Dagblad voor Leiden en Omstreken.
4de JAARGANG. - ZATERDAG 21 JULI 1923 - No. 991
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekening 58936
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en buiten Leidèn y
waar agenten gevestigd zijn
>er kwartaal f2*50
£er week f 0.1,9
franco per post per kwartaal ".Yï*".. f 2.90
Dit nummer bestaat uit tivea
bladen.
De Overheid en het recht.
Er is tusschen lien die de bron van het
recht zoeken in God en hen die uit den
mensch het recht opbouwen een scherpe
principieele tegenstelling.
In de practijk echter ziet men, dat de
aanhangers van heide stelsels elkaar veel
dichter naderen, dan men wel verwach
ten zou.
Dit vindt heeft Dr. Kuyper opge
merkt hierin zijn oorzaak, 'dat wie
met geen andere gegevens zijn rechtsge-
bouw optrekt, dan die ontleend zijn aan
's menschen natuur, 's menschen histo
rie en 's menschen wijsbegeerte, zich
toch altoos zal moeten verklaren, van
waar de mensch zulk een natuur ontving,
hoe hij haar in zijn historisch verloop
tot zulk een uiting bracht en wat hem in
staat stelde tot een samenvattend begrij
pen er van.
En omgekeerd kan, wie de bron van
alle recht in Gods beschikking eert, deze
algemeene geloofsovertuiging niet nader
ontleden, zonder ook zijnerzijds met de
natuur der menschen, met 't historisch
verloop der menschheid en met de wijs-
geeringe samenvatting van de onder
scheiden deelen onzer kennis te rekenen.
Het bedenkelijke was maar dat bij de
keuze tusschen die tweeërlei principieele
standpunt 'alle gegevens zich ten slotte
sa^imtrokken- op de tegenstelling, of het
recht uit God, dan wel of bet uit den
mensch was."
Aanvaardt men het laatste dan moet
dit vanzelf tot rechtsverdonkering leiden,
daar dan een onderwerping geëischt
wordt niet aan God, maar aan den
mensoh.
En aangezien nu de eene mensch even
hoog waant te staan als de andere komt
er vanzelf een zekere, onwil met als ge
volg een bedenkelijke verzwakking van
het rechtsgevoel.
Wanneer daarentegen erkent wordt,
dat het recht in God zijn oorsprong
vindt, dan volgt daaruit tevens dat we de
Overheid en de door haar gestelde wet
ten en verordeningen gehoorzamen.
Dit geldt ook van die bepalingen die
tot op zekere hoogte een eenigszins wille
keurig karakter dragen en die liggen in
wat men genoemd heeft de neutrale zóne.
En dat is een vrij breed terrein.
Er zijn toch tal van bepalingen die
evengoed anders zouden kunnen luiden.
Of een verordening bepaalt dat men op
zekere punten rechts of links moet uit
wijken is b.v. volmaakt onverschillig.
Hoofdzaak is hier dat er een r e-
,g P; 1 S3.
En zoo zijn er allerlei bepalingen die
op zichzelf van weinig beteekenis zijn
maar die toch in het belang van de goe
de orde moeten worden opgevolgd.
We kunnen in dergelijke gevallen niet
zeggen, dat we als bij diefstal en doodslag
met bepalingen hebben te doen die in het
gebod Gods hun oorsprong vinden.
Maar we» moeten wel verstaan, dat
wanneer de Overheid eenmaal zekere re
gelen heeft gesteld, het recht Gods /eischt
dat die hevelen ook worden nageleefd.
Ook hier treedt de Overheid op als die
naresse Gods, aan wie wij eerbied en ge-,
hoorzaamheid verschuldigd zijn.
De vraag of de wet, of het bevel der
Overheid moet worden geëerbiedigd le
vert dus in hét algemeen voor den Chris
ten geen moeilijkheid op.
Zelfs dan niet, wanneer de wetten of
beveten bepalingen bevatten, waarvan
de billijkheid niet zonder meer kan wor
den toegegeven.
Het Woord Gods bevat hieromtrent
duidelijke uitspraken die niet voor
tweeërlei uitlegging vatbaar zijn.
Wie zich tegen de macht stelt, weder
staat de 'ordening Gods, en zal over zich
zeben een oordeel halen.
De Overheid heeft bij het maken van
wetten en verordeningen naar de grootst
mogelijke billijkheid en rechtvaardig
heid te streven.
Alle willekeur moet haar vreemd zijn.
Maar ook als kan worden aangetoond
dat zij in dit opzicht heeft gefaald-dan
eischt niet alleen het belang van een goe
de staatsorde en een geordende samenle
ving, maar ook het goddelijk recht dat
wij onze persoonlijke inzichten prijs ge
ven.
Het mistasten der overheid ontslaat de
onderdanen -niet van den plicht der ge
hoorzaamheid.
'J
Nu doet zich hierbij een moeilijkheid
voor.
De Overheid kan iets voorschrijven
kan een wet geven of een verordening
daarstellen, waarvan de volbrenging vol
gens het geweten van den burger in lijn
rechten strijd is met Gods Woord, zoodat
hij. geplaatst wordt voor de keuze te zon
digen tegen God, dan wel aan het bevel
der Overheid te voldoen.
Moet en mag de Overheid in zulk een
geval gehoorzaamheid afdwingen?
Of heeft zij in het geweten de grens
van haar macht te eerbiedigen?
Deze gevallen doen zich niet zeldzaam
voor.'
Wij hooren in dezen tijd veel spreken
over principieele dienstweigeraars, men
schen die uit principe weigeren den wa
penrok te dragen, omdat zij dan in strijd
zouden handelen met de leer van Jezus,
die gezegd heeft dat allen die het zwaard
nemen ook door het zwaard zullen ver
gaan.
Zij gevoelen zich in hun geweten be
zwaard, om zich aan den krijgdienst te
onderwerpen.
In hoeverre wij hier met werkelijke ge
wetensbezwaren te doen hebben is niet
gemakkelijk uit te maken omdat hier me
nigmaal ook politieke en andere motieven
een rol spelen.
Maar het feit kan zich toch voordoen,
dat iemand zich inderdad in zijn gewe
ten bezwaard gevoelt, om in die geval de
Overheid te gehoorzamen.
Hetzelfde verschijnsel doet zich voor
bij den eed.
Met een beroep op bet Woord van den
Heiland „Zweert ganschelijk niet" maakt
menigeen bezwaar om den eed af te leg
gen.
Het opvolgen van het bevel der Over
heid acht hij te zijn een zondige daad en
hier geld z.i. dat men God meer heeft te
gehoorzamen dan den menschen, wat
van zulk een conflict dan ook de gevol
gen mogen zijn.
Weer anderen zijn er die van meening
zijn dat het verzekeringswezen door Gods
Woord geoordeeld is, en die daarom wei
geren voor hun personeel zegeltjes te
plakken.
Misschien dat hier soms ook andere,
mindererespectabele motieven van in
vloed zijn.
Maar het feit doet zich toch voor, dat
men zonder met de ernstige gevolgen re
kening te houden heslist weigert aan de
wettelijke verplichtingen te voldoen en
zoo te handelen in strijd, met hef gewe
iten.
Wij zouden in dit verband voorts nog
kunnen wijzen op de vaccinatie door de
regeering voor de toelating der kinderen
tot de scholen als eisch gesteld.
Op de leerplicht, die tevens vaccine
plicht inhoudt en die opzichzelf, in geval
len dat de ouders gedwongen werden
•hunne kinderen te zenden naar een
school, welke zij voor die kinderen ver
derfelijk achtten, een nieuw gewetenscon
flict te voorschijn riep.
En eindelijk hebben wij nog de stem
plicht.
Niet zoo weinige vrouwen gevoelen
zich in haar geweten bezwaard, het kies
recht uit te oefenen en de ervaring van
de laatste jaren heeft geleerd, dat men
zich soms liever tot gevangenisstraf laat
veroordeelen, dan aan den wettelijken
plicht te voldoen.
Hoe nu met al deze bedenkingen te
handelen?
In de eerste plaats heeft de Overheid
te verstaan en zij moet daarvan diep
doordrongen zijn dat zij regeert bij de
gratie Gods.
Zij mag niet handelen naar jrillekeur.
Zij is niet oppermachtig.
Wie erkent dat de bron van het Techt
ligt bij God, die zal nooit instemmen
met de leer van den almachtigen staat,
die alles kan en die alles mag.
De onderdanen hebben de Overheid te
gehoorzamen en hare bevelen te eerbie
digen, maar daar staat tegenover dat de
Overheid zich niet aan machtsover
schrijding mag schuldig maken.
Er zijn zekere grenzen die zij heeft te
eerbiedigen.
Ook zonder machtsoverschrijding van
de zijde der Overheid blijft evenwel de
mogelijkheid van gewetensbezwaar be
staan. i
En met die bezwaren voorzoover deze
het karakter van achtbaarheid niet mis
sen, heeft de Overheid ernstig rekening
te houden.
Waar niemand mag doen hetgeen hij
aoht zonde te zijn, ook dan niet als het
de Overheid vordert, heeft de Overheid
tegenovèr het geweten terug te treden.
Dit is, evenals zoovele andere dingen,
gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Zelfs met een'* beroep op het geweten
moet de uiterste voorzichtigheid worden
'betracht.
Wanneer er echter zoowel bij de Over
heid als bij de onderdanen een huigen
is voor Gods Woord, zal het niet onmo^
gelijk zijn hier een regeling te treffen,
die beide partijen kan bevredigen.
V Minister en Kamer.
On-verklaarbaar is genoemd de
houding van Minister de Geer.
En zij is dat ook.
De vTaag kan echter gedaan of hier
niet van invloed is geweest, wat de heer
de Geer het woord is van den Minister
zelf in de Tweede Kamer heeft door
gemaakt, bij de regeling van de ver-.
loftraktementen van ambtenaren-Kamer
leden.
De meerderheid van de Kamer heeft
daarbij een houding aangenomen, die
diametraal ingaat tegen de politiek van
versobering en bezuiniging door den Mi
nister noodzakelijk geaoht.
Het persoonlijk belang van sommige
leden werd gesteld boven het landsbe
lang.
was naar de Minister in de Eerste
Kamer verklaarde in de Twede Kamer
Kamer verklaarde in de Tweede Kamer
werd tegengewerkt.
En niet zonder bitter sarcasme merkte
de Minister op: Ik betreur dat in de
Tweede Kamer het amendement (Troel
stra) is aangenomen; ik spreek de
wensch uit dat de wet eerlang gewijzigd
wordt en wel het liefst door een initial
•tiefvoor stel van de Tweede Kamer zoodra
deze haar fout heft ingezien.
Uit alles blijkt dat de Minister hier
niet in ernst sprak.
Zulk een initiatief-voorstel is van de.
Tweede Kamer niet te verwachten.
Zij is in dit opzicht Onverbeterlijk ge
bleken.
En het komt ons volstrekt niet onwaar
schijnlijk voor, dat dit optreden op de
houding van den Minister van invloed is
geweest.
V 't Geweer bij den voet.
Toen in 1914 geheel onverwacht de groote
wereldoorlog uitbrak had de mobilisatie
van onze troepen een vlot verloop en wa
ren' we onmiddellijk tot tegenweer gereed,
omdat dank zij mede den arbeid van
onzen Colijn tijdig de organisatie in ge
reedheid was gebracht.
Op het eerste sein konden de troepen
de hun toegewezen plaatsen bezetten.
Zoo moet het ook gaan in het politieke
leven.
Er dreigt nu wel geen onmiddellijk ge
vaar, maar de politieke horizon is toch
ver van helder.
En eer we er aan denken, kan alarm
worden geblazen.
In den boezem van het Kabinet is een
ernstig conflict gerezen, en al is bet niet
waarschijnlijk, de mogelijkheid bestaat
toch, dat in. verband hiermede binnen niet
al te langen tijd een beroep op de kiezers
zal worden gedaan.
Stel een oogenblik, dat dit gebeurt, zijn
wij dan gereed
In 1922 was voor ons de uitslag in den
kieskring Leiden, niet bemoedigend.
Is sinds het mogelijke gedaan om de ga
ten te dichten, en de organisatie te ver
sterken?
Wij weten het niet.
Maar in elk geval ligt in wat de laatste
dagen plaats greep voor het Kieskringbe-
stuur een ernstige waarschuwing om het
anti-revolutionaire leger tot in de verste
uithoeken van het district, aan een nauw
keurige inspectie te onderwerpen.
STADSNIEUWS
Leidsche Chr. Oranje-Vereeniging.
In gebouw „Prediker" werd gister
avond de geannonceerde ledenvergade
ring van de L. C. O. V. gehouden.
De voorzitter, D s. H. Thomas, open
de nadat gezongen was Ps. 75:1, gelezen
Petrus 2 en in gebed was voorgegaan, de
vergadering met een kort openingswoord.
Hierin sprak hij zijn blijdschap uit
over de groote opkomst, welke voor
een deel wel zal zijn te danken aan de
opwekking om de. vergadering bij te wo
nen, doch moest ontkennen, dat (zooals
wij meldden), over de cantate met den
Dienst van het Koninklijk huis moest
worden gecorrespondeerd. (Men deelde
ons nader mede, dat dit misverstand zijn
oorzaak vindt in het feit, dat een andere
cantate "Zal worden gezongen, dan oor
spronkelijk in de bedoeling lag, en waar
over wèl met den Dienst van het K. H.
zou moeten worden gecorrespondeerd).
Het bestuur zou trachten dit jaar de
L. G. O. V. op waardige wijze te doen
herdenken het gelukkige feit van het 25-
jarig regeeringsjubileum van H. M. de
Koningin. Het bestuur hoopte, dat de le
den homogeen achter het bestuur zouden
staan, om dit jaar eens op een buitenge
wone manier naar voren te komen.
De notulen der vorige vergadering
werden goedgekeurd.
Ingekomen was een missive van het
bestuur van den bond van Chr. O. V. in
Nederland, om deel te nemen aan de Na-i
Itionale Huldebetooging op September
te Amsterdam, en afgevaardigden te zen-
den naar de feestvergadering van de
Chr. O. Y. to Amsterdam, welke op den
zelfden avond in het concertgebouw zal
worden gehouden.
Opgewekt werd, -tot groot deelname.
De heer v. Gittort achtte hier
vruchtbare werkzaamheid van de Propa-
gandacommissie mogelijk, en opperde het
plan een boottocht naar Amsterdam te
organiseer en.
Uit de discussie bleek dit laatste even
wel niet mogelijk te zijn.
Over het z.g. plan „Dudok van Heel"
bleek nogal versohil van opvatting te be
staan, vooral ten aanzien van de deel
name door de vereenigingen.
Op voorstel van het bestuur werd be
sloten de leden te verzoeken in grooten
getale zich op te geven bij het secreta
riaat Nieuwe Rijn 51.
Per extra trein (welke door het ge^
heele land loopen) zal men dan gezamen
lijk kunnen vertrekken naar de plaats,
waar incarnatie van vaderlandsliefde en
hulde aan de Oranjedynastie zal plaats
vinden.
De kascommissie bevond de kas van
den penningmeester in orde.
Vervolgens kwam het bestuursvoorstel
voor de herdenkingsfeesten aan de orde.
De voorzitter merkte op. dat het
bestuur ditmaal eens met iets bijzonders,
der Oranje Vereeniging waardig, wilde
komen. Men was dit ook verplicht aan
onze beminde Koningin.
Sober maarsuperieur is het motto bo
ven deze voorgestelde feestviering ge
plaatst.
Door de taal der ziel: muziek, zang en
rede, zal de dank van ons Christenvolk
worden vertolkt.
Dank zij de medewerking van den heer
D. Smink, was het bestuur er in geslaagd
de toezegging te verkrijgen, dat de ruim
300 leden tellende Kon. Zangvereeniging
„Excelsior" te Leiden zal uitvoeren: de
Jubileumcantate (compositie v. d. Horst,
woorden van Dr. de Gheel Gildemeester)
welke bij de Herdenking te 's-Graven-
hage zal worden uitgevoerd; de „Kro-
ningscantate" van Bernard Zwierts (in
1898 met zoo groot succes uitgevoerd) en
het „Halleluja" van Handel.
Bij deze fijne zang zal schoone mu
ziek (orgel en strijkorkest) in harmonie
samenwerken, terwijl een der meest
vooraanstaande redenaars in ons land de
feestrede zal uitspreken.
Hiertoe is aangezocht Z.É. Minister de
Visser.
Van het mooiste en schoonste zal men
dus hopelijk kunnen genieten.
Waar de toezegging van den Minister
nog niet is ontvangen, beijverden zich de
leden bij de op het bestuursvoorstel vol
gende besprekingen remplaoanlen te
noemen.
Over de plaats waar de herdenkings
avond zal worden gehouden werd lang
durig geredeneerd.
De voorzitter kwam ten slotte tot
de conclusie, dat men doende was, de
handelswijze van den dief te volgen, die
het kookboekadvies opvolgde: „Neem
een kip omdat men ook hier van
„nemen" nog niet kon spreken.
Natuurlijk werd geinformeerd, wan
neer de schoone herdenkingsavond zou
worden gehouden.
Het bestuur antwoordde, dat de voor-
loopige datum was bepaald D.V. op 12
September.
Een Leiderdorpsch-Oranjeman kreeg
van deze mededeeling lichtelijk de schrik
te pakken, daar hij vreesde, dat de
plaatselijke feesten aldaar in het hon
derd zouden loopen omdat,, aldus drukte
de spreker zich kernachtig uit, bij een
feest van de L. C. O. V. „heel Leiderdorp
leeg loopt". -
Het bestuur beloofde- dit „conflict der
feesten" nader onder de oogen te zullen
zien.
Veel goede en wijze woorden werden
over het bestuursplan nog gesproken,
waarna ten slotte een hartelijk applaus
der vergadering de instemming hiermede
bewees.
Bij de rondvraag werd alleen de loca
le feestviering ter sprake gebracht.
Uit de mededeelingen van don voorzit
ter bleek, dat de L. G. O. V. geen plannen
heeft op 31 Augustus hieraan deel te he
men.
Na een slotwoord van den voorzitter
werd de vergadering door den heer P.
Mazurel met dankzegging gesloten.
Kamer va!n Koophandel.
Namens de Kamer van Koophandel
alhier is aan den Minister van Water
staat het volgende schrijven gericht:
Naar aanleiding van het schrijven van
21 Juni 1923, Afdeeling Spoorwegen
No. 397, betuigt de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Bijnland te
Leiden Uwe Excellentie haren dank voor
de bemoeiiingen inzake het stoppen van
trein No. 160 te Leiden.
Ondanks deze overigens zeer gewaar
deerde verbetering, veroorlooft de Kamer
zich hare groote teleurstelling uit te spre
ken over het feit, dat bij .dó nieuw inge
voerde dienstregeling zoo weinig aan de
wenschen, genoemd in het schrijven der
Kamer van Koophandel van 9 December
1922 en 19 April 1923 is voldaan.
De beteekenis van Leiden als universi-
teits- en als industriestad, liggende in de
onmiddellijke omgeving van 's-Graven-
hage, wordt nog steeds zeer veel onder
schat, gezien het feit, dat onder de
dienstregeling vóór 1 Juni 1923 27 trei
nen zonder stoppen! passeerden, terwijl
dit aantal thans is 26.
Herheeldelijk komt het zelfs voor, dat
2 sneltreinen na elkander doorgaan, zoo
dat een tijdruimte van één uur lang geen
zeldzaamheid is. Neemt men daarbij in
aanmerking, dat de badplaats Noordwijk
en de visschersplaats Katwijk uitslui
tend op Leiden aangewezen zijn, terwijl
voor een zeer groot gedeelte dor bloem-
ADVERTENTIE-PRIJS
Gewone advertentiën per regel 22# centj
f Ingezonden Mededeelingen, dubbel t&rièt»
('Bij contract, belangrijke reductie.
•'f Kleine advertentiën bij vooruitbetaal
ling van ten hoogste 80 woorden, vrordeil
dagelijks geplaatst ad 60 cent. -*
bollenstreek, vooral voor reizen van en!
naar Den Haag, Leiden als eind- of be*
ginstation van groot belang is, en dat
ook voor de industrieele en landbouwend
de Rijnstreek, zelfs gedeeltelijk voor Bos
koop, Leiden hoofdstation is, dan is de
poging onzer Kamer, om Leiden betere
spoorverbinding te bezorgen alleszins
verklaarbaar.
De Kamer verzoekt derhalve Uwe Ex-t
cellentie met den meeslen aandrang om
den trein, No. 161 van den Hoek van
Holland naar Amsterdam te Leiden te
doen stoppen, waardoor het tevens moge
lijk zal zijn, tusschen 's morgens 7.36 en
8.52 van uit Leiden, Haarlem, Amster-
dam, Hilversum, Aemrsfoort en Zaan
dam te bereiken.
Teneinde Leiden en omgeving eenigs
zins recht te laten wedervaren, is het
echter noodzakelijk in elk geval de hier
na te noemen treinen te laten aandoen.
lo. trein No. D. 7 welke 8.17 v.m. uit
'Amsterdam vertrekt. (Op werkdagen).
2o. trein No. 5 -welke 8.33 v.m. uit
Amsterdam vertrekt
-3o. trein No. 9 welke 1.14 n.m. uit
Amsterdam vertrekt.
4o. trein No. 223 welke 3.51 n.m. uit
Amsterdam vertrekt.
5o. trein No. 227 welke 4.58 n.m. uit
Amsterdam vertrekt.
trein No. 206 welke 8.23 uit Rotterdam
vertrekt.
trein No. 6 welke 10.06 uit Rotter
dam vertrekt.
trein No. 214 welke 12.28 uit Rotter-*
dam vertrekt.
trein No. 18 welke 4.18 uit Rotter-»
dam vertrekt.
trein No. 228 welke 5.25 uit Rotter
dam vertrekt.
trein No. B. 24 welke 7.24 uit Botter-1
dam vertrekt.
te Leiden te doen stoppen.
Ook dan nog zal, naar de meening der
Kamer, niet alles bereikt zijn, waarop
een stad als Leiden met een dergelijke
nijvere omgeving recht heeft, daar
slechts aan de allergrootste behoefte zal
tegemoet gekomen zijn.
De Kamer spreekt echter den wensch
uit. dat Uwe Excellentie maatregelen zal
willen treffen, opdat aan dit billijk ver-»
zoek voldaan zal kunnen worden.
Aanhouding. H
De dader van 8 inbraken gevat
Het blijkt steeds duidelijker dat de
veronderstelling in ons bericht van giste-»
ren uitgesproken, n.l. als zou de recher
che met de aanhouding van den Hage
naar J. Z., een goede vangst hebben ge-»
daan, volkomen juist was.
Toen den verdachte bij het verhoor de
door de Oegstgeester pplitie genomen
voetafdrukken werden getoond, en hij op
de tallooze punten van overeenkomst
werd gewezen, bekende hij dadelijk den
inbraak hij kolonel De Reus te Oegstgeest
ook te hebben gepleegd, en zich behalve
aan den inbraak bij dr. Holwerda te Voor
schoten, nog aan een 6-tal andere te heb
ben schuldig gemaakt; waarvan gepleegd
zijn, een te Oegstgeest, een te Voorburg,
een te Hazerswoude, twee te Wassenaar
en een te Leiden, n.l. die bij de firma
Wernink, in totaal 8 inbraken, terwijl te^
vens wordtvermoedt dat hij de persoon
is die onlangs in de R. K. kerk te Lisse
heeft ingebroken.
Zater-dag 28 Juli a.s. hoopt de Kin
derker k vereeniging „Phebe" met haar
pl.m. 200 kinderen een uitstapje te ma
ken naar Katwijk. Dat kan een heerlijke
middag worden voor de kleinen.
De boottocht door het bestuur van
het Kinderhuis „Voordorp" bij gelegen
heid van de laatstgehouden bazar aan de
medewerkers(sters) toegezegd, zal waar
schijnlijk op Donderdag 16 Aug. a.s.
worden gemaakt, en wel naar de Dier-*
gaarde te Amsterdam. Het is de bedoe-»
ling dat buiten de genoodigden nog een
vijftigtal belangstellenden tegen betaling
den tocht meemaken, waartoe gelegenheid
bestaat. De kosten zullen niet te laste van
„Voordorp" komen.
Gisteren is "alhier aangehouden de
Varensgezel J. B., afkomstig uit den Hel
der, wiens aanhouding was verzocht
door den commissaris van politie te Am
sterdam en te Ben Helder. B wordt ver
dacht zich te hebben schuldig gemaakt
aan verduistering.
s—Een inwoner heeft hij do politio
aangifte gedaan dat hij van een bedrag
van f247 $at hij in een ilnnenkast he-*
waarde, 4 bankbiljetten van f 10 ver-*
mist
Op den hoek van de Rijnstraat en
het Utrechtsche Veer is gisteren een.
vrouw dooi* een wielrijder aangereden,
met het ernstig gevolg, dat zij haar enkel
brak.
Do politie doet onderzoek in hoeverre
de wielrijder de schuldige is.
Tegen zekeren O., vroeger alhier,
maar thans te Bussum woonachtig, i<
een aanklacht ingediend wegens verduis-*
tering van onderdeelon van motorrijwie
len. „I