Dagblad voor Leiden en
Omstreken.
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per week .....10,19
Franco per post per kwartaal ......f2.90
4de JAARGANG. - DONDERDAG 23 AUGUSTUS
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. I278
1923 - No. 1019
Postrekening 58936
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewcne advertentiè'n per regel 22M een*
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariei
(Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advert&ntiëre bij vooruifcbeta-»
Uug van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
V De Staatsloterij.
De Nederlander vestigt de aandacht op
de vele geruchten die de ronde doen
omtrent door de Regeering te nemen
maatregelen als gevolg van het optreden
van den heer Golijn, welke geruchten het
blad beschouwd wil zien als voortbreng
selen van dezen zeer vruchtbaren kom
kommertijd.
En het voegt daaraan toe de opmerking
dat het weinig aannemelijk is, dat het op
treden van een nieuwen Minister van Fi
nanciën zou medebrengen, doorzetting
van bijzondere plannen, die geheel buiten
het financieele terrein liggen.
Wij kunnen hierover niet oordeelen en
kiezen dus ook geen partij.
Het best zal zijn de komende Troon
rede af to wachten.
Dan zal wel blijken in hoeverre het op
treden van den heer Colijn al dan niet
voor het Kabinet het inslaan van een
nieuwen koers beteekent.
Omtrent één punt maken wij hierbij
echter een uitzondering, n.l. de Staats
loterij.
Dat is een zaak, die zeer speciaal het
departement van Financiën betreft.
En nu werd in de financieele paragraaf
van ons program van actie bij de stem
bus van 1922 o.m. gevraagd: c. Af
schaffing van de Staatslo-
t e r ij.
Deze wënsch scheen eenigszins in te
genspraak met de voorafgaande punten,
waarin op dekking van het tekort, en ver
mindering van den belastingdruk werd
aangedrongen.
Hieromtrent werd in de toelichting van
bet program het volgende opgemerkt:
„Erkend moet worden, dat het derde
punt van de financieele paragraaf wei
nig strookt met het voorafgaande betoog,
maar het geldt hier voor ons een zaak
van principieel karakter, die uit
gaat boven alle geldelijk voordeel, waar
hij tenslotte nog komt, dat de winst uit
het loterijbedrijf in verhouding tot het
totaal van het staatsbudget, een geheel
andere plaats inneemt dan vroeger het
geval was."
De financieele moeilijkheden werden
dus geen beletsel geacht om dezen wensch
te vervullen.
Dit geeft ons aanleiding om te ver
wachten, dat nu eindelijk de afschaffing
van de Staatsloterij in uitzicht zal wor
den gesteld.
De heer Golijn rekent ook in de moei
lijke tijden- die aanstaande zijn, op de
trouw van ons volk.
En naar wij vertrouwen niet te ver
geefs.
Maar omgekeerd rekenen wij ook op
den heer Golijn.
En verwachten daaarom voorstellen tot
spoedige afschaffing van de Staatsloterij.
STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD.
De Raad dezer Gemeente zal a.s. Maan
dag, des nam. te 2 uur vergaderen.
Leeraren H. B. S. en Gymnasium.
In verband met de herziening van de
salarissen 'der Rijksleeraren aan Gymna
sia en H. B. Scholen, die de Gemeenten
op straffe van verlies der subsidie hebben
te volgen stellen B. en W. den Raad voor
een nieuwe salarisregeling te ontwerpen.
B. en W. betreuren het dat in dit op
zicht- aan de Gemeenten niet de minste
vrijheid wordt gelaten maar zij meenen
toch met.het oog op den financieelen toe
stand der Gemeente geen stappen te mo
gen aanraden die het subsidie, dat voor
dé betrokken onderwijsinrichtingen te za-
men pl.m. f76000.bedraagt, in gevaar
zouden kunnen brengen.
„De nieuwe regeling wijkt in menig op
zicht belangrijk af van de bestaande.
Zoo is de in de bestaande regeling
voorkomende verdeeling der leeraren in 3
z.g. salarisgroepen vervallen. De leeraren
worden thans allen per wekelijksche les
bezoldigd.
Om evenwel te veel schommeling in het
salaris tegen te gaan is bepaald dat, in
dien een leeraar aan dezelfde school ge
durende vier achtereenvolgende jaren
hetzelfde getal lesuren heeft gegeven,
zijne jaarwedde zonder zijne toestem
ming niet naar een lagergetal lessen
mag worden berekend.
Heeft een leeraar gedurende vier ach
tereenvolgende jaren een verschillend ge
tal wekelijksche lessen gegeven, dan^mag
zijn salaris, zonder zijne toestemming
niet naar een lager getal lessen worden
berekend, dan hij heeft gegeven in het
jaar, toen zijn getal lessen het kleinst
was.
Een leeraar met volledige bevoegdheid
voor meer dan een vak krijgt, behou
dens de gemaakte uitzonderingen, deswege
2 dienstjaren vergolden en ontvangt bo
vendien eene jaarlijksche toelage van
f 200.—.
Nieuw is ook de bepaling welke in-
houdt, dat aan leeraren die hunne
hoofdbetrekking bij het wettelijk
geregeld onderwijs hebben en wier ge
tal lessen zoo klein is, dat hun totaal-sa
laris bij het wettelijk geregeld onderwijs
zou blijven beneden f 3000.indien zij
geen dienstjaren hebben en beneden
f 3900.—, indien zij 20 of meer dienstja
ren hebben, gedurende een schooljaar
per lesuur f 50.meer wordt toegekend/
dan hun volgens het normale tarief zou
toekomen.
Voor leeraren in de lichamelijke oefe
ning zijn bovengenoemde grenzen vastge
steld resp. op f 3000.en f 3720.
B. en W. vestigen er nog dc aandacht
op, dat de ontwerp-verordening er voor
waakt dat de nieuwe "regeling in al hare
consequenties wordt toegepast op de op 31
Augustus 1923 in dienst- zijnde leeraren.
Haven- en liggelden.
Door B. en W. zijn opnieuw bij den
Raad voorstellén aanhangig gemaakt re-
geiende de heffing van havengeld, lig
geld en bruggeld.
Een amendement van den heer Wil
brink om te bepalen dat de belasting
wordt geheven van vaartuigen en hout
vlotten die van buiten de gemeen
te de openbare gemeentewateren, binnen
de grenzen van het havengebied der ge
meente binnenkomen, wordt door B. en
W. ontraden omdat dit tot ontduiking op
groote schaal aanleiding zou kunnen ge
ven.
Wat het tarief van het b r u g-g e 1 d
betreft, waaromtrent mede door den heer
Wilbrink een voorstel is gedaan, zeggen
B. en W. zich meer te kunnen voegen
naar de wenschen door de K. v. K. ten
deze kenbaar gemaakt.
Voor een verlaging van het haven
geld, mede door de K. v. K. gewenscht
bestaat naar de meening van B. en W.
geen aanleiding.
De Kamer van Koophandel, aldus hét
advies, laat aan haar voorstel tot ver
laging van het havengeld een zeer uitvoe
rig betoog voorafgaan, waaruit o.a. zou
moeten blijken, dat Leiden „te rekenen
is tot de plaatsen, welke zeer zware, zoo
niet de zwaarste lasten op de scheepvaart
leggen", lasten, welke „op de bedrijfsre
sultaten, een ruïneerenden invloed moeten
hebben" en die hun invloed dan ook reeds
dermate hebben doen gevoelen, dat tal van
diensten op Leiden zijn vervallen.
Toen wij in het rapport van de Kamer
van Koophandel lazen, dat door die
exorbitant hooge heffingen niet minder
dau zeven diensten, op Kampen, Deventer
Alkmaar, IJmuiden, Nijmegen, Nieuw-
veen en Gouda waren vervallen, sloeg de
schrik B. en W. om het hart.
Een nader onderzoek toonde evenwel
aan, dat niet zoozeer de Leidsche belas
tingen, doch veeleer andere omstandig
heden de oorzaak van de opheffing van
bedoelde diensten zijn geweest, ea wat
de beweringen van de Kamer van Koop
handel afdoende weerlegt dat zij bijna
alle reeds vóór de- laatste verhooging der
haven- en bruggelden waren vervallen.
Het zou ons te ver voeren dit alles hier
uiteen te zetten; wij mogen daarom ver
wijzen naar het te Uwer inzage liggend
rapport van den wnd. Directeur van den
Markt- en Havendienst. De gegrondheid
van diens opmerking, dat het rapport van
de Kamer van Koophandel niet van. over
drijving is vrij te- pleiten en dat hare
voorlichting althans op dit punt niet ge
heel juist of volledig geweest is, kunnen
wij niet ontkennen. Zoo kan tegenover
de vergelijking, door dé Kamer van
Koophandel o.-a. ten aanzien van het. ha
vengeld gemaakt tusschen Leiden en an
dere gemeenten, eene vergelijking, welke
dan ten nadeele van Leiden uitvalt, ge
steld worden, dat in verschillende andere
plaatsen als bijv. Almelo, Elburg, Oude
Tonge, Waalwijk en Venlo een belangrijk
hooger havengeld dan te dezer stede
wordt geheven.
Het spreekt vanzelf,'dat wij niet zullen
aarzelen, voorstellen tot verlaging van het
havengeld bij Uwe Vergadering aanhan
gig te maken, zoodra ons de noodzake
lijkheid en de mogelijkheid daarvan is
gebleken. Na ampele overweging en on
derzoek meenen wij echter, gelet ook op
het advies van den wnd. Directeur van
den Markt- en Havendienst, dat de tijd
voor verdere verlaging van het haven
geld nog niet is aangebroken. Doch al
ware dit wel het geval, dan nog zouden
wij het door de Kamer van Koophandel
voorgestelde tarief, afgezien van de re
dactie daarvan, niet kunnen aanvaarden,
om de enkele reden, dat het de tarieven
voor stoom- en motorvaartuigen nage
noeg geheel gelijk stelt met die voor zeil-
vaartuigen, iets wat, gezien de meerdere
kosten van instandhouding der walmu-
ren veroorzaakt door eerstgenoemde soort
vaartuigen en het grooter aantal reizen,
dat deze in vergelijking met zeilvaartui-
gen maken, ten eenenmale verwerpelijk is
Evenmin als het havengeld behoort het
liggeld thans te worden verlaagd. De lig
geldbelasting is ook trouwens van geringe
beteekenis; in 1920, 1921 en 1922 bracht
zij slechts op resp. f276.85, f 254-50 en
f 430.70 benevens f 14-37.f 1561.en
f 1591.aan rechten voor vaste lig
plaatsen. De Kamer van Koophandel acht
blijkens hare missive verlaging van deze
belasting dan ook niet zoo urgent, dat zij
daartoe tbans een voorstel meent te moé-
te doen.
Voor hetgeen overigens nog naar aan
leiding van den inhoud van het schrij
ven der Hamer van Koophandel zou kun
nen worden opgemerkt, zij het ons veroor
loofd wederom naar het rapport van den
wnd. Directeur van den Markt- en Haven
dienst te verwijzen. Slechts meenen wij
nog eenge sprekende cijfers naar voren te
moeten brengen.
Aan tractementen van het personeel van
den, zoo zuinig mogelijk ingerichten, ha
vendienst, bestaande uit 3havenrecher
cheurs en 34 brugwachters, moet worden
betaald een bedrag van f 65618.61. Daar
tegenover is in 1922 ontvangen: aan haven
geld f 32709.80, aan bruggeld f 14376.85,
aan liggeld f1591.en f430.70, te za-
men f 49107.35. Het tekort bedraagt mits
dien niet minder ^an f 16511.26. Voegt
men daarbij de kosten van onderhoud
van 26 beweegbare en 109 vaste bruggen,
wallen en andere kunstwerken, dan is het
duidelijk, dat ten behoeve van de scheep
vaart in deze gemeente door de gemeen
schap jaarlijks aanzienlijke financieele
offers worden gebracht. Het is dan waar
lijk billijk, dat zij, die bij de scheepvaart
betrokken zijn en van de vaarwateren ge
bruik maken, in het bijzonder in de bo
venbedoelde kosten bijdragen. Naar onze
meening nu zal de schipperij te dezer
stede na aanneming van onze voorstellen,
vooral nu die nog eenigszins zijn gewij
zigd, niet overmatig zwaar belast zijn.
Boottocht „Voordorp".
Gisteren hebben de kinderen van Voor
dorp de reeds lang in uitzicht gestelde
boottocht naar Amsterdam gemaakt. Om
half acht vertrok het Bestuur met zijn in-
vilé's en verdere deelnemers van de
Haven, om in Leiderdorp de kinderschaar
„in te nemeii". De tocht ging toen over
Molenaarsbrug, WouJ)rugge, - Aalsmeer
naai Amsterdam, waar het gezelschap,
dat'zoo ongeveer uit een 200 personen be
stond om half een ariveerde. -
- De theetuin Schinkelshaven bood den
kinderen een paar uur prettige afleiding,
vooral toen Jan Klaassen op bet tooneel
verscheen! Maar 't hoofddoel was toch
de Artis.
Een paar volle trams brachten Voordorp
onder „bewaking" der dienstvaardige'
padvinders naar de residente van apen,
olifanten, leeuwen enz. Stel u voor, hoe
de kinderen zich amuseerden; 't meest in-
fterësant was wel de voedering van de
leeuwen en de zeeleeuwen. Om half zes
werd weer appèl- gehouden en om zes uur
voer het heele gezelschap weg van
'Schinkelshaven.
Overdag had men goed weer gehad.
Jammer was het, dat men op den terug
tocht werd overvallen door een onweers
bui. Dat was een vervelend moment, maar
toen 't weer droog was, wisten de muzi
kanten van het IVde de stemming er in
te blazen, zoodat allen gezond en vroolijk
om ruim 9 uur naar huis zijn terugge
keerd.
„De Zijl".
Door de Zwemvereeniging „De Zijl" te
Leiden is het dipolma van geoefend zwem
mer uitgereiktaan de volgende deelne
mers: G. M. Wijkmans, J. Robbers, J.
Boorsma, D. Boorsma, H. Boorsma, O. v.
Bockel en F. van <ler Mark.
Ala eisch werd gesteld 120 M". gekleed
zwemmen, waarvan 30 M. rugzwemmen.
Gewicht van de droge kleeding moest pl.
m. 3 K.G. bedragen.
Het Jubileumfeest.
Het blijft merkwaardig stil in de stad.
Zoo stil zelfs, dat wij gisteren opgebeld
werden door iemand die vroeg „wanneer
er in Leiden (het was een stadgenoot) ju
bileumfeest werd gehouden."
Nu zijn er voor deze stilte wel eenige
oorzaken aan te wijzen.
In de eerste- plaats is Leiden langza
merhand ontwend een Oranjefeest te hou
den, door de voortdurende concentratie
van alle feestvreugde op den 3 October-
dag.
Hoewel we gaarne erkennen, dat er in
de herdenking van Leiden's Ontzet een
nationale en oranje-gezindheid naar vo
ren komt, meenen wij toch dat het over
weging had verdiend dit jaar, bij de her
denking van de 25-jarige, gezegende re
geering van onze geliefde Koningin, alle
krachten te concentreeren op één jubi
leumfeest.
Men heeft dit niet gedaan, en thans
staan wij voor het feit, dat de krachten
zijn verdeeld en de eenheid verloren is
gegaan. Niet minder dan 3 festijnen
staan thans op het programma: het eigen
lijke jubileumfeest op 31 Augustus, de
feestavond van de Ghr. Oranje Ver. op 12
September en de jaarlijksch weerkomen-
de Ontzet-herdenking.
Om dan van de drukte die er met de
Lawet zal heerschen nog niet te spre
ken!
Hoe eeschikt had men een en ander
kunnen combineeren en do eenheid van
plaats, tijd en handeling kunnen bewa*
ren.
De opinie van zeker soort menschen dit
tot de platvloersche slotconclusie komear
„Dan hebben we het driemaal" is de onze
niet.
Een vaderlandsche gedenkdag moet
zijn een manifestatie van de eenheid des
volks gesymboliseerd in den band tus*
schen Oranje en Nederland, en een jubi*
leumfeest zonder enthousiasme kan
■men geen feest meer noemen.
Met alle waardeering voor de vele en
omvangrijke werkzaamheden van het co*
mité van voorbereiding van het Jubi
leumfeest, meenen wij toch te moeten,
constateeren, dat van eenig optreden
naar buiten tot nu toe weinig is "be
speurd.
Men heeft gemeend een zekere geheim
zinnigheid aan den dag te moeten leggen
ten opzichte van de plannen, terwijl de
plaatselijke Pers eveneens vrijwel onkun
dig bleef.
Deze allen zijn Tedenen, welke de alge*
meene stilte wel verklaren. Doch nu aan
de feiten zelf niets meer valt te verande
ren, mogen wij hier niet bij stil blijven
staan.
Daarom allereerst op 31 Augustus
de vlag uit, liefst de oude princ-MMst»
oranje-blanche-bleu vaan en bij gebrek
daaraan de thans nog officieele vlag met
de oranje wimpel.
Niet het'schriele gevlag dat we in vo*j
rige jaren wel eens opmerkten, doch een
vlaggenzee!
Wie "-een gelegenheid heeft make een
decoratie van .vlaggedoek. En dan moeten
we ook nog de aandacht schenken aan
versiering en illuminatie.
De stedelijke regeering geeft hét voor
beeld met de illuminatie van twee onzer
mooiste bouwwerken.
Onze stad telt nog genoeg andere ge
veltjes welke zich buitengewoon leenen
voor een decoratie van groen en liebt.
Men neme een voorbeeld aan de 2e
Groenesteeg.
We vernemen dat zich uit de bewoners
van dit stadsgedeelte eene Commissie
heeft gevormd, die zich ten doel stelde
verschillende Kinderspelen te organisme-
ren. en voor een uitermate gepaste versie
ring te zorgen. Deze Commissie, die zich
Teeds van den aanvang af overtuigd kou
houden van de medewerking van alle be
woners, staat onder leiding van den heer
Arie van Duuren, terwijl het secretariaat
wordt waargenomen door den heer
Brandt en de heer Zwanenburg optreedt
als penningmeester. De heer v. d. Biey
fungeert als commissaris en is tevens
ontwerper der versiering. De thans reeds
getroffen voorbereidende. maatr?gelen
zijn van dien aard, dat, naar hetzich
laat aanzien, de 2e Groenesteeg een
schitterend deel .van de Leidsche feestver
siering zal uitmaken.
Waar Groenesteeg voorgaat zullen toch
zeker Breestraat, Rapenburg, Haarlem
merstraat enz. wel volgen.
Men taste eens rin z'n beurs en bedek-
ke de zegeningen welke wij genieten bo
ven onze buitenlandsche natuur- en tïjd-
genooten zegeningen welke wij zeer
zeker ook danken aan de zorgzame re
geering van H. M. Koningin Wil hel mi na.
Indien men eensgezind d&zo maatrege
len nam, en daarbij een hart en een aan
gezicht vol feestvreugde toonde, -was het
succes van het jubileumfeest reeds verze
kerd.
Doch er is meer!
Er wordt wel degelijk feest gevierd in.
den. zin zooals men dit gewoonlijk ver
staat.
Te 7 uur 's morgens reeds wordt door
drie muziekcorpsen de revcjuc geblazen.
Vervolgens vangen, te 10 uur in enkele
kerken de herdeiikingsgodsdienstoefcningen
aan. Te 10* uur trekt een optocht van
kinderen uit Hccrcnsteeg en omgeving
FEUILLETON
Den Vaderland ghetrouwe.
25)
Een vertelling uit den
Franschen tijd.
De luitenant lachte hem in zijn gezicht
uit. „Schaapskop," hoonde hij, „jij dacht
ons te gebruiken en nou gebruiken wij
jou. En nou gauw met 't eten. Wij weten
drommels goed, hoe we met een verrader
hebben om te gaan."
Jan Bartels bracht alles aan, wat bij
maar vinden kon, doch 't was nooit toe
reikend en 't was nooit goed genoeg. De
manschappen bleven niet bij den haard
Op den estrik, doch kwamen de mooie
kamer binnen, waar zij 't zich gemakke
lijk maakten. De buikige brandewijn-
iflesch ging ijverig van hand tot hand, en
toen besloten ze den boer te helpen zoe
ken. Ze wierpen met groote brooden, die
izoo pas uit den oven gekomen waren,
naar de metworsten en gilden 't uit van
pret, toen de stangen met worst en. bam
naar beneden vielen. Ze sloegen de pot
ten met gesmolten reuzel stuk, besmeer
den de ramen er mee, en keerden de bo-
ierpot op tafel onderste boven. En al ras
hadden «e aan de brandewijnflesch alleen
niet meer genoeg; het heele vat moest er
aan gelooven; den kraan sloot men mees
tentijds niet; de vloer dreef van den
drank. Een der manschappen wierp de
meelkist om; een ander sneed dezakken
haver open, die Jan Bartels had klaar
gemaakt om ze te verkoopen; uit de bed
stede langs den wand sleurden ze bed en
kussens van den boer, en wierpen die el
kaar toe en vingen ze met de bajonet op.
„Des poules!" riep een van hen, en
strompelen,'' stond hi; cp om te trachten
kippen te vangen; anderen volgden: ein
delijk tierde de heele troep achter de ka
kelende vluchtelingen aan; en ze gierden
het uit, toen een den staart van den haan
in zijn handen hield, terwijl de haan zelf
op den til vloog, en ze hielden pas op met
de jacht, toen een van hen zich bij een
val ernstig bezeerd had.
Daar hoorden ze watuit 't voor
schuurtje kwam een knorrend, grommend
geluid. „Bes cochons!" „Varkens!" Dat
zou me een jool worden op varkens te
jagen. Henk, de bouwknecht, en Klaas,
de tweede knecht, werden gewoon afge
ranseld, toen ze ?ich te weer stelden, en
de bende stiet de grendels van het kot
open; de dieren liepen de weiboebt in, en
joelend sprongen de Franschen er tus
schen rondhet was een helsch spek
takel.
Plotseling evenwel klonk te midden van
't lawaai een onbehaaglijk gemor. Iemand
had de grendels weggeschoven van 't kot
van het oude everzwijn, welks toorn door
het geschreeuw der keuen reeds gewekt
was geworden; hij kwam zijn hok uit,
sloeg, met zijn geweldige slagtanden toe,
reet een der Franschen het onderbeen
open, beet een tweeden in do hand, en in
een oogenblik had hij de heele bende op
de vlucht gejaagd.
Een der gewonden stond achter de heg
en legde zijn geweer aan óp 't dier, maar
eer hij den tijd had gehad den haan over
te halen, voelde hij een vuist in zijn nek,
en werd hij ruw voorover geworpen, zoo
dat hij over de heb heen vieL Anne-Kee
stond achter hem.
„Bete!" zoi hij.
„Ja, gebeten zal hij wel hebben dat
kan-ie, en 't schaadt jullie niks maar
schieten zul-je hier niethier beb ik
wat te zeggen." Ze rapte het geweer op,
zette 't rustig in een hoek en steunde de
armen in de zij. „En nou d'r uit, jij,
gauw, d'r uit!"
„Garde-toi de la vieille!" werd hem toe
geroepen en opnieuw begon het dron
ken mansgelach en getier.
Morrend zochten de beide mishandelde
knechts" intusschen den boer op.
„Had de baas ons niet kunnen komen
helpen?" vroeg Henk.
„Wat heb-je je ook te bemoeien met
zaken, die je nipt aangaanDat heb-je
nou van je kribbelkop."
„Liever een kribbelkop dan een sufkop!
't Zijn toch jouw varkens," merkten ze
verstoord en driftig op.
Jan Bartels zag ze, zoo smerig en ge
havend als ze waren van 't door mest en
modder voortgesleurd worden, voor zich
staan, en voegde hun hoonend toe: „Mijn
varkens? Nou dat mag jullie voor mijn
part ook wezen."
„Dat neem-je terug," bulderde Henk
hem toe, de vuist ballend.
„Ik zou niet weten waarom 'Jullio
kwamen als kleine varkens bij me, en nou
bennen jullie groote varkens."
„Is het waar?" riep Klaas woedend,
„dat de baas de Brunswijkers én den
schoner verraden heeft?"
„Wie heeft dat gezegd?" stoof hij op.
„De schepersvrouw heeft 't gezegd,"
kwam Honk driftig, „en 't zal wel waar
wezen opk, en ik wil den baas maar^met-
een zeggen, dat we bij zoo'n verrader
geen dag langer in dienst blijven."
„Ho, ho," zei do boer, „dat gaat zoo
maar nietje moet zes Weken vooruit
opzeggen."
„Tegen iemand, die zijn broer verra
den kan, hoef-je je woord niet te hou
den." Beiden gingen heen, pakten hun
boeltje bij elkaar, en verlieten haastig
het erf. Ze waren trouwens al lang van
plan geweest met Pasclien weg te gaan.
Anne-Kee, aan wie ze hun besluit had
den meegedeeld, kwam nu naar den boer
toe: „Ik wou den baas even vertellen, dat
ik do huur. kom opzeggen."
„Op staanden voet daii maar er uit
ook," luidde kort het antwoord, „voor
mijn part ga je naar 't armhuis of de go-
vangenis."
„Nee, dadelijk gaan doe ik niet... ik
moet eerst voor 't kind zorgen en dan
is 't vee er ook nogdat zal hebben,
wat 'r toekomt. Niet om den baas, nee,
maar óm hot kind, want Geesjo heeft
vee voor een deel helpen opfokken, en
dagelijks heeft zij er naar gekeken, en
darom blijf ik en ga ik, net zooals ik dat
wil."
Hij wist, dat hij met Anne-Kee nog
niet klaar was, als ze zoo legen hem
sprak; *t warrelde hem door 't hoofd van
alles, wat zoo'vlak na elkaar op hem aan*
stormde. Alleen dit eene schemerde door
den nevel als inet een bloedrooden schijn
hem voor den geest: de scheper was de.
overwinnaar, en toch zou die in 't stof
Icruipon... Wis er nog niet ergens een
plekje, waar hij hem treffen kon?
4
(Wordt vervolgd)', i