Dagblad voor Leiden en Omstreken. 4de JAARGANG. - ZATERDAG 21 JULI 1923 - No. 991 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. int. 1278 - Postrekening 58936 ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en buiten Leidèn y waar agenten gevestigd zijn >er kwartaal f2*50 £er week f 0.1,9 franco per post per kwartaal ".Yï*".. f 2.90 Dit nummer bestaat uit tivea bladen. De Overheid en het recht. Er is tusschen lien die de bron van het recht zoeken in God en hen die uit den mensch het recht opbouwen een scherpe principieele tegenstelling. In de practijk echter ziet men, dat de aanhangers van heide stelsels elkaar veel dichter naderen, dan men wel verwach ten zou. Dit vindt heeft Dr. Kuyper opge merkt hierin zijn oorzaak, 'dat wie met geen andere gegevens zijn rechtsge- bouw optrekt, dan die ontleend zijn aan 's menschen natuur, 's menschen histo rie en 's menschen wijsbegeerte, zich toch altoos zal moeten verklaren, van waar de mensch zulk een natuur ontving, hoe hij haar in zijn historisch verloop tot zulk een uiting bracht en wat hem in staat stelde tot een samenvattend begrij pen er van. En omgekeerd kan, wie de bron van alle recht in Gods beschikking eert, deze algemeene geloofsovertuiging niet nader ontleden, zonder ook zijnerzijds met de natuur der menschen, met 't historisch verloop der menschheid en met de wijs- geeringe samenvatting van de onder scheiden deelen onzer kennis te rekenen. Het bedenkelijke was maar dat bij de keuze tusschen die tweeërlei principieele standpunt 'alle gegevens zich ten slotte sa^imtrokken- op de tegenstelling, of het recht uit God, dan wel of bet uit den mensch was." Aanvaardt men het laatste dan moet dit vanzelf tot rechtsverdonkering leiden, daar dan een onderwerping geëischt wordt niet aan God, maar aan den mensoh. En aangezien nu de eene mensch even hoog waant te staan als de andere komt er vanzelf een zekere, onwil met als ge volg een bedenkelijke verzwakking van het rechtsgevoel. Wanneer daarentegen erkent wordt, dat het recht in God zijn oorsprong vindt, dan volgt daaruit tevens dat we de Overheid en de door haar gestelde wet ten en verordeningen gehoorzamen. Dit geldt ook van die bepalingen die tot op zekere hoogte een eenigszins wille keurig karakter dragen en die liggen in wat men genoemd heeft de neutrale zóne. En dat is een vrij breed terrein. Er zijn toch tal van bepalingen die evengoed anders zouden kunnen luiden. Of een verordening bepaalt dat men op zekere punten rechts of links moet uit wijken is b.v. volmaakt onverschillig. Hoofdzaak is hier dat er een r e- ,g P; 1 S3. En zoo zijn er allerlei bepalingen die op zichzelf van weinig beteekenis zijn maar die toch in het belang van de goe de orde moeten worden opgevolgd. We kunnen in dergelijke gevallen niet zeggen, dat we als bij diefstal en doodslag met bepalingen hebben te doen die in het gebod Gods hun oorsprong vinden. Maar we» moeten wel verstaan, dat wanneer de Overheid eenmaal zekere re gelen heeft gesteld, het recht Gods /eischt dat die hevelen ook worden nageleefd. Ook hier treedt de Overheid op als die naresse Gods, aan wie wij eerbied en ge-, hoorzaamheid verschuldigd zijn. De vraag of de wet, of het bevel der Overheid moet worden geëerbiedigd le vert dus in hét algemeen voor den Chris ten geen moeilijkheid op. Zelfs dan niet, wanneer de wetten of beveten bepalingen bevatten, waarvan de billijkheid niet zonder meer kan wor den toegegeven. Het Woord Gods bevat hieromtrent duidelijke uitspraken die niet voor tweeërlei uitlegging vatbaar zijn. Wie zich tegen de macht stelt, weder staat de 'ordening Gods, en zal over zich zeben een oordeel halen. De Overheid heeft bij het maken van wetten en verordeningen naar de grootst mogelijke billijkheid en rechtvaardig heid te streven. Alle willekeur moet haar vreemd zijn. Maar ook als kan worden aangetoond dat zij in dit opzicht heeft gefaald-dan eischt niet alleen het belang van een goe de staatsorde en een geordende samenle ving, maar ook het goddelijk recht dat wij onze persoonlijke inzichten prijs ge ven. Het mistasten der overheid ontslaat de onderdanen -niet van den plicht der ge hoorzaamheid. 'J Nu doet zich hierbij een moeilijkheid voor. De Overheid kan iets voorschrijven kan een wet geven of een verordening daarstellen, waarvan de volbrenging vol gens het geweten van den burger in lijn rechten strijd is met Gods Woord, zoodat hij. geplaatst wordt voor de keuze te zon digen tegen God, dan wel aan het bevel der Overheid te voldoen. Moet en mag de Overheid in zulk een geval gehoorzaamheid afdwingen? Of heeft zij in het geweten de grens van haar macht te eerbiedigen? Deze gevallen doen zich niet zeldzaam voor.' Wij hooren in dezen tijd veel spreken over principieele dienstweigeraars, men schen die uit principe weigeren den wa penrok te dragen, omdat zij dan in strijd zouden handelen met de leer van Jezus, die gezegd heeft dat allen die het zwaard nemen ook door het zwaard zullen ver gaan. Zij gevoelen zich in hun geweten be zwaard, om zich aan den krijgdienst te onderwerpen. In hoeverre wij hier met werkelijke ge wetensbezwaren te doen hebben is niet gemakkelijk uit te maken omdat hier me nigmaal ook politieke en andere motieven een rol spelen. Maar het feit kan zich toch voordoen, dat iemand zich inderdad in zijn gewe ten bezwaard gevoelt, om in die geval de Overheid te gehoorzamen. Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij den eed. Met een beroep op bet Woord van den Heiland „Zweert ganschelijk niet" maakt menigeen bezwaar om den eed af te leg gen. Het opvolgen van het bevel der Over heid acht hij te zijn een zondige daad en hier geld z.i. dat men God meer heeft te gehoorzamen dan den menschen, wat van zulk een conflict dan ook de gevol gen mogen zijn. Weer anderen zijn er die van meening zijn dat het verzekeringswezen door Gods Woord geoordeeld is, en die daarom wei geren voor hun personeel zegeltjes te plakken. Misschien dat hier soms ook andere, mindererespectabele motieven van in vloed zijn. Maar het feit doet zich toch voor, dat men zonder met de ernstige gevolgen re kening te houden heslist weigert aan de wettelijke verplichtingen te voldoen en zoo te handelen in strijd, met hef gewe iten. Wij zouden in dit verband voorts nog kunnen wijzen op de vaccinatie door de regeering voor de toelating der kinderen tot de scholen als eisch gesteld. Op de leerplicht, die tevens vaccine plicht inhoudt en die opzichzelf, in geval len dat de ouders gedwongen werden •hunne kinderen te zenden naar een school, welke zij voor die kinderen ver derfelijk achtten, een nieuw gewetenscon flict te voorschijn riep. En eindelijk hebben wij nog de stem plicht. Niet zoo weinige vrouwen gevoelen zich in haar geweten bezwaard, het kies recht uit te oefenen en de ervaring van de laatste jaren heeft geleerd, dat men zich soms liever tot gevangenisstraf laat veroordeelen, dan aan den wettelijken plicht te voldoen. Hoe nu met al deze bedenkingen te handelen? In de eerste plaats heeft de Overheid te verstaan en zij moet daarvan diep doordrongen zijn dat zij regeert bij de gratie Gods. Zij mag niet handelen naar jrillekeur. Zij is niet oppermachtig. Wie erkent dat de bron van het Techt ligt bij God, die zal nooit instemmen met de leer van den almachtigen staat, die alles kan en die alles mag. De onderdanen hebben de Overheid te gehoorzamen en hare bevelen te eerbie digen, maar daar staat tegenover dat de Overheid zich niet aan machtsover schrijding mag schuldig maken. Er zijn zekere grenzen die zij heeft te eerbiedigen. Ook zonder machtsoverschrijding van de zijde der Overheid blijft evenwel de mogelijkheid van gewetensbezwaar be staan. i En met die bezwaren voorzoover deze het karakter van achtbaarheid niet mis sen, heeft de Overheid ernstig rekening te houden. Waar niemand mag doen hetgeen hij aoht zonde te zijn, ook dan niet als het de Overheid vordert, heeft de Overheid tegenovèr het geweten terug te treden. Dit is, evenals zoovele andere dingen, gemakkelijker gezegd dan gedaan. Zelfs met een'* beroep op het geweten moet de uiterste voorzichtigheid worden 'betracht. Wanneer er echter zoowel bij de Over heid als bij de onderdanen een huigen is voor Gods Woord, zal het niet onmo^ gelijk zijn hier een regeling te treffen, die beide partijen kan bevredigen. V Minister en Kamer. On-verklaarbaar is genoemd de houding van Minister de Geer. En zij is dat ook. De vTaag kan echter gedaan of hier niet van invloed is geweest, wat de heer de Geer het woord is van den Minister zelf in de Tweede Kamer heeft door gemaakt, bij de regeling van de ver-. loftraktementen van ambtenaren-Kamer leden. De meerderheid van de Kamer heeft daarbij een houding aangenomen, die diametraal ingaat tegen de politiek van versobering en bezuiniging door den Mi nister noodzakelijk geaoht. Het persoonlijk belang van sommige leden werd gesteld boven het landsbe lang. was naar de Minister in de Eerste Kamer verklaarde in de Twede Kamer Kamer verklaarde in de Tweede Kamer werd tegengewerkt. En niet zonder bitter sarcasme merkte de Minister op: Ik betreur dat in de Tweede Kamer het amendement (Troel stra) is aangenomen; ik spreek de wensch uit dat de wet eerlang gewijzigd wordt en wel het liefst door een initial •tiefvoor stel van de Tweede Kamer zoodra deze haar fout heft ingezien. Uit alles blijkt dat de Minister hier niet in ernst sprak. Zulk een initiatief-voorstel is van de. Tweede Kamer niet te verwachten. Zij is in dit opzicht Onverbeterlijk ge bleken. En het komt ons volstrekt niet onwaar schijnlijk voor, dat dit optreden op de houding van den Minister van invloed is geweest. V 't Geweer bij den voet. Toen in 1914 geheel onverwacht de groote wereldoorlog uitbrak had de mobilisatie van onze troepen een vlot verloop en wa ren' we onmiddellijk tot tegenweer gereed, omdat dank zij mede den arbeid van onzen Colijn tijdig de organisatie in ge reedheid was gebracht. Op het eerste sein konden de troepen de hun toegewezen plaatsen bezetten. Zoo moet het ook gaan in het politieke leven. Er dreigt nu wel geen onmiddellijk ge vaar, maar de politieke horizon is toch ver van helder. En eer we er aan denken, kan alarm worden geblazen. In den boezem van het Kabinet is een ernstig conflict gerezen, en al is bet niet waarschijnlijk, de mogelijkheid bestaat toch, dat in. verband hiermede binnen niet al te langen tijd een beroep op de kiezers zal worden gedaan. Stel een oogenblik, dat dit gebeurt, zijn wij dan gereed In 1922 was voor ons de uitslag in den kieskring Leiden, niet bemoedigend. Is sinds het mogelijke gedaan om de ga ten te dichten, en de organisatie te ver sterken? Wij weten het niet. Maar in elk geval ligt in wat de laatste dagen plaats greep voor het Kieskringbe- stuur een ernstige waarschuwing om het anti-revolutionaire leger tot in de verste uithoeken van het district, aan een nauw keurige inspectie te onderwerpen. STADSNIEUWS Leidsche Chr. Oranje-Vereeniging. In gebouw „Prediker" werd gister avond de geannonceerde ledenvergade ring van de L. C. O. V. gehouden. De voorzitter, D s. H. Thomas, open de nadat gezongen was Ps. 75:1, gelezen Petrus 2 en in gebed was voorgegaan, de vergadering met een kort openingswoord. Hierin sprak hij zijn blijdschap uit over de groote opkomst, welke voor een deel wel zal zijn te danken aan de opwekking om de. vergadering bij te wo nen, doch moest ontkennen, dat (zooals wij meldden), over de cantate met den Dienst van het Koninklijk huis moest worden gecorrespondeerd. (Men deelde ons nader mede, dat dit misverstand zijn oorzaak vindt in het feit, dat een andere cantate "Zal worden gezongen, dan oor spronkelijk in de bedoeling lag, en waar over wèl met den Dienst van het K. H. zou moeten worden gecorrespondeerd). Het bestuur zou trachten dit jaar de L. G. O. V. op waardige wijze te doen herdenken het gelukkige feit van het 25- jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin. Het bestuur hoopte, dat de le den homogeen achter het bestuur zouden staan, om dit jaar eens op een buitenge wone manier naar voren te komen. De notulen der vorige vergadering werden goedgekeurd. Ingekomen was een missive van het bestuur van den bond van Chr. O. V. in Nederland, om deel te nemen aan de Na-i Itionale Huldebetooging op September te Amsterdam, en afgevaardigden te zen- den naar de feestvergadering van de Chr. O. Y. to Amsterdam, welke op den zelfden avond in het concertgebouw zal worden gehouden. Opgewekt werd, -tot groot deelname. De heer v. Gittort achtte hier vruchtbare werkzaamheid van de Propa- gandacommissie mogelijk, en opperde het plan een boottocht naar Amsterdam te organiseer en. Uit de discussie bleek dit laatste even wel niet mogelijk te zijn. Over het z.g. plan „Dudok van Heel" bleek nogal versohil van opvatting te be staan, vooral ten aanzien van de deel name door de vereenigingen. Op voorstel van het bestuur werd be sloten de leden te verzoeken in grooten getale zich op te geven bij het secreta riaat Nieuwe Rijn 51. Per extra trein (welke door het ge^ heele land loopen) zal men dan gezamen lijk kunnen vertrekken naar de plaats, waar incarnatie van vaderlandsliefde en hulde aan de Oranjedynastie zal plaats vinden. De kascommissie bevond de kas van den penningmeester in orde. Vervolgens kwam het bestuursvoorstel voor de herdenkingsfeesten aan de orde. De voorzitter merkte op. dat het bestuur ditmaal eens met iets bijzonders, der Oranje Vereeniging waardig, wilde komen. Men was dit ook verplicht aan onze beminde Koningin. Sober maarsuperieur is het motto bo ven deze voorgestelde feestviering ge plaatst. Door de taal der ziel: muziek, zang en rede, zal de dank van ons Christenvolk worden vertolkt. Dank zij de medewerking van den heer D. Smink, was het bestuur er in geslaagd de toezegging te verkrijgen, dat de ruim 300 leden tellende Kon. Zangvereeniging „Excelsior" te Leiden zal uitvoeren: de Jubileumcantate (compositie v. d. Horst, woorden van Dr. de Gheel Gildemeester) welke bij de Herdenking te 's-Graven- hage zal worden uitgevoerd; de „Kro- ningscantate" van Bernard Zwierts (in 1898 met zoo groot succes uitgevoerd) en het „Halleluja" van Handel. Bij deze fijne zang zal schoone mu ziek (orgel en strijkorkest) in harmonie samenwerken, terwijl een der meest vooraanstaande redenaars in ons land de feestrede zal uitspreken. Hiertoe is aangezocht Z.É. Minister de Visser. Van het mooiste en schoonste zal men dus hopelijk kunnen genieten. Waar de toezegging van den Minister nog niet is ontvangen, beijverden zich de leden bij de op het bestuursvoorstel vol gende besprekingen remplaoanlen te noemen. Over de plaats waar de herdenkings avond zal worden gehouden werd lang durig geredeneerd. De voorzitter kwam ten slotte tot de conclusie, dat men doende was, de handelswijze van den dief te volgen, die het kookboekadvies opvolgde: „Neem een kip omdat men ook hier van „nemen" nog niet kon spreken. Natuurlijk werd geinformeerd, wan neer de schoone herdenkingsavond zou worden gehouden. Het bestuur antwoordde, dat de voor- loopige datum was bepaald D.V. op 12 September. Een Leiderdorpsch-Oranjeman kreeg van deze mededeeling lichtelijk de schrik te pakken, daar hij vreesde, dat de plaatselijke feesten aldaar in het hon derd zouden loopen omdat,, aldus drukte de spreker zich kernachtig uit, bij een feest van de L. C. O. V. „heel Leiderdorp leeg loopt". - Het bestuur beloofde- dit „conflict der feesten" nader onder de oogen te zullen zien. Veel goede en wijze woorden werden over het bestuursplan nog gesproken, waarna ten slotte een hartelijk applaus der vergadering de instemming hiermede bewees. Bij de rondvraag werd alleen de loca le feestviering ter sprake gebracht. Uit de mededeelingen van don voorzit ter bleek, dat de L. G. O. V. geen plannen heeft op 31 Augustus hieraan deel te he men. Na een slotwoord van den voorzitter werd de vergadering door den heer P. Mazurel met dankzegging gesloten. Kamer va!n Koophandel. Namens de Kamer van Koophandel alhier is aan den Minister van Water staat het volgende schrijven gericht: Naar aanleiding van het schrijven van 21 Juni 1923, Afdeeling Spoorwegen No. 397, betuigt de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Bijnland te Leiden Uwe Excellentie haren dank voor de bemoeiiingen inzake het stoppen van trein No. 160 te Leiden. Ondanks deze overigens zeer gewaar deerde verbetering, veroorlooft de Kamer zich hare groote teleurstelling uit te spre ken over het feit, dat bij .dó nieuw inge voerde dienstregeling zoo weinig aan de wenschen, genoemd in het schrijven der Kamer van Koophandel van 9 December 1922 en 19 April 1923 is voldaan. De beteekenis van Leiden als universi- teits- en als industriestad, liggende in de onmiddellijke omgeving van 's-Graven- hage, wordt nog steeds zeer veel onder schat, gezien het feit, dat onder de dienstregeling vóór 1 Juni 1923 27 trei nen zonder stoppen! passeerden, terwijl dit aantal thans is 26. Herheeldelijk komt het zelfs voor, dat 2 sneltreinen na elkander doorgaan, zoo dat een tijdruimte van één uur lang geen zeldzaamheid is. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de badplaats Noordwijk en de visschersplaats Katwijk uitslui tend op Leiden aangewezen zijn, terwijl voor een zeer groot gedeelte dor bloem- ADVERTENTIE-PRIJS Gewone advertentiën per regel 22# centj f Ingezonden Mededeelingen, dubbel t&rièt» ('Bij contract, belangrijke reductie. •'f Kleine advertentiën bij vooruitbetaal ling van ten hoogste 80 woorden, vrordeil dagelijks geplaatst ad 60 cent. -* bollenstreek, vooral voor reizen van en! naar Den Haag, Leiden als eind- of be* ginstation van groot belang is, en dat ook voor de industrieele en landbouwend de Rijnstreek, zelfs gedeeltelijk voor Bos koop, Leiden hoofdstation is, dan is de poging onzer Kamer, om Leiden betere spoorverbinding te bezorgen alleszins verklaarbaar. De Kamer verzoekt derhalve Uwe Ex-t cellentie met den meeslen aandrang om den trein, No. 161 van den Hoek van Holland naar Amsterdam te Leiden te doen stoppen, waardoor het tevens moge lijk zal zijn, tusschen 's morgens 7.36 en 8.52 van uit Leiden, Haarlem, Amster- dam, Hilversum, Aemrsfoort en Zaan dam te bereiken. Teneinde Leiden en omgeving eenigs zins recht te laten wedervaren, is het echter noodzakelijk in elk geval de hier na te noemen treinen te laten aandoen. lo. trein No. D. 7 welke 8.17 v.m. uit 'Amsterdam vertrekt. (Op werkdagen). 2o. trein No. 5 -welke 8.33 v.m. uit Amsterdam vertrekt -3o. trein No. 9 welke 1.14 n.m. uit Amsterdam vertrekt. 4o. trein No. 223 welke 3.51 n.m. uit Amsterdam vertrekt. 5o. trein No. 227 welke 4.58 n.m. uit Amsterdam vertrekt. trein No. 206 welke 8.23 uit Rotterdam vertrekt. trein No. 6 welke 10.06 uit Rotter dam vertrekt. trein No. 214 welke 12.28 uit Rotter-* dam vertrekt. trein No. 18 welke 4.18 uit Rotter-» dam vertrekt. trein No. 228 welke 5.25 uit Rotter dam vertrekt. trein No. B. 24 welke 7.24 uit Botter-1 dam vertrekt. te Leiden te doen stoppen. Ook dan nog zal, naar de meening der Kamer, niet alles bereikt zijn, waarop een stad als Leiden met een dergelijke nijvere omgeving recht heeft, daar slechts aan de allergrootste behoefte zal tegemoet gekomen zijn. De Kamer spreekt echter den wensch uit. dat Uwe Excellentie maatregelen zal willen treffen, opdat aan dit billijk ver-» zoek voldaan zal kunnen worden. Aanhouding. H De dader van 8 inbraken gevat Het blijkt steeds duidelijker dat de veronderstelling in ons bericht van giste-» ren uitgesproken, n.l. als zou de recher che met de aanhouding van den Hage naar J. Z., een goede vangst hebben ge-» daan, volkomen juist was. Toen den verdachte bij het verhoor de door de Oegstgeester pplitie genomen voetafdrukken werden getoond, en hij op de tallooze punten van overeenkomst werd gewezen, bekende hij dadelijk den inbraak hij kolonel De Reus te Oegstgeest ook te hebben gepleegd, en zich behalve aan den inbraak bij dr. Holwerda te Voor schoten, nog aan een 6-tal andere te heb ben schuldig gemaakt; waarvan gepleegd zijn, een te Oegstgeest, een te Voorburg, een te Hazerswoude, twee te Wassenaar en een te Leiden, n.l. die bij de firma Wernink, in totaal 8 inbraken, terwijl te^ vens wordtvermoedt dat hij de persoon is die onlangs in de R. K. kerk te Lisse heeft ingebroken. Zater-dag 28 Juli a.s. hoopt de Kin derker k vereeniging „Phebe" met haar pl.m. 200 kinderen een uitstapje te ma ken naar Katwijk. Dat kan een heerlijke middag worden voor de kleinen. De boottocht door het bestuur van het Kinderhuis „Voordorp" bij gelegen heid van de laatstgehouden bazar aan de medewerkers(sters) toegezegd, zal waar schijnlijk op Donderdag 16 Aug. a.s. worden gemaakt, en wel naar de Dier-* gaarde te Amsterdam. Het is de bedoe-» ling dat buiten de genoodigden nog een vijftigtal belangstellenden tegen betaling den tocht meemaken, waartoe gelegenheid bestaat. De kosten zullen niet te laste van „Voordorp" komen. Gisteren is "alhier aangehouden de Varensgezel J. B., afkomstig uit den Hel der, wiens aanhouding was verzocht door den commissaris van politie te Am sterdam en te Ben Helder. B wordt ver dacht zich te hebben schuldig gemaakt aan verduistering. s—Een inwoner heeft hij do politio aangifte gedaan dat hij van een bedrag van f247 $at hij in een ilnnenkast he-* waarde, 4 bankbiljetten van f 10 ver-* mist Op den hoek van de Rijnstraat en het Utrechtsche Veer is gisteren een. vrouw dooi* een wielrijder aangereden, met het ernstig gevolg, dat zij haar enkel brak. Do politie doet onderzoek in hoeverre de wielrijder de schuldige is. Tegen zekeren O., vroeger alhier, maar thans te Bussum woonachtig, i< een aanklacht ingediend wegens verduis-* tering van onderdeelon van motorrijwie len. „I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1