Tweede Blad;
Woensdag !8 Juli 1923
Op de Raadstribune
't "Was warm in de 'Raadszaal j.l.
Maandag.
Er hing een zwoele drukkende tempe
ratuur, die onder do leden een zekere
loomheid bracht, zoo zelfs, dat sommige
edelachtbarcn moeite hadden, wakker to
blijven.
Met geloken oogen en knikkend hoofd
zaten sommige leden en deden alsof ze
luisterden, tewijl ze in werkelijkheid heel
ver weg waren. En de besprekingen werk
ten meer dan eens meo om de slaapzucht
to versterken. Taai en saai, dat het was,
zoo nu cn dan, ongelooflijk!
Dat desondanks een avondvergadering
overbodig bleek, vond hierin zijn oorzaak
dat er zoo weinig punten waren, waar
over met goed fatsoen gesproken kon
worden.
Het eerste punt dat de aandacht vroeg
betrof een aanvraag van oen gepension-
neerd ambtenaar om vrijstelling van de
verplichting tot premiebetaling voor we
duwen- en weezenpensioen.
Overeenkomstig de beslaande verorde
ningen stelden B. en W. voor, afwijzend
te beschikken. Engenlijk vanzelf spre
kend.
Maar dat was niet naar den zin van
den lieer Eerdmans. Terwijl hij anders
altijd niet zonder overdrijving informeert
naar de rechtsgronden voor zekere han
delingen en gaarne als bezuinigingsspe-
cialist fungeert, viel hij nu den heer Wil-
mer bij en wilde hij nu niet het verstand
maar het gevoel laten spreken, hierin ge
volgd door leden van de verschillende
fracties, met het resultaat dat het voor
stel van B. en W. verworpen werd.
Als we het goed hebben begrepen zal
nu worden nagegaan welko kosten er
mee gemoeid zijn als alle oud-ambtena
ren die in dezelfde positie verkeeren als
dozen adressant, van premiebetaling wor
den vrijgesteld, waarna er een kaas is,
dat deze vrijstelling een feit zal worden.
Voorloopig hebben de belanghebbenden
echter slechts een vogel in de lucht die
naar het ons voorkomt in de lucht be
hoort te blijven.
Het voorstel om opnieuw f 100.000 be
schikbaar te stellen voor steunverleening
aan werkloozen, bracht opnieuw den heer
Eerdmans in actie. Hij wensckte een te
genprestatie, maar bij de uitwerking van
dit denkbeld, dat trouwens niet aan de
orde was, was hij niet bepaald gelukkig.
Werkverschaffing improviseert men nu
eenmaal niet vooral niet bij een werk-
Joozencorps uit zoo verschillende elemen
ten samengesteld.
Het denkbeeld blijft natuurlijk de over-
weging waard. Want dat de steunverlee
ning op don duur moreel noodlottige ge
volgen moet bobben, valt niet te weer
spreken.
Dat het hier echter een moeilijke zaak
betreft, blijkt niet alleen uit het feit dat
B. en W. met hun staf van ambtenaren
nog steeds geen bevredigende oplossing
hebben gevonden, maar ook hieruit, dat
de raadsleden waaronder er zijn die
gaarne als specialiteiten op dit gebied
fungeeren, het niet verder dan tot alge-
in eene wenken en tot een schermen in de
ruimte welen te brengen.
Leiden krijgt nu ook zijn woonwagen
kamp met al do onaangenaamheden daar
aan verbonden. Maar er valt nu eenmaal
niet aan te ontkomen.
De plannen voor de inrichting van het
kamp ontmoetten weinig bedenking.
Alleen bleef Mevr. van Itallie zichzelf
gelijk door in naam der Dierenbescher
ming op een afdak voor de paarden aan
te dringen, terwijl de heer Huurman zeer
terecht naar het ons voorkomt, op de ver
lichting van het terrein de aandacht ves
tigde.
De debatten waren niet on-interessant.
Daar was vooreerst de vraag of 'n afdak
werkelijk de bedoelde paarden beschermt.
.Kenners" waren van oordeel dat „die
renvrienden" en daaronder vallen ook
de woonwagenbewoners nooit hun paard
onder zulk een aldak zullen stallen, van
wege de tocht.
Daarbij kwam voor do dieren nog een
ander gevaar, n.l. dat ze elkaar zullen:
doodslaan, tenzij -behoorlijke tusschen-
schotfen worden aangebracht wat naar de
wethouder meedeelde de kosten zou ver
tienvoudigen.
En daarbij kwam dan tenslotte nog dat
gevreesd 'werd, dat het afdak meer zou
dienen tot bescherming van de menschen
die het 's winters zonden opstoken, dan
voor de dieren.
Dit laatste argument word echter door
den wethouder zelf ontzenuwd teen hij
in antwoord aan den heer Heerman, die
op verlichting van hot terrein aandrong,
opmerkte dat vermoedelijk 's winters van
het kamp wel zoo goed als geen gebruik
zou worden gemaakt.
Het voorstel van B. en W. werd tenslot-
t© ongewijzigd aangenomen.
Do Zwemvereeniging „De Zijl" ont
vangt een bijdrage van f 100.voor een
to bonden zwemfeest. Een voorstel van
den beer de Lango om hieraan de voor
waarde te verbinden dat het „feest" niet
op Zondag wordt gehouden kon in den
overwegend rechlschen Raad geen meer
derheid vinden.
Naar het schijnt ligt het in de bedoe
ling van do verceniging den Zohdag uit
to schakelen. Maar dit neemt toch niet
weg, dat do genomen beslissing moet wor
den betreurd.
Een voorstel om bij het a.s. Regeerings-
jubileuin van H. M. de Koningin een
adres van hulde to verzonden, gaf nog
tot allerlei beschouwingen aanleiding. De
hoeren van Eek en Knuttel repeteerden
hunne reeds vroeger aangevoerde bezwa
ren, terwijl zoowaar de heer Sytsma
eenig bezwaar maakt© dat B. en W. zelf
standig het adres zouden opstellen, en
op behandeling in den Raad aandrong.
Dit denkbeeld werd echter door den
Voorz. kort en goed afgewezen. Het zou
ook wel wat al to dwaas zijn.
Zooals in een vorige vergadering reeds
werd voorspeld, heeft do Raad een deel
der werkloozen een o ogenblik blij ge-
maait met een doode musch. De Regee
ring staat er n.l. op, dat bedoeld besluit
inzake de berekening van de gezins
inkomsten -wordt ingetrokken, wat de
Raad dan ook tenslotte deed.
De heer v. Stralen gispte sterk de hou
ding van het college van B. en W. maar
ioen diens fractie werd uitgenoodigd om
dan in het college zitting te nemen en het
beter te doen, moest hij dit afwijzen,
omdat het niet mag van den lieer van
Eek, die hierin de meerderheid van de
partijafdecling achter zich heeft.
Tenslotte' kwam nog even het bewaar-
schoolonderwijs aan de orde.
De heer Groenovckl wilde uitstel van
behandeling omdat zijne fractie hare
commitenten i.e. de afdeeling van den
Bond van Ned. Onderwijzers nieti over
dit voorstel had kannen hooren, vanwege
de warmte. Dezelfde warmte was oorzaak
dat de heer Sytsma verhinderd was, tij
dig een voorstel in te dienen. De .hoeren
hebben 't blijkbaar nogal kwaad gehad.
In hoofdzaak liepen de besprekingen
over de salarieering en het ambulantismo
waaraan de heer Sytsma den dood ge
zworen beeft.
De -wethouder, die voor zijn heengaan
nog enkele onderwijszaken met den' Raad
hoopt af te doen, zag echter zijne voor
stellen met vrij groote meerderheid aan
genomen wat voor een deel te danken -was
aan do ongelukkige wijze waarop de heer
Sytsma ditmaal argumenteerde.
De heer Bots, die tot aller genoegen'
weer hersteld de vergadering bijwoonde,
werd deswege door den voorzitter in har
telijke bewoordingen gelukgcwensckt
't Zal echter met dezen wethouder even
als met verschillende andere leden, niet
lang meer duren. De geloofsbrieven, van
de nieuwe leden werden n.l. goedgekeurd
en tot hunne toelating besloten.
KERK EN SCHOOL
NED. HERV". KERK.
Boroopen. Te H.-L Ambacht (toez.)
Mr. J. F. Dijkstra, cand. te Den Haag.
Aangenomen. Naar Mueselit&naal
H. A. ten Hovo te Schoonoord; naar Sel-
lingen: F. Siega te Hïjkeramilde.
Bedankt. Voor Goudriaan en Otto-
land; J. Ronge to Hoog-Blokland.
GEREF. KERKEN.
Beroepen. Naar Vlaardingjen: G. R.
Kuvper te Haarlem.
Aangenomen. Naar Kooien:
Knoop te SchouwerzïjI.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen. Te LïsseH. A. Minder-
man te Dirksland.
DOOPSGEZ. GEMEENTE.
'Aangenomen. Naar Krommenie-Wor
mer: R. O. de Lange te Leermcns-Lopper-
sum.
Ds. B. N. B. Bouthoorn, overge
komen: van Wapenveld, werd Zondag j.l.
te Zeist tot zijn dienstwerk bij de Ned.
Hcrv. Gemeente ingeleid door zijn vader,
Ds. C. Bouthoorn, van Dordrecht. Do be
vestiger bad tot tekst Psalm 12G: 5 en G.
Des avonds hield do nieuwe leeraar zijn
intreerede over 2 Cor. 2: 16b.
D s. S. van Dijken, overgekomen
van Zweeloo, deed Zondag j.l. zijn intrede
bij do Geref. Kerk van Nieuweroord, over
1 Petr. 2: 2, nadat hij des morgens door
zijn vader, Ds. A. van Oijken, van Amster
dam-Zuid, was bevestigd met een prediko-
Een modus vivendi in de Herv. Kerk?
In „Stemmen voor Waarheid cn Vrede",
het Evangelisch tijdschrift voor de Pro-
testantsche Kerken, schrijft Dr. J. F. B
(eeronsr over dc beweging onder de vrij
zinnige ieden in le Ned. Herv. Kerk, over
do bijeenkomsten to Amsterdam eni to
Arnhem, en over de pogingen om tot een
modus vivendi to komen met andere groe
pen uit de Ned. Herv. Kerk.
De schrijver zegt
Het woord is nu aan de orthodoxie.
Wat zal haar antwoord zijn!
De confcssioneelen zullen- in groote meer
derheid hen déplaise Hoedemakcr's plei
dooi indertijd van een/ modus vivendi niet
willen weten. Zij blijven 'fc heil zoeken', ge
lijk op dc buitengewone vergadering in
Utrecht weer is uitgesproken in „reorga
nisatie". De classical® vergadering, de
mond der kerk moet gaan spreken. Alsof
daarmee de riclitingskwestie is opgelost.
De Gereformeerden zullen er meer voor
te vinden zijn. Doch de rede van prof.
Visschcr in de Tweede Kamer heeft duide
lijk laten zien, wat hij van zulk een modus
vivendi verwacht, n.l. dat weldra het ad
ministratief verband geheel worde verbro
ken en er boedelscheiding kome opdat elke
groep zich volkomen vrij zou kunnen ont
wikkelen, zonder eenig contact met de an
dere groepen. Deze redevoering heeft ve
len 't oog geopend voor gevaren, die aan
een modus vivendi verbonden zijn. Heb
wordt hoe langer hoe duidelijker zegt
bijv. Corucus in „Bergopwaarts" dat
een modus vivendi niet betcekent: het ein
de van oude, maar het begin van nieuwe
conflicten, dat het niet is een laatste stap,
maar een eerste op een weg, die de Ned.
Herv. Kerk als geheel opheft en ontbindt
in haar verschillende factoren.
Zoo pessimistisch als Corucus ben ik op
dit punt niet.
Ik geloof, dat heb meereudeel van de
leden der Hervormde Kerk niet zijn voor
ontbinding, maar voor de handhaving van
de kerk als één geheel. Maar dan moet er
ook uitgemaakt worden hoe de verschil
lende richtingen binnen dat geheel zonder
verbittering en strijd voortaan naast el
kander zullen leven. Laat men nu toch
niet aankomen met de opmerking: Onze
kerk kent geen richtingen. Dat is ijdel ge
theoretiseer, die gespeend is aan alle wer
kelijkheidsbesef. Noen, vjdi moeten nuchter
zijn. Wij moten uitgaan van do werkelijk
heid. Zoo alleen, kan een bevredigende op
lossing van dit vraagstuk worden gevon
den. Die oplossing moet komen. Het kan,
liet mag zoo niet langer voortgaan. Laten
de leidersder verschillende richtingen na
eens spoedig bij elkander komen om 'n
nieuwen modus vivendi te zoeken. Er moet
nu gehandeld wordeni. Laa-t ons God blij
ven bidden, dat Hij door den Heiligen
Geest den rechten weg wijze, die tot ze
gen kan zijn van onze kerk, ons gansclie
volk en daardoor tot verheerlijking van
Zijnen Naam.
Een comische vergissing.
De scribao van sommige Kerkeraden van
Geref. Kerken begaan in dezen tijd van
het jaar een comische vergissing, zegt
„Noord HolL Kerkblad." Vele Kerkeraden,
die keer op keer op hun preekverzoeken
een teleurstellend antwoord krijgen, wen
den zich dan tot studenten, van wie eer
lang het Candidaats-examen kan worden
verwacht, opdat deze hen, direct na het
examen, zullen helpen. Andenen trachten
zich onmiddellijk na het praeparatoir exa
men, de hulp van een jeugdig theoloog te
verzekeren. Nu leest men in de dagbladen
onder de rubriek „Schoolnieuws" prop. ex.
aan do Theol. Faculteit aan de Vrije Uni
versiteit de heeren
Er niet aan denkend, dat een „propo-
nents-examen" altijd onder de rubriek
„Kerknieuws" wordt meegedeeld en dat
dit voor een classis wordt afgelegd en niet
wetende, dat dit prop. ex. een afkorting is
van „propaedeutsch examen", stuurt men
aan becelde liecren, de door hun examen
juist tot de eigenaijke Theologische studie-
ën zijn toegelaten, een preekverzoek, waar
op natuurlijk „alweer' een afwijzend ant
woord komtl
Exarr.sns Hoogduitsche taal.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen brengt ter algelnecnc ken
nis, dat, behoudens onvoorziene omstan
digheden, het mondeling gedeelte van dc
examens tot het verkrijgen van oene akte
van bekwaamhoid tot heb geven van lager
en middelbaar onderwijs in do Hoogduit-
sche taal (akten L. O. en M. O. A.), voor
zoover die in het openbaar zullen worden
gehouden, dit jaar zal worden afgenomen
te 's-Gravcnihagc. in het gebouw „Diligcn-
tia", Lange Voorhout No. 5, op de navol
gende dagen en uren: M"
a. voor de akte lager onderwijs op 3, 9,
10, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 22 cn 23 Augus
tus, telkens te 9 uur v.m. en te 1 uur 30
n.m., voort3 op 11 en 18 Augustus, telkens
te 9 uur v.m.;
b. voor de alcte middelbaar onderwijs A
op 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14, 15, 1G, 17, 20, 21,
22, 23, 24, 27, 28, 29 en 30 Augustus, telkens
to 8 uur 40 von. cm to 1 uur 30 mm., en op
11, 18 en 25 Augustus, telkens tc 8 uur
40 y.m.
VLIEGTOCHT AMSTERDAM—BATAVIA.
Naar de Telegr. verneemt, bestaan er
plannen, om nogmaals een poging te on
dernemen, een vliegtocht van Nederland
naar Ned-rlndië te organiseeren.
Wat betreft hot doel, dat men met de
zen vliegtocht beoogt, kan worden, meege
deeld, dat het comité zich in dezen op het
standpunt stelt, dat dit doel niet uitslui
tend en zelfs niet in dc allereerste plaats
moet zijn het volbrengen van oen positieve
daad, lioewel het zich ten volle bewust is
van de groote belangrijkheid eener derge
lijke onderneming vcor de ontwikkeling
van het vliegverkeer, in technischen zin.
Daarentegen heeft men meer het oog op
het belangrijke probleem van den voort
gang van 't luchtverkeer in wcreldverband,
niet zooals dit is, doch zooals dit in een
naaste toekomst althans naar verwach
ting zal worden.
Het mag als vanzelf sprekend worden
aangemerkt, dat van een min of meer ge
regeld verkeer per vliegmachine tusschen
ons Indië cn het moederland in de eerst
volgende jaren nog geen sprake zal kun
nen zijn, maar desniettemin, of liever ge
zegd juist daarom, aldus is terecht de
ge dachten gang van het comité geweest
moet men thans met alle kracht zich
er op toeleggen, do verschillende moeilijk
heden en bezwaren, welke zulk een gerc-
gelden dienst in den weg staan, te onder
zoeken/ en te overwinnen.
Het coinité beschouwt den voorgenomen
tocht niet alleen als een studietocht, doch
tevens als een nationale onderneming en
propagandavlucht.
Het spreekt van zelf, dat oen tocht als -
deze groote eischen stelt, wat betreft
voorstudie en voorbereiding. Juist verzuim
van grondige voorbereiding heeft immers
bij e-cn vorige gelegenheid do uitvoering
en volbrenging onmogelijk gemaakt. Men
heeft daarom thans ruim den tijd geno
men, om alles tot in het uiterste goed voor
te bereiden.
De uitvoering van den vliegtocht zal
daardoor eerst omstreeks medio April van
het volgende jaar kunnen plaats hebben.
Het departement van Koloniën heeft
reeds zijn medewerking toegezegd, terwijl
heb gouvernement van Indië blijk heeft
gegeven van zijn ingenomenheid met het
plan.
Wat nu betreft hot eigenlijke plan van
den vliegtocht wordt het volgende gemeld:
De totale afstand, welke men zal moeten
afleggen, bedraagt omstreeks 15.000 K.M.
Het plan is, dezen afstand af te leggen in
dagvluchten y-an ongeveer 1500 K.M. elk,
mits onder gunstige omstandigheden.
Gezien de omstandigheid, dat de land
streken, waarover de tocht zal voeren,
zeer uitoenlocpend zijn wat betnïft kli
maat en bodemgesteldheid, kan nog niet
gezegd worden, hoelang do tocht zal du
ren, te meer, omdat men van plan is, oeni
nog nader te bepalen aantal rustdagen in
te lasschen.
Bovendien, vereischt het feil", dat de lan
den, welke gepasseerd worden, voor een
deel weinig beschaafd en allerminst naar
Wcstevschen- trant zijn georganiseerd en
geoutilleerd, een min of meer uitgebreide
voorbereiding van politiek-diploinatieken
aard, ten einde moeilijkheden en onvoor
ziene gebeurtenissen zooveel als mogelijk
-to voorkomen.
De route, welke volgens hot plan van heb
comité zal worden gevlogen, is ongeveer
als volgt:
AmsterdamBoedapest ong1200 K.M.
B—Constantinopel ong1200 K.M.
C—Aleppo onguoo KAL
A—Basra ong1150 K.M.
BBender Abbas ong.1200 K.M.
BAKarachi oug.1400 K.M.
KAllahaba ong1750 K.M.
ACalcutta ong050 K.M.
C—Rangoon eng.1500 K.M.
R—Bangkok ong850 K.M.
B—Medan ong1350 K.M.
M—Padang ong450 K.M.
PBatavia ong000 K.M.
BINNENLAND
Terbeschikkingstelling jeugdige personen.
Ingediend is oen ontwerp van wet hou
dende aanvulling van Yvret van 12 Fcbr.
1901 (Stbid. no. G4) met bepalingen betref-
fer.do verhaal van kosten van terbcechik-
baarsfcclling van jeugdigo personen.
Aan dc Mcmorio van Toelichting wordt
het volgende ontleend: Terzake van do
kosten, die verbonden iju aazn de terbe
schikkingstelling ovcroenkomstig art. 39
van het Wetboek van Strafrecht van een
jeugdig persoon, kent dc wet joor liet te
genwoordige eenig verhaal niest.
Voor de kosten cener terbeschikkingstel
ling is aan kind noch ouders c-cnigerlei
eisch gesteld. De Minister meent dat dezo
toestand niet moet worden bestendigd. Al
wordt de terbeschikkingstelling bevolen,
door den strafrechter, hare strekking is
toch deze, dat overeenkomstig de noodza
kelijkheid daartoe, van Staatswege de op
voeding van den minderjarige wordt ter
han genomen. Dan ligt het echter ook in
de lijn der vorenaangegeven voorzieningen
wclko onzo wetgever reeds kent, dat de
kosten van terbeschikkingstelling voorzoo-
veel mogelijk worden verhaald op hen, te
wier las to de opvoeding van den jeugdigen
persoon is.
Het financieel belang van een. dergelijk
verhaal, moge in verband met de stoffe
lijke omstandigheden, waaruit do ter be
schikking gestelden als regel voortkomen
niet al te hoog kunnen worden aangesla
gen, niet minder moet in dezen medespre-
ken de wcnschelijkheid dat een maatregel,
als waartoe men zich bij de terbeschikking
stelling genoodzaakt ziet, niet strekke tob
ontlasting van hen, die van naturo t-ot de
opvoeding zijn geroepen.
Op de vorenaangegeven gronden rust
het aangeboden ontwerp van wet.
Werken van Gcmeentepersonesl.
In Amsterdam blijkt hot gemeen teper-
soneel aan den acht-urigen werkdag niet
genoeg te hebben.
Bij B. en W. kwamen althans herhaal
delijk klachten in over het feit, dat amb
tenaren cn werklieden in dienst der ge
meente, zoodanigon arbeid ten behoeve
van anderen dan do gemeente verrichten
in him vak en er buiten, in en builen
hun gemeentel ij'ken diensttijd, dat zij
particulieren concurrentie er door aan
doen en voor werkloozen en anderen bui
len den gemeent-edlenst de gelegenheid
voor het verwerven van inkomsten ver
minderen.
B. on W. brengen nu in herinnering
dat de vrij'e tijd ter beschikking is gege
ven om die door te brengen in het gezin
cn om die te benutten voor geestelijk
ontwikkeling en ontspanning.
De directeuren van diensttakken zifrt
daarom aangeschreven de ambtenaren in
dienst der gemeente ernstig aan tc spo
ren, zich te onthouden van het verrich
ten van arbeid, als hier bedoeld en hun
to gelasten in het bijzonder zulken ar
beid zonder uitdrukkelijke toestemming
van B. en W., na te laten, zoo deze in
verband staat met den diensttak van de
gemeente, waarbij zij" werkzaam zijn:
zullende zij in dit laatste geval zich aan
strafmaatregelen blootstellen.
'rOpsporing van delfstoffen.
Ingediend is een wetsontwerp betref fan-
de opsporing van delfstoffen.
Do strekking van dit ontwerp is ,dat d»
wet van 6 October 190$, waarbij geduren-
do 15 jaren de opsporing van delfstoffen
door anderen dan den Staat in geheel
Nederland werd verboden, behoudens ver
gunning van den Minister, wordt inge
trokken, zoodat de Mijnwet 1910 weiier
van toepassing wordt waarbij
vrijheid bestaat in de opsporing.
Bepaald wordt evenwel, dat de schade
vergoeding voor het vinden van delfstof
fen, wanneer aan iemand anders dan den
vinder concessie wordt verleend, niet van
toepassing is voor een aantal met name
genoemde terreinen, waarin door den
dienst der Rijksopsporing reeds delfstoffen
zijn aangeboord.
De Minister wil het ontginnen der delf
stoffen bevorderen, zoodat het handelen
in concessies.- moet worden voorkomen.
FEUILLETOK
Oen Vaderland ghetrouwe.
Een vertelling uit den
Franschen tijd.
2)
Een zachte, verrukkelijke jubel stroom
de uit van het beweeglijk bijennet; en de
bloemen neigden als van genot mee, wan
neer de gonzende scharen zich op haar
nederlieten; het was een innig teer en be
vallig flikkeren van bijen en bloesems en
licht en lucht. Ja zelfs stroomde jubel
mee van boven1 uit 't hemelsblauw, want
daar neurieden en floten en zongen en
kele leeuwerikken, en elk van hen spon
altijd ijveriger zijn lied voort aan dat
der geburen.
„Maar 't heeft zoo moeten wezen", zei
de schaapherder, en tikte weer even aan
"ijno muts. „Hij weet, wat we noodig
I bben, Sultan... Nou krijgen we re-
1 de boekweit wacht er opdo
:ien in 't veen tjuten al en de snippen
agen... En al hebben we 't krap, spij
len doet 't me toch iiiet, dat ik van ze©
naar huis kwam, toen vader aan de moe
raskoorts ziek werd en mijn broer Hen-
driek er aan gestorven was nee, spij
ten doet 't mo niet. Ik heb zo alleen
maar meer kunnen zien en als de
,zechè, even eens de zee ruiken
maar 't werken de vrouwen
de kinderen
Hij tastte in gedachten in een breeden
zak van zijn witte jas, die over zijn pï-
lowsche broek en de witte kniekousen
afhing, bij 't gaan sloegen de zakken den
•schaapherder zwaar tegen de fceenen,
want daarin droeg hij veel van hetgeen
hij dagelijks behoefde met zich mee;
allermeest 't nieuwe testament in den
oenen zak en in den anderen de helft
van 't oude. Do tweed© helft, van „Pre
diker" af, had hij bij zijn terugkeer in
't vaderlijk huis niet meer gevonden; dio
hadden de ratten op een nacht stukge-
knaagd, toen de koorts zijn vader zoo ge
plaagd had, dat hij 't dierbaro boek had
vergeten op te bergen. Do schaapherder*
sloeg 't nieuwe testament open, leunde
zwaarder tegen zijn kar en begon te lo
zen.
Want Zondag was het, en beter aan
leiding lot een poozc van vrome over
denking dan is het oneindige bedehuis
rondom met al die offcrgcuren en het
hartverheffende gezang zou hij niet heb
ben kunnen vinden. Vijftien jaren lang
was hij dit al gewoon; hij stond achter
zijn kar, bij regen lag hij er binnen in
of er onder, al naar het jaargetij was.
Op 't dorp wist men dat; en hij gold bij
allen als een peinzer en een. droomer;
en. er liep een overlevering, dat in zijn
familio voor vele, velo jaren een Men-
nistje was ingetrouwd, die uit haar va
derland verdreven was; zóo zou de Bij
belvastheid en de peinzende aard in de
familio gekomen zijn. Sinds hij zich nu
zelfs een kar getimmerd had, zooals hij
er wel aan verre kusten had gezien, gold
hij als de grootste zonderling, cn omdat
hij zijn eigen huis met zicli meevoerde,
ncemde men hem ietwat verachtelijk den
„slakkenschepper".
Sultan wist, dat nu de gansclie verant
woordelijkheid op hem rustte; bedacht
zaam liep hij weg en bracht enkele scha
pen, die wat al te dicht bij de boekweit
kwamen, naar de heide terug; snuffelde
vervolgens opmerkzaam even. in 't rond
liep wantrouwend hor en der, en begaf
•zich met een. onkelen: korten blaf weer
naar zijn baas.
„Komt daar iemand?" zei deze, zonder
opzien, verdiept in zijn boek.
Een jongen kwam er aandraven;
„Avond, Bron Dierks," zei hij.
„Van 't zelfde," antwoordde de sche
per. „O, ben-jij 't, Maarten? Hoe kom jij
nog hier, zoo Iaat?"
„De schout Iaat je zeggen, dat er weer
iemand gekomen is, die van Elsflelh ver
telt enkain; do boeren moesten maar in
de herborg komen.
Dc schaapherder keek zwijgend naar
d© heide. De uitnoodiging beviel hem
niet, want 't was Zondag, en dan was 't
gewoonlijk wat al te rumoerig in de her
berg. Hoe zwaarder in den Franschen
tijd de druk was, des te gretiger grepen
do menschen naar lawaaig pleizier. Wat
zou Bcekc er van zeggen, als hij naar de
kroeg ging Boeke was zijn vrouw.
Echter Elsfleth dat was een loover-
woord, dat allo aarzelen neersloeg. Er
hadden allerlei geruchten in den omtrok
geloopen over den hertog van Brunswijk,
hoe hij zich midden door de Franschen
had heengeslagenen iets moest er
toch wel van waar zijn, want gendarmen
cn vliegende patrouilles waren, naar 't
verhaal wou, siaidsdien te voet en te
paard door 't Ammerland heengetrokken,
om uiteengejaagde Brunswïjksche troep
jes op te drijven en le vangen. Hier in 't
dorp aan 't uitgestrekte moeras hadden
zij zich tot dusver nog niet vertoond.
„Komt Jan Bartels ook?" vroeg de
schaapherder, zonder van houding te
veranderen.
„Ja, die komt ook," zei de jongen.
„Nou je mag wel weer weg gaan."
De jongen draafde heen. Een schaduw
had zich op 't gezicht van den schaaphor-
der gelegd; hij stak zijn. boek in den zak,
wierp zijn schopje, dat op den' grond lag,
in de kar en sloot met een grondel de
deur. Dan schreef hij een paar regels cp'
een briefje, stopte 't in een plooi van den
halsband van den hond en. zei: „Sultan,
naar moeder, en breng do schapen
•thuis."
Blijkbaar had Sultan al geraden, wat
hij moest doen, zóó opmerkzaam had hij
«zijn baas aangezien. Brun Dierks had
eens jaren geleden aan den rand van het
mijlenlange moeras een vreemden zieken
zwerver gevonden; hij had hem in zijn kar
gelegd, naar huis gebracht en tot zijn
spoedig uiteinde verpleegd; en van dien
Tonselaar had hij Sultan geëerfd. D©
hond had tal van kundigheden aange
leerd. Déze was zeker niet de beste, dat
hij bij 't: „Dat 's 'n recruut", dadelijk
iemand door zijn haas aangewezen, aan
viel en vasthield en hom eerst bij 't:
'„Laat passeeren" weer los liet; neen,
■maar hij was sterk en trouw en was een
herdérshond geworden, zooals cr geen be-,
ter© in heel Ammerland te vinden was.
Van Zip, zijn ouden voorganger, had hij
geleerd; zijn eerzucht had hem gedreven
al wat noodig was vlug tc begrijpen en 't
■nóg beter lo doen. Als zijn baas zei: ..Ga
naar moeder," dan bracht hij den brief,
•dio in een klein zakje, aan zijn loeren
halsband bevestigd, gestoken Werd, zon
der mankeeren naar huis, on door do
woorden: „Ga maar je baas," stuurde do
vrouw hem met 't antwoord terug.
(Wordt vervolgd).