Dagblad voor Leiden en Omstreken.
aBONMEMERITSPRIJS
In Leiden en buiten Lelden jj
Waar agenten gevestigd zijn
Fer kwartaal f2.50
Per week f0.19
Pr ar. co per post per kwartaal f2.90
4de JAARGANG.
Bureau: Hooigracht 35
DINSDAG 10 JULI 1923 - No. 981
Leidei» - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
lypVEKTEIITIE-PHiJS
/Gewone advertentiën por tegel oenj
Mngeaonden Mededeelingen, dubbel tsriel
£®ij ^contraofc, belangrijke reductie.
Kleins advertentiën bij vooruifcbeta^
l&g^Jjah.ten hoogste 30 woorden, worde*
^af&Kjü1'gepfaatst ad 50 cent.
V Niet-actueele actualisten.
Geen repristinatie, zoo waarschuwde
onlangs de heer Golijn op de jaarverga
dering van de Christelijke werkgevers.
Geen haken naar wat onherroepelijk
voorbij ging.
Geen pogen om te herstellen wat in den
loop des tijds onhoudbaar bleek en dus
afgeschaft werd.
Dit is een woord op zijn pas geble
ken.
Want terwijl deze rede uitgesproken
werd, was waarschijnlijk reeds in wor
ding de „Bond van Actualisten" van
wiens geboorte wij gisteren melding
maakten en die feitelijk niets anders be-
oogt, dan terugkeer naar wat voorhij ging
Wanneer wij toch het gepubliceerde
Actualisten-program van alle franje en
frazen on'tdoen, dan is het duidelijk dat
'hij geïnspireerd misschien door de
Mussolinische actie in Italië beoogt, af
schaffing van den democratischen regee-
ringsvorm, vermindering van den volks
invloed en de invoering van éen soort ab
solutisme.
Het parlement in zijn tegenlvoordigen
vorm moet worden afgeschaft en veran
derd in een adviseerend lichaam, dat te
vens mag meewerken tot de vorming van
den wetgevenden raad.
De wetgevende macht moet worden toe
vertrouwd aan „eenige competente per
sonen" waarmee dan vermoedelijk be
doeld worden „bekwamen en geschikten"
zooals de liberalen die vroeger wisten te
vinden.
De volksinvloed moet worden terugga
drongen en van een sociale taak van de
Overheid hebben de actualisten blijkbaar
nooit gehoord.
En dat er diepere beginselen zijn, die
het staatkundige leven beheerselien, is,
zoo het schijnt tot hun besef niet doorge
drongen.
Als de verwarring bij de linksche par
tijen al niet zoo groot was, achten wei het
niet onmogelijk dat de actualisten-bond
de verwarring nog meer zal vergrooten.
Maar van Christelijke zijde zal deze
hond zeker 'geen steun ontvangen.
Het zijn actualisten aan wier denkbeel
den alle actualiteit ontbreekt.
Hier is een pogen om de wijzers van
de klok terug te zetten.
En dat willen wij niet.
Daaraan doen wij niet mew.
Wij wenschen, zooals de heer Colijn
terecht en zeer actueel levens opmerkte,
geen repristinatie.
Op medewerking van anti-revolutio
naire zijde zullen de niet-actueele
actualisten niet kunnen rekenen.
45STE UNIECOLLECTE VOOR DE
SCHOLEN M. D. BIJBEL.
Ter aanbeveling van de 45e Uniecollecte
schrijft het bestuur van „De Unie":
Onze Unie heeft over enkele maanden
vijf-en-veertig jaren bestaan. Voor de
vijf-en-veertigste maal zal ook de Unie-
collecte in ons Vaderland gehouden wor
den in de week van 3 Augustus.
Wij zullen ons niet vermeien in bespie
gelingen over de vijf-en-veertig-jarige. Qe
Unie heeft zich nimmer zelf op den voor
grond willen stellen; haar taak is slechts
een dienende; zij dient de belangen van
onze Scholen met den Bijbel.
Hoe zijn die scholen sinds 23 Januari
1879, den stichtingsdatum der Unie, in aan
tal en bloei toegenomen! Teen: 326 scho
len met 53000 leerlingen- Thans, 45 jaren
later: 1517 Scholen met 225392 leerlingen.
Toen in 1879 een armelijk hoopske, dat
naar het woord der fiere machthebbers,
maar onderdrukt moest worden. Thans:
als gelijke met het openbaar onderwijs
erkend. Waarlijk, wanneer wij dit alles
zien, kunnen wij den Heere niet genoeg
danken voor Zijn groote zegeningen.
Een tijdperk van veel worsteling, van
veel gebed ook, ligt achter ons. Wat zal de
toekomst ons brengen?
O, het zou geen wonder zijn, het zou
schier gewoon zijn, als op dezen tijd van
bidden en zorgen, van strijd en zege straks
de inzinking volgde. Zoo menige overwin
ning werd het begin van een nederlaag.
Duidt het der Unie niet ten kwade, als zij
voor dat gevaar van inzinking waarschuwt.
Het kind, met zooveel smart en worsteling
van den Heere verkregen, ligt der Unie na
aan het hart. Een moeder, die gevaar ziet
dreigen, zou zondigen tegen haren plicht,
als zij op de gevaren niet wees.
Dreigen er gevaren? Laat ons een weder
vraag mogen doen: dreigen er niet altijd
gevaren, en allermeest, als door de over
winning de waakzaamheid verslapt is? De
band aan ons volk is steeds liet "kosrêiijk
voorrecht, de hechte kracht, ja de levens
voorwaarde van onze Scholen met den Bij
bel geweest. Zijn er niet verschillende tee-
kenen, die op het verslappen van dien
band wijzen?
Neen, wij vallen in deze circulaire niet
de lager-onderwijswet van 1920 aan. Wij
hebben God gedankt, toen Hij ons deze
wet schonk. Maar wij hielden een dank
en bedestond. Omdat geen enkele wet vol
maakt is. En omdat wij dc gevaren, die
de financieele gelijkstelling ons brengen
kon en brengen zal, niet over het hoofd
mochten zien.
Een Christen is realist, wil de oogen niet
voor de werkelijkheid sluiten.
Bij het vele goede, dat onze scholen
thans genieten, willen wij de vrijheidsbom
perking en het eindstation, waar wij zou
den kunnen terecht komen, niet uit het
oog verliezen. Reeds in 1920, men zie onze
aankondiging der collecte in dat jaar er
maar eens op na, hebben wij hierop gewe
zen.
Wij werken dit thans niet in den breede
uit. Moge echter een enkel voorbeeld ons
bedoelen verduidelijken. Voor enkele maan
den werd in onze schoolwereld beroering
gewekt door een aanschrijving van den Mi
nister, dat reeds in het derde leerjaar van
een Christelijke school met het onderwijs
in bepaalde vakken moest aangevangen
worden. Daar schrikten de menschen van
op, en terecht. Wat, bemoeide de Regee
ring zich met het interne schoolleven? Wat
zou dat kunnen worden, als straks een an
der Minister de teugels in handen hield?
Het démenti kwam. Een uitspraak van
den Onderwijsraad was verkeerd verstaan,
en de Minister gaf gaarne bevel om de
aanschrijving in te trekken. De wolk was
afgedreven. Het gevaar was voorbij. Men.
hoorde zelfs enkelen, die spottend vroegen
hadt gij het dan anders verwacht? Gij
maakt u altijd zoo overdreven bezorgd!
Overdreven bezorgd? Waar groote belan
gen op het spel staan, is bezorgdheid
plicht. Zij maakt altijd waakzaam. De
Unie mag dien plicht, haar voorgeschreven
door artikel I harer statuten, geen oogen-
blik uit het oog verliezen. Mogen wij eens
een simpele wedervraag doen? Hoe zou dit
alles afgeloopen zijn, als de Onderwijsraad
nu eens wel beslist had: die vakken moe
ten daar onderwezen worden? Hadden wij
dan toch niet in 't moeras gezeten? Nu
was die beslissing van den Onderwijsraad,
goed. Zal zij echter altijd goed zijn? En
was het dus niet kortzichtig, zich zoo bo
venmatig te verheugen over den goeden
afloop en nu verder maar gerust te zijn zoo
lang de wortel der zaak niet deugt?
Wij. gaan hierop thans niet verder in.
Maar het is onze innige, vaste overtuiging:
onze Scholen met den Bijbel kunnen onze
liefde, onze hartelijke toewijding, ona ge
bed, niet ontberen. Zij kunnen onze orga
nisaties, zij kunnen ook onze Uniecollecte
niet missen. Op versterking van den band,
op aanwakkering van het particulier initia
tief moeten wij dagelijks bedacht zijn;
alles wat dat particulier initiatief belem
mert of uitdoft, moet weggenomen worden.
Anders hebben wij met de financiëele ge
lijkstelling bet paard von Troje binnenge
haald; zullen wij langzaam maar zeker,
zij bet voorloopig niet uitwendig, achter
uitgaan, en zal ook aan ons bewaarheid
worden: Nederlagen zijn beter dan over
winningen.
Wij wijzen U ditmaal eens niet aan,
waarvoor gecollecteerd moet worden. Heeft
Uw eigen school de opbrengst der collecte
niet noodig, Gij weet den weg om het zoo
te besteden, dat geheel ons Christelijk la
ger onderwijs (en dus ook Uw school) er
de vruchten van kan plukken-
Mannen Broeders, wij binden U het hou
den dezer vijf-en-veertigste Uniecollecte op
Uw consciëntie. De Unie verwacht van
hare Locale Comité's van de Besturen en
Oorrespondenten, dat zij hun ernstige roe
ping zullen verstaan en' hun plicht zullen
doen. God make ons allen getrouw.
SYUDSiliEyWS
i Stads-Evangellsatie.
Zooals reeds in meerdere plaatsen van
ons land het geval is, zullen thans ook
te dezer stede vanwege de Comm. v.
Stads-Evangelisatie dsr Geref. Kerk
openluchtbijeenkomsten worden gehouden
De eersto zal waarschijnlijk reeds de
volgende week Woensdag worden gehou
den voor de Chr. School aan de Stad
houderslaan, waarvoor door het Gemeens
itehestuur verlof is berleend. De spre
kers enz. zullen zich op het terrein van
de school bevinden
i De Knapen-vereen, op Geref.
Grondslag „Mijn zoo<n, geef mij uw hart"
zal D.V. Vrijdag a.s. haar jaarlijkschen
uitgaansdag houden. Dank zij den ijver
der leden en de goedgeefschheid der
■ouders is door middel van prikkaarten
een groot bedrag hiervoor ingezameld.
Reeds in den morgen vertrekken de rei
zigers naar Rotterdam, waar de Dieren
tuin en Het Witte Huis worden bezocht.
'Vervolgens wordt een rondvaart door do
haven gehouden, waarna do reis naar
Hoek van Holland wordt voortgezet. Op
het strand vullen de gebruikelijke ver
maken en spelen werden gehouden, waar-
ne tegen den avond de teTugreds wordt
aanvaard.
Een en ander belooft dus een mooi uit-
gaansdagje voor de jongelui te worden.
In de Geref. Kerken alhier werd j.ï.
Zondag tijdens den tusschenzang een
extra inzameling gehouden voor het tekort
der Diaconie.
Naar wij vernemen heeft deze collecte
opgebracht de som van f415.60.
De Leidsche „vreemdeling" E., ia
door de politie alhier over de Duitsche
grens gezet.
Een eigenaardig geval van vermis
sing was het, waarmede de politie alhier
gisteren kennis maakte.
Een juffrouw deed n.l. aangifte dat zij
een taschje vermiste, dat zij of bij het
Postkantoor, of in een leeszaal was kwijt
geraakt.
Terwijl zij nog op het politiebureau
was, kwam zich daar een jongen aanmel
den, die het taschje had gevonden
achter een paar struiken in het v. d.
Werffpark.
Dadelijk werd de inhoud van het be
wuste voorwerp nagezien, waarbij bleek
dat alleen een alpaca-beursje, waarin
zich een weinig geld bevond, was verdwe-
nen.
Of de eerlijke vinder(ster) misschien
niet erg gerust geweest is omtrent zijn
(ruime belooning?
BimiEliLAElP
Hel Koninklijk gezin m Engeland.
Uit Londen werd gisteren geseind:
De trein, die het Britsch koninklijk
echtpaar naar Schotland bracht, stopte
een kwartier aan het station te Carliste,
waar H.H. M.M. werden begroet door de
Koningin der Nederlanden, die met een
auto van het Lake-district was gekomen.
Eerste Kamer-verkiezingen.
Voor de provincies Noord-Holland en
Friesland zal door de Roomsch-Katholie
ken een gecombineerde candid&tenlijst
worden ingediend voor de Eerste Kamer
verkiezing. Ze luidt als volgt:
1. Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs sen,
Haarlem, (aftr.); 2. P. J. J. Haazevoet,
Amsterdam (aftr.); 3. W. Fransen Jzn.,
Leeuwarden (aftr.); 4. Mr. P. Reymer, Hil-
_yersum, 5. A. J. Loerakker te Schoten, 6.
Carl Stokman te Leeuwarden, 7. Mr. A.
Dorbeck te Alkmaar, 8. prof. dr. A. H. J.
M. van Rooy.
Het ontruimen van dienstwoningen.
De minister van Oorlog heeft bepaald
dat alle militairen, die gevestigd zijn in
een z.g. rijkswoning deze bij dienstverla-
ting (pensionneering, wachtgeldstelling
enz.) onmiddellijk moeten verlaten.
Te Amersfoort heeft een der betrokke
nen tegen dezen maatregel zijn bezwaren
ingediend bij de huurcommissie a-ldaar,
welke beeft beslist: dat tusschen partijen
de huur der vermelde woning na het ein
digen van den huurtijd zal voortduren van
16 Juni 1923 tot 1 December 1923,
Forensenbclasting.
Het Dagelijksch Bestuur van het Chris
telijk Nationaal Vakverbond heeft tot den
Minister van Financiën een schrijven ge
richt, waarin het er op aandringt, dat hij
d© indiening van het wetsontwerp, tot wij
ziging der Forensenbelasting, dat naar
onlangs gemeld werd dezer dagen ge
reed zou komen, zooveel mogelijk te be
spoedigen. Aan de reeds jarenlang geop
perde bezwaren inzake bet heffen -van be
lasting van z.g. „werkforensen" zou dan
voor ©en beJa-ngrrijk deel tegemoet worden
gekomen. Genoemd bestuur wijst er op,
hoe bijv. te Vlaardingen tal van arbeiders,
die niet anders dan buiten hun woonplaats
kunnen werken, omdat verschillende wer
ven juist even over de grens der gemeente
liggen, extra belast worden. Hetzelfde
komt voor in de Gemeenten Wierden eni
Btellendoorn. Een deel der arbeiders, te
Hellendoorn woonachtig, is werkzaam in
de gemeente Wierden, terwijl arbeiders, te
Wiewien woonachtig, werkzaam zijn op de
Koninklijke Stoomweverij (gean. Hellen-
doorn.)
Het Dag. Bestuur van het O. N. V.
vraagt den Minister tenslotte, te willen
overwegen, of het betreffende wetsontwerp
terugwerkende kracht gegeven zou kunnen
worden voor het belastingjaar 19221923.
De daaraan verbonden administratieve
moeilijkbeden zullen toch niet onoverko
melijk zijn.
Geen „Dajg" en geen „Nieuwe Dag".
De Nieuwe Dag is gisteravond toch niet
verschenen en wel op advies van den
rechtskundigen adviseur, dat hierop ge
grond was, dat de heer Broekhuys tot
dusverre alleen in gebreke was gebleven
tegenover de enkele redactieleden die per
week hun salarissen zouden ontvangen,
en niet tegenover hen die op maandsala
ris waren aangesteld. Deze laatsten zou
den nog niet geheel vrij staan en door
hun medewerking aan de uitgave alle
verdere aanspraken en rechten ten op
zichte van den heer Broekhuys prijs ge
ven. Hieruit schijnt men dus te mogen
afleiden, dat ook De Nieuwe Dag er al
thans voorloopig zeker niet komt.
_Aan hei Zoeklicht^
Leiden 10 Juli 1923.
In Het Volk van gisteravond wer4
mijn aandacht getrokken door de volgen-i
de ontboezeming:
„Wij vernemen, dat onze p.g. Brag*
gaar, raadslid te Voorschoten, binnen en-*
kelo dagen op straat zal worden gezetj
daar hem de huur is opgezegd en da
Huurkommissie en de kantonrechter het
niet langer kunnen tegenhouden. Er is te
Voorschoten voor hem geen andere wo-»
ning te huur, natuurlijk omdat hij so-»
ciaaldemokraat is. Op die manier poogt
men hem. daar natuurlijk tevens als
raadslid weg te werken. Een mooie ver
houding in dit brave christelijke deel
van Zuid-Holland, waar men blijkbaar
nog steeds rriei wat naastenliefde en
christenplicht is. En aid n^^stonds onze
p.g. in een andere gemeente een woning
krijgt, en hij dus als Taadslid bedanken
moet, dan maar in biddend opzien de
oogen ten hemel geslagen en God gedankt
voor de verlossing die Hij- gebracht
heeft."
Over 'de zaak zelf kan ik niet oordee-
len.
Maar het is mij niet duidelijk waarom
hier den Christenen een verwijt
wordt gemaakt.
Naastenliefde, dacht mij zoo, is toch
ook een S o c. D e m. plicht. En nu weet
Ik wel dat men als regel dezen plicht over
het hoofd ziet, maar in dit geval, had
toch dunkt me wel een uitzondering ge-»
maakt kunnen worden.
Ter voorkoming van misverstand merk
ik op dat dit schunnige bericht waaruit
zoo bittere haat tegen den Godsdienst
spreekt, niet afkomstig is uit Voorschot
ten.
De droeve eer, van het te hebben opge-»
steld komt toe aan den Leidschen corres
pondent.
Eere wien eere toekomt.
OBSERVATOR.
Wl id denstan dsba.nkcn.
Wij hebben, zegt de Standaard,
een breede aanklacht vernomen tegen !iei
separatisme", het verbrokkelen van de
sociale en politieke actie door de 'rnnw
giug in die actie van de Christelijke be-»
ginselen. Aanleiding tot die bekende bw
tcogen was het gebeurde met de Hanze-*
banken.
Men ziet nu wel, zeo weTd gezegd, boe
verkeerd het was om de middenstands-*
vereenigingen te splitsen. De Christelijke,
middenstands-organisatie gaf don stoot'
tot een daarmee verhand houdend cre-
dietwezen. Eén vermenging dus van ge-*
loof en zaken, die op niet dan teleurstel-*
ling moest uitloopen.
De neutrale vlag bleek hier de eenig*
juiste, want nu moet de neutrale hank op
treden om de helpende hand te bieden.
Wie even nadenkt, beseft aanstonds hef
onjuiste van dit betoog.
Niemand zal toch durven on'konnon',
dat de mogelijkheid van de moedijkhe-»
don ook bestaat voor de neutrale ban
ken. Welnu, indien zulk een bank een on-*
geluk had getroffen, tengevolge van
slechte leiding, zou er dan gerecht? re^
den zijn geweest om te zeggen dat komt
eTvan als men zich neutraal organic
seert?,
De middenstandorganisatie op Chris-»
telijken grondslag heeft wel bijgedragen
tot den bloei van het middenstandscie-
diet. maar het vond er zijn oorzaak o!
rechtvaardiging niet in.
Op het gebied van het bank en het ere-*
dietwezen gelden voor den Christen dej
zelfde wetten als voor den man van bet
neutraliteitsbeginsel. Wordt dit vergeten,
dan gebeuren eT ontoelaatbare dingen.
Wie zou dit niet toegeven.
Het is onzerzijds in de Tweede Kamer
zoo duidelijk mogelijk gezegd.
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het Engelsch- A
117) V -
De woorden werden heesch en haastig
uitgesproken, maar ik gehoorzaamde.
„Phineas," zeide hij en hij stak mij do
hand toe, alsof hij dacht, dat hij mij pijn
gedaan had, 't is niets. Ik zal dadelijk
wel beter zijn. Ik weet heel goed wat 't
is o, mijn God mijn God!"
Scherpe, schrikkelijke pijn, welke het
arme sterfelijke vleesch doet roepen in
doodsangst tot zijn Schepper, alsof, op
dat oogenblik 't leven waardeloos, zulk
een prijs, niet waard is. Ik weet nu, wat
hij heeft moeten lijden.
Hij hield mij vast, half bewusteloos,
opdat ik niemand terhulp zoude roepen;
en toen hij een voetstap hoorde in den
gang, wankelde hij naax de deur en deed
deze op slot.
;Na enkele minuten bedaarde de ergste
pijn en ging hij weer in zijn stoel zitten.
!Ik haalde wat water; hij dronk en liet
toe5> dat ik z'n gezicht nat maakte zijn
gezicht grijs en dcodsch John's ge
richt! Maar ik vertel de eenvoudige fei
ten meer niet.
Enkele zware zuchten en hij was weer
zichzelf.
„Gode zij dank, nu is 't over! Phineas,
gij moet probeeren alles te vergeten, wat
gij gezien hebt. Ik wou, dat ge niet bij
mij gekomen waart."
„John, wat is 't?"
„Wat 't is? Wel, ik heb 't zelden en ik
ben dadelijk weer beter. Ik wilde er lie-
vermaar niet over spreken. Vergeet 't als
't u belieft!"
Maar dat kon ik niet. Hij nam een
boek en ging stil zitten.
„Ge leest niet John, ge denkt aan iets
waaraan?"
Hij hield even op, alsof hij onzeker
was, of hij 't mij zon zeggen of niet, toen
zeide hij: „Over je vader. Herinner je 't
je nog?"
Ik was verrast over die vTaag.
„Ik meen, herinner je 't je nog, hoe hjj
gestorven is?"
„Ja maar waarom zouden wij daar
nu over sprf.ken?"
„Waarom niet? Ik heb dikwijls ge
dacht, wat een gelukkige dood 't was
zonder pijn, plotselir.g, zonder een lang
ziekbed plotseling van het tegenwoor
dige naar 't eeuwige leven. Phineas, je
vaders dood was do gelukkigste, welke ik
ooit heb bijgewoond."
„Dat kan wel zijn, John, maar waarom
zeg je mij dat?"
„Ik weet 't nauwelijks Ja, ik weet
't toch."
„Zeg 't mij dan."
Hij zag mij ernstig aan. „Ik geloof,
Phineas, dat als ik sterf, mijn dood niet
veel anders zal zijn als die van je va
der."
Ik uitte zooiets van „onmogelijk", „on
mogelijk, dat iemand iets zou weten van
het hoe en wanneer van zijn dood."
„Dat weet ik wel. Ik weet wel, dat ik
nog tien of twintig jaren leven kan en
toch no~ aan een andere ziekte sterven
ten slotte."
„Ziekte!"
„Neen 't is niets om er bezorgd over
le wezen. Gij ziet, ik ben niet bezorgd.
Ik heb 't al vele jaren gegist. Ik heb 't
zeker geweten sedert ik in Parijs was."
„Zijt gij ziek geweest te Parijs? Ge
hebt 't nooit gezegd."
„Dr. H. vertelde mijn ik stond er
besfist op 't te weten dat ik eeni ziekte
had, zooals ik dacht, ongeneeslijk. Er is
echter geen oogenblikkelijk gevaar bij; hij
zeide, dat ik vele jaren zou kunnen leven
zelfs tot hoogen ouderdom en dat ik elk
oogenblik haastig sterven kon, juist zoo-
als je vader stierf."
Hij zeide dit zacht cn rustig rustiger
nog dan ik dezo woorden nu neerschrijf;
en ik luisterde.
..Phineas!"
Ik voelde den druk van zijn warme
hand op mijn schouder de hand, wel
ke mij mijn gansche leven geleid had als
die van een broeder.
„Phineas, wij hebben elkander gedu
rende veertig jaren gekend. Is onze liefde,
ons geloof dan zoo klein, dat iemand on
zer, voor zichzelf of voor zijn broeder,
bang behoeft te zijn voor den dood?" 3
„Phineas!" 3 en toen hij voor de tweo-
de keer sprak was er iets van zacht ver
wijt in zijn toon, „niemand weet dit be
halve gij. Ik zie, dat ik gelijk had te aar
zelen; ik wilde, dat ik 't je niet gezegd
had." r _p,,
Daarna stond ik op
Op mijn dringend verzoek vertelde hij
mij alles. De aanvallen waren weinige,
als zij kwamen was hij altoos alleen ge
weest of als hij ze voelde komen, kon hij
nog weggaan en ze dragen in eenzaam
heid.
„Ik heb steeds zoo kunnen doen tot op
dezen avond. Zij heeft er niet 't miDst©
idee van mijn vrouw bedoel ik."
Zijn stem schokte.
„De gedachte aan mijn vrouw is nu 'oö
dan verschrikkelijk voor mij geweest
Misschien moest ik 't baar gezegd heo-
ben. Dikwijls besloot ik 't te dóen, maar
veranderde dan weer van besluit. Kort
geleden, toen zij ziek geweest is, heb ik
- geloofd, ja zelfs gehoopt, dat zij 't niat
noodig zou gehad hebben te weten."
„Zoudt gij dan liever hebben gewild
dat zij
„Ja, ik zou 't liefst willen, dat zij van
ons beiden 't eerst ging sterven. Zij zou
minder lijden en wij zouden maar kort
van elkander gescheiden blijven."
Hij sprak als iemand zou gesproken
hebben over een nieuw huis, of een op
handen zijnde Teis. Voor hem was do
groote verandering, de laatste verschrik
king van den menach. een gedachte -*
plechtig, zeker, maar eene, waarmede hij
gemeenzaam was en voor welke hij
geenszins vreesde.
En terwijl we daar zoo zaten ging er
van zijn geest iets over op mij; ik voel do
hoe klein de afstand is tusschen 't ster-*
felijk leven en 't onsterfelijke hoe, in-»
derdaad, beide één zijn in God.
..Ja", zeide hij, „dat is juist wat ik be«
doel. Voor mij is er altoos iets onvroom*
in, in dal „voorbereiden tot den
waar de menschep, over spreken; alsof wij
niet voortdurend, in leven «n in atervent
rijn in de nabijheid de« Vaders. Doet 1
je pijn, ale i kzoo spreek? als dat zoo iey
zulten we er mee ophouden?" N»
„Neen ga door." -
CWordi vervolgd.)