WÏÏSE5RÖ?* Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT In Leiden en buiten Leiden waar "agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 per week f 0.19 franco per post per kwartaal .f2.90 4de JAARGANG. DINSDAG 14 AUGUSTUS 1923 No. 1011 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ADVERTENTIE-PRIJS f Gewone advertentiën per regel 22K cent, f'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief» i J3ij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. Het Raadspresidium. In het ontwerp tot wijziging van de Ge meentewet waaraan wij binnenkort meer breedvoerig aandacht hopen te schenken, "yordt -ook de positie van de burgemees ters mét name in de grootere gemeenten ier sprake gebracht. De Regeering erkent dat deze burge rmeesters, vooral ook omdat zij als „Rijks orgaan" hunne medewerking hebben te Terleenen aan de uitvoering van bepaalde wetten en maatregelen van bestuur, in derdaad met werkzaamheden overladen <ijn. Op wegneming van deze oorzaak der verzwaring van 's burgemeesters ambts werk is dan ook deze wetswijziging mede gericht. De hoog noodige verlichting wil de Mi nister zien aangebracht door den burge meester het recht toe te kennen, de van hem gevorderde medewerking te delegee- 'ren op door hem aan te wijzen gemeente ambtenaren. „Krijgt aldus de toelichting de burgemeester deze bevoegdheid, zoodat hij in staat wordt gesteld bepaalde onder- deelen van de door de hoogere regeling van hem gevergde medewerking, van wel ke hij meent dat zij niet noodwendig .zijne persoonlijke bemoeiing vereischen, op ambtenaren af te wentelen, dan zal Zijn taak als OTgaan van zelfbestuur aan merkelijk worden' vergemakkelijkt en zal hij meer tijd beschikbaar krijgen voor jzijne op de huishouding der gemeente betrekking hebbende bemoeiingen." Bovendien geeft het ontwerp aan den burgemeester de bevoegdheid ook het teekenen van stukken, waarvoor hij in de groptste gemeenten den ganschen dag gereed moet staan, terwijl het aantal dier stukken leg;a is, onder zekere beperkin gen en onder eigen verantwoordelijkheid op te dragen aan ambtenaren. In sommige bladen wordt het betreurd dat niet het voorstel van de Staatscom missie, is gevolgd, die de gemeenten bo ven de 40.000 zielen den burgemeester de 'gelegenheid -wilde geven'zich te ontslaan van de taak om den Raad te presideeren. Dit zou ongetwijfeld de taak van den burgemeester belangrijk hebben verlicht. Do raadsvergaderingen vergen een steeds grooter deel van den burgeme'es-, terlijken tijd. In de memorie van toelichting op liet ontwerp "wordt daaromtrent terecht -opge merkt: „Met de lengte der raadsvergaderingen Is -ook haar aantal ongemeen toegenomen. Een vergelijking van het getal van zes vergaderingen, dat de gemeentewet, be ducht dat de raad niet vaak genoeg zou worden bijeengeroepen, noodig oordeelde als minimum voor 'n jaar voor te schrij ven, met het aantal vergaderingen dat thans in de aanzienlijke gemeenten jaar lijks noodig is, loont meer dan iéts anders de overlading van den raad aan. Vergeleken bij voorheen is ook het ka rakter van den raad* aanzienlijk veran derd. Hij is allengs, bepaaldelijk door de Invoering van het nieuwe kiesstelsel een. politiek lichaam geworden, waarin het partijwezen zijn invloed doet gelden. Als gevolg hiervan stelt de openbaar heid der beraadslagingen, hoe heilzaam jn zegenrijk ook in hare werking aan de verzoeking bloot tegenover de kiezers te getuigen en het debat te doen dienen niet «Heen, of zelfs vooral, om de te behan- ielen onderwerpen te belichten en daar mee van zienswijze te doen blijken, maar ïm, in navolging van de Rijksvertegen- -voordiging aan staatkundige beginselen 50 getuigen en voor een bepaalde staat kundige richting winst te behalen. Wat noodwendig weder leidt tot ver meerdering van het aantal vergaderingen, verlenging van haren duur en veroorza king van achterstand in de afdoening van zaken". Wat hier gezegd wordt in ongetwijfeld juist. De Grondwet verzet zich evenwel tegen het denkbeeld van de "Staatscommissie. Maar ook afgezien hiervan maakt de Regeering tegen zulk een regeling be zwaar en naar het ons voorkomt yolko- men terecht. De Regeering acht het voor 's Burge meesters positie noodzakelijk, dat hij te vens in 's raads vergaderzaal het eere-ge- stoelte inneemt. Voor de gemeente schijnt het ons niet minder noodzakelijk. Aan het hoofd van de gemeente staat de raad. Een burgemeester die zijn tank om de gemeente te besturen en bij dat bestuur leiding te geven, behoorlijk zal vervul len, behoort ook de leiding te hebben van 's raads vergaderingen. Wie daartoe niet in staat is, moet, hoe bekwaam hij overigens ook moge zijn, voor het burgemeesterschap niet geschikt worden geacht, omdat de gelegenheid ont breekt in vollen omvang leiding te geven. Dit klemt temeer, om noodgedwongen de positie van de wethouders almeer een zelfcstandige wordt. Het presidium van den Raad behoort te berusten bij den burgemeester. STADSNIEUWS Jcruel. Sinds eenigen tijd, kreeg, wie met Je- rüel en haar sympathieken arbeid mee leefde uit een en ander den indruk alsof er in deze verecniging iets niet geheel in orde was; o.a. uit sommige advertentiés, waarin samenkomsten werden aangekon digd, en die^om den eigenaardigen stijl die. ze voerden, de veronderstelling wet tigden dat zich een zeker deel van „Je- riiel" had afgescheiden. Op zich zelf kan het om deze reden geen verwondering wekken, dat in de plaatselijke pers een (advertentie)-bericht verscheen volgens hetwelk de vereeniging voornemens was een deurcollecle te hou den ten bate van de verbouwing van een pand aan de Middelstegracht, waar de vereeniging voortaan haar evangelisatie- arbeid zou verrichten Echter drong zich daarbij de vraag op, welke gewichtige redenen de vereeniging er toe hadden geleid, het welbekende pand in de Groenesteeg, in welks gevel de naam van „Jerüel"prijkt en waar zij jzich zoo populair heeft gemaakt, te ver ia ten. Onprettig en vreemd, om van niets an ders te spreken deed daarbij een tenden- sieus bericht aan dat gisteravond in een der plaatselijke bladen een plaats w5rd waardig gekeurd, waarvan de strekking niets anders bedoelde dan te waarschu wen tegen de te houden collecte daar de hierdoor verkregen gelden, volgens dit bericht, niet ten goede zouden komen aan het Evangelisatiewerk van Jerüel, maar aan een Evangelische „gemeenschap*' die kortelings zou zijn gesticht. Wij hebben ons onmiddellijk ter b e- vocgde'r plaatse om inlichtingen hebben gewend, teneinde ons definitief te ^overtuigen van wat wij in het vervolg wel, en wat we niet onder de. vereeni ging Jerüel zouden hebben te verstaan. Wij vernamen toen, dat van een voort zetting vdn. het oude „JerüëT in het ge- jbouw-Groenesteeg geen sprake kan zijn, omdat de vereeniging „Jerüel" on geveer een half jaar geleden, op verlan gen van de leden zelf, en met alge- meene stemmen op 5 na, is omgezet in een gemeenschap. Het zijn deze 5 personen, onder wio zich de eigenarese van het gebouw be- jvindt, die, Da eenige jaren, inzonderheid /het laatste half jaar blijk te hebben ge geven van hun ontevredenheid, zich thans opwerpen als „de vereeniging Jerüel". De groote vraag was nu, of die 5 per sonen recht hadden op de pretentie dat izij de vereeniging: „Jerüel" vormen, en of do gemeenschap „Jerüel" die straks naar een ander pand zal verhuizen, in fwerk of „richting" veranderd was. Beide vragen konden op grond van of- ficieelo bewijsstukken ontkennend wor den beantwoord. De naam „gemeenschap" heeft de ver eeniging aangenomen om de leiding te vrijwaren tegen belemmeringen die zij van de zijde der genoemde personen on dervond. In wezen blijft haar arbeid de zelfde, terwijl haar „leer" en werk als ^voorheen worden gecontroleerd door 'de zelfde predikanten die reeds eerder het rvverk der vereeniging genegen waren. Wat de kwestie van het gebouw in de Groenesteeg betreft vernamen wij dat di rect nadat het besluit tot omzetting in April genomen was, de eigenaresse de huur van het gebouw opzegde. „Jerüel" slaagde er spoedig in een an der pand tê vinden, n.I. op de Hooge- ■woerd, maar op voorslag van de eigena resse van het gebouw in de Groenesteeg betrok zij dit weer, totdat na eenige we ken de huur verhoogd werd van f 12 tot ff 14 terwijl de vereen, (toen gemeen schap) zelf zou hebben le zorgen voor bijkomende kosten. Het gebouw verlaten wilde men echter niet gaarne, en zoo wérd ook deze nieu we last gedragen, totdat eenige weken geleden de officieele huuropzegging volg de. met de bepaling dat binnen 5 weken alles ontruimd zou- zijn. Den volgenden dag reeds werd „Jerüel" (door vriendenhulp in staat gesteld naar »'n ander pand uit te zien, en zoo werd het igebouw aan de Middelstegraeht ge- fkocht, dat spoedig ontruimd was, en jzakelijk om de noodige onderhoudswer- bouwingswerk hoopt aan te vangen. Hel nieuwe Ziekenhuis. De - houw van het nieuwe Ziekenhuis schijnt thans definitief te worden stopge zet. De fundamenten van het reeds in aanbouw zijnde apothekersgebouw zijn met zand bedolven. Zaterdag heeft het laatste ontslag plaats gehad en werden 8 man, die langen tijd aan den bouw werkzaam zijn geweest afgedankt. De nog resteerende 40 man zijn nood zakelijk voor de noodige onderhoudswer ken en herstellingen van het kolossale ge bouwencomplex te verrichten. Geknoei bij den Ziekenhuisbouw. De Tel. is op onderzoek uitgegaan naar aanleiding van de arrestatie van den rijksbouwmeester V., onlangs ver meld. Navraag, vooral bij thans ontslagen arbeiders deed het blad verstaan, dat er in den oorlogstijd een systeem van ge knoei en malversatiën heerschte bij den jZiekenhuishouw, dat van groot tot klein tot een soort gewoonterecht was ontaard. „Het begon, zegt het blad, met den thans gearresteerden rijksbouwmeester V. Deze liet in een tijd, dat toevallig eënige timmerlieden vrij waren, door de ze mannen een serre bouwen, die niet voor het ziekenhuis was bestemd. De ser re werd keurig afgewerkt, van glas voor zien en door arbeiders van het Acade misch Ziekenhuis naar Den Haag ge transporteerd en daar aan een particu liere woning geplaatst. De materialen van deze serre waren rijksmaterialen, be stemd voor den ziekenhuisbouw. En de loonen werden genoteerd op den loon- staat van het Rijk! Hiermede was bet hek van den dam. Opzichters en bazen begonnen nu zij het kunstje van den hoogsten chef een maal afgekeken hadden, aan de arbei ders allerlei particuliere werkzaamheden op te dragen. Hoe hooger de positie was, die de opdracht-gever innam, des te om vangrijker was de opdracht. Er is meer dan één arbeider bereid en in staat om te getuigen, dat op de terrei- men va-n den ziokenbuisbou w# géheele ameublementen werden gemaakt, die niet voor het ziekenhuis waren bestemd en la ter in de stad aan een opgegeven adres werden bezorgd. Men ontzag zich zelfs niet de timmerlieden tegen St. Nicolaas- tijd schilderijlijsten en bouwdoozen te la ten vervaardigen! Al deze extra werk zaamheden werden verricht in de zagerij. En als eenmaar per week de rijksbouw meester V. op het werk kwam, dan wer den de onderbanden zijnde meubelen even weggestopt. Eenmaal per week, op Vrijdag kwam de rijksbouwmeester V. inspecteeren. En "dan was alles in orde. Doch niet alleen op het terrein werd voor particulieren gewerkt. Ook in de stad werden graag allerhande karweitjes als schilderwerk, witten en kleine repa raties verricht, natuurlijk in den tijd en voor rekening van den ziekenhuisbouw. Die extra werkzaamheden waren zoo gewoon geworden, dat de arbeiders er een zegswijze op nahielden om aan te duiden, dat er weer wat gebeurde. „Weet je niks?" riepen zij elkander toe. En dat beteekende, dat de vrager weer iéts wist, maar de opdracht had ge kregen „van niks te weten". Een arbei der, die in het bijzijn van zijn chefs wat al te vaak „weet je niks?", had geroepen, zoodat men bevreesd was, dat hij al te veel wist; werd van het terrein gehaald en kreeg als uitsluitende taak „het ketel huis aan te vegen". Met deze verheffende taak was de volslagen bouwvakarbeider van Maandag tot Zaterdag bezig. En als hij 's Maandags weer op het werk kwam, werd hem opnieuw opgedragen het ketel huis aan te vegen. Het meerendeel der arbeiders bevreesd voor de boterham, deed wat hun opgedragen werd door de verantwoordelijke cke's en vroeg niet verder. In de tijden van brandstof- en voedsel- sckaarschte zijn de terreinen van het Academisch Ziekenhuis gebruikt ter te gemoetkoming aan dezen nood. Er wer den machines aangeschaft voor briketten- fabricage, de bouwarbeiders werden be last met het persen en afwerken der bri ketten, die in zakken verpakt buiten de distributie om bij de chefs werden be zorgd. Ook had men een volledige var- kensmesterij, die uitstekenderesultaten afwierp. Dat geheele partijen steigerhout tot brandhout verza,agd werden en gratis onder de chefs werden gedistribueerd is te midden van al deze feiten slechts een kleinigheid. Met de expeditie van brand stof, meubelen en vleesch werden meestal de Katwijkers belast, omdat men die min der in de stad kende. Ook met de aangevoerde materialen werd, juist in een tijd, dat bouwmateria len als zand, grint, cement en steenen hun gewicht in goud waard waren, op een eigenaardige manier omgesprongen. Het trok de bijzondere aandacht der arbeiders, dat bij de lossing van schuiten met materialen de gevulde wagens soms een andere richting namen, dan die wel ke naar den ziekenhuisbouw leiden. Zoo gingen wagens met steenen of cement, gevuld uit de schuiten, die materialen voor het ziekenhuis aanvoerden, vaak naar particuliere bouwwerken in de stad. Het zou wellicht de moeite loonen na te gaan, in hoeverre in de boeken deze "ma teriaal-distributie terug te vinden is. Zoo verklaren de arbeiders, belast met het verwerken der materialen, dat zij vaak langer dan noodig was, op den nieuwen aanvoer wachtten, omdat de geladen wa gens wat zij noemden „de verkeerden kant" waren uitgegaan. Ook kunnen de arbeiders verklaren, dat meer dan ééns cement uit den voorraad van den zieken huisbouw op wagens werd geladen en buiten de poort verdween naar parti culiere bouwwerken in de stad. Het zijn alweer de boeken, die moeten uitwijzen, in hoeverre van deze vrijgevigheid in een tijd van materialen- nood aantoekening is gehouden. Ook met het kruiwerk werd allesbehal-» ve de zuinigheid betracht. Was er weinig werk, dan kwamen de arbeiders met de paarden toch op het terrein; ieder ver voerde op zijn beurt een vrachtje op het terrein en de betalingslijsten pareerden eenige posten: „één dag werk voor man. en paard". Dat arbeiders bij den zieken huisbouw ingeschreven, elders te werk werden gesteld, maar 's Zaterdags bij -den ziekenhuisbouw hun weekloon haal den, behoorde niet tot de uitzonderingen." Het blad besluit met de opmerking dat de commissie die een en ander te onder zoeken krijgt, geen "benijdenswaardige taak heeft, en raadt aan ook eens bij de thans ontslagen arbeiders inlichtingen in te winnen. -Kapitein der veld-artillerie J. W. Kolff alhier wordt overgeplaatst naar Amersfoort. Kapitein A. H. Drijfhout van het regiment kust-artillerie, wordt over geplaatst bij het 6e regiment veld-artille-» In verband met de a.s. Jubileiunfees ten, heeft men hedenmorgen een aanvang gemaakt met het in orde brengen van de installatie, benoodigd voor het illuminee- ren van het Stadhuis. Mej. A. M. E. Rollandet alhier op het te Amsterdam gehouden examen ./Handenarbeid voor het diploma A. De eigenaar heeft aangifte gedaan dat in den nacht van Zondag op Maandag uit zijn konijnenhokken die hij nabij een perceel aan den Rijnsburgerweg had staan, een 7-tal konijnen - zijn verscheurd, waar schijnlijk door een losloopenden hond. Ten pelitieb.ureele is een rijwiel ge deponeerd, dat Vrijdagavond voor een sigarenwinkel op den Stationsweg onbe heerd door den berijder is achtergelaten. Staatsblad No. 366 bevat het Kon. Besluit van den 17den Juli 1923, tot ischorsing van het besluit van den Raad der gemeente Leiden, d.d. 25 Juni 1923, •strekkende tot verlaging van den aftrek lyan gezinsinkomsten \an ondersteunde nverkloozen. r De leden van de Leidsche Chri^telij-» jke Oranje-Vereeniging wekken wij gaar- jnc op zich voor of op 16 Augustus aan te pielden bij den secretaris der Propagan- «Commissie, den heer C. J. van Cittert, Dostdwarsgracht 15 a voor deelname aan iden groep der L. G. O. V. in de lichtstoet. Oranjeliefde stelt - ook Oranjep lich ten eereschulden. BINNENLAND Regeeringsjubileum der Koningin. Bij min. beschikking is aan hoofden of y bestuurders van ondernemingen, waarin in het tijdvak van 20 Augustus tot en met 2J£ Sept. aan arbeiders, werkzaam in fabrieken of werkplaatsen, vacanlie wordt verleend in verband met do feesten ter viering van het regeeringsjubileum van da Koningin, vergund, dat het tengevolge daarvan ontstane verzuim met afwijking van het bepaalde bij art. 24 der Arbeids wet 1919 geheel of ten deele in ten hoog ste drie weken, vallende binnen vorenge- FEUILLETON Oen Vaderland ghetrouwe. 17) Een vertelling uit den Franschen lijd. Waar was zijn ster? Een zwart wolken floers had er zich voorgeschoven. Nu evenwel scherpte zich zijn gehoor. Waar zijn oog thans rusten moest en geen heul vond, daar hoorde^ hij 't fluisteren en knetteren, sissen en suizelen, ritselen en glijden, hijgen en steunen; hol en dof kwam uit do diepte een klank en een krassen en krijschen antwoordde uit de hoogte. Naast hem raakte er iets den ^steen misschien een haas en er gleed iets langs zijn voeten. Was Let een slang, zooals hij er reeds ettelijke malen gezien had? Het dier scheen onder den steen te kruipen. Bracht het hem, die er onder sliep, een boodschap, dat op het doodenuur een menschenkind in zijn 'rijk binnengedrongen? •t Daar kwam het al aan... hoog door 'de luchtneen, over de kalmplui- men vlak langs hem heen een ijzig koude adem... het was, als streek een vochtige gecsteshand over zijn gelaat de oude ridders had de luitenant van aackt meenen te zien... „de helscke ja ger" zeide men in de buurtliu hu op, op klonk hetsommige lieden fluisterden, hoe er 's nachts een draak over 't moeras' vloog; anderen praatten van hazen, die zich in reusach tige kalveren veranderden. Daar een lange stoetsleepende gewaden ge wrongen handen woestgolvende ha ren hol-starende doodshoofden hij sidderde was 't dan werkelijk waar, dat allen, die 'hier verzonken lagen, 's nachts opstegen tot een afgrijsel "ken dans? bliksemsnel warrelde 't alles door zijn hoofd vertroebelde hem het denken dat was te veel, hij begon te sidderen. Opeens „bange wezel" hoor de hij zich noemende angst was weg hij sprong op. Het sprak toch van zelf, dat er op dit uur nèvels over 't moeras trokken; en bo ven aan den hemel vlogen de wolken voorthoe vaak schiepen wolken en ne vels geen phantastisohe gestalten! echter beiden was hun baan aangewezen idoor den Almachtige zij zouden hem hiet beangstigen. Aleen de wegals hij Iden weg maar verder vinden kon! Bij zijn eerste poging zonk hij tot de iknieën weg; en hij kon zich slechts red- |den door snel zich achterover op zijn Ipolsstok te laten vallen andere pogin- Igen gelukten niets beter: de duisternis {was te zwaar, en zuchtend erkende hii. /dat hij zou moeten wachten, tot de maan Iwas opgegaan. Maar daarmee verloor hij 'kostbaren tijd en hij wist niet, of 't hem {gelukken zou dien weer in te halen. Weer leunde hij tegen den steen. Hoe {klein en nietig voelde hij zich in de ge- {weldigo ruimte rondom; hoe eenzaam Iwas hij hier, waarlijk van alle menschen {gescheiden en door allen j'erlaten. Op de Jhei, achter zijn schapen, had hij nooit pt gevoel van verlatenheid gekend; nu leven wel moest hij- cr aan denken, hoe imijlen ver in den omtrek geen huis, geen {schuilplaats te vinden was, hoo nergens leen boom zich verhief, hoe er alleen was {het moeras, waarin onder riet en biezen {allerlei klein gedierte krioelde; zwart en {onbewegelijk lagen dag en nacht de poe- !'.en; en in 't kreupelhout rondom was nog {nooit een menschenvoet dogrgedrongen. {Maar dit was zeker, dat het moeras Teeds- {tal van personen verslonden had; de turf stekers vertelden somwijlen van geraam- iten en gruwelijk-grijnzende schedels. Do Franschen, wier luide praten hij hij .'t begin van zijn toch over 't moeras {gehoord hjid, zwegen sinds geruimen 'tijd; zij sliepen zeker al en wachtten op {de maan, omdat zij zich anders op den {gebaanden weg niet voorwaarts waag- !den en hij trachtte een ongebaanden •te zoeken. Als hij hem niet vond, als hij Verzonk, dan wist niemand, waar bü Cé- jbleven was; zelfs de trouwe Sultan kon {zijn spoor in 't water niet volgen, en de {Brunswijkers vielen in de handen hunner {vijanden, en werden neergeschoten, i Neen, weggaan durfde hij niet; en toch •wilde en moest hij. „Sta-je er voor, moet- Ije er door." Een zweem van schemer irees langzaam diezelfde schemering, hvaarnaar hij op zee als scheepsjongen in {donkeren nacht zoo dikwerf uiterst ver- Hangend had uitgezien, als hij voor uit- Jkijk zat in- de mand bóven in de mast. {Nog een kort poosje slechts, dan ging de {maan op, en de hemel werd weer helder. Brun Dierks klom op den steen en keek lom zich heen. Daar ginds lag-ergens de Iweg, dien hij bereiken moest; zoover hij {in zijn gedachten kon nagaan, moesten izich in de streek daartusschen enkele kandplaten bevinden, waarop laag wil- igen-struikgewas woekerde en roeslroode Imoerasbrem; hij had die als knaap wel ieens moeten inzamelen; zijn vader nam Jdan een mand vol mee naar de stad om te Iverkoopen; de reuk ervan verdreef de linottenHet hoogte'tje, dat 't dichtst •bij was, geloofde hij te onderscheiden. Het was een gang, die zelfs den moo- i'digste had kunnen versagen. Hoe vaak .'viel hij, zoodat hij alles verloren dacht; {hoe. lang. als hij met groote moeite zich iweer naar boven gewerkt had,-lag hij uit geput om nieuwe kracht to winnen. {Voortdurend boog en waggelde de bodem londer zijn voeten; vaak zag hij aan de {schaduw, dat de hpele omgeving mee be- Iwoog; dan weer scheen uit 't struikge-» .'was plotseling iets te wenken. Hot gorgel-i Ide en borrelde onder den druk van den {polsstok; nergens rust,, niet eens voor Iden blik, want zwart en grijs en vormloos ,'en vervloeid was alles; alleen onophoude-. «lijk was er in 't Tiet een geluid van slui-» !pen en glijden. Een kille huivering liep .'hem over den rug, want eenmaal dacht {hij een kind te hooren schreien. Somtijds bukte hij zich, als hij den grond niet vertrouwde, om planten uit te trekken, niet ten einde ze te bezien, maar alleen om den smaak er van te proeven. Als schaapherder kende hij de meeste zoowel van soort als wat de werking bo trof. Het vinden van klaver verheugde hem want daar was de grond vast jdo waterboterbloem deed hem verbaasd opzien en de waterschéerling dreef bem terug. Het witte wolkruid, dat in 't maan-* licht opschemerde, waarschuwde hem al van verre; luiskruid en paardestaart ver-» trouwde hij, de gele rolklaver, die tegen zijn voet ritselde, toonde .zandgrond aan, en daar streek zijn hand eindelijk over de scherpriekende brem en aan een ga-» gelbosch je trok hij zich tegen den heuvel Jop. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1