuw-Dordrecht, Zuid-
Beijerland, Scharnegoutem en Dordrecht
voor de tweede maal eenzelfde dienaar des
Woords beroepen, waarop dan een voor dio
Kerken gunstige beslissing volgde.
Over de motieven kunnen we natuurlijk
niet oordeelen. Toch meenen we te mogen'
opmerken, .dat zulk veelvuldig voorkomen
van wat uitzonderingsgeval moet blijven,
in 't algemeen echa-de doet aan den ernst,
waarmee een roeping uitgebracht en een
berlissing daarin genomen wordt.
Afgedacht van het gerechtvaardigde van
deze herhaalde beroepen, kan toch het dik
wijls voorkomen daarvan aanleiding wor
den, dat een roepende Gemeente na de
ontvangst van een „bedankje", misschien
wel lettende op het gezegde dat de aan
houder v.int, wat lichtvaardig toestemming
van de classis vraagt voor een hernieuwde
roeping."
De Geref. Kerk van Oegstgeest
Van den Minister van Justitie is bij de
deputaten van de Geref. Kerken voor do
correspondentie met de Hooge Overheid
bericht ingekomen, dat de Geref. Kerk van
Oegstgeest is geconstitueerd.
Prov. Vergadering Zuid-Holland.
De Prov. vergadering van Chr. onderwij
zers en onderwijzeressen, wordt gehouden
Zaterdag 29 Sept. a.s. in het gebouw
Eendracht te Rotterdam, des namiddags
te half drie; waar de heer Minderman zal
spreken over: „Lager Onderwijs en Aard
rijkskunde", en de heer Nieuwkerke over:
„De Vrouw."
Vftfeciftgir.g
Donderdag 27 Sept. j.l. werd de 39ste
jaarvergadering der vereeniging „Zarfath"
die ten doel heeft nagelaten betrekkingen
van Evangelisten, Godsdienstonderwijzers,
AVeezen- en Ziekenverplegers en Diaconen
te steunen, in Hilversum gehouden. Uit
het verslag van den Secretaris bleek, dat
de stand der vereeniging bevredigend kan
worden geacht. Zij telt 183 leden uit alle
deelen des lands. Aan 40 weduwen wordt
een jaarlijksche ondersteuning van f 190.
uitgekeerd. Ernstig werd aangedrongen
op aller medewerking om tot eenige ver
hooging van dat bedrag te komen, omdat
men in dezen tijd voor het genoemd o be
drag veel minder kan bekomen, dan voor
tien jaren, teen een gelijke som werd uit
gekeerd.
Uit het verslag van den Penningmeester,
'A. van Os, le Helmersstraat 151, Amster
dam, giro 29275, bleek, dat dit jaar minder
giften zijn ingekomen! dan in het vorige
boekjaar. Het bedrag beschikbaar voor de
uitkeering aan de Weduwen is ook wat te
ruggeloop-en» Gaarne had men de uitkee
ring gebracht op f 200.maar de midde
len laten de Heine verhooging van f 10.—
niet toe.
Ter vergadering werd een verklaring van
de Commissie van Toëzicht, bestaande uit
de heeren Chr. Beels, W. F. C. Druijve-
eteyn en Mr. L. M. de Jong Schouwenburg
overlegd, waarin verklaard werd, dat de
rekening volkomen in orde was bevonden,
op welke verklaring de Penningmeesters
werden gedecharcheerd.
In de middagvergadering werd besloten,
de actie tot het verkrijgen van steun, in
het geheele land zoo krachtig mogelijk
■voort to zetten. Men rekent op den steun
van vele particulieren, maar ook op de
hulp van Kerke raden, Kerkvoogdijen en
Besturen van Christelijke Vereenigingen
en Evangelisatiën.
jjlÜEjEfflL&ïSiD
De Giro-misère.
Hoe noodig het is, zegt het H d b 1. dat
spoedig verandering komt, bewijst het
volgende staaltje van slordigheid:
Een groote instelling, wier tegoed bij
den Postchèque- en Girodienst zich ge
woonlijk tusschen f 25.000 en f 50.000
beweegt, en laatstgenoemd cijfer nooit
aanmerkelijk overtreft, liad de vorige
week een afrekening ontvangen met een
creditsaldo van f21.573.12, zegge een goe
de twintig mille. Dit saldo kan ongeveer
juist zijn geweest, behoudens betrekkelijk
ondergeschikte verschillen, die bij den
tegenwoordigen toestand van den Giro
dienst nu eenmaal op den koop toe moe
ten worden genomen. Zonder dat er noe
menswaardige bij- of afschrijvingen op
de rekening kunnen plaats hebben ge
had, aangezien bedoelde instelling, even
als zoovelen, het gebruik van den Giro
dienst thans zooveel mogelijk vermijdt,
is in liet begin dezer week een nieuwe
afrekening ontvangen, wélke opent met
een creditsaldo vorigo rekening van.
f 6.846.833.51, oftewel een kleine zeven
millioen gulden. De directie van de be
doelde instelling behoort gelukkig niet
tot degenen die misbruik zullen maken
van een dergelijke ongehoorde vrijgevig
heid. Van de fout is dadelijk kennis ge
geven aan de directie van den Postche
que- en Girodienst. Die reclame zal wol,
als zoovele tienduizenden andere, niet de
moeite van behandeling waaid worden
geacht. Immers thans, een week later, is
van een correctie nog geen sprake. Wan
neer de leiders dezer instelling het in hun
hoofd hadden gekregen, om van deze gra
cieus aangeboden f7 millioen één of
meer millioenen te accepteeren en hierme
de een genoeglijke reis om de wereld te
ondernemen, dan had de Staat der Neder
landen naar het geld kunnen fluiten.
Wie waarborgt ons echter, dat er on
der de meer dan 100.000 aangeslotenen bij
j den Postchèque- en Girodienst, geen en
kele voorkomt, wien de verleiding, om zich
door den Staat der Nederlanden plotseling
tot millionair te zien gepromoveerd, niet
te machtig zou kunnen worden?
Wij zijn gemachtigd, aan de regeering
den naam. van de bedoelde instelling me
de te deelen, indien zij deze millioenen-
zaak 'de moeite van een nader onderzoek
waard acht.^ij mogen zeker wel verwach
ten, dat hiertoe onverwijld tzal worden
overgegaan en dat zonder aanzien des per-
soons zal worden ingegrepen, om althans
zulkevergissingen onmogelijk te ma
ken, in afwachting van nadere maatrege
len voor het herstel van meer normale
verhoudingen.
De Ambtenaarssaiarisen.
In tegenstelling met het bericht in de
„N. R. Crt." dat de regeering een wet noo
dig achtte voor de intrekking van artikel
40 en het verlagen der loonen en een wetas
voorstel in voorbereiding was, deelt thans
de „Rsbd." mede, dat een Kon. besluit in.
bewerking is en dezer dagen zal afkomen
om met ingang van 1 Januari a.s. een atf.
geheele loonsverlaging van 10 pet. in te
voeren. r
Thans verneemt de „Rsbd." nog dat er
zeer groote kans bestaat, dat do tweede
salarisverlaging van 10 pet., welke tegen
1925 was aangekondigd niet zal doorgaan
wijl er gegronde hoop is, dat langs ande
ren weg het resteerende tekort zal kunnen
worden gedekt.
Ook hieromtrent zullen binnenkort me
dedelingen worden gedaan.
!-v.
Verhooging Tabaksaccijns.
De bestuursleden der vereeniging van
Nederlandsche Sigarenfabrikanten heb
ben tot den minister van financiën een uit
.voerig adres gericht. Zij schrijven daarin
o.m.:
dat zij met leedwezen kennis genomen
hebben van de bedoeling van den minis
ter, een wet aanhangig te maken tot* wij
ziging van de Tabakswet, in dier voege,
dat de bestaande tabaksaccijns zal worden
verhoogd;
dat volgens hun overtuiging alleen dan
de eenige juiste, afdoende en vair alle be
langhebbenden minst kostbare heffing op
de artikelen sigaren en sigaretten zou
worden verkregen, indien de bestaande
tabaksaccijns zou worden vervangen door
een verhoöging van het invoerrecht op
ruwe tabak.
Op aanstichting van het Verbond van
Vereenigingen van Sigarenfabrikanten in
Nederland is gisteren te Utrecht een ver
gadering gehouden inzake een te voeren
actie tegen de plannen tot verhooging van
den tabaksaccijns. Vertegenwoordigd wa
ren de volgende organisaties: Nederl. R.-
K. Vereeniging van Sigarenfabrikanten,
Vereenigingen van R.-K. Sigarenfabrikan
ten Eindhoven, Valkenswaard en de Kem
pen, Ned. Bond van Sigarenwinkeliers,
Nationale Hanzehond van Sigarenwinkel
liers, Ned. Sigarenmakers en tabaksbewer-
kersbond, R.-K. Tahaksbewerkersbond,
Chr. Bond van Sigarenmakers ei Tabaks-
bewrkers in Nederland, Ned. Federatie
van Sigarenmakers en Tabaksbewerkers,
en Algem. Bond van Sigarenmakers en
Tabaksbewerkers in Nederland.
Uitvoerig werd de toestand, waarin de
sigarenindustrie verkeert, besproken. Vol
ledige overeenstemming werd bereiktover
een plan van een te voeren actie tegen de
voorgestelde verhooging van den tabais-
accijns. Algemeen was men van oordeel,
dat 't bedrijf geen verdere lasten kan dra
gen. De vergadering besloot met alle ge
oorloofde middelen te trachten, liet drei
gende gevaar voor de sigarenindustrie af
te wenden. Alle organisaties hebben een
gedelegeerde in bet comité van actie aan
gewezen.
De tram Den Haag—Defft.
Inzake do eleetrificatie van de tramlijn'
's-GravenhageDelft hebben B. en W.
van Delft thans bij den Raad zeer uitvoe
rige voorstellen ingediend. Uit overwe
gingen van aesthetischen aard en ook op
gronden, ontleend aan de onveiligheid,
wenschen B. en W. geen eleetrificatie van
de lijn langs bet Oude Delft. Voorgesteld
wordt om, in een onderling verband met'
het traject der Haagscbe Tramwegmaat
schappij een omligging van do tramlijn
zal geschieden over den Broekmolensloot,
Braserskade, door do Vrijenbansche laan
over den Provincialen weg, terwijl van*
daar de tram de route Weteringsche rest,
Phoenixstraat, Westvest zal volgen. Deza
weg, die een breedte zou krijgen van 16
Meter, zou uitkomen op een 14.6 Meter
breede brug over de provinciale vaart,dio
zoo hoog boven den waterspiegel komt ta
liggen, dat zij slechts voor 10 pet. van het'
aantal passeerende schepen behoeft ta
worden geopend.
De raming der kosten van hot geheela
werk dit is van de villa „Buitenrust"
aan den Haagweg tot aan den Zuidwal
bedraagt f 874.000, waarvan op rekening
van het gedeelte Haagpoort-Rotterdam-
sche Poort komt f306.000. Op grond van
het gemeentebelang verzoekt het college
van B. en \V. machtiging de verdere neo-
dige stappen in zake het electrificatie-plan
uit te voeren.
H. Onvlée. f
To Baarn is op 38-jarigen leeftijd over-»
leden de architect H. Onvlée. De heer Om
vlée heeft in zijn kort doch werkzaam lo-«
ven o.a. verschillende kerken gebouwd.
FEUILLËTOM
Van's levens diepten.
14.)
„Dat weet ik niet precies. Hij was niet,
erg mededeelzaam van aavi eens heeft
hij me iets verteld van een sclrurkacbii-
gen vader dat is ook alles. Als die man
nog leeft, zal de dood van zijn zoon hem
niet erg geroerd hebben, denk ik. Integen
deel. eerder zal hij er blij over zijn."
„Ik hen blij, dat je eerst alles voor hein
in 'orde hebt gemaakt, voor je naar hier
kwam. "Wie weet, is hij nu reeds in -den
hemel!" zeide mevrouw Delamere eerbie
ding.
„Amen!" zeide Wybert.
Na het ontbijt ging hij uit om den do
minee te bezoeken, zooals hij afgespro
ken had.
HOOFDSTUK IX
Do pastorie was een schilderachtig,
onilerwelscli huis, dat al een paar eeuwen
l oud was. De verweerde muren waren ge
heel begroeid met klimop, dat rankte
langs de in kleine, vierkante ruitjes ver-
deelde ramen.
Zij keken uit op het rustige, stille kerk
hof, waar do eenvoudige voorvaderen van
de dorpelingen begraven lagen. Ondanks
z'jn ouderdom maakte het huis een. pret-
t.gen, vroolijken indruk." De zon scheen er
haast eten geheelen dag cn 't zachtste
sv.nuje cited de bladeren van de hoornen
rui sc ii en.
Toen Wybert binnenkwam, had de jonge
dominee reeds een paar uur gewerkt. Hij
hield van practisch werk en had een
'ouden, armen dorpeling, die last van
rheumatiek had, wat in zijn tuin gehol
pen; en even voordat Wybert kwam, was
hij thuisgekomen.
„Goeden morgen, mijnheer Delamere,
aangenaam u te zien," zeide hij op harte-
liiken toon. „Ik hoop, dat uw mama niet
te veel vermoeid en overspannen is door
den dag van gisteren.
„Neen, ik geloof het niet, vanochtend
zag zij er tenminste heel goed uit. De <]£>d
van mijn vader heeft haar wel hard Jfci-
gegrepen."
„Ja, dat is wel zoo. Dagen daarna ging
zij er nog onder gebukt. Gelukkig, dat zij
in die treurige dagen zoo'n steun en hulp
had van juffrouw Vesey. Maar nu u thuis
bent gekomen, zal alles wel anders wor
den; en langzamerhand zal zij zich wel
over haar verdriet heen zetten."
„Ach, ik wou, dat ik maar eerder hier
had kunnen komen. Ik had er graag al
les voor over gehad om thuis te zijn voor
vader's dood."
„Ja, dat was erg jammer, dat. u niet
voor dien tijd hier was. Aan zijn sterfbed
had u misschien niet meer kunnen zijn;
maar wel verwonderde iedereen er zich
over, dat u niet bij de begrafenis was."
„Ja, maar pas een maand daarna heb
ik het bericht van zijn dood gekregen,
en toen werd ik juist opgehouden door een
treurig ongeluk, dat mijn reisgenoot, een
zekeren George Wybert overkomen is. U
hebt er misschien wel iets van gehoord?"
„O, ja, juffrouw Vesey heeft mij daar
over een en ander verteld. Ja, dat was
wel vreeselijk. En het is toevallig over de
ze zaak, dat ik u wenschte te spreken.
Maar. neem mij niet kwalijk; ga zitten,
als 't u blieft; ik vergat dat u nog altijd
staat."
Wybert was niet erg op zijn gemak op
dat oogenblik 'en nam den aangeboden
stoel dankbaar aan; de dominee ging toen
ook zitten.
.,U wilde mij iets vragen over dat on
geluk met dien George Wybert", zeide hij
uiterlijk kalm, „hoe of in welk opzicht?
Kende u hem?"
„O neen; wij kwamen uit dezelfde
streek, maar voor zoover ik mij kan her
inneren, heb ik zijn naam nooit eerder
gehoord, voordat juffrouw Vesey mij over
hem sprak."
Wybert kon nauwelijks een kreet van
verlichting onderdrukken. Hij was dus
gered, voor zoover het den dominee be
trof en daarvoor was hij eerst wel wat
bang geweest. Zijn vreugde was echter
van korten duur.
„Maar hoewel hij mij volstrekt onbe
kend is, wilt u mij toch wel een paar vra
gen beantwoorden dia ik zonder eenigo
nieuwsgierigheid doe -maar gedwongen
door de omstandigheden."
„O, zeker, dat geloof ik' wel," zeide Wy
bert, die zich intusschen verwonderde,
welke andere reden er wel kon zijn. „Laat
eens hooren, wat u van hem wilt weten;
alles wat ik zelf van hem weet, zal ik u
gaarne vertellen."
„Dank u. Ten eerste dan: waar hebt n
hem het eerste ontmoet?"
„In Zürich. Hij heeft me toen uit een
onaangenamen toestand gored."
„Is dat lang geleden?" -
„Ongeveer zes maanden vóór het onge
luk."
„En vóór dien tijd hadt u nooit iets van
hem gehoord?"
„Neen daar heb ik hem voor 't eerst
gezien."
„Hebt u ooit vermoed, dat hij getrouwd
was?"
De dominee, sprak op. kalmen toon.
maar deze woorden klonken Wybert als
een donderslag in de ooren.
Met moeite bewaarde hij zijn kaluite.
„Getrouwd! Neen, daarvan had ik niet
het minste idee. Maar waarom vraagt u
dat?"
„Omdat ik gehoord heb, dat het zoo is.
„Maar u mag daar eerst wel goede l>e-i
wijzen van bebben."
„Zeker en die heb ik, de besle die er
te krijgen zijn."
„Van wie?" f
„Van zijn vrouw nu zijn weduwe.
Dat is toch wel de beate getuige, die men
hebben, kan."
Wybert stond wankelend van zijn stoel
op, wit tot aan zijn lippen.
„Zulk nieuws had u zeker niet vers
wacht?"
„Neen, nooit- Ik heb nooit vermoed*
dat Wybert getrouwd was. Maar di*
vrouw is mischien wel een indringster,
Hoe heeft zij u dat verteld en waar is til
nu?"