Aan hel einde der Week 'i
'Aan belangrijke gebeurtenissen heeft
Jiet deze week niet ontbroken.
Daar was in de eerste plaats de ont
zettende niet te beschrijven ramp in Ja
pan, waar tengevolge van een aardbeving
enkelegroote steden in een oögenblik als
van den aardbodem werden weggevaagd
en duizende menscben het leven verlo-
xen. •,-,!-*» M-M-
liet is zoo gemakkelijk neergeschreven
en gelezen.
Maar wie zal ook maar in de verte be
naderen de ontzaglijke beteekenis van zulk
een ramp.
Het leven gaat z'n gang, daar wordt ge-
gelen en gedronken, ^gezwoegd en gewerkt,
gezongen en gedanst, en dan op een
wenk van Gods vinger trilt de aarde en
aan al dat gebeuren is in een enkel
oogenblik een einde gemaakt.
Groote steden liggen verwoest. ;rs
En uit de brandende huizen stijgen
angstkreten van de in doodsnood verkee-
rende slachtoffers.
Hoe zien we hier de goddelijke al
macht.
En tegelijkertijd, de nietigheid van den
mensch, die zich sterk waant en mach
tig, die plannen uitdenkt en lijnen trekt
waarlangs het leven zich zal ontwikkelen,
maar die'dan onverwacht stuit op Een die
machtiger is dan hij en die door al zijne
plannen een streep haalt.
Japan had zich tot een groote mogend
heid ontwikkeld en het had, als iedere
mogendheid plannen gemaakt die het
hoopte te verwezenlijken.
En'nu is het plotseling door een ramp
zonder wedergade financieel ontwricht
en zal het waarschijnlijk althans tijdelijk"
zijn leidende positie moeten prijsgeven.
Merkwaardig is zeker wel en teekenend
voor onzen tijd, dat reeds in de afgeloo-
pcn week door verschillende groote bla
den in bet buitenland beschouwingen
werden gewijd aan de politieke ge
volgen van deze ramp.
Als Japan zijne machtspositie in het
verre Oosten niet kan handhaven, wie zal
dan de eerste en de meeste zijn?
De eerste zijn, en de meeste en de sterk-?
sle, dat is de vraag die veler leven be-
heorscht.
Ook in het volkenleven.
Daaraan is ongetwijfeld oök toe te
schrijven het Grieksch-Italiaansche con
flict, dat in de afgeloopen week zooveel
spanning bracht en beroering.
Over de aanleiding van het brute op
treden van Italië dat met alle recht en re-?
gel spot, zijn verschillende meeningen
geopperd.
Mussolini, zoo heeft men gezegd, die
zoo langen tijd de dictator heeft gespeeld,
had behoefte aan nieuwe lauweren en
daarom heeft hij op deze wijze de Ita
liaan sche gemoederen in beweging trach
ten te brengen, wat ook tamelijk wel ge
lukt is.
Hot kan zijn.
Maar meer waarschijnlijk lijkt het ons
toch, dat hier andere, meer politieke over
wogingen in het spel zijn.
Het gaat hier, niet onwaarschijnlijk,
om de heerschappij over de Middelland-
sche Zee.
Turkije heeft nu weer de gelegenheid
zich als zeemogendheid te herstellen.
En achter Turkije staat Rusland.
En daarnaast Engeland, dat den laat-
sten tijd bijzondere aandacht wijdt aan
de vlootbasis op Malta.
Welnu, is de veronderstelling dan te
gewaagd dat Mussolini op zijn wijze ge
tracht heeft, ook een stem in het kapittel
te krijgen en de positie van Italië te ver
sterken?
De zaak is nu voor den Volkenbond.
En de groote vraag die thans velen in
spanning houdt is deze of het recht,
dan wel of het geweld het laatste
woord zal hebben.
Laten we hopen, dat de Volkenbond al
thans niet bij het eerste conflict zal ver
ongelukken en zijn invloed verspelen.
'i
In onsland waren het vooral twee za
ten die de aandacht vroegen, de huldi
ging van onze Vorstin en de te verwach'-
ten bezuinigingsmaatregelen.
Als een Damocles-zwaard hangt thans
boven de hoofden der ambtenaren het
plan van de Regeering om ingrijpende
maatregelen te nemen.
Zullen de salarissen worden verlaagd
en met hoeveel? Zal aan verkregen rech
ten worden getornd?
Die vragen houden velen bezig en voor
al hen, die toch al geen onbezorgd be
staan hadden.
In de afgeloopen week echter, werd dit
alles overstemd door het feestgedruisch
dat heel ons land vervulde. i
En daar was reden voor.
Onze Koningin mag terugzien op een
rijk gezegend regeeringstijdperk.
En ons volk heeft reden om zich met
zijn Vorstin te verheugen en te gedenken
de daden des Heeren.
nzonderheid ons Christelijk volksdeel
heeft reden tot verheuging en blijdschap.
Want als Oranje en Nederland in da
gen als deze tot elkaar komen, dan
blijkt telkens weer, dat het drievou-
d i g snoer, reeds eeuwen geleden gelegd
en door den loop der historie bevestigd,
nogaltijd bestaat.
Nederland en Oranje zijn nog altijd
€011. -
Dat bleek in deze feestdagen.
Maar Nederland en Oranje ze willen
niet leven zonder God, zonder zich te bui
gen voör den Potentaat der potentaten, op
wien reeds een Willem de Zwijger zijn
vast vertrouwen stelde.
Dat is ook gebleken, deze week.
En het is ons een reden tot blijdschap
011 aerheugenis en het stemt ons tot dank
baarheid en vreugde.
EEN TEEKEN DES TIJDS.
'Als historisch wordt het volgende ver
baal gegeven.
Fcn bejaard lieer te Berlijn, met zijn
vrouw, en zijn: zoon', eeni 'oorlogsinvalide,
in een deftige wijk wonende, jvordt door
één zijner vrienlderi opgebeld.
:„Wij waren ,van plan', jullie Zondag
avond een bezoek te brengen", luidt het;
„schikt jullie datl" -*i
„Neenl; 't zal ons aangenaam zijn, je
Vrijdag of Zaterdag te ontvangen; maar
Zondag gaat niet. Dan zijn we niet meer
thuis." -
„Ga jullie dan op reisl"
„Jawel; ent op een lange reis! Maar
vraag daar op 't oogenblik niet verder
naar." j>^f V*
„Nu, dan komien "we Zaterdag."
„Afgesproken). We rekenten op je.'Luw.^
's Zaterdags komt de vriend met' zijn
vrouw op bezoek. Hoe ze ook yisscheni, ze
kuimem er niet achter komen1, waar toch
de groote reis heen zal gaan. „Morgen mag
je 't weten" herhaald de gastheer telkens.
De avond wordt gezellig gepasseerd en
tegen twaalven 'gaan de bezoekers huis
waarts. Mifcl 's-*i
's Morgens daarop vinden ze in hun bus
een briefje van denl vriend, waarin bij
schrijft, met zijn vrouw en zijn zoon zelf
moord gepleegd te hebben, bij gemeen
schappelijk goedvinden. Dat was de voor
genomen lange reis. „Het graf is minder
diep, minder koud en minder donker dan
bet leven als „nieuwe arme"; neem eeni
laatsten raad van mij aan, en kom ons na
reizen! als je vermogen er door is", zoo
besluit bet schrijven.
Veertien dag later worden ook dé vriend
en zijn vrouw dood in hun slaapkamer ge
vonden bij een openstaande gaskraan
Eeni huivering vaart ons door de leden,
bij bet lezen van zulke berichten.
We zien hier al een zeer droevig teeken
des tijds.
Een bewijs hoe ver kunnen zinken' en
hoe droef het bestaan is van hen die le
ven zonder God in de wereld..
....geen hoop hebbende.
BINNENLAND
DE AMBTENAARSSALARISSEN.
Oerdeel van het georganiseerd overleg.
Naar de Telegr. verneemt, is in de he
den gehouden vergadering van de Cen
trale Commissie voor Georganiseerd
Overleg in Ambtenaarszaken, beraad
slaagd over de voorstellen der regeering
tot intrekking van art. 40 van het Bezol
digingsbesluit en het gedurende de drie
jaren stilzetten der periodieke verhoo-'
gingen.
Het 10 tegen 2 stemmen verklaarden, de
Commisie zich tegen schrapping van
het artikel 40 en met algemeene stemmen
tegen de inhouding van periodieke ver
hoogingen.
In de Centrale Commissie hebhen zitting
zes vertegenwoordigers van de Regeering
en zes van de organisaties. Vier Regee-
ringsvertegenwoordigers verklaarden zich
alzoo tegen schrappen van artikel 40.
Nat. Chr. Geheelonthouders. 'i
Op 11 en 12 September a.s. zal te
's-Gravenhage in 't gebouw de Ruyter-
straat 67 de 44ste algemeene vergadering
der Nationale Christen Geheelonthouders
yereeniging worden gehouden.
Te dier gelegenheid is een openbare
bijeenkomst belegd in de Regentessekerk op
Dinsdag 11 September 's avonds te 1%
uur, waar als sprekers zullen optreden
prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
voorzitter van het hoofdbestuur, ds. P.
Stegenga van Amsterdam en ds. J. Luu-
ring van Hazerswoude.
Mevr. A. DegensDegens, mezzo-so
praan, van Rijswijk, heeft haar mede
werking toegezegd met orgelbegeleiding
door den heer J. R. Gravelotte.
De financieele positie van -Ned.-ndië.
'In verband met de Vlootwetplannen is
den laatsten tijd vaak met bezorgdheid
gesproken over de Indische financiën. Wij
hebben nu eens geïnformeerd, zegt de
„Maasbode", hoe thans do financieele po-
sitie van Nederlandsch-Indië is. Uit zeer
betrouwbare bron vernemen wij, dat de
Indische financiën er op het oogenblik
niet ongunstig voorstaan; voor 1924 en
1925 wordt zelfs een sluitende begrooting
verwacht, een toestand, die we in lange
jaren niet meer hebben gekend. l:
De centralisatie van Óen girodienst.
„Wijsneus" schrijft in het „Handels
blad":
De giroscoop is een tol die zoo snel
ronddraait dat hij niet omvalt. De
draaiingen van onzen geliefden Post-
Giro-dienst doen de laatste week echter
ons bedrijfsleven 'wel zoo wat omvallen.
'Weduwen die gewoon zijn haar huis
houdgeld je wekelijks van het postkantoor
te halen, krijgen nu de boodschap: ,,'t Is
jammer mevrouw, 't gaat nu alles via Den
Haag en de feestdagen komen er tus-
schen, u moet nu maar een -\yeek wach
ten." 'V
Wee die arme achtergeblevenpostkler
ken, die de kanonnen moeten vernagelen,
d.w.z. de restjes op de provinciale kanto
ren moeten opruimen, waar moord en
doodslag hen dreigen door de teleurge-
stelden aan gene zijde van hef; loket.
Voorheen kreeg ik eiken dag van het
plaatselijk Postkantoor een keurig giro
staatje daarop zag ik aan het ontbijt,-
hoeveel saldo ik nog had en ging ik
rustig naar het kantoor.
Nu had ik al acht dagen geen staatje
ontvangen. Dit verontrustte mij. Mis
schien. hadden slordige ambtenaren in
middels maar raai: voor mij betaald
vermoedelijk had geen enkele debiteur
voor. mij iets gestort wellicht ook zul
len morgen gas, water en electriciteit op
eens zijn afgesnedei omdat mijn saldo
uitgeput is Het systeem is mooi
als 't werkt maar wee den dag, dat 't
misgaat.
Den negenden dag komt aan het ontbijt
eindelijk de Centrale Giro-enveloppe
ze .wordt opengereten. Een foliovel ont- 1
vouw ik vol cijfers ik leg het haastig
naast mijn bord en controleer met een
potlood de betalingen voor mij gedaan
- negen streepjes zet ik van goedkeuring
zes vraagteekens van twijfel twee
kruisen van ontkenning.
Maar het saldo? dat staat er niet
meer op! dat moet je eerst zelf gaan
uitrekenen Zijn ze heelemaalIk
rijs zenuwachtig van de ontbijttafel.
„Ba'h, vader, wat knoeit u op 't laken",
zegt Corrie.
Naast mijn hord staan onuilwischhaar
op het schoone ontbij-tlaken gegrift ne-
geii streepen, zes vraagteekens en twee
kruisen.
De achterkant van het nieuwe Giro
staatje is geheel carbondoordrukpapier.
Per dag gaan er dus dn Nederland uit
eeni ge myriaden vellen carbonpapier...
zij zeggen niet hoeveel het Bijk nog hij
tienduizenden houders in het krijt blijft
staan maar zij zorgen wel dat er vah
's Rijks krijt voldoende staan blijft op
tienduizenden vloeimappen, briefpapier,
servetten en lakens dier houder^.
Of die dure manoeuvre noodig is weet
ik niet, doch kan men in Den Haag ten
minste niet het carbon houden en mij den
doordruk zenden?
Het zevende leerjaar.
Het gemeentebestuur van Gouda, heeft,
naar het „Dagblad van Gouda" verneemt,
op een desbetreffende vraag van den mi
nister van Onderwijs bericht ontvangen,
dat het in het voornemen ligt, het zeven
de leerjaar in het nieuwe leerjaar niet
in te voeren.
Van andere zijde vernemen wij nog dat
het zevende leerjaar overal zal wordeni
afgeschaft en dat hierbij het uitster
vingssysteem zal worden gevolgd.
In hoeverre deze berichten juist zijn
zal wel spoedig blijken.
NEDERLAND EN ORANJE. +,[:r
Nederland en Oranje zijn één.
Wij zeggen het zoo gemakkelijk en toch
het spreekt allerminst vanzelf.
Daarop werd dezer dagen gewezen door
Dr. Oberman te Rotter-dam in een artikel
waarin hij aantoonde de kostbaarheid
van den Oranje-schat voor ons volk en
waaran wij het volgende ontleenen:
Het spreekt niet vanzelf, dat er een
Oranjevorst troont in Nederland. O ja,
wij zijn er aan gewoon en, als een door
voorspoed verwend gezin, kunnen wij het
ons al niet anders mer vooretellen, dan
dat het hoofd er is en voor ens zorgt. Wij
zijn als volk reeds zoovele malen, sinds
onze los-scheuring van Spaansche over-
heersching, aan dent schrik des doods van
het vorstengeslacht ontkomen, dat het
sehijnt alsof „de bitterheid des doods is
geweken." Alles wat zeldzaam is, wordt
kostbaarder naarmate het onontbeerlijker
is, en die les heeft ons volk sinds 1581
herhaaldelijk te leeren gekregen.
Toen Prins AVallem I neergeschoten werd
en, pleitend voor zijn éigen ziel en voor
ons volk, den geest gaf, was er de zestien
jarige jongeling' de zoon van Anna van
Saksen; de later zoo beroemde Prins
Maurits, en verder een klein wiegekind,
de zoon van Louise de Coligny, van het
edelste Fransche ras. Aan dit kind zou
de toekomst van ons koningshuis hangen.
Eenmaal zou zijn dochter, Albertine Ag
nes, de vrouw worden van den; Frieschen
stadhouder Willem Prederik, en de voor
zaat onzer Koningin.
Hoe goed was ons de Heer, dat hij Fre-
derik Hendrik in het leven spaarde, dat
hij opwies en kracht kreeg om onzen vrij
heidsoorlog zegevierend te beëindigen en
in 'den grootsten} bloeitijd van ons land
breidelende leiding to geven,!
Daar ontsprong uit hem een begaafde
zoon, volgens Jan de Wit bestemd om
de bekwaamste van zijn geslacht te wor
den; maar ziet, hij moest vallen in de fen-
te van zijn kracht, en wederom lag er
slechts een. v.'iegekind als mannelijk oir.
Dat kind zou eenmaal de redder worden
van ons land, de leider van Protestantsch
Europa in een hachelijk tijdperk van te-
genj-hervorming, de geweldige tegenstan
der van den snorkenden, maar ook opper-
machtigen' zonnekoning Lodewijk XIV.
Zwak en ziekelijk, nooit een dag zonder
hoofdpijn, miskend en achteraf gezet in
zijn jonge jaren, zco wies hij op in Hol-*
lands tuin als een kwijnend eike-boompje
onder de schaduw van machtige beuken.
De dag kwam, dat Holland in last was
en de boomen des wouds geveld lagen;
maar hij werd staande gehouden en met
hem do zaak der vrijheid.
Doch toen hij in 1702 kinderloos stierf,
was zijn neef, de kleinzoon van Willem
Frederik en! Albertine Agnes, nog maar
veertien jaren oud. Ook deze knaap, de
dappere Jolian Willem Friso, was veelbelo
vend en wekte bij zijn opwassen de stout
st© verwachtingen.
Het scheen evenwel, alsof de Heer ons
leeren wilde, dat niet de gaven der Oran
jes, niet de voortreffelijkheid van Zijn
schepping, maar Hij zelf, als de Gever.en
Maker, de toevlucht van ons volk moest
zijn. De jonge gerJeraal trok uit en kwam
om.
Toen de treurmare in 1711 door ens land
ging,' dat Johan .Willem Friso verdronken
was bij den overtocht van het Hollandsch
Diep, klaagde elk, dat Oranjo ons nu ont
vallen was. Maar ziet, na zijn dcod werd
zijn hoogstaande vrouw, de Hessische
prinses Maria Louise, nog moeder.. En we
der luidden de klokken om het kind dat
geboren, den zoon, die gegeven was!
Hoe goed was ons de Heer, dat dit kind
toen het op vijftienjarigen! leeftijd een val
deed, hetwelk zijn gestalte voor het leven
misvormde, het leven niet verloor. Want
Willem IV zou hij eenmaal he eten en den
schakel vormen! van ons Vorstenhuis.
Weer stierf do Oranje-vorst, in de kracht
zijns levens, Reeds in 1751 werd hij ten
grave gedragen, en wéér was eeni toege
wijde buitenlandsche prinses draagster en
verzorgster van Nêerlands kostbaarst be-
zit.
Een driejarige, knaap, onder voogdij
zijner moeder, prinses 'Anna van Enge
land, wies op cm eenmaal Willem V te
zijn.
O, men heeft hem wel verjaagd en hij
is wel in ballingschap gestorven', maar
Nederland heeft denl zoon uit de zee te
ruggehaald, en toenj hij binnenkwam in
het najaar van1813, toen was het niet
te veel, wat er gegrift jverd in de Sche-
veningsche gedenknaald dezer gebeurte
nis, „God redde Nederland."
En nu, sinds 1890, weer één enkel kind,
weer eeni hoogstaande regentes om het
te verzorgen, weer maar één leven, een
kostbaar Oranje-leven, als om ons te doen
beseffen, dat God ons een genade schonk.
Hoe goed was ons de Heer bij haar op
wassen en regeering. Heb kind wordt ko
ningin', wordt vrouw, wordt moeder: weer
is het ééne prinses, een gift van den' He
mel aan ons land ent volk. Daarom willen
wij danken, dat wij ook nu nog leven bij
het genot van de gunst, die God ons volk
de eeuwen door bewezen heeft, en willen
wij biddien voor den vader eri voor de drie
vrouwen, die de lijn van de historie tot
onzent dag doortrekken!. Wie haar drieën
ziet in deze dagenl, naast den prins ge
maal, zal niet mogen verzuimen iets van
dit alles te bedenken! en bij den Heer
te pleiten voor ons kostbaar bezit.
INGEZONDEN
pSuiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Aan allen, die aanboden, een kind uit een
Saksisch predikantsgezin te herbergen.
Het Hoofdcomité „Saksen" heeft met
grooten dank de vele aanbiedingen (ruim
150) ontvangen. Ook de Uwe.
Voor enkele weken zijn reeds de voorbe
reidingen getroffen voor een transport van
60 kinderem Pfarrer Spranger heeft be
richt, dat hij hoopte de overtocht in de
eerste wek van September te kunnen
•doen plaats hebben. Echter, vermeldde hij
tevens, dat verder verlof na de vacantie
wel niet gemakkelijk zal zijn.
Het is dus mogelijk, dat vooreerst geen
tweede transport komeni zal. Misscjhien
later in volgende vacanties. Wanneer dus
ditmaal van Uw gastvrijheid geen gebruik
wordt gemaakt, gelieve U dat te veront
schuldigen.
Wij hopen in elk geval nu of later van
Uw aanbod te profiteeren.
H. THOMAS.
LEIDSCHE PENKRASSEN
Amice.
Een belangrijke week ligt achter ons.
Ik denk hierbij aan de herdenking van
de inhuldiging van onze koningin, die het
karakter van een grootsche huldiging
heeft aangenomen als zeker niemand, had
durven denken.
We wisten natuurlijk wel, dat Oranje
nog wel de liefde heeft van ons volk, maar
dat die liefde zich op zóó'n dubbelzinige
wijze zou uiten, dat was toch niet ver
wacht.
Juist een paar weken geleden hoorde
ik beloogen dat er toch wel een en ander
veranderd was de laatste jaren, ten be
wijze daarvan gewezen werd op het gewel
dig enthousiasme dat in 1898 te Amster
dam gezien werd waar dan tegenover
werd gesteld het roode Amsterdam van
thans, dat zijn Vorstin zeker wel geen
.schitterende ontvangst zou bereiden.
Het is echter een weinig anders gegaan
dan verwacht werd. Zelden toch is onze
Koningin op zoo geestdriftige wijze ont
vangen en zelden droeg die ontvangst ze
ker ook een zoo waardig karakter als dit
maal het geval was.
In plaats van het „houd er de moed
maar in" dat zelfs gehoord wordt daar
waar men *t allerminst zou verwachten,
zong toch de op den Dam verzamelde me
nigte, na 't wonderschoone Wilhelmus de
bekende zeegenbede: „dat 's Heeren zegen
op U daal". De bladen vermelden dat Ha
re Majesteit evenals velen uit het publiek
diep onder den indruk was.
Dat kan ook wel niet anders amice.
Het is toch geen kleinigheid wat zich
hier afspeelde.
Daar staat een juhileerende Vorstin te
genover haar jubelend volk.
En als dat volk dan inplaats van in
nienschvergoding op te gaan of met zou-
telooze liedjes, zijn vreugde te uiten, be
hoefte heeft om in het openhaar 's Heeren
zegen over zijn Vorstin af te smeeken,
dan is dat een feit van zoo groote betee
kenis, dat we zelfs bij het lezen van de
verslagen moeite hebben onze aandoening
te verbergen.
Tenminste zoo ging het mij en ik weet
dat ik niet de eenige hen.
En ik ben 't heelemaal eens met„Ob
servator" toen hij schreef dat gelukkig
is het volk dat een Vorstin heeft als wij
mogen bezitten, maar dat ook gelukkig
is een Vorstin die over zulk een volk mag
regeeren!
Er is veel reden tot droefheid in onze
dagen, er is veel dat tot ernstige bezorgd
heid aanleiding geeft, maar bij al die
donkerheid is wat de laatste dagen plaats
vond en meer speciaal de wijze waarop
Hare Majesteit te Amsterdam ontvangen
werd een heldere lichtstraal waarover wij
ons van harte mogen verblijden en die
hoop geeft voor de toekomst.
't Is wel jammer, dat aan de jubileum
feesten hier in Leiden zoo weinig aan
dacht werd geschonken en dat we in dit
opzicht zelfs hij tal van dorpen in den om
trek achterstaan. Dit is wel eenigszins te
verklaren doordat hier de 3 October-fees-
ten steeds de volle aandacht,vragen, maar
jammer is het toch.
Gelukkig dat do Christelijke Oranjevcr-
eeniging actief is en voör een waardige
herdenking het initiatief nam.
Het belooft een mooie, ik zou wel dur
ven voorspellen een onvergetelijke avond
Ite worden, de volgende week.
Ik weet niet of ge Dr. van Gheel Gildon-
meester wel eens hebt liooren spreken.
Enkele jaren geleden heb ik het genoegen
gehad en wat Z.Eerw. toon sprak en da
wijze waarop hij dat deed was van dien
aard, dat ik hem gaarne nogeens zal hoo*
ren.
Trouwens, het gaat .over Oranje, oen
onderworp dat, afgezien van den spreker;
vanzelf alle Oranjeklanten lokt.
En dan zal er gezougen worden, en wei'
kunnen er wel op rekenen, dat het luiste?
ren een genot zal zijn. Daarvoor staat1'1
ons borg hot koor dat zingen zal, en daar--'
voor staat ons borg- do dirigent dio op dit
gebied zijne sporen verdiend heeft.
Ik behoef u en anderen dus niet op te
wekken amice, om naar de Hooglandsche
Kerk to gaan do volgende week. Heli
spreekt dunkt me vanzelf dat de kerk vol-i'
stroomt en dat geen enkel plaatsje in de
ze groote ruimte onbezet blijft.
Was de afgeloopen week van groote be-T
'teekenis in verband met de huldiging
van onze Vorstin, zij was het ook in ver-i
hand met de verkiezing van w*ihouders
die in alle gemeenten volgens wettelijke
regeling plaats vond.
Hier in Leiden heeft het college van B.
en W. al een zeer groote verandering on-i
der gaan. Van de vier aftredende wethou-
ders werd slechts een herkozen.
De heeren van der Lip en Bots hadden'
zich niet meer beschikbaar gesteld en de
heer Pera werd de woestijn in gestuurd.
Aan voorspellingen omtrent het nieuwe
college zal ik mij niet wagen. Ik wacht
liever af, de dingen die komen zullen.
Gissen en anders dan gissen kan ik
hier hier niet doen doet gemakkelijk
missen, en dat geldt vooral op dit gebied.
Zonder vrees voor tegenspraak kan
zeker worden gezegd, dat de nieuwe be-'
windslieden een ver van gemakkelijke
taak hebben te vervullen.
De beer Pera is vaak hard gevallen n*
den Raad over do wijze waarop hij de
personeelszaken behandelde. Ge herinnert
u zeker hoeveel stof er is opgejaagd over
zijn optreden in het georganiseerd over
leg.
Zijn taak is nu overgenomen door den
heer Reimeringer, een man, die voorzoo-,
ver mij hekend, zich nooit op dit gebied;
heeft bewogen. En het zal nu moeten blij
ken of hij beter dan de heer Pera deze
zaken kan behandelen en of hij beter in
slaat is, bi) de moeilijke vragen die hier
tö behandelen zijn leiding te geven.
Ik kan bet in de gegeven omstandighe
den niet anders dan goedkeuren dat eeni
van de A. R. Wethouders plaats maakte
voör een ander, en nu de fractie naar.,
liet gerucht wil bij loting besloot dat''
de heer Pera moest worden opgeofferd!
is het niet aan mij daarop aanmerking te
maken, maar het zal toch nog moeten!',
blijken of deze verandering inderdaad een!
verbetering is.
De heer Meynen verkeert dunkt me at
in hijzonder ongunstige conditie. Hij is
de opvolger van een man die over meer,
dan gewone capaciteiten beschikte en dia
bij zijn heengaan op zoo treffende wijze'
gehuldigd werd, dat er 'zelfs voor een man'
als den heer Meynen moed toe behoort';
zijn plaats in te nemen. En zijne positie
wordt er niet gemakkelijker op, nu we Ie-
ven in een tijd van teruggang, nu niet!
moer uithouw, maar inkrimping
hei wachtwoord is.
De heer Sanders die de portefeuille van;
den heer Bots voor zijne rekening nam^
heeft het voorrecht dat hij reeds ettelijke
maanden als waarnemend wethouder,1
werkzaam was, zoodat hij zich op bekend1,'
terein bevindt. Ik ben eenigszins benieuwd!^
welke houding de heer Sanders straks
ten opzichte van de <loor liem indertijd^
fel bestreden Zakelijke Bedrijfsbelasting1
zal innemen en op welke wijze hij bij
eventueele afschaffing het daardoor
ontstane niet onbelangrijke tekort zal
dekken. Er behoort dunkt me voor hem
moed toe, om deze belasting te handha
ven, maar er is m.i. niet minder moedj
noodig om in dezen tijd, nu we van nieta
anders hooren dan achteruitgang en ma
laise en gebrek aan inkomsten, de toch al
zoo. zwaar drukkende inkomstenbelasting
te verhoogen.
En wat tenslotte den heer Mulder be
treft, de eenig overgeblevene van het vo
rige college waarin hij echter slechts be
trekkelijk korten tijd zitting had. zijn taak
is al evenmin gemakkelijk, al was het
maar alleen omdat het ingewikkelde en
moeilijk op te losseu vraagstuk van de
volkshuisvesting onder zijn gebied ressor
teert Een voordeel voor hem is hierbij dat
de gemeente over bekwame hoofdambte
naren beschikt, wat vooral bij een tech
nisch departement van veel belang is.
Ik gaf slechts enkele indrukken, amice,
maar ge zult daaruit toch al wel begre
pen hebhen, dat de taak van de nieuwe
wethouders ver van gemakkelijk is.
Veel zal hierbij afhangen van de hou
ding "die de Gemeenteraad tegenover de
wethouders aanneemt.
In den nu afgetreden Raad -heerschte
ondanks de conflicten die zco nu en dan
voorkwamen toch meestal een zekere ge
moedelijke stemming, terwijl bovendien
de rechterzijde over een vrij sterke meer-?
derheid beschikte.
Dit laatste is nu anders geworden. De
rechtsche meerderheid is vrijwel verdwe
nen en dat, terwijl de uiterste linkerzijde,
waartoe ik gezien de verkiezingscam
pagne ook de groep-"W itmans reken 1
niet onbelangrijk versterkt is.
Er is dus alle kans, dat het meer dan.'
vroeger, zal stormen in den Raad cn dat
de wethouders ook meer dan tot nu toe
zullen worden bestookt en gecritiseerd,
zoodat ook meer van hunne krachtsin
spanning zal worden gevergd.
Ik 'hoop van harte, amice, dat zij zullen!
blijken tegen de moeilijkheden opgewas
sen te zijn, dat ze in staat zullen wor
den gestold inderdaad te regeeren 1
wat nog iets anders is dan de zaken, loo-
pende te houden cn dat de prac-tijk zal
leeren, dat we renht hebhen om to spre
ken van een iu meerderheid recht-
s c li e n Raa<* en een. in meerderheid
r e c h t s c h college van B. en W.
yEIUTAS.