Aan hei einde der Week
H arding is_dood.
Temidden van zijn arbeid werd hij
door den dood van zijn post afgeroepen.
Ycr van huis, in San Francisco werd
hij, terwijl niemand het verwachtte, op
geroepen.
President Harding was op reis
gegaan om de zaak van een der belang
rijkste instellingen van den Volkenbond,
het permanente hof van internationale
justitie voor het volk te verdedigen en de
aansluiting van Amerika te bepleiten.
In tal van plaatsen van beteekenis
zouden door hem redevoeringen over dit
onderwerp worden gehouden.
Maar het heeft niet mogen zijn.
De dood die niemand ontziet en tegen
wien geen vorst of president zich kan
verzetten, klopte aan zijn venster.
Aanvankelijk scheen het, dat zijn le
ven zou worden gespaard.
Naar het oordeel der doktoren was het
gevaar geweken.
En zijn vrouw, die hem uit een tijd
schrift een belangrijk artikel voorlas,
dacht aan geen scheiding.
Plotseling een kleine schok, een nauw
merkbare rilling en het was gedaan.
President Harding was opgeroepen om
te verschijnen voor God, den vorst en
gebieder ook van de hoogst geplaatste
volken der aarde. -
Harding is dood.
Maar het leven gaat door en stelt zijn
eischen.
De vice-presiden tCalvin Goolid-
g e heeft reeds den eed als president af
gelegd en- Hardings taak overgenomen.
In Europa heeft men nauwelijks tijd
zich met deze presidentswisseling bezig
te houden.
Daar zijn andere, meer dringende aan
gelegenheden, die de aandacht vragen.
B a 1 d w i n, de Engelsche premier
heeft in het Lagerhuis een verklaring af
gelegd omtrent de verhouding van de ge
allieerden en het schadevergoedings^
vraagstuk.
Wij maakten er reeds melding van.
Uit deze verklaring bleek weer op
nieuw, dat Europa critieke dagen door-*
leeft. -•'*•!
Een oplossing van de crisis, werd hier
echter niet geboden.
Er is tusschen Engeland en Frankrijk
omtrent de te volgen gedragslijn een
groot verschil van opvatting.
Toch blijft men nog steeds op hoop, te
gen hoop op een gezamenlijk optreden
aansturen.
Of 't echter gelukken zal?
Niemand die 't zeggen kan en ook nie
mand die beoordeelen kan of een open
lijke breuk gewenscht is.
Engeland maakt bezwaar Frankrijk te
volgen omdat het de ineenstorting van
Duitschland vreest. -
Maar een breuk in de Entente betee-
kent tevens, dat Frankrijk in Duitsch
land de vrije hand krijgt
Zal dat zijn in het belang van Duitsch
land en in het belang van den Engel-
schen handel?
Geen wonder dat de Engelsche regee
ring aarzelt.
Maar ook geen wonder dat men in
Duitschland, dat een aanmaning kreeg
cm het lijdelijk verzet te staken, over dit
aarzelen tamelijk slecht te spreken is.
De Duitsche pers spreekt de hoop uit,
dat in de Woensdag te houden zitting van
den Rijksdag aan Baldwin e.a. alle illu
sies omtrent het stopzetten van het lijde
lijk verzet zullen worden ontnomen.
Zoo blijft de strijd en de onrust in
Europa voortduren en schijnt van een
oplossing in welken zin dan ook, nog
geen sprake te zijn.
Onze Koninklijke Familie is van haar
vacanlie-verblijf in Engeland terugge
keerd en bereidt zich thans voor om
straks met ons volk het regeeringsjuhi-
leum te vieren.
Ook de regeeringsz o r g e n zullen
straks weer drukken.
In de vacature ontstaan door het aftrek-
den van den heer de Geer is nog niet
voorzien en het zal nog zeer de vraag
zijn of het bij deze ministercrisis- zal
blijven dan wel of daaruit een Kabinets
crisis zal volgen.
Bovendien, de vraagstukken die aan
deze crisis ten grondslag liggen zijn nog
niet opgelost.
De klaagmuur te Jerusalem.
Prof. Obbink heeft onlangs ©en bezoek
gebracht aan Palestina.
Aan een zijner reisbrieven in ,,Bergop-
waarts" is het volgende ontleend:
„Ik sta in het algemeen uiterst secptisch
tegenover de meeste „heilige" plaatsen1,
omdat ik maar al te goed weet dat allerlei
gebeurtenissen uit Oud en Nieuw Testa
ment maar ergens „gelokaliseerd" zijn zon
der eenigen grond.
En als men twijfel oppert aan de juist-
heid daarvan, dan antwoorden Roomsclïen1,
Grieken, Armeniërs en Kopten als uit één
mond, bewijs maar eens dat 't niet juist isl
Ze weten best dat dat cveni onbewijs
baar ia als dat het wèl juist is. En zoo
hebben ze 't apel gewonnen en exploitee-
ren er lustig op los.
Hoe lichtvaardig men met die z.g.n, hei
lige" plaatsen te werk gaat, blijkt mis
schien wel het duidelijkst te Nazaret,
waar de „werkplaats van den heiligen'
Jozef" wordt geëxploiteerd. In 1750 werd
dit plekje door de Franciskanen gekocht,
in 1858 werd er een kapel op gebouwd,
maar nu pas hebben diezelfde Franciska-
nens vlak er naast ©en! mooie nieuwe „Jo
zefkerk" gesticht, waarin een' ruimte, die
nu wordt getoond als Jozefs werkplaats!
En ze nemen het den' Grieken niet wei
nig kwalijk, dat die dichtbij ook een kerk
hebben, waarin Jozefs werkplaats ligt, en
zeggen dat do Grieken het doen om er
geld uit te slaan. Die Grieken toch ook!
'Precies het zelfde wordt tc Jeruzalem
gespeeld. ,j
Men wijst er het huis van Pilatus op
ïerschillen,dc plaatsen, 't liuis vaa Joachim j
En dan is er de economische nood van
«ns volk die de grootste aandacht vraagt.
Geen wonder dat II. M. op een sobere
feestviering heeft aangedrongen.
Bij alle reden tot verheuging, mogen
we den thans helaas donkeren achter
grond der dingen niet uit het oog verlie
zen.
EEN NIEUW WATERSPORT-APPARAAT
TEVENS BESTEMD DRENKELINGEN
TE REDDEN.
De zwemmende Kreupelbeenen nemen
tot heden hun toevlucht tot een paar kur
ken. Niet zelden verhuizen die echter naar
de beenen of verliest men ze, al spartelen
de. Bij het hierboven afgebeeld apparaat,
de „zwcmschuit", kan dit niet passeeren.
In vele badplaatsen zijn apparaten van dit
of soortgelijk type eveneens opgesteld, om
bij dreigend gevaar een geoefend zwem
mer het reddingswerk te vergemakkelijken
SiNNEBiLABSO
De Vakcentrales en de Vlootwet.
Naar wij vernamen, heeft het bestuur
van het GhrS Nat. Vakverbond de leiding
van het Neutrale Verbond meegedeeld,
dat het geen aanleiding vinden kan thans
deel te nemen aan eene bespreking om te
komen tot eene agitatie tegen de Vloot
wet.
Het G. N. V. merkt in zijn schrijven
aan het A. N. V. o.m. op, dat besprekin
gen over de aangelegenheid-in-kwestie
alleen doelmatig kunnen zijn, wanneer
men beschikt over kennis der positieve
plannen der Regeering. En die schijnt
schrijft het C. N. V. het A. N. V. te be
zitten, daar het anders onmogelijk spre
ken kon „dat onderwijs, volksgezondheid,
sociale voorzieningen, zelfs redelijke loo-
nen der overheidsdienaren zullen worden
opgeofferd aan het bezit van een vloot",
woorden, welke het A. N. V. toch niet
kan neergeschreven hebben, zoo die
slechts op veronderstellingen zijn ge
bouwd. Daarom verzoekt het C. N. V.
aan het N. N. y. beleefd om nadere in
lichtingen.
Naar gemeld wordt, plaatst het bestuur
van het Bureau voor de R. K. Vakorga
nisatie zich op hetzelfde standpunt en
heeft het geantwoord, dat de vraag, of er
aanleiding zou kunnen bestaan om een
bepaald standpunt in te nemen met be
trekking tot de plannen der Regeering,
naar zijne meening eerst dan overwogen
kan worden, wanneer bekend is, welke
houding door de Regeering wordt inge
nomen. Een oogenblik aannemend, aldus
het Vakbureau bestuur, dat de Vakbewe
ging geroepen zou kunnen zijn zich met
deze zaak, welke niet vrij is van politiek,
in te laten, in elk geval moet toch vóórop
staan, dat men precies weet, .waartegen
geageerd wordt.
Rijkssteun voor woningbouw.
Naar de Ned. verneemt, heeft .de minis
ter van arbeid bepaald, dat er in de
maand Augustus geen steun vanwege het
rijk verleend mag worden voor den bouw
van groote complexen woningen, in ver
band met de zeer hooge steenprijzen, die
in den lata sten tijd met ongeveer f 10 per
1000 zijn opgeloopen. Dit besluit geldt
zoowel voor denl^ bouw ingevolge de Wo
ningwet als voor den premiebouw.
en Anna, de ouders van Maria, de moeder
van Jezus, de ecce-hemo-boog, de plaats
Waar Nikodemus Jezus' lichaam balsemde,
de plaats waar Maria Jezus voor 't eerst
na de opstanding zag, de pilaar waaraan
Jezus gebonden werd bij de geeseling, de
plaats waar Jakobus werd onthoofd, de
„opperzaal", waar het laatste avondmaal
plaats vond, waar de voetwassching plaats
had, de plaats waar het huis van Kajafas
stond, de plaats waar de profeet Nathan
Salomo tot koning zalfde (1 Kon. 1:38),
de boom waarin Jesaja aan stukken is ge
zaagd (Hebr. 11 vers 37), de plaats waar
Judas Jezus den verraderlijken kus gaf, de
plaats waar Jezus aan zijn discipelen het
„Onze Vader" leerde, en.z enz.
Al cïeze, door roomsche en grieksche
priesters uitgebuite heilige" plaatsen
konden mij maar weinig interesseeren.
Andere was het met de z.g.n. „klaag-
plaats der Joden", van het Joden-
kwartier gescheiden door ©en kleine, fana
tieke Mohammedaan,sche wijk.
Jenizalem is n.l. verdeeld in vier kwar
tieren; in het Noordwestelijk deel der stad
wonen de Grieken; in het Noordoostelijk
deel de Mohammedanen; in het Zuidwes
telijk deel de Armeniërs enl in het Zuid
oostelijk deel do Joden.
Do klaagmuur ligt in het Zuidoostelijk
deel, maar vlak daar tegen aan liggen de
nauwo kronkelstraatjes der Mochrebïn-
Moslims, die oorspronkelijk üit Noord-
Afrika komen. Slechts door hunne vuile
nauwe straatjes heen is de klaagmuur te
bereiken.
Ik benl er eenigo keeren geweest, een
maal in gezelschap van prof, Thierry, en
eenigq keeren ook 'a avonds heel laat bij
Aardappelen voor het Roergebied.
Do Duitsche TCgeering heeft ten behoe
ve van het Roergebied de beschikking
gekregen over 20.000 ton Nederlandsche
aardappelen, die door Duitscho kooplie
den aldaar zijn aangekocht en waarvan
de verzending eerstdaags zal beginnen.
De Duitsche gezant in Den Haag en
een speciaal daarvoor uit gezonden regee-
ringscommissaris znllen het oog houden,
op de verzending en distributie over de
verschillende streken, terwijl tevens de
prijs, waarvoor de aardaapelen naar
Duitschland worden geleverd onder re-r
geeringscontróle zal geschieden.
Dc specialisering der medische
wetenschap.
Aan een Londenschen brief in het Han-
delsbl. over bovenstaand onderwerp is het
volgende ontleend:
Groot is de Wetenschap. En zij wordt
al maar grooter. Ze groeit uit do kleeren.
Liever gezegd; ze groeit het hoofd te bui-;
ten der mannen van wetenschap.
Vroeger hadt ge humanisten, die eigen
lijk alles wisten, wat geweten weTd. Dat
kon toen, omdat men destijds, een eeuw
of twee geleden, betrekkelijk zoo weinig
wist.
Maar nu: help me, de grootste top kan
al onzo wetenschap niet meer op. Elk
vergenoegt zich met een enkel hapje. En
dankrijgen er velen toch nog indigestie.
Elk van die happers is een specialiteit.
De wetenschap staat in het teeken der
specialiseering.
Ook de medische wetenschap reeds, al
is die nog zoo jong, dat ze amper weten
schap mag heeten.
Bij iedere lichaams- of geestesafwij-
king schier staat een dokter op wacht
post; de specialiteit. En die verschillende
specialiteiten weten vaak van malkanders
terrein een bitter beetje.
Ze interesseeren zich er soms haast
niet voor. Ze zien er op neer. Ik heb een
beroemden zenuwarts gekend, die van
zijn buurman, een beroemden dokter voor
huidziekten, sprak als van een baas in
het leerlooiersvak.:. Foei toch!
Wel maar het kan niet anders.
Ze zitten allen zoo diep in hun eigen
hoogst belangrijke onderdeelsonderzoek,
dat ze geen kracht meer over hebben
om te besteden aan het onderdeelsonder
zoek van anderen.
Dat kweekt eenzijdigheid. En eenzijdig
heid is lamentabel.
Vooral omdat ons corpus één is, en niet
slechts ons corpus, maar wij heelemaal,
geest en lichaam beide, één en ondeel
baar. Steeds meer ontdekt men, hoe ver
rassend alles op het intiemste samen
hangt en vice-versa reageert.
De medische wetenschap is één.
En toch kan één enkele dokter haar
lang niet meer aan. Dan zendt hij u naar
'n specialist.
Maar dikwijls zendt hij u naar den
verkeerden specialist, naai* eenen, die op
uw eigenlijke kwaal slaat als een. tang op
een varken." - -•
Het is niet de éérste maal dat op de
ver doorgevoerde'specialiseer-ing van de
wetenschap gewezen wordt.
Toch komt het ons voor, dat hier wel
eenige overdrijving in het spel is.
Het optreden der specialisten in de me
dische praktijk, is een groote vooruit
gang. Eén man kan niet de gansche me
dische wetenschap, ook maar van verre
overzien.
Daarom hebben we dankbaar te zijn
dat op dit gebied, een werkverdeeling is
tot stand gekomen.
De mogelijkheid bestaat natuurlijk dat
daarvan misbruik wordt gemaakt.
Maar bij hoogstaande geneeskundigen
zooals ons land er gelukkig vele kent, die
gaarne en vaak met goed gevolg samen
werken om gevreesde ziekten te bestrij
den, schijnt ons dit gevaar minder groot,
dan 't menigmaal wordt voorgesteld.
LEICSCHE PENKRASSEN
Amice.
In onze „Nieuwe Leidsche", waarvan
tot mijn vreugde deze week het duizend
ste nummer mocht verschijnen, hebt ge
kunnen lezen dat de eerste phase van de
wethoudersverkiezing hier achter den
rug is en dat reeds drie van! de vier can-
didaten definitief zijn aangewezen.
Dit alles wijst er op dat de oude Raad
zijn tijd heeft gehad en dat vcor hem de
"tijd gekomen is "om voor hot nieuwe col
lego plaats te maken. We krijgen mis
schien nog een vergadering waarin de
vertrekkende leden officieel afscheid ne
men en dan heeft deze Raad zijn taak
volbracht.
De nieuwe Gemeenteraad zal een' heel
ander beeld vertoonen dan het tegenwoor
dige college, vooral als wo aandach l schon
ken aan de wethouders die rechts van
den burgemeester plaats nemen en aan
do A. R. fractie, die tot nu toe althans
links van den burgemeester haar plaats
had en die niet minder dan drie van hare
•leden niet zal zien terugkeeren.
Onder hen die straks afscheid zullen
nemen behoort ook de heer de Lange,
onze oud- wethouder van Financiën, die
gemeend heeft zich in verband met zijn
gezondheidstoestand, bij de gehouden
verkiezingen niet meer beschikbaar te
moeten stellen.
In den heer de Lange, wiens heengaan
door zeer velen wordt betreurd, verliest
onze Gemeenteraad een man van dege
kennis, groote nauwgezetheid en werk
lust en met veel liefde voor het welzijn
van de Gemeente.
Er zijn verschillende typen onder de
Raadsleden.
Er zijn er, die weinig spTeken, óok
omdat zij van de onderdeelen van de
Gemeentehuishouding en van do onder
werpen die in de Raadsvergaderingen
aan de orde komen, maai' zeer oppervlak
kig kennis hebben.
Er zijn anderen, die tot de zwijgers be-
hooren niet omdat het hun aan de noodi-
ge kennis mangelt, maar wijl het hun
moeilijk valt in het openbaar-het woord
te voeren.
Tegenover de zwijgers staan de veel
sprekers, die geen gelegenheid om het
woord te voeren laten passeeren, mis
schien om op die wijze de aandacht te
trekken van de tribune-bezoekers of het
krantenlezend publiek of misschien ook
wel om zoo het gebrek aan deugdelijke
aremmenten te bemantelen.
Tot geen van deze categoriën kan de
heer de Lange worden gerekend.
Hij is iemand die gaarne aan de de
batten deelneemt, maar die geen behoef
te heeft aan lange redevoeringen, omdat
hij do zaken waarover hij spreekt onder
de knie heeft, en de kunst verstaat om
kort en bondig op duidelijke wijze zijne
argumenten naar voren te brengen.
Tot de loden die zich alleen gemeen
tebestuurder gevoelen gedurende de open
bare raadsvergaderingen behoort de heer
de La.nge niet.
Altijd zijn de punten die aan de orde
komen grondig bestudeerd en wanneer
hij niet volkomen op de hoogte is, dan
zal hij er niet aan denken zich in het
debat te mengen. Van niets heeft hij zoo
zeer een afkeer, dan van gepraat in de
ruimte.
Het was d!an ook geen wonder amice,
dat in 1899 kort na de annexatie van een
gedeelte van Zoeterwoude, waardoor de
heer de Lange ingezetene van Leiden
was geworden, de A. R, partij bèslag op;
hem legde en hem als een van hare ver
tegenwoordigers, naar den Raad afvaar
digde.
Al heel spoedig nam hij hier een posi
tie van beteekenis in, zoo zelfs, dat hij
enkele jaren later door de rechtsche frac
ties voor het wethouderschap werd aan
gewezen.
Dit besluit werd niet uitgevoerd. Toen
het op stemmen aankwam werd onze
candidaat onbegrijpelijkerwijzc gepas
seerd.
Mijn bedoeling met deze herinnering is
niet, deze pijnlijke kwestie weer opnieuw
op te rakelen. Ik wijs er alleen op, dat
het jammer is, dat toen tot schade van
het algemeen belang deze uitnemende
kracht niet een plaats kreeg in het col
lege van B. en W.
In 1903 werd de heer de Lange be
noemd tot burgemeester van Oudshoorn,
welke plaats hij enkele jaren later ver
wisselde met Nijkerk op de Veluwe.
Het was hier dat de heer de Lange zij
ne volle kracht tentoon spreidde. Kwes
ties die jarenlang deze gemeente hadden
verscheurd werden onder zijne voorzich
tige maar vaste leiding tot oplossing ge
bracht.
De oorlogsjaren hebben hier veel van
zijne krachten gevergd. Er was in die da
gen veel wijsheid en overleg noodig om
do bevolking van het noodige te voor
zien én levens do Gemeente voor to grotM
te uitgaven te vrijwaren.
Dal zijn onvermoeid pogen evenwel,
succes had, kan hieruit blijken, dat oen','
Nijkerker criticus die altijd gaarne in do
contramine was, mij enkelo jaren gele
den verklaarde: wat de heer de Lange
voor Nijkcrk geweest is, hebben we pas
begrepen, nadat hij deze gemeente ver-;
laten had.
De vele beslommeringen gedurende de
oorlogsjaren hebben veel van do krach-»
ten van den heer de Lange gevorderd.
Een ander zou zichzelf misschien heb--
ben gespaard, en een deel van het werk
aan een ander hebben overgedragen,,
Niet alzoo de heer de Lange, die nu eeiv;
maal niet iemand is, die het met zijj
plicht op een accoordie lean gooien.
En zoo nam hij ontslag als burgernees-i
ter om zich opnieuw te Leiden te vestig
gen.
Indien het zijn voornemen is geweest
hier een ambteloos leven te leiden, dan is
dat voornemen niet volvoerd. Van allo
kanten werd beslag op hem gelegd. Do
Geref. Kerk vroeg zijn kracht als ouder
ling, de Geref. Schoolvereeniging kooc
hem als haar bestuurslid, in de A. R.
Kiesvereenging werd hij tot tweeden;
voorzitter benoemd en op 11 Juli 191S
werd hij opnieuw tot lid van den Leid-
schen Gemeenteraad gekozen, waar ine'
zonderheid de financieele aangelegen hei
den zijne belangstelling trokken.
Voor B. en "W. scheen de hëer de Lan
ge meer dan eens ietwat lastig wat mee
soms ook vrij duidelijk liet blijken. En
zeker is, dat hij precies het tegenoverge
stelde was van een jabroer. En wanneer
het noodig was, kon hij het soms ook
weieens scherp zeggen. Zijn critiek kwam
echter nooit voort uit lust tot critiseeren.
Integendeel, waar mogelijk was hij voor
B. en W. met zijn gezaghebbend woord
een krachtigen steun.
't Verwonderde dan ook niemand dat hij
na het vertrek van Mr. van der Pot tot
wethouder werd gekozen, in welke func
tie hij de financieel© aangelegenheden,'
de volkshuisvesting en het grondbedrijf
had te beheeren.
Niet lang echter mocht hij dit ambt,
waaraan hij zich met volle toewijding
gaf, vervullen.
Hij wilde niet op anderen drijven; in
zijn arbeid niet van anderen afhanke
lijk zijn. Hij valde r e g e e r e n. En hij
heeft in den goeden zin geregeerd,
zoodat de vruchten daarvan nog gezien
worden.
Maar dat was juist oorzaak - dat zijn
gestel tegen de vele beslommeringen van
het wethouderschap niet bestand bleek en
hij zich genoodzaakt Z3g als wethouder
ontslag te nemen.
De hoop dat wij hepi althans als ge
meenteraadslid zouden mogen behouden
is helaas niet vervuld. Een tijdperk van
rust heeft wel gunstige resultaten ge
had, maar toch heeft de heer de Lange
gemeend zich niet opnieuw voor een can- f
.didatuur beschikbaar te moeten stellen. -
Dit, besluit beteékent voor oiizen gö-j
meenteraad en inzonderheid yoor onze A.
R. fractie een ernstig verlies.
Ik behoor tot de velen, die het zooi
gaarne anders hadden gezien. Nu de
heer de 'Lange echter gemeend heeft zich
van het publieke terrein terug te,moeten;'
trekken, wil ik en dan weet ik te spre-*
ken namens heel ons A. R. volk do
hoop uitspreken dat hij nog vele jaren iiil
staat zal zijn van zijne rust te genieten:
en met belangstelling de handelingen van\
het Gemeentebestuur te volgen.
Ik ben overtuigd dat met name het A'.
R. volksdeel in Leiden hem niet zal ver-
geten, maar dat het steeds met groot©
dankbaarheid zal gedenken wat hij ycor
ons in den Raad is geweest.
"VVij zijn door zijn heengaan en dan.
denk ik niet alleen aan het getal merk
baar verarmd.
Ik weet wel, amice, niemand is ten
slotte onmisbaar. Maar toch, wij zullen
den heer de Lange in ons publieke loven-
noode misser
Moge God die hem zwaar beproefde
hem zegenen me'; de volheid van zijne ze
geningen en zijn levenspad vriendelijk
verlichten. En make hij ons getrouw, om
hot door den heer de Lange ons gegeven
voorbeeld van nauwgezetheid en plichts
betrachting, van liefde voor de publieke
zaak en trouw aan onze beginselen, na te
volgen. VERITAS.
Een ziekte, een ramp, een zorg die hen
kwelt, van welken aard ook, drijft hen
naar deze heilige plaats om God te ont
moeten en troost te zoeken in hun leed.
En des Vrijdags, ja, dan bidden ze om
den „vrede van Jeruzalem." Dan zingt do
voorzanger de klagende litanie:
Vanwege den tempel die verweest is
en het volk antwoordt:
zitten wij eenzaam neder en we-er.en.
En do voorzanger gaat voort:
Vanwege de muren die verscheurd zijn,
Vanwege onze glorie die verdwenen is. i
Vanwege onze groote mannen die weg
zijn. i
Vanwego de kostbare steenen die ver-;
brand zijn. J,
Vanwego dc priesters die struikelden,
Vanwege onzo koningen die God hebben!
veracht
En na eiken regel antwoordt het volk:
zitten wij eenzaam neder-en wceracn. 1
Of ook, de voorzanger gaat voor op
deze wijze: 'J
Wij bidden U, erbarm U over Sion, j
waarop 't volk antwoordt:
en verzamel de kinderen Israels, enz. J
De Jood, die liicr voor 't eerst komt om'
te bidden, neemt een spijker mee en slaat
hem tusschen; do voegen dier oude stccneni
en! zegt: moge deze nagel mij altijd als
©en- magneet trekken naar deze heilige,
plaats. Honderden nagels steken hun
roestige koppen tusschen dc voegen uit.
Toen ik voor 't laatst deze merkwaar-,
dige plaats peinzend verliet, ging dc gan-j
schc geschiedenis van Israël aar. mijn'
geestesoog voorbij cru begreep ik, dab er)
©en haard is, waar 't nimmer doövcnd)
vuur der Joodsclic liefde brandt." j
vollen maneschijn, alleenj of met den heer
Israël de Haan.
In heel Jeruzalem heb ik niets gezien!
dat mij zoo ontroerde. Een 18 meter hooge
muur, van zware steenblokken opgetrok
ken!. Do grootst© dier steenen is 5 meter
lang en 4 meter breed! De bovenst© 15
steenlagen! zijn van veel kleiner formaat,
en later aangebracht.
Deze muur (d,w.z. het onderste gedeelte)
zou dateeren' uit Salomo's tijd, en deel
hebben uitgemaakt van den omsluitings
muur van den toenmaligen tempelberg. De
top van den berg was n.l. te klein voor
tempelplateau, daarom liet Salomo bene-
denl in het dal dezen! muur optrekken tot
de hoogt© van het bergplateau en de tus-
schentuiint© aanvullen met (aarde. Zoo
werd een groot plateau verkregen, waarop
de tempel verrees.
Nu is 't onderste gedeelte van dien muut
geheel door puin bedekt (het dal lag oor
spronkelijk veel dieper), en dat deel van
den muur, waar nu de „klaagplaats" is,
lag vroeger waarschijnlijk 10 tot 20 meter
böven den dalbodem.
Naar die oude verweerde steenblokken;
komen de Joden 's morgens 's middags,
's avonds, Vrijdags 't meest; mannen,
vrouwen, kinderen staan of liggen of zitten
tegen den muur eni kusseni do steenen en
schreien en jammeren' en bidden en zuch
ten en steunen, enj als ze moe geschreid
zijn, dan zetten ze zich tegen den tegen-
overgestelden muur op den grond en rus
ten uit.
En dan begint het opnieuw.
Een! aangrijpend gezicht!
Ik zag éen Joodsch meisje van een1 jaar
of 14a dat de heel rij steenjen bij langs
kuste, terwijl dikke tranen haar langs de
wangen' rolden, haar oogen waren rood-
geschreid, een uitdrukking van diepe smart
op het gezicht- Ze bad om den vrede var.
Jeruzalem, om den herbouw van den hei
ligen tempel, om het herstel van Davids
koningschap
Ik vroeg mij af of dat alles „echt" was,
het kwam mij zoo onnatuurlijk voor dat
reeds bij kinderen zulk een heftig verlan
gen kan ontwaken' naar vroegere heerlijk
heid, waarvan zo de geschiedenis nauwe
lijks kennen.
En toch was de houding dier klagende
mannen, vrouwen en kinderen er niet naar
om ook maar do gedachte aan aanstellerij
te doen opkomen, Het moest wel echt
zijn.
Bij navraag werd 't mij duidelijk: Do
Joden hebben geen! tempel meer; dc
plaats waar eens Salomo's heiligdom stond,
is in handen der Mohammedanen, en de
willen er trouwens ook niet komen uit
vrees dat ze de plaats betreden waar eens
de ark in het heilige der heiligen stond,
en waar alleen de hooggepriester mocht
komen.
Waar ze mogen komen', dat is deze oud©
tempelmuur, beschreven met Hebreeuw-
sche letters, die lien spreekt van vroegere
grootheid.
Daar ontmoeten zij den God van Abra
ham, Izaak en Jakob, dat is nu hun heilig
dom waar zij himne gebeden voor Gods
aangezicht uitstorten. Want ze bidden hier
niet alleen om den vrede van Jeruzalem,
maar hier komen ze ook met hun dagelijk-
scb.e nooden en smarten, en gieten als
David hunne ziel uit voor het aangezicht
des Heeren*