Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS |k In Leiden en buiten Leiden M fv waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 £er week f 0.19 franco per post per kwartaal .Vi... 12.90 4de JAARGANG. MAANDAG 10 SEPTEMBER 1923 No. 1033 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS |£ewone advertentiën per regel 23K centl l'Ingezönden Mededeelingen, dubbel tarief jf®ij contract, belangrijke reductie. /^Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. V Bezuinigingsplannen. Omtrent de maatregelen dio Min. Colijn denkt te nemen om het tekort op de Staatshegrooting weg te werken en het dreigende inflatie-gevaar af te wenden, is zoo langzamerhand een en ander uitge lekt. Algemeene toejuiching vinden deze plan nen niet. Aanvankelijk, toen bleek dat de heer Co- lijn voornemens was met de meeste kracht op te treden, dat hij inplaats van te praten wilde handelen en de koe bij de horens grijpen, om zo niet meer los te laten tot het beoogde doel bereikt zou zijn, werd dit voornemen in breede kringen met sympathie begroet. Al heel spoedig is er echter een kente ring gekomen, met name wat betreft de plannen inzake de ambtenaarssalarissen. Dat in ambtenaarskringen tegen deze plannen bezwaren worden geopperd is verklaarbaar, al kan met voldoening wor den geconstateerd, dat er ook onder de ambtenaren niet weinigen zijn, die oog blijken te hebben voor den ernst van den toestand, en die een regelmatige en over zichtelijke salarisverlaging prefereeren boven een niet te controleeren en heillooze verlaging die van inflatie het gevolg moet zijn. Dat ten opzichte van het „staatsrechter lijk monstrum", het bekende artikel 40 van het Bezoldigingsbesluit, verschil van meening bestaat, en dat ook in gezagheb bende kringen de opvatting wordt verde digd, dat de regeering door dit artikel althans moreel gebonden is, behoeft ©veneens niet te verwonderen. Over deze kwestie is zeker het laatste weord nog niet gesproken. Maar als we zeggen, dat er een ken tering gekomen is, dan bedoelen we toch ir s anders. Dan hebben we meer speciaal op het nog de houding van bladen als de liberale N. Rot t. G r t., die een poging doen om zoowel de kool als de geit t© sparen. Lit orgaan wil wél bezuiniging. Zeer zeker. Dan de gevaren, die ons land bedrei gen, als op deze wijze wordt doorgegaan, ia het tenvolle overtuigd.. Alleen, het wil dat doen op een andere wijze. Meer voorzichtig. Do regeering, zoo wordt betoogd, moet do moréele middelen, die haar ter (beschikking staan, te baat nemen om tot bezuiniging op de ambtenaarssalarissen te geraken. Gedoeld wordt daarbij op inkrimping en vereenvoudiging van de diensten, waardoor op den duur tal van ambtena ren overbodig worden en een zuiniger be heer van de Staatshuishouding wordt verkregen. Wat. hier gezegd wordt, verdient onge twijfeld overweging. En we kunnen er wel op Tekenen, dat de Regeering ook aan deze zijde van de raak aandacht heeft geschonken. De zaak is echter, dat hier door de N. R. Crt. en allen die haar oordeel onder schrijven, een kleinigheid over 't hoofd wordt gezien. Maar een kleinigheid die hier beslis send is. We staan voor een tekort van 100 a 150 millioen gulden. Niet in de toekomst, maar nu, met de begrooting, die do volgende week wordt ongedieiid. Dat tekort moet worden weggewerkt. En daartoe is 'noodig, niet één middel, maar vele middelen. Stel, dat door do verlaging der salaris sen Me uitgaven met 30 millioen gulden per jaar dalen. Dat is een belangrijk bedrag. Maar het is toch nog slechts een begin en niet meer dan een begin. Behalve deze verlaging zullen dus nog maatregelen van allerlei aard noodig zijn om het gewenschte doel te "bereiken. De voorstelling, dat de Regeering den vollen last der bezuiniging wil leggen op do ambtenaren is dus niet juist. Evenmin als juist is, de voorstelling als of door Teorganisatié en versobering en inkrimping de financieele gaten gestopt kunnen worden. Het één is noodig, zoowel als het andere En het is zeker een weinig bemoedi gend verschijnsel, als toonaangevende bladen, w.o. de N. R. Crt. toch zeker ge rekend moet worden, dat niet blijken in te zien en dat zelfs daar de meening heeft post gevat, dat perspectivistischo bezuini gingen tot herstel van het budgetair even wicht kunnen leiden. „Werkelijkheidsbesef" blijkt nog al te veel te ontbreken bij ons volk. STADSNIEUWS. Het rcode jeugdfeest. Zaterdag was het in Leiden feest voor hel roode gedeelte onzer inwoners. De Arbeiders-Jeugdcentrale, de Bond .van jeugdige socialisten-zonen en dochters uit het geheele land, waren naar onze stad gelrokken, om daar jeugdfeest te houden. In verschillende groepen trokken de keu rig gekleede proletaren door de stad, vaandels mededragende als „Wij eischen de 6-urendag" en „Wij zijn de dragers van de toekomst" enz. Hoewel dit bij Granje-optochten verbo den. wordt en dit dus waarschijnlijk ook hierbij het geval zal zijn geweest, werd druk gezongen en gedanst. De Leidsche bevolking trok zich van het •hef'feest al bitter weinig aan. IÏGogstens haalde men de schouders op óver den 6-uren eisch! In de gehoorzaal werden de kinderen toegesproken door Mr. van Eek. Te 9 uur liad een fakkeloptocht plaats De voorgeschreven route werd hierbij niet gevolgd. Na afloop van den rondtocht trok men naar Den Burcht, waar opnieuw werd ge sproken, waarna, later dan kinderen-bed tijd voorschrijft, de kwartieren werden opgezocht. De volgende morgen vroeg trokken de gasten, begunstigd door schitterend herfstweer naar Wassenaar en environs. De droevige afloop van dezen tocht, die geannonceerd was „Naar het licht" kan men elders in dit nummer vinden. Het ware van de socialistische kopstuk ken wijs gezien, een kinderfeest indien het tenminste de bedoeling is een feest- voor de kinderen te bereiden binnens huis te houden, en hun kroost, van welks krachtsinspanning merkbaar teveel ge- eischt werd, beter te laten uitslapen. Dood vermoeid kwamen verschillende groepen Zondagavond laa.t van een tocht naar de Wassenaarsche duinen terug. Zaterdagavond weiden op de Haar lemmerstraat gecolporteerd met het be ruchte communisten-blaadje „De Spelbre ker". Het pafmlet had weinig aftrek. Toch meende de recherche de verkoopers maar naar het bureau mede te moeten nemen en nam zij de voorradige exemplaren in In den nacht van Zaterdag op Zon dag heeft bij de De Gijselaarbank weer eens een vrij ernstige aanrijding plaats gehad. De heer B., wonende op de Lange Mare kwam met zijn auto, waarin-mede gezeten waren de heer A. C. L. en diens echtge- noote, van het Kort Rapenburg, cn wilde oversteken naar de westzijde van bet Ra penburg. Uit het Noordeinde kwam een auto, be stuurd door den student V., waarin tevens zich bevonden een mede-student en twee dames. Beide automobilisten reden vrij r,nel. Een botsing was onvermijdelijk. De auto van den heer B. sloeg door den hoek om waardoor de inzittenden op straat werden geslingerd. De linkerarm en- het rechterbeen van den beer A. C. L. werden verwond, ter wijl ook de andere inzittenden lichte bles- sure's opliepen. Het voorste gedeelte van de auto werd vernield. Ook de andere bekwam averij. Beide automobilisten beweren voldoen de signalen te hebben gegeven, zoodat het voor de politie niet makkelijk zal zijn een schuld-conclusie te trekken. De beide auto's weiden tot onderzoek is afgeloopen, in beslag genomen. De 15-jarige J. H., wonende in de Waldeck Pyrmontstraat deed aangifte dat hij door een onbekend gebleven wielrijder op de Vischmarkt werd aangereden, waardoor zijn achterwiel werd beschadigd Men verzoekt ons de aandacht van belanghebbenden te willen vestigen óp een in dit nummer voorkomende advertentie van de Knapenvereeniging „Mijn zoon, geef Mij uw hart". (Werkafdeeling). In de Stedelijke Werkinrichting zijn opgenomen in de week van 28 Septem ber 167 volwassen personen-en 11 kinderen totaal 178 personen-. Geklaagd is door R. en diens vrouw, dat zij door K., diens vtouw en B. zijn mishandeld bij een vechtpartij... in bun aller woning. J. K. deed aangifte, dat hij op de hoek Oude Vest-Oostdwarsgracht door een auto is aangereden, waardoor zijn rijwiel Op de Volmolengracht werd Zater dag zekere H. mishandeld door eene L. Er wordt een politiezaak van gemaakt. Tegen roode plakkers, die reclame wilden maken voor de soc. dem. hetooging op 23 September a.s. werd proces-verbaal opgemaakt, terwijl de biljetten en stijfsel in beslag werd genomen. Onder de verba liseerden behoorden enkele raadsleden, die nogal protesteerden. Vanmorgen liep mej. H. T., huis vrouw van G. F., uit de Gortestraat met twee emmers kookend water, die zij bij een waterstookerij aan den Oranjegracht had gehaald. Op de hoek Utrechtsche Veer-Kraaier- straat kwam zij te vallen, waardoor zij het heete water gedeeltelijk over het lichaam kreeg. De vrouw had vrij ernstige brandwon den aan rechterarm en linkervinger en werd door Dr. Sikkinga van den E. H. D. voorloopig verbonden en daarna door haar moeder huiswaarts geleid. BINNENLAND I HET REGEERINGSJUBILEUM VAN DE KONINGIN. Vertrek uit Amsterdam. Nadat e^rst nog een rijtoer was gemaakt aan de overzijde van het IJ zijn de Koningin, de Koningin- Moeder en de Prinses naar Den. Haag vertrokken. In de Koninklijke wachtkamer waren de leden van do hul digingscommissie aanwezig. Achter de Koninklijke familie traden de leden van den eerewacht binnen en stelden zich aan beide zijden van de zaal op. De Koninklij ke familie nam afscheid van de huldi gingscommissie; de Koningin onderhield zich een oogenblik met elk der lieeren. Het was intusschen acht uur geworden. De deuren van den salonwagen werden geopend en de Vorstelijke gasten traden naar buiten. De commissaris der Koningin jhr. Roëll, burgemeester De Vlugt, ir. J. H. Kalff, directeur van de Staatsspoor, generaal Van Rappard, kapitein Greve en de stationschef de heer Krapels, waren onder hen, die de Vorstin uitgeleide deden. Met een enkel woord nam de Koningin afscheid van de aanwezigen. Langer on derhield zij zich met den burgemeester. Daarna nam zij afscheid van Haar Ge maal, die nog te Amsterdam bleef. Toen de Vorstin, naast Haar dochter, voor het raam van den salonwagen stond, traden do leden van de eerewacht naar buiten; in twee rijen stelden zij zich óp, en oen driewerf hoera, gevolgd door een „Leve de Koningin!", Iclonk onder de over kapping. Ook het publiek juichte. De terugkomst te 's-Gravenhage. Ke Koningin kwam Zaterdagavond met de Koningin-Moeder en de Prinses om 9 uur 3 min. met den koninklijken trein te 's-Gravenhage binnen. De burge meester. mr. J. A. N. Patijn, begroette op het perron de Koningin, Haar Moeder en dochter, onder luid gejuich van vele honderden, die zich, op het perron bevon den, achter balustraden, tér weerszijden van de Koninklijke wachtzaal geplaatst. Nadat de Koningin in de wachtzaal afscheid had genomen van de talrijke leden van haar gevolg, reed eerst de Koningin-Moeder in gesloten auto naar Haar Paleis in Let Voorhout, luide toege juicht bij haar vertrek. En toen volgden in oen half geopende auto de Koningin en do Prinses en brak er een stormachtig ge juich los. Tet drukst was het op het Rijs- wijksche Plein, waar zich vele feestvieren den uit de vlak bij gelegen wijk Zeven- buurt hadden opgesteld. De Weteringkade was verlicht. Langs Zieke, Spui, Hofspui, Hofweg, Kneuterdijk, Parkstraat, Javastraat, Ko ninginnegracht enz. reden de Koningin en de Prinses na'bet landhuis den Rui- genhoek. Het jubileum van de Koningin. De Koningin heeft op 6 September, bij de aanbieding van het huldeblijk van den bijzonderen vrijwilligen landstorm, op verzoek van den voorzitter der nationale landstormcommissie toegezegd, dat er van Haar een portret zal worden vervaardigd, speciaal bestemd om te worden geplaatst op de gedenkplaat, die aan de vrijwilli gers van den bijzonderen landstorm zal worden uitgereikt ter herinnering aan het regeeringsjubileum en het door den bij- zonderen vrijwiligen landstorm aan Hare Majesteit aangeboden jubileum-album. Gratie. De „Vrije Socialist" deelt mee, dat op 1 September alle dienstweigeraars, ter gelegenheid van het jubileum van de Ko ningin, gratie hebben gekregen, op twee na: een is 6 September vrijgekomen en een ander is naar zijn garnizoen overge plaatst. Nieuwe Adeldom? De Haagsche redacteur van de „Msbd." meldt: De „N. R. Ct." bevatte dezer dagen het ook in ons blad overgenomen bericht, dat een aantal personen, waaronder verschei dene katholieken, in den adelstand zouden worden verheven. Wij hebben getracht van dit bericht be vestiging te krijgen, maar het is ons niet mogen gelukken. In kringen, welke toch zeker geacht mogen worden op de hoogte te zijn, wanneer er iets in den zin als door het bericht bedoeld, hangende was, wist men van niets. De twijfel aan de juistheid van het be richt van de „N. R. Ct." wordt bovendien nog versterkt door hetgeen ons meer van Aan het Zoeklicht Leiden, 10 September 1923. De volbloed Sociaal-Democraten bele ven wel slechte dagen den laatsten tijd. Ze hebben het moeten aanz-en, da do Oranjejubel daverde daar heel het land en dat het overal was: 't i s, O r a n j e; t' blijft Oranje! Ze hebben het moeten beleven, dat hun voormannen, die wegens principieele be zwaren aan het officieele Gedenkboek niet wilden meewerken, toch wel hunne por tretten voor dit boek wenschten af te staan. En afsof dat nog niet erg genoeg was, komt nu het bericht, dat de heer Janso- nius, burgemeester van Leeuward^adeel een der leiders van de Sociaal-den. >;ratie in Friesland, namens het Dag. Best. met een voorstel bij den Raad kwam om een gelukwensch te zenden aan Hare Maje steit de Koningin. Ik zou willen vragen: gaat dat maar zoo? Zou het niet tijd worden, een speciaal Oranje-congres te houden? Waar moet het heen als de gewone partijgencoten op straat H. M. toejuicten als de portretten van de roode Kamerle den aan het Gedenkboek meerdere luister bijzetten en als een Soc. Dem. Burgemees ter voorstelt H. M. een hulde-telegram te zenden. En dat, terwijl te Zaandam weer de oude driekleur vroolijk wappert. OBSERVATOR. andere zijde Ier oore is gekomen, n.L dat de Hooge Raad van Adel onlangs om ad vies is gevraagd over de kwestie, of het gewensclit zou zijn nieuwen adeldom te leencn. De meeningen in dit hooge col lege moeten aanvankelijk zeer verdeeld zijn geweest, maar ten slotte heeft het besloten te adviseeren geen nieuwen adel dom te verleenen. Vragen van Kamerleden. Door den heer Ter Hall zijn aan den minister van Financiën de volgende vra gen gesteld: li Is het den minister hekend, dat op do aanslagbiljtten der Rijksinkomsten-be lasting van de gem. Amsterdam een ad vertentie voorkomt van een belasting-ad viesbureau. 2. Is de minister bereid mede le deelen, op welke wijze advertenties op aanslag biljetten plegen geplaatst te worden, bij zonderlijk of zulks geschiedt met mede weten van het Departement van Finan ciën? 3. Indien dit laatste niet het geval is, i3 de minister dan niet van oordeel, dat het aanbeveling verdient, dat geen adver tentie wordt opgenomen zonder kennisne ming door het Departement, aangezien immers anders de zonderlinge toes land zich zou kunnen voordoen, dat eventueel van een vanwege het Departement als onbetrouwbaar gesignaleerd adviesbureau af accountantskantoor op aanslagbiljetten aanbevelingen voorkomen? De ramp in Japan. Bij de verwoesting van het Grand Hotel to Yokohama is de Nederlandsche consul onmiddellijk gedood, aldus meldt Reuter. De ambtenaarsalarissen. Ter aanvulling van het bericht in ons blad van Zaterdag nopens de verga dering van de centrale commissie voor ge organiseerd overleg in ambtenaars-zaken, kan nog worden meegedeeld, dat van de adviseerendo stemmen er eèn is uitge bracht tegen en een vóór de schrapping van aTt. 40 van het Bezoldigingsbeslc.t. De voorzitter van de commissie, de oud-: minister van financiën, de Vries, behoor-1 do onder de tegenstemmers. FEUILLETON Van 's levens diepten. s:, „Wat ben jij toch een edele kerel, De lamere," zeide Wybert, toen zijn vriend zweeg. „Ik wou, dat ik half zoo goed was als jij. Misschien heb je wel gelijk, dat maatschappelijk standsverschil overbrugd kan worden; maar ik voor mij geloof, dat het alleen kan gebeuren door geld. Dat is de eenige talisman. Was mijn vader Opeens zweeg hij en keerde zich om, als wilde hij zijn opkomende gedachten met geweld onderdrukken. „Vergeef mij, maar is je vader gestor ven?" vroeg Frits, zachtjes. „Dat mag de hemel weten ik niet. Als hij nog leeft, was het te wenschen, dat hij dood was!" antwoordde de ander heftig. „Zacht wat, hedaard!'- „Wat! Eerst doe je mij een vraag en dadelijk daarop leg je mij het zwijgen op. Ik herhaal het beter, dat hij doöd was ja, duizend keer beter. Ik heb hem nooit gekend, gelukkig! Hij heeft mijn moeder alleen laten zitten of hoe zal ik mij anders uitdrukken toen ik nog een heel klein kind was." „Arme kerel! [Wat was hij?" «T „Eigenlijk een groote schurk, maar van beroep een dokter zonder practijk. Hij heeft mijn moeder behandeld alsof ze een voorwerp was om te onderzoeken. Nadat hij haar getrouwd had en ik een paar maand oud was, ging hij als scheepsdok ter aan boord van een schip naar Indië en is daar gebleven, voor zoover bekend is." „En je moeder?" „God was haar goedgunstiger dan mij, en nam haar weg uit deze wereld vol ver leiding, toen ik vijftien jaar was; en ik stond alleen voot den strijd om het be staan." „En jij hebt dien strijd moedig gestre den. Met eigen oefening heb je 't zoover gebracht, dat je leeraar bent geworden aan- een bekende school hier. Of beteekent dat soms niets?" „ja, het is wel een soort onderschei ding, maar waar je nauwelijks van leven kunt", antwoordde Wybert hard. „Wat geeft zoo'n eer? Jij, die te midden van weelde en overdaad bent grootgebracht, die nooit gestaan, hebt voor de vraag, waarmee je je maal zoudt moeten doen, bekijtk de wereld neem mij niet kwa lijk, dat ik het zeg door een roos kleurige bril. Ik daarentegen door een, die, jammer genoeg, beslagen en don ker is". ,v^ „Ja, Wybert, daar is veel waars in, dat voel ik heel goed; maar weet je, wat ik vaak gewensckt heb, dat ik niet in plaats van rijk, in armoede geboren was en, zooals jij, mijn brood zelf had moeten verdienen. Dan pas komt het edele van ons karakter boven." „Of het lage. En wou je daarmee zeg gen, dat jij, die rijk en geëerd bent en groote goederen en een titel te wachten hebt, er niet tegen op zoudt zien, om met mij van positie te ruilen?" „Ja, bij wijze van proef zou ik dat wil len doen." „En weet je hoelang je die proef zoudt kunnen volhouden? Misschien zou het je bevallen met 't opstaan, maar bij 't naar bed gaan badt je er al meer dan genoeg van. Met andere woorden, jouw proef ondervindelijke stemming zou een spreek woord van den tegenwoordigen tijd zijn bij het aantrekken van je kleeren, en overgaan in een werkwoord van den ver leden tijd als je ze weer uitdeedt. Je ziet wel, er zit nog veel van den schoolmeester in me; ik geef je een lesje in vormleer en wijsbegeerte tegelijkertijd." [Frits lachte hartelijk. „Jij bent een wijsgeer van de bovenste plank, bet je philosophie van kleeren en werkwoorden. Maar ik zal je wel antwoor den en ik zal mij wreken. Ik ontneem je van nu af de macht om 't woordje „ge- 1 brek" te spellen. Jij gaat met mij mee en blijft op Delamere. Aan papa en mama zul je eerst om mijnentwil welkom zijn, later om je eigen persoon. Sn dan heb ik nog een nichtje Nelly Vesey, die de kennismaking wel waard is tenminste toen ik ze de laatste maal zag; en uit brieven merk ik, dat zij nog liever is ge worden." „He, ja! Vertel me wat van je gasteel Delamere en van je huiselijk leven," vroeg Wybert vol verlangen. „Je kunt je niet voorstellen, boe prettig dat is voor iemand, die dat niet heeft. Het is als de verhalen va neen pas ontdekt land als een stuk brood voor hem, die honger heeft." Frits voldeed graag aan dit verzoek en vertelde allerlei dingen van zijn huiselijk en persoonlijk leven. Onder deze aange name zebigheid vloog de tijd om en toen zij opkeken, zagen zij dat het over twaal ven was; zij zetten hun hoeden op, namen hun bergstokken en gingen de deur uit om den [Weisshorn to bestijgen. HOOFDSTUK It „Geen wonder, dat Willem Teil zooveel hield van zijn bergen," zeide Frits, toen zij een eind hadden afgelegd. „Ja, maar er wordt door sommigen be-» weerd, dat Teil nooit bestaan heeft," zeide Wybert spottend. „Men zegt tegenwoor-< dig, dat het verhaal slechts een verdicht* sel is." „Evenals er dwaze twijfelaars zijn, die het bestaan van den almachtigen Schep-» per ontkennen. Herinner jij je dat prach tige vers: I „IJsgletscher, bergstroom, waterval! Wie was uw Maker, o schitterende als 's Hemels poorten Onder de held're volle maan? Wie laat de zon Mot kleur'gen regenboog u oraklccn? Wie laat de bloemen De hemelsblauwen, kransen vlechten aan uw voet? God! Laat de bergstroom die als antwoord geven Inluid gedonder! De ijsvlakte weerkaatst hei Go'31 God! zingt dat, blijde beekjes tusschenl 't groene graa.» En gij, oTbosch van eeuwiggroene deilj nen, met uw zacht geruischl^ Ook zij hebben een stem, die macht go stapels sneeuwy Eu in noodlolt'gen val zullen zij dond'ren'j Godr'j {Wordt vervolgd.) ('t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1