Dagblad voor Leiden en Omstreken. aBONMEMERITSPRIJS In Leiden en buiten Lelden jj Waar agenten gevestigd zijn Fer kwartaal f2.50 Per week f0.19 Pr ar. co per post per kwartaal f2.90 4de JAARGANG. Bureau: Hooigracht 35 DINSDAG 10 JULI 1923 - No. 981 Leidei» - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 lypVEKTEIITIE-PHiJS /Gewone advertentiën por tegel oenj Mngeaonden Mededeelingen, dubbel tsriel £®ij ^contraofc, belangrijke reductie. Kleins advertentiën bij vooruifcbeta^ l&g^Jjah.ten hoogste 30 woorden, worde* ^af&Kjü1'gepfaatst ad 50 cent. V Niet-actueele actualisten. Geen repristinatie, zoo waarschuwde onlangs de heer Golijn op de jaarverga dering van de Christelijke werkgevers. Geen haken naar wat onherroepelijk voorbij ging. Geen pogen om te herstellen wat in den loop des tijds onhoudbaar bleek en dus afgeschaft werd. Dit is een woord op zijn pas geble ken. Want terwijl deze rede uitgesproken werd, was waarschijnlijk reeds in wor ding de „Bond van Actualisten" van wiens geboorte wij gisteren melding maakten en die feitelijk niets anders be- oogt, dan terugkeer naar wat voorhij ging Wanneer wij toch het gepubliceerde Actualisten-program van alle franje en frazen on'tdoen, dan is het duidelijk dat 'hij geïnspireerd misschien door de Mussolinische actie in Italië beoogt, af schaffing van den democratischen regee- ringsvorm, vermindering van den volks invloed en de invoering van éen soort ab solutisme. Het parlement in zijn tegenlvoordigen vorm moet worden afgeschaft en veran derd in een adviseerend lichaam, dat te vens mag meewerken tot de vorming van den wetgevenden raad. De wetgevende macht moet worden toe vertrouwd aan „eenige competente per sonen" waarmee dan vermoedelijk be doeld worden „bekwamen en geschikten" zooals de liberalen die vroeger wisten te vinden. De volksinvloed moet worden terugga drongen en van een sociale taak van de Overheid hebben de actualisten blijkbaar nooit gehoord. En dat er diepere beginselen zijn, die het staatkundige leven beheerselien, is, zoo het schijnt tot hun besef niet doorge drongen. Als de verwarring bij de linksche par tijen al niet zoo groot was, achten wei het niet onmogelijk dat de actualisten-bond de verwarring nog meer zal vergrooten. Maar van Christelijke zijde zal deze hond zeker 'geen steun ontvangen. Het zijn actualisten aan wier denkbeel den alle actualiteit ontbreekt. Hier is een pogen om de wijzers van de klok terug te zetten. En dat willen wij niet. Daaraan doen wij niet mew. Wij wenschen, zooals de heer Colijn terecht en zeer actueel levens opmerkte, geen repristinatie. Op medewerking van anti-revolutio naire zijde zullen de niet-actueele actualisten niet kunnen rekenen. 45STE UNIECOLLECTE VOOR DE SCHOLEN M. D. BIJBEL. Ter aanbeveling van de 45e Uniecollecte schrijft het bestuur van „De Unie": Onze Unie heeft over enkele maanden vijf-en-veertig jaren bestaan. Voor de vijf-en-veertigste maal zal ook de Unie- collecte in ons Vaderland gehouden wor den in de week van 3 Augustus. Wij zullen ons niet vermeien in bespie gelingen over de vijf-en-veertig-jarige. Qe Unie heeft zich nimmer zelf op den voor grond willen stellen; haar taak is slechts een dienende; zij dient de belangen van onze Scholen met den Bijbel. Hoe zijn die scholen sinds 23 Januari 1879, den stichtingsdatum der Unie, in aan tal en bloei toegenomen! Teen: 326 scho len met 53000 leerlingen- Thans, 45 jaren later: 1517 Scholen met 225392 leerlingen. Toen in 1879 een armelijk hoopske, dat naar het woord der fiere machthebbers, maar onderdrukt moest worden. Thans: als gelijke met het openbaar onderwijs erkend. Waarlijk, wanneer wij dit alles zien, kunnen wij den Heere niet genoeg danken voor Zijn groote zegeningen. Een tijdperk van veel worsteling, van veel gebed ook, ligt achter ons. Wat zal de toekomst ons brengen? O, het zou geen wonder zijn, het zou schier gewoon zijn, als op dezen tijd van bidden en zorgen, van strijd en zege straks de inzinking volgde. Zoo menige overwin ning werd het begin van een nederlaag. Duidt het der Unie niet ten kwade, als zij voor dat gevaar van inzinking waarschuwt. Het kind, met zooveel smart en worsteling van den Heere verkregen, ligt der Unie na aan het hart. Een moeder, die gevaar ziet dreigen, zou zondigen tegen haren plicht, als zij op de gevaren niet wees. Dreigen er gevaren? Laat ons een weder vraag mogen doen: dreigen er niet altijd gevaren, en allermeest, als door de over winning de waakzaamheid verslapt is? De band aan ons volk is steeds liet "kosrêiijk voorrecht, de hechte kracht, ja de levens voorwaarde van onze Scholen met den Bij bel geweest. Zijn er niet verschillende tee- kenen, die op het verslappen van dien band wijzen? Neen, wij vallen in deze circulaire niet de lager-onderwijswet van 1920 aan. Wij hebben God gedankt, toen Hij ons deze wet schonk. Maar wij hielden een dank en bedestond. Omdat geen enkele wet vol maakt is. En omdat wij dc gevaren, die de financieele gelijkstelling ons brengen kon en brengen zal, niet over het hoofd mochten zien. Een Christen is realist, wil de oogen niet voor de werkelijkheid sluiten. Bij het vele goede, dat onze scholen thans genieten, willen wij de vrijheidsbom perking en het eindstation, waar wij zou den kunnen terecht komen, niet uit het oog verliezen. Reeds in 1920, men zie onze aankondiging der collecte in dat jaar er maar eens op na, hebben wij hierop gewe zen. Wij werken dit thans niet in den breede uit. Moge echter een enkel voorbeeld ons bedoelen verduidelijken. Voor enkele maan den werd in onze schoolwereld beroering gewekt door een aanschrijving van den Mi nister, dat reeds in het derde leerjaar van een Christelijke school met het onderwijs in bepaalde vakken moest aangevangen worden. Daar schrikten de menschen van op, en terecht. Wat, bemoeide de Regee ring zich met het interne schoolleven? Wat zou dat kunnen worden, als straks een an der Minister de teugels in handen hield? Het démenti kwam. Een uitspraak van den Onderwijsraad was verkeerd verstaan, en de Minister gaf gaarne bevel om de aanschrijving in te trekken. De wolk was afgedreven. Het gevaar was voorbij. Men. hoorde zelfs enkelen, die spottend vroegen hadt gij het dan anders verwacht? Gij maakt u altijd zoo overdreven bezorgd! Overdreven bezorgd? Waar groote belan gen op het spel staan, is bezorgdheid plicht. Zij maakt altijd waakzaam. De Unie mag dien plicht, haar voorgeschreven door artikel I harer statuten, geen oogen- blik uit het oog verliezen. Mogen wij eens een simpele wedervraag doen? Hoe zou dit alles afgeloopen zijn, als de Onderwijsraad nu eens wel beslist had: die vakken moe ten daar onderwezen worden? Hadden wij dan toch niet in 't moeras gezeten? Nu was die beslissing van den Onderwijsraad, goed. Zal zij echter altijd goed zijn? En was het dus niet kortzichtig, zich zoo bo venmatig te verheugen over den goeden afloop en nu verder maar gerust te zijn zoo lang de wortel der zaak niet deugt? Wij. gaan hierop thans niet verder in. Maar het is onze innige, vaste overtuiging: onze Scholen met den Bijbel kunnen onze liefde, onze hartelijke toewijding, ona ge bed, niet ontberen. Zij kunnen onze orga nisaties, zij kunnen ook onze Uniecollecte niet missen. Op versterking van den band, op aanwakkering van het particulier initia tief moeten wij dagelijks bedacht zijn; alles wat dat particulier initiatief belem mert of uitdoft, moet weggenomen worden. Anders hebben wij met de financiëele ge lijkstelling bet paard von Troje binnenge haald; zullen wij langzaam maar zeker, zij bet voorloopig niet uitwendig, achter uitgaan, en zal ook aan ons bewaarheid worden: Nederlagen zijn beter dan over winningen. Wij wijzen U ditmaal eens niet aan, waarvoor gecollecteerd moet worden. Heeft Uw eigen school de opbrengst der collecte niet noodig, Gij weet den weg om het zoo te besteden, dat geheel ons Christelijk la ger onderwijs (en dus ook Uw school) er de vruchten van kan plukken- Mannen Broeders, wij binden U het hou den dezer vijf-en-veertigste Uniecollecte op Uw consciëntie. De Unie verwacht van hare Locale Comité's van de Besturen en Oorrespondenten, dat zij hun ernstige roe ping zullen verstaan en' hun plicht zullen doen. God make ons allen getrouw. SYUDSiliEyWS i Stads-Evangellsatie. Zooals reeds in meerdere plaatsen van ons land het geval is, zullen thans ook te dezer stede vanwege de Comm. v. Stads-Evangelisatie dsr Geref. Kerk openluchtbijeenkomsten worden gehouden De eersto zal waarschijnlijk reeds de volgende week Woensdag worden gehou den voor de Chr. School aan de Stad houderslaan, waarvoor door het Gemeens itehestuur verlof is berleend. De spre kers enz. zullen zich op het terrein van de school bevinden i De Knapen-vereen, op Geref. Grondslag „Mijn zoo<n, geef mij uw hart" zal D.V. Vrijdag a.s. haar jaarlijkschen uitgaansdag houden. Dank zij den ijver der leden en de goedgeefschheid der ■ouders is door middel van prikkaarten een groot bedrag hiervoor ingezameld. Reeds in den morgen vertrekken de rei zigers naar Rotterdam, waar de Dieren tuin en Het Witte Huis worden bezocht. 'Vervolgens wordt een rondvaart door do haven gehouden, waarna do reis naar Hoek van Holland wordt voortgezet. Op het strand vullen de gebruikelijke ver maken en spelen werden gehouden, waar- ne tegen den avond de teTugreds wordt aanvaard. Een en ander belooft dus een mooi uit- gaansdagje voor de jongelui te worden. In de Geref. Kerken alhier werd j.ï. Zondag tijdens den tusschenzang een extra inzameling gehouden voor het tekort der Diaconie. Naar wij vernemen heeft deze collecte opgebracht de som van f415.60. De Leidsche „vreemdeling" E., ia door de politie alhier over de Duitsche grens gezet. Een eigenaardig geval van vermis sing was het, waarmede de politie alhier gisteren kennis maakte. Een juffrouw deed n.l. aangifte dat zij een taschje vermiste, dat zij of bij het Postkantoor, of in een leeszaal was kwijt geraakt. Terwijl zij nog op het politiebureau was, kwam zich daar een jongen aanmel den, die het taschje had gevonden achter een paar struiken in het v. d. Werffpark. Dadelijk werd de inhoud van het be wuste voorwerp nagezien, waarbij bleek dat alleen een alpaca-beursje, waarin zich een weinig geld bevond, was verdwe- nen. Of de eerlijke vinder(ster) misschien niet erg gerust geweest is omtrent zijn (ruime belooning? BimiEliLAElP Hel Koninklijk gezin m Engeland. Uit Londen werd gisteren geseind: De trein, die het Britsch koninklijk echtpaar naar Schotland bracht, stopte een kwartier aan het station te Carliste, waar H.H. M.M. werden begroet door de Koningin der Nederlanden, die met een auto van het Lake-district was gekomen. Eerste Kamer-verkiezingen. Voor de provincies Noord-Holland en Friesland zal door de Roomsch-Katholie ken een gecombineerde candid&tenlijst worden ingediend voor de Eerste Kamer verkiezing. Ze luidt als volgt: 1. Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs sen, Haarlem, (aftr.); 2. P. J. J. Haazevoet, Amsterdam (aftr.); 3. W. Fransen Jzn., Leeuwarden (aftr.); 4. Mr. P. Reymer, Hil- _yersum, 5. A. J. Loerakker te Schoten, 6. Carl Stokman te Leeuwarden, 7. Mr. A. Dorbeck te Alkmaar, 8. prof. dr. A. H. J. M. van Rooy. Het ontruimen van dienstwoningen. De minister van Oorlog heeft bepaald dat alle militairen, die gevestigd zijn in een z.g. rijkswoning deze bij dienstverla- ting (pensionneering, wachtgeldstelling enz.) onmiddellijk moeten verlaten. Te Amersfoort heeft een der betrokke nen tegen dezen maatregel zijn bezwaren ingediend bij de huurcommissie a-ldaar, welke beeft beslist: dat tusschen partijen de huur der vermelde woning na het ein digen van den huurtijd zal voortduren van 16 Juni 1923 tot 1 December 1923, Forensenbclasting. Het Dagelijksch Bestuur van het Chris telijk Nationaal Vakverbond heeft tot den Minister van Financiën een schrijven ge richt, waarin het er op aandringt, dat hij d© indiening van het wetsontwerp, tot wij ziging der Forensenbelasting, dat naar onlangs gemeld werd dezer dagen ge reed zou komen, zooveel mogelijk te be spoedigen. Aan de reeds jarenlang geop perde bezwaren inzake bet heffen -van be lasting van z.g. „werkforensen" zou dan voor ©en beJa-ngrrijk deel tegemoet worden gekomen. Genoemd bestuur wijst er op, hoe bijv. te Vlaardingen tal van arbeiders, die niet anders dan buiten hun woonplaats kunnen werken, omdat verschillende wer ven juist even over de grens der gemeente liggen, extra belast worden. Hetzelfde komt voor in de Gemeenten Wierden eni Btellendoorn. Een deel der arbeiders, te Hellendoorn woonachtig, is werkzaam in de gemeente Wierden, terwijl arbeiders, te Wiewien woonachtig, werkzaam zijn op de Koninklijke Stoomweverij (gean. Hellen- doorn.) Het Dag. Bestuur van het O. N. V. vraagt den Minister tenslotte, te willen overwegen, of het betreffende wetsontwerp terugwerkende kracht gegeven zou kunnen worden voor het belastingjaar 19221923. De daaraan verbonden administratieve moeilijkbeden zullen toch niet onoverko melijk zijn. Geen „Dajg" en geen „Nieuwe Dag". De Nieuwe Dag is gisteravond toch niet verschenen en wel op advies van den rechtskundigen adviseur, dat hierop ge grond was, dat de heer Broekhuys tot dusverre alleen in gebreke was gebleven tegenover de enkele redactieleden die per week hun salarissen zouden ontvangen, en niet tegenover hen die op maandsala ris waren aangesteld. Deze laatsten zou den nog niet geheel vrij staan en door hun medewerking aan de uitgave alle verdere aanspraken en rechten ten op zichte van den heer Broekhuys prijs ge ven. Hieruit schijnt men dus te mogen afleiden, dat ook De Nieuwe Dag er al thans voorloopig zeker niet komt. _Aan hei Zoeklicht^ Leiden 10 Juli 1923. In Het Volk van gisteravond wer4 mijn aandacht getrokken door de volgen-i de ontboezeming: „Wij vernemen, dat onze p.g. Brag* gaar, raadslid te Voorschoten, binnen en-* kelo dagen op straat zal worden gezetj daar hem de huur is opgezegd en da Huurkommissie en de kantonrechter het niet langer kunnen tegenhouden. Er is te Voorschoten voor hem geen andere wo-» ning te huur, natuurlijk omdat hij so-» ciaaldemokraat is. Op die manier poogt men hem. daar natuurlijk tevens als raadslid weg te werken. Een mooie ver houding in dit brave christelijke deel van Zuid-Holland, waar men blijkbaar nog steeds rriei wat naastenliefde en christenplicht is. En aid n^^stonds onze p.g. in een andere gemeente een woning krijgt, en hij dus als Taadslid bedanken moet, dan maar in biddend opzien de oogen ten hemel geslagen en God gedankt voor de verlossing die Hij- gebracht heeft." Over 'de zaak zelf kan ik niet oordee- len. Maar het is mij niet duidelijk waarom hier den Christenen een verwijt wordt gemaakt. Naastenliefde, dacht mij zoo, is toch ook een S o c. D e m. plicht. En nu weet Ik wel dat men als regel dezen plicht over het hoofd ziet, maar in dit geval, had toch dunkt me wel een uitzondering ge-» maakt kunnen worden. Ter voorkoming van misverstand merk ik op dat dit schunnige bericht waaruit zoo bittere haat tegen den Godsdienst spreekt, niet afkomstig is uit Voorschot ten. De droeve eer, van het te hebben opge-» steld komt toe aan den Leidschen corres pondent. Eere wien eere toekomt. OBSERVATOR. Wl id denstan dsba.nkcn. Wij hebben, zegt de Standaard, een breede aanklacht vernomen tegen !iei separatisme", het verbrokkelen van de sociale en politieke actie door de 'rnnw giug in die actie van de Christelijke be-» ginselen. Aanleiding tot die bekende bw tcogen was het gebeurde met de Hanze-* banken. Men ziet nu wel, zeo weTd gezegd, boe verkeerd het was om de middenstands-* vereenigingen te splitsen. De Christelijke, middenstands-organisatie gaf don stoot' tot een daarmee verhand houdend cre- dietwezen. Eén vermenging dus van ge-* loof en zaken, die op niet dan teleurstel-* ling moest uitloopen. De neutrale vlag bleek hier de eenig* juiste, want nu moet de neutrale hank op treden om de helpende hand te bieden. Wie even nadenkt, beseft aanstonds hef onjuiste van dit betoog. Niemand zal toch durven on'konnon', dat de mogelijkheid van de moedijkhe-» don ook bestaat voor de neutrale ban ken. Welnu, indien zulk een bank een on-* geluk had getroffen, tengevolge van slechte leiding, zou er dan gerecht? re^ den zijn geweest om te zeggen dat komt eTvan als men zich neutraal organic seert?, De middenstandorganisatie op Chris-» telijken grondslag heeft wel bijgedragen tot den bloei van het middenstandscie- diet. maar het vond er zijn oorzaak o! rechtvaardiging niet in. Op het gebied van het bank en het ere-* dietwezen gelden voor den Christen dej zelfde wetten als voor den man van bet neutraliteitsbeginsel. Wordt dit vergeten, dan gebeuren eT ontoelaatbare dingen. Wie zou dit niet toegeven. Het is onzerzijds in de Tweede Kamer zoo duidelijk mogelijk gezegd. FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het Engelsch- A 117) V - De woorden werden heesch en haastig uitgesproken, maar ik gehoorzaamde. „Phineas," zeide hij en hij stak mij do hand toe, alsof hij dacht, dat hij mij pijn gedaan had, 't is niets. Ik zal dadelijk wel beter zijn. Ik weet heel goed wat 't is o, mijn God mijn God!" Scherpe, schrikkelijke pijn, welke het arme sterfelijke vleesch doet roepen in doodsangst tot zijn Schepper, alsof, op dat oogenblik 't leven waardeloos, zulk een prijs, niet waard is. Ik weet nu, wat hij heeft moeten lijden. Hij hield mij vast, half bewusteloos, opdat ik niemand terhulp zoude roepen; en toen hij een voetstap hoorde in den gang, wankelde hij naax de deur en deed deze op slot. ;Na enkele minuten bedaarde de ergste pijn en ging hij weer in zijn stoel zitten. !Ik haalde wat water; hij dronk en liet toe5> dat ik z'n gezicht nat maakte zijn gezicht grijs en dcodsch John's ge richt! Maar ik vertel de eenvoudige fei ten meer niet. Enkele zware zuchten en hij was weer zichzelf. „Gode zij dank, nu is 't over! Phineas, gij moet probeeren alles te vergeten, wat gij gezien hebt. Ik wou, dat ge niet bij mij gekomen waart." „John, wat is 't?" „Wat 't is? Wel, ik heb 't zelden en ik ben dadelijk weer beter. Ik wilde er lie- vermaar niet over spreken. Vergeet 't als 't u belieft!" Maar dat kon ik niet. Hij nam een boek en ging stil zitten. „Ge leest niet John, ge denkt aan iets waaraan?" Hij hield even op, alsof hij onzeker was, of hij 't mij zon zeggen of niet, toen zeide hij: „Over je vader. Herinner je 't je nog?" Ik was verrast over die vTaag. „Ik meen, herinner je 't je nog, hoe hjj gestorven is?" „Ja maar waarom zouden wij daar nu over sprf.ken?" „Waarom niet? Ik heb dikwijls ge dacht, wat een gelukkige dood 't was zonder pijn, plotselir.g, zonder een lang ziekbed plotseling van het tegenwoor dige naar 't eeuwige leven. Phineas, je vaders dood was do gelukkigste, welke ik ooit heb bijgewoond." „Dat kan wel zijn, John, maar waarom zeg je mij dat?" „Ik weet 't nauwelijks Ja, ik weet 't toch." „Zeg 't mij dan." Hij zag mij ernstig aan. „Ik geloof, Phineas, dat als ik sterf, mijn dood niet veel anders zal zijn als die van je va der." Ik uitte zooiets van „onmogelijk", „on mogelijk, dat iemand iets zou weten van het hoe en wanneer van zijn dood." „Dat weet ik wel. Ik weet wel, dat ik nog tien of twintig jaren leven kan en toch no~ aan een andere ziekte sterven ten slotte." „Ziekte!" „Neen 't is niets om er bezorgd over le wezen. Gij ziet, ik ben niet bezorgd. Ik heb 't al vele jaren gegist. Ik heb 't zeker geweten sedert ik in Parijs was." „Zijt gij ziek geweest te Parijs? Ge hebt 't nooit gezegd." „Dr. H. vertelde mijn ik stond er besfist op 't te weten dat ik eeni ziekte had, zooals ik dacht, ongeneeslijk. Er is echter geen oogenblikkelijk gevaar bij; hij zeide, dat ik vele jaren zou kunnen leven zelfs tot hoogen ouderdom en dat ik elk oogenblik haastig sterven kon, juist zoo- als je vader stierf." Hij zeide dit zacht cn rustig rustiger nog dan ik dezo woorden nu neerschrijf; en ik luisterde. ..Phineas!" Ik voelde den druk van zijn warme hand op mijn schouder de hand, wel ke mij mijn gansche leven geleid had als die van een broeder. „Phineas, wij hebben elkander gedu rende veertig jaren gekend. Is onze liefde, ons geloof dan zoo klein, dat iemand on zer, voor zichzelf of voor zijn broeder, bang behoeft te zijn voor den dood?" 3 „Phineas!" 3 en toen hij voor de tweo- de keer sprak was er iets van zacht ver wijt in zijn toon, „niemand weet dit be halve gij. Ik zie, dat ik gelijk had te aar zelen; ik wilde, dat ik 't je niet gezegd had." r _p,, Daarna stond ik op Op mijn dringend verzoek vertelde hij mij alles. De aanvallen waren weinige, als zij kwamen was hij altoos alleen ge weest of als hij ze voelde komen, kon hij nog weggaan en ze dragen in eenzaam heid. „Ik heb steeds zoo kunnen doen tot op dezen avond. Zij heeft er niet 't miDst© idee van mijn vrouw bedoel ik." Zijn stem schokte. „De gedachte aan mijn vrouw is nu 'oö dan verschrikkelijk voor mij geweest Misschien moest ik 't baar gezegd heo- ben. Dikwijls besloot ik 't te dóen, maar veranderde dan weer van besluit. Kort geleden, toen zij ziek geweest is, heb ik - geloofd, ja zelfs gehoopt, dat zij 't niat noodig zou gehad hebben te weten." „Zoudt gij dan liever hebben gewild dat zij „Ja, ik zou 't liefst willen, dat zij van ons beiden 't eerst ging sterven. Zij zou minder lijden en wij zouden maar kort van elkander gescheiden blijven." Hij sprak als iemand zou gesproken hebben over een nieuw huis, of een op handen zijnde Teis. Voor hem was do groote verandering, de laatste verschrik king van den menach. een gedachte -* plechtig, zeker, maar eene, waarmede hij gemeenzaam was en voor welke hij geenszins vreesde. En terwijl we daar zoo zaten ging er van zijn geest iets over op mij; ik voel do hoe klein de afstand is tusschen 't ster-* felijk leven en 't onsterfelijke hoe, in-» derdaad, beide één zijn in God. ..Ja", zeide hij, „dat is juist wat ik be« doel. Voor mij is er altoos iets onvroom* in, in dal „voorbereiden tot den waar de menschep, over spreken; alsof wij niet voortdurend, in leven «n in atervent rijn in de nabijheid de« Vaders. Doet 1 je pijn, ale i kzoo spreek? als dat zoo iey zulten we er mee ophouden?" N» „Neen ga door." - CWordi vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1