Dagblad voor Leiden en Omstreken. 10> NIEUWE LEIDSCHE COURANT r 4tie JAARGANG. - WOENSDAG t AUGUSTUS 1923 - No. 1000 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 abonhementsprijs I In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f 2.50 Per week f 0.19 I Franco per post por kwartaal f2.99 Dit numnten bsstaat uit twee bladen. V Lijkverbranding. Toen onlangs gemeld werd, dat de Re- di geering zich bij de verbranding van bet 6toffelijk overschot van Louis Couperus ec officieel had laten vertegenwoordigen schreef de Standaard: 00 In de Memorie van Toelichting, bekoo- ge rende bij het wetsontwerp betreffende de a lijkverbranding, schreven de Ministers ei van Binnenl. Zaken en van Justitie: dat volgens de Begrafeniswet elk overleden 1 persoon moet worden begraven; dat door la de wet niemand met de naleving van deze la verplichting is belast en dat van deze ij leemte gebruik wordt gemaakt om de lijk-- a verbranding, schoon door de wet uitge sloten. toe te passen. De lijkverbranding door de wet uitge sloten, dus in strijd met de wet. En nu meldden ons de bladen, dat de Begeering. die dit schreef, zich deed ver- tegenwoordigen bij de baars inziens dus onwettige verbranding van het stoffelijk overschot van Louis Couperus en dat namens haar bij die gelegenheid een hoofdambtenaar het woord voerde. Wij kunnen niet aannemen, dat dit be- richt juist is; dat de Regeering op die manier haar sanctie zou hebben gegeven 3 aan wetsschennis; en wachten dus tegen- spraak van het dagbladbericht." s Natuurlijk is tegenspraak uitgebleven, Feiten spreekt men nu eenmaal niet j tegen. En zoo staan we dus voor het ernstige j feit. dat de Regeering door zich officieel te laten vertegenwoordigen een handeling sanctionneert, waarvan ze zelf erkent dat ze in strijd is met de wet. Mannen van naam op dit gebied, als h.v. prof. Fabius zijn van meening, dat de Pogcering zich vergist wanneer zij be weert. dat door de wet niemand met de na1 eving van de verplichting tot begraven is belast, en er derhalve een leemte in de Begrafeniswet is. Immers art. 9 van genoemde wet legt do verantwoordelijkheid dat er begraven vrordt op de schouders der burgemees- tors. Deze toch zijn aansprakelijk er voor dat artikel 1 dier wet, waarin staat dat er ten allen tijde moet begraven worden, wordt uitgevoerd. De Regeering denkt er evenwel, anders over. Laten we aaunemen dat zij gelijk heeft en dat het inderdaad niet mogelijk is de Beerafeniswet toe te passen. Maar waarom worden dan geen maat regelen genomen om die toepassing wel mogelijk te maken? Het wetsontwerp waarop de Sta n- daard doelt is reeds drie jaren geleden ingediend. Maar tot behandeling kwam het nog steeds niet. Voor alles is tijd, verschillende wets ontwerpen worden zelfs op spoedbestel ling geleverd, maar de tijd om aan dit heidensch gebruik, aan deze openlijke wetsovertreding een einde te maken schijnt te ontbreken. Ligt het niet op den weg van het Par lement om met kracht op deze zaak de aandacht te vestigen en er toe mee te werken dat aan dezen onhoudharen toe stand nu eindelijk een eind wordt ge^ maakt? i STADSNIEUWS Dertig jaar raadslid. Het is vandaag 30 jaar geleden, dat de heer W. Pera voor het eerst .gekozen vterd tot lid van den Cemeenteraad, welk fr'gySLLETÖN Dan Vaderland ghetrouwe. Geen andere redding bleef over dan door het moeras en zoo noordelijk op naar do Friescho wadden en dan zoo mogelijk met een visschersschu.it naar de Engelsclie schepen, van welke er meer dere voor den Jadeboezem kruisten. Maar zij wisten niet, of er een pad door het moeras liep. „Er is wei een pad, maar dat kronkelt overal heen, waar de grond maar wat zanderig is," zei Brun Dierks, „en om de 'haverklap buigt een ander pad links en rechts af, dat doodloopt in 't veen, waar de boeren van hier en elders turf zijn komen steken. Wie daar den weg niet weet, komt er niet door." Hij zag zijne vrouw met een vasten blik aan; smee- kend hief ze de handen op, liet ze dan weer zinken, zonder een oog van baar man af te wenden. „Kwamen er ook wel paarden door?" Troog de baljuw. »Paard en wagen, maar geen menscti, ambt bij sindsdien met een kleine onder-r breking, voortdurend heeft vervuld. Er is veel veranderd sinds de heer Pera voor bet eerst naar de Stedelijke regee ring werd afgevaardigd. Van het toenmalige college is met den beer Pera alleen nog de heer van Hamel overgebleven. Al d© anderen zijn heen-> gegaan. Vele tientallen collega's heeft de beer Pera in die jaren zien komen en gaan en als straks het' nieuwe college zijn intrede doet zal het aspect van den Raad' zich opnieuw belangrijk wijzigen. Nu een dertig jaar geleden was de heer Pera nog betrekkelijk weinig bekend in Leiden, terwijl zijne particuliere zaken in die dagen zijn volle aandacht en werk kracht eisebten. Het is dan ook verklaarbaar dat de beer Pera aarzelde eer hij aan het ver zoek van wijlen Dr. H. W. Bakhuizen Ro- seboom om zich voor eene candidatuur van de A. R. Kiesvereeniging beschikbaar te stellen gehoor gaf. Al te gewaagd scheen de onderneming echter niet, daar toch van le voren scheen vast te staan, dat de strijd met een ne derlaag zou eindigen. Wat niet verwacht werd, gebeurde evenwel. De heer Pera werd, tegelijk met wijlen den heer van Kempen dank zij de sa^ menwerking met de R. K. Kiesvereeni ging gekozen. Een zeer eervolle onderscheiding voor den heer Pera, maar een onderscheiding waardoor hem tevens een ver van gemak kelijke taak op de schouders werd ge legd. Leiden toch was in die dagen ©en libe rale burcht bij uitnemendheid. In den Raad hadden verscheidene mannen van naam en positie zitting en er behoorde moed toe, om daar de anti-re volutionaire beginselen te verdedigen en als Christen-democraat tegen den offi- cieelen stroom op te roeien. De heer Pera die toen in de volle kracht van het leven stond liet zich ech ter niet ontmoedigen. Het geloof dat God hem op die post had geplaatst gaf hem kracht om met vrijmoedigheid voor zijne beginselen uit te komen en zich met ijver en opgewekt heid te geven aan de behartiging van de belangen der Gemeente. Telkens opnieuw werd hij dan ook soms in meerdere districten tegelijk naar den Raad afgevaardigd. Alleen bij de periodieke verkiezingen in 1905 toen de A.R. partij over heel de linie geslagen werd, moest hij het afleg gen, maar het duurde niet lang of hij werd opnieuw candidaat gesteld en ge kozen. En hij die aanvankelijk met slechts en kele medestanders als een eenzame stond, hij mocht het beleven dat in 1919 de Ge meenteraad van Leiden „om" ging, met het gevolg dat ook de heer Pera tot wet houder werd gekozen. De heer Pera kan in vele opzichten met dankbaarheid en voldoening op de afge- loopen jaren terugzien. God heeft hem „genade en eere" willen geven cn schenkt hem het groot© voor recht, dat hij, terwijl hij reeds den leef tijd der sterken overschreed, toch nog met opgewektheid zijn taak mag vervul len. Wij bieden op dezen dag den jubilaris onze hartelijke gelukwenschen. Worde het hem - nu hij opnieuw naar deni Raad werd afgevaardigd - ge schonken, om ook in de toekomst de be langen der Gemeente te behartigen en nu bij staat aan* den avond zijns levens, zoo- al niet met dezelfde kracht, dan toch met onverzwakte trouw en liefde onze begin selen te verdedigen. 0l Ds. H. W. Laman. 1 Na een verpleging gedurende drie maanden liier ter stede, is ds. H. W. La- man, geref. predikant te Assen, heden middag per auto naar zijn woonplaats teruggekeerd. Hoewel nog niet geheel hersteld, hoopt Z.Eerw. toch binnen niet te langen tijd weer voor zijn gemeente op te treden en zijn dienstwerk te her vatten. Bij de politie is door H. B. een klacht ingediend tegen v. R. door wien hij was mishandeld, eni die in zijn wo ning eenige glasruiten had vernield. Een volgend bewijs van de zucht tot mishandeling, die thans door Leiden vaart, was de aanklacht van zekere B., die van L. een pak slaag had opgeloopen. Do heer A. Huisman alhier slaag de gisteren le 's Gravenhage voor het ac te-examen N ij verheidsonder wi j s. De heer J. Coire alhier slaagde op het te Rotterdam gehouden examen voor het machinist-diploma bij den binnen vaart. Voor den Indischen dienst is be stemd: P. A. Emanuel, alhier, als admi nistratief ambtenaar bij bat Binnen- landsch Bestuur. In de Maandag alhier gehouden ver gadering van aandeelhouders in de N.V. Nederl. Fabriek van Verduurzaamde Le vensmiddelen v/h. W. Hoogstraaten en Co., LeidenAlkmaar, is de balans en de winstrekening over 1922 goedgekeurd. Tot commissaris werd' herkozen de heer D. Makkink. Er wordt ditmaal geen dividend uitge keerd. 1Bij de Leidsehe Spaarbank is in de maand Juli ingelegd f 239.501.G1 en te rugbetaald f 217.825.07, terwijl 78 nieu we inleggers zijn ingeschreven en 76 boekjes geheel werden uitbetaald. Het tegoed der 16125 inleggers bedroeg einde Juli f4.967.597.12. KINHENtAftlD DE TERUGKEER VAN DE KONINGIN EN PRINSES JULIANA UIT ENGELAND. De Koningin en Prinse-s Juliana zijn om kwart voor 5 aan boord van de mailboot Prinses Juliana te Vlissingen in de haven gekomen. De reis werd medegemaakt door den heer Walles, directeur van de „Zee land". De Vorstelijke personen bleven tot tegen half 6 aan boord en namen toen af scheid van commandant Bee en zijn offi cieren, Spaanderman en Beneker. Bij het verlaten van de boot werden de Koningin en haar dochter begroet door den heer De Meester, president-commissaris van de Zeeland en de heeren Kruller en Roe mer, van de firma Muller en Co. Op de ponton maakten de commissaris der Ko ningin, de burgemeester van Vlissingen en de waarnemende commandant der marine, kapitein luitenant Manikus, hun opwach ting, evenals inspecteur Mulder van de Zeeland, terwijl een dochtertje van den heer Mulder aan de Koningin en een doch tertje van den 'heer Walles aan de Prinses bloemen aanboden. >- Toegejuicht door honderden begaven de Vorstelijke personen zich naar de Konink lijke wachtkamer. In de hal stonden o.a. de padvinders en padvindsters uit Apel doorn opgesteld; zij brachten een groet met hun vaandels. Den leider, den heer Kor- tewyn, werd door de Koningin dank ge bracht voor deze attentie. In de wachtkamer onderhielden Ko ningin en Prinses zich nog ongeveer 10 mi nuten met de genoemde heeren, waarna zij zich naar het Koninklijk rijtuig begaven, tienkeer, wel twintigkeerWat heeft die vent bier in 't land te maken? Kan hij de menschen hier niet met vrede la ten? Do kerel moet nog minder verstand hebben dan een garnaal, dat hij niet stil letjes in huis blijft zitten met zijn boe nen aan don haardEn jij bont er ook zoo een jijjijje staat daar maar en kijkt me aanEn denk-je dan niet eraan, wat die man je daar net ge zegd heeft? daar ginds zijn zeven menschen en die lijden honger" en nu ontwikkelde zij een koortsachtige bedrij vigheid 1 „daar!" en ze stop te haar man een groot brood in zijn arm, en toen nog een, en daarna twee met worsten „dat zijn de laatste van 't jaar en daar!"een stuk spek volg de „en waar is je jas? gauw, trek aanjij zou maar weer vergeten, wat die arme stumpers daar van nacht op den natten grond een kou hebben moeten lijden neem de kruik mee jij zou natuurlijk niet aan brandewijn denkenmaar man, haast jo dan toch watwaaT is de pols? Op de scha pen zal ik wel passenik ben nou al weer heelemaal goedEn mèt viel ze hom om den,hals en schreide luid. „Ga mot God, manik wacht op jeen dat God „Dat ,wist ik wel, Bccke," zei Brun dat gekoppeld was achter den mailtrein van 5 uur 50. Tot aan het vertrek onder hield de Koningin zich aan 't portierraam met den commissaris der Koningin. Men. meldt uit Utrecht: De Koningin en Prinses Juliana zijn gis terenavond om 9 uur 28 aan het Centraal station aangekomen. De burgemeester van Utrecht was ter ontvangst van H.M. op het perron. Na zich eenige oogenblikken met den burgemeester te 'hebben onderhou den nam H. M. met de prinses plaats in een hef au to, om zi-dh naar Soest/dijk te be geven, Het publiek juichte H. M. levendig toe. Do Burgemeester van Rotterdam. Het Ne<l. Corr.-Bur. deelt mede, dat met ingang van 15 September a.s. benoemd is tot burgemeester van Rotterdam mr. dr. J. Wytema, thans burgemeester van Dor drecht. Wij hebben reeds eerder in het kort eenige data uit het leven van den heer Wr. meegedeeld. Mr. dr. J. Wytema werd in 1871 te Ap- pingedam geboren, waar zijn vader dokter was. Hij volgde te Groningen de lessen aan het gymnasium en daarna aan de uni versiteit, waar, hij in 189S promoveerde tot doctor in de rechts- en staatswetenschap pen. In Juni van datzelfde jaar werd de heer Wytema benoemd tot- secretaris der gemeente Assen en verhuisde drie jaren daarna in diezelfde functie naar Schiedam In deze stad kon de secretaris echter niet langeT dan een jaar blijven, omdat hij in- tusschcn getrouwd was met de dochter van den burgemeester en deze graad van bloedverwantschap tusschen burgemeester en secretaris eener gemeente niet toelaat baar is volgens de wet. De heer Wytema aanvaardde toen in 1S92 de functie van hoofdcommies ter provinciale griffie van Noord-Holland, welke functie hij op 18 Augustus 19C9 verruilde met die van secre taris der gemeente Haarlem, waar hij werkte onder burgemeester jhr. Boreel van Hoogelanden en diens opvolger jhr. mr. W. B. Sand'berg. Op 1 April 1920 volgde de benoeming van mr. dr. J. Wytema tot burgemeester va-n Dordrecht, als opvolger van burgemeester Wyehers. Vliegen naar Indië. Onder bovenstaanden titel schrijft de „Tel." o.ra.: Zooals we nu vliegen eindjes naar Londen en Parijs, waarbij komen de auto- uren van aan- en afrit tusschen deze ste den en hun vliegstations, is de tijdwinst nog onvoldoende. Tijdwinst waarbij de supérieuriteit van dit verkeersmiddel de concurrentie absoluut vernietigend kan slaan, is er alleen te balen op de lange baan AmsterdamRome; dat zou al iets zijn. Maar AmsterdamBatavia wordt pas goed. AmsterdamBatavia, niet zooals we dat nu in proefritvorm bij schok jes gaan doen. Maar hoog in de atmosfeer als een geregelde verbinding van laten wij zeggen: twéé dagen. Om zoover te komen, hebben we niet genoeg, aan het gewone „laagzwcmmende" vliegtuig met zijn gewone middelmatige mogelijkheden. Pas in de hoogte is vaart te zetten; in de hoogte, waarin do aarde werkelijk een bolletje onder je wordt. Het is tegen het einde van den oorlog, èn door de vliegmachine èn door het verdragende geschut bewezen, hoe fijn het suist daar- iDÓven in de ijlt© met zoo luttel weerstand. De vliegmachine, die motoren voor vliegen in laagdruk-medium heeft, loopt minstens 500 kilometers per uur. En met 500 kilo meter in het uur, kan men makkelijk in twee vliegdagen van hier naar Indië komen. Tusschen het eerste invliegprobeeren van nu en de verkeersontwikkeling, die dan opkomt, kunnen nog 25 jaar, of zelfs een halve eeuw komen te liggen. Maar het is ook heel goed denkbaar, dat we over tien jaar in twee dagen naar Batavia over wippen en dat alleen een gek of een zenuwlijder (om te kalmeeren) nog met de Dierks, en streelde haar zacht over het haar, „of ik moest je niet kennen. Maar dit zal ik bij je laten; dat zal je goed 'doen." Hij legde het Nieuwe Testament op tafel, greep zijn polsstok, zonder wel ken hij nooit in 't moeras kwam, en ging den vreemdeling voor door de zij deur en voerde hem voorzichtig langs heggen en greppels verder. „Niet, dat ik geloof, dat iemand uit het dorp jo verra den zou," zei hij tot zijn rechtvaardiging, „maar er kon eens een vremdeling over den weg gaan en je zien Maar dit bemerkte hij niet, hoe achter de heg zijn buurman hem met oogen vol haat nakeek, en hoe grimmig en deigend een vuist werd gebaldliij zag alleen vóór zichen vergat zijn kalmen, langzamen tred want hij wou weer zoo gauw mogelijk thuis zijn Beeko was zoo opgewonden en hij maakte zich ernstig pngerust over haar HOOFDSTUK IV. j Reeds op grooten afstand zag het twee tal, over 't vlakke veld heen, een huzaar iu de zwarte uniform-met-bet-doodslioofd kenmerk op post staan. Hij was afge- 'stapt cn leunde zwaar met zijn elleboog tegen zijn paard; de band aan den kara bijn. Zijn kepi had hij achterover ge ADVERTENTIE-PRIJS .Gewone adverter.tiën per regel 22IS cent. Ingezonden Mcdedeelingen, dubbel t&riet [Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta* ling van ten hoogste 30 woorden, worden dlagelijks geplaatst ad 50 cent. Aan het Zoeklicht 1 Leiden, 1 Augustus 1923. Een evenement in de geschiedenis van ons blad. Vandaag verschijnt bet duizendste nummer. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat nu ruim drie jaren geleden het eerste nummer verscheen. En nu is het eerste duizendtal al vol en zijn we begonnen aan do vier cijfers. Er is heel wat afgespeeld in deze eer ste periode. Aangename en minder aangename, ver-, blijdende en teleurstellende herinnerin gen komen op een dag als deze boven. Er was soms verrassende, [>jna be-: schamende belangstelling en medewer-: king, maar daarnaast ook koele onver schilligheid en zelfs openlijke tegenwer-: king. Maar het mooie van gedenkdagen is dit, dat men onwillekeurig het eerst en •het meest denkt aan genoten zegen. En zoo is er dunkt me op een dag als deze bij allen die in ons blad belang stellen allereerst een gevoel van dank-» baarheid dat het duizendste nummer mag verschijnen. Mogen nog vele duizendtallen volgen. En. groeie met het ouder worden ook de liefde en belangstelling. OBSERVATOR. mailboot reist. Het ziet er nog niet naar uit om maar vast met een paar aandeel tjes Mij. „Nederland" in den wind te gaan; maar als we naar Indië leeren vliegen, waar we straks een begin mee maken en wij leeren bet goed dan trekt de vliegmachine ook absoluut zeker het heel© personenverkeer en alleen de pro ducten en de waren blijven voor den steamer. Het is goed daarop te wijzen en op de verdiensten in elk opzicht, die hier voor ingenieurs en ondernemend kapitaal voor het veroveren liggen. Do ingenieurs moeten bij de motoren, die tegen het einde van den oorlog voor onzichtbaar vliegen boven 10.000 meter gebouwd werden, beginnen en do capa citeit daarvan vergrooten. Zij moeten het probleem voor een voldoende zuurstof voorziening - of van een cabine onder druk, practisch oplossen. Maar zij hebben slechts: te verbeteren. Theoretisch is de oplossing er. Een duikbootachtige romp die den minsten weerstand vindt en mach tige, met 100 polsen kloppende mnfrrren voor laagdrukmodium. Voor afstandjes als naar Parijs doet het er niet toe, of we hoog of laag of wo 200 of 500 kilometer snel vliegen, daar het naar boven kruipen, en het dalen toch t© veel van den tijdwinst zou nemen. Maar voor Indië zal er maar één manier blij ken. In minder dan een uur na ons ver trek zullen we zoo lioog boven onze zuid grens ziüen, dat we ver aan den horizon de pukkeltjes der Alpen-kunnen zien. En dan zullen we vaart nemen, en na ander half uur schieten wij zes, zevenduizend meter over hun hoogste toppen heen. Geld voor proofconstructies in deze rich ting daar doen we meer voor Indië mee, dan met wat oorlogsscheepjes. Doch wo verlengen alle verloven, maken ze voolvul- diger; en houden den Hollandsclien ontgin nersgeest zóó frisch als ooit een in do wereld. En met die frissche, zHi r-leeds verfrisschendo energie zullen wij Indië beter kunnen houden, dan met een duren drijvenden blikwinkel, die ens goud slokt. Het vervolgonderwijs. „Volksonderwijs" schrijft over zijn on derzoek betreffende den toestand van het openbaar vervolgonderwijs in ons land en de vooruitzichten daarvan: Bij honderden komen do antwoorden op onze vragen, aan alle hoofden van open schoven; zijn mager gelaat sprak van ontbering; onrustig tuurden de oogen do vlakte over, nu bierbeen, dan ginrlshcen; maar hij zelf stond onbewegelijk. Moo liet zijn paard den kop hangen. „Alles in orde," zei Bicrwirth bij 't naderkomen. „Franschen?" vroeg de ruiter. „Nog niet in 't dorp," luidde het ant woord. Bierwirth reikte een hard stuk brood met wat toespijs over; de hand, die haas-? tig toegreep, sidderde. „Zij zijn opge-« jaagd geworden ais de wilde dieren nu al moer dan vier-en-twintig uur over-: al om de dorpen heen, zonder iets ta eten zei de baljuw onder 't voort gaan, als wilde hij een rechtvaardiging zoeken voor 't onverschillige, norsche ge^ zicht van don ruiter. Dicht bij de ruine, onder de oudo eiken, vonden zij den troep vluchtelingen; de meesten lagen op den grond, die nog nat was van den dauw; naast hen knabbelden do paarden aan het harde, natte gras; de luitenant zat op een steen, en roerloos stond naast hem zijn paard met diep gebogen kop. Bierwirth vermeldde zijn wedervaren, deelde proviand uit en ging toen naar zijn paard, dat zoolang door een der m.insrh.iJvwM, '^rzorgd was geworden. tWordt vervolgd.) Een vertelling uit den Franschen tijd. die den weg niet wist," luidde het ant woord. „Ja, en tóch moet 't gewaagd wor den Waar buigt de weg van -de hei in 't moeras af?" „Niet ver van den ouden burcht," ant- iwoordde de schaapherder, „hij loopt eerst nog breed tusschen de oude wilgen, maar nooit is er iemand doorgekomen, die daar niet eiken voet gronds kende." „Zou er iemand op 't orp wezen, die ons den weg zou willen wijzen?" „Er zijn er wel meer dan één," zei Brun Dierks en stond op. „Man, man," riep vrouw Beeke in groote opwinding, „ben-je nu heelemaal gek geworden door dien Napoleon? Vrouw en kinderen heb-je, en je vraagt niet, wie op de schapen zal passen en naar de bijen kijken, en als als jijo man, Maandag is een ongeluks dag en ilc arme vrouwmoet ik dan heelemaal in ellende komen met zoo'n man, diedie Napoleon zoo maar par does tegen den grond wil slaan die in do kroeg die die met dat mes wat kijk-je me toch aan? laat me dan toch uitpraten o Heere, hoe moet dat gaan vier kinderen heb ik en Napoleon en Napoleon o, als ik dien schoelje hier had zijn oogen kon ik hem uit zijn hoofd krabben, wel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1