Tweede Bladj Zaterdag 14 Juli 1923 Het beest aanbidden, a^en> °P aar(^0 wonen, tëjjT zullen (liet beest) aanbidden, welker ,jlj|namen niet zijn®geschreyen in bet k°e^ ^es !evcn3 des Lams, dat ge- r slacht is. Openb. 13 8. Let op dat: „zullen". "1=5.4#-i Allen zullen het beest aanbidden. Lees het maar als: moeten. Niet een moeten door uiterlijken dwang, maar omdat er geen verweer, geen innerlijke kracht, ja geen begeerte zelfs is om niet moe te doen. Uiterlijke dwang zal er ook wel zijn als het „beest" op 't toppunt van zijn ra zende woede gekomen is, maar toch: tot „aanbidding" kan dwang niet brengen. Neen: zij zullen aanbidden, omdat ze toch eigenlijk wel willen. ri Wat beduidt de uitdrukking: „het beest?" Het is het wild geworden, ont-aardo „dier". Het dier is het zinnebeeld van de oer kracht, de natuurlijke vermogens, in de schepping door God zelf geplant. Daar om vertegenwoordigen de dieren de dieren do schepping zelve voor Gods troon (Openb. 4). Maar het „beest" is zinneboold van de ont-aarding der krachten doordat de band met den Schepper werd verbroken.' Het is de macht van bet wereld-rijk, los van God en van Zijn Woord, vijandig aan Christus en Zijn heiligen. De overheid is van godelijke instel- ling. Het koninkrijk vertoont iets van 's Heercn Majesteit. Zoo gehoorzamen wij om 's Heeren wil aan de dienaresse Gods, de overheid, welke dan ook regeert „bij dè gratie Gods." Maar als de staat er wil zijn uit en voGr zich zelf, reclit en doel vindt in eigen bestaan, wordt hij „beest". En dat komt op uit de „zee" uit de woelende, immer bewegelijke, afgron delijke menschen-massa. De gedachte aan een. staat, welke aan zichzelf alleen genoeg heeft, welke alles kan en alles mag: wie ontroert niet, als wij bedenken hoevelen nu reeds een staat en overheid zonder God en Bijbel begeeren? Er zit groei in die gedachte, in die macht. Een poos wordt zij nog gewond, ten doode toe. Maar die wond geneest (vs. 3). En zie, nu begint de aarde zich te „ver wonderen." De brutale kracht wekt verwondering, straks bewondering. Do godslastering doet even huiveren, maar als Gods lankmoedigheid het oor deel nog uitstelt, begint de toejuiching. Hoe komt dat? Omdat die satanische inspiratie, welke do geweld-rijks-gedachte laat zwellen, niet anders is dan de exponent van den zonde-hoogmood, welke woont in ons al ler hart, zooals het sinds Genesis 3 ge worden is. t En nog één stap verder: dan wordt de aanbidding geëischt met loochening van God. Zooals Nobukadnezar eischte in zijn rijk, en de Romeische Keizer-buste be wierookt moest worden. Zooals in Rusland do god-loochening woedt tegen wie nog maar godsdienst be lijden. Allen zullen het beest aanbid den behalve. i Behalve zij, wier namen geschreven zijn in liet boek des Levens des Lams. i Dio niet. Die zeggen: „neen". Omdat het „ja" des geloofs hun leeft in de ziel. En zoo zijn er door Gods ontferming, die het reeds zagen groeien in onze eeuw en durfden weerstaan den „geest" der eeuw", die opkwamen voor de school met den Bij bel: die handhaven het recht Gods naar Zijn Wcord in staat en volk en maat schappij, voor overheid en onderdaan. Wij noemen hier geen namén: het wa ren er zijn hooggeplaatsten en zeer een- voudigen; er zaten er in 't patriciërhuis, en zij stonden bij de schaafbank. En Gode zij dank: nóg is er verweer in Nederland gebleken. Maar toch blijft de ontroering door dat dreigende: allen zul len aanbidden het beest, die niet geschre ven zijn in het boek des levens des Lams. Want het verweer za.1 niet duurzaam zijn, de christelijke zede of meerderheid of gewoonte zal het niet houden, dan alleen bij hen, die persoonlijk voor Christus' re kening zijn. Leert ze dan „neen" zeggen, uwe kinde ren. Tracht moed in te spreken, onzen jonge ren, en onzen mannen op kantoor en werkplaats en club, om zich niet voor Christus te schamen en zonde zonde te noemen en als zonde te schuwen, maar laat bovenal het gebed niet ontbreken, dat de liefde voor Christus, de genade van God in de harten wone, dat de onberouwe- lijke keuze het leven beheersche. Laat het zelfonderzoek niet ontbreken tot de zekerheid er is: voor Christus' reke ning voor tijd en eeuwigheid: Hij die ge slacht is als 't Lam Gods, voor wie zelf den dood hebben verdiend. Die keuze zij moet worden voorge steld: kiest u lieden wien gij dienen zult. De keuze zij zal niet kunnen worden bespaard: het wordt aanbidden of niet. Maar vast zal staan, niet bezwijken, „noen" blijven zeggen alleen degene, die het merken mag: niet ik heb gekozen, maar Gij hebt mij willen kiezen. Allen doen mee, behalve zij wier na men geschreven zijn in het boek des le vens des Lams.L DE HEER KENT AL BE ZIJNEN1 De Heer kent al de Zijnen y~~* En leidt zo bij do hand, Hij weet hen wel te vinden In ieder volk en land. Geen hunner wordt vergeten, Of doolt verlaten om: Hij blijft hen vrien'd'lijk noemen Zijn eeuwig eigendom. f De Heer kent al do Zijnen Aan hun geloof, dat schouwt Naar den onzicht'bren Helper, Aan "Wien het zich vertrouwt. Hij kent ze aan hun hopen v Op Zijn beloftenis, Dat Hij in strijd en zorgen Hun steun en toevlucht is Hij kent ze aan de liefde, Door Hem hun ingeplant, „Waardoor hen houdt omstrengeld Eén onverbreekbtee band. Hun liefde, die kan dragen, Die nooit zichzelve zoekt; Dio bidden, kan en. zeeg'nen, Ook waar men haar vervloekt. Zoo kent de Keer de Zijnen y En zij ook kennen Hem! 1 In storm en onweersvlagen Herkennen ze Zijn stem. In 't zachte lentesuiaen 1 Zijn zaal'gen vredegroet, 11 j Die blijde hoop doet gloren In 't vreugdeloos gemoed. En eens, als op de wolken De Heer der heerlijkheid 'Als Rechter komt verschijnen Omgord met majesteit. Dan kent Hij nog de Zijnen Voor 's Vaders aangezicht, En zal ze binnenleiden In 't oord van vreugd en licht! KEEK EU SCHOOL. NED. HERV. KERK. Beroepen. To Nieuw-BeijerlandA. van Willigen, cand. te Feijenoord (Rotter dam.) Aangenomen. Naar Delftshaven: J. Ph. Eggink te Velzen. GEREF. KERKEN". 'Aangenomen. Naar Nieuw-Dordrecht J. A. Verhoog te Willemstad. - v GEREF. GEMEENTE. Beroepen. Te RidderkerkJ. Fraanje te Barneveld. Bedankt. Voor Grand Rapids: B. van Neerbos te Terneuzen. i WAALSCHE KERKEN. Aangenomen. Naar HaarlemF. C. Krafft, cand. te Lausanne. Ds. E. Th. Ploos van Amstel. f '*r^v Vrij plotseling schrijft de Standaard is te Amsterdam overleden Ds. E. Th. Ploos van Amstel, die een groot deel van den tijd dien hij buiten vaste bediening stond, in Amsterdam gewoond heeft. Hij was in den Amsterdamschen kring van Gereformeerden dan ook geen onbekende. Meermalen vervulde hij des Zondag3 een predikbeurt, en dat deed hij vaak ook el ders. Met trouw en zekere innigheid bleef hij in het ambt leven en dienen- Hij ging als zendeling naar Indië en heeft na zijn terugkeer in het vaderland korten tijd op Oostorend (Fr.) gestaan. Het zendingswerk bleef zijn hart trekken, zoo zelfs, dat bij heb vertrek van Koloniale troepen Ds. Ploos van Amstel vaak aan wezig was, om aan de militairen Evangeli- satielectuur uit te reiken. Donderdagmiddag werd de reeds bejaar de predikant ongesteld en Vrijdagnacht was hij al niet meer. v sja&wM** ''--Jrtfcv t J .Visser, f In den ouderdom van ruim G6 jaar is te Gouda overleden de heer J. Visser, in leven godsdienstonderwijer der Ned. Herv. Gem. aldaar. De heer Visser, geboren in 1357, diende achtereenvolgens als evan gelist de gemeenten H. L Ambacht, Har- melen en Gouda, Vereen. van Godsdienstonderwijzers."^ De Vereen, van Godsdienstonderwijzers bij de Ned. Herv. Kerk houdt haar 51e jaarvergadering op Donderdag 19 Juli a.s. in het gebouw „De Vereeniging" te Hil versum. De agenda vermeldt o.m.: „Iets over den Profeet Amos." Inleider de heer J. A. Fey te Utrecht en „Welke verplich ting legt do tegenwoordige Roomsche ac tie op aan den Catecheet?" Inleider de heer W. G. Hoogerbeets te Hilversum. Qesjoten beuren, In de Gorinchemsche Kerkbode vertelt de heer den Bocfb wekelijks van wat hij ondervonden heeft bij den Evangelisatie- arbeid te Gorinchem. Hij kan gewagen van rijken zegen. Maar zoo schrijft hij „Op vele plaatsen zijn de deuren gesloten. Twee voorbeelden. Een dorp cn een stad! Ik was onlangs op een klein dorpje in Zee land. Een Gereformeerde Kerk was er niet, enkel een Hervomde Kerk met een rechtzinnig, trouwhartig, jeugdig predikant 't Was juist kennis, toen ik er wezen moest Zingend en joelend danste oud en jong door de weinige straten, kroeg in, kroeg uit, ook langs de ramen der pastorie. Wat moet die predikant daaronder geleden heb ben. Open daar nu maar een lokaal voor evangelisatie; er zou eenvoudig niemand komen. Tweede voorbeeld: Een jeugdig predi kant, bezield met geestdrift, heeft den her dersstaf aanvaard in de Hervormde Kerk te Amsterdam. Hij ziet geen kans om do duizenden zijner wijk te bezoeken. Vrien delijk noodigt hij alvast een deel uit per gedrukte circulaire op een bepaalden avond en op een bepaald uur te komen in zijn wijklokaal om kennis te ma-toenj met den' nieuwen herder en leeraar, die hun welzijn bedoelt. Zoo ze liever niet komen, meldt do oproep, dan gelieven ze aan de predi kant hun adres op te geven, dan zal hij hen bezoeken. De avond breekt aan. Dominee gaat naar het lokaal. 240 Gezinnen zijn uit- genoodigd. Er verscheenéén man! Brieven aan den dominee aan huis te ont vangen? Hoeveel? Niet één! Een diaken der Hervormde Kerk "te Amsterdam, die aan dat werk deelnam, deelde het mij mede. Is 'fc niet om bij te schreien?" Kerkelijke gewoonten. Een -Ned. Horv. predikant schrijft aan de N. R( Crt.: Gezang 22 behoort tot de lievelingsliede ren van de (natuurlijk gezangen zingende) gemeente. Daarin zingt men van datgene waarvan elk menBch dag aan dag onder den indruk kan komen nl. van de gestage verandering. Maar nu is het merkwaardige dit, dat mien dat doet daar waar en de „verand - ring" en heb „woelen cm verandering" ge woonlijk heb minst opvallen. Want ner gens handhaven zich bepaalde zeden eni gewoonten, gebruiken en misbruiben met taaier kracht als juist in de kerk. Als men daar „woelt om verandering" dan is het om in kiescolleges, kerkeraden e.d. andere menschen te krijgen en jadan kan het in de kerk woelig genoeg toegaan. Maar overigen Ik moest daaraan denken, toen ik kort geleden een dienst had te vervullen, in een niet onbeduidende stadsgemeente. Ik stond met den dienstdoenöen ouderling in de consistoriekamer den aanvang van den dienst af te wachten en zed, toen ik de eerste tonen van het voorspel hoorde: „Wji zullen gaan." Waarop de broeder-ouderling antwoordde: „dat is hier geen gewoonte, hier komen de dominé's altijd onder hefe zingen op." Ik beduidde hem, dat ik als voorganger recht had en verplicht waa bij den aanvang van de Godsdienatoeffening tegenwoordig te zijn hetgeen mijn broe der toestemmen moest enwij gin gen. Nu eischt natuurlijk de consequeentie, dat de gemeente ook bij den aanvang van den dienst tegenwoordig zij. Maar neen... dit voorrecht bleek slechts beschoren aan dat deel, dat in het genot van een eigen- gehuurde zitplaats zich mocht verheugen. De rest mocht wachten „tot de dominé op stoel was." En teen deze da-a rok -"/n h c laats had ingenomen, voeten zijn ccgcn vergast- op een schouwspel gelijk men dit op druk ke reisdagen bij trein en tram kan waar nemen, wanneer de menschen, ongeduldig geworden door het wachten en bang, dat ze geen behoorlijke plaats zullen machtig worden, elkander duwen en verdringen in. dien voorgeschoVenl wagen. iDit nu behoorde in een kerk niet alzoo te zijn. Indien ergena, dan moeten hier de dingen geschieden naar den' eïsch van orde en stijl. Dat de dominé eerst „onder het zingend opkomt is niet in „orde" en dat vele gemeenteleden zich een plaats moeten „veroveren", wanneer „de dominé op stoel is" is al evenmin in orde. En „stijl" zit er heelemaal niet in. 3 Deze dingen rijn infcusschen zoo inge roest, dat, toen ik een collega er over schreef en hem voor mijn desbetreffende bemerkingen eenige ruimte vroeg in het plaatselijk predikbeurtenblad, hij mij zulks meende te moeten ontraden op grond van de overweging, dat het „misschien noode- loos 8tof zou opjagen" en dat zij zelf n.1. de predikanten van die gemeente „er niet eens meer op letten." Nu ben ik nog steeds van oordeel, dat wij als predikanten to letten hebben op al wat scheef staat en dan ook verplicht zijn t.z.t. daarop te wijzen zonior vrees voor dat beetje stof, dat dan misschien wordt opgejaagd. Trouwens het stof rust gewoonlijk slechts op die dingen, die al te lang onder het stof hebben gezeten en daar noodig onder vandaan moeten komen. Wanneer de eere- dienst werkelijk dien naam zal verdienen, dan meet de eerbied op alle manier wor den betracht. Maar dan behoort i.e. de voorganger „op stoel" en de gemeente rustig gezeten te rijn, als de zang der gemeente aan vangt. En het lijkt mij werkelijk geen hek sentoer om een regeling te treffen, dio dit mogelijk maakt. Vl fliHMEMLAHP De Eerste Kamer. Prof. van Vollenhoven, die van vrijzin nig-democratische zijde candidaat gesteld is voor het lidmaatschap der Eerste Ka mer, wenscht, naar het Nederl. corres pondentiebureau in Den Haag meldt, niet voor een verkiezing in aanmerking te ko men en heeft daarom de door de Kieswet vereischte verklaring, dat hij de candida- tuur op de lijst aanvaardt, niet ingezon den. Soc. Dem. wet hoorders zetels. De gisteravond gehouden ledenverga dering van de federatie Utrecht der S. D. A. P. heeft zich met bijna algcraeene stemmen in beginsel uitgesproken voor het bezetten van twee wethouderszetels. De eventuoele candidaten zullen worden aangewezen door de gecombineerde ver gadering van de radsfractie en het fede ratiebestuur. Art. 67 der Gemeentewet. De commisaris der Koningin in Noord- Brabant heeft aan de burgemeesters in dio provincie een missive gezonden om trent de uitvoering van art. 67 der Ge meentewet. De hoofdstrekking is, dat alle stukken, die de burgemeester krijgt voor den Raad of voor B. en W. ook in die colleges ter tafel moeten komen. Zelfs een eenvoudige statistiek of bericht om raad en antwoord moet zoo behandeld worden. I D« warmte en ds scholen. Aan de peTS wordt door de betrokken autoriteiten te Amsterdam meegedeeld: De hoofden van scholen zijn bevoegd om in de middaguren in geval de thermo meter boven 80 gr. Fahrenheit stijgt, van den gewonen rooster af te wijken en min der inspannende werkzaamheden te doen verrichten en voorts om de kinderen zit tende in lokalen, waar de temperatuur des middags te 3 uur 85 gr. Fahrenheit of hooger is, een uur vroeger dan ge woonlijk te laten vertrekken. In verband met de buitengewone warm te dezer dagen is aan den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst gevraagd of or aanleiding bestaat van deze regeling af te wijken en meer vrij te geven. Het antwoord van dien dienst luidt in ontkennenden zin. De directeur is van meening, dat het in het algemeen, voor de kinderen met dit weer beter is, dat zij ter school komen en daar kalm bezig zijn, dan dat rij een groot deel van den dag aan hun lot worden overgelaten. t De nonarfivifeitstraciementen. 1 De ambtenaren-Kamerleden hebben een goede week gehad. De regeling van do nonactiviteitstracte- menten is zij het dan niet zonder eenïg verzet ook door de Eerste Kamer aan vaard. De N. R. Ct. geeft van deze zaak het volgende duidelijk overzicht: Mofi weet, dat minister-De - Cr-??, rich" beroepende op do communis opinio der jongste staatscommissie voer de Grond wetsherziening, indertijd heeft voorgoT steld, bet nonactiviteits-traktement slechts** in zooverre te bandhaven als het prijs' gegeven staatsambt een hooger salaris waarborgde dan de vervulling van kef'. KamerÜdmaatechap. Het was inderdaad volkomen begrijpe-j, lijk, dat men iemand, die anders f SOCOj zou hebben verdiend, f3000 naast de, tot f 5000 verhoogde parlementaire schade* loosstelling liet behouden. t' Tot de jongste Grondwetsherziening was de regeling zoo geweest, dat een af gevaardigde de helft van zijn oude wed-* de, in casu f4000, naast do parlemen taire tegemoetkoming van f 3000 ontving. Nu dit laatste bedrag op f 5000 was ge bracht, bestond or aldus minister De Geer in do Eerste Kamer alle aanleid ding om na deze legislatieve periode, na 1925 dus, niet onder alle omstandigheden' den ouden toestand te bestendigen, welk© meebracht, dat daarbij nog een non-acti- viteits-irakfement kwam ter grootte van de helft der wedde, welke pleegt uitge keerd te worden voor de vervulling cener betrekking, waarvoor in casu geen hand werd uitgestrekt. Inlusschen heeft mr. Troelstra aan do overzijde van hot Binnenhof voorgesteld, het „sinecure" stelsel (om een uitdrukking van wijlen prof. Buys te gebruiken) t© handhaven, om dit dus Ie laten voortdu ren zoolang de betrokken afgevaardigden' lid van het parlement zullen zijn. Dit amendement is door de Tweede Kamer, ondanks het verzet van den heer De Mon-» lé VerLorcn, met groole meerderheid van stemmen aangenomen. Weliswaar, gaat het hier, bijkens de schriftelijke opgave van minister Do Geer slocht3 om enkele tienduizenden guldens, ïhaar niettemin bleken senatoren gelijk do heeren d'Auroale van Hardenbroek, Verkouteren en De Gijselaar van mee-? ning, dat de aanneming van het amende- ment-Troelstra te betreuren viel. Inderdaad is het wel eenigszins zonder ling, dat b.v. iemand, die in ander© functie f3000 verdiend zou hebben, di© dus reeds door het Kamerlidmaatschap f 2000 vooruitging, daarnevens nog bij eventueel© herkiezing, tot in lengte van jaren op een extra-uitkeering van f 1500 aanspraak kan maken. Minister De Geer dacht er evenzo® over, doch ontried verwerping van het wetsontwerp, waarmede niets bereikt zou •worden, integendeel ook voor toekomsti ge afgevaardigden, die vóór dezen amb tenaar zijn geweest, het sinecure-stelsel zou zijn aanvaard, en waardoor het goe- do van het wetsontwerp, dat immers ook een regeling vcor do gelijktijdige waarne^ niing van betrekkingen beoogt, overboord zou zijn geworpen. De minister van fï< nanciën zelf schijnt op een initiatief-* wetje tot herstel van den door mr. Troelstra gemaakte fout te hopen, doch' grocte kans zal hierop wel niet bestaan." Da acht geboden voor den warmen zomer Het -„Vad." geeft do volgende nuttige w-enken: 1. Draag niet te weinig ondergoed. Da zonnestralen zijn zoo warm. Behoorlijk on dergoed is een bescherming tegen d© hitte. Zeer goed is een jasje van gemengde zijde cn katoen dat hoog sluit of beter nog- een dito van een of andere poreuze stof. Dat kan lang meegaan, wasekb makkelijk en houdt het lichaam koel. 2. Zcrgt voor een goede ventilatie deï kamers en houdt de zon cr uit. Laat nu cn dan eens flink tochten opdat do lucht niet te droog wordt. 3. Denk er aan, dat de transpiratie die nen moet om het lichaam op natuurlijk© wijze van de overtollige warmte te ont lasten. Hoe makkelijker wij transpireeren, hoe frisseher wij worden. 4. Wanneer handen en voeten te veel transpireeren, gebruik dan een weinig poe der maar vergeet niet dat to veel poeder de poriën sluit en daardoor dc noodzake lijke transpiratie inceilijk wordt. 5. IJs cm ijsdrank zijn vcrfrisscbend. Slappe thee bevordert de transpiratie cn houdt het lichaam koel. Do beste drank, met mate gebruikt, voor warme dagen is oen kwast met een weinig dubbel koolzure soda er in opdat het gaat bruisen. Men moet in den zomer iets meer drinken dan anders. - -■ 6. Het organisme beeft 's zomers even veel voedsel nccdig als 's winters. M?a vermijd© echter prikkelend© schotcis. Sla, kaas, vruchten, en eieren, enz. zijn uitsta ter dan een koud-watcr bad. Warm water prikkelt do huid en bevordert do transpi- ratiè. Men wrijve de huid flink droog met een harden doek. -f - 8. Denk niet te veel aan cle warmte eni praat er niet over. Vermijd "alle opwinding Houd u kalm en bedaard. FEUILLETON Van hooger Orde. 120) - r*'-"1 lk rcrbcelddo me, dat ik John dit hoorde zeggen, terwijl hij bij me stond, niet zijn hand op mijn schouder. John zelf, geheel verschillend van dat, wat daar zoo stil voor me lag; schoon, als al leen do dood wezen kan, veel jonger, wel twintig jaar jonger, dan hij er deze morgen uitgezien had. Vaarwel John! Vaarwel gij, die meer dan een broeder voor mij zijn geweest! t Is maar ,,voor een poos". Terwijl ik daar zoo zat cn 'dacht hoe vreedzaam do handen neerlagen, nog ge vouwen, hoe zacht de uitdrukking was van den gesloten mond en hoo vreemd het gehoelo gezicht leek op het klein© gezicht 'Ta^ Muriel, dat ik had zien rusten in de- zeiido diepe rust op dezelfde peluw - raakte iemand mij aan. Het was mevrouw Halifax. i Hoo zij hier kwam, weet ik niet; noch hoe zij het aangelegd had om weg te ko men van haar kinderen; ook niet, hoe zij, die in geen weken geloopen had, haar ,weg hierheen gevonden had, in 't donker, geheel alleen; ook niet, welke kracht, bij na bovenmenschelijk, haar hielp om daar zoo te staan, zooals zij deed, rechtop en kalm naar hem ziende ziende ge lijk ik deed. „Hij lijkt nog sprekend vindt ge ook niet, Phineas?" de stem was zwak en zacht, niet onderbroken door snikken. „Hij heeft mij eens gezegd, in gevalin dit geval hij liever niet wilde, dat ik zou komen om naar hem te zien maar ik kan 't zoo gij ziet." Ik gaf haar mijn plaats en zij zat bij 't bed. "Wel tien minuten of langer bleven wij daar zonder een woord te wisselen. ,Jk geloof, dat ik iemand aan de deur hoor. Broeder, wilt gij de kinderen bin nen roepen." i Guy, geheel vérslagen, knielde neer naast zijn moeder en smeekte haar, too te staan, dat hij haar naar huis bracht. „Dadelijk dadelijk mijn zoon. Gij zijt zeer goed voor memaar je vader. Kinderen kom binnen en zie naar je vjf- der." i Zij kwamen allen om haar heen schreiend; maar zij sprak zonder een traan. „Ik was een meisje, jonger dan een van jullie, toen ik 't eerst j© vader ont moette. De volgende maand zouden w© 33 jaar getrouwd znj geweest. Drie en dertig jaar." Haar oogen werden droomerig alsof haar verbeelding haar terugleidde langs al dien tijd; haar vingers bewogen zich werktuigelijk op en neer, over haar trouwring. „Kinderen wij waren zoo gelukkig. Hij was zoo goed; hij had mij zoo lief. Nog meer dan dat, hij maakte me zoo goed dat was 't waarom ik hem zoo lief had. O, wat is zijn liefde voor mij ge weest van H begin aft Kracht, hoop en vrede; troost hulp in nood, heerlijk in voorspoed. Hoe mijn leven gelukkig en volmaakt werd hoe veel meer ging ik m© zelf achten, omdat hij mij tot d© zijn© had gemaakt! Fn wat hij was kin deren niemand, dan ik, zal ooit al zijn goedheid kennen, niemand dan hij zelf, wist, hoe lief ik je vader heb gehad." Haar stem werd bijna onhoorbaar maar zij bedwong zich en weer klonk zij klaar en helder, als d© natuurlijke stem ivan de moeder. „Guy, Edwin, gij allen, gij moet nooit je vader vergeten! Gij moet doen gelijk hij wil en leven als hij leefde in alle opzichten. Gij moet hem liefhebben en el kander liefhebben. Kinderen, gij zult nooit iels doen, dat j© beschaamd zal doen worden om je vader t© ontmoeten." Zij kuste hen allen haar drie zoons en haar dochter, een voor een; en dan zag zij rönd naar nog een kind maar rij glimlachte: „Hoe blij zal haar vader 2ijn baar weer te hebben, zijn eigen, kleino Muriel." „Moeder! lieve moeder! kom me® naar huis," fluisterde Guy, bijna snikkend. Zijn moeder boog zich over hem, gaf hem nog een kus hem, do liefst© van al haar kinderen en herhaalde: „Dadelijk, dadelijk! Nu. gaat allen heen. Ik wil even alleen blijven, alleen met mijn man."- Toen wij weg gingen, zag ik baar naar het bed gaan „John, John!" Dezelf de woorden, met welke zij naar hem toegegaan was, jaren geleden, op den dag, dat zo verloofd werden. AVo deden de deur diclit. AVe zaten allen op do trap; misschien enkel© rainun ten, misschien uren .Bulten noch binnen sprak iemand niets verroerd© zich. Ten slotte ging Guy zacht naar binnen. Zij was nog op dezelfde plaats naast 't bed, maar zij lag er half op, gelijk ik haar gezien had, toen ik de deur sloot Haar arm had zij geslagen om den hals van haar man; baar gezicht had zij ia de peluw gedrukt, dicht bij zijn baar. Zjjj® konden in slaap zijn geweest rij ben den. 1 Een van haar kinderen riep haar-, maan. zij antwoordde niet en zij bewoog rich niet. n - Guy nam haar op zeer leed exjn moeder, di© gecu steun over had, behalve hem zijn moedor «e~ weduwe. '5 Neen Godo rij <1.:—.! zij was nn^ geen weduwe. -A* EINDE. t'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5