Tweede Blad; Woensdag !8 Juli 1923 Op de Raadstribune 't "Was warm in de 'Raadszaal j.l. Maandag. Er hing een zwoele drukkende tempe ratuur, die onder do leden een zekere loomheid bracht, zoo zelfs, dat sommige edelachtbarcn moeite hadden, wakker to blijven. Met geloken oogen en knikkend hoofd zaten sommige leden en deden alsof ze luisterden, tewijl ze in werkelijkheid heel ver weg waren. En de besprekingen werk ten meer dan eens meo om de slaapzucht to versterken. Taai en saai, dat het was, zoo nu cn dan, ongelooflijk! Dat desondanks een avondvergadering overbodig bleek, vond hierin zijn oorzaak dat er zoo weinig punten waren, waar over met goed fatsoen gesproken kon worden. Het eerste punt dat de aandacht vroeg betrof een aanvraag van oen gepension- neerd ambtenaar om vrijstelling van de verplichting tot premiebetaling voor we duwen- en weezenpensioen. Overeenkomstig de beslaande verorde ningen stelden B. en W. voor, afwijzend te beschikken. Engenlijk vanzelf spre kend. Maar dat was niet naar den zin van den lieer Eerdmans. Terwijl hij anders altijd niet zonder overdrijving informeert naar de rechtsgronden voor zekere han delingen en gaarne als bezuinigingsspe- cialist fungeert, viel hij nu den heer Wil- mer bij en wilde hij nu niet het verstand maar het gevoel laten spreken, hierin ge volgd door leden van de verschillende fracties, met het resultaat dat het voor stel van B. en W. verworpen werd. Als we het goed hebben begrepen zal nu worden nagegaan welko kosten er mee gemoeid zijn als alle oud-ambtena ren die in dezelfde positie verkeeren als dozen adressant, van premiebetaling wor den vrijgesteld, waarna er een kaas is, dat deze vrijstelling een feit zal worden. Voorloopig hebben de belanghebbenden echter slechts een vogel in de lucht die naar het ons voorkomt in de lucht be hoort te blijven. Het voorstel om opnieuw f 100.000 be schikbaar te stellen voor steunverleening aan werkloozen, bracht opnieuw den heer Eerdmans in actie. Hij wensckte een te genprestatie, maar bij de uitwerking van dit denkbeld, dat trouwens niet aan de orde was, was hij niet bepaald gelukkig. Werkverschaffing improviseert men nu eenmaal niet vooral niet bij een werk- Joozencorps uit zoo verschillende elemen ten samengesteld. Het denkbeeld blijft natuurlijk de over- weging waard. Want dat de steunverlee ning op don duur moreel noodlottige ge volgen moet bobben, valt niet te weer spreken. Dat het hier echter een moeilijke zaak betreft, blijkt niet alleen uit het feit dat B. en W. met hun staf van ambtenaren nog steeds geen bevredigende oplossing hebben gevonden, maar ook hieruit, dat de raadsleden waaronder er zijn die gaarne als specialiteiten op dit gebied fungeeren, het niet verder dan tot alge- in eene wenken en tot een schermen in de ruimte welen te brengen. Leiden krijgt nu ook zijn woonwagen kamp met al do onaangenaamheden daar aan verbonden. Maar er valt nu eenmaal niet aan te ontkomen. De plannen voor de inrichting van het kamp ontmoetten weinig bedenking. Alleen bleef Mevr. van Itallie zichzelf gelijk door in naam der Dierenbescher ming op een afdak voor de paarden aan te dringen, terwijl de heer Huurman zeer terecht naar het ons voorkomt, op de ver lichting van het terrein de aandacht ves tigde. De debatten waren niet on-interessant. Daar was vooreerst de vraag of 'n afdak werkelijk de bedoelde paarden beschermt. .Kenners" waren van oordeel dat „die renvrienden" en daaronder vallen ook de woonwagenbewoners nooit hun paard onder zulk een aldak zullen stallen, van wege de tocht. Daarbij kwam voor do dieren nog een ander gevaar, n.l. dat ze elkaar zullen: doodslaan, tenzij -behoorlijke tusschen- schotfen worden aangebracht wat naar de wethouder meedeelde de kosten zou ver tienvoudigen. En daarbij kwam dan tenslotte nog dat gevreesd 'werd, dat het afdak meer zou dienen tot bescherming van de menschen die het 's winters zonden opstoken, dan voor de dieren. Dit laatste argument word echter door den wethouder zelf ontzenuwd teen hij in antwoord aan den heer Heerman, die op verlichting van hot terrein aandrong, opmerkte dat vermoedelijk 's winters van het kamp wel zoo goed als geen gebruik zou worden gemaakt. Het voorstel van B. en W. werd tenslot- t© ongewijzigd aangenomen. Do Zwemvereeniging „De Zijl" ont vangt een bijdrage van f 100.voor een to bonden zwemfeest. Een voorstel van den beer de Lango om hieraan de voor waarde te verbinden dat het „feest" niet op Zondag wordt gehouden kon in den overwegend rechlschen Raad geen meer derheid vinden. Naar het schijnt ligt het in de bedoe ling van do verceniging den Zohdag uit to schakelen. Maar dit neemt toch niet weg, dat do genomen beslissing moet wor den betreurd. Een voorstel om bij het a.s. Regeerings- jubileuin van H. M. de Koningin een adres van hulde to verzonden, gaf nog tot allerlei beschouwingen aanleiding. De hoeren van Eek en Knuttel repeteerden hunne reeds vroeger aangevoerde bezwa ren, terwijl zoowaar de heer Sytsma eenig bezwaar maakt© dat B. en W. zelf standig het adres zouden opstellen, en op behandeling in den Raad aandrong. Dit denkbeeld werd echter door den Voorz. kort en goed afgewezen. Het zou ook wel wat al to dwaas zijn. Zooals in een vorige vergadering reeds werd voorspeld, heeft do Raad een deel der werkloozen een o ogenblik blij ge- maait met een doode musch. De Regee ring staat er n.l. op, dat bedoeld besluit inzake de berekening van de gezins inkomsten -wordt ingetrokken, wat de Raad dan ook tenslotte deed. De heer v. Stralen gispte sterk de hou ding van het college van B. en W. maar ioen diens fractie werd uitgenoodigd om dan in het college zitting te nemen en het beter te doen, moest hij dit afwijzen, omdat het niet mag van den lieer van Eek, die hierin de meerderheid van de partijafdecling achter zich heeft. Tenslotte' kwam nog even het bewaar- schoolonderwijs aan de orde. De heer Groenovckl wilde uitstel van behandeling omdat zijne fractie hare commitenten i.e. de afdeeling van den Bond van Ned. Onderwijzers nieti over dit voorstel had kannen hooren, vanwege de warmte. Dezelfde warmte was oorzaak dat de heer Sytsma verhinderd was, tij dig een voorstel in te dienen. De .hoeren hebben 't blijkbaar nogal kwaad gehad. In hoofdzaak liepen de besprekingen over de salarieering en het ambulantismo waaraan de heer Sytsma den dood ge zworen beeft. De -wethouder, die voor zijn heengaan nog enkele onderwijszaken met den' Raad hoopt af te doen, zag echter zijne voor stellen met vrij groote meerderheid aan genomen wat voor een deel te danken -was aan do ongelukkige wijze waarop de heer Sytsma ditmaal argumenteerde. De heer Bots, die tot aller genoegen' weer hersteld de vergadering bijwoonde, werd deswege door den voorzitter in har telijke bewoordingen gelukgcwensckt 't Zal echter met dezen wethouder even als met verschillende andere leden, niet lang meer duren. De geloofsbrieven, van de nieuwe leden werden n.l. goedgekeurd en tot hunne toelating besloten. KERK EN SCHOOL NED. HERV". KERK. Boroopen. Te H.-L Ambacht (toez.) Mr. J. F. Dijkstra, cand. te Den Haag. Aangenomen. Naar Mueselit&naal H. A. ten Hovo te Schoonoord; naar Sel- lingen: F. Siega te Hïjkeramilde. Bedankt. Voor Goudriaan en Otto- land; J. Ronge to Hoog-Blokland. GEREF. KERKEN. Beroepen. Naar Vlaardingjen: G. R. Kuvper te Haarlem. Aangenomen. Naar Kooien: Knoop te SchouwerzïjI. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te LïsseH. A. Minder- man te Dirksland. DOOPSGEZ. GEMEENTE. 'Aangenomen. Naar Krommenie-Wor mer: R. O. de Lange te Leermcns-Lopper- sum. Ds. B. N. B. Bouthoorn, overge komen: van Wapenveld, werd Zondag j.l. te Zeist tot zijn dienstwerk bij de Ned. Hcrv. Gemeente ingeleid door zijn vader, Ds. C. Bouthoorn, van Dordrecht. Do be vestiger bad tot tekst Psalm 12G: 5 en G. Des avonds hield do nieuwe leeraar zijn intreerede over 2 Cor. 2: 16b. D s. S. van Dijken, overgekomen van Zweeloo, deed Zondag j.l. zijn intrede bij do Geref. Kerk van Nieuweroord, over 1 Petr. 2: 2, nadat hij des morgens door zijn vader, Ds. A. van Oijken, van Amster dam-Zuid, was bevestigd met een prediko- Een modus vivendi in de Herv. Kerk? In „Stemmen voor Waarheid cn Vrede", het Evangelisch tijdschrift voor de Pro- testantsche Kerken, schrijft Dr. J. F. B (eeronsr over dc beweging onder de vrij zinnige ieden in le Ned. Herv. Kerk, over do bijeenkomsten to Amsterdam eni to Arnhem, en over de pogingen om tot een modus vivendi to komen met andere groe pen uit de Ned. Herv. Kerk. De schrijver zegt Het woord is nu aan de orthodoxie. Wat zal haar antwoord zijn! De confcssioneelen zullen- in groote meer derheid hen déplaise Hoedemakcr's plei dooi indertijd van een/ modus vivendi niet willen weten. Zij blijven 'fc heil zoeken', ge lijk op dc buitengewone vergadering in Utrecht weer is uitgesproken in „reorga nisatie". De classical® vergadering, de mond der kerk moet gaan spreken. Alsof daarmee de riclitingskwestie is opgelost. De Gereformeerden zullen er meer voor te vinden zijn. Doch de rede van prof. Visschcr in de Tweede Kamer heeft duide lijk laten zien, wat hij van zulk een modus vivendi verwacht, n.l. dat weldra het ad ministratief verband geheel worde verbro ken en er boedelscheiding kome opdat elke groep zich volkomen vrij zou kunnen ont wikkelen, zonder eenig contact met de an dere groepen. Deze redevoering heeft ve len 't oog geopend voor gevaren, die aan een modus vivendi verbonden zijn. Heb wordt hoe langer hoe duidelijker zegt bijv. Corucus in „Bergopwaarts" dat een modus vivendi niet betcekent: het ein de van oude, maar het begin van nieuwe conflicten, dat het niet is een laatste stap, maar een eerste op een weg, die de Ned. Herv. Kerk als geheel opheft en ontbindt in haar verschillende factoren. Zoo pessimistisch als Corucus ben ik op dit punt niet. Ik geloof, dat heb meereudeel van de leden der Hervormde Kerk niet zijn voor ontbinding, maar voor de handhaving van de kerk als één geheel. Maar dan moet er ook uitgemaakt worden hoe de verschil lende richtingen binnen dat geheel zonder verbittering en strijd voortaan naast el kander zullen leven. Laat men nu toch niet aankomen met de opmerking: Onze kerk kent geen richtingen. Dat is ijdel ge theoretiseer, die gespeend is aan alle wer kelijkheidsbesef. Noen, vjdi moeten nuchter zijn. Wij moten uitgaan van do werkelijk heid. Zoo alleen, kan een bevredigende op lossing van dit vraagstuk worden gevon den. Die oplossing moet komen. Het kan, liet mag zoo niet langer voortgaan. Laten de leidersder verschillende richtingen na eens spoedig bij elkander komen om 'n nieuwen modus vivendi te zoeken. Er moet nu gehandeld wordeni. Laa-t ons God blij ven bidden, dat Hij door den Heiligen Geest den rechten weg wijze, die tot ze gen kan zijn van onze kerk, ons gansclie volk en daardoor tot verheerlijking van Zijnen Naam. Een comische vergissing. De scribao van sommige Kerkeraden van Geref. Kerken begaan in dezen tijd van het jaar een comische vergissing, zegt „Noord HolL Kerkblad." Vele Kerkeraden, die keer op keer op hun preekverzoeken een teleurstellend antwoord krijgen, wen den zich dan tot studenten, van wie eer lang het Candidaats-examen kan worden verwacht, opdat deze hen, direct na het examen, zullen helpen. Andenen trachten zich onmiddellijk na het praeparatoir exa men, de hulp van een jeugdig theoloog te verzekeren. Nu leest men in de dagbladen onder de rubriek „Schoolnieuws" prop. ex. aan do Theol. Faculteit aan de Vrije Uni versiteit de heeren Er niet aan denkend, dat een „propo- nents-examen" altijd onder de rubriek „Kerknieuws" wordt meegedeeld en dat dit voor een classis wordt afgelegd en niet wetende, dat dit prop. ex. een afkorting is van „propaedeutsch examen", stuurt men aan becelde liecren, de door hun examen juist tot de eigenaijke Theologische studie- ën zijn toegelaten, een preekverzoek, waar op natuurlijk „alweer' een afwijzend ant woord komtl Exarr.sns Hoogduitsche taal. De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen brengt ter algelnecnc ken nis, dat, behoudens onvoorziene omstan digheden, het mondeling gedeelte van dc examens tot het verkrijgen van oene akte van bekwaamhoid tot heb geven van lager en middelbaar onderwijs in do Hoogduit- sche taal (akten L. O. en M. O. A.), voor zoover die in het openbaar zullen worden gehouden, dit jaar zal worden afgenomen te 's-Gravcnihagc. in het gebouw „Diligcn- tia", Lange Voorhout No. 5, op de navol gende dagen en uren: M" a. voor de akte lager onderwijs op 3, 9, 10, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 22 cn 23 Augus tus, telkens te 9 uur v.m. en te 1 uur 30 n.m., voort3 op 11 en 18 Augustus, telkens te 9 uur v.m.; b. voor de alcte middelbaar onderwijs A op 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 1G, 17, 20, 21, 22, 23, 24, 27, 28, 29 en 30 Augustus, telkens to 8 uur 40 von. cm to 1 uur 30 mm., en op 11, 18 en 25 Augustus, telkens tc 8 uur 40 y.m. VLIEGTOCHT AMSTERDAM—BATAVIA. Naar de Telegr. verneemt, bestaan er plannen, om nogmaals een poging te on dernemen, een vliegtocht van Nederland naar Ned-rlndië te organiseeren. Wat betreft hot doel, dat men met de zen vliegtocht beoogt, kan worden, meege deeld, dat het comité zich in dezen op het standpunt stelt, dat dit doel niet uitslui tend en zelfs niet in dc allereerste plaats moet zijn het volbrengen van oen positieve daad, lioewel het zich ten volle bewust is van de groote belangrijkheid eener derge lijke onderneming vcor de ontwikkeling van het vliegverkeer, in technischen zin. Daarentegen heeft men meer het oog op het belangrijke probleem van den voort gang van 't luchtverkeer in wcreldverband, niet zooals dit is, doch zooals dit in een naaste toekomst althans naar verwach ting zal worden. Het mag als vanzelf sprekend worden aangemerkt, dat van een min of meer ge regeld verkeer per vliegmachine tusschen ons Indië cn het moederland in de eerst volgende jaren nog geen sprake zal kun nen zijn, maar desniettemin, of liever ge zegd juist daarom, aldus is terecht de ge dachten gang van het comité geweest moet men thans met alle kracht zich er op toeleggen, do verschillende moeilijk heden en bezwaren, welke zulk een gerc- gelden dienst in den weg staan, te onder zoeken/ en te overwinnen. Het coinité beschouwt den voorgenomen tocht niet alleen als een studietocht, doch tevens als een nationale onderneming en propagandavlucht. Het spreekt van zelf, dat oen tocht als - deze groote eischen stelt, wat betreft voorstudie en voorbereiding. Juist verzuim van grondige voorbereiding heeft immers bij e-cn vorige gelegenheid do uitvoering en volbrenging onmogelijk gemaakt. Men heeft daarom thans ruim den tijd geno men, om alles tot in het uiterste goed voor te bereiden. De uitvoering van den vliegtocht zal daardoor eerst omstreeks medio April van het volgende jaar kunnen plaats hebben. Het departement van Koloniën heeft reeds zijn medewerking toegezegd, terwijl heb gouvernement van Indië blijk heeft gegeven van zijn ingenomenheid met het plan. Wat nu betreft hot eigenlijke plan van den vliegtocht wordt het volgende gemeld: De totale afstand, welke men zal moeten afleggen, bedraagt omstreeks 15.000 K.M. Het plan is, dezen afstand af te leggen in dagvluchten y-an ongeveer 1500 K.M. elk, mits onder gunstige omstandigheden. Gezien de omstandigheid, dat de land streken, waarover de tocht zal voeren, zeer uitoenlocpend zijn wat betnïft kli maat en bodemgesteldheid, kan nog niet gezegd worden, hoelang do tocht zal du ren, te meer, omdat men van plan is, oeni nog nader te bepalen aantal rustdagen in te lasschen. Bovendien, vereischt het feil", dat de lan den, welke gepasseerd worden, voor een deel weinig beschaafd en allerminst naar Wcstevschen- trant zijn georganiseerd en geoutilleerd, een min of meer uitgebreide voorbereiding van politiek-diploinatieken aard, ten einde moeilijkheden en onvoor ziene gebeurtenissen zooveel als mogelijk -to voorkomen. De route, welke volgens hot plan van heb comité zal worden gevlogen, is ongeveer als volgt: AmsterdamBoedapest ong1200 K.M. B—Constantinopel ong1200 K.M. C—Aleppo onguoo KAL A—Basra ong1150 K.M. BBender Abbas ong.1200 K.M. BAKarachi oug.1400 K.M. KAllahaba ong1750 K.M. ACalcutta ong050 K.M. C—Rangoon eng.1500 K.M. R—Bangkok ong850 K.M. B—Medan ong1350 K.M. M—Padang ong450 K.M. PBatavia ong000 K.M. BINNENLAND Terbeschikkingstelling jeugdige personen. Ingediend is oen ontwerp van wet hou dende aanvulling van Yvret van 12 Fcbr. 1901 (Stbid. no. G4) met bepalingen betref- fer.do verhaal van kosten van terbcechik- baarsfcclling van jeugdigo personen. Aan dc Mcmorio van Toelichting wordt het volgende ontleend: Terzake van do kosten, die verbonden iju aazn de terbe schikkingstelling ovcroenkomstig art. 39 van het Wetboek van Strafrecht van een jeugdig persoon, kent dc wet joor liet te genwoordige eenig verhaal niest. Voor de kosten cener terbeschikkingstel ling is aan kind noch ouders c-cnigerlei eisch gesteld. De Minister meent dat dezo toestand niet moet worden bestendigd. Al wordt de terbeschikkingstelling bevolen, door den strafrechter, hare strekking is toch deze, dat overeenkomstig de noodza kelijkheid daartoe, van Staatswege de op voeding van den minderjarige wordt ter han genomen. Dan ligt het echter ook in de lijn der vorenaangegeven voorzieningen wclko onzo wetgever reeds kent, dat de kosten van terbeschikkingstelling voorzoo- veel mogelijk worden verhaald op hen, te wier las to de opvoeding van den jeugdigen persoon is. Het financieel belang van een. dergelijk verhaal, moge in verband met de stoffe lijke omstandigheden, waaruit do ter be schikking gestelden als regel voortkomen niet al te hoog kunnen worden aangesla gen, niet minder moet in dezen medespre- ken de wcnschelijkheid dat een maatregel, als waartoe men zich bij de terbeschikking stelling genoodzaakt ziet, niet strekke tob ontlasting van hen, die van naturo t-ot de opvoeding zijn geroepen. Op de vorenaangegeven gronden rust het aangeboden ontwerp van wet. Werken van Gcmeentepersonesl. In Amsterdam blijkt hot gemeen teper- soneel aan den acht-urigen werkdag niet genoeg te hebben. Bij B. en W. kwamen althans herhaal delijk klachten in over het feit, dat amb tenaren cn werklieden in dienst der ge meente, zoodanigon arbeid ten behoeve van anderen dan do gemeente verrichten in him vak en er buiten, in en builen hun gemeentel ij'ken diensttijd, dat zij particulieren concurrentie er door aan doen en voor werkloozen en anderen bui len den gemeent-edlenst de gelegenheid voor het verwerven van inkomsten ver minderen. B. on W. brengen nu in herinnering dat de vrij'e tijd ter beschikking is gege ven om die door te brengen in het gezin cn om die te benutten voor geestelijk ontwikkeling en ontspanning. De directeuren van diensttakken zifrt daarom aangeschreven de ambtenaren in dienst der gemeente ernstig aan tc spo ren, zich te onthouden van het verrich ten van arbeid, als hier bedoeld en hun to gelasten in het bijzonder zulken ar beid zonder uitdrukkelijke toestemming van B. en W., na te laten, zoo deze in verband staat met den diensttak van de gemeente, waarbij zij" werkzaam zijn: zullende zij in dit laatste geval zich aan strafmaatregelen blootstellen. 'rOpsporing van delfstoffen. Ingediend is een wetsontwerp betref fan- de opsporing van delfstoffen. Do strekking van dit ontwerp is ,dat d» wet van 6 October 190$, waarbij geduren- do 15 jaren de opsporing van delfstoffen door anderen dan den Staat in geheel Nederland werd verboden, behoudens ver gunning van den Minister, wordt inge trokken, zoodat de Mijnwet 1910 weiier van toepassing wordt waarbij vrijheid bestaat in de opsporing. Bepaald wordt evenwel, dat de schade vergoeding voor het vinden van delfstof fen, wanneer aan iemand anders dan den vinder concessie wordt verleend, niet van toepassing is voor een aantal met name genoemde terreinen, waarin door den dienst der Rijksopsporing reeds delfstoffen zijn aangeboord. De Minister wil het ontginnen der delf stoffen bevorderen, zoodat het handelen in concessies.- moet worden voorkomen. FEUILLETOK Oen Vaderland ghetrouwe. Een vertelling uit den Franschen tijd. 2) Een zachte, verrukkelijke jubel stroom de uit van het beweeglijk bijennet; en de bloemen neigden als van genot mee, wan neer de gonzende scharen zich op haar nederlieten; het was een innig teer en be vallig flikkeren van bijen en bloesems en licht en lucht. Ja zelfs stroomde jubel mee van boven1 uit 't hemelsblauw, want daar neurieden en floten en zongen en kele leeuwerikken, en elk van hen spon altijd ijveriger zijn lied voort aan dat der geburen. „Maar 't heeft zoo moeten wezen", zei de schaapherder, en tikte weer even aan "ijno muts. „Hij weet, wat we noodig I bben, Sultan... Nou krijgen we re- 1 de boekweit wacht er opdo :ien in 't veen tjuten al en de snippen agen... En al hebben we 't krap, spij len doet 't me toch iiiet, dat ik van ze© naar huis kwam, toen vader aan de moe raskoorts ziek werd en mijn broer Hen- driek er aan gestorven was nee, spij ten doet 't mo niet. Ik heb zo alleen maar meer kunnen zien en als de ,zechè, even eens de zee ruiken maar 't werken de vrouwen de kinderen Hij tastte in gedachten in een breeden zak van zijn witte jas, die over zijn pï- lowsche broek en de witte kniekousen afhing, bij 't gaan sloegen de zakken den •schaapherder zwaar tegen de fceenen, want daarin droeg hij veel van hetgeen hij dagelijks behoefde met zich mee; allermeest 't nieuwe testament in den oenen zak en in den anderen de helft van 't oude. Do tweed© helft, van „Pre diker" af, had hij bij zijn terugkeer in 't vaderlijk huis niet meer gevonden; dio hadden de ratten op een nacht stukge- knaagd, toen de koorts zijn vader zoo ge plaagd had, dat hij 't dierbaro boek had vergeten op te bergen. Do schaapherder* sloeg 't nieuwe testament open, leunde zwaarder tegen zijn kar en begon te lo zen. Want Zondag was het, en beter aan leiding lot een poozc van vrome over denking dan is het oneindige bedehuis rondom met al die offcrgcuren en het hartverheffende gezang zou hij niet heb ben kunnen vinden. Vijftien jaren lang was hij dit al gewoon; hij stond achter zijn kar, bij regen lag hij er binnen in of er onder, al naar het jaargetij was. Op 't dorp wist men dat; en hij gold bij allen als een peinzer en een. droomer; en. er liep een overlevering, dat in zijn familio voor vele, velo jaren een Men- nistje was ingetrouwd, die uit haar va derland verdreven was; zóo zou de Bij belvastheid en de peinzende aard in de familio gekomen zijn. Sinds hij zich nu zelfs een kar getimmerd had, zooals hij er wel aan verre kusten had gezien, gold hij als de grootste zonderling, cn omdat hij zijn eigen huis met zicli meevoerde, ncemde men hem ietwat verachtelijk den „slakkenschepper". Sultan wist, dat nu de gansclie verant woordelijkheid op hem rustte; bedacht zaam liep hij weg en bracht enkele scha pen, die wat al te dicht bij de boekweit kwamen, naar de heide terug; snuffelde vervolgens opmerkzaam even. in 't rond liep wantrouwend hor en der, en begaf •zich met een. onkelen: korten blaf weer naar zijn baas. „Komt daar iemand?" zei deze, zonder opzien, verdiept in zijn boek. Een jongen kwam er aandraven; „Avond, Bron Dierks," zei hij. „Van 't zelfde," antwoordde de sche per. „O, ben-jij 't, Maarten? Hoe kom jij nog hier, zoo Iaat?" „De schout Iaat je zeggen, dat er weer iemand gekomen is, die van Elsflelh ver telt enkain; do boeren moesten maar in de herborg komen. Dc schaapherder keek zwijgend naar d© heide. De uitnoodiging beviel hem niet, want 't was Zondag, en dan was 't gewoonlijk wat al te rumoerig in de her berg. Hoe zwaarder in den Franschen tijd de druk was, des te gretiger grepen do menschen naar lawaaig pleizier. Wat zou Bcekc er van zeggen, als hij naar de kroeg ging Boeke was zijn vrouw. Echter Elsfleth dat was een loover- woord, dat allo aarzelen neersloeg. Er hadden allerlei geruchten in den omtrok geloopen over den hertog van Brunswijk, hoe hij zich midden door de Franschen had heengeslagenen iets moest er toch wel van waar zijn, want gendarmen cn vliegende patrouilles waren, naar 't verhaal wou, siaidsdien te voet en te paard door 't Ammerland heengetrokken, om uiteengejaagde Brunswïjksche troep jes op te drijven en le vangen. Hier in 't dorp aan 't uitgestrekte moeras hadden zij zich tot dusver nog niet vertoond. „Komt Jan Bartels ook?" vroeg de schaapherder, zonder van houding te veranderen. „Ja, die komt ook," zei de jongen. „Nou je mag wel weer weg gaan." De jongen draafde heen. Een schaduw had zich op 't gezicht van den schaaphor- der gelegd; hij stak zijn. boek in den zak, wierp zijn schopje, dat op den' grond lag, in de kar en sloot met een grondel de deur. Dan schreef hij een paar regels cp' een briefje, stopte 't in een plooi van den halsband van den hond en. zei: „Sultan, naar moeder, en breng do schapen •thuis." Blijkbaar had Sultan al geraden, wat hij moest doen, zóó opmerkzaam had hij «zijn baas aangezien. Brun Dierks had eens jaren geleden aan den rand van het mijlenlange moeras een vreemden zieken zwerver gevonden; hij had hem in zijn kar gelegd, naar huis gebracht en tot zijn spoedig uiteinde verpleegd; en van dien Tonselaar had hij Sultan geëerfd. D© hond had tal van kundigheden aange leerd. Déze was zeker niet de beste, dat hij bij 't: „Dat 's 'n recruut", dadelijk iemand door zijn haas aangewezen, aan viel en vasthield en hom eerst bij 't: '„Laat passeeren" weer los liet; neen, ■maar hij was sterk en trouw en was een herdérshond geworden, zooals cr geen be-, ter© in heel Ammerland te vinden was. Van Zip, zijn ouden voorganger, had hij geleerd; zijn eerzucht had hem gedreven al wat noodig was vlug tc begrijpen en 't ■nóg beter lo doen. Als zijn baas zei: ..Ga naar moeder," dan bracht hij den brief, •dio in een klein zakje, aan zijn loeren halsband bevestigd, gestoken Werd, zon der mankeeren naar huis, on door do woorden: „Ga maar je baas," stuurde do vrouw hem met 't antwoord terug. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 9