Dagblad voor Leiden en Omstreken.
10>
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
r
4tie JAARGANG. - WOENSDAG t AUGUSTUS 1923 - No. 1000
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
abonhementsprijs
I In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f 2.50
Per week f 0.19
I Franco per post por kwartaal f2.99
Dit numnten bsstaat uit twee
bladen.
V Lijkverbranding.
Toen onlangs gemeld werd, dat de Re-
di geering zich bij de verbranding van bet
6toffelijk overschot van Louis Couperus
ec officieel had laten vertegenwoordigen
schreef de Standaard:
00 In de Memorie van Toelichting, bekoo-
ge rende bij het wetsontwerp betreffende de
a lijkverbranding, schreven de Ministers
ei van Binnenl. Zaken en van Justitie: dat
volgens de Begrafeniswet elk overleden
1 persoon moet worden begraven; dat door
la de wet niemand met de naleving van deze
la verplichting is belast en dat van deze
ij leemte gebruik wordt gemaakt om de lijk--
a verbranding, schoon door de wet uitge
sloten. toe te passen.
De lijkverbranding door de wet uitge
sloten, dus in strijd met de wet.
En nu meldden ons de bladen, dat de
Begeering. die dit schreef, zich deed ver-
tegenwoordigen bij de baars inziens
dus onwettige verbranding van het
stoffelijk overschot van Louis Couperus
en dat namens haar bij die gelegenheid
een hoofdambtenaar het woord voerde.
Wij kunnen niet aannemen, dat dit be-
richt juist is; dat de Regeering op die
manier haar sanctie zou hebben gegeven
3 aan wetsschennis; en wachten dus tegen-
spraak van het dagbladbericht."
s Natuurlijk is tegenspraak uitgebleven,
Feiten spreekt men nu eenmaal niet
j tegen.
En zoo staan we dus voor het ernstige
j feit. dat de Regeering door zich officieel
te laten vertegenwoordigen een handeling
sanctionneert, waarvan ze zelf erkent dat
ze in strijd is met de wet.
Mannen van naam op dit gebied, als
h.v. prof. Fabius zijn van meening, dat
de Pogcering zich vergist wanneer zij be
weert. dat door de wet niemand met de
na1 eving van de verplichting tot begraven
is belast, en er derhalve een leemte in de
Begrafeniswet is.
Immers art. 9 van genoemde wet legt
do verantwoordelijkheid dat er begraven
vrordt op de schouders der burgemees-
tors. Deze toch zijn aansprakelijk er voor
dat artikel 1 dier wet, waarin staat dat
er ten allen tijde moet begraven worden,
wordt uitgevoerd.
De Regeering denkt er evenwel, anders
over.
Laten we aaunemen dat zij gelijk heeft
en dat het inderdaad niet mogelijk is de
Beerafeniswet toe te passen.
Maar waarom worden dan geen maat
regelen genomen om die toepassing wel
mogelijk te maken?
Het wetsontwerp waarop de Sta n-
daard doelt is reeds drie jaren geleden
ingediend.
Maar tot behandeling kwam het nog
steeds niet.
Voor alles is tijd, verschillende wets
ontwerpen worden zelfs op spoedbestel
ling geleverd, maar de tijd om aan dit
heidensch gebruik, aan deze openlijke
wetsovertreding een einde te maken
schijnt te ontbreken.
Ligt het niet op den weg van het Par
lement om met kracht op deze zaak de
aandacht te vestigen en er toe mee te
werken dat aan dezen onhoudharen toe
stand nu eindelijk een eind wordt ge^
maakt? i
STADSNIEUWS
Dertig jaar raadslid.
Het is vandaag 30 jaar geleden, dat de
heer W. Pera voor het eerst .gekozen
vterd tot lid van den Cemeenteraad, welk
fr'gySLLETÖN
Dan Vaderland ghetrouwe.
Geen andere redding bleef over
dan door het moeras en zoo noordelijk op
naar do Friescho wadden en dan zoo
mogelijk met een visschersschu.it naar de
Engelsclie schepen, van welke er meer
dere voor den Jadeboezem kruisten.
Maar zij wisten niet, of er een pad door
het moeras liep.
„Er is wei een pad, maar dat kronkelt
overal heen, waar de grond maar wat
zanderig is," zei Brun Dierks, „en om de
'haverklap buigt een ander pad links en
rechts af, dat doodloopt in 't veen, waar
de boeren van hier en elders turf zijn
komen steken. Wie daar den weg niet
weet, komt er niet door." Hij zag zijne
vrouw met een vasten blik aan; smee-
kend hief ze de handen op, liet ze dan
weer zinken, zonder een oog van baar
man af te wenden.
„Kwamen er ook wel paarden door?"
Troog de baljuw.
»Paard en wagen, maar geen menscti,
ambt bij sindsdien met een kleine onder-r
breking, voortdurend heeft vervuld.
Er is veel veranderd sinds de heer Pera
voor bet eerst naar de Stedelijke regee
ring werd afgevaardigd.
Van het toenmalige college is met den
beer Pera alleen nog de heer van Hamel
overgebleven. Al d© anderen zijn heen->
gegaan. Vele tientallen collega's heeft de
beer Pera in die jaren zien komen en
gaan en als straks het' nieuwe college zijn
intrede doet zal het aspect van den Raad'
zich opnieuw belangrijk wijzigen.
Nu een dertig jaar geleden was de heer
Pera nog betrekkelijk weinig bekend in
Leiden, terwijl zijne particuliere zaken in
die dagen zijn volle aandacht en werk
kracht eisebten.
Het is dan ook verklaarbaar dat de
beer Pera aarzelde eer hij aan het ver
zoek van wijlen Dr. H. W. Bakhuizen Ro-
seboom om zich voor eene candidatuur van
de A. R. Kiesvereeniging beschikbaar te
stellen gehoor gaf.
Al te gewaagd scheen de onderneming
echter niet, daar toch van le voren scheen
vast te staan, dat de strijd met een ne
derlaag zou eindigen.
Wat niet verwacht werd, gebeurde
evenwel.
De heer Pera werd, tegelijk met wijlen
den heer van Kempen dank zij de sa^
menwerking met de R. K. Kiesvereeni
ging gekozen.
Een zeer eervolle onderscheiding voor
den heer Pera, maar een onderscheiding
waardoor hem tevens een ver van gemak
kelijke taak op de schouders werd ge
legd.
Leiden toch was in die dagen ©en libe
rale burcht bij uitnemendheid.
In den Raad hadden verscheidene
mannen van naam en positie zitting en er
behoorde moed toe, om daar de anti-re
volutionaire beginselen te verdedigen en
als Christen-democraat tegen den offi-
cieelen stroom op te roeien.
De heer Pera die toen in de volle
kracht van het leven stond liet zich ech
ter niet ontmoedigen.
Het geloof dat God hem op die post
had geplaatst gaf hem kracht om met
vrijmoedigheid voor zijne beginselen uit
te komen en zich met ijver en opgewekt
heid te geven aan de behartiging van de
belangen der Gemeente.
Telkens opnieuw werd hij dan ook
soms in meerdere districten tegelijk
naar den Raad afgevaardigd.
Alleen bij de periodieke verkiezingen
in 1905 toen de A.R. partij over heel de
linie geslagen werd, moest hij het afleg
gen, maar het duurde niet lang of hij
werd opnieuw candidaat gesteld en ge
kozen.
En hij die aanvankelijk met slechts en
kele medestanders als een eenzame stond,
hij mocht het beleven dat in 1919 de Ge
meenteraad van Leiden „om" ging, met
het gevolg dat ook de heer Pera tot wet
houder werd gekozen.
De heer Pera kan in vele opzichten met
dankbaarheid en voldoening op de afge-
loopen jaren terugzien.
God heeft hem „genade en eere" willen
geven cn schenkt hem het groot© voor
recht, dat hij, terwijl hij reeds den leef
tijd der sterken overschreed, toch nog
met opgewektheid zijn taak mag vervul
len.
Wij bieden op dezen dag den jubilaris
onze hartelijke gelukwenschen.
Worde het hem - nu hij opnieuw
naar deni Raad werd afgevaardigd - ge
schonken, om ook in de toekomst de be
langen der Gemeente te behartigen en nu
bij staat aan* den avond zijns levens, zoo-
al niet met dezelfde kracht, dan toch met
onverzwakte trouw en liefde onze begin
selen te verdedigen. 0l
Ds. H. W. Laman. 1
Na een verpleging gedurende drie
maanden liier ter stede, is ds. H. W. La-
man, geref. predikant te Assen, heden
middag per auto naar zijn woonplaats
teruggekeerd. Hoewel nog niet geheel
hersteld, hoopt Z.Eerw. toch binnen niet
te langen tijd weer voor zijn gemeente
op te treden en zijn dienstwerk te her
vatten.
Bij de politie is door H. B. een
klacht ingediend tegen v. R. door wien
hij was mishandeld, eni die in zijn wo
ning eenige glasruiten had vernield.
Een volgend bewijs van de zucht tot
mishandeling, die thans door Leiden
vaart, was de aanklacht van zekere B.,
die van L. een pak slaag had opgeloopen.
Do heer A. Huisman alhier slaag
de gisteren le 's Gravenhage voor het
ac te-examen N ij verheidsonder wi j s.
De heer J. Coire alhier slaagde op
het te Rotterdam gehouden examen voor
het machinist-diploma bij den binnen
vaart.
Voor den Indischen dienst is be
stemd: P. A. Emanuel, alhier, als admi
nistratief ambtenaar bij bat Binnen-
landsch Bestuur.
In de Maandag alhier gehouden ver
gadering van aandeelhouders in de N.V.
Nederl. Fabriek van Verduurzaamde Le
vensmiddelen v/h. W. Hoogstraaten en
Co., LeidenAlkmaar, is de balans en de
winstrekening over 1922 goedgekeurd.
Tot commissaris werd' herkozen de
heer D. Makkink.
Er wordt ditmaal geen dividend uitge
keerd.
1Bij de Leidsehe Spaarbank is in de
maand Juli ingelegd f 239.501.G1 en te
rugbetaald f 217.825.07, terwijl 78 nieu
we inleggers zijn ingeschreven en 76
boekjes geheel werden uitbetaald.
Het tegoed der 16125 inleggers bedroeg
einde Juli f4.967.597.12.
KINHENtAftlD
DE TERUGKEER VAN DE KONINGIN
EN PRINSES JULIANA UIT
ENGELAND.
De Koningin en Prinse-s Juliana zijn om
kwart voor 5 aan boord van de mailboot
Prinses Juliana te Vlissingen in de haven
gekomen. De reis werd medegemaakt door
den heer Walles, directeur van de „Zee
land". De Vorstelijke personen bleven tot
tegen half 6 aan boord en namen toen af
scheid van commandant Bee en zijn offi
cieren, Spaanderman en Beneker.
Bij het verlaten van de boot werden de
Koningin en haar dochter begroet door den
heer De Meester, president-commissaris van
de Zeeland en de heeren Kruller en Roe
mer, van de firma Muller en Co. Op de
ponton maakten de commissaris der Ko
ningin, de burgemeester van Vlissingen en
de waarnemende commandant der marine,
kapitein luitenant Manikus, hun opwach
ting, evenals inspecteur Mulder van de
Zeeland, terwijl een dochtertje van den
heer Mulder aan de Koningin en een doch
tertje van den 'heer Walles aan de Prinses
bloemen aanboden. >-
Toegejuicht door honderden begaven de
Vorstelijke personen zich naar de Konink
lijke wachtkamer. In de hal stonden o.a.
de padvinders en padvindsters uit Apel
doorn opgesteld; zij brachten een groet
met hun vaandels. Den leider, den heer Kor-
tewyn, werd door de Koningin dank ge
bracht voor deze attentie.
In de wachtkamer onderhielden Ko
ningin en Prinses zich nog ongeveer 10 mi
nuten met de genoemde heeren, waarna zij
zich naar het Koninklijk rijtuig begaven,
tienkeer, wel twintigkeerWat heeft
die vent bier in 't land te maken? Kan
hij de menschen hier niet met vrede la
ten? Do kerel moet nog minder verstand
hebben dan een garnaal, dat hij niet stil
letjes in huis blijft zitten met zijn boe
nen aan don haardEn jij bont er ook
zoo een jijjijje staat daar
maar en kijkt me aanEn denk-je dan
niet eraan, wat die man je daar net ge
zegd heeft? daar ginds zijn zeven
menschen en die lijden honger" en nu
ontwikkelde zij een koortsachtige bedrij
vigheid 1 „daar!" en ze stop
te haar man een groot brood in zijn arm,
en toen nog een, en daarna twee met
worsten „dat zijn de laatste van 't
jaar en daar!"een stuk spek volg
de „en waar is je jas? gauw,
trek aanjij zou maar weer vergeten,
wat die arme stumpers daar van nacht
op den natten grond een kou hebben
moeten lijden neem de kruik mee
jij zou natuurlijk niet aan brandewijn
denkenmaar man, haast jo dan toch
watwaaT is de pols? Op de scha
pen zal ik wel passenik ben nou al
weer heelemaal goedEn mèt viel ze
hom om den,hals en schreide luid. „Ga
mot God, manik wacht op jeen
dat God
„Dat ,wist ik wel, Bccke," zei Brun
dat gekoppeld was achter den mailtrein
van 5 uur 50. Tot aan het vertrek onder
hield de Koningin zich aan 't portierraam
met den commissaris der Koningin.
Men. meldt uit Utrecht:
De Koningin en Prinses Juliana zijn gis
terenavond om 9 uur 28 aan het Centraal
station aangekomen. De burgemeester van
Utrecht was ter ontvangst van H.M. op
het perron. Na zich eenige oogenblikken
met den burgemeester te 'hebben onderhou
den nam H. M. met de prinses plaats in
een hef au to, om zi-dh naar Soest/dijk te be
geven, Het publiek juichte H. M. levendig
toe.
Do Burgemeester van Rotterdam.
Het Ne<l. Corr.-Bur. deelt mede, dat met
ingang van 15 September a.s. benoemd is
tot burgemeester van Rotterdam mr. dr.
J. Wytema, thans burgemeester van Dor
drecht.
Wij hebben reeds eerder in het kort
eenige data uit het leven van den heer Wr.
meegedeeld.
Mr. dr. J. Wytema werd in 1871 te Ap-
pingedam geboren, waar zijn vader dokter
was. Hij volgde te Groningen de lessen
aan het gymnasium en daarna aan de uni
versiteit, waar, hij in 189S promoveerde tot
doctor in de rechts- en staatswetenschap
pen. In Juni van datzelfde jaar werd de
heer Wytema benoemd tot- secretaris der
gemeente Assen en verhuisde drie jaren
daarna in diezelfde functie naar Schiedam
In deze stad kon de secretaris echter niet
langeT dan een jaar blijven, omdat hij in-
tusschcn getrouwd was met de dochter van
den burgemeester en deze graad van
bloedverwantschap tusschen burgemeester
en secretaris eener gemeente niet toelaat
baar is volgens de wet. De heer Wytema
aanvaardde toen in 1S92 de functie van
hoofdcommies ter provinciale griffie van
Noord-Holland, welke functie hij op 18
Augustus 19C9 verruilde met die van secre
taris der gemeente Haarlem, waar hij
werkte onder burgemeester jhr. Boreel van
Hoogelanden en diens opvolger jhr. mr.
W. B. Sand'berg. Op 1 April 1920 volgde
de benoeming van mr. dr. J. Wytema tot
burgemeester va-n Dordrecht, als opvolger
van burgemeester Wyehers.
Vliegen naar Indië.
Onder bovenstaanden titel schrijft de
„Tel." o.ra.:
Zooals we nu vliegen eindjes naar
Londen en Parijs, waarbij komen de auto-
uren van aan- en afrit tusschen deze ste
den en hun vliegstations, is de tijdwinst
nog onvoldoende. Tijdwinst waarbij de
supérieuriteit van dit verkeersmiddel de
concurrentie absoluut vernietigend kan
slaan, is er alleen te balen op de
lange baan AmsterdamRome; dat zou
al iets zijn. Maar AmsterdamBatavia
wordt pas goed. AmsterdamBatavia, niet
zooals we dat nu in proefritvorm bij schok
jes gaan doen. Maar hoog in de atmosfeer
als een geregelde verbinding van laten wij
zeggen: twéé dagen.
Om zoover te komen, hebben we niet
genoeg, aan het gewone „laagzwcmmende"
vliegtuig met zijn gewone middelmatige
mogelijkheden. Pas in de hoogte is vaart
te zetten; in de hoogte, waarin do aarde
werkelijk een bolletje onder je wordt. Het
is tegen het einde van den oorlog, èn door
de vliegmachine èn door het verdragende
geschut bewezen, hoe fijn het suist daar-
iDÓven in de ijlt© met zoo luttel weerstand.
De vliegmachine, die motoren voor vliegen
in laagdruk-medium heeft, loopt minstens
500 kilometers per uur. En met 500 kilo
meter in het uur, kan men makkelijk in
twee vliegdagen van hier naar Indië komen.
Tusschen het eerste invliegprobeeren van
nu en de verkeersontwikkeling, die dan
opkomt, kunnen nog 25 jaar, of zelfs een
halve eeuw komen te liggen. Maar het is
ook heel goed denkbaar, dat we over
tien jaar in twee dagen naar Batavia over
wippen en dat alleen een gek of een
zenuwlijder (om te kalmeeren) nog met de
Dierks, en streelde haar zacht over het
haar, „of ik moest je niet kennen. Maar
dit zal ik bij je laten; dat zal je goed
'doen." Hij legde het Nieuwe Testament
op tafel, greep zijn polsstok, zonder wel
ken hij nooit in 't moeras kwam, en
ging den vreemdeling voor door de zij
deur en voerde hem voorzichtig langs
heggen en greppels verder. „Niet, dat ik
geloof, dat iemand uit het dorp jo verra
den zou," zei hij tot zijn rechtvaardiging,
„maar er kon eens een vremdeling over
den weg gaan en je zien
Maar dit bemerkte hij niet, hoe achter
de heg zijn buurman hem met oogen vol
haat nakeek, en hoe grimmig en deigend
een vuist werd gebaldliij zag alleen
vóór zichen vergat zijn kalmen,
langzamen tred want hij wou weer
zoo gauw mogelijk thuis zijn Beeko
was zoo opgewonden en hij maakte zich
ernstig pngerust over haar
HOOFDSTUK IV.
j
Reeds op grooten afstand zag het twee
tal, over 't vlakke veld heen, een huzaar
iu de zwarte uniform-met-bet-doodslioofd
kenmerk op post staan. Hij was afge-
'stapt cn leunde zwaar met zijn elleboog
tegen zijn paard; de band aan den kara
bijn. Zijn kepi had hij achterover ge
ADVERTENTIE-PRIJS
.Gewone adverter.tiën per regel 22IS cent.
Ingezonden Mcdedeelingen, dubbel t&riet
[Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta*
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dlagelijks geplaatst ad 50 cent.
Aan het Zoeklicht 1
Leiden, 1 Augustus 1923.
Een evenement in de geschiedenis van
ons blad.
Vandaag verschijnt bet duizendste
nummer.
Ik herinner me nog als de dag van
gisteren dat nu ruim drie jaren geleden
het eerste nummer verscheen.
En nu is het eerste duizendtal al vol
en zijn we begonnen aan do vier cijfers.
Er is heel wat afgespeeld in deze eer
ste periode.
Aangename en minder aangename, ver-,
blijdende en teleurstellende herinnerin
gen komen op een dag als deze boven.
Er was soms verrassende, [>jna be-:
schamende belangstelling en medewer-:
king, maar daarnaast ook koele onver
schilligheid en zelfs openlijke tegenwer-:
king.
Maar het mooie van gedenkdagen is
dit, dat men onwillekeurig het eerst en
•het meest denkt aan genoten zegen.
En zoo is er dunkt me op een dag als
deze bij allen die in ons blad belang
stellen allereerst een gevoel van dank-»
baarheid dat het duizendste nummer
mag verschijnen.
Mogen nog vele duizendtallen volgen.
En. groeie met het ouder worden ook de
liefde en belangstelling.
OBSERVATOR.
mailboot reist. Het ziet er nog niet naar
uit om maar vast met een paar aandeel
tjes Mij. „Nederland" in den wind te gaan;
maar als we naar Indië leeren vliegen,
waar we straks een begin mee maken
en wij leeren bet goed dan trekt
de vliegmachine ook absoluut zeker het
heel© personenverkeer en alleen de pro
ducten en de waren blijven voor den
steamer.
Het is goed daarop te wijzen en op de
verdiensten in elk opzicht, die hier voor
ingenieurs en ondernemend kapitaal voor
het veroveren liggen.
Do ingenieurs moeten bij de motoren,
die tegen het einde van den oorlog voor
onzichtbaar vliegen boven 10.000 meter
gebouwd werden, beginnen en do capa
citeit daarvan vergrooten. Zij moeten het
probleem voor een voldoende zuurstof
voorziening - of van een cabine onder
druk, practisch oplossen. Maar zij hebben
slechts: te verbeteren. Theoretisch is de
oplossing er. Een duikbootachtige romp
die den minsten weerstand vindt en mach
tige, met 100 polsen kloppende mnfrrren
voor laagdrukmodium.
Voor afstandjes als naar Parijs doet het
er niet toe, of we hoog of laag of wo
200 of 500 kilometer snel vliegen, daar het
naar boven kruipen, en het dalen toch t©
veel van den tijdwinst zou nemen. Maar
voor Indië zal er maar één manier blij
ken. In minder dan een uur na ons ver
trek zullen we zoo lioog boven onze zuid
grens ziüen, dat we ver aan den horizon
de pukkeltjes der Alpen-kunnen zien. En
dan zullen we vaart nemen, en na ander
half uur schieten wij zes, zevenduizend
meter over hun hoogste toppen heen.
Geld voor proofconstructies in deze rich
ting daar doen we meer voor Indië mee,
dan met wat oorlogsscheepjes. Doch wo
verlengen alle verloven, maken ze voolvul-
diger; en houden den Hollandsclien ontgin
nersgeest zóó frisch als ooit een in do
wereld. En met die frissche, zHi r-leeds
verfrisschendo energie zullen wij Indië
beter kunnen houden, dan met een duren
drijvenden blikwinkel, die ens goud slokt.
Het vervolgonderwijs.
„Volksonderwijs" schrijft over zijn on
derzoek betreffende den toestand van het
openbaar vervolgonderwijs in ons land en
de vooruitzichten daarvan:
Bij honderden komen do antwoorden op
onze vragen, aan alle hoofden van open
schoven; zijn mager gelaat sprak van
ontbering; onrustig tuurden de oogen do
vlakte over, nu bierbeen, dan ginrlshcen;
maar hij zelf stond onbewegelijk. Moo
liet zijn paard den kop hangen.
„Alles in orde," zei Bicrwirth bij 't
naderkomen.
„Franschen?" vroeg de ruiter.
„Nog niet in 't dorp," luidde het ant
woord.
Bierwirth reikte een hard stuk brood
met wat toespijs over; de hand, die haas-?
tig toegreep, sidderde. „Zij zijn opge-«
jaagd geworden ais de wilde dieren
nu al moer dan vier-en-twintig uur over-:
al om de dorpen heen, zonder iets ta
eten zei de baljuw onder 't voort
gaan, als wilde hij een rechtvaardiging
zoeken voor 't onverschillige, norsche ge^
zicht van don ruiter. Dicht bij de ruine,
onder de oudo eiken, vonden zij den
troep vluchtelingen; de meesten lagen op
den grond, die nog nat was van den
dauw; naast hen knabbelden do paarden
aan het harde, natte gras; de luitenant
zat op een steen, en roerloos stond naast
hem zijn paard met diep gebogen kop.
Bierwirth vermeldde zijn wedervaren,
deelde proviand uit en ging toen naar
zijn paard, dat zoolang door een der
m.insrh.iJvwM, '^rzorgd was geworden.
tWordt vervolgd.)
Een vertelling uit den
Franschen tijd.
die den weg niet wist," luidde het ant
woord.
„Ja, en tóch moet 't gewaagd wor
den Waar buigt de weg van -de hei
in 't moeras af?"
„Niet ver van den ouden burcht," ant-
iwoordde de schaapherder, „hij loopt
eerst nog breed tusschen de oude wilgen,
maar nooit is er iemand doorgekomen,
die daar niet eiken voet gronds kende."
„Zou er iemand op 't orp wezen, die
ons den weg zou willen wijzen?"
„Er zijn er wel meer dan één," zei
Brun Dierks en stond op.
„Man, man," riep vrouw Beeke in
groote opwinding, „ben-je nu heelemaal
gek geworden door dien Napoleon?
Vrouw en kinderen heb-je, en je vraagt
niet, wie op de schapen zal passen en
naar de bijen kijken, en als als
jijo man, Maandag is een ongeluks
dag en ilc arme vrouwmoet ik dan
heelemaal in ellende komen met zoo'n
man, diedie Napoleon zoo maar par
does tegen den grond wil slaan die in
do kroeg die die met dat
mes wat kijk-je me toch aan? laat
me dan toch uitpraten o Heere, hoe
moet dat gaan vier kinderen heb ik
en Napoleon en Napoleon o, als
ik dien schoelje hier had zijn oogen
kon ik hem uit zijn hoofd krabben, wel