Dagblad voor Leiden en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURANT 4tie JAARGANS. DINSDAG 3 JULI 1923 - No. 975 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 588S8 V Boskoop's isolement. De Gemeenteraad van Boskoop heeft in zijne gisteravond gehouden vergadering ^en klinkend protest laten hooren tegen het kortzichtig en egoïstisch pogen van Jen Waddinxveenschen Raad om de lang begeerde spoorwegverbinding Gouda BoskoopAlp'hen a. d. Rijn onmogelijk je maken. Eenig bewijs dat deze spoorwegverbin ding niet noodig is, werd door Wad dinxveen, niet geleverd, en kan het waarschijnlijk niet leveren, alleen reeds ■omdat het over de daarvoor noodige ge gevens niet beschikt. Men grond zich alleen op do ver wachting, dat de lijn niet zal kunnen rendecren, waarbij men zich blind staart ®p het personenvervoer. Maar met de groote economische belan gen die hier op het spel staan is blijkbaar 5een rekening gehouden. En dat is toch de hoofdzaak. Het gaat hier niet om het personenver voer, maar om de vraag of een zeer be langrijke cultuur in liet leven zal hlijven en of een energieke bevolking die moeite nog kosten spaarde zich aan de verander de omstandigheden aan te passen, in staat zal zijn het hoofd boven water te houden. Reeds voor den oorlog was het verkrij gen van snelvervoer voor Boskoop een le venskwestie. En na den oorlog is het dat niet min- ler. De gewijzigde omstandigheden hebben net noodig gemaakt dat men zich op het ïweeken van andere producten ging toe leggen. En men hééft dat gedaan. Boskoop is niet bij de pakken gaan leerzitten, maar het heeft de handen uit •ie mouwen gesloken. Men heeft zich groote financieelo of fers getroost in het vertrouwen dat straks de gelegenheid om deze producten ook op de meest snelle wijze overeenkomstig hun aard, te verzenden, tot stand zou komen. En nu komt Waddinxveen en poogt foor dit alles een streep te halen. Heeft Waddinxveen met zijn pogen üucces dan zal dit, zooals in eene door den Raad van Boskoop aangenomen mo tie, geconstateerd wordt, voor Boskoop de Tfieest funeste gevolgen hebben, in dien 3in, dat de in verhand met den spooraan- ?eg verwachte opleving der plaatselijke cultures een illusie zal blijken en alle economisch perspectief voor deze gemeen te met hare energieke lievolking zou ver eren gaan. Wij hopen en vertrouwen dat het pro- jest van den Boskoopschen Raad weer klank zal vinden. Voorzichtigheid en zuinigheid zijn te ■prijzen deugden. Maar er is ook een zuinigheid die de wijsheid bedriegt. Worde aan Boskoop's isolement dat reeds voel te lang bestendigd werd. spoe dig een einde gemaakt. V onrechtvaardig. Zooals uit wat wij gisteren mededeel den bleek, is de stemplicht onuitvoerbaar. Bovendien is het resultaat nihil1. Maar hierbij komt nu nog en dat is van nog veel meer belang, dat het handhaven van dezen plicht nu dit in de groote ste den onmogelijk blijkt, onrechtvaar dig is. In do groote steden kan men er niet aan denken de overtreders te straffen en ook in de steden van middelmatigen om vang zal dit niet mogelijk blijken. Alleen in kleinere plaatsen, waar de bevolking meeT meegaand is en waar bo vendien de morcele plicht allicht sterker wordt gevoeld, is het doenlijk de wet uit te voeren. Het aantal -overtreders is daar gering. Voor de burgemeesters is er geen be zwaar een onderzoek naar de motieven van het niet-aan-de-bus verschijnen in te stellen. En de betrokken ambtenaren van hot openbaar ministerie zullen in dergelijke gevallen geen bezwaar maken hun plicht le doén. Zoo krijgen we tweeëerlei wetsbedee- ling. De duizende en tienduizende overtreders in de groote steden, die zich om de wet telijke bepalingen niet bekommeren gaan vrijuit. Maar de enkelingen op het platteland, waaronder vrouwen die zooveel ernst met do zaak maken, dat zij wegens gemoeds bezwaren de wet trotseeren, worden ver volgd en gestraft. Aan deze onrechtvaardigheid moet een eind worden gemaakt. Zij raag geen oogenblik langer worden bestendigd. En wij twijfelen dan ook niet, of vóór de kiezers opnieuw ter stembus worden geroepen zal aan den door niets gemoti- veerden, den onbillijken en in zijne prac- tische toepassing onrechtvaardigen slem- dwang een einde worden gemaakt. smesisiEUWs Aan den heer W. P. ten Kat e, leeraar aan de Ghr. Kweekschool alhier is op diens verzoek eervol ontslag ver leend als plaatsvervangend Rd van do examencommissie voor de hoofdact©, te 's-Cravenhage. Haastige spoed is zelden goed! Dat dit spreekwoord ook voor wielrij ders geldt moest hedennacht iemand ooi- dervinden, die vreeselijke haast had om met den trein mee te komen. Op den Rijnsburgerweg kwam hij een collega tegen, die, evenals bij zelf niet geheel rechts reed. Geen van beiden scheen van plan om uit te wijken, en het veld in easu een stuk van den Rijns burgerweg prijs te geven. Een hevige botsing volgde, tengevolge waarvan het eene rijwiel bijna geheel werd vernield. Inplaats van op het station, stond on ze vriend nu op den Rijnsburgerweg, en, wat het ergste was, met de porlemounaie in de hand, want na eenig overleg ver plichte hij zich de schade, tot een bedrag van f 25 le vergoeden. Een dure race! Gisteravond werd in het politiebu reau alhier een man binnengebracht, ze kere K., die zich hij zijn bekeuring had verzet. De overtreder scheen daarbij een aan hankelijk karakter te hebben aan den dag gelegd, althans de uniform van zijn ver balisant vertoonde, niet overal de noodige aaneensluiting. Heden werd de medewerking onzer politie gevraagd voor een geval van dief stal te Alphen aan den Rijn, waarbij uit een fabriek eenige drijfriemen waren ontvreemd. Eveneens is de hulp der Leidsche politie ingeroepen voor een inbraak ge pleegd te Voorschoten, ten huize van dr. H., en waarbij voornamelijk gouden en zilveren voorwerpen werden gestolen. De bewoners zijn buitenslands, zoodat het vermiste niet precies kan worden aange geven. Uit den Haag is naar liier overge bracht do minderjarige Daan v. d. M. die in verband staat met de verdwijning van een minderjarig meisje alhier, van welk geval wij onlangs melding maakten. Daar v. d. M. op dit gebied voor de politie geen onbekende is, zal hij er waar- ^BONNESllËBiTSPÜflJS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn /er kwartaal ....f2.50 ^er week f 0.19 franco per post per kwartaal ..„..f2.90 FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het Engelscb. 112 Ellendig schepsel als zij scheen, was Ar toch een zekere bevalligheid een ge makkelijkheid in haar bewegingen, alsof zij van veel hooger komaf was. Op dat oogenblik kwam het rijtuig van de Myth voorbij, met mijnheer Brithwood er in, die lialf-slaperig zijn idagelijkschen rit *deed. Do vrouw sprong op het rijtuig toe. maar men hield haar terug. „Canaille! Ik heb altoos je Norton Bury gehaat. Roep mijn rijtuig. Ik wil naar huis." Ik dacht dat ik deze slem kende, vooral toen zij, een bevelenden toon aannemend den ouden koetsier toeriep: „Rijd op, Poter; je bent laat. Volk, ga weg! Ziet ge dan niet mijn rijtuig?" Men begon te brullen van het lachen, zoo luid, dat zelfs mijnheer Brithwood «zijn luie, dronken oogen opende en om HZich heen zag. „Canaille!" en zij gilde meer uit vrees dan uit toorn, terwijl ze zich bijna onder ide koppen der paarden wierp om toch maar aan 't gepeupel te ontkomen. „Laat mij gaan! Mijn rijtuig wacht. Ik ben La dy Caroline Brithwood!" Mijnheer Brithwood hoorde haar. Een oogenblik zagen zij elkander aan de suffe echtgenoot en de eerlooze, geschei den vrouw zij zagen elkander aan roet schrik en vrees, als twee zondaren, die elkander ontmoeten te midden van kwellingen van Dante's Inferno. Eén en kel oogenblik en toen riep Richard Brithwood vastberaden: „Koetsier, rijd door!" Maar do man hij was een oude man scheen te aarzelen. Hij zag even op haarneer met een soort van medelijden ik herinnerde me, dat ik had hooren zeg gen, dat zij voor haar bedienden altijd vriendelijk en minzaam was geweest. „Rijd door, gij dwaas! Hier" en mijnheer Brithwood wierp enkele geld stukken onder de menigte. „Haal de politie noem de vrouw mee naar het wachthuis!" En de wagen rolde verder, haar ach terlatend, terwijl zij hem nazag met iets dat 't midden hield tusschen een lach en een zucht; zij was neergevallen tegen een hoeksteen. Niemand raakte haar aan. Misschien hadden sommigen van haar gehoord, enkelen hadden haar misschien gezien, toen zij nog, in haar vorigen staat, door Norton Bury reed, als de mooie, jonge vrouw van den landheer schijnlijk wel niet „zonder kleerscheu ren" afkomen. De persoon die zich dezer dagen al hier schuldig maakte aan het verkoopen van eenige goederen, die hij in huurkoop had, genaamd S., bevindt zich thans in verzekerde bewaring. Tot eenig Directeur der N.V. Hol- landsche Constructiewerkplaatsen te Lei den is met ingang van 1 Juli 1923 be-! noemd de heer Ir. J. E. Colin. Tot waarnemend leider van het inter naat der Ned. Zendingsschool te Oegst- geest, is met ingang van 7 Aug. a.s. voor den tijd van een jaar benoemd de heer J. Fortgens, zendeling der Utr. Zend. Ver- eeniging met verlof. Het Stedelijk Museum „De Lakenhal" werd in de maand Juni bezocht door 1379 personen, waarvan 84G betalend. De ten toonstelling „Singer" telde 2G5 bezoekers. De Eerst® Kamer. Wij vernomen dat het in de bedoeling ligt der Anti-revolutionaire Statenfrac ties in de groep Noord-Holland-Fries land, waarin zij op het afvaardigen van twee anti-revolutionairen naar de Eerste Kamer mogen rekenen, daarvoor in aan merking te doen komen den heer W. de iVlugt, burgemeester van Amsterdam en mr. J. Groles te Leeuwarden, beiden af tredend. Gedep. Staten van Noord-Holland. Naar „de Stand." verneemt, zullen bij de verkiezing van Gedeputeerden in Noord-Holland de Antirevolutionairen en Ghristelijk-Historischen vermoedelijk uit komen met een Roomsch-Kath. candi- daat, een Christelijk-Historische, een An tirevolutionair, een lid van den Vrijheids hond, een Vrijzinnig-Democraat en een Sociaal-Democraat, om aldus alle par tijen in de Prov. Staten recht to doen. Haagsche Wethouders. Naar de „Rsb." verneemt, wordt zoo wel in Vrijheidshond- als andere kringen aandrang uitgeoefend op den heer Dxoog- leever Fortuyn om niet als wethouder van Publieke Werken af te treden. Het aftreden van den heer Droogleever staat nog niet definitief vast, de moge lijkheid is lang niet uitgesloten, dat hij op zijn voornemen, om zich niet meeT als wethouder beschikbaar te stellen, zal te rugkomen. Anders staat het met den heer Alberda, die onherroepelijk als wethouder heen gaat, om als leider van de raadsfractie op te treden. Als zijn opvolger worden genoemd de hecrcn Harms en Vrijenhoek. De wijziging van de huurwetten. Het Staatsblad no. 305 bevat het Kon. besluit van den 26sten Juni, tot vaststel ling van het tijdstip van inwerkingtre ding van do wet van 2 Juni 1923 (St.bl. no. 235), houdende wijziging van de Huurcommissiewet en de Huuropzeg- gingswet. Daarbij is bepaald dat deze wet in werking treedt met ingang van 1 Augustus a.s. De herclassificatie bij d© Spoörvv&gen. De Neutrale Bond van Spoorwegperso neel heeft op een te Utrecht gehouden buitengewoon congres de volgende motie aangenomen: „Het congres, overwegende, dat de rangschikking in klassen nog steeds plaats heeft gelijk voor het Rijksperso neel, en er geen enkele reden is daarvan plotseling le gaan afwijken; van oordeel dat het niets meer dan behoorlijk is het de bekoorlijke Lady Caroline. Ik ging zoo geheel en al op in dit treu rig schouwspel, dat ik John en Ursula niet had opgemerkt, die achtet mij ston den en 't ook hadden gezien blijkbaar gezien en ook alles hadden begrepen. „Wat moeten we doen?" fluisterde zij •hem in. „Wat wij moeten doen?" Maud kwam den winkel uitloopen, om te zien wat er aan de hand was. „Ga naar binnen, kind," zei mevrouw Halifax streng. „Blijf daar tot ik je haal." Lady Old tower kwam ook naar de deur; maar toen zij begon te begrijpen wat er gaande was, ging zij ontsteld en geërgerd weer naar binnen. John keek ernstig naar zijne vrouw zij was niet op haar gemak en trad ach teruit. „Wat moet er gebeuren? Ik meen, wat zal ik doen?" „Het eenige wat een vrouw kan doen =i een vrouw gelijk gij, in uw positie." „Ja, als ik alleen was. Maar denk aan onze huishouding denk aan Maud. De menschen zullen zoo babbelen, 't Is moei lijk te weten, wat te doen," „Neen; hoe zou Hij doen, als Hij h©^ den in deze straat stond!?" Mevrouw Halifax dacht een oogenblik na, aarzelde gaf toe. „John: gij hebt gelijk; gij hebt al too© gelijk. Ik wü. alles doen, wat gij .wilt/* t resultaat van het werk der classificatie commissie af te wachten; protesteert te gen de met klaarblijkelijke''overhaasting voorgelegde herclassificatievoorstellen waarbij bovendien elke motiveering ont breekt; wijst deze voorstellen af en ver wacht, dat voortaan vooraf eventuecle voorstellen eerst aan de organisaties van het personeel worden toegezonden met voldoenden tijd voor behandeling; spreekt als zijn meening uit, dat als steeds naar algemeene samenwerking zal worden gestreefd, omdat daardoor het al lerbest verslechteringen zijn te kecren." Het getal gemesnten. Niet minder dan 7 wetten zijn onlangs in het Staatsblad verschenen, houdende lereeniging van gemeenten. De vereeni- ging is ingegaan op 1 Mei 1923, behalve de laatstbedoelde, die op 1 Juli 1923 zal ingaan. Vercenigd zijn: Rcnkum en Doorwerlh; naam der nieuwe gemeente Renkum; G enderen, Drongelcn, en Meeuwen, naam der nieuwe gemeente Eethen; Ravenstein, Huisseling en Neerloon, Deusen en Dennenburg en Dieden, Demen en Langel; naam der nieuwe gemeente Ravenstein; Balgoij en Overasselt, naam der nieu we gemeente Echteld; Echteld en IJzendoorn, naam der nieu we gemeente Echtteld; Stad-Ommen en Ambt-Ommen; naam der nieuwe gemeente Ommen; 's-Gravenhage en Loosduie.en; naa.m der nieuwe gemeente 's-Gravenhage. Door deze wetten is met ingang van 1 Mei j.l. het getal gemeenten in Overijssel met 1, in Gelderland met 3, in Noord- Brabant met 5, in Zuid-Holland met 1 en in het Rijk alzoo met 10 verminderd. Sedert 1 Juli bedraagt het getal ge meenten dientengevolge: Friesland 43, Groningen 57, Dreentlie 34, Overijssel 59, Gelderland 112. Utrecht 72, Noord-Hol- land 129, Zuid-Holland 183, Zeeland 109, Noord-Brabant 1G4. Limburg 121, teza men 1083. Verkiezing Eerste Kamerleden. Naar wij vernemen, is de nieuwe rege- l ng voor de verkiezing van de leden der Eerste Kamer, waaraan met grooten spoed door het Departement van Binnen- landsche Zaken en Landbouw is gewerkt, thans geheel gereed. "Wel heeft de onderteekening van het desbetreffend K. B. ter uitvoering van' de gewijzigde Kieswet door het verblijf van de Koningin in Engeland eenige vertra ging ondergaan, doch reeds heden zijn aan de Commissarissen der Koningin in voldoenden getale de verschillende formu lieren toegezonden, voor de nieuwe rege ling véreischt, teneinde deze tijding voor 10 Juli, den dag der candidaatstelling, voor de Statenleden beschikbaar te kun nen stellen, terwijl tevens daarbij een cir culaire is geveegd met nadere inlichtin gen voor de Commissarissen der Konin gin. Bovendien zijn zij in kennis gesteld met den inhoud van het weldra in het Staatsblad te verwachten' uitvoeringsbe sluit. Met het oog op den spoed zijn ditmaal alle formulieren gereed gemaakt op de Algemeene Landsdrukkerij. Vijf verschil lende formulieren zijn voor de verkiezing benoodigd, te weten 1. formulier voor de candidaatstelling, 2. formulier voor de schriftelijke verklaring, bedoeld in art. 114c der Kieswet. 3. formulier voor per sonen, die gemachtigd worden om de lijs ten te verhinden, 4. Stembiljet voor Sta tenleden, 5. procesverbaal van de stem ming, dat in de zitting van Prov. Staten wordt opgemaakt. De gemeentelijke financiën. Het elfde congres van de Ned. Juristen vereniging heeft zich over de volgende vraagpunfon uitgesproken: En toen zag ik, midden door de ver- baasde schare, in 't gezicht van tientallen menschen, die door de ramen keken, die allen hen wel kenden en van wie zij ook velen kenden, den heer en mevrouw Ha lifax gaan naar de plek, waar de onge lukkige vrouw lag. John raakte haar zacht aan den schou der zij gilde en zakte in elkaar. „Zijt gij de politio-agent? Hij zei dat hij de politie zenden zou!" „Stil wees niet bang, nicht nicht Caroline." Wie weet, hoe lang 't geleden was, dat een vrouw op dien toon tot haar had ge sproken. 't Scheen haar weer bij haar verstand te brengen. Zij stond op en glim lachte. „Madame, gij zijt erg vriendelijk. Ik geloof, dat ik 't genoegen heb gehad u er gens te ontmoeten. Uw naam is „Ursula Halifax. Herinnert gij u dien?" Zij sprak zacht, gelijk zij tot een kind zou hebben gedaan. Lady Caroline boog. „Niet precies; maar ik durf zeggen, dat ik 't 6poedig zal au revoir, madame!" Zij ging weg, maar John hield haar tegen. „Mijn vrouw wil met u spreken, Lady Caroline. Zij wil, dat gij met ons naar huis gaat." „Plait-il? e ja ik begrijp 'L ABVERTEMTiE-PHSJS Gewone advertentiën per regel 22K ccnfc Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefc Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta» ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks gcpla-.tst ad 50 cent. 1. Moeten de geldende wettelijke voor schriften betreffende de begrooting en de rekening der gemeente zoodanig worden gewijzigd, dat daaruit meer dan tot nu. too duidelijk blijke. welke de uitkomsten van het gemeentelijk financieel beheer over een bepaald tijdvak zijn? 2. Moet de gemeentewet de mogelijk heid open laten om, hetzij aan bepaalde gemeenten, hetzij in bepaalde gevallen, de jaarlijksche begrooling te vervangen door een twee- of meer jaarlijksche be grooting? 3. Is het wenschelijk de gemeente wet telijk te verplichten hij elk besluit, dat financieel© gevolgen heeft, tevens de mid delen tot dekking der uitgaven aan te wij-» zen en den invloed van dien maatregel op de begrooting te regelen? 4. Is het gewensch», dat Gedeputeerde Staten en de Kroon bij hun toezicht op de vaststelling en de wijziging van de be- grooiing zich stellen op het standpunt van den raad en derhalve zoowel de wettig heid der uilgaven betreffende de huishou ding der gemeente al sook de doelmatig heid dier uitgaven beoordeelen? Zoo ja, moei dan die bevoegdheid ook in de wet tot uitdrukking komen? 5. Is het wenschelijk in de gemeente-» wet voorschriften op te nemen, om te ver zekeren, dat ook in den loop van het dienstjaar toezicht wordt uitgeoefend op het gebruik van de bcgTootingsposten? Zoo ja. moet die controle gemeentelijk zijn of opgedragen word ten aan een van de gemeente onafhankelijk orgaan. 6. Behoort het toezicht op de formeel» junsthcid van het finantieel beheer der gemeente centraal te worden georgani seerd? De''vergadering vereen;mie zich mot de vraagpunten 1 cn 3, terwijl zii de vraag punten 2, 4 on G -verwierp. Wat vraag punt 4 betreft, de eerste vraag daarvan werd hevetigd, terwijl de tweede vraag ten aanzien van het eerste deel ontken nend. en wat het tweede deel aangaat, bevestigend werd beantwoord. Uit hei Sociale Leven Het conflict in de steenineusiris. Het is nu de derde week dat het gehcelo personeel, bestaande uit 84 arbeiders op do steenfabriek to Heukelum tot staking is overgegaan. Het loon der vormers bedroeg 90 cent per dagwerk (ca. 4$ dagwerk ïnaakt- men bij hard werken op een dag) zoodat deze werklieden ongeveer f 22 per week verdienden. Hiermede was men eenigszinx tevreden, doch voor het stukwerk, alx kruien, enz., cischt men feitelijk loonsver- hooging. De werkgevers beweren evenveel loon te betalelfc als op andere steenfabrie ken, terwijl zij voor hun steenen een lage* ren. prijs kunnen bedingen dan andere fa brikanten, doordat de grondgesteldhcid te Heukelum van minder gehalte is. Eenige werkwilligen, dio verleden weck het werk hervat hadden, staakten den vol genden dag mede uit vrees gemolesteerd le worden. Deze menschen, hoewel niet ge organiseerd, worden, naar wij vernemen thans ook uit dc kas van de S. D. A. P. ondersteund. Een werkman met ëèn gezin ontvangt f 12 en een vrijgezel f 8 per week. De verzending van metselsteenen der fa briek waar men mee werkt, heeft geregeld plaats, doch de schippers moeten zolf hun schepen laden. Dc stakers worden door de rijks-pylitia belet op de fabriek of fabrieksterreinen te komen; zij posten aan een landweg en langs de Lingc. Ned. Chr. Bouwvakarbeidersbond. Onder presidium van den lieer II. J. Terweij werd te Utrecht d? jaarlijksche Bondsvergadering van den N. C. B. go- houden. In zijn openingsrede herinnerde do Gaarne gaarne!" John bood haar den arm en mevrouw Halifax ondersteunde haar aan de ando re kant. Zonder moer brachten zij ^haar in hun rijtuig en reden naar huis. Maud in mijn' hoede achterlatende en zij lieten het verbaasde Norion Bury denken en zeggen. precies wat 't beliefde. HOOFDSTPK XXXVII. Bijna drie jaren leefde Lady Caroline in ons huis als dat ellendig bestaan „leven" kon worden genoemd bedlege rig en kindsch als zij was. Zij herkende niemand van ons en nam van niemand eenige notitie, behalve nu en dan van Edwin's kleine dochter, Louise. We wisten wel, dat al onze buren er over spraken, over dat wondere, buiten-» gewone gedrag van don heer en mevrouw Halifax. Dat zelfs de goede, oude Lady Oldtower een weinig aarzelde voor zij toestond, dat haar schoone dochters ons opzochten, terwijl onder 't zelfde dak. ge-» heel uit den weg, dat arme wrak van vrouwelijkheid, lag. Maar in verloop van tijd hielden, de praatjes van zelf op; on. toen, op een zomerdag, een kleine lijksloot ons tuinhek uitging naar het kerkhof la Endcrley, was alles wat men opmerkte: (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1