Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
4tie JAARGANS. DINSDAG 3 JULI 1923 - No. 975
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 588S8
V Boskoop's isolement.
De Gemeenteraad van Boskoop heeft in
zijne gisteravond gehouden vergadering
^en klinkend protest laten hooren tegen
het kortzichtig en egoïstisch pogen van
Jen Waddinxveenschen Raad om de lang
begeerde spoorwegverbinding Gouda
BoskoopAlp'hen a. d. Rijn onmogelijk
je maken.
Eenig bewijs dat deze spoorwegverbin
ding niet noodig is, werd door Wad
dinxveen, niet geleverd, en kan het
waarschijnlijk niet leveren, alleen reeds
■omdat het over de daarvoor noodige ge
gevens niet beschikt.
Men grond zich alleen op do ver
wachting, dat de lijn niet zal kunnen
rendecren, waarbij men zich blind staart
®p het personenvervoer.
Maar met de groote economische belan
gen die hier op het spel staan is blijkbaar
5een rekening gehouden.
En dat is toch de hoofdzaak.
Het gaat hier niet om het personenver
voer, maar om de vraag of een zeer be
langrijke cultuur in liet leven zal hlijven
en of een energieke bevolking die moeite
nog kosten spaarde zich aan de verander
de omstandigheden aan te passen, in
staat zal zijn het hoofd boven water te
houden.
Reeds voor den oorlog was het verkrij
gen van snelvervoer voor Boskoop een le
venskwestie.
En na den oorlog is het dat niet min-
ler.
De gewijzigde omstandigheden hebben
net noodig gemaakt dat men zich op het
ïweeken van andere producten ging toe
leggen.
En men hééft dat gedaan.
Boskoop is niet bij de pakken gaan
leerzitten, maar het heeft de handen uit
•ie mouwen gesloken.
Men heeft zich groote financieelo of
fers getroost in het vertrouwen dat straks
de gelegenheid om deze producten ook op
de meest snelle wijze overeenkomstig
hun aard, te verzenden, tot stand zou
komen.
En nu komt Waddinxveen en poogt
foor dit alles een streep te halen.
Heeft Waddinxveen met zijn pogen
üucces dan zal dit, zooals in eene door
den Raad van Boskoop aangenomen mo
tie, geconstateerd wordt, voor Boskoop de
Tfieest funeste gevolgen hebben, in dien
3in, dat de in verhand met den spooraan-
?eg verwachte opleving der plaatselijke
cultures een illusie zal blijken en alle
economisch perspectief voor deze gemeen
te met hare energieke lievolking zou ver
eren gaan.
Wij hopen en vertrouwen dat het pro-
jest van den Boskoopschen Raad weer
klank zal vinden.
Voorzichtigheid en zuinigheid zijn te
■prijzen deugden.
Maar er is ook een zuinigheid die de
wijsheid bedriegt.
Worde aan Boskoop's isolement dat
reeds voel te lang bestendigd werd. spoe
dig een einde gemaakt.
V onrechtvaardig.
Zooals uit wat wij gisteren mededeel
den bleek, is de stemplicht onuitvoerbaar.
Bovendien is het resultaat nihil1.
Maar hierbij komt nu nog en dat is van
nog veel meer belang, dat het handhaven
van dezen plicht nu dit in de groote ste
den onmogelijk blijkt, onrechtvaar
dig is.
In do groote steden kan men er niet
aan denken de overtreders te straffen en
ook in de steden van middelmatigen om
vang zal dit niet mogelijk blijken.
Alleen in kleinere plaatsen, waar de
bevolking meeT meegaand is en waar bo
vendien de morcele plicht allicht sterker
wordt gevoeld, is het doenlijk de wet uit
te voeren.
Het aantal -overtreders is daar gering.
Voor de burgemeesters is er geen be
zwaar een onderzoek naar de motieven
van het niet-aan-de-bus verschijnen in te
stellen.
En de betrokken ambtenaren van hot
openbaar ministerie zullen in dergelijke
gevallen geen bezwaar maken hun plicht
le doén.
Zoo krijgen we tweeëerlei wetsbedee-
ling.
De duizende en tienduizende overtreders
in de groote steden, die zich om de wet
telijke bepalingen niet bekommeren gaan
vrijuit.
Maar de enkelingen op het platteland,
waaronder vrouwen die zooveel ernst met
do zaak maken, dat zij wegens gemoeds
bezwaren de wet trotseeren, worden ver
volgd en gestraft.
Aan deze onrechtvaardigheid moet een
eind worden gemaakt.
Zij raag geen oogenblik langer worden
bestendigd.
En wij twijfelen dan ook niet, of vóór
de kiezers opnieuw ter stembus worden
geroepen zal aan den door niets gemoti-
veerden, den onbillijken en in zijne prac-
tische toepassing onrechtvaardigen slem-
dwang een einde worden gemaakt.
smesisiEUWs
Aan den heer W. P. ten Kat e,
leeraar aan de Ghr. Kweekschool alhier
is op diens verzoek eervol ontslag ver
leend als plaatsvervangend Rd van do
examencommissie voor de hoofdact©, te
's-Cravenhage.
Haastige spoed is zelden goed!
Dat dit spreekwoord ook voor wielrij
ders geldt moest hedennacht iemand ooi-
dervinden, die vreeselijke haast had om
met den trein mee te komen.
Op den Rijnsburgerweg kwam hij een
collega tegen, die, evenals bij zelf niet
geheel rechts reed. Geen van beiden
scheen van plan om uit te wijken, en het
veld in easu een stuk van den Rijns
burgerweg prijs te geven. Een hevige
botsing volgde, tengevolge waarvan het
eene rijwiel bijna geheel werd vernield.
Inplaats van op het station, stond on
ze vriend nu op den Rijnsburgerweg, en,
wat het ergste was, met de porlemounaie
in de hand, want na eenig overleg ver
plichte hij zich de schade, tot een bedrag
van f 25 le vergoeden. Een dure race!
Gisteravond werd in het politiebu
reau alhier een man binnengebracht, ze
kere K., die zich hij zijn bekeuring had
verzet.
De overtreder scheen daarbij een aan
hankelijk karakter te hebben aan den dag
gelegd, althans de uniform van zijn ver
balisant vertoonde, niet overal de noodige
aaneensluiting.
Heden werd de medewerking onzer
politie gevraagd voor een geval van dief
stal te Alphen aan den Rijn, waarbij uit
een fabriek eenige drijfriemen waren
ontvreemd.
Eveneens is de hulp der Leidsche
politie ingeroepen voor een inbraak ge
pleegd te Voorschoten, ten huize van dr.
H., en waarbij voornamelijk gouden en
zilveren voorwerpen werden gestolen. De
bewoners zijn buitenslands, zoodat het
vermiste niet precies kan worden aange
geven.
Uit den Haag is naar liier overge
bracht do minderjarige Daan v. d. M. die
in verband staat met de verdwijning van
een minderjarig meisje alhier, van welk
geval wij onlangs melding maakten.
Daar v. d. M. op dit gebied voor de
politie geen onbekende is, zal hij er waar-
^BONNESllËBiTSPÜflJS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
/er kwartaal ....f2.50
^er week f 0.19
franco per post per kwartaal ..„..f2.90
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het Engelscb.
112
Ellendig schepsel als zij scheen, was
Ar toch een zekere bevalligheid een ge
makkelijkheid in haar bewegingen, alsof
zij van veel hooger komaf was. Op dat
oogenblik kwam het rijtuig van de Myth
voorbij, met mijnheer Brithwood er in,
die lialf-slaperig zijn idagelijkschen rit
*deed. Do vrouw sprong op het rijtuig
toe. maar men hield haar terug.
„Canaille! Ik heb altoos je Norton
Bury gehaat. Roep mijn rijtuig. Ik wil
naar huis."
Ik dacht dat ik deze slem kende, vooral
toen zij, een bevelenden toon aannemend
den ouden koetsier toeriep:
„Rijd op, Poter; je bent laat. Volk, ga
weg! Ziet ge dan niet mijn rijtuig?"
Men begon te brullen van het lachen,
zoo luid, dat zelfs mijnheer Brithwood
«zijn luie, dronken oogen opende en om
HZich heen zag.
„Canaille!" en zij gilde meer uit vrees
dan uit toorn, terwijl ze zich bijna onder
ide koppen der paarden wierp om toch
maar aan 't gepeupel te ontkomen. „Laat
mij gaan! Mijn rijtuig wacht. Ik ben La
dy Caroline Brithwood!"
Mijnheer Brithwood hoorde haar. Een
oogenblik zagen zij elkander aan de
suffe echtgenoot en de eerlooze, geschei
den vrouw zij zagen elkander aan
roet schrik en vrees, als twee zondaren,
die elkander ontmoeten te midden van
kwellingen van Dante's Inferno. Eén en
kel oogenblik en toen riep Richard
Brithwood vastberaden:
„Koetsier, rijd door!"
Maar do man hij was een oude man
scheen te aarzelen. Hij zag even op
haarneer met een soort van medelijden
ik herinnerde me, dat ik had hooren zeg
gen, dat zij voor haar bedienden altijd
vriendelijk en minzaam was geweest.
„Rijd door, gij dwaas! Hier" en
mijnheer Brithwood wierp enkele geld
stukken onder de menigte. „Haal de
politie noem de vrouw mee naar het
wachthuis!"
En de wagen rolde verder, haar ach
terlatend, terwijl zij hem nazag met iets
dat 't midden hield tusschen een lach en
een zucht; zij was neergevallen tegen een
hoeksteen. Niemand raakte haar aan.
Misschien hadden sommigen van haar
gehoord, enkelen hadden haar misschien
gezien, toen zij nog, in haar vorigen
staat, door Norton Bury reed, als de
mooie, jonge vrouw van den landheer
schijnlijk wel niet „zonder kleerscheu
ren" afkomen.
De persoon die zich dezer dagen al
hier schuldig maakte aan het verkoopen
van eenige goederen, die hij in huurkoop
had, genaamd S., bevindt zich thans in
verzekerde bewaring.
Tot eenig Directeur der N.V. Hol-
landsche Constructiewerkplaatsen te Lei
den is met ingang van 1 Juli 1923 be-!
noemd de heer Ir. J. E. Colin.
Tot waarnemend leider van het inter
naat der Ned. Zendingsschool te Oegst-
geest, is met ingang van 7 Aug. a.s. voor
den tijd van een jaar benoemd de heer J.
Fortgens, zendeling der Utr. Zend. Ver-
eeniging met verlof.
Het Stedelijk Museum „De Lakenhal"
werd in de maand Juni bezocht door 1379
personen, waarvan 84G betalend. De ten
toonstelling „Singer" telde 2G5 bezoekers.
De Eerst® Kamer.
Wij vernomen dat het in de bedoeling
ligt der Anti-revolutionaire Statenfrac
ties in de groep Noord-Holland-Fries
land, waarin zij op het afvaardigen van
twee anti-revolutionairen naar de Eerste
Kamer mogen rekenen, daarvoor in aan
merking te doen komen den heer W. de
iVlugt, burgemeester van Amsterdam en
mr. J. Groles te Leeuwarden, beiden af
tredend.
Gedep. Staten van Noord-Holland.
Naar „de Stand." verneemt, zullen bij
de verkiezing van Gedeputeerden in
Noord-Holland de Antirevolutionairen en
Ghristelijk-Historischen vermoedelijk uit
komen met een Roomsch-Kath. candi-
daat, een Christelijk-Historische, een An
tirevolutionair, een lid van den Vrijheids
hond, een Vrijzinnig-Democraat en een
Sociaal-Democraat, om aldus alle par
tijen in de Prov. Staten recht to doen.
Haagsche Wethouders.
Naar de „Rsb." verneemt, wordt zoo
wel in Vrijheidshond- als andere kringen
aandrang uitgeoefend op den heer Dxoog-
leever Fortuyn om niet als wethouder
van Publieke Werken af te treden.
Het aftreden van den heer Droogleever
staat nog niet definitief vast, de moge
lijkheid is lang niet uitgesloten, dat hij
op zijn voornemen, om zich niet meeT als
wethouder beschikbaar te stellen, zal te
rugkomen.
Anders staat het met den heer Alberda,
die onherroepelijk als wethouder heen
gaat, om als leider van de raadsfractie
op te treden.
Als zijn opvolger worden genoemd de
hecrcn Harms en Vrijenhoek.
De wijziging van de huurwetten.
Het Staatsblad no. 305 bevat het Kon.
besluit van den 26sten Juni, tot vaststel
ling van het tijdstip van inwerkingtre
ding van do wet van 2 Juni 1923 (St.bl.
no. 235), houdende wijziging van de
Huurcommissiewet en de Huuropzeg-
gingswet. Daarbij is bepaald dat deze
wet in werking treedt met ingang van 1
Augustus a.s.
De herclassificatie bij d© Spoörvv&gen.
De Neutrale Bond van Spoorwegperso
neel heeft op een te Utrecht gehouden
buitengewoon congres de volgende motie
aangenomen:
„Het congres, overwegende, dat de
rangschikking in klassen nog steeds
plaats heeft gelijk voor het Rijksperso
neel, en er geen enkele reden is daarvan
plotseling le gaan afwijken; van oordeel
dat het niets meer dan behoorlijk is het
de bekoorlijke Lady Caroline.
Ik ging zoo geheel en al op in dit treu
rig schouwspel, dat ik John en Ursula
niet had opgemerkt, die achtet mij ston
den en 't ook hadden gezien blijkbaar
gezien en ook alles hadden begrepen.
„Wat moeten we doen?" fluisterde zij
•hem in.
„Wat wij moeten doen?"
Maud kwam den winkel uitloopen, om
te zien wat er aan de hand was. „Ga naar
binnen, kind," zei mevrouw Halifax
streng. „Blijf daar tot ik je haal."
Lady Old tower kwam ook naar de deur;
maar toen zij begon te begrijpen wat er
gaande was, ging zij ontsteld en geërgerd
weer naar binnen.
John keek ernstig naar zijne vrouw
zij was niet op haar gemak en trad ach
teruit. „Wat moet er gebeuren? Ik
meen, wat zal ik doen?"
„Het eenige wat een vrouw kan doen =i
een vrouw gelijk gij, in uw positie."
„Ja, als ik alleen was. Maar denk aan
onze huishouding denk aan Maud. De
menschen zullen zoo babbelen, 't Is moei
lijk te weten, wat te doen,"
„Neen; hoe zou Hij doen, als Hij h©^
den in deze straat stond!?"
Mevrouw Halifax dacht een oogenblik
na, aarzelde gaf toe.
„John: gij hebt gelijk; gij hebt al too©
gelijk. Ik wü. alles doen, wat gij .wilt/* t
resultaat van het werk der classificatie
commissie af te wachten; protesteert te
gen de met klaarblijkelijke''overhaasting
voorgelegde herclassificatievoorstellen
waarbij bovendien elke motiveering ont
breekt; wijst deze voorstellen af en ver
wacht, dat voortaan vooraf eventuecle
voorstellen eerst aan de organisaties van
het personeel worden toegezonden met
voldoenden tijd voor behandeling;
spreekt als zijn meening uit, dat als
steeds naar algemeene samenwerking zal
worden gestreefd, omdat daardoor het al
lerbest verslechteringen zijn te kecren."
Het getal gemesnten.
Niet minder dan 7 wetten zijn onlangs
in het Staatsblad verschenen, houdende
lereeniging van gemeenten. De vereeni-
ging is ingegaan op 1 Mei 1923, behalve
de laatstbedoelde, die op 1 Juli 1923 zal
ingaan.
Vercenigd zijn: Rcnkum en Doorwerlh;
naam der nieuwe gemeente Renkum;
G enderen, Drongelcn, en Meeuwen,
naam der nieuwe gemeente Eethen;
Ravenstein, Huisseling en Neerloon,
Deusen en Dennenburg en Dieden, Demen
en Langel; naam der nieuwe gemeente
Ravenstein;
Balgoij en Overasselt, naam der nieu
we gemeente Echteld;
Echteld en IJzendoorn, naam der nieu
we gemeente Echtteld;
Stad-Ommen en Ambt-Ommen; naam
der nieuwe gemeente Ommen;
's-Gravenhage en Loosduie.en; naa.m der
nieuwe gemeente 's-Gravenhage.
Door deze wetten is met ingang van 1
Mei j.l. het getal gemeenten in Overijssel
met 1, in Gelderland met 3, in Noord-
Brabant met 5, in Zuid-Holland met 1 en
in het Rijk alzoo met 10 verminderd.
Sedert 1 Juli bedraagt het getal ge
meenten dientengevolge: Friesland 43,
Groningen 57, Dreentlie 34, Overijssel 59,
Gelderland 112. Utrecht 72, Noord-Hol-
land 129, Zuid-Holland 183, Zeeland 109,
Noord-Brabant 1G4. Limburg 121, teza
men 1083.
Verkiezing Eerste Kamerleden.
Naar wij vernemen, is de nieuwe rege-
l ng voor de verkiezing van de leden der
Eerste Kamer, waaraan met grooten
spoed door het Departement van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw is gewerkt,
thans geheel gereed.
"Wel heeft de onderteekening van het
desbetreffend K. B. ter uitvoering van' de
gewijzigde Kieswet door het verblijf van
de Koningin in Engeland eenige vertra
ging ondergaan, doch reeds heden zijn
aan de Commissarissen der Koningin in
voldoenden getale de verschillende formu
lieren toegezonden, voor de nieuwe rege
ling véreischt, teneinde deze tijding voor
10 Juli, den dag der candidaatstelling,
voor de Statenleden beschikbaar te kun
nen stellen, terwijl tevens daarbij een cir
culaire is geveegd met nadere inlichtin
gen voor de Commissarissen der Konin
gin. Bovendien zijn zij in kennis gesteld
met den inhoud van het weldra in het
Staatsblad te verwachten' uitvoeringsbe
sluit.
Met het oog op den spoed zijn ditmaal
alle formulieren gereed gemaakt op de
Algemeene Landsdrukkerij. Vijf verschil
lende formulieren zijn voor de verkiezing
benoodigd, te weten 1. formulier voor de
candidaatstelling, 2. formulier voor de
schriftelijke verklaring, bedoeld in art.
114c der Kieswet. 3. formulier voor per
sonen, die gemachtigd worden om de lijs
ten te verhinden, 4. Stembiljet voor Sta
tenleden, 5. procesverbaal van de stem
ming, dat in de zitting van Prov. Staten
wordt opgemaakt.
De gemeentelijke financiën.
Het elfde congres van de Ned. Juristen
vereniging heeft zich over de volgende
vraagpunfon uitgesproken:
En toen zag ik, midden door de ver-
baasde schare, in 't gezicht van tientallen
menschen, die door de ramen keken, die
allen hen wel kenden en van wie zij ook
velen kenden, den heer en mevrouw Ha
lifax gaan naar de plek, waar de onge
lukkige vrouw lag.
John raakte haar zacht aan den schou
der zij gilde en zakte in elkaar.
„Zijt gij de politio-agent? Hij zei dat
hij de politie zenden zou!"
„Stil wees niet bang, nicht nicht
Caroline."
Wie weet, hoe lang 't geleden was, dat
een vrouw op dien toon tot haar had ge
sproken. 't Scheen haar weer bij haar
verstand te brengen. Zij stond op en glim
lachte.
„Madame, gij zijt erg vriendelijk. Ik
geloof, dat ik 't genoegen heb gehad u er
gens te ontmoeten. Uw naam is
„Ursula Halifax. Herinnert gij u dien?"
Zij sprak zacht, gelijk zij tot een kind
zou hebben gedaan.
Lady Caroline boog. „Niet precies;
maar ik durf zeggen, dat ik 't 6poedig
zal au revoir, madame!"
Zij ging weg, maar John hield haar
tegen.
„Mijn vrouw wil met u spreken, Lady
Caroline. Zij wil, dat gij met ons naar
huis gaat."
„Plait-il? e ja ik begrijp 'L
ABVERTEMTiE-PHSJS
Gewone advertentiën per regel 22K ccnfc
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefc
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta»
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks gcpla-.tst ad 50 cent.
1. Moeten de geldende wettelijke voor
schriften betreffende de begrooting en de
rekening der gemeente zoodanig worden
gewijzigd, dat daaruit meer dan tot nu.
too duidelijk blijke. welke de uitkomsten
van het gemeentelijk financieel beheer
over een bepaald tijdvak zijn?
2. Moet de gemeentewet de mogelijk
heid open laten om, hetzij aan bepaalde
gemeenten, hetzij in bepaalde gevallen,
de jaarlijksche begrooling te vervangen
door een twee- of meer jaarlijksche be
grooting?
3. Is het wenschelijk de gemeente wet
telijk te verplichten hij elk besluit, dat
financieel© gevolgen heeft, tevens de mid
delen tot dekking der uitgaven aan te wij-»
zen en den invloed van dien maatregel op
de begrooting te regelen?
4. Is het gewensch», dat Gedeputeerde
Staten en de Kroon bij hun toezicht op
de vaststelling en de wijziging van de be-
grooiing zich stellen op het standpunt van
den raad en derhalve zoowel de wettig
heid der uilgaven betreffende de huishou
ding der gemeente al sook de doelmatig
heid dier uitgaven beoordeelen?
Zoo ja, moei dan die bevoegdheid ook
in de wet tot uitdrukking komen?
5. Is het wenschelijk in de gemeente-»
wet voorschriften op te nemen, om te ver
zekeren, dat ook in den loop van het
dienstjaar toezicht wordt uitgeoefend op
het gebruik van de bcgTootingsposten?
Zoo ja. moet die controle gemeentelijk
zijn of opgedragen word ten aan een van
de gemeente onafhankelijk orgaan.
6. Behoort het toezicht op de formeel»
junsthcid van het finantieel beheer der
gemeente centraal te worden georgani
seerd?
De''vergadering vereen;mie zich mot de
vraagpunten 1 cn 3, terwijl zii de vraag
punten 2, 4 on G -verwierp. Wat vraag
punt 4 betreft, de eerste vraag daarvan
werd hevetigd, terwijl de tweede vraag
ten aanzien van het eerste deel ontken
nend. en wat het tweede deel aangaat,
bevestigend werd beantwoord.
Uit hei Sociale Leven
Het conflict in de steenineusiris.
Het is nu de derde week dat het gehcelo
personeel, bestaande uit 84 arbeiders op do
steenfabriek to Heukelum tot staking is
overgegaan. Het loon der vormers bedroeg
90 cent per dagwerk (ca. 4$ dagwerk ïnaakt-
men bij hard werken op een dag) zoodat
deze werklieden ongeveer f 22 per week
verdienden. Hiermede was men eenigszinx
tevreden, doch voor het stukwerk, alx
kruien, enz., cischt men feitelijk loonsver-
hooging. De werkgevers beweren evenveel
loon te betalelfc als op andere steenfabrie
ken, terwijl zij voor hun steenen een lage*
ren. prijs kunnen bedingen dan andere fa
brikanten, doordat de grondgesteldhcid te
Heukelum van minder gehalte is.
Eenige werkwilligen, dio verleden weck
het werk hervat hadden, staakten den vol
genden dag mede uit vrees gemolesteerd
le worden. Deze menschen, hoewel niet ge
organiseerd, worden, naar wij vernemen
thans ook uit dc kas van de S. D. A. P.
ondersteund. Een werkman met ëèn gezin
ontvangt f 12 en een vrijgezel f 8 per week.
De verzending van metselsteenen der fa
briek waar men mee werkt, heeft geregeld
plaats, doch de schippers moeten zolf hun
schepen laden.
Dc stakers worden door de rijks-pylitia
belet op de fabriek of fabrieksterreinen te
komen; zij posten aan een landweg en
langs de Lingc.
Ned. Chr. Bouwvakarbeidersbond.
Onder presidium van den lieer II. J.
Terweij werd te Utrecht d? jaarlijksche
Bondsvergadering van den N. C. B. go-
houden.
In zijn openingsrede herinnerde do
Gaarne gaarne!"
John bood haar den arm en mevrouw
Halifax ondersteunde haar aan de ando
re kant. Zonder moer brachten zij ^haar
in hun rijtuig en reden naar huis. Maud
in mijn' hoede achterlatende en zij lieten
het verbaasde Norion Bury denken en
zeggen. precies wat 't beliefde.
HOOFDSTPK XXXVII.
Bijna drie jaren leefde Lady Caroline
in ons huis als dat ellendig bestaan
„leven" kon worden genoemd bedlege
rig en kindsch als zij was. Zij herkende
niemand van ons en nam van niemand
eenige notitie, behalve nu en dan van
Edwin's kleine dochter, Louise.
We wisten wel, dat al onze buren er
over spraken, over dat wondere, buiten-»
gewone gedrag van don heer en mevrouw
Halifax. Dat zelfs de goede, oude Lady
Oldtower een weinig aarzelde voor zij
toestond, dat haar schoone dochters ons
opzochten, terwijl onder 't zelfde dak. ge-»
heel uit den weg, dat arme wrak van
vrouwelijkheid, lag. Maar in verloop van
tijd hielden, de praatjes van zelf op; on.
toen, op een zomerdag, een kleine lijksloot
ons tuinhek uitging naar het kerkhof la
Endcrley, was alles wat men opmerkte:
(Wordt vervolgd),