Dagblad voor Leiden en Omstreken.
HÜWÏ LEIDSCHE COURANT
4de JAARGANG. - MAANDAG 25 JUNI 1923 - No. 968
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
STADSNEEUfifS
Demping Levendaal.
De Vrijz. Democratische Raadsfractie
tracht zich bijzonder verdienstelijk te
maken ten opzichte van het Levendaal.
Mevr. van Itallie heeft een voorstel
ingediend terug te komen op de voorloo-
Ipige uitspraak om tot demping van de
iMare over te gaan en daartegenover te
■besluiten de demping van het Levendaal
ter hand te nemen.
De heer Sytsma heeft voorgesteld punt
33 van de agenda af te voeren en het we
der aanhangig te maken tegelijk met hot
definitieve plan tot demping van de
'Mare. Hij is van oordeel dat de Raad
eerst dan met kenni3 van zaken kan oor-
deelen over de vraag welk der beide plan
nen het eerst voor uitvoering in aanmer
king- dienen te komen wanneer het dem
pingsplan van de Mare in bijzonderhe
den in uitgewerkt en de kosten zijn aan
gegeven.
I Werktalosh3idsuitke>9ring.
Door den heer v. Stralen is bij den Ge
meenteraad een voorstel ingediend om te
bepalen:
a. dat de aftrek van gezinsinkomsten
der ondersteunde werkloozen, thans be
paald op Va, wordt gebracht op
b. de ondersteuning van dubbel uitge
trokken werkloozen en daarmede gelijk te
stellen groepen niet te verminderen, maar
te handhaven op f 13.50 plus f 1.50 per
k'ind.
Verder stelt hij voor het volgende be
sluit te nemen:
De Raad, kennis genomen hebbende
van het antwoord van den Minister van.
Binnenlandsche Zaken inzake het ver
zoek om steun ver leening aan ongehuwde
werkloozen mogelijk te maken;
van oordeel dat ook onder deze groep
werkloozen dringende behoefte aan steun
bestaat;
keurt af het dwingend optreden der
Regeering in dezen;
besluit den Minister met klem te ver
zoeken het gemeentebestuur alsnog vrij
to laten in deze zaak een beslissing te
nemen.
Eindexamen Gymnasium.
Aan het Leidsche Gymnasium werden
geëxamineerd 6 candidaten voor A en 6
voor B. Geslaagd voor A. Mej. J. J. L.
Eerdmans, E. Luuring, H. Schokking, mej.
B. Sobels; voor B.: mej. A. Bosman; F. J.
Gorter, M. W. Jaeger; C. Ritman; W.
O. Th. Santé. Het examen wordt voortge
zet met 2 candidaten voor A en 1 voor B.
t Wethouder Rots.
1 Naar wij vernemen is de heer Bots in
^zooverre hersteld, dat hij morgen zijne
bezigheden als wethouder weer hoopt te
'hervatten.
Den in vele opzichten sympathieken
wethouder1 wenschen wij gaarne geluk
ïnet zijn herstel.
Hedenmorgen werd bij de politie al-
bier telefonisch bericht ontvangen, dat te
's-Graveland een tweetal kinderen, van
tresp. 11 en 13 jaar waren aangehouden,
die naar zij meedeelden thuis behooren
in den woonwagen „Alkmaar No. 14".
Deze wagen zou zich hier in de omge
ving moeten ophouden.
Door de politie werd onmiddellijk een
onderzoek ingesteld.
Zaterdag werden 2e bestuurders Van
motorbootjes verbaliseerd, wegens te snel
varen in het water van den Zoeterwoud-
schen Singel.
Men zij dus gewaarschuwdl
Uit een schuur van een stalhouderij
zijn 2 paar heerenschoenen ontvreemd.
De politie doet onderzoek.
t Naar wij vernemen, ligt het in de
bedoeling van de N. Z. H. T. M. binnen
kort de tarieven1 op de lijnen Legden
'Katwijk en LeidenNoord wijk te verlan
gen. Voor eerstgenoemde lijn zal de re-
'tourprijs bedragen 40 ets.
BINNENLAHP
De Ouderdomswet.
De Sociale Verzekeringsgids geeft een
overz'icht van de werking der gewijzigde
Ouderdomswet, waaruit blijkt, dat over
het eerste kwartaal, waarover de gewij
zigde Ouderdomswet gewerkt heeft, wer
den afgesloten, rond 6000 posten met een
bedrag aan verzekerde weekrente van
sf 3 tot f6 per week; administratiekosten
worden gedragen door het rijk; alleen
toegankelijk voor hen, die voor minder
dan f2000 in de rijksinkomstenbelasting
aangeslagen zijn. Verder 1700 oosten met
een bedrag aap. verzekerde wegrente van
f 12.000, ingang rente op 55, 60 of 65-
jarigen leeftijd; bedrag rente f3 tot f20
{per week; toegankelijk voor iederen
rijksingezetene. Bovendien werden nog
3500 posten met een bedrag aan verze
kerde weekrente van f 10.509 afgesloten
van de bekende 39 ets. verzekering, in
gang rente op 65-jarigen leeftijd; bedrag
Weekrente f 3; toetreding alleen voor de
groep 3565-jarigen, aangeslagen bene
den f2000 rijksinkomstenbelasting; uiter
lijk tot 3 Dec. a.s.
Totaal, in niet afgeronde cijfers: 11079
posten met een bedrag aan verzekerde
weekrente van f45.644.
Hef Woreld-Zuivel-Congres.
Door den heer De Boer zijp aan den
Minister van Binnenlandscho Zaken en
Landbouw de volgende vragen gesteld:
I. Is de Minister bereid mede te deelen,
of het juist is, dat zijnerzijds geweigerd
is gelden beschikbaar te stellen ter be
kostiging eener afvaardiging van een of
(meer zuiveldeskundigen naar het in Oc
tober dezes jaars te houden Wereld-Zui-
vel-Congres, in Amerika?
II. Indien bovengestelde vraag bevesti-
igend wordt beantwoord, 'is de Minister
dan bereid mede te deelen:
a. op welke gronden deze weigering be
rust, T
b. of de besprekingen op een Wereld-
•Zuivel-Congres, waar zeer belangrijke
vragstukken aan de orde worden gesteld,
waarbij Nederland als zuivel exportee
rend land ten nauwste betrokken is, niet
van zoodanig belang moeten worden
•geacht, dat de kosten eener afvaardiging
van Regeeringswege alleszins gemoti
veerd 'zijn te achten?
Land- en Tuinbouwonfjsyalienwet.
Verschenen is de memorie van ant
woord op het voorloopig verslag omtrent
de nieuwe overweging tot wijziging der
Land- en Tuinbouwonge.vallenwet 1922.
De minister erkent gaarne het gewicht
der in het voorloopig verslag aangevoer
de bedenkingen tegen de door hem in de
zen gevolgde gedragslijn, mei welke be
denkingen voor het vervolg de noodige
rekening zal worden' gehouden.
Met betrekking tot de door eenigo leden
opnieuw aangevoerde aangelegenheid be
treffende het opdragen van de admini
stratie eener bedrijfsvereeniging aan eene
winstbeeogende maatschappij ware naar
het gevoelen van den Minister de erva
ring af te wachten.
Ook de minister betreurt het, dat de
invoering der verzekering, welke aan
vankelijk op 1 April j.l. was voorgeno
men, tot 1 Mei d.a.v. moest worden uit
gesteld.
Aangezien de classificatie der verzeke-
ringsplichtige bedrijven en het tarief niet
door den Minister doch door de Koningin
bij Igemeenen maatregel van bestuur
ABONNEMENTSPRIJS
In Leiden en bulton Letdan
waar agenten gevestigd rijn
Per kwartaal f 2.50
Per week ,...f0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
V Men wacht tot de dwang dreigt.
Wij hebben onlangs de aandacht ge
vestigd op de rede door den heer H. Go-
lijn in de vergadering van de Christelijk
ke werkgevers gehouden.
Elke gedachte aan repristinat'ie op so
ciaal terrein herstelling van wat in
den loop der tijden, onhoudbaar was ge
bleken en dus afgeschaft werd door
■spreker afgewezen.
Krachtig wenschte hij mee te werken
om de banden der Staatsbemoeiing meer
en meer los te maken, doch slechts op
deze voorwaarde dat op het terrein van
den Arbeid de maatschappelijke organi
satie de S taait sbemoeiïng overbodig
make.
In dit verband verdient mede de aan
dacht wat door den voorzitter zelf een
werkgever in zijn openingswoord
werd opgemerkt.
Sprekende over het algemeen:"-gevoel
van malaise ook in de kringen van in
dustrie en groothandel merkte hij op:
„Enkele dier oorzaken, welke men
meent wél weg te kunnen nemen, worden
dan genoemd en velen stemmen er mede
in, als er in dit verband gesproken
wordt van algemeene loonsverlaging der
arbeiders, van opheffing van sociale
maatregelen, van stopzetting van werk-
loozensteun, om door den honger de ar
beiders te dwingen voor ieder loon te
gaan werken.
Wij, als Vereenigingen, kunnen
daar niet mede meegaan. Het
opbloeiende leven der laatste jaren is niet
buiten Gods bestel omgegaan. Dat een
breeder e kring ender ons volk zijn mate
rieel en intellectueel levenspeil zag ver-
hoogen, is geen revolutionair ingrijpen
geweest, maar de leiding Gods in de his
torie.
Dat er thans versobering moet zijn in
alle kringen, staat voor ons vast. Dat in
enkele vakken de loonen verlangd moe
ten worden, evenzeer. Dat dit echter niet
mag leiden, tot het eenzijdig leggen van
de macht in het bedrijfsleven 'in de hand
der ondernemers, staat evenzeer voor ons
vast.
Krachtens ons beginsel mogen wij met
degenen, die met ons arbeiden, niet han
delen als met onmondigen. Wij hebben
■hen, in hun recht als schepselen Gods
-met rede begaafd, te eeren en te waar
deer en. Wij hebben een plicht jegens
hen, in dagen van ziekte, ouderdom of
gebrek en kunnen daarom niet mede-in
stemmen met hen die roepen: „Weg met
allo sociale maatregelen."
Er is een tijd geweest en wellicht komt
die weder spoediger dan wij denken, dat
we het bestaansrecht van den ondernemer
tegenover den arbeider moeten verdedi
gen.
H o e is echter dit euvel ontstaan? En
waardoor zal het terugkeeren? Door
het egoïsme van den ondernemer.
Hadden wij, enkelingen uitgezonderd,
als patroonsstand onze roeping ver
staan en niet den arbeider als een deel
der machine, als een object van vraag en
aanbod beschouwd de toestanden wa
ren anders gewees'.
Het ingrijpen van Overheidswege was
niet, of n iet in die mate, geschied.
Zeker de Overheid gaat te ver. Doch
aan wien de schuld? Hebben
wij het niet met de ziektewet weder ge
zien? Niet vóór dat de Overheid met
maatregelen kwam, werden de werkge
vers wakker. Zij konden het in onder
ling overleg. Wat is het gevolg geweest?
Uitstel.
Men wacht tot de dwang
dreig t."
Dat is gezonde taal.
Hier wordt de werkelijke toestand
blootgelegd.
Al dat roepen tegen Overheidsbe
moeiing heeft vaak geen ander doel dan
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het, Engelsch.
106)
Zoo nam dan ook de vader zijn oude
plaats weer in en zag naar de rest van
zijn kinderen, ernstig, maar niet gebro
ken door onheelbaar leed.
Zijn tehuis was hem meer derbaar dan
ooit. Hij zat in zijn leuningstoel en werd
nooit moede op te rherken al 't aangena
me om hem en nooit moede ook te zeg
gen, hoe aardig Beecliwood er uitzag en
hoe heerlijk 't was thuis te zijn.
„Ik moet nooit meer van haar weg
zijn. Mijne voor zoolang ik leef
mijne vrouw mijn Ursula."
De volgende morgen was even vroolijk
als altijd, want voor 't ontbijt kwamen
Edwin en Louise, en na 't ontbijt wandel
den vader en moeder en ik een uur lang
op en neer in den tuin, sprekend over de
vooruitzichten van het jonge paar. Toen
kwam de post. Hij bracht een brief van
Lord Ravenel.
John las hem ietwat ernstiger dan hij
gewoonlijk deze brieven las, welke gedu
rende 't laatste jaar nogal dikwijls kwa
men.
John vond 't aardig ze te ontvangen en
te verbergen dat men tegen zekere sociale
maatregelen zelf gekant is.
Het in grijpen van de Overheid wordt
uitgelokt.
Men wacht tot de dwang dreigt.
Verblijdend in hoogo mate is overigens
deze kloeke taal ïn een vergadering van
Ghrislen-werkgevers.
Hier komt aan het licht, het groote on
derscheid tusschen de patroons die zich
op liberaal-revolutionair standpunt stel
len, en de patroons die Gods Woord tot
richtsnoer nemen.
Dringe daarom de noodzakelijkheid
van organisatie op eigen, Christelijken
grondslag bij onze patroons steeds meer
door.
Dan zal aan het wachten: tot de dwang
dreigt een einde komen.
En dan zal tevens de onge wenschte
Staatsbemoeiing een einde kunnen ne
men.
Positief Protestantisme.
Het te Amsterdam gehouden Congres
voor Inwendige Zending gaf aan de N e-
derlander de volgende behartigens
waardige woorden in de pen:
„Wat zeer bijzonder werd opgemerkt
het was de uiting van positief Pro
testantisme, die het congres ken
merkte.
Wij gelooven niet, dat de woorden
Rome of Katholicisme op het
congres veel genoemd zijn.
En toch was het congres eene groofc-
sche manifestatie van geestelijke Protes-
tantsche kracht. Wij waren saam als
Protestantsche Christenen. Alle werken
van prediking, barmhartigheid en red
ding, die naar voren traden, waren Pro-
testantsch-Christel. werken, wier beoefe
ning een vrucht en een steun is van de
Protestantsche kerken. Maar niemand
had behoefte zich uit te spreken' of te
keeren tegen Rome.
Hierin ligt eene beliartenswaardige
onderwijzing en eene bemoediging. Het
kan wel eens noodig zijn tegen andoren
op te treden en tegen anderen te waar
schuwen. Zoo kunnen er oogenblikken
zijn, dat een Protestant zich gedrongen,
gevoelt te waarschuwen tegen zekere
verschijnselen van Roomscho aanmati
ging.
Maar van het eenvoudig manifesteeren
v.an eigen geloof, door het toonen van
•eigen arbeid, gaat oneindig meer kracht
•uit, dan van den felsten strijd tegen an
deren.
Die het Congres bijwoonde en deze
openbaring van algemeen' Christelijke
•eenheid, positief Protestantsche kracht
verstond hij keerde tot zijn eigen ar
beid terug vertroost en bemoedigd. Het
geloof van den Christen, die sterk staat
in de gehoorzaamheid en de vrijheid van
het kindschap Gods, is nog altijd een
kracht, die do wereld overwint."
Deze opmerkingen verdienen vooral in
dezen tijd van negatief Katholi
cisme volle aandacht.
Maar al te velen, waaronder niet wei
nigen die als leiders van het volk kunnen
worden aangemerkt, zoeken hun kracht
in negatieve leuzen.
We hooren van protest-vergaderin
gen, protest-actie's, protest-moties zelfs.
En als dan op die manier veel leven
gemaakt is, dan meent'men van Protes-
tantsch leven te kunnen spreken.
Ën intusschen gaat Rome voort met
positieven arbeid te verrichten en het
dacht om al dat negatieve gekakel.
Terecht merkt de Nederlander op, dat
van het eenvoudige manifesteeren van
eigen geloof oneindig meer kracht uit
gaat dan van den felsten strijd tegen an
deren.
zijn vrouw ook. Maar deze keer was het
genoegen blijkbaar ietwat getemperd. En
toen Maud, die als gewoonlijk -.beslag leg
de op den brief, verheugd het nieuws
rondstrooide, dat „haar" Lord nu heel
spoedig komen zou, verbeelde ik me, dat
dit bezoek den ouders niet zoo welkom
was als anders.
„John," vroeg zijn vrouw fluisterend,
„hoordet ge bij geval ook iets, ge weet
van wie ik bedoel?"
„Niets!"
„Hebt ge gevraagd?" Hij antwoordde
bevestigend. „Ja, ik wist dat ge 't doen
zoudt. Zij moet nu al een oude vrouw
zijn, of misschien is ze wel dood. Arme
Caroline!"
Dit was de eerste keer in jaren en ja
ren, dat deze naam werd gefluisterd in
onze huishouding. Onwillekeurig dacht
ik aan dien dag te Longfield, toen kleine
Guy zich zoo druk gemaakt had met zijn
„mooie dame", toen wij voor de eerste
maal dien anderen naam hoorden, welke
door een wonderen loop der omstandighe
den sedert zoo berucht was gewonden in
ons gezin, en welke nu steeds klinken
zou als een doodsklok voor ons Gerard
Vermilye.
Toen Lord Ravenel den volgenden dag
terugkwam, niet te' paard maar in zijn
zelden gebruikte prachtige koets met
kroontjes, waren allen op Beecliwood ver
baasd. Hij zeido dat hij zijne reis naar
Parijs had uitgesteld en gaf geen reden
daarvoor op. Hij at als gewoonlijk met
ons en na 't eten ging hij, als gewoon
lijk, met mij en Maud wandelen. Toeval
lig gingen wij door het bosch, bijna langs
hetzelfde pad, waarlangs ik gekomen was
met John en Ursala, jaren en jaren ge
leden. Ik was verwonderd Lord Ravenel
op dit feit te hooren zinspelen, een feit
dat zeer bekend was in ons gezin.
„Gij hebt vader en moeder niet ge
kend, toen zij jong waren?" vroeg Maud.
„Neen, dat kon haast niet", en hij
lachte. „0 ja, 't zou toch wel gekund
hebben, ik vergeet, dat ik niet meer jong
ben nu. Hoe oud waren mijnheer en me
vrouw Halifax toen zij trouwden?"
„Vader was een en twintig en moeder
was achttien, maar één jaar ouder dan
ik ben". En Maud, half verlegen over
deze opmerking, liep haastig weg. Zij
was nogJ onschuldig, kinderlijk.
Lord Ravenel zag haar na en zuchtte:
,,'t Is goed jong te trouwen, denkt gij
't ook niet, mijnheer Fletcher?"
Ik zeide hem, dat ik hen het gelukkigst
kon noemen, die hun geluk vroeg von
den, maar dat ik niet inzag waarom men
't geluk zou moeten afwijzen als 't de
wil der Voorzienigheid was, dat wij 't
eerst laat zullen vinden.
„Ik ben benieuwd," zei hij droomerig,
„of ik 't ooit vinden zal".
Ik -vroeg hem, waarom hij nooit ge
trouwd was.
„Omdat ik nooit eene vrouw gevonden
heb, die ik liefhebben en wie ik gelooven
kon. Nog erger", voegde hij er bitter
aan toe, „ik geloofde niet, dat er ééne
vrouw op de wereld was, in wie men
gelooven kon".
Ondertusschen waren wij het bosch
doorgewandeld en stonden nu bij de lage
kerkhofmuur; de zon scheen op de wit
marmeren grafsteen, op welken geschre
ven stond: „Muriel Joy Halifax".
Lord Ravenel leunde .over den muur,
zijn oogen waren gericht op dat kleine
graf. Na een poos zeide hij zuchtend:
„Weet ge, dat ik somtijds gedacht heb,
dat, als zij nog leefde, ik dat kind had
kunnen liefhebben, ik dat kind mocht
hebben getrouwd!"
Op dit oogenblik kwam Maud weer bij
ons. In haar kinderlijke tyrannie, welke
zij over hem uitoefende, stond zij er op
te weten, waarover Rorcl Ravenel gespro
ken had.
„Ik zeide", antwoordde hij, terwijl hij
heldere, onversaagde oogen zag, „ik
zeide hoeveel ik van je zuster Muriol
heb gehouden."
„Dat weet ik," en Maud werd plotse
ling ernstig, „ik weet, dat gij van mij
AO¥EBTENT8E.PBIJ3
Gewone advertentiën per regel 22# cent*
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefé
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij yooruifcbeta^
ling van ten hoogste 30 woorden, worden
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
Aan hei Zoeklicht
Leiden 25 Juni 1923.
Er is niets nieuws onder do zon.
Hetgeen er geweest is, dat zal er zijn.
Er is een tijd geweest dat onze Poste*
rijen als een voortreffelijke 'irvstelling
werden begroet.
Maar nu lees ik, dat er met namo in
de groote steden een beweging gaande is,
de posterijen uit te schakelen.
Men keert weer terug tot de particulier
re bestellers, wat althans voor groote
kantoren voordeeliger is, dan de dure
post, die het niet-loonende drukwerk mag
expedieeren.
De treinen en trams, die naar het
scheen het personenvervoer in handen
hadden, hebben een hevige concurrentie
van de zich gemakkelijk bewegende auto-»
bussen te doorstaan.
En nu las ik dezer dagen, dat zoowaar
bij het goederenvervoer de paarden, die
in massa voor de slachtbank bestemd
schenen, weer in eere komen.
De tollen zijn afgeschaft, maar maat-»
tregelen zijn in voorbf reiding om overal
•een wegenbelasting in te voeren wat prac-
tisch op hetzelfde neerkomt.
Zoo draaien we in een cirkel rond en.
komt wat reeds geweest is, terug.
OBSERVATOR.
worden vastgesteld, meent de minister te
moeten volstaan met de mededeeling, dat
de aan den Raad van State ten advieze
toegezonden ontwerpen van de algemee-t
ne maatregelen van bestuur, als vorenbe-»
doeld, zijn opgesteld overeenkomstig de
voorstellen van het bestuur der Rijksver
zekeringsbank. Eene overgangsbepaling,
als door sommige leden gowensoht, acht
de Minister onnoodig.
De minister meende, nadat z.i. voldoen
de gebleken was, dat de in de wet opge
nomen regeling van de dagloonvaststel
ling in de praktijk zou falen, beter te
doen de regeling te vervangen door die
der Ongevallenwet 1921.
Prov. Staten van Zuid-Holland.
Ged. Staten van Zuid-Holland hebben,
aan de Staten dezer Provincie overgelegd
een vergelijkend overzicht van de ontwerp-
begrooting der provincie voer 1024 met de
begrooting voor het loopende jaar, zooals
deze oorspronkelijk werd vastgesteld en
goedgekeurd.
Bedoeld overzicht heeft uitsluitend be
trokking op den gewonen dienst.
Er is het volgende aan ontleend:
Op 1924 komt meer in ontvangst dan op
1923: wegens batig saldo, vorig-en dienst
rond f 260.000. Verder kan oa. geraamd
worden opopcenten personeel (20)
f 103.000.
Minder in ontvang is o.a. geraamd op:
a. opcenten grondbelasting ongebouwd (20,
thans 23), f 2000.b. opcenten grondbe
lasting gebouwd (20, thans 23), f 51.000.
c. opcenten vermogensbelasting (2) f GC00.
Het is mogelijk den gewonen dienst 1924
te doen sluiten bij verlaging van het aan
tal oposnten wegens de grondbelasting,
laatstelijk 23 bedragende, tot 20. Het zijn
deze opcenten grondbelasting, die gebon
den als men in dit opzicht is door de art.
126 der e,v. der Provinciale wet, aangewe
zen zijn om in de eerste plaats voor verla
ging in aanmerking te worden gebracht.
De tot een gelijk aantal te heffen op
centen Rijksinkomsbenbelasting en vermo
gensbelasting toch mogien slechts voorko
men, wanneer het aantal opcenten perso
neel 20 bedraagt. Nu is het aantal opoen-
ten op de beide eerstgenoemde belastingen
slechts 2 en vermindering daarvan zelfs
ook maar met een halven opcent zou
voor 1921 eene te groote vermindering van
de totale opbrengst der gezamenlijke op-
oenten teweegbrengen en kan dus niet
plaats hebben. Waar nu de 2 opcenten,
rijksinkomstenbelasting en vermogensbo-
houdt, omdat ik veel gelijk op mijne
zuster Muriel."
,Als dat zoo was, zou 't jo dau spijten
of zoudt ge er blij om wezen?"
„Blij en trotsch ook. Maar gij waart
bezig met nog iets meer te zeggen, Wat
was dal?"
Hij aarzelde lang en toen antwoordde
hij:
„Ik zal 't je later wel eens vertellen.'*
Maud ging weg, ietwat boos en onvol
daan, maar blijkbaar niets vermoedende.
Wat mij betreft, ik begon erg ongerust
te worden over haar en Lord Ravenel.
't Was niet zonder droefheid, dat ik
hem eiken dag gadesloeg, terwijl hij het
kind volgde, ruikers voor haar verza-*
melde, haar hielp haar bloemen to be*
gieten en zichzélf aanpaste aan die gril*
len en hukken, van welke juffrouw Maud;
daar zij de lieveling en de jongste was,
er vele bezat.
Toen op haar gewone uur, half elf
de kleine dame geroepen werd om naar
bed te gaan, toonde hij zich licht gw
raakt, dat de moeder tusBchenbeide
kwam. 1
„Maud is nu niet meer een kind; eali
dit kan mijn laatste avond zijn
„Uw laatste avond? Onzin! Gij zuf
spoedig terugkomen. Gij moet gij zult**"
i zeide Maud beslist.
(Wordt vervolgd).