ÏTweede Blad
aterdag II Augustus 1S23
'4 Zij vergaten den Heer.
i3!iEn de tinderen Israels deden dat
j|l:kwaad was ia de oogen des HEE-
SI HEN, en .vergaten den HEERE kun-
ii k\'. 31611 God, en zij dienden de Ba a ls en
de bosschen.
11 Jff Rich leren 3:7.
Zoover komt het ten slotte met een
ensch, een geslacht, een volk, dat van
es Heeien wegen afwijkt, dat ze den
eere vergeten, dat ze niet meer aan
[ein denken, dat de consciëntie niet
leer getuigt tegen de zonde.
Het volk Israël staat voor alle volken
|s een waarschuwend voorbeeld.
Hoe wonderlijk was dit volk er geko-
,en! Hoe wonderlijk was het verlost en
I evraard! Hoe wonderlijk door den Heere
elcid, en keer op keer uitgered!
Wonderlijk, niet maar in den zin,
aarin wij dat woord zoo dikwijls ge-
ruiken van een opmerkelijk en in 't oog
allend bestel van Gods Voorzienigheid,
laar wonderlijk in den meest eigene
jken zin van het woord, dat is, door bui-
ingewont, exceptioneele daden van Gods
lmacht.
v i
En daarenboven hadden zij het Woord
a de Wet huns Gods. De Heere had tot
cn gesproken, zooals Hij wel tot enkele
ersonen, maar anders nimmer tot een
eheel volk gesproken heeft, noch te vo-
on noch daarna. Hij heeft hun zijn in-
ettingen en zijn rechten bekei.d ge
laakt. Heel hun volksleven was door den
[eere opzettelijk georganiseerd.
Dat volk had een roeping van geheel'
milengewone aard en beteekenis. Het
ras niet een volk, dat door een of an-
erc natuurlijke begaafdheid uitmuntte,
ooals ieder volk zijn bijzondere eigen-
ardigheid van volkskarakter en gaven
left.
Neen, dit volk had aUeen en uitslui-
end de roeping en taak om een volk
roor den Heere te zijn. „Dit volk heb Ik
nij geformeerd, zij zullen mijnen lof ver
ellen."
Elke overtreding van de geboden des
leeren was dus tegelijk een verlooche-
ing van zijn volkskarakter. Zooals de
[eere hun dat had ingedrukt door zijn
rdinantiën.
Ge zoudt zoo zeggen: het nationaal be-
ief had daartegen moeten reageeren.
Jooals ons nationaal besef in verzet komt
egen al wat onze vrijheden aanrandt.
Het spreekt vanzelf, dat dit volk daar
door hoog moest staan. En de uitkomst
leeft bewezen, dat Israël daarvoor* niet
oog genoeg stond. De volksconsciëntie
eageerde niet tegen de zonden waartoe
it volk verviel.
Niels is dan ook minder waar dan de
•lewering, dat Irsaëls profeten de tolken
paren van de volksconsciëntie. Ze waren
e getuigen van den Heiligen Geest, dien
ïod onder Israël gesteld had.
Maar Israël heeft deze getuigen, en in
len den Geest Gods, telkens weer tegen-;
'[estaan.
Het is begonnen met zijn geestelijke
lelfstandigheid prijs te geven door uit te
risschen dejjrenzen, die er tusschen hen
n de oude volken van Kan aan waren.
Iet werd een vermenging door huwelijk
net deze volken, die de Heere om hun
«•gerechtigheid ten ondergang bestemd
lad.
En toen gingen ze doen wat kwaad was
n de oogen des Heeren.
Neem deze uitdrukking voorail in haar
olie kracht.
Elke zonde is kwaad in de oogen des
ïecren; dat is duidelijk. Maar er is toch
log onderscheid tusschen zonde en
:ondq.
Israël maakte tot zijn volksgewoonten
lie dingen, die de Heere op het streng-;
ste verboden had en als groot© en zware
ïonden had gebrandmerkt. Zonden, waar-:
aede zij rechtstreeks tegen den Heere, te-;
[en zijn recht en tegen zijn verbond in-
jingen. - j
Het waren dus niet slechts zonden, die
iiun volksleven ontsierden, maar waar
FEUILLETON
Den Vaderland ghetrouwe.
Een vertelling uit den
Franschen tijd.
*6)
ïpuiS oripïï -mna. jooa :p3m •••reed
5p de heide? Een huivering van afgrij
zen voer hem door de ledenaan zulk
?en vuur zouden, zoo werd verteld, vaak
gruwelijke geesten zitten en over den
Schat waken, die uit de diepte was om
boog gestegen. Of trilde die vlam soms
Joven do plaats, waar iemand jaren ge-
Secion door rlen bodem was verslonden?
ng op rilling liep hem over den rug,
tóch kon hij niet vluchten; het was
geheimzinnige, vreemde macht, 'die hem
'twong dichter bij te sluipen.
Vreemde geluiden drongen tot hem
*oor. Ha de Franschen die waren
nóg. Nu wist hij het: vrij was hij
hiét. Hij stond nog in dienst; hij had
hqg een plicht te vervullen', 'éénzelfde yve-
ten hield hem geboeid; boven 't hoofd zij-
toer Duitsche broederen zweefde nóg het
Verschrikkelijk gevaar; en als 'dit ge.vaar
af te wenden was, was. hij de eenige, die
kolpen kon. Neen, meer nog, hij moesf
to elpen. Huis en hof, vrouw en kind, Ie-?
*°n. en gezondheid, alles verzwond in 'den
toch nog iets beiers tegenover stond. Het
waren een bijkomstigheden. Neen, het
volksleven zeff week van den Heere af.
Het werd een verloochenen van den
Heere, hunnen God, zeiven. Een verlaten
van Hem. een breken met zijn dienst en
met zijn vroeze.
Zij letten niet op zijn bedreigingen. Zij
achtten niet op zijn beloften. Vrees voor
straf noch hoop op loon kon hen meer
bedwingen of lokken.
Eindelijk was er van den dienst des
Heeren zelfs voor het uiterlijke niets
meer te' vinden. Er werd niet meer aan
Jehova geofferd in zijn tabernakel, maar
zij dienden do Baals en de bosschen. Het
geen niets minder wil zeggen, dan dat zij
hun offers brachten aan do afgoden der
Kanaanietische volken, en dat zij onder
hielden den eeredienst van deze afgoden,
inplaats van den eeredienst van Jehova.
Zoo kwam het tot dat uiterste, dat ze
deden alsof de Heere niet bestond, dat ze
niet meer aan den Heere dachten. r
Juist het tegenovergestelde van het
geen had moeten zijn. Zooals het in onze
gedachten niet zou opkomen om tot de af
goden van het heidendom, te bidden, zoo
had het teil minste bij Israël moeten zijn.
Maar het was het omgekeerde: het kwam
bij hen niet meer op om tot den Heere.
te bidden, om vhn Hem te spreken om
met' zijn geboden te rekenen, evenmin
als de Kanaanietische volken dat deden.
En daarmede was het volk des Heeren
verheidenscht
Toch nog niet ten eeneanale en ge
heel. Toen de Heere hen .overgaf in de
tyrannie van den koning van Mesopota-
■mië, toen kwamen oude herinneringen
weer boven, toen werd de consciëntie
wakker geschud; toen „riepen ze to£
den Heere".
Is wat van het volk-Israël staat be
schreven niet ook de geschiedenis van zoo
menige familie, wier voorgeslacht bij de
vreezo des Heeren leefde, maar waar nu
aan den Heere niet meer wordt gedacht?
Is het niet de geschiedenis van zoo
menig Ievn? Eerst een zich vermengen-
met wereldsche kringen. Dan een verslap
pen van de strengere levensusanties, een
vérdoezelen van de grenzen. Vervolgens
een Overnemen van deal toon, die in die
kringen heerscht. Gaandeweg een almeer
vervreemden van den dienst des Heeren.
Niet meer kerkgaan, niet meer bijbelle
zen. Totdat het leven daarheen gaat, dag
in dag uit, week in week uit, jaa.r in jaar
uit ten leste, zonder dat er meer aan den
Heere gedacht wordt..
En dan komt er in de plaats van God
iets anders, waarop de mensch zijn ver
trouwen zet, waaraan hij zijn leven
wijdt.
Totdat God soms, in zijn eindelooze
trouw, zulke ver afgedooldcsn door harde
kastijding tot inkeer brengt, en weer
naar Hem doet vragen.
En dan hoort Hij in zijn ontferming^
en redt ze uit, opdat ze Hem, en Hem al
leen, zouden liefhebben en dienen.
LIJDENSTROOST.
Bloedt de wonde, vlijmt de smart,
'k Blijf toch op genezing hopen;
Ware ook élke deur verspare!,
Eeuwig staat de toegang open
Tot Gods hemel, tot Gods hart!
Wlanat niet, dat mij God verstiet,
Nu Hij mij zooveel doet lijdén:
Liefde spaart de roede niet
Als Hij ophoudt met kastijden^
Zegt dan, dat. Hij mij verliet!
Niet in 't vreugdelicht alleen,
Meest in tranen komt Gods zegen.:.
Zij versmelten 't hart van steen,
Levenwekkend stroomtde regen
Door de weeke voren heen!
Die de last des lijdens woog,
Heef ook lijdens duur gemeten';
Duurt het lang en klimt het hoog,
Heere Godi Gij moet het weten
Waar Uw hand gaat, reikt Uw oog!
Op Uw trouw, hoe bang het hijgt,
Moet mijn hart zich. nederleggenfl
Als de wolk ter kimme stijgt,
Heeft Uw wijsheid iets te zeggen
Heer, Gij spreekt, Uw dienstknecht
[zwijtg!
Harde lessen geeft Gij mij,
Maar ik heb ook veel te leerenu
Loutrend blaakt Uw medelij:
Slechts 't onreine zal 't verteren
Heer, Uw slaan is artsenij!
gloed van 't flikkerende vuur, waarheen
hij voorzichtig nader sloop.
Spoedig kon hij den toestand overzien.
Een post stond niet ver bij hom van--
daan; de weg was over zijn geheel©
breedte bezet door de Franschen, die van
de gestolen schapen-en vogels een avond
maal voor zich hadden gereed ge
maakt iets opzij, onder den gehee-l
opengespleten wilg, zat Jan Bartels en
vreemd -r- hij hield Geesje omklemd;
zacht en dringend -scheen deze tot hem te
spreken.
1 Brun Dierks schudde uit de verte de
vuist tegen zijn ouden tegenstander, die
reeds als jongen op weg naar school zoo^
veel gemeen© streken tegen hem had uit
gehaald en dat, hoewel hij toch een
neef van hem was en zijn eenige bloed
verwant van moeders zijdeDoch
neen, het gold hier niet een persoonlijke
vijandschap af te doen; God had hem
een betere opdracht ter vervulling gege-;
ven. Als het hem gelukte om de positie
der Franschen heen te trekken, dan kon
hij hen vóór komen, en1 de .Brunswijkers
•waarschuwen. Maar om dat doel te be-:
reiken moest hij reclit het moeras in, én
niemand: in den geheelen omtrek wist be
ter, vat dat beduidde; en zeer zeker zou
ook' niemand vagen, vat hij nu ging
'doen.
Brun Dierks sloop terug en haalde zijn
Wat ik hier niet kan verslaan.
Zal ik namaak eens doorgronden^
.Zalig, met de zegevaan,
Overdekt met heldenvonden
Tot Uw Sabbat in te gaan!
J. J. L. TEN KATF,
ICOSK EN SCHOOL
NED. HEBV. KEEK.
Aangenomen, Naar Weesp: Joh. Ste-
houwcr te IJsselmonde; naar Akersloot:
EL de Vos, cand. te Oranjewoud; naar Be-
soyen, H. F. A. "Schlemper, cand. te
Utrecht.
Bedankt. Voor Arneanuidien: H. F. A.
Schlemper, cand. te Utrecht.
Alg. Synode der Ned, Herv. Kerk.
XX.
Voortgezet wordt de behandeling van de
amendementen op de groote Synode.
Aangenomen wordt, dat voortaan het
aantal leden der Synodale Commissie zal
vermeerderd worden met één ouderling of
oud-ouderling, zoodat er dan 9 stemheb
bende ledeni zullen zijn, om staking van
stemmen te voorkomen.
De heer Wagter-, brengt rapport uit
over een voorstel van den secretaris Bak
huizen van den Brink tot wijziging van
art. 7 van het Reglement op de kosten
voor het bestuur. In de 3de alinea van dat
artikel wordt bepaald dat gemoentep van
de eerste klasse thans bijdragen f 5; van
de 2de klasse f 10; van de 3de f 15; van de
4de.f 20; van de 5de f 30; van de 6de f 40;
van de 7de f 50; van de 8ste f 65; van de
9de f 80; van de 10de f 100. De heer Bak
huizien van den Brink wil 1. 2, 3, en 8
verhoogen met f5; 5, 6 én 7 met f 10 en
9 en 10 laten, zooals ze zijn. Hét voor
stel zou een bedrag van f 11815 meer op
leveren.
Do Commissie van Rapport vereenigt
zich met dat voorstel.
De heer Tammena stelt voor ook de
9de en 10de klasse te verhoogen en ze te
brengen op f 90 en 110. Dit amendement
wordt aangenomen.
Het voorstel wordt dus geamendeerd
aangenomen.
Prof. A a 1 d e r s brengt de eindredactie
van art. 16 van bet Reglement op het Hoo-
ger Onderwijs, zoodat vrouwelijke studen
ten en studenten van andere faculteiten
die uit belangstelling' do lessen der Ker
kelijk© Hoogleeraien volgen de f 25 niet
behoeven te betalen.
Dezelfde geeft de eindftdactie van art.
66 van het Reglement op de vacaturen'
waarbij bepaald wordt, dat een bewijs
wordt afgegeven, dat do candidaat zich
gedurende drie maanden onder leiding
van een predikant practisch geoefend heeft
De heer Van Dijk^jrengt rapport uit
over de consideraties over het jaarlijks
vaststellen van eene begrooting van kosten
voor het godsdienstonderwijs door den
Kerkeraad.
Do meerderheid der Commissie weuscht
deze bepaling-vast to stellen aldus: Do
Kerkeraad stelt jaarlijks een© begreoting
van kosten voor hét godsdienstonderwijs
vast en dient zq in ter plaatse, waar zij
behoort.
De minderheid wenscht deze bepaling
niet vast ie stellen.
De conclusie der meerderheid wordt aan
genomen.
De heer mr. baron Van Asbeek heeft
bedankt voor zijn benoeming tot lid van
den raad van beroep.
Dr. Haitjema te Apeldoorn heeft zijn be
noeming tot kerkelijk hoogleeraar te Gro
ningen aangenomen,
Mr. dr. C. F. Schoch te Amsterdam heeft
zijn benoeming tót lid-ouderling van de
Alg. Synodale Commissie aangenomen.
Tot lid van dén Raad van Beroep voor
de prcdikantstractementen wordt benoemd
de heer jhr. mr. J. A. de Jonge te 'a-Gra-
venhage.
De heer van Dijk rapporteert over de
consideratiën betreffende de voorloopig
aangenomenwijzigingen in art. 7 Regl.
examen. (Noodzakelijk geworden door het
nieuwe academisch statuut.) Deze wijzigin
gen zullen aan de hoofdelijke stemming
van de ftrov. kerkbesturen worden onder
worpen.
De her Stoel bespreekt de consideratiën
over de wijziging van art. 60. Reglement
vacaturen betrekking hebbende op de re
geling van den ligger van het predikants
tra clement. De invoering van het regle
ment op de predikantstractementen maakt
het namelijk noodig, dat bij hot goedkeu
ren van den ligger met de daar genoemde
minimum-bedragen wordt gerekend, doch
tevens, dat de mogelijkheid tot dispensa
tie geopend wordt.
polsstok; zonder dien ging het niet. Hij
moest een grooten omweg maken; aan
beide kanten van den weg stond immers
het water op een drassigen bodemzeerst
verder op was 't mogelijk door 't moeras
heen to komen; en hoe langzaam dat in
den nacht gaan zou, kon niemand weten,
want nog nooit had iemand het be
proefd.
Vlug overlegde bij. Het begin was on
gevaarlijk; in 't moeras stond de poolhut,
waaruit Jan Bartels op herfstavonden
graag op neerstrijkende eenden schoot;
tot zoover zou hij den weg wel vinden.
Van daar af moest hij doordringen naar
't oude Hunnenhed, dat nog duidelijk op
een zandplaat boven de riethalmen uit
stak het pad er heen was hij vaak ge
gaan hoewel 't al heel wat moeilijker
wasen als hij hier eenmaal was
ja, dan moest hij maar op goed geluk
verder gaan, geleid door do sterren, en
door Hem, die geluk en sterren in Zijne
hand houdt.
Voorwaarts!
Nog geon tien stappen had hij gedaan,
of voor zich uit hoorde hij een blazend
gerulsch hij moest stilstaan en enkele
malen diep adem halen, zoo heftig bons
de zijn hart. Maar natuurlijk zeker
d'at was de Vos, die hier sinds lang zor
geloos de moerasvogels nasloop en nu
zijn wrevel over de stoornis uitte mis-
In verband met deze aangelegenheid
staat de voorloopig aangenomen toevoe
ging'aan art. 27 Regl. Vacaturen (bepalen
de: dat een grooter bedrag dan tevoren
blijvo aan de kerkekas der gemeente, nu
de predikante traktementen ©enigermate op
peil zijn gebracht. Immers, vele gemeenten
getroosten zich groote moeite ,om het mi
nimum-traktement te bereiken.) Hierover
rapporteert de heer F. Tammens.
Zoowel de wijziging van art. 60, als de
toevoeging aan art. 70 worden definitief
aangenomen en zullen aan de hoofdelijke
stemming der prov. kerkbesturen worden
onderworpen. Evenwel zal in art. 60, tus
schen c. en d. worden ingevoegd: „de in
komsten van pastoriegoederen en fondsen"
terwijl art. 27 aldus zal luiden: „Indien do
inkomsten uit pastoriegoederen of gemeen
tetoelagen:, of uit beide, met inbegrip van
het landstraktenient, meer dan f 1400 be
dragen, komt het meerdere van pastorie
inkomsten en gemeentetoelagen voor een
vierde deel ten voordeele van de ringpredi-
kanten, voor drievierde deel ten voordeele
van do kerkekas der gemeente."
De heer Stoel leest eene concept-circulai
re aan de kerkeraden, ter begeleiding van
do lijst van toelagen, verleend uit de gé
nerale kas.
De heer Wiagter behandelt een voorstel
van de heeren Den Duyn en Oskam, tot
wijziging van art. 4 Regl. Predtt. Genoem
de voorstellers wenschen dé bepaling te
zien opgenomen, dat eervol ontslagen pre-,
dikanten met emeritaatsbévoegdheid, die
in dienst zijn geweest van een vereeniging
voor in- of uitwendige zending, of van
eene vereeniging, werkzaam voor de Ned.
Hervormde Kerk, bij hunne wederindienst-
treding als predikant, recht zullen hebben
op de verhoogingen, ook voor de jaren, in
dienst dier vereeniging doorgebracht. Dit
voorstel wordt door de Synode afgewezen.
De vice-president, de heer De Haan, be
handelt een voorstel van dé heeren Tam
mens en Tromp, tot wijziging van art. 1
Regl. Predtt. Dit rapport zal later worden
behandeld. Evenzoo e enxapport over een
voorstel van de cl. vergadering van Saeek,
op datzelfde reglement betrekking heb
bende.
Dc heer Voerman rapporteert over een
verzoek van den Bond van Predikanten en
van den Raad van beheer, om een onder
zoek te doen naar predikantsplaatsen wel
ke opgeheven, eij naar gemeenten, welke
gecombineerd bejiooren te worden. Op
voorstel van de commissie van rapport
zullen: de Prov. kerkbesturen worden uit-
genoodigd, dit onderzoek in te stellen.
De heer van Dijk rapporteert over een
verzoek van de Wbalsche commissie, tot
goedkeuring van een tarief van verblijf
kosten. Do goedkeuring wordt verleend.
Overeenkomstig de conclusie van een rap
port van den heer Tromp oordeelt de Sy
node, dat niet de wenschelijkheid moet
worden uitgesproken van combinatie der
gemeenten Viorlingsbeek en Blitferswijk.
De Dankdag.
De classic 's-Gravenhage der Gerei, ker
ken, daartoe aangewezen door deGene
rale Synode, zal in verband met een uitge
sproken' wcnsch der Regeering, waarvan
deputaten tot correspondentie met de
Hooge Overheid haar kennis gaven, de
kerken uitnoodigqn 5 Sept. e.fc. in een
morgen,godsdienstoefening God te danken
voor den zegen dien ons volk genoot on
der de 25-jarige regeering van de konin
gin. Dat daarbij natuurlijk ook mot de
zware tijden van thans zal worden gere
kend in de samenkomsten der gemeente
vond de elasBis wel vanzelfsprekend.
Doop er» idiotisme.
Op de Partic. Synode der Geref. Kerken
van Noórd-Holiand werd gerapporteerd
door Ds. Breukelaar inzake de vraag of
oen idioot van 26 jaar, geboren uit geloo-
vigo oudere, den H. Doop mag ontvangen,
't Rapport dat een bevestigend antwoord
geeft zal gepubliceerd worden door 't op
te nemen in dc acta.
Orgelbouw.
De nieuwe Geref. Kerk te De Lier, wel
ke haar voltooiing nadert, zal worden voor
zien' van een eerste klasse Kerkorgel met
twee klavieren eü vrij pedaal, terwijl 'de
benoodigde wind door een geruischlóoze
electrische windmachine zal worden toe
gevoerd. Het instrument wordt vervaar
digd in de ateliers van de electrische Kerk-
orgelfabriek A. Standaart te Schiedam,
volgens adviezen van den héér H. M. Keu-
ning, organist der Geref. Kerk te Sassen-
heim.
Christelijk Gereformeerd Onderwijs.
Woensdag hield te Amersfort de Ver
eeniging voor - Christelijk Gereformeerd
Schoolonderwijs in Nederland, een jaarver
gadering onder leiding van ds. B. v. d.
Berg, Sneek.
Bij de bespreking van 't jaarverslag
bleek er een bevredigende vooruitgang in
ledenta-I, ook door aansluiting van plaat
selij ko Christelijk Gereformeerde school-
vereenigmgen.
Het referaat van den heer J. van Veerd
uit Enschede, „de toekomst van ons Chris
telijk Gereformeerd Onderwijs", was in
pessimistischen toon gesteld, ofschoon er
vele blijken in en buiten den kerkdijken
kring op verbetering voor de toekomst wij
zen1. De bespreking van dit referaat brachfc
aan het licht vele bewijzen van innerlijken
gröei.
Boslotew werd tot nog meer propaganda
in de Chr. Gereformeerde gemeenten.
Als bestuursleden wérden gekozen da
heeren Stemp voort van Veenfcndaal cn
Luitwiele van Amsterdam.
EEN SOCIAAL-DEMOCRATISCH
BURGEMEESTER.... REACTIONNAIR?
De gemeente LeewarderaCeel aldus ,,Het
Huisgezin" heeft een sociaal-democrati-
schen burgemeester, den heer Jansonius.
Hij blijkt, althans nu, een practisch mart
te zijn, die oog heeft voor de werkelijk
heid en het algemeen belang.
Déswege wordt hij in de Tribune stevig
onder handen genomen als een verkapte
reactionnair.
De gemeenteraad besloot met één stem
meerderheid een nieuwe openbare school
te bouwen te "Wirdum.
De burgemeester had te voren daarvoor
gewaarschuwd en de grieven tegen het
oude schoolgebouw ergerlijk overdreven
genoemd.
To erjde meerderheid toch voor een nieu
we school had gestemd, verklaarde de bur
gemeester, dat hij ht besluit strijdig acht
te met het algemeen belang en de beslis»
sing der Kroon zou inroepen.
De Tribune is er ontzet v&n: c-rn soci-
aal-democratiscr burgemeester, die geen
f 33.000 voor een nieuw schoolgebouw wil
uitgeven en, nog snooder, bij de Kroon in
beroep wil gaan!
Is dit niet de wereld-op-haar-kop"?
De burgemeester heeft nog meer op z'n
kerfstok.
Bij de behandeling van een voorstel van
B. cn W. betreffende verlaging dor jaar
wedden en loonen van gemeente-ambtena
ren en -werklieden verklaarde de burge-
mester, in beginsel niet tegen loonsverla
ging te zijn.
't Zou al te dwaas zijn, zei de burgemees
ter, om, wanneer de malaise voortduurt
en de loonen in het particulier bedrijf al
lager en lager worden, onze geii2oente-amb-
tenaren en -werklieden zoo te bevoorrech
ten, dat hun loonen een oase werden in do
woestijn.
"Wdj veronderstellen, dat de loonen der
gemeente-ambtenaren en -werklieden to
Leewarderadeel ook thans nog behoorlijk
en menschwaardig zijn -anders zouden
wij de uitspraak van den sociaal-democra-
tischen burgemeester niet kannen onder
schrijven.
Maar in 't algemeen aanvaarttn we zijn
uitspraak, dat in dezen, mal-rise-tijd, bij
den verlaagden prijs der levensbehoeften,
bij do zware lasten die op de ingezetenen
drukken, een loonsverlaging van het over
heidspersoneel gemotiveerd kan zijn.
De Tribune roept natuurlijk schamper
uit, dab de sociaal-democraat in den aan
val op de arbeiders berust en zich aan deU
kant der reactie schaart.
De vraag is nu moer, cf de sociaal-de
mocratische pers dezelfde opmerkingen
niet zou hebben gemaakt, indien de bur
gemeester van Leeuwarderadeel goen so
ciaal-democraat ware geweest, ja, cf zo
het 'nog niet zou doen.
Het woord reactie is zoot'n gemakkelijk
woord.
Het kost zoo weinig moeite het te be
zigen en men behoeft er heelemaal niet
bij na to donken.
Maar wie verantwoordelijkheid hebberu
te dragen en die ook voëicn, laten zich
door een woord niet zoo gemakkelijk ai$
'schrikken. In ieder-geval is wel merkwaar
dig, dat het bekende gezegde: un jacobin
ministre n'est pas toujours un ministro ja;
cobin (een Jacobijn, minister geworden, is
niet altijd een Jacobijnsch minister) ook
buiten den ministerkring toepassing vindt.
Een sociaal-democraat, burgemeester ge
worden, leert de zaken van een minder
engen kantbezien en. kan het gemakke
lijke partijstandpunt niet altijd handha
ven.
En een; eerlijk man is hij, die zich va a
dat standpunt weet los te maken.
schien dezelfde vos wel, die hem al ette
lijke lammeren had geroofd, welke zich
wat al te nieuwsgierig in den moerasdool
hof hadden gewaagd. En dus vooruitl
Slechts wien zijn zelfvertrouwen begaf,
was hier verloren, zooals trouwens overal
in de wereld, die ook niet anders is dan
een groot moeras. „Bange wezel", had
zijn vader vroeger dikwijls tot hem ge
zegd, als hij aarzelde iets te doen, wat
hem gevaarlijk docht: „Sta-je er voor,
moet-je er door." En op zee, als de zeiiep.
gereefd moesten worden, had dat altijd
hem toegeklonken, en nu hoorde hij het
weer. Immer had het geholpen Daar
was de hut al; hij had ze wel is waar
rechts vermoed, en ze lag linksnu, 't
deed er niet toe.
Hier was jaren geleden de verkeerde
verstandhouding met Jan Bartels begon
nen, toen hij zonder iets" te vermoeden
eenden had opgeschrikt, terwijl de jager
in zijn schuilhoek er op lag te loeren; de
plek vergat hij nooit Als hij nu op
die ster aanhield, moest hij hij den heu
vel uitkomen; voorzichtig tastte hij met
den pols rond; het pad was hard; hij kon
er gerust over gaan. Onmiddellijk vóór
hem plotseling een heftig geplas wilde
vleugelslagen, een, woest krijschen, een
kletsen en ritselenen weer wits alles
stil.
Eenden... het kan niets anders zijn;
hij stond vlak voor 't water, en trad hij
krachtig met den voet op den grond, dan
borrelde het dof in de omgeving en klonk
de bodem hol. Dat was -de groote kolk;
blijkbaar was hij te veel zijwaarts op ge*
gaan, en de eenden, die licrn plotseling
zoo heftigen schrik op 't lijf gejaagd had-*
den, waren net. bijtijds tot zijn groot go-<
luk opgevlogep, want de kolk was diep en.
modderig en liet niets meer los, wat ze
eenmaal had vastgegrepen. Niet meer
mocht hij schrede voor schrede' doen,
maar hij moest gaan voetje voor voetje
en geen. stap kon hij zetten zonder eerst
terdege overlegd en met zijn pols gepeild
te hebben. Zoo tastend door riet cn bie
zen, zegge en wier, kwam hij langzaam
vooruit; eindelijk stond hij bij ,'t steenen
graf en leunde tegen den machtigen'
sluitsteen.
Zwaar ging zijn borst op en neer bij
*t moeiznmo ademhalen. Rondom in de af
grijselijke wijdo ruimte een diep-zwavte
duisternis: als een afgrond, waarin elke
Ivolgenide tred hem moést inslingeren.
(IV rit vervolgd.)1