t Tweede Blad Zaterdag 29 Sept. 1923 In deze uwe kracht. Toen keerde z;ch de HEERE Soit l;em, en zeide: Ga henen in deze uwe kracht, en gij zult Israël uit der Midianieten hand; verlossen. Heb Ik u niet gezonden? j Rich'teren 6 14. In den hangen tijd. toen Israël zuchtte onder het juk der Midianieten, waren er nog maar weinigen, die den Heere vrees den. Een van die weinigen was Gideon, de zoon van zekeren Joas, een man uit den stam van Manassè. Zijn vader hield er een altaar voor Baal op na. Blijkbaar was dus het ouderlijk huis van den dienst des Heeren vervreemd. Maar in het hart van zijn jongsten zoon Gideon ging toch iets anders om. Hij kende de historie van het volk des Heeren. Be overlevering wan wat de Hee re oudtijds aan Israël had gedaan was diep in zijn hart gezonken en werd door hem als een kostbare schat bewaard. Op zekeren dag, terwijl hij bezig was in de wijnpersbak van zijn vader heime lijk een weinig tarwe uit te slaan, om dat schielijk te verbergen voor Midianieten, verscheen hem -in de gedaante van een man een Engel des Heeren, die zich straks doet kennen als de Heeie zelf. Aanvankelijk slaat hij weinig acht op den man, die daar in zijn nabijheid on der een boom heeft neergezet.' Hij is in zijn schuilplaats veel te druk bezig met zijn hoopje tarwe, dat hij zoo snel moge lijk voor de vijanden wil versteken. Maar devreemdeling weet hem aan het spreken te krijgen door 'één enkel woord: Be Hcere is met u, gij strijdbare held! En nu gaat het hart open: Och, mijn beer, zoo de Heere met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? En waar zijn alle zijne wonderen, die onze vaders ons verteld hebben, ^zeggende: Heeft ons de HeeTe niet uit Egypte opgevoerd? Boch nu heeft ons do Heero verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven. Hij zegt het als iets, waarover hij lang heeft nagedacht. Hij spreekt het uit als een gevestigde opinie over den toestand van zijn volk in de dagen, die hij met zijn volk doorleeft. Het is een smart, die hij in zijn ziel omdraagt, piet alleen dat. Israël in de macht van.zijn vijanden is, maar veel meer, dat van de wonderen, waardoor de Heere zijn volk oudtijds uit Egypte heeft opgevoerd, in den teeenwoordigen tijd zoo niets js weer te vinden. Noem dit nu ongeloof of kleingeloof, al naar ge wilt. Maar stel het niet op 'één lijn met de goddelooze taal van degenen, die met alle godsvrucht hebben gebroken, en dit hun bitterheid tegen God luchten door te decreteeren, dat als er een God was, het er op de wereld toch anders moest uitzien. Be dwazen, die in hun hart zoggen: Er is geen God! Baar heeft Gideons klacht niets mede gemeen. Hij zegt geen kwaad van God. Hij beschuldigt den Heere niet. Maar hij spreekt alleen uit, dat alles er op wijst, dat de Heere zijn volk heeft verlaten. Blijkbaar is dit 7oor hem nog een on opgelost' probleem. Hij heeft nog geen oog voor de zonden des volks, die voor den Heere oorzaak waren om zijn volk te verlaten. "Welk een roerende klacht uit zich in die woorden: Doch "nu heeft ons de Heere verlaten, en heeft ons in der Midianieten hand gegeven! Alle hoop op hetere dagen is vervlogen. Maar toch blijkt zijn godsvrucht in zijn helder inzicht in den toestand van het volk des Heeren. Geen zwartgallig heid doet hem zoo spreke'n. Het is de ont zettende werkelijkheid, die hij onder de oogen ziel, en. die hij door geen zelfmis leiding zich tracht te ontveinzen. En niet minder godvruchtig is zijn over tuiging, dat de verdrukking door de Mi dianieten haar oorzaak 'hierin heeft, dat de Heere zijn volk heeft overgegeven. O, als ,de Heere zijn volk maar weer op zocht, dan zou het anders worden. Al'oen ft? UVère £an nSg red uitkomst geven. fcF" - Maar dit is nu juist, wat da Heere hem wil verzekeren. Dat wa3 de beteekenis van dat woord, dat hem opnieuw zoo diep had ontroerd: De Heere is met u, gij strijdbare heldl Gideon had dat niet verstaan. Be Heere is met u}, de Heere die zijn volk heeft ver laten, zal met u zijn, om uw volk te be vrijden. En het pleit voor zijn ootmoed en zijn echt nationalen zin, dat hij niet aanstonds vatte, hoe de Heere met hem een uitzondering maakte. Op het zeggen: de Heere is met u, antwoordt hij: Zoo de Heere met ons is, waarom is ons dan dit alles wedervaren? Hij ziet er geen licht meer1 in. Hij heeft in zichzelf geen grond van hoop overge houden: Hoe zal de Heere neg ooit weer met zijn volk zijn? t Deze zijn volstrekte machteloosheid, die hij belijdt, werd het aanknoopingspunt voor de Goddelijke belofte van heil en 'uit redding. Want 1 zie nu keert de Heere, die in menschengedaante voor hem staat, zich tot hem en ziet hem recht aan: Ga henen, zoo zeg Hij, in deze 'uWe kracht, en gij zult Israël uit der Midianieten hand ver lossen. Heb Ik u iniet gezonden? Dat is zijn kracht: dat de Heere hem heeft gezonden. Anders niet. In zijn vol strekte krachteloosheid en moedeloosheid zal de Heere zijn almacht verheerlijken. En als Gideon er nu op wijst, dat alle middelen hem daartoe ontbreken, dan spreekt de Heere nog één woord, maar waardoor Gideons oogen opengaan: Omdat Ik met n zijn zal. En nu vraagt hij al leen een ieeken, waarhij hij zeker zal we ten, dat het de Heere zelf is, die met hem spreekt. Tn deze ontmoeting van Gideons, mot den Heere wordt ons getoond, welke de kracht is in allen strijd voor de zaak des Heeren. Niet de zelfinbeelding, niet het groote woord, niet het lichtvaardig optimisme; maar het diep besef van eigen machteloos heid en van 's Heeren almacht. Niet de roekelooze durf, maar de moed, dien het hevel des Heeren instort dengenen die Hem vreezen. Niet het holle enthousias me, maar de drang der diepgewortelde overtuiging, dat het van den Heere ko men moet, en dat de Heere ons roept. Ban is het: Ga heen in deze uwe kracht. En*dat gaat ge, en dan doet ge het. Din gen, die onmogelijk zijn bij de menschen, maar niet hij God. Dan triomfeert uw ge loof, door de kracht van Gods genade, die in n weïkt. T' UWER EER. Ey, laet ons, wat er komt van onverwachte slagen^ In "stilheyt, met gedult, en willigh leeren dragen. De plaets by ons bewoont, die is het tranendal, Daer noyt volmaeckte vreugkt of ruste wesen sal. Ey, laet dan aen het vleesck niet hinden uw gemcet, MaeT laet ons besigh sijn omtrent ons hoogste goet. Maeckt ons, o lieve God, maeckt ons hiertoe genegen, Want oock een goet gepeys dat komt van Uwen zegen. Of soo by ons yet soet op aerde wordt gesie." Laet dat niet ons tot lust maér t' Uwer eer geschien. "v JACOB CATS. KERK E8B SCHOOL NED. HERV. KERK. Beroepen. Te Olde- en Nijeberkoop: J. Mulder te Bozum; te Goudriaan-Otto- land en te Wierden: C. J. v. d. Graaf te Kockengien; te Wijk bij Duurstede: A. Buurman te Garijp (Fr.) Bedankt. Voor Tholen: J. W. Ver schoor te Poortvliet. GEREF. HERKEN. Tweetal. Te Vlaardingen: P. C. de Bruin te Oudewater J. Hoek te Soest. Beroepen. Te Ouderkerk a. d. IJsel: J. v. d. Sluis te Gen deren; te Zuilichem: H. Brouwer te Borssele-Driewegen; te Wa teringen: H. Strating, cand. te Maassluis. A'aTTfgen-cm?T\ NV.r.r T itricp-Korti- merts: S. Wesbonk, cand. to Winsum. Bedankt. Voor Gees, Boerakker, Hoek en- Oosterzee: S. "Wesbonk, cand. to Win sum. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Alphen a. d. Rijn: P. de Groot te Rotterdam. Bevestiging Intrede, Afscheid. Cand. D. Siemelink hoopt Zondag 14 October a.s. intrede te doen als predi kant bij do Ned. Herv. Gemeento van Nieuw-Weerdinge, na bevestiging door Ds. P. Siemelink te Burum. De heer H. H. van Kapel, theol. cand. te Den Haa-g ,is voornemens Zondag 14 October zijn intrede te doen in de Ge- ref. Kerk van Andel (N.-Br.), na des mor gens bevestigd te zijn door Ds. J. H, Beu- moe, van Sleeuwijk. Ds. H. J. Loghers. t Te Veendam is overleden Ds. H. J. Loghers, em. pred. bij de Vrij-Evangel. Ge meente aldaar, iü den ouderdom van 58 jaar. Van 19181922 was Ds. Loghers voor ganger der V. E. G. daar ter plaatse, waar na hij wegens ziekte emeritaat, verkreeg. Adresverandering. De heer D. J. B. Allaart, Theol. cand. to Harlingen, deelt mede dat hij verhuisd is-naar Oegstgeest, De Kempenaerstraat No. 85. Meer predikanten. Vanwege de vereeniging „Volhouden", tot uitbreiding van het aantal predikanten bij do Ned. Herv. gemeente to 's-Graven- liage, zal, ter versterking der kasmiddelen, van Ma'andag a.s. tot 3 October in Pulchri Studio een bazaar worden gehouden. De opening geschiedt door prof. dr. Cramer, uifc Utrecht, de sluiting door ds. J. C. v. Dijk. Een traktementskwestie. In de gisteren gehouden vergadering van Kerkvoogden en Notabelen en den Kerke- raad der Ned. Herv. Gem. to Edo werd mede op advies van den Kerkeraad beslo ten zich aan te sluiten bij den Raad van Beheer en dus te storten in de kas voor de predikantstraktementen. De reeds voor ruim een half jaar beroepen predikant ds. Japebén! van den Bommel zal nu dit boroep kunnen aannemen, waardoor dan eindelijk in de vacature, die ongeveer 4 jaar bestaan heeft en in welke vacature 16 maal een beroep uitgebracht is, voorzien zal zijn. Vcor de tweede maal beroepen, ,,'t Is in de Gereformeerde Kerken altijd uitzondering geweest" —aldus de Rotter dammer, „als een Kerk binnen korten tijd voor dc tweede maal ©enzelfden predikant boriep. Om dat te kunnen doen, is dan ook te voren de toestemming der classis noodig dio over de motieven oordeelt. Er kunnen bijzondere redenen zijn, die zulk een be roep en dus afwijking van den gewonen re gel, billijken. Toch is merkwaardig hoe dikwijls dit jaar de uitzonderingen reeds voorkwamen: tot zevenmaal toé. Achtereenvolgens is door de Geref. Kerken van Charlois, Srnil- cle, Nieuweroord, Nieuw-Dordrecht, Zuid- Beijerland, Scharnegoutem en Dordrecht voor de tweede maal eenzelfde dienaar des Woords beroepen, waarop dan een voor dio Kerken gunstige beslissing volgde. Over de motieven kunnen we natuurlijk niet oordeelen. Toch meenen we te mogen' opmerken, .dat zulk veelvuldig voorkomen van wat uitzonderingsgeval moet blijven, in 't algemeen echa-de doet aan den ernst, waarmee een roeping uitgebracht en een berlissing daarin genomen wordt. Afgedacht van het gerechtvaardigde van deze herhaalde beroepen, kan toch het dik wijls voorkomen daarvan aanleiding wor den, dat een roepende Gemeente na de ontvangst van een „bedankje", misschien wel lettende op het gezegde dat de aan houder v.int, wat lichtvaardig toestemming van de classis vraagt voor een hernieuwde roeping." De Geref. Kerk van Oegstgeest Van den Minister van Justitie is bij de deputaten van de Geref. Kerken voor do correspondentie met de Hooge Overheid bericht ingekomen, dat de Geref. Kerk van Oegstgeest is geconstitueerd. Prov. Vergadering Zuid-Holland. De Prov. vergadering van Chr. onderwij zers en onderwijzeressen, wordt gehouden Zaterdag 29 Sept. a.s. in het gebouw Eendracht te Rotterdam, des namiddags te half drie; waar de heer Minderman zal spreken over: „Lager Onderwijs en Aard rijkskunde", en de heer Nieuwkerke over: „De Vrouw." Vftfeciftgir.g Donderdag 27 Sept. j.l. werd de 39ste jaarvergadering der vereeniging „Zarfath" die ten doel heeft nagelaten betrekkingen van Evangelisten, Godsdienstonderwijzers, AVeezen- en Ziekenverplegers en Diaconen te steunen, in Hilversum gehouden. Uit het verslag van den Secretaris bleek, dat de stand der vereeniging bevredigend kan worden geacht. Zij telt 183 leden uit alle deelen des lands. Aan 40 weduwen wordt een jaarlijksche ondersteuning van f 190. uitgekeerd. Ernstig werd aangedrongen op aller medewerking om tot eenige ver hooging van dat bedrag te komen, omdat men in dezen tijd voor het genoemd o be drag veel minder kan bekomen, dan voor tien jaren, teen een gelijke som werd uit gekeerd. Uit het verslag van den Penningmeester, 'A. van Os, le Helmersstraat 151, Amster dam, giro 29275, bleek, dat dit jaar minder giften zijn ingekomen! dan in het vorige boekjaar. Het bedrag beschikbaar voor de uitkeering aan de Weduwen is ook wat te ruggeloop-en» Gaarne had men de uitkee ring gebracht op f 200.maar de midde len laten de Heine verhooging van f 10.— niet toe. Ter vergadering werd een verklaring van de Commissie van Toëzicht, bestaande uit de heeren Chr. Beels, W. F. C. Druijve- eteyn en Mr. L. M. de Jong Schouwenburg overlegd, waarin verklaard werd, dat de rekening volkomen in orde was bevonden, op welke verklaring de Penningmeesters werden gedecharcheerd. In de middagvergadering werd besloten, de actie tot het verkrijgen van steun, in het geheele land zoo krachtig mogelijk ■voort to zetten. Men rekent op den steun van vele particulieren, maar ook op de hulp van Kerke raden, Kerkvoogdijen en Besturen van Christelijke Vereenigingen en Evangelisatiën. jjlÜEjEfflL&ïSiD De Giro-misère. Hoe noodig het is, zegt het H d b 1. dat spoedig verandering komt, bewijst het volgende staaltje van slordigheid: Een groote instelling, wier tegoed bij den Postchèque- en Girodienst zich ge woonlijk tusschen f 25.000 en f 50.000 beweegt, en laatstgenoemd cijfer nooit aanmerkelijk overtreft, liad de vorige week een afrekening ontvangen met een creditsaldo van f21.573.12, zegge een goe de twintig mille. Dit saldo kan ongeveer juist zijn geweest, behoudens betrekkelijk ondergeschikte verschillen, die bij den tegenwoordigen toestand van den Giro dienst nu eenmaal op den koop toe moe ten worden genomen. Zonder dat er noe menswaardige bij- of afschrijvingen op de rekening kunnen plaats hebben ge had, aangezien bedoelde instelling, even als zoovelen, het gebruik van den Giro dienst thans zooveel mogelijk vermijdt, is in liet begin dezer week een nieuwe afrekening ontvangen, wélke opent met een creditsaldo vorigo rekening van. f 6.846.833.51, oftewel een kleine zeven millioen gulden. De directie van de be doelde instelling behoort gelukkig niet tot degenen die misbruik zullen maken van een dergelijke ongehoorde vrijgevig heid. Van de fout is dadelijk kennis ge geven aan de directie van den Postche que- en Girodienst. Die reclame zal wol, als zoovele tienduizenden andere, niet de moeite van behandeling waaid worden geacht. Immers thans, een week later, is van een correctie nog geen sprake. Wan neer de leiders dezer instelling het in hun hoofd hadden gekregen, om van deze gra cieus aangeboden f7 millioen één of meer millioenen te accepteeren en hierme de een genoeglijke reis om de wereld te ondernemen, dan had de Staat der Neder landen naar het geld kunnen fluiten. Wie waarborgt ons echter, dat er on der de meer dan 100.000 aangeslotenen bij j den Postchèque- en Girodienst, geen en kele voorkomt, wien de verleiding, om zich door den Staat der Nederlanden plotseling tot millionair te zien gepromoveerd, niet te machtig zou kunnen worden? Wij zijn gemachtigd, aan de regeering den naam. van de bedoelde instelling me de te deelen, indien zij deze millioenen- zaak 'de moeite van een nader onderzoek waard acht.^ij mogen zeker wel verwach ten, dat hiertoe onverwijld tzal worden overgegaan en dat zonder aanzien des per- soons zal worden ingegrepen, om althans zulkevergissingen onmogelijk te ma ken, in afwachting van nadere maatrege len voor het herstel van meer normale verhoudingen. De Ambtenaarssaiarisen. In tegenstelling met het bericht in de „N. R. Crt." dat de regeering een wet noo dig achtte voor de intrekking van artikel 40 en het verlagen der loonen en een wetas voorstel in voorbereiding was, deelt thans de „Rsbd." mede, dat een Kon. besluit in. bewerking is en dezer dagen zal afkomen om met ingang van 1 Januari a.s. een atf. geheele loonsverlaging van 10 pet. in te voeren. r Thans verneemt de „Rsbd." nog dat er zeer groote kans bestaat, dat do tweede salarisverlaging van 10 pet., welke tegen 1925 was aangekondigd niet zal doorgaan wijl er gegronde hoop is, dat langs ande ren weg het resteerende tekort zal kunnen worden gedekt. Ook hieromtrent zullen binnenkort me dedelingen worden gedaan. !-v. Verhooging Tabaksaccijns. De bestuursleden der vereeniging van Nederlandsche Sigarenfabrikanten heb ben tot den minister van financiën een uit .voerig adres gericht. Zij schrijven daarin o.m.: dat zij met leedwezen kennis genomen hebben van de bedoeling van den minis ter, een wet aanhangig te maken tot* wij ziging van de Tabakswet, in dier voege, dat de bestaande tabaksaccijns zal worden verhoogd; dat volgens hun overtuiging alleen dan de eenige juiste, afdoende en vair alle be langhebbenden minst kostbare heffing op de artikelen sigaren en sigaretten zou worden verkregen, indien de bestaande tabaksaccijns zou worden vervangen door een verhoöging van het invoerrecht op ruwe tabak. Op aanstichting van het Verbond van Vereenigingen van Sigarenfabrikanten in Nederland is gisteren te Utrecht een ver gadering gehouden inzake een te voeren actie tegen de plannen tot verhooging van den tabaksaccijns. Vertegenwoordigd wa ren de volgende organisaties: Nederl. R.- K. Vereeniging van Sigarenfabrikanten, Vereenigingen van R.-K. Sigarenfabrikan ten Eindhoven, Valkenswaard en de Kem pen, Ned. Bond van Sigarenwinkeliers, Nationale Hanzehond van Sigarenwinkel liers, Ned. Sigarenmakers en tabaksbewer- kersbond, R.-K. Tahaksbewerkersbond, Chr. Bond van Sigarenmakers ei Tabaks- bewrkers in Nederland, Ned. Federatie van Sigarenmakers en Tabaksbewerkers, en Algem. Bond van Sigarenmakers en Tabaksbewerkers in Nederland. Uitvoerig werd de toestand, waarin de sigarenindustrie verkeert, besproken. Vol ledige overeenstemming werd bereiktover een plan van een te voeren actie tegen de voorgestelde verhooging van den tabais- accijns. Algemeen was men van oordeel, dat 't bedrijf geen verdere lasten kan dra gen. De vergadering besloot met alle ge oorloofde middelen te trachten, liet drei gende gevaar voor de sigarenindustrie af te wenden. Alle organisaties hebben een gedelegeerde in bet comité van actie aan gewezen. De tram Den Haag—Defft. Inzake do eleetrificatie van de tramlijn' 's-GravenhageDelft hebben B. en W. van Delft thans bij den Raad zeer uitvoe rige voorstellen ingediend. Uit overwe gingen van aesthetischen aard en ook op gronden, ontleend aan de onveiligheid, wenschen B. en W. geen eleetrificatie van de lijn langs bet Oude Delft. Voorgesteld wordt om, in een onderling verband met' het traject der Haagscbe Tramwegmaat schappij een omligging van do tramlijn zal geschieden over den Broekmolensloot, Braserskade, door do Vrijenbansche laan over den Provincialen weg, terwijl van* daar de tram de route Weteringsche rest, Phoenixstraat, Westvest zal volgen. Deza weg, die een breedte zou krijgen van 16 Meter, zou uitkomen op een 14.6 Meter breede brug over de provinciale vaart,dio zoo hoog boven den waterspiegel komt ta liggen, dat zij slechts voor 10 pet. van het' aantal passeerende schepen behoeft ta worden geopend. De raming der kosten van hot geheela werk dit is van de villa „Buitenrust" aan den Haagweg tot aan den Zuidwal bedraagt f 874.000, waarvan op rekening van het gedeelte Haagpoort-Rotterdam- sche Poort komt f306.000. Op grond van het gemeentebelang verzoekt het college van B. en \V. machtiging de verdere neo- dige stappen in zake het electrificatie-plan uit te voeren. H. Onvlée. f To Baarn is op 38-jarigen leeftijd over-» leden de architect H. Onvlée. De heer Om vlée heeft in zijn kort doch werkzaam lo-« ven o.a. verschillende kerken gebouwd. FEUILLËTOM Van's levens diepten. 14.) „Dat weet ik niet precies. Hij was niet, erg mededeelzaam van aavi eens heeft hij me iets verteld van een sclrurkacbii- gen vader dat is ook alles. Als die man nog leeft, zal de dood van zijn zoon hem niet erg geroerd hebben, denk ik. Integen deel. eerder zal hij er blij over zijn." „Ik hen blij, dat je eerst alles voor hein in 'orde hebt gemaakt, voor je naar hier kwam. "Wie weet, is hij nu reeds in -den hemel!" zeide mevrouw Delamere eerbie ding. „Amen!" zeide Wybert. Na het ontbijt ging hij uit om den do minee te bezoeken, zooals hij afgespro ken had. HOOFDSTUK IX Do pastorie was een schilderachtig, onilerwelscli huis, dat al een paar eeuwen l oud was. De verweerde muren waren ge heel begroeid met klimop, dat rankte langs de in kleine, vierkante ruitjes ver- deelde ramen. Zij keken uit op het rustige, stille kerk hof, waar do eenvoudige voorvaderen van de dorpelingen begraven lagen. Ondanks z'jn ouderdom maakte het huis een. pret- t.gen, vroolijken indruk." De zon scheen er haast eten geheelen dag cn 't zachtste sv.nuje cited de bladeren van de hoornen rui sc ii en. Toen Wybert binnenkwam, had de jonge dominee reeds een paar uur gewerkt. Hij hield van practisch werk en had een 'ouden, armen dorpeling, die last van rheumatiek had, wat in zijn tuin gehol pen; en even voordat Wybert kwam, was hij thuisgekomen. „Goeden morgen, mijnheer Delamere, aangenaam u te zien," zeide hij op harte- liiken toon. „Ik hoop, dat uw mama niet te veel vermoeid en overspannen is door den dag van gisteren. „Neen, ik geloof het niet, vanochtend zag zij er tenminste heel goed uit. De <]£>d van mijn vader heeft haar wel hard Jfci- gegrepen." „Ja, dat is wel zoo. Dagen daarna ging zij er nog onder gebukt. Gelukkig, dat zij in die treurige dagen zoo'n steun en hulp had van juffrouw Vesey. Maar nu u thuis bent gekomen, zal alles wel anders wor den; en langzamerhand zal zij zich wel over haar verdriet heen zetten." „Ach, ik wou, dat ik maar eerder hier had kunnen komen. Ik had er graag al les voor over gehad om thuis te zijn voor vader's dood." „Ja, dat was erg jammer, dat. u niet voor dien tijd hier was. Aan zijn sterfbed had u misschien niet meer kunnen zijn; maar wel verwonderde iedereen er zich over, dat u niet bij de begrafenis was." „Ja, maar pas een maand daarna heb ik het bericht van zijn dood gekregen, en toen werd ik juist opgehouden door een treurig ongeluk, dat mijn reisgenoot, een zekeren George Wybert overkomen is. U hebt er misschien wel iets van gehoord?" „O, ja, juffrouw Vesey heeft mij daar over een en ander verteld. Ja, dat was wel vreeselijk. En het is toevallig over de ze zaak, dat ik u wenschte te spreken. Maar. neem mij niet kwalijk; ga zitten, als 't u blieft; ik vergat dat u nog altijd staat." Wybert was niet erg op zijn gemak op dat oogenblik 'en nam den aangeboden stoel dankbaar aan; de dominee ging toen ook zitten. .,U wilde mij iets vragen over dat on geluk met dien George Wybert", zeide hij uiterlijk kalm, „hoe of in welk opzicht? Kende u hem?" „O neen; wij kwamen uit dezelfde streek, maar voor zoover ik mij kan her inneren, heb ik zijn naam nooit eerder gehoord, voordat juffrouw Vesey mij over hem sprak." Wybert kon nauwelijks een kreet van verlichting onderdrukken. Hij was dus gered, voor zoover het den dominee be trof en daarvoor was hij eerst wel wat bang geweest. Zijn vreugde was echter van korten duur. „Maar hoewel hij mij volstrekt onbe kend is, wilt u mij toch wel een paar vra gen beantwoorden dia ik zonder eenigo nieuwsgierigheid doe -maar gedwongen door de omstandigheden." „O, zeker, dat geloof ik' wel," zeide Wy bert, die zich intusschen verwonderde, welke andere reden er wel kon zijn. „Laat eens hooren, wat u van hem wilt weten; alles wat ik zelf van hem weet, zal ik u gaarne vertellen." „Dank u. Ten eerste dan: waar hebt n hem het eerste ontmoet?" „In Zürich. Hij heeft me toen uit een onaangenamen toestand gored." „Is dat lang geleden?" - „Ongeveer zes maanden vóór het onge luk." „En vóór dien tijd hadt u nooit iets van hem gehoord?" „Neen daar heb ik hem voor 't eerst gezien." „Hebt u ooit vermoed, dat hij getrouwd was?" De dominee, sprak op. kalmen toon. maar deze woorden klonken Wybert als een donderslag in de ooren. Met moeite bewaarde hij zijn kaluite. „Getrouwd! Neen, daarvan had ik niet het minste idee. Maar waarom vraagt u dat?" „Omdat ik gehoord heb, dat het zoo is. „Maar u mag daar eerst wel goede l>e-i wijzen van bebben." „Zeker en die heb ik, de besle die er te krijgen zijn." „Van wie?" f „Van zijn vrouw nu zijn weduwe. Dat is toch wel de beate getuige, die men hebben, kan." Wybert stond wankelend van zijn stoel op, wit tot aan zijn lippen. „Zulk nieuws had u zeker niet vers wacht?" „Neen, nooit- Ik heb nooit vermoed* dat Wybert getrouwd was. Maar di* vrouw is mischien wel een indringster, Hoe heeft zij u dat verteld en waar is til nu?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5