abonnementsprijs Dagblad voor Leiden en Omstreken. :l''9 V' ,VJ In Lelden ere buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn 1 Per kwartaal ......f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f2.90 De crisis opgelost! De nieuwe Minister van Financiën, de heer H. Colijn heeft wat men noemt een goede pers. Enkele pers-uitingen laten wij hier vol gen. De N. R. Crt. (lib.) merkt o.ra. op: „De anti-revolutionaire partijleider is een moedig man. Doch laten wij hier aanstonds bijvoe gen: het is gelukkig, dat ons land op het oogenblik nog zulke moedige mannen telt. Immers, de crisis, waarvoor de ontslag aanvrage van Jkr. de Geer het land heeft gesteld, is er niet eene, voortvloeiende uit een persoonlijk geschil of beginsel, bet is een crisis van de Nederlandsche finan ciën, die door het besluit van den heer De Geer in een acuut stadium was gekomen. En er behoort heel wat moed en energie toe, aan het ziekbed onzer financiën als de reddende heelmeester to durven optrev- den. En toch, dat moet de bedoeling van den heer Colijn wel zijn, nu hij zich bereid verklaard heeft, de benoeming te aan vaarden. Wie geregeld heeft kennis geno men van het blad, waaraan de heer Co lijn het hoofdredacteurschap vervult, weet dat schering en inslag van menig betoog daarin, hierop neerkwam: Het „eerst noodige", „Hoofdzaak" is, „Grond- van de politiek van het kabinet" moet zijn, dat het budgetair evenwicht worde hersteld. Dit is het lied geweest door den heer Colijn in zijn blad op schier alle toon aarden gezongen, en daarbij bleek hij dan nog tot degenen te behooren, die de toe komst van 's lands financiën verre van optimistisch beschouwden. Hij is onder de eeTsten, die voor het be drag, dat bezuinigd moest worden, eene som hebben durven noemen, die de hon derd millioen verre overschreed. Ook ten aanzien van de Vlootwet, scheen de heer Colijn geneigd, zijn stand punt, dat bezuiniging als hoofdzaak moest worden beschouwd, en dus aan den opbouw van de vloot vooraf behoorde te gaan, te handhaven. „Als men de hon derd mililoen, die voor 't financieel her stel nog bezuinigd moeten worden, b e- spaard heeft dan kan het niet moei lijk zijn, bovendien nog een millioen te besparen voor den vlootbouw". Ook hier dus de besparing voorop, om daaruit de kosten voor den vlootbouw te vinden! De heer Colijn is een sterk man, doch wij vreezen nu toch, wanneer wij de oor zaak van het conflict in den minister raad, dat den heer De Geer tot aftreden hoopte, nog eens in de herinnering terug te roepen, dat hij reeds aanstonds bij zijn optreden wat van zijn krachten heeft laten schieten. Of ziet de heer Colijn kans. in de weken, die resten voor hij met zijne eerste begrooting bij de Kamer zal komen, het enorme tekort het Cen trum gewaagde van maar eventjes 140 milj. der voorloopige raming weg te werken? Heeft hij een afgerond plan, als waarop in De Standaard ook aangedron gen werd? Of heeft de heer Colijn zich tot de vlootwet laten overhalen, zonder dat zelfs maar aan deze bescheiden voor waarde voldaan is? Vervolgens wijst het liberale orgaan er op, dat men mag aannemen, dat in de handelspolitiek der regeering door het optreden van den heer Colijn geen ver andering zal worden gebracht, om dan aldus te eindigen: „Het kost ons geen moeite, den nieu wen minister van Financiën welkom te heeten, als een man van sterken wil en doorzettingsvermogen, die vroeger aan het Departement van Oorlog reeds heeft bewezen, dat hij organiseerend talent heeft, en daarmee goeds tot stand weet te brengen. Zoo hij, in hetgeen ook volgens hem de hoofdzaak moet zijn in onze bin- nenlandsche politiek zijn woorden- ge stand wil blijven en nu overgaan tot de daad, dan zal hij in dit opzicht op onzen onvoorwaardelijken bijval kunnen reke nen. i Vol verwachting klopt ons hart." De Maasbode (R. K.) spreekt van een g e 1 u k k i g e oplossing en zegt: De heer Colijn is een geboren bewinds man (hij was, gelijk bekend, van 4 Ja* ïiuari 1911 tot 29 Augustus 1913 minis ter van Oorlog, en het laatste jaar ook ad interim van Marine in liet kabinet- Heemskerk) en het wekte dan ook geen verwondering dat bij de jongste recon- strulie van het ministerie-Ruys de Bee- renbrouck na de stembus van '22 de naam van den oud-minister naar voren kwam, al achtte hij zelf den tijd toen nog niet gekomen om weder achter de Regee- rinrrstafel plaats te nemen. Dat hij zich thans daartoe verplicht re kent, getuigt vóór alles van een sterk verantwoordelijkheids-besef; want dat de financiön-portefeuillo in de huidige om standigheden geen sinecure met zich brengt, daarover zal wel geen verschil van 'meening bestaan. Het lijkt een. Sisy- phusarbeid waartoe de nieuwe bewinds man zich bereid hoeft willen verklaren. Ongetwijfeld zal deze oplossing der fi- nanöiën-moeilijklieden in den lande met 4de JAARGANG. VRIJDAG 10 AUGUSTUS 1923 No. 1008 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 een gevoel \aii bevrediging worden ont- vangen. Als financieel deskundige bij uit stek zal hij zijn erkende talenten niet zonder vrucht ten dienste stellen van de publieke zaak; als doortastend bestuur der schijnt hij bovendien in den chaos van het oogenblik de juiste man op de juiste plaats, al vraagt men zich met het oog op den uiterst precaixen toe stand f.f, of zelfs hij tegen de bergen- zware moeilijkheden zal blijken opge wassen te zijn. Want de combinatie van een ingrijpend zuinig beheer met de uitvoering der Vlootwet lijkt zoo uiterst delicaat, dat zij ons bijna niet te verwezenlijken toe schijnt. In elk geval daarvoor blijven ons de antecedenten van den nieuwen minister borg zal men van het optreden des heeren Colijn vergeefs de inluiding van een nieuwen koers verwachteu. De Nieuwe Crt. (liberaal) merkt o.m. op: „Met deze benoeming van den heer Co lijn, die het bestaan van het tegenwoor dig ministerie voorloopig redt, wordt waarschijnlijk gebroken met het 17 pet. iDezuinigingssysteem voor alle departe menten en zoo beteekent, zij een wijziging van de politieke lijn van het Kabinet. We zullen nu den 'heer Colijn het plan van het ministerie-Ruys minus jhr. mr. De Geer in zake de verdediging van In- dië zien verdedigen en dan hem de zeer moeilijke taak zien aanvaarden van „het mes er in te zetten." „Er", dat zijn do andere uitgaven. Welke? Die voor ons duur sociaal ge- wetgever? Of die voor onze nationale tweedracht: de schoolpolitiek? Bij beide zijn bezuinigingen aan te brengen. En zoo de nieuwe minister, zijn oog eens wil. laten gaan over de Rijksaankoopen van allerlei gebouwen, die duur worden ge tocht om nóg duurder verbouwd öf ongebruikt gelaten te worden, wanneer hij de commission zonder hal, die ons land bedekken, wil bezien met scherpen blik, dan heeft hij allicht gelegenheid om zuinig te beheeren, al zal hij dan mis schien toch nog de 140 millioen bespa ring niet bereiken, die, naar men zegt, voor de begrooting van 1924 noodig zul len zijn om haar sluitend te doen zijn. Colijn, de man van de Vlootwet, tevens .bezuiniger. Zijn taak is geweldig; maar hij is een man van kracht. En daar hij, bij den wankelen staat van het Kabinet- Ruys als tijdelijk redder optreedt, zal bij in dat Kabinet een overwegenden invloed hebben en vermoedelijk de minister-pre sident achter de schermen zijn." De Residentiebode (R. K.) ziet in deze oplossing der crisis een wijziging in de signatuur van het kabinet en wel zooda nig, dat het blad zou willen spreken van het derde ministerie-Ruys de Beeren- brouck. „We krijgen nu niet op de allereerste plaats een financier op den Kneuterdijk, maar een dictator, een man die onge twijfeld in regeerkracht zal aanvullen •wat den heer De Geer blijkbaar ontbrak. Of dit de figuur zal zijn, die wij op dit oogenblik noodig hebben? Of de heer Go- lijn de man zal zijn, die de veiligstelling ►van den gulden handhaaft en tevens de veiligstelling van onze volkskracht? Een gemakkelijke taak -is dit niet, zelfs wanneer men. beschikt, zooals de heer Go- lijn, over buitengewone talenten. Eenige vrees hebben we wel, dat de heer Colijn niet het snoeimes zal hanteeren daar, waar wij dit het liefste zagen. Want de heer Colijn is behalve een fi nancier en econoom ook militair, en de blijde verwachtingen, die hij aanvanke lijk hier heeft gewekt in zijn rede van 8 Nov. van het vorige jaar, heeft hij op 17 Nov. d.a.v. weder geheel vernietigd. Toen sprak hij een dreigend woord tot de Regeering, omdat zij het bezuinigings mes in de legerorganisatie-Van Dijk reeds te ver had gezet, en letterlijk zeide hij toen: „Ttot verdere medewerking in die richting hen ik niet bereid". De vraag is daarom gewettigd, of de heer Colijn, indien hij op die wijze de 150 millioen per jaar bezuinigen, wil, wel altijd een meerderheid in ons parlement zal kunnen vinden en of conflicten dan wel zullen uitblijven. Dit zijn enkele vragen, die zich bij de oplossing van deze crisis aan ons voor doen. Of het kabinet door deze jongste wijzig ging wordt versterkt, betwijfelen we. Een kabinet van krachtige re geerders is nog niet altijd een regeerkrachtig kabinet". De Telegraaf (Vrijz.), om daarmee voor vandaag de besluiten, schetst den heer Colijn als de sterke, vierkante man, die zijn krachten niet ongebruikt zal la ten, aan wiens intree het zijns inziens noodige zal zijn voorafgegaan de aan vaarding der door hem gestelde voor waarden. We weten er niets van, niette min weten we hot allen even zeker. Voor waarden, mag men er aan toevoegen, die van het kabinet RuysII weinig minder zullen maken dan: een kabinet Colijn Huijs. Dit beteekent echter volgens dit blad geen vooruitgang, want: „Wat wint het kabinet in hem als lid, wat wint het land in hem als beheerder der schatkist? De oorsprong van de thans opgeloste ministercrisis licht er in één opzicht met angstwekkende duidelijkheid over in: Colijn neemt de financiering der Vloot wet op zich. Het driemanschap Ruys Van KarneheekWesterveld heeft daarin meer dan den „vierden man" in het spel gekregen: Colijn, door zijn hoekige schou ders onder deze wet te zetten, wordt er de gangmaker van. 't Kan de kansen der Vlootwet slechts begunstigen. Want wel moet er begrijpen we iets van de Kat holieke' psyche in, deze groep, van wel ke de beslissing afhangt, meer innerlijke weerstand gevoeld worden tegen een man als Colijn dan tegen iemand als De Geer. Maar wie daaruit de hoop mocht putten, dat dan ook de Roomsch-Katholieke te genstand tegen de Vlootwet na deze be noeming zou wassen in kracht, rekent o.i. buiten den waard: den zakenman Colijn. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen dat hij het zetel-aanbod van den Katholieken premier zou hebben aanvaard, zonder dat hem de steun der Katholieke fractie is gegarandeerd. Is deze hypothese juist, dan lijkt ons de Vlootwetramp vrijwel onafwendbaar." STADSNIEUWS Huldeblijk aan H. M. de Koningin. Na het laatste bericht is nog oen belang rijk bedrag voor bovengenoemd doel inge komen. Daar de Penningmeester thans gaarne zijne rekening wil afsluiten, wor den zij, die door de een of andere reden nog verzuimd hebben hunne bijdragen in te zenden verzocht dit alsnog ten spoedig ste te doen,, hetzij door het bedrag direct aan den Penningmeester de heer Aug. L. Reimeringer, Rapenburg 106 over te ma- ben of het op zijn Postrekening no. 1780 te storten. Tentoonstelling van Grachten en Wateren Sted. Museum „De Lakenhal". Met genoegen voldoen wij aan een tot ons gericht verzoek de aandacht te ves tigen op een tentoonstelling van buiten gewone aantrekkelijkheid, welke in de maand Augustus in „De Lakenhal" wordt gehouden. Van de vacantie der Rijksmusea heeft men een dankbaar gebruik gemaakt, om een, zooals niet volledige, dan toch uit gebreide collectie etsen, crayon's en photo- graphieën van Leiden's Grachten en Wa teren bijeen te brengen. Temeer waar deze laatsten momenteel in het brandpunt der publieke belangstel ling staan, mag deze expositie, welke twee zalen van het nieuwe gedeelte der „Lakenhal" omvat, met recht actueel worden genoemd. Met evenveel recht zou de tentoonstel ling kunnen worden betiteld met „Leidefi oud en nieuw", omdat een uitstekend beeld wordt gevormd van de veranderin gen in het stadsaspect. Achtereenvolgens zien we in beeld bet Galgewater zooals het zich in 1780 ver toonde en hetzelfde water in zijn tegen woordige gedaante met tusschenliggende stadia. Oudere Leidenaars zien hun herinne ring opgefrischt bij 'n photo van de oude paardentram over de oude Blauwpoorts- brug, het Kort Rapenburg met de Paar- desteeg vóór de verbreeding, terwijl de liefhebber van oude prenten te gast kan gaan aan een mooie kopergravure uit 1748 van de Aalmarkt. De omgeving van de Waag en de Visch- markt is in de oudere prentkunst al hij zonder goed vertegenwoordigd, en alleen dit hoekje van de tentoonstelling is reeds een bezoek overwaard. Het doek, waarop de 3 October-feesten van 1921 (de aankomst van de Zeeuw- sche vloot aan de Waag) zijn weergege-» ven, van onzen bekenden stadgenoot L. v. d. Vlist geeft een bijzondere bekoring aan het geheel en is in deze omgeving zeker op zijn plaats. Achtereenvolgens worden we door oudere of nieuwere afbeeldingen verder gevoerd naar Botermarkt, Nieuwe Rijn, Utrechtsche Veer, Haven, Heerengracht, Waardgracht, Rapenburg en Vliet. Van de Steenschuur voor het springen van het kruitschip zijn enkele fraaie et-; sen en een mooie opticaprent aanwezig. Het Levendaal er zijn toch ook wel mooie penteekeningen van is wel wat karig bedeeld, terwijl d.e.t. de Mare een leeuwenaandeel heeft. Zonder te kort te doen aan de tentoon gestelde werken, waarbij voor als P. C. la Fargue naar voren komt, meenen wij toch dat men op de oudere, inderdaad schilderachtige Maregezicnten geen cuclu--. sie mag trekken voor den tegenwoordi ge lijd. De nieuwe tijd heeft juist in dit stads gedeelte dermate ruïneus gewerkt, dat do waarde van de Mare voor zoover het schilderachtige stadsbeeld aanbelangt, vrijwel tot nul is teruggebracht. Gaarne nemen wij evenwel aan, wat ons werd verzekerd, dat 't de samenstel lers van de tentoonstelling ni£t te doen is geweest in de dempingskwestie partij te trekken. Besluiten wij met te memoreeren de buitengewoon fraaie collectie singelge zichten. Een woord van hulde tot den gemeen te-archivaris, Dr. van Oevrvoorde, direc teur van het museum en een aanbeveling aan onze lezers een bezoek aan deze in teressante tentoonstelling te brengen, is hier zeer zeker op zijn plaats. De toegang is kosteloos! Afscheid Landstormers. In het Cbr. Militair Tehuis aan den Morschweg, hebben de vertrekkende land stormers gisteravond op feestelijke wijze afscheid genomen van wat hun wellicht de liefste herinnering aan Leiden bood, van bet Tehuis en zijn wakker bestuur. Dit laatste had er ook nu weer op loffe lijke wijze voor gezorgd dat de laatste avond in het Militaire Tehuis voor de jon gens een onvergetelijke werd. Velen waren gekomen en konden genie ten van al het schoone en het goede dat op velerlei manier werd geboden. Voor fijne muziek, die bij zulke gele genheden de ziel van het werk is, werd zorg gedragen door Mej. J. Boekkooij, die het gehoor der aanwezigen streelde met haar pianomuziek, daarin bijgestaan door Mej. A. v. d. Reijden (zang) terwijl zich onder de militairen eenige violisten be vonden, die zich evenmin onbetuigd lieten. Het spreekt vanzelf, dat de jongens die zoo vele avonden in het Tehuis hadden doorgebracht, die niet zonder meer vaar wel zegden, maar hun dankbaarheid uit ten, en wel in verschillende toespraken welke werden gehouden. Behalve door de musici werd voor een aangename afwisseling gezorgd door den heer van Ham, die enkele schoone voor drachten hield. Vergeten we niet dat voor de noodige tractatie was gezorgd en dat de fa. Kupe- rus gratis haar beroemde Manda G. K.- limonade den jongenB aanbood. De Kamer van Koophandel en Fa^ brieken voor Rijnland, gevestigd alhier, is aangezocht door de Kamer v. Koophandel te Gouda om samen te werken tot spoedi ge tot standkeming van dien spoorweg Gou daBoskoopAlphen aan den Rijn. De heer A. G. Groenboff alhier, slaag de te Utrecht voor het examen Fransch M. O. A. Zekere S., die alhier was aangehou den wegenis het toebrengen! van zwaar lichamelijk letsel aan zijn schoonzuster, is ter beschikking van de Justitie gesteld. Op den boek van de Kloksteeg en de Nieuwsteeg werd gisteren een meisje aan gereden door een met 'n paard bespannen wagen welks bestuurder geen voldoende ruimte liet tusschen den muur en het voertuig. Het rijwiel, waarop het meisjes was gezeten, werd ernstig bescha digd, maar gelukkig bekwam bet meisje zelf geen letsel. Op het erf van den houthandel der firma v. Hoeken aan de Waardstraat bad hedenmorgen een niet ernstig ongeval plaats. De los-werkman v. d. W., was bezig zijn werkzaamheden te verrichten, toen daarbij oen stapel kistplanken omviel en v. d. W. er met zijn been ónder geraakte. Hij werd per auto van den E. H. D. naar het Acad. Ziekenhuis gebracht waar bij onder zoek bleek dat een enkel was gekwetst. i—Het Leidsche Parfumerieën gebrui kend, en inzonderheid ons dames-publiek is 'n goede inrichting op dit gebied rijker geworden, waar Mej. Jo Wijnbeek he denavond in 't perceel op de hoek van de Pietesrkerkstraat en de Diefsteeg 'n fijne zaak opent, met daaraan verbonden da-- mes-kapsalon. Mej. Wijnbeek beeft reeds veel ervaring in dit vak opgedaan, en wist dit, zooals ons bleek, aanvankelijk reeds in de inrich ting van haar zaak doen uitkomen. De winkelruimte is royaal; biedt gele genheid te over voor doelmatige uitstalling en maakt een degelijken indruk. Behalve over de reeds genoemde salon beschikt de eigentaresse over een gezellige wachtka mer, welker inrichting evenmin niets te wenschen overlaat. Mej. Wijnbeek zal baar zaak spoedig populair weten te maken. Wij vestigen de aandacht op het zwemfeest van de Ver. ,,De Zijl", dat mor genmiddag te 3 uur aan de Zweminrichting bij het Warmonderhek wordt gehouden. Het programma is aantrekkelijk, terwijl er om de fraaie prijzen die uitgeloofd zijn, wel heftig zal worden gekampt. Nu deze wedstrijden niet op Zondag worden ge houden, kan een bezoek aangeraden wor den. ADVERTENTIE. PRIJS "\Goiyono advertentiSn per fegël 22X een Opgezonden Mededeeliagen, dabVel tariefj Bij contract, belangrijke reductie. Kleine adVertentiën bij vooruitbela^ ling van ten hoogste 30 woorden, wordeï Jdagelijks geplaatst ad 50 cent. j Aan het Zoeklicht Leiden 10 Aug. 1923. Eeigenaardig gaat het toch in sommiga gemeenten met de verkiezing van wethou» ders. Van enkele plaatsen las ik, dat men voornemens is het aantal wethouders met een te vermeerderen. In andere plaatsen darentegen over-* weegt men het aantal leden te verminde-* ren. Opzichzelf-is dat niets bijzonders. Het trok echter mijn aandacht dat er in dergelijke berichten nooit sprake is van het gemeentebelang, maar al-» leen van de belangen der verschillende partijen. Hier wordt het aantal zetels uitge-» breid om een der nog niet of niet voldoen de vertegenwoordigde fracties een zetel of een extra-zetel toe te kennen. En daar wordt een opzickzelf gewensch* te uitbreiding tegengehouden, omdat men het dan over de zetelverdeeling niet eens kan worden. Dat met de sterkte der partijen rekd ning wordt gehouden spreekt dunkt ulv van zelf. Maar het moet toch dunkt me niet w r- komen dat alleen om aan zekere v,.n- schen tegemoet te komen of gevoeligiie-» den te ontzien bet aantal zetels wordt vermeerderd of ingekrompen. OBSERVATOR. BIHMEMLABaB Minister Colijn. De nieuwe Minister van Financiën, de lieer H. Colijn, zal, naar het Handels blad meldt, morgen reeds worden be- ëedigd. [Wij hebben, zegt dit blad, den nieuwen minister op zijn landgoed „De Hoog-» straat" te Leersum een bezoek gebracht, in de hoop een persgesprek met hem te kunnen hebben, maar „alles heeft zijn bestemden tijd, en mijn tijd van spreken is nog niet gekomen", aldus de beer Go-i lijn. Ambtsgewaad voor vrouwelijke Kamerleden. De firma C. Farwick-Ariëas te 's-Her- togenboscli heeft den heer Herman Moer kerk aldaar een ambtsgewaad voor vrou welijke Kamerleden laten ontwerpen. De firma is daarbij uitgegaan van de ge* doekte, sloffage en garneering in overeen stemming te brengen met het bestaande ambtsgewaad voor leden van de Eerste en de Tweede Kamer. Dit ontwerp-ambtsge- waad is thans aangeboden aan den voor zitter der Tweede Kamer met verzoek, het voor de leden ter visie te leggen en een punt van bespreking te doen uitmaken in de Tweede Kamer. Prov. Staten van Zuid-Holland. Het Centraal Stembureau voor de ver* kiezing van de leden van de Prov. Sta* ten van Zuid-Holland zal, ter voorziening in de vacature in de Prov. Staten ont* staan door het ontslag nemen van den heer E. J. J. van der Heijden, op Woensdag 15 Augustus a.s. des n.m. te 2 uur in het Raadhuis een openbare zitting houden. Straatweg Gouda—Bodegraven. In de gehouden vergadering van de Ka* mer van Koophandel en Fabrieken te Gouda, was van Ged. Staten van Zuid* Holland een schrijven ingekomen hou-» dende mededeeling, naar aanleiding van een door de Kamer gedane klacht over den toestand van den straatweg Gouda Bodegraven, dat die toestand bij voort-» during de aandacht van Ged. Staten heeft en dat de opbrengst van de tolheffing over 1923 en 1924 nagenoeg geheel lie sleed zal worden door de commissie van dien straatweg voor wegvevbetering en dat eerstdaags de aanbesteding zal plaats hebben. In verband met de spoorwegverbinding GoudaAlphen werd besloten om in sa menwerking met de Kamer te Leiden to trachten te komen tot zoo spoedig moge lijke totstandkoming van dien spoorweg en tevens te wijzen op de wenschelijkheid van een verbinding te water van het sta* tion te Waddinxveen. Colijn''.» opvolger in de Kamer. Indien de heer Colijn, na zijn benoe ming tot Minister van Financiën voor zijn Kamerlidmaatschap zal bedanken, wordt zijn opvolger in het parlement de heer H. A. Leenstra, landbouwer te Has- kerhorne, lid der Provinciale Staten van Friesland. Het tekort o> de begrooting. Het bericht over de 140 millioen tekort op de begrooting voot 1924 verdient, zegt het Handelsblad, eenige toelichting. Op zich zelf is het juist en het tekort was aanvankelijk zelfs nog grooter, n.L 147 mililoen, waarna het tot 140 is terug gebracht doordien er nog 7 millioen meer uit de middelen bleek te halen. Doch naar wij meenen te weten is da begrooting in tegenstelling tot wat ge-» v bruikelijk is, nog steeds niet bij den Raad. van State ingediend, zoodat er zoor waar-»' schijnlijk nog wel wat cp besnoeid zal worden. Te meer nu de onderhandelingen tus- schcn de Regeering en den heer Colijn (dio een voorstander is van het snol in* i voeren der Vlootwet), naar wij vernemen, loepen over zeer practische bezuinigings-*'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1