Tweede Bladj
Zaterdag 14 Juli 1923
Het beest aanbidden,
a^en> °P aar(^0 wonen,
tëjjT zullen (liet beest) aanbidden, welker
,jlj|namen niet zijn®geschreyen in bet
k°e^ ^es !evcn3 des Lams, dat ge-
r slacht is. Openb. 13 8.
Let op dat: „zullen". "1=5.4#-i
Allen zullen het beest aanbidden.
Lees het maar als: moeten. Niet een
moeten door uiterlijken dwang, maar
omdat er geen verweer, geen innerlijke
kracht, ja geen begeerte zelfs is om niet
moe te doen.
Uiterlijke dwang zal er ook wel zijn
als het „beest" op 't toppunt van zijn ra
zende woede gekomen is, maar toch: tot
„aanbidding" kan dwang niet brengen.
Neen: zij zullen aanbidden, omdat ze
toch eigenlijk wel willen. ri
Wat beduidt de uitdrukking: „het
beest?"
Het is het wild geworden, ont-aardo
„dier".
Het dier is het zinnebeeld van de oer
kracht, de natuurlijke vermogens, in de
schepping door God zelf geplant. Daar
om vertegenwoordigen de dieren de
dieren do schepping zelve voor Gods
troon (Openb. 4).
Maar het „beest" is zinneboold van de
ont-aarding der krachten doordat de
band met den Schepper werd verbroken.'
Het is de macht van bet wereld-rijk,
los van God en van Zijn Woord, vijandig
aan Christus en Zijn heiligen.
De overheid is van godelijke instel-
ling.
Het koninkrijk vertoont iets van
's Heercn Majesteit.
Zoo gehoorzamen wij om 's Heeren wil
aan de dienaresse Gods, de overheid,
welke dan ook regeert „bij dè gratie
Gods."
Maar als de staat er wil zijn uit en
voGr zich zelf, reclit en doel vindt in eigen
bestaan, wordt hij „beest".
En dat komt op uit de „zee" uit
de woelende, immer bewegelijke, afgron
delijke menschen-massa.
De gedachte aan een. staat, welke aan
zichzelf alleen genoeg heeft, welke alles
kan en alles mag: wie ontroert niet, als
wij bedenken hoevelen nu reeds een
staat en overheid zonder God en Bijbel
begeeren?
Er zit groei in die gedachte, in die
macht.
Een poos wordt zij nog gewond, ten
doode toe. Maar die wond geneest (vs. 3).
En zie, nu begint de aarde zich te „ver
wonderen."
De brutale kracht wekt verwondering,
straks bewondering.
Do godslastering doet even huiveren,
maar als Gods lankmoedigheid het oor
deel nog uitstelt, begint de toejuiching.
Hoe komt dat?
Omdat die satanische inspiratie, welke
do geweld-rijks-gedachte laat zwellen,
niet anders is dan de exponent van den
zonde-hoogmood, welke woont in ons al
ler hart, zooals het sinds Genesis 3 ge
worden is. t
En nog één stap verder: dan wordt de
aanbidding geëischt met loochening van
God.
Zooals Nobukadnezar eischte in zijn
rijk, en de Romeische Keizer-buste be
wierookt moest worden.
Zooals in Rusland do god-loochening
woedt tegen wie nog maar godsdienst be
lijden. Allen zullen het beest aanbid
den behalve. i
Behalve zij, wier namen geschreven zijn
in liet boek des Levens des Lams. i
Dio niet.
Die zeggen: „neen".
Omdat het „ja" des geloofs hun leeft
in de ziel.
En zoo zijn er door Gods ontferming, die
het reeds zagen groeien in onze eeuw en
durfden weerstaan den „geest" der eeuw",
die opkwamen voor de school met den Bij
bel: die handhaven het recht Gods naar
Zijn Wcord in staat en volk en maat
schappij, voor overheid en onderdaan.
Wij noemen hier geen namén: het wa
ren er zijn hooggeplaatsten en zeer een-
voudigen; er zaten er in 't patriciërhuis,
en zij stonden bij de schaafbank.
En Gode zij dank: nóg is er verweer in
Nederland gebleken. Maar toch blijft de
ontroering door dat dreigende: allen zul
len aanbidden het beest, die niet geschre
ven zijn in het boek des levens des Lams.
Want het verweer za.1 niet duurzaam
zijn, de christelijke zede of meerderheid of
gewoonte zal het niet houden, dan alleen
bij hen, die persoonlijk voor Christus' re
kening zijn.
Leert ze dan „neen" zeggen, uwe kinde
ren.
Tracht moed in te spreken, onzen jonge
ren, en onzen mannen op kantoor en
werkplaats en club, om zich niet voor
Christus te schamen en zonde zonde te
noemen en als zonde te schuwen, maar
laat bovenal het gebed niet ontbreken, dat
de liefde voor Christus, de genade van
God in de harten wone, dat de onberouwe-
lijke keuze het leven beheersche.
Laat het zelfonderzoek niet ontbreken
tot de zekerheid er is: voor Christus' reke
ning voor tijd en eeuwigheid: Hij die ge
slacht is als 't Lam Gods, voor wie zelf
den dood hebben verdiend.
Die keuze zij moet worden voorge
steld: kiest u lieden wien gij dienen zult.
De keuze zij zal niet kunnen worden
bespaard: het wordt aanbidden of niet.
Maar vast zal staan, niet bezwijken,
„noen" blijven zeggen alleen degene, die
het merken mag: niet ik heb gekozen,
maar Gij hebt mij willen kiezen.
Allen doen mee, behalve zij wier na
men geschreven zijn in het boek des le
vens des Lams.L
DE HEER KENT AL BE ZIJNEN1
De Heer kent al de Zijnen y~~*
En leidt zo bij do hand,
Hij weet hen wel te vinden
In ieder volk en land.
Geen hunner wordt vergeten,
Of doolt verlaten om:
Hij blijft hen vrien'd'lijk noemen
Zijn eeuwig eigendom. f
De Heer kent al do Zijnen
Aan hun geloof, dat schouwt
Naar den onzicht'bren Helper,
Aan "Wien het zich vertrouwt.
Hij kent ze aan hun hopen v
Op Zijn beloftenis,
Dat Hij in strijd en zorgen
Hun steun en toevlucht is
Hij kent ze aan de liefde,
Door Hem hun ingeplant,
„Waardoor hen houdt omstrengeld
Eén onverbreekbtee band.
Hun liefde, die kan dragen,
Die nooit zichzelve zoekt;
Dio bidden, kan en. zeeg'nen,
Ook waar men haar vervloekt.
Zoo kent de Keer de Zijnen y
En zij ook kennen Hem! 1
In storm en onweersvlagen
Herkennen ze Zijn stem.
In 't zachte lentesuiaen 1
Zijn zaal'gen vredegroet, 11 j
Die blijde hoop doet gloren
In 't vreugdeloos gemoed.
En eens, als op de wolken
De Heer der heerlijkheid
'Als Rechter komt verschijnen
Omgord met majesteit.
Dan kent Hij nog de Zijnen
Voor 's Vaders aangezicht,
En zal ze binnenleiden
In 't oord van vreugd en licht!
KEEK EU SCHOOL.
NED. HERV. KERK.
Beroepen. To Nieuw-BeijerlandA.
van Willigen, cand. te Feijenoord (Rotter
dam.)
Aangenomen. Naar Delftshaven: J.
Ph. Eggink te Velzen.
GEREF. KERKEN".
'Aangenomen. Naar Nieuw-Dordrecht
J. A. Verhoog te Willemstad. -
v GEREF. GEMEENTE.
Beroepen. Te RidderkerkJ. Fraanje
te Barneveld.
Bedankt. Voor Grand Rapids: B. van
Neerbos te Terneuzen. i
WAALSCHE KERKEN.
Aangenomen. Naar HaarlemF. C.
Krafft, cand. te Lausanne.
Ds. E. Th. Ploos van Amstel. f '*r^v
Vrij plotseling schrijft de Standaard
is te Amsterdam overleden Ds. E. Th.
Ploos van Amstel, die een groot deel van
den tijd dien hij buiten vaste bediening
stond, in Amsterdam gewoond heeft. Hij
was in den Amsterdamschen kring van
Gereformeerden dan ook geen onbekende.
Meermalen vervulde hij des Zondag3 een
predikbeurt, en dat deed hij vaak ook el
ders. Met trouw en zekere innigheid bleef
hij in het ambt leven en dienen-
Hij ging als zendeling naar Indië en
heeft na zijn terugkeer in het vaderland
korten tijd op Oostorend (Fr.) gestaan.
Het zendingswerk bleef zijn hart trekken,
zoo zelfs, dat bij heb vertrek van Koloniale
troepen Ds. Ploos van Amstel vaak aan
wezig was, om aan de militairen Evangeli-
satielectuur uit te reiken.
Donderdagmiddag werd de reeds bejaar
de predikant ongesteld en Vrijdagnacht
was hij al niet meer. v
sja&wM** ''--Jrtfcv t
J .Visser, f
In den ouderdom van ruim G6 jaar is
te Gouda overleden de heer J. Visser, in
leven godsdienstonderwijer der Ned. Herv.
Gem. aldaar. De heer Visser, geboren in
1357, diende achtereenvolgens als evan
gelist de gemeenten H. L Ambacht, Har-
melen en Gouda,
Vereen. van Godsdienstonderwijzers."^
De Vereen, van Godsdienstonderwijzers
bij de Ned. Herv. Kerk houdt haar 51e
jaarvergadering op Donderdag 19 Juli a.s.
in het gebouw „De Vereeniging" te Hil
versum. De agenda vermeldt o.m.: „Iets
over den Profeet Amos." Inleider de heer
J. A. Fey te Utrecht en „Welke verplich
ting legt do tegenwoordige Roomsche ac
tie op aan den Catecheet?" Inleider de
heer W. G. Hoogerbeets te Hilversum.
Qesjoten beuren,
In de Gorinchemsche Kerkbode vertelt
de heer den Bocfb wekelijks van wat hij
ondervonden heeft bij den Evangelisatie-
arbeid te Gorinchem. Hij kan gewagen van
rijken zegen. Maar zoo schrijft hij
„Op vele plaatsen zijn de deuren gesloten.
Twee voorbeelden. Een dorp cn een stad!
Ik was onlangs op een klein dorpje in Zee
land. Een Gereformeerde Kerk was er
niet, enkel een Hervomde Kerk met een
rechtzinnig, trouwhartig, jeugdig predikant
't Was juist kennis, toen ik er wezen moest
Zingend en joelend danste oud en jong
door de weinige straten, kroeg in, kroeg
uit, ook langs de ramen der pastorie. Wat
moet die predikant daaronder geleden heb
ben. Open daar nu maar een lokaal voor
evangelisatie; er zou eenvoudig niemand
komen.
Tweede voorbeeld: Een jeugdig predi
kant, bezield met geestdrift, heeft den her
dersstaf aanvaard in de Hervormde Kerk
te Amsterdam. Hij ziet geen kans om do
duizenden zijner wijk te bezoeken. Vrien
delijk noodigt hij alvast een deel uit per
gedrukte circulaire op een bepaalden avond
en op een bepaald uur te komen in zijn
wijklokaal om kennis te ma-toenj met den'
nieuwen herder en leeraar, die hun welzijn
bedoelt. Zoo ze liever niet komen, meldt
do oproep, dan gelieven ze aan de predi
kant hun adres op te geven, dan zal hij hen
bezoeken. De avond breekt aan. Dominee
gaat naar het lokaal. 240 Gezinnen zijn uit-
genoodigd. Er verscheenéén man!
Brieven aan den dominee aan huis te ont
vangen? Hoeveel? Niet één! Een diaken
der Hervormde Kerk "te Amsterdam, die
aan dat werk deelnam, deelde het mij
mede.
Is 'fc niet om bij te schreien?"
Kerkelijke gewoonten.
Een -Ned. Horv. predikant schrijft aan
de N. R( Crt.:
Gezang 22 behoort tot de lievelingsliede
ren van de (natuurlijk gezangen zingende)
gemeente. Daarin zingt men van datgene
waarvan elk menBch dag aan dag onder
den indruk kan komen nl. van de gestage
verandering.
Maar nu is het merkwaardige dit, dat
mien dat doet daar waar en de „verand -
ring" en heb „woelen cm verandering" ge
woonlijk heb minst opvallen. Want ner
gens handhaven zich bepaalde zeden eni
gewoonten, gebruiken en misbruiben met
taaier kracht als juist in de kerk. Als men
daar „woelt om verandering" dan is het
om in kiescolleges, kerkeraden e.d. andere
menschen te krijgen en jadan kan het
in de kerk woelig genoeg toegaan. Maar
overigen
Ik moest daaraan denken, toen ik kort
geleden een dienst had te vervullen, in een
niet onbeduidende stadsgemeente. Ik
stond met den dienstdoenöen ouderling in
de consistoriekamer den aanvang van den
dienst af te wachten en zed, toen ik de
eerste tonen van het voorspel hoorde: „Wji
zullen gaan." Waarop de broeder-ouderling
antwoordde: „dat is hier geen gewoonte,
hier komen de dominé's altijd onder hefe
zingen op." Ik beduidde hem, dat ik als
voorganger recht had en verplicht waa bij
den aanvang van de Godsdienatoeffening
tegenwoordig te zijn hetgeen mijn broe
der toestemmen moest enwij gin
gen.
Nu eischt natuurlijk de consequeentie,
dat de gemeente ook bij den aanvang van
den dienst tegenwoordig zij. Maar neen...
dit voorrecht bleek slechts beschoren aan
dat deel, dat in het genot van een eigen-
gehuurde zitplaats zich mocht verheugen.
De rest mocht wachten „tot de dominé
op stoel was."
En teen deze da-a rok -"/n h c laats
had ingenomen, voeten zijn ccgcn vergast-
op een schouwspel gelijk men dit op druk
ke reisdagen bij trein en tram kan waar
nemen, wanneer de menschen, ongeduldig
geworden door het wachten en bang, dat
ze geen behoorlijke plaats zullen machtig
worden, elkander duwen en verdringen in.
dien voorgeschoVenl wagen.
iDit nu behoorde in een kerk niet alzoo
te zijn. Indien ergena, dan moeten hier de
dingen geschieden naar den' eïsch van orde
en stijl. Dat de dominé eerst „onder het
zingend opkomt is niet in „orde" en dat
vele gemeenteleden zich een plaats moeten
„veroveren", wanneer „de dominé op stoel
is" is al evenmin in orde. En „stijl" zit er
heelemaal niet in. 3
Deze dingen rijn infcusschen zoo inge
roest, dat, toen ik een collega er over
schreef en hem voor mijn desbetreffende
bemerkingen eenige ruimte vroeg in het
plaatselijk predikbeurtenblad, hij mij zulks
meende te moeten ontraden op grond van
de overweging, dat het „misschien noode-
loos 8tof zou opjagen" en dat zij zelf n.1.
de predikanten van die gemeente „er niet
eens meer op letten."
Nu ben ik nog steeds van oordeel, dat
wij als predikanten to letten hebben op al
wat scheef staat en dan ook verplicht zijn
t.z.t. daarop te wijzen zonior vrees voor
dat beetje stof, dat dan misschien wordt
opgejaagd.
Trouwens het stof rust gewoonlijk slechts
op die dingen, die al te lang onder het
stof hebben gezeten en daar noodig onder
vandaan moeten komen. Wanneer de eere-
dienst werkelijk dien naam zal verdienen,
dan meet de eerbied op alle manier wor
den betracht.
Maar dan behoort i.e. de voorganger
„op stoel" en de gemeente rustig gezeten
te rijn, als de zang der gemeente aan
vangt. En het lijkt mij werkelijk geen hek
sentoer om een regeling te treffen, dio dit
mogelijk maakt. Vl
fliHMEMLAHP
De Eerste Kamer.
Prof. van Vollenhoven, die van vrijzin
nig-democratische zijde candidaat gesteld
is voor het lidmaatschap der Eerste Ka
mer, wenscht, naar het Nederl. corres
pondentiebureau in Den Haag meldt, niet
voor een verkiezing in aanmerking te ko
men en heeft daarom de door de Kieswet
vereischte verklaring, dat hij de candida-
tuur op de lijst aanvaardt, niet ingezon
den.
Soc. Dem. wet hoorders zetels.
De gisteravond gehouden ledenverga
dering van de federatie Utrecht der S.
D. A. P. heeft zich met bijna algcraeene
stemmen in beginsel uitgesproken voor
het bezetten van twee wethouderszetels.
De eventuoele candidaten zullen worden
aangewezen door de gecombineerde ver
gadering van de radsfractie en het fede
ratiebestuur.
Art. 67 der Gemeentewet.
De commisaris der Koningin in Noord-
Brabant heeft aan de burgemeesters in
dio provincie een missive gezonden om
trent de uitvoering van art. 67 der Ge
meentewet. De hoofdstrekking is, dat alle
stukken, die de burgemeester krijgt voor
den Raad of voor B. en W. ook in die
colleges ter tafel moeten komen. Zelfs
een eenvoudige statistiek of bericht om
raad en antwoord moet zoo behandeld
worden. I
D« warmte en ds scholen.
Aan de peTS wordt door de betrokken
autoriteiten te Amsterdam meegedeeld:
De hoofden van scholen zijn bevoegd
om in de middaguren in geval de thermo
meter boven 80 gr. Fahrenheit stijgt, van
den gewonen rooster af te wijken en min
der inspannende werkzaamheden te doen
verrichten en voorts om de kinderen zit
tende in lokalen, waar de temperatuur
des middags te 3 uur 85 gr. Fahrenheit
of hooger is, een uur vroeger dan ge
woonlijk te laten vertrekken.
In verband met de buitengewone warm
te dezer dagen is aan den Gemeentelijken
Geneeskundigen Dienst gevraagd of or
aanleiding bestaat van deze regeling af te
wijken en meer vrij te geven.
Het antwoord van dien dienst luidt in
ontkennenden zin. De directeur is van
meening, dat het in het algemeen, voor de
kinderen met dit weer beter is, dat zij ter
school komen en daar kalm bezig zijn,
dan dat rij een groot deel van den dag
aan hun lot worden overgelaten. t
De nonarfivifeitstraciementen. 1
De ambtenaren-Kamerleden hebben een
goede week gehad.
De regeling van do nonactiviteitstracte-
menten is zij het dan niet zonder eenïg
verzet ook door de Eerste Kamer aan
vaard.
De N. R. Ct. geeft van deze zaak het
volgende duidelijk overzicht:
Mofi weet, dat minister-De - Cr-??, rich"
beroepende op do communis opinio der
jongste staatscommissie voer de Grond
wetsherziening, indertijd heeft voorgoT
steld, bet nonactiviteits-traktement slechts**
in zooverre te bandhaven als het prijs'
gegeven staatsambt een hooger salaris
waarborgde dan de vervulling van kef'.
KamerÜdmaatechap.
Het was inderdaad volkomen begrijpe-j,
lijk, dat men iemand, die anders f SOCOj
zou hebben verdiend, f3000 naast de, tot
f 5000 verhoogde parlementaire schade*
loosstelling liet behouden. t'
Tot de jongste Grondwetsherziening
was de regeling zoo geweest, dat een af
gevaardigde de helft van zijn oude wed-*
de, in casu f4000, naast do parlemen
taire tegemoetkoming van f 3000 ontving.
Nu dit laatste bedrag op f 5000 was ge
bracht, bestond or aldus minister De
Geer in do Eerste Kamer alle aanleid
ding om na deze legislatieve periode, na
1925 dus, niet onder alle omstandigheden'
den ouden toestand te bestendigen, welk©
meebracht, dat daarbij nog een non-acti-
viteits-irakfement kwam ter grootte van
de helft der wedde, welke pleegt uitge
keerd te worden voor de vervulling cener
betrekking, waarvoor in casu geen hand
werd uitgestrekt.
Inlusschen heeft mr. Troelstra aan do
overzijde van hot Binnenhof voorgesteld,
het „sinecure" stelsel (om een uitdrukking
van wijlen prof. Buys te gebruiken) t©
handhaven, om dit dus Ie laten voortdu
ren zoolang de betrokken afgevaardigden'
lid van het parlement zullen zijn. Dit
amendement is door de Tweede Kamer,
ondanks het verzet van den heer De Mon-»
lé VerLorcn, met groole meerderheid van
stemmen aangenomen.
Weliswaar, gaat het hier, bijkens de
schriftelijke opgave van minister Do Geer
slocht3 om enkele tienduizenden guldens,
ïhaar niettemin bleken senatoren gelijk
do heeren d'Auroale van Hardenbroek,
Verkouteren en De Gijselaar van mee-?
ning, dat de aanneming van het amende-
ment-Troelstra te betreuren viel.
Inderdaad is het wel eenigszins zonder
ling, dat b.v. iemand, die in ander©
functie f3000 verdiend zou hebben, di©
dus reeds door het Kamerlidmaatschap
f 2000 vooruitging, daarnevens nog bij
eventueel© herkiezing, tot in lengte van
jaren op een extra-uitkeering van f 1500
aanspraak kan maken.
Minister De Geer dacht er evenzo®
over, doch ontried verwerping van het
wetsontwerp, waarmede niets bereikt zou
•worden, integendeel ook voor toekomsti
ge afgevaardigden, die vóór dezen amb
tenaar zijn geweest, het sinecure-stelsel
zou zijn aanvaard, en waardoor het goe-
do van het wetsontwerp, dat immers ook
een regeling vcor do gelijktijdige waarne^
niing van betrekkingen beoogt, overboord
zou zijn geworpen. De minister van fï<
nanciën zelf schijnt op een initiatief-*
wetje tot herstel van den door mr.
Troelstra gemaakte fout te hopen, doch'
grocte kans zal hierop wel niet bestaan."
Da acht geboden voor den warmen zomer
Het -„Vad." geeft do volgende nuttige
w-enken:
1. Draag niet te weinig ondergoed. Da
zonnestralen zijn zoo warm. Behoorlijk on
dergoed is een bescherming tegen d©
hitte. Zeer goed is een jasje van gemengde
zijde cn katoen dat hoog sluit of beter nog-
een dito van een of andere poreuze stof.
Dat kan lang meegaan, wasekb makkelijk
en houdt het lichaam koel.
2. Zcrgt voor een goede ventilatie deï
kamers en houdt de zon cr uit. Laat nu
cn dan eens flink tochten opdat do lucht
niet te droog wordt.
3. Denk er aan, dat de transpiratie die
nen moet om het lichaam op natuurlijk©
wijze van de overtollige warmte te ont
lasten. Hoe makkelijker wij transpireeren,
hoe frisseher wij worden.
4. Wanneer handen en voeten te veel
transpireeren, gebruik dan een weinig poe
der maar vergeet niet dat to veel poeder
de poriën sluit en daardoor dc noodzake
lijke transpiratie inceilijk wordt.
5. IJs cm ijsdrank zijn vcrfrisscbend.
Slappe thee bevordert de transpiratie cn
houdt het lichaam koel. Do beste drank,
met mate gebruikt, voor warme dagen is
oen kwast met een weinig dubbel koolzure
soda er in opdat het gaat bruisen. Men
moet in den zomer iets meer drinken dan
anders. - -■
6. Het organisme beeft 's zomers even
veel voedsel nccdig als 's winters. M?a
vermijd© echter prikkelend© schotcis. Sla,
kaas, vruchten, en eieren, enz. zijn uitsta
ter dan een koud-watcr bad. Warm water
prikkelt do huid en bevordert do transpi-
ratiè. Men wrijve de huid flink droog met
een harden doek. -f -
8. Denk niet te veel aan cle warmte eni
praat er niet over. Vermijd "alle opwinding
Houd u kalm en bedaard.
FEUILLETON
Van hooger Orde.
120) - r*'-"1
lk rcrbcelddo me, dat ik John dit
hoorde zeggen, terwijl hij bij me stond,
niet zijn hand op mijn schouder. John
zelf, geheel verschillend van dat, wat
daar zoo stil voor me lag; schoon, als al
leen do dood wezen kan, veel jonger, wel
twintig jaar jonger, dan hij er deze
morgen uitgezien had.
Vaarwel John! Vaarwel gij, die meer
dan een broeder voor mij zijn geweest!
t Is maar ,,voor een poos".
Terwijl ik daar zoo zat cn 'dacht hoe
vreedzaam do handen neerlagen, nog ge
vouwen, hoe zacht de uitdrukking was
van den gesloten mond en hoo vreemd het
gehoelo gezicht leek op het klein© gezicht
'Ta^ Muriel, dat ik had zien rusten in de-
zeiido diepe rust op dezelfde peluw -
raakte iemand mij aan. Het was mevrouw
Halifax.
i Hoo zij hier kwam, weet ik niet; noch
hoe zij het aangelegd had om weg te ko
men van haar kinderen; ook niet, hoe zij,
die in geen weken geloopen had, haar
,weg hierheen gevonden had, in 't donker,
geheel alleen; ook niet, welke kracht, bij
na bovenmenschelijk, haar hielp om daar
zoo te staan, zooals zij deed, rechtop en
kalm naar hem ziende ziende ge
lijk ik deed.
„Hij lijkt nog sprekend vindt ge ook
niet, Phineas?" de stem was zwak en
zacht, niet onderbroken door snikken.
„Hij heeft mij eens gezegd, in gevalin
dit geval hij liever niet wilde, dat ik
zou komen om naar hem te zien maar
ik kan 't zoo gij ziet."
Ik gaf haar mijn plaats en zij zat bij
't bed. "Wel tien minuten of langer bleven
wij daar zonder een woord te wisselen.
,Jk geloof, dat ik iemand aan de deur
hoor. Broeder, wilt gij de kinderen bin
nen roepen." i
Guy, geheel vérslagen, knielde neer
naast zijn moeder en smeekte haar, too te
staan, dat hij haar naar huis bracht.
„Dadelijk dadelijk mijn zoon. Gij
zijt zeer goed voor memaar je vader.
Kinderen kom binnen en zie naar je vjf-
der." i
Zij kwamen allen om haar heen
schreiend; maar zij sprak zonder een
traan.
„Ik was een meisje, jonger dan een
van jullie, toen ik 't eerst j© vader ont
moette. De volgende maand zouden w©
33 jaar getrouwd znj geweest. Drie en
dertig jaar."
Haar oogen werden droomerig alsof
haar verbeelding haar terugleidde langs
al dien tijd; haar vingers bewogen zich
werktuigelijk op en neer, over haar
trouwring.
„Kinderen wij waren zoo gelukkig. Hij
was zoo goed; hij had mij zoo lief. Nog
meer dan dat, hij maakte me zoo goed
dat was 't waarom ik hem zoo lief
had. O, wat is zijn liefde voor mij ge
weest van H begin aft Kracht, hoop en
vrede; troost hulp in nood, heerlijk in
voorspoed. Hoe mijn leven gelukkig en
volmaakt werd hoe veel meer ging ik m©
zelf achten, omdat hij mij tot d© zijn©
had gemaakt! Fn wat hij was kin
deren niemand, dan ik, zal ooit al zijn
goedheid kennen, niemand dan hij zelf,
wist, hoe lief ik je vader heb gehad."
Haar stem werd bijna onhoorbaar
maar zij bedwong zich en weer klonk zij
klaar en helder, als d© natuurlijke stem
ivan de moeder.
„Guy, Edwin, gij allen, gij moet nooit
je vader vergeten! Gij moet doen gelijk
hij wil en leven als hij leefde in alle
opzichten. Gij moet hem liefhebben en el
kander liefhebben. Kinderen, gij zult
nooit iels doen, dat j© beschaamd zal doen
worden om je vader t© ontmoeten."
Zij kuste hen allen haar drie zoons
en haar dochter, een voor een; en dan
zag zij rönd naar nog een kind maar
rij glimlachte:
„Hoe blij zal haar vader 2ijn baar
weer te hebben, zijn eigen, kleino Muriel."
„Moeder! lieve moeder! kom me® naar
huis," fluisterde Guy, bijna snikkend.
Zijn moeder boog zich over hem, gaf
hem nog een kus hem, do liefst© van
al haar kinderen en herhaalde:
„Dadelijk, dadelijk! Nu. gaat allen
heen. Ik wil even alleen blijven, alleen
met mijn man."-
Toen wij weg gingen, zag ik baar naar
het bed gaan „John, John!" Dezelf
de woorden, met welke zij naar hem
toegegaan was, jaren geleden, op den
dag, dat zo verloofd werden.
AVo deden de deur diclit. AVe zaten
allen op do trap; misschien enkel© rainun
ten, misschien uren .Bulten noch binnen
sprak iemand niets verroerd© zich.
Ten slotte ging Guy zacht naar binnen.
Zij was nog op dezelfde plaats naast 't
bed, maar zij lag er half op, gelijk ik
haar gezien had, toen ik de deur sloot
Haar arm had zij geslagen om den hals
van haar man; baar gezicht had zij ia
de peluw gedrukt, dicht bij zijn baar. Zjjj®
konden in slaap zijn geweest rij ben
den.
1 Een van haar kinderen riep haar-, maan.
zij antwoordde niet en zij bewoog rich
niet. n -
Guy nam haar op zeer leed exjn
moeder, di© gecu steun over had, behalve
hem zijn moedor «e~ weduwe. '5
Neen Godo rij <1.:—.! zij was nn^
geen weduwe. -A*
EINDE. t'