Aan hei einde der Week H arding is_dood. Temidden van zijn arbeid werd hij door den dood van zijn post afgeroepen. Ycr van huis, in San Francisco werd hij, terwijl niemand het verwachtte, op geroepen. President Harding was op reis gegaan om de zaak van een der belang rijkste instellingen van den Volkenbond, het permanente hof van internationale justitie voor het volk te verdedigen en de aansluiting van Amerika te bepleiten. In tal van plaatsen van beteekenis zouden door hem redevoeringen over dit onderwerp worden gehouden. Maar het heeft niet mogen zijn. De dood die niemand ontziet en tegen wien geen vorst of president zich kan verzetten, klopte aan zijn venster. Aanvankelijk scheen het, dat zijn le ven zou worden gespaard. Naar het oordeel der doktoren was het gevaar geweken. En zijn vrouw, die hem uit een tijd schrift een belangrijk artikel voorlas, dacht aan geen scheiding. Plotseling een kleine schok, een nauw merkbare rilling en het was gedaan. President Harding was opgeroepen om te verschijnen voor God, den vorst en gebieder ook van de hoogst geplaatste volken der aarde. - Harding is dood. Maar het leven gaat door en stelt zijn eischen. De vice-presiden tCalvin Goolid- g e heeft reeds den eed als president af gelegd en- Hardings taak overgenomen. In Europa heeft men nauwelijks tijd zich met deze presidentswisseling bezig te houden. Daar zijn andere, meer dringende aan gelegenheden, die de aandacht vragen. B a 1 d w i n, de Engelsche premier heeft in het Lagerhuis een verklaring af gelegd omtrent de verhouding van de ge allieerden en het schadevergoedings^ vraagstuk. Wij maakten er reeds melding van. Uit deze verklaring bleek weer op nieuw, dat Europa critieke dagen door-* leeft. -•'*•! Een oplossing van de crisis, werd hier echter niet geboden. Er is tusschen Engeland en Frankrijk omtrent de te volgen gedragslijn een groot verschil van opvatting. Toch blijft men nog steeds op hoop, te gen hoop op een gezamenlijk optreden aansturen. Of 't echter gelukken zal? Niemand die 't zeggen kan en ook nie mand die beoordeelen kan of een open lijke breuk gewenscht is. Engeland maakt bezwaar Frankrijk te volgen omdat het de ineenstorting van Duitschland vreest. - Maar een breuk in de Entente betee- kent tevens, dat Frankrijk in Duitsch land de vrije hand krijgt Zal dat zijn in het belang van Duitsch land en in het belang van den Engel- schen handel? Geen wonder dat de Engelsche regee ring aarzelt. Maar ook geen wonder dat men in Duitschland, dat een aanmaning kreeg cm het lijdelijk verzet te staken, over dit aarzelen tamelijk slecht te spreken is. De Duitsche pers spreekt de hoop uit, dat in de Woensdag te houden zitting van den Rijksdag aan Baldwin e.a. alle illu sies omtrent het stopzetten van het lijde lijk verzet zullen worden ontnomen. Zoo blijft de strijd en de onrust in Europa voortduren en schijnt van een oplossing in welken zin dan ook, nog geen sprake te zijn. Onze Koninklijke Familie is van haar vacanlie-verblijf in Engeland terugge keerd en bereidt zich thans voor om straks met ons volk het regeeringsjuhi- leum te vieren. Ook de regeeringsz o r g e n zullen straks weer drukken. In de vacature ontstaan door het aftrek- den van den heer de Geer is nog niet voorzien en het zal nog zeer de vraag zijn of het bij deze ministercrisis- zal blijven dan wel of daaruit een Kabinets crisis zal volgen. Bovendien, de vraagstukken die aan deze crisis ten grondslag liggen zijn nog niet opgelost. De klaagmuur te Jerusalem. Prof. Obbink heeft onlangs ©en bezoek gebracht aan Palestina. Aan een zijner reisbrieven in ,,Bergop- waarts" is het volgende ontleend: „Ik sta in het algemeen uiterst secptisch tegenover de meeste „heilige" plaatsen1, omdat ik maar al te goed weet dat allerlei gebeurtenissen uit Oud en Nieuw Testa ment maar ergens „gelokaliseerd" zijn zon der eenigen grond. En als men twijfel oppert aan de juist- heid daarvan, dan antwoorden Roomsclïen1, Grieken, Armeniërs en Kopten als uit één mond, bewijs maar eens dat 't niet juist isl Ze weten best dat dat cveni onbewijs baar ia als dat het wèl juist is. En zoo hebben ze 't apel gewonnen en exploitee- ren er lustig op los. Hoe lichtvaardig men met die z.g.n, hei lige" plaatsen te werk gaat, blijkt mis schien wel het duidelijkst te Nazaret, waar de „werkplaats van den heiligen' Jozef" wordt geëxploiteerd. In 1750 werd dit plekje door de Franciskanen gekocht, in 1858 werd er een kapel op gebouwd, maar nu pas hebben diezelfde Franciska- nens vlak er naast ©en! mooie nieuwe „Jo zefkerk" gesticht, waarin een' ruimte, die nu wordt getoond als Jozefs werkplaats! En ze nemen het den' Grieken niet wei nig kwalijk, dat die dichtbij ook een kerk hebben, waarin Jozefs werkplaats ligt, en zeggen dat do Grieken het doen om er geld uit te slaan. Die Grieken toch ook! 'Precies het zelfde wordt tc Jeruzalem gespeeld. ,j Men wijst er het huis van Pilatus op ïerschillen,dc plaatsen, 't liuis vaa Joachim j En dan is er de economische nood van «ns volk die de grootste aandacht vraagt. Geen wonder dat II. M. op een sobere feestviering heeft aangedrongen. Bij alle reden tot verheuging, mogen we den thans helaas donkeren achter grond der dingen niet uit het oog verlie zen. EEN NIEUW WATERSPORT-APPARAAT TEVENS BESTEMD DRENKELINGEN TE REDDEN. De zwemmende Kreupelbeenen nemen tot heden hun toevlucht tot een paar kur ken. Niet zelden verhuizen die echter naar de beenen of verliest men ze, al spartelen de. Bij het hierboven afgebeeld apparaat, de „zwcmschuit", kan dit niet passeeren. In vele badplaatsen zijn apparaten van dit of soortgelijk type eveneens opgesteld, om bij dreigend gevaar een geoefend zwem mer het reddingswerk te vergemakkelijken SiNNEBiLABSO De Vakcentrales en de Vlootwet. Naar wij vernamen, heeft het bestuur van het GhrS Nat. Vakverbond de leiding van het Neutrale Verbond meegedeeld, dat het geen aanleiding vinden kan thans deel te nemen aan eene bespreking om te komen tot eene agitatie tegen de Vloot wet. Het G. N. V. merkt in zijn schrijven aan het A. N. V. o.m. op, dat besprekin gen over de aangelegenheid-in-kwestie alleen doelmatig kunnen zijn, wanneer men beschikt over kennis der positieve plannen der Regeering. En die schijnt schrijft het C. N. V. het A. N. V. te be zitten, daar het anders onmogelijk spre ken kon „dat onderwijs, volksgezondheid, sociale voorzieningen, zelfs redelijke loo- nen der overheidsdienaren zullen worden opgeofferd aan het bezit van een vloot", woorden, welke het A. N. V. toch niet kan neergeschreven hebben, zoo die slechts op veronderstellingen zijn ge bouwd. Daarom verzoekt het C. N. V. aan het N. N. y. beleefd om nadere in lichtingen. Naar gemeld wordt, plaatst het bestuur van het Bureau voor de R. K. Vakorga nisatie zich op hetzelfde standpunt en heeft het geantwoord, dat de vraag, of er aanleiding zou kunnen bestaan om een bepaald standpunt in te nemen met be trekking tot de plannen der Regeering, naar zijne meening eerst dan overwogen kan worden, wanneer bekend is, welke houding door de Regeering wordt inge nomen. Een oogenblik aannemend, aldus het Vakbureau bestuur, dat de Vakbewe ging geroepen zou kunnen zijn zich met deze zaak, welke niet vrij is van politiek, in te laten, in elk geval moet toch vóórop staan, dat men precies weet, .waartegen geageerd wordt. Rijkssteun voor woningbouw. Naar de Ned. verneemt, heeft .de minis ter van arbeid bepaald, dat er in de maand Augustus geen steun vanwege het rijk verleend mag worden voor den bouw van groote complexen woningen, in ver band met de zeer hooge steenprijzen, die in den lata sten tijd met ongeveer f 10 per 1000 zijn opgeloopen. Dit besluit geldt zoowel voor denl^ bouw ingevolge de Wo ningwet als voor den premiebouw. en Anna, de ouders van Maria, de moeder van Jezus, de ecce-hemo-boog, de plaats Waar Nikodemus Jezus' lichaam balsemde, de plaats waar Maria Jezus voor 't eerst na de opstanding zag, de pilaar waaraan Jezus gebonden werd bij de geeseling, de plaats waar Jakobus werd onthoofd, de „opperzaal", waar het laatste avondmaal plaats vond, waar de voetwassching plaats had, de plaats waar het huis van Kajafas stond, de plaats waar de profeet Nathan Salomo tot koning zalfde (1 Kon. 1:38), de boom waarin Jesaja aan stukken is ge zaagd (Hebr. 11 vers 37), de plaats waar Judas Jezus den verraderlijken kus gaf, de plaats waar Jezus aan zijn discipelen het „Onze Vader" leerde, en.z enz. Al cïeze, door roomsche en grieksche priesters uitgebuite heilige" plaatsen konden mij maar weinig interesseeren. Andere was het met de z.g.n. „klaag- plaats der Joden", van het Joden- kwartier gescheiden door ©en kleine, fana tieke Mohammedaan,sche wijk. Jenizalem is n.l. verdeeld in vier kwar tieren; in het Noordwestelijk deel der stad wonen de Grieken; in het Noordoostelijk deel de Mohammedanen; in het Zuidwes telijk deel de Armeniërs enl in het Zuid oostelijk deel do Joden. Do klaagmuur ligt in het Zuidoostelijk deel, maar vlak daar tegen aan liggen de nauwo kronkelstraatjes der Mochrebïn- Moslims, die oorspronkelijk üit Noord- Afrika komen. Slechts door hunne vuile nauwe straatjes heen is de klaagmuur te bereiken. Ik benl er eenigo keeren geweest, een maal in gezelschap van prof, Thierry, en eenigq keeren ook 'a avonds heel laat bij Aardappelen voor het Roergebied. Do Duitsche TCgeering heeft ten behoe ve van het Roergebied de beschikking gekregen over 20.000 ton Nederlandsche aardappelen, die door Duitscho kooplie den aldaar zijn aangekocht en waarvan de verzending eerstdaags zal beginnen. De Duitsche gezant in Den Haag en een speciaal daarvoor uit gezonden regee- ringscommissaris znllen het oog houden, op de verzending en distributie over de verschillende streken, terwijl tevens de prijs, waarvoor de aardaapelen naar Duitschland worden geleverd onder re-r geeringscontróle zal geschieden. Dc specialisering der medische wetenschap. Aan een Londenschen brief in het Han- delsbl. over bovenstaand onderwerp is het volgende ontleend: Groot is de Wetenschap. En zij wordt al maar grooter. Ze groeit uit do kleeren. Liever gezegd; ze groeit het hoofd te bui-; ten der mannen van wetenschap. Vroeger hadt ge humanisten, die eigen lijk alles wisten, wat geweten weTd. Dat kon toen, omdat men destijds, een eeuw of twee geleden, betrekkelijk zoo weinig wist. Maar nu: help me, de grootste top kan al onzo wetenschap niet meer op. Elk vergenoegt zich met een enkel hapje. En dankrijgen er velen toch nog indigestie. Elk van die happers is een specialiteit. De wetenschap staat in het teeken der specialiseering. Ook de medische wetenschap reeds, al is die nog zoo jong, dat ze amper weten schap mag heeten. Bij iedere lichaams- of geestesafwij- king schier staat een dokter op wacht post; de specialiteit. En die verschillende specialiteiten weten vaak van malkanders terrein een bitter beetje. Ze interesseeren zich er soms haast niet voor. Ze zien er op neer. Ik heb een beroemden zenuwarts gekend, die van zijn buurman, een beroemden dokter voor huidziekten, sprak als van een baas in het leerlooiersvak.:. Foei toch! Wel maar het kan niet anders. Ze zitten allen zoo diep in hun eigen hoogst belangrijke onderdeelsonderzoek, dat ze geen kracht meer over hebben om te besteden aan het onderdeelsonder zoek van anderen. Dat kweekt eenzijdigheid. En eenzijdig heid is lamentabel. Vooral omdat ons corpus één is, en niet slechts ons corpus, maar wij heelemaal, geest en lichaam beide, één en ondeel baar. Steeds meer ontdekt men, hoe ver rassend alles op het intiemste samen hangt en vice-versa reageert. De medische wetenschap is één. En toch kan één enkele dokter haar lang niet meer aan. Dan zendt hij u naar 'n specialist. Maar dikwijls zendt hij u naar den verkeerden specialist, naai* eenen, die op uw eigenlijke kwaal slaat als een. tang op een varken." - -• Het is niet de éérste maal dat op de ver doorgevoerde'specialiseer-ing van de wetenschap gewezen wordt. Toch komt het ons voor, dat hier wel eenige overdrijving in het spel is. Het optreden der specialisten in de me dische praktijk, is een groote vooruit gang. Eén man kan niet de gansche me dische wetenschap, ook maar van verre overzien. Daarom hebben we dankbaar te zijn dat op dit gebied, een werkverdeeling is tot stand gekomen. De mogelijkheid bestaat natuurlijk dat daarvan misbruik wordt gemaakt. Maar bij hoogstaande geneeskundigen zooals ons land er gelukkig vele kent, die gaarne en vaak met goed gevolg samen werken om gevreesde ziekten te bestrij den, schijnt ons dit gevaar minder groot, dan 't menigmaal wordt voorgesteld. LEICSCHE PENKRASSEN Amice. In onze „Nieuwe Leidsche", waarvan tot mijn vreugde deze week het duizend ste nummer mocht verschijnen, hebt ge kunnen lezen dat de eerste phase van de wethoudersverkiezing hier achter den rug is en dat reeds drie van! de vier can- didaten definitief zijn aangewezen. Dit alles wijst er op dat de oude Raad zijn tijd heeft gehad en dat vcor hem de "tijd gekomen is "om voor hot nieuwe col lego plaats te maken. We krijgen mis schien nog een vergadering waarin de vertrekkende leden officieel afscheid ne men en dan heeft deze Raad zijn taak volbracht. De nieuwe Gemeenteraad zal een' heel ander beeld vertoonen dan het tegenwoor dige college, vooral als wo aandach l schon ken aan de wethouders die rechts van den burgemeester plaats nemen en aan do A. R. fractie, die tot nu toe althans links van den burgemeester haar plaats had en die niet minder dan drie van hare •leden niet zal zien terugkeeren. Onder hen die straks afscheid zullen nemen behoort ook de heer de Lange, onze oud- wethouder van Financiën, die gemeend heeft zich in verband met zijn gezondheidstoestand, bij de gehouden verkiezingen niet meer beschikbaar te moeten stellen. In den heer de Lange, wiens heengaan door zeer velen wordt betreurd, verliest onze Gemeenteraad een man van dege kennis, groote nauwgezetheid en werk lust en met veel liefde voor het welzijn van de Gemeente. Er zijn verschillende typen onder de Raadsleden. Er zijn er, die weinig spTeken, óok omdat zij van de onderdeelen van de Gemeentehuishouding en van do onder werpen die in de Raadsvergaderingen aan de orde komen, maai' zeer oppervlak kig kennis hebben. Er zijn anderen, die tot de zwijgers be- hooren niet omdat het hun aan de noodi- ge kennis mangelt, maar wijl het hun moeilijk valt in het openbaar-het woord te voeren. Tegenover de zwijgers staan de veel sprekers, die geen gelegenheid om het woord te voeren laten passeeren, mis schien om op die wijze de aandacht te trekken van de tribune-bezoekers of het krantenlezend publiek of misschien ook wel om zoo het gebrek aan deugdelijke aremmenten te bemantelen. Tot geen van deze categoriën kan de heer de Lange worden gerekend. Hij is iemand die gaarne aan de de batten deelneemt, maar die geen behoef te heeft aan lange redevoeringen, omdat hij do zaken waarover hij spreekt onder de knie heeft, en de kunst verstaat om kort en bondig op duidelijke wijze zijne argumenten naar voren te brengen. Tot de loden die zich alleen gemeen tebestuurder gevoelen gedurende de open bare raadsvergaderingen behoort de heer de La.nge niet. Altijd zijn de punten die aan de orde komen grondig bestudeerd en wanneer hij niet volkomen op de hoogte is, dan zal hij er niet aan denken zich in het debat te mengen. Van niets heeft hij zoo zeer een afkeer, dan van gepraat in de ruimte. Het was d!an ook geen wonder amice, dat in 1899 kort na de annexatie van een gedeelte van Zoeterwoude, waardoor de heer de Lange ingezetene van Leiden was geworden, de A. R, partij bèslag op; hem legde en hem als een van hare ver tegenwoordigers, naar den Raad afvaar digde. Al heel spoedig nam hij hier een posi tie van beteekenis in, zoo zelfs, dat hij enkele jaren later door de rechtsche frac ties voor het wethouderschap werd aan gewezen. Dit besluit werd niet uitgevoerd. Toen het op stemmen aankwam werd onze candidaat onbegrijpelijkerwijzc gepas seerd. Mijn bedoeling met deze herinnering is niet, deze pijnlijke kwestie weer opnieuw op te rakelen. Ik wijs er alleen op, dat het jammer is, dat toen tot schade van het algemeen belang deze uitnemende kracht niet een plaats kreeg in het col lege van B. en W. In 1903 werd de heer de Lange be noemd tot burgemeester van Oudshoorn, welke plaats hij enkele jaren later ver wisselde met Nijkerk op de Veluwe. Het was hier dat de heer de Lange zij ne volle kracht tentoon spreidde. Kwes ties die jarenlang deze gemeente hadden verscheurd werden onder zijne voorzich tige maar vaste leiding tot oplossing ge bracht. De oorlogsjaren hebben hier veel van zijne krachten gevergd. Er was in die da gen veel wijsheid en overleg noodig om do bevolking van het noodige te voor zien én levens do Gemeente voor to grotM te uitgaven te vrijwaren. Dal zijn onvermoeid pogen evenwel, succes had, kan hieruit blijken, dat oen',' Nijkerker criticus die altijd gaarne in do contramine was, mij enkelo jaren gele den verklaarde: wat de heer de Lange voor Nijkcrk geweest is, hebben we pas begrepen, nadat hij deze gemeente ver-; laten had. De vele beslommeringen gedurende de oorlogsjaren hebben veel van do krach-» ten van den heer de Lange gevorderd. Een ander zou zichzelf misschien heb-- ben gespaard, en een deel van het werk aan een ander hebben overgedragen,, Niet alzoo de heer de Lange, die nu eeiv; maal niet iemand is, die het met zijj plicht op een accoordie lean gooien. En zoo nam hij ontslag als burgernees-i ter om zich opnieuw te Leiden te vestig gen. Indien het zijn voornemen is geweest hier een ambteloos leven te leiden, dan is dat voornemen niet volvoerd. Van allo kanten werd beslag op hem gelegd. Do Geref. Kerk vroeg zijn kracht als ouder ling, de Geref. Schoolvereeniging kooc hem als haar bestuurslid, in de A. R. Kiesvereenging werd hij tot tweeden; voorzitter benoemd en op 11 Juli 191S werd hij opnieuw tot lid van den Leid- schen Gemeenteraad gekozen, waar ine' zonderheid de financieele aangelegen hei den zijne belangstelling trokken. Voor B. en "W. scheen de hëer de Lan ge meer dan eens ietwat lastig wat mee soms ook vrij duidelijk liet blijken. En zeker is, dat hij precies het tegenoverge stelde was van een jabroer. En wanneer het noodig was, kon hij het soms ook weieens scherp zeggen. Zijn critiek kwam echter nooit voort uit lust tot critiseeren. Integendeel, waar mogelijk was hij voor B. en W. met zijn gezaghebbend woord een krachtigen steun. 't Verwonderde dan ook niemand dat hij na het vertrek van Mr. van der Pot tot wethouder werd gekozen, in welke func tie hij de financieel© aangelegenheden,' de volkshuisvesting en het grondbedrijf had te beheeren. Niet lang echter mocht hij dit ambt, waaraan hij zich met volle toewijding gaf, vervullen. Hij wilde niet op anderen drijven; in zijn arbeid niet van anderen afhanke lijk zijn. Hij valde r e g e e r e n. En hij heeft in den goeden zin geregeerd, zoodat de vruchten daarvan nog gezien worden. Maar dat was juist oorzaak - dat zijn gestel tegen de vele beslommeringen van het wethouderschap niet bestand bleek en hij zich genoodzaakt Z3g als wethouder ontslag te nemen. De hoop dat wij hepi althans als ge meenteraadslid zouden mogen behouden is helaas niet vervuld. Een tijdperk van rust heeft wel gunstige resultaten ge had, maar toch heeft de heer de Lange gemeend zich niet opnieuw voor een can- f .didatuur beschikbaar te moeten stellen. - Dit, besluit beteékent voor oiizen gö-j meenteraad en inzonderheid yoor onze A. R. fractie een ernstig verlies. Ik behoor tot de velen, die het zooi gaarne anders hadden gezien. Nu de heer de 'Lange echter gemeend heeft zich van het publieke terrein terug te,moeten;' trekken, wil ik en dan weet ik te spre-* ken namens heel ons A. R. volk do hoop uitspreken dat hij nog vele jaren iiil staat zal zijn van zijne rust te genieten: en met belangstelling de handelingen van\ het Gemeentebestuur te volgen. Ik ben overtuigd dat met name het A'. R. volksdeel in Leiden hem niet zal ver- geten, maar dat het steeds met groot© dankbaarheid zal gedenken wat hij ycor ons in den Raad is geweest. "VVij zijn door zijn heengaan en dan. denk ik niet alleen aan het getal merk baar verarmd. Ik weet wel, amice, niemand is ten slotte onmisbaar. Maar toch, wij zullen den heer de Lange in ons publieke loven- noode misser Moge God die hem zwaar beproefde hem zegenen me'; de volheid van zijne ze geningen en zijn levenspad vriendelijk verlichten. En make hij ons getrouw, om hot door den heer de Lange ons gegeven voorbeeld van nauwgezetheid en plichts betrachting, van liefde voor de publieke zaak en trouw aan onze beginselen, na te volgen. VERITAS. Een ziekte, een ramp, een zorg die hen kwelt, van welken aard ook, drijft hen naar deze heilige plaats om God te ont moeten en troost te zoeken in hun leed. En des Vrijdags, ja, dan bidden ze om den „vrede van Jeruzalem." Dan zingt do voorzanger de klagende litanie: Vanwege den tempel die verweest is en het volk antwoordt: zitten wij eenzaam neder en we-er.en. En do voorzanger gaat voort: Vanwege de muren die verscheurd zijn, Vanwege onze glorie die verdwenen is. i Vanwege onze groote mannen die weg zijn. i Vanwego de kostbare steenen die ver-; brand zijn. J, Vanwego dc priesters die struikelden, Vanwege onzo koningen die God hebben! veracht En na eiken regel antwoordt het volk: zitten wij eenzaam neder-en wceracn. 1 Of ook, de voorzanger gaat voor op deze wijze: 'J Wij bidden U, erbarm U over Sion, j waarop 't volk antwoordt: en verzamel de kinderen Israels, enz. J De Jood, die liicr voor 't eerst komt om' te bidden, neemt een spijker mee en slaat hem tusschen; do voegen dier oude stccneni en! zegt: moge deze nagel mij altijd als ©en- magneet trekken naar deze heilige, plaats. Honderden nagels steken hun roestige koppen tusschen dc voegen uit. Toen ik voor 't laatst deze merkwaar-, dige plaats peinzend verliet, ging dc gan-j schc geschiedenis van Israël aar. mijn' geestesoog voorbij cru begreep ik, dab er) ©en haard is, waar 't nimmer doövcnd) vuur der Joodsclic liefde brandt." j vollen maneschijn, alleenj of met den heer Israël de Haan. In heel Jeruzalem heb ik niets gezien! dat mij zoo ontroerde. Een 18 meter hooge muur, van zware steenblokken opgetrok ken!. Do grootst© dier steenen is 5 meter lang en 4 meter breed! De bovenst© 15 steenlagen! zijn van veel kleiner formaat, en later aangebracht. Deze muur (d,w.z. het onderste gedeelte) zou dateeren' uit Salomo's tijd, en deel hebben uitgemaakt van den omsluitings muur van den toenmaligen tempelberg. De top van den berg was n.l. te klein voor tempelplateau, daarom liet Salomo bene- denl in het dal dezen! muur optrekken tot de hoogt© van het bergplateau en de tus- schentuiint© aanvullen met (aarde. Zoo werd een groot plateau verkregen, waarop de tempel verrees. Nu is 't onderste gedeelte van dien muut geheel door puin bedekt (het dal lag oor spronkelijk veel dieper), en dat deel van den muur, waar nu de „klaagplaats" is, lag vroeger waarschijnlijk 10 tot 20 meter böven den dalbodem. Naar die oude verweerde steenblokken; komen de Joden 's morgens 's middags, 's avonds, Vrijdags 't meest; mannen, vrouwen, kinderen staan of liggen of zitten tegen den muur eni kusseni do steenen en schreien en jammeren' en bidden en zuch ten en steunen, enj als ze moe geschreid zijn, dan zetten ze zich tegen den tegen- overgestelden muur op den grond en rus ten uit. En dan begint het opnieuw. Een! aangrijpend gezicht! Ik zag éen Joodsch meisje van een1 jaar of 14a dat de heel rij steenjen bij langs kuste, terwijl dikke tranen haar langs de wangen' rolden, haar oogen waren rood- geschreid, een uitdrukking van diepe smart op het gezicht- Ze bad om den vrede var. Jeruzalem, om den herbouw van den hei ligen tempel, om het herstel van Davids koningschap Ik vroeg mij af of dat alles „echt" was, het kwam mij zoo onnatuurlijk voor dat reeds bij kinderen zulk een heftig verlan gen kan ontwaken' naar vroegere heerlijk heid, waarvan zo de geschiedenis nauwe lijks kennen. En toch was de houding dier klagende mannen, vrouwen en kinderen er niet naar om ook maar do gedachte aan aanstellerij te doen opkomen, Het moest wel echt zijn. Bij navraag werd 't mij duidelijk: Do Joden hebben geen! tempel meer; dc plaats waar eens Salomo's heiligdom stond, is in handen der Mohammedanen, en de willen er trouwens ook niet komen uit vrees dat ze de plaats betreden waar eens de ark in het heilige der heiligen stond, en waar alleen de hooggepriester mocht komen. Waar ze mogen komen', dat is deze oud© tempelmuur, beschreven met Hebreeuw- sche letters, die lien spreekt van vroegere grootheid. Daar ontmoeten zij den God van Abra ham, Izaak en Jakob, dat is nu hun heilig dom waar zij himne gebeden voor Gods aangezicht uitstorten. Want ze bidden hier niet alleen om den vrede van Jeruzalem, maar hier komen ze ook met hun dagelijk- scb.e nooden en smarten, en gieten als David hunne ziel uit voor het aangezicht des Heeren*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 6