Dagblad voor Leiden en Omstreken. ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Per week .....10,19 Franco per post per kwartaal ......f2.90 4de JAARGANG. - DONDERDAG 23 AUGUSTUS BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. I278 1923 - No. 1019 Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS Gewcne advertentiè'n per regel 22M een* Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariei (Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advert&ntiëre bij vooruifcbeta-» Uug van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. V De Staatsloterij. De Nederlander vestigt de aandacht op de vele geruchten die de ronde doen omtrent door de Regeering te nemen maatregelen als gevolg van het optreden van den heer Golijn, welke geruchten het blad beschouwd wil zien als voortbreng selen van dezen zeer vruchtbaren kom kommertijd. En het voegt daaraan toe de opmerking dat het weinig aannemelijk is, dat het op treden van een nieuwen Minister van Fi nanciën zou medebrengen, doorzetting van bijzondere plannen, die geheel buiten het financieele terrein liggen. Wij kunnen hierover niet oordeelen en kiezen dus ook geen partij. Het best zal zijn de komende Troon rede af to wachten. Dan zal wel blijken in hoeverre het op treden van den heer Colijn al dan niet voor het Kabinet het inslaan van een nieuwen koers beteekent. Omtrent één punt maken wij hierbij echter een uitzondering, n.l. de Staats loterij. Dat is een zaak, die zeer speciaal het departement van Financiën betreft. En nu werd in de financieele paragraaf van ons program van actie bij de stem bus van 1922 o.m. gevraagd: c. Af schaffing van de Staatslo- t e r ij. Deze wënsch scheen eenigszins in te genspraak met de voorafgaande punten, waarin op dekking van het tekort, en ver mindering van den belastingdruk werd aangedrongen. Hieromtrent werd in de toelichting van bet program het volgende opgemerkt: „Erkend moet worden, dat het derde punt van de financieele paragraaf wei nig strookt met het voorafgaande betoog, maar het geldt hier voor ons een zaak van principieel karakter, die uit gaat boven alle geldelijk voordeel, waar hij tenslotte nog komt, dat de winst uit het loterijbedrijf in verhouding tot het totaal van het staatsbudget, een geheel andere plaats inneemt dan vroeger het geval was." De financieele moeilijkheden werden dus geen beletsel geacht om dezen wensch te vervullen. Dit geeft ons aanleiding om te ver wachten, dat nu eindelijk de afschaffing van de Staatsloterij in uitzicht zal wor den gesteld. De heer Golijn rekent ook in de moei lijke tijden- die aanstaande zijn, op de trouw van ons volk. En naar wij vertrouwen niet te ver geefs. Maar omgekeerd rekenen wij ook op den heer Golijn. En verwachten daaarom voorstellen tot spoedige afschaffing van de Staatsloterij. STADSNIEUWS GEMEENTERAAD. De Raad dezer Gemeente zal a.s. Maan dag, des nam. te 2 uur vergaderen. Leeraren H. B. S. en Gymnasium. In verband met de herziening van de salarissen 'der Rijksleeraren aan Gymna sia en H. B. Scholen, die de Gemeenten op straffe van verlies der subsidie hebben te volgen stellen B. en W. den Raad voor een nieuwe salarisregeling te ontwerpen. B. en W. betreuren het dat in dit op zicht- aan de Gemeenten niet de minste vrijheid wordt gelaten maar zij meenen toch met.het oog op den financieelen toe stand der Gemeente geen stappen te mo gen aanraden die het subsidie, dat voor dé betrokken onderwijsinrichtingen te za- men pl.m. f76000.bedraagt, in gevaar zouden kunnen brengen. „De nieuwe regeling wijkt in menig op zicht belangrijk af van de bestaande. Zoo is de in de bestaande regeling voorkomende verdeeling der leeraren in 3 z.g. salarisgroepen vervallen. De leeraren worden thans allen per wekelijksche les bezoldigd. Om evenwel te veel schommeling in het salaris tegen te gaan is bepaald dat, in dien een leeraar aan dezelfde school ge durende vier achtereenvolgende jaren hetzelfde getal lesuren heeft gegeven, zijne jaarwedde zonder zijne toestem ming niet naar een lagergetal lessen mag worden berekend. Heeft een leeraar gedurende vier ach tereenvolgende jaren een verschillend ge tal wekelijksche lessen gegeven, dan^mag zijn salaris, zonder zijne toestemming niet naar een lager getal lessen worden berekend, dan hij heeft gegeven in het jaar, toen zijn getal lessen het kleinst was. Een leeraar met volledige bevoegdheid voor meer dan een vak krijgt, behou dens de gemaakte uitzonderingen, deswege 2 dienstjaren vergolden en ontvangt bo vendien eene jaarlijksche toelage van f 200.—. Nieuw is ook de bepaling welke in- houdt, dat aan leeraren die hunne hoofdbetrekking bij het wettelijk geregeld onderwijs hebben en wier ge tal lessen zoo klein is, dat hun totaal-sa laris bij het wettelijk geregeld onderwijs zou blijven beneden f 3000.indien zij geen dienstjaren hebben en beneden f 3900.—, indien zij 20 of meer dienstja ren hebben, gedurende een schooljaar per lesuur f 50.meer wordt toegekend/ dan hun volgens het normale tarief zou toekomen. Voor leeraren in de lichamelijke oefe ning zijn bovengenoemde grenzen vastge steld resp. op f 3000.en f 3720. B. en W. vestigen er nog dc aandacht op, dat de ontwerp-verordening er voor waakt dat de nieuwe "regeling in al hare consequenties wordt toegepast op de op 31 Augustus 1923 in dienst- zijnde leeraren. Haven- en liggelden. Door B. en W. zijn opnieuw bij den Raad voorstellén aanhangig gemaakt re- geiende de heffing van havengeld, lig geld en bruggeld. Een amendement van den heer Wil brink om te bepalen dat de belasting wordt geheven van vaartuigen en hout vlotten die van buiten de gemeen te de openbare gemeentewateren, binnen de grenzen van het havengebied der ge meente binnenkomen, wordt door B. en W. ontraden omdat dit tot ontduiking op groote schaal aanleiding zou kunnen ge ven. Wat het tarief van het b r u g-g e 1 d betreft, waaromtrent mede door den heer Wilbrink een voorstel is gedaan, zeggen B. en W. zich meer te kunnen voegen naar de wenschen door de K. v. K. ten deze kenbaar gemaakt. Voor een verlaging van het haven geld, mede door de K. v. K. gewenscht bestaat naar de meening van B. en W. geen aanleiding. De Kamer van Koophandel, aldus hét advies, laat aan haar voorstel tot ver laging van het havengeld een zeer uitvoe rig betoog voorafgaan, waaruit o.a. zou moeten blijken, dat Leiden „te rekenen is tot de plaatsen, welke zeer zware, zoo niet de zwaarste lasten op de scheepvaart leggen", lasten, welke „op de bedrijfsre sultaten, een ruïneerenden invloed moeten hebben" en die hun invloed dan ook reeds dermate hebben doen gevoelen, dat tal van diensten op Leiden zijn vervallen. Toen wij in het rapport van de Kamer van Koophandel lazen, dat door die exorbitant hooge heffingen niet minder dau zeven diensten, op Kampen, Deventer Alkmaar, IJmuiden, Nijmegen, Nieuw- veen en Gouda waren vervallen, sloeg de schrik B. en W. om het hart. Een nader onderzoek toonde evenwel aan, dat niet zoozeer de Leidsche belas tingen, doch veeleer andere omstandig heden de oorzaak van de opheffing van bedoelde diensten zijn geweest, ea wat de beweringen van de Kamer van Koop handel afdoende weerlegt dat zij bijna alle reeds vóór de- laatste verhooging der haven- en bruggelden waren vervallen. Het zou ons te ver voeren dit alles hier uiteen te zetten; wij mogen daarom ver wijzen naar het te Uwer inzage liggend rapport van den wnd. Directeur van den Markt- en Havendienst. De gegrondheid van diens opmerking, dat het rapport van de Kamer van Koophandel niet van. over drijving is vrij te- pleiten en dat hare voorlichting althans op dit punt niet ge heel juist of volledig geweest is, kunnen wij niet ontkennen. Zoo kan tegenover de vergelijking, door dé Kamer van Koophandel o.-a. ten aanzien van het. ha vengeld gemaakt tusschen Leiden en an dere gemeenten, eene vergelijking, welke dan ten nadeele van Leiden uitvalt, ge steld worden, dat in verschillende andere plaatsen als bijv. Almelo, Elburg, Oude Tonge, Waalwijk en Venlo een belangrijk hooger havengeld dan te dezer stede wordt geheven. Het spreekt vanzelf,'dat wij niet zullen aarzelen, voorstellen tot verlaging van het havengeld bij Uwe Vergadering aanhan gig te maken, zoodra ons de noodzake lijkheid en de mogelijkheid daarvan is gebleken. Na ampele overweging en on derzoek meenen wij echter, gelet ook op het advies van den wnd. Directeur van den Markt- en Havendienst, dat de tijd voor verdere verlaging van het haven geld nog niet is aangebroken. Doch al ware dit wel het geval, dan nog zouden wij het door de Kamer van Koophandel voorgestelde tarief, afgezien van de re dactie daarvan, niet kunnen aanvaarden, om de enkele reden, dat het de tarieven voor stoom- en motorvaartuigen nage noeg geheel gelijk stelt met die voor zeil- vaartuigen, iets wat, gezien de meerdere kosten van instandhouding der walmu- ren veroorzaakt door eerstgenoemde soort vaartuigen en het grooter aantal reizen, dat deze in vergelijking met zeilvaartui- gen maken, ten eenenmale verwerpelijk is Evenmin als het havengeld behoort het liggeld thans te worden verlaagd. De lig geldbelasting is ook trouwens van geringe beteekenis; in 1920, 1921 en 1922 bracht zij slechts op resp. f276.85, f 254-50 en f 430.70 benevens f 14-37.f 1561.en f 1591.aan rechten voor vaste lig plaatsen. De Kamer van Koophandel acht blijkens hare missive verlaging van deze belasting dan ook niet zoo urgent, dat zij daartoe tbans een voorstel meent te moé- te doen. Voor hetgeen overigens nog naar aan leiding van den inhoud van het schrij ven der Hamer van Koophandel zou kun nen worden opgemerkt, zij het ons veroor loofd wederom naar het rapport van den wnd. Directeur van den Markt- en Haven dienst te verwijzen. Slechts meenen wij nog eenge sprekende cijfers naar voren te moeten brengen. Aan tractementen van het personeel van den, zoo zuinig mogelijk ingerichten, ha vendienst, bestaande uit 3havenrecher cheurs en 34 brugwachters, moet worden betaald een bedrag van f 65618.61. Daar tegenover is in 1922 ontvangen: aan haven geld f 32709.80, aan bruggeld f 14376.85, aan liggeld f1591.en f430.70, te za- men f 49107.35. Het tekort bedraagt mits dien niet minder ^an f 16511.26. Voegt men daarbij de kosten van onderhoud van 26 beweegbare en 109 vaste bruggen, wallen en andere kunstwerken, dan is het duidelijk, dat ten behoeve van de scheep vaart in deze gemeente door de gemeen schap jaarlijks aanzienlijke financieele offers worden gebracht. Het is dan waar lijk billijk, dat zij, die bij de scheepvaart betrokken zijn en van de vaarwateren ge bruik maken, in het bijzonder in de bo venbedoelde kosten bijdragen. Naar onze meening nu zal de schipperij te dezer stede na aanneming van onze voorstellen, vooral nu die nog eenigszins zijn gewij zigd, niet overmatig zwaar belast zijn. Boottocht „Voordorp". Gisteren hebben de kinderen van Voor dorp de reeds lang in uitzicht gestelde boottocht naar Amsterdam gemaakt. Om half acht vertrok het Bestuur met zijn in- vilé's en verdere deelnemers van de Haven, om in Leiderdorp de kinderschaar „in te nemeii". De tocht ging toen over Molenaarsbrug, WouJ)rugge, - Aalsmeer naai Amsterdam, waar het gezelschap, dat'zoo ongeveer uit een 200 personen be stond om half een ariveerde. - - De theetuin Schinkelshaven bood den kinderen een paar uur prettige afleiding, vooral toen Jan Klaassen op bet tooneel verscheen! Maar 't hoofddoel was toch de Artis. Een paar volle trams brachten Voordorp onder „bewaking" der dienstvaardige' padvinders naar de residente van apen, olifanten, leeuwen enz. Stel u voor, hoe de kinderen zich amuseerden; 't meest in- fterësant was wel de voedering van de leeuwen en de zeeleeuwen. Om half zes werd weer appèl- gehouden en om zes uur voer het heele gezelschap weg van 'Schinkelshaven. Overdag had men goed weer gehad. Jammer was het, dat men op den terug tocht werd overvallen door een onweers bui. Dat was een vervelend moment, maar toen 't weer droog was, wisten de muzi kanten van het IVde de stemming er in te blazen, zoodat allen gezond en vroolijk om ruim 9 uur naar huis zijn terugge keerd. „De Zijl". Door de Zwemvereeniging „De Zijl" te Leiden is het dipolma van geoefend zwem mer uitgereiktaan de volgende deelne mers: G. M. Wijkmans, J. Robbers, J. Boorsma, D. Boorsma, H. Boorsma, O. v. Bockel en F. van <ler Mark. Ala eisch werd gesteld 120 M". gekleed zwemmen, waarvan 30 M. rugzwemmen. Gewicht van de droge kleeding moest pl. m. 3 K.G. bedragen. Het Jubileumfeest. Het blijft merkwaardig stil in de stad. Zoo stil zelfs, dat wij gisteren opgebeld werden door iemand die vroeg „wanneer er in Leiden (het was een stadgenoot) ju bileumfeest werd gehouden." Nu zijn er voor deze stilte wel eenige oorzaken aan te wijzen. In de eerste- plaats is Leiden langza merhand ontwend een Oranjefeest te hou den, door de voortdurende concentratie van alle feestvreugde op den 3 October- dag. Hoewel we gaarne erkennen, dat er in de herdenking van Leiden's Ontzet een nationale en oranje-gezindheid naar vo ren komt, meenen wij toch dat het over weging had verdiend dit jaar, bij de her denking van de 25-jarige, gezegende re geering van onze geliefde Koningin, alle krachten te concentreeren op één jubi leumfeest. Men heeft dit niet gedaan, en thans staan wij voor het feit, dat de krachten zijn verdeeld en de eenheid verloren is gegaan. Niet minder dan 3 festijnen staan thans op het programma: het eigen lijke jubileumfeest op 31 Augustus, de feestavond van de Ghr. Oranje Ver. op 12 September en de jaarlijksch weerkomen- de Ontzet-herdenking. Om dan van de drukte die er met de Lawet zal heerschen nog niet te spre ken! Hoe eeschikt had men een en ander kunnen combineeren en do eenheid van plaats, tijd en handeling kunnen bewa* ren. De opinie van zeker soort menschen dit tot de platvloersche slotconclusie komear „Dan hebben we het driemaal" is de onze niet. Een vaderlandsche gedenkdag moet zijn een manifestatie van de eenheid des volks gesymboliseerd in den band tus* schen Oranje en Nederland, en een jubi* leumfeest zonder enthousiasme kan ■men geen feest meer noemen. Met alle waardeering voor de vele en omvangrijke werkzaamheden van het co* mité van voorbereiding van het Jubi leumfeest, meenen wij toch te moeten, constateeren, dat van eenig optreden naar buiten tot nu toe weinig is "be speurd. Men heeft gemeend een zekere geheim zinnigheid aan den dag te moeten leggen ten opzichte van de plannen, terwijl de plaatselijke Pers eveneens vrijwel onkun dig bleef. Deze allen zijn Tedenen, welke de alge* meene stilte wel verklaren. Doch nu aan de feiten zelf niets meer valt te verande ren, mogen wij hier niet bij stil blijven staan. Daarom allereerst op 31 Augustus de vlag uit, liefst de oude princ-MMst» oranje-blanche-bleu vaan en bij gebrek daaraan de thans nog officieele vlag met de oranje wimpel. Niet het'schriele gevlag dat we in vo*j rige jaren wel eens opmerkten, doch een vlaggenzee! Wie "-een gelegenheid heeft make een decoratie van .vlaggedoek. En dan moeten we ook nog de aandacht schenken aan versiering en illuminatie. De stedelijke regeering geeft hét voor beeld met de illuminatie van twee onzer mooiste bouwwerken. Onze stad telt nog genoeg andere ge veltjes welke zich buitengewoon leenen voor een decoratie van groen en liebt. Men neme een voorbeeld aan de 2e Groenesteeg. We vernemen dat zich uit de bewoners van dit stadsgedeelte eene Commissie heeft gevormd, die zich ten doel stelde verschillende Kinderspelen te organisme- ren. en voor een uitermate gepaste versie ring te zorgen. Deze Commissie, die zich Teeds van den aanvang af overtuigd kou houden van de medewerking van alle be woners, staat onder leiding van den heer Arie van Duuren, terwijl het secretariaat wordt waargenomen door den heer Brandt en de heer Zwanenburg optreedt als penningmeester. De heer v. d. Biey fungeert als commissaris en is tevens ontwerper der versiering. De thans reeds getroffen voorbereidende. maatr?gelen zijn van dien aard, dat, naar hetzich laat aanzien, de 2e Groenesteeg een schitterend deel .van de Leidsche feestver siering zal uitmaken. Waar Groenesteeg voorgaat zullen toch zeker Breestraat, Rapenburg, Haarlem merstraat enz. wel volgen. Men taste eens rin z'n beurs en bedek- ke de zegeningen welke wij genieten bo ven onze buitenlandsche natuur- en tïjd- genooten zegeningen welke wij zeer zeker ook danken aan de zorgzame re geering van H. M. Koningin Wil hel mi na. Indien men eensgezind d&zo maatrege len nam, en daarbij een hart en een aan gezicht vol feestvreugde toonde, -was het succes van het jubileumfeest reeds verze kerd. Doch er is meer! Er wordt wel degelijk feest gevierd in. den. zin zooals men dit gewoonlijk ver staat. Te 7 uur 's morgens reeds wordt door drie muziekcorpsen de revcjuc geblazen. Vervolgens vangen, te 10 uur in enkele kerken de herdeiikingsgodsdienstoefcningen aan. Te 10* uur trekt een optocht van kinderen uit Hccrcnsteeg en omgeving FEUILLETON Den Vaderland ghetrouwe. 25) Een vertelling uit den Franschen tijd. De luitenant lachte hem in zijn gezicht uit. „Schaapskop," hoonde hij, „jij dacht ons te gebruiken en nou gebruiken wij jou. En nou gauw met 't eten. Wij weten drommels goed, hoe we met een verrader hebben om te gaan." Jan Bartels bracht alles aan, wat bij maar vinden kon, doch 't was nooit toe reikend en 't was nooit goed genoeg. De manschappen bleven niet bij den haard Op den estrik, doch kwamen de mooie kamer binnen, waar zij 't zich gemakke lijk maakten. De buikige brandewijn- iflesch ging ijverig van hand tot hand, en toen besloten ze den boer te helpen zoe ken. Ze wierpen met groote brooden, die izoo pas uit den oven gekomen waren, naar de metworsten en gilden 't uit van pret, toen de stangen met worst en. bam naar beneden vielen. Ze sloegen de pot ten met gesmolten reuzel stuk, besmeer den de ramen er mee, en keerden de bo- ierpot op tafel onderste boven. En al ras hadden «e aan de brandewijnflesch alleen niet meer genoeg; het heele vat moest er aan gelooven; den kraan sloot men mees tentijds niet; de vloer dreef van den drank. Een der manschappen wierp de meelkist om; een ander sneed dezakken haver open, die Jan Bartels had klaar gemaakt om ze te verkoopen; uit de bed stede langs den wand sleurden ze bed en kussens van den boer, en wierpen die el kaar toe en vingen ze met de bajonet op. „Des poules!" riep een van hen, en strompelen,'' stond hi; cp om te trachten kippen te vangen; anderen volgden: ein delijk tierde de heele troep achter de ka kelende vluchtelingen aan; en ze gierden het uit, toen een den staart van den haan in zijn handen hield, terwijl de haan zelf op den til vloog, en ze hielden pas op met de jacht, toen een van hen zich bij een val ernstig bezeerd had. Daar hoorden ze watuit 't voor schuurtje kwam een knorrend, grommend geluid. „Bes cochons!" „Varkens!" Dat zou me een jool worden op varkens te jagen. Henk, de bouwknecht, en Klaas, de tweede knecht, werden gewoon afge ranseld, toen ze ?ich te weer stelden, en de bende stiet de grendels van het kot open; de dieren liepen de weiboebt in, en joelend sprongen de Franschen er tus schen rondhet was een helsch spek takel. Plotseling evenwel klonk te midden van 't lawaai een onbehaaglijk gemor. Iemand had de grendels weggeschoven van 't kot van het oude everzwijn, welks toorn door het geschreeuw der keuen reeds gewekt was geworden; hij kwam zijn hok uit, sloeg, met zijn geweldige slagtanden toe, reet een der Franschen het onderbeen open, beet een tweeden in do hand, en in een oogenblik had hij de heele bende op de vlucht gejaagd. Een der gewonden stond achter de heg en legde zijn geweer aan óp 't dier, maar eer hij den tijd had gehad den haan over te halen, voelde hij een vuist in zijn nek, en werd hij ruw voorover geworpen, zoo dat hij over de heb heen vieL Anne-Kee stond achter hem. „Bete!" zoi hij. „Ja, gebeten zal hij wel hebben dat kan-ie, en 't schaadt jullie niks maar schieten zul-je hier niethier beb ik wat te zeggen." Ze rapte het geweer op, zette 't rustig in een hoek en steunde de armen in de zij. „En nou d'r uit, jij, gauw, d'r uit!" „Garde-toi de la vieille!" werd hem toe geroepen en opnieuw begon het dron ken mansgelach en getier. Morrend zochten de beide mishandelde knechts" intusschen den boer op. „Had de baas ons niet kunnen komen helpen?" vroeg Henk. „Wat heb-je je ook te bemoeien met zaken, die je nipt aangaanDat heb-je nou van je kribbelkop." „Liever een kribbelkop dan een sufkop! 't Zijn toch jouw varkens," merkten ze verstoord en driftig op. Jan Bartels zag ze, zoo smerig en ge havend als ze waren van 't door mest en modder voortgesleurd worden, voor zich staan, en voegde hun hoonend toe: „Mijn varkens? Nou dat mag jullie voor mijn part ook wezen." „Dat neem-je terug," bulderde Henk hem toe, de vuist ballend. „Ik zou niet weten waarom 'Jullio kwamen als kleine varkens bij me, en nou bennen jullie groote varkens." „Is het waar?" riep Klaas woedend, „dat de baas de Brunswijkers én den schoner verraden heeft?" „Wie heeft dat gezegd?" stoof hij op. „De schepersvrouw heeft 't gezegd," kwam Honk driftig, „en 't zal wel waar wezen opk, en ik wil den baas maar^met- een zeggen, dat we bij zoo'n verrader geen dag langer in dienst blijven." „Ho, ho," zei do boer, „dat gaat zoo maar nietje moet zes Weken vooruit opzeggen." „Tegen iemand, die zijn broer verra den kan, hoef-je je woord niet te hou den." Beiden gingen heen, pakten hun boeltje bij elkaar, en verlieten haastig het erf. Ze waren trouwens al lang van plan geweest met Pasclien weg te gaan. Anne-Kee, aan wie ze hun besluit had den meegedeeld, kwam nu naar den boer toe: „Ik wou den baas even vertellen, dat ik do huur. kom opzeggen." „Op staanden voet daii maar er uit ook," luidde kort het antwoord, „voor mijn part ga je naar 't armhuis of de go- vangenis." „Nee, dadelijk gaan doe ik niet... ik moet eerst voor 't kind zorgen en dan is 't vee er ook nogdat zal hebben, wat 'r toekomt. Niet om den baas, nee, maar óm hot kind, want Geesjo heeft vee voor een deel helpen opfokken, en dagelijks heeft zij er naar gekeken, en darom blijf ik en ga ik, net zooals ik dat wil." Hij wist, dat hij met Anne-Kee nog niet klaar was, als ze zoo legen hem sprak; *t warrelde hem door 't hoofd van alles, wat zoo'vlak na elkaar op hem aan* stormde. Alleen dit eene schemerde door den nevel als inet een bloedrooden schijn hem voor den geest: de scheper was de. overwinnaar, en toch zou die in 't stof Icruipon... Wis er nog niet ergens een plekje, waar hij hem treffen kon? 4 (Wordt vervolgd)', i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1