Dagblad voor Leiden en Omstreken. HÜWÏ LEIDSCHE COURANT 4de JAARGANG. - MAANDAG 25 JUNI 1923 - No. 968 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 STADSNEEUfifS Demping Levendaal. De Vrijz. Democratische Raadsfractie tracht zich bijzonder verdienstelijk te maken ten opzichte van het Levendaal. Mevr. van Itallie heeft een voorstel ingediend terug te komen op de voorloo- Ipige uitspraak om tot demping van de iMare over te gaan en daartegenover te ■besluiten de demping van het Levendaal ter hand te nemen. De heer Sytsma heeft voorgesteld punt 33 van de agenda af te voeren en het we der aanhangig te maken tegelijk met hot definitieve plan tot demping van de 'Mare. Hij is van oordeel dat de Raad eerst dan met kenni3 van zaken kan oor- deelen over de vraag welk der beide plan nen het eerst voor uitvoering in aanmer king- dienen te komen wanneer het dem pingsplan van de Mare in bijzonderhe den in uitgewerkt en de kosten zijn aan gegeven. I Werktalosh3idsuitke>9ring. Door den heer v. Stralen is bij den Ge meenteraad een voorstel ingediend om te bepalen: a. dat de aftrek van gezinsinkomsten der ondersteunde werkloozen, thans be paald op Va, wordt gebracht op b. de ondersteuning van dubbel uitge trokken werkloozen en daarmede gelijk te stellen groepen niet te verminderen, maar te handhaven op f 13.50 plus f 1.50 per k'ind. Verder stelt hij voor het volgende be sluit te nemen: De Raad, kennis genomen hebbende van het antwoord van den Minister van. Binnenlandsche Zaken inzake het ver zoek om steun ver leening aan ongehuwde werkloozen mogelijk te maken; van oordeel dat ook onder deze groep werkloozen dringende behoefte aan steun bestaat; keurt af het dwingend optreden der Regeering in dezen; besluit den Minister met klem te ver zoeken het gemeentebestuur alsnog vrij to laten in deze zaak een beslissing te nemen. Eindexamen Gymnasium. Aan het Leidsche Gymnasium werden geëxamineerd 6 candidaten voor A en 6 voor B. Geslaagd voor A. Mej. J. J. L. Eerdmans, E. Luuring, H. Schokking, mej. B. Sobels; voor B.: mej. A. Bosman; F. J. Gorter, M. W. Jaeger; C. Ritman; W. O. Th. Santé. Het examen wordt voortge zet met 2 candidaten voor A en 1 voor B. t Wethouder Rots. 1 Naar wij vernemen is de heer Bots in ^zooverre hersteld, dat hij morgen zijne bezigheden als wethouder weer hoopt te 'hervatten. Den in vele opzichten sympathieken wethouder1 wenschen wij gaarne geluk ïnet zijn herstel. Hedenmorgen werd bij de politie al- bier telefonisch bericht ontvangen, dat te 's-Graveland een tweetal kinderen, van tresp. 11 en 13 jaar waren aangehouden, die naar zij meedeelden thuis behooren in den woonwagen „Alkmaar No. 14". Deze wagen zou zich hier in de omge ving moeten ophouden. Door de politie werd onmiddellijk een onderzoek ingesteld. Zaterdag werden 2e bestuurders Van motorbootjes verbaliseerd, wegens te snel varen in het water van den Zoeterwoud- schen Singel. Men zij dus gewaarschuwdl Uit een schuur van een stalhouderij zijn 2 paar heerenschoenen ontvreemd. De politie doet onderzoek. t Naar wij vernemen, ligt het in de bedoeling van de N. Z. H. T. M. binnen kort de tarieven1 op de lijnen Legden 'Katwijk en LeidenNoord wijk te verlan gen. Voor eerstgenoemde lijn zal de re- 'tourprijs bedragen 40 ets. BINNENLAHP De Ouderdomswet. De Sociale Verzekeringsgids geeft een overz'icht van de werking der gewijzigde Ouderdomswet, waaruit blijkt, dat over het eerste kwartaal, waarover de gewij zigde Ouderdomswet gewerkt heeft, wer den afgesloten, rond 6000 posten met een bedrag aan verzekerde weekrente van sf 3 tot f6 per week; administratiekosten worden gedragen door het rijk; alleen toegankelijk voor hen, die voor minder dan f2000 in de rijksinkomstenbelasting aangeslagen zijn. Verder 1700 oosten met een bedrag aap. verzekerde wegrente van f 12.000, ingang rente op 55, 60 of 65- jarigen leeftijd; bedrag rente f3 tot f20 {per week; toegankelijk voor iederen rijksingezetene. Bovendien werden nog 3500 posten met een bedrag aan verze kerde weekrente van f 10.509 afgesloten van de bekende 39 ets. verzekering, in gang rente op 65-jarigen leeftijd; bedrag Weekrente f 3; toetreding alleen voor de groep 3565-jarigen, aangeslagen bene den f2000 rijksinkomstenbelasting; uiter lijk tot 3 Dec. a.s. Totaal, in niet afgeronde cijfers: 11079 posten met een bedrag aan verzekerde weekrente van f45.644. Hef Woreld-Zuivel-Congres. Door den heer De Boer zijp aan den Minister van Binnenlandscho Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: I. Is de Minister bereid mede te deelen, of het juist is, dat zijnerzijds geweigerd is gelden beschikbaar te stellen ter be kostiging eener afvaardiging van een of (meer zuiveldeskundigen naar het in Oc tober dezes jaars te houden Wereld-Zui- vel-Congres, in Amerika? II. Indien bovengestelde vraag bevesti- igend wordt beantwoord, 'is de Minister dan bereid mede te deelen: a. op welke gronden deze weigering be rust, T b. of de besprekingen op een Wereld- •Zuivel-Congres, waar zeer belangrijke vragstukken aan de orde worden gesteld, waarbij Nederland als zuivel exportee rend land ten nauwste betrokken is, niet van zoodanig belang moeten worden •geacht, dat de kosten eener afvaardiging van Regeeringswege alleszins gemoti veerd 'zijn te achten? Land- en Tuinbouwonfjsyalienwet. Verschenen is de memorie van ant woord op het voorloopig verslag omtrent de nieuwe overweging tot wijziging der Land- en Tuinbouwonge.vallenwet 1922. De minister erkent gaarne het gewicht der in het voorloopig verslag aangevoer de bedenkingen tegen de door hem in de zen gevolgde gedragslijn, mei welke be denkingen voor het vervolg de noodige rekening zal worden' gehouden. Met betrekking tot de door eenigo leden opnieuw aangevoerde aangelegenheid be treffende het opdragen van de admini stratie eener bedrijfsvereeniging aan eene winstbeeogende maatschappij ware naar het gevoelen van den Minister de erva ring af te wachten. Ook de minister betreurt het, dat de invoering der verzekering, welke aan vankelijk op 1 April j.l. was voorgeno men, tot 1 Mei d.a.v. moest worden uit gesteld. Aangezien de classificatie der verzeke- ringsplichtige bedrijven en het tarief niet door den Minister doch door de Koningin bij Igemeenen maatregel van bestuur ABONNEMENTSPRIJS In Leiden en bulton Letdan waar agenten gevestigd rijn Per kwartaal f 2.50 Per week ,...f0.19 Franco per post per kwartaal f 2.90 V Men wacht tot de dwang dreigt. Wij hebben onlangs de aandacht ge vestigd op de rede door den heer H. Go- lijn in de vergadering van de Christelijk ke werkgevers gehouden. Elke gedachte aan repristinat'ie op so ciaal terrein herstelling van wat in den loop der tijden, onhoudbaar was ge bleken en dus afgeschaft werd door ■spreker afgewezen. Krachtig wenschte hij mee te werken om de banden der Staatsbemoeiing meer en meer los te maken, doch slechts op deze voorwaarde dat op het terrein van den Arbeid de maatschappelijke organi satie de S taait sbemoeiïng overbodig make. In dit verband verdient mede de aan dacht wat door den voorzitter zelf een werkgever in zijn openingswoord werd opgemerkt. Sprekende over het algemeen:"-gevoel van malaise ook in de kringen van in dustrie en groothandel merkte hij op: „Enkele dier oorzaken, welke men meent wél weg te kunnen nemen, worden dan genoemd en velen stemmen er mede in, als er in dit verband gesproken wordt van algemeene loonsverlaging der arbeiders, van opheffing van sociale maatregelen, van stopzetting van werk- loozensteun, om door den honger de ar beiders te dwingen voor ieder loon te gaan werken. Wij, als Vereenigingen, kunnen daar niet mede meegaan. Het opbloeiende leven der laatste jaren is niet buiten Gods bestel omgegaan. Dat een breeder e kring ender ons volk zijn mate rieel en intellectueel levenspeil zag ver- hoogen, is geen revolutionair ingrijpen geweest, maar de leiding Gods in de his torie. Dat er thans versobering moet zijn in alle kringen, staat voor ons vast. Dat in enkele vakken de loonen verlangd moe ten worden, evenzeer. Dat dit echter niet mag leiden, tot het eenzijdig leggen van de macht in het bedrijfsleven 'in de hand der ondernemers, staat evenzeer voor ons vast. Krachtens ons beginsel mogen wij met degenen, die met ons arbeiden, niet han delen als met onmondigen. Wij hebben ■hen, in hun recht als schepselen Gods -met rede begaafd, te eeren en te waar deer en. Wij hebben een plicht jegens hen, in dagen van ziekte, ouderdom of gebrek en kunnen daarom niet mede-in stemmen met hen die roepen: „Weg met allo sociale maatregelen." Er is een tijd geweest en wellicht komt die weder spoediger dan wij denken, dat we het bestaansrecht van den ondernemer tegenover den arbeider moeten verdedi gen. H o e is echter dit euvel ontstaan? En waardoor zal het terugkeeren? Door het egoïsme van den ondernemer. Hadden wij, enkelingen uitgezonderd, als patroonsstand onze roeping ver staan en niet den arbeider als een deel der machine, als een object van vraag en aanbod beschouwd de toestanden wa ren anders gewees'. Het ingrijpen van Overheidswege was niet, of n iet in die mate, geschied. Zeker de Overheid gaat te ver. Doch aan wien de schuld? Hebben wij het niet met de ziektewet weder ge zien? Niet vóór dat de Overheid met maatregelen kwam, werden de werkge vers wakker. Zij konden het in onder ling overleg. Wat is het gevolg geweest? Uitstel. Men wacht tot de dwang dreig t." Dat is gezonde taal. Hier wordt de werkelijke toestand blootgelegd. Al dat roepen tegen Overheidsbe moeiing heeft vaak geen ander doel dan FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het, Engelsch. 106) Zoo nam dan ook de vader zijn oude plaats weer in en zag naar de rest van zijn kinderen, ernstig, maar niet gebro ken door onheelbaar leed. Zijn tehuis was hem meer derbaar dan ooit. Hij zat in zijn leuningstoel en werd nooit moede op te rherken al 't aangena me om hem en nooit moede ook te zeg gen, hoe aardig Beecliwood er uitzag en hoe heerlijk 't was thuis te zijn. „Ik moet nooit meer van haar weg zijn. Mijne voor zoolang ik leef mijne vrouw mijn Ursula." De volgende morgen was even vroolijk als altijd, want voor 't ontbijt kwamen Edwin en Louise, en na 't ontbijt wandel den vader en moeder en ik een uur lang op en neer in den tuin, sprekend over de vooruitzichten van het jonge paar. Toen kwam de post. Hij bracht een brief van Lord Ravenel. John las hem ietwat ernstiger dan hij gewoonlijk deze brieven las, welke gedu rende 't laatste jaar nogal dikwijls kwa men. John vond 't aardig ze te ontvangen en te verbergen dat men tegen zekere sociale maatregelen zelf gekant is. Het in grijpen van de Overheid wordt uitgelokt. Men wacht tot de dwang dreigt. Verblijdend in hoogo mate is overigens deze kloeke taal ïn een vergadering van Ghrislen-werkgevers. Hier komt aan het licht, het groote on derscheid tusschen de patroons die zich op liberaal-revolutionair standpunt stel len, en de patroons die Gods Woord tot richtsnoer nemen. Dringe daarom de noodzakelijkheid van organisatie op eigen, Christelijken grondslag bij onze patroons steeds meer door. Dan zal aan het wachten: tot de dwang dreigt een einde komen. En dan zal tevens de onge wenschte Staatsbemoeiing een einde kunnen ne men. Positief Protestantisme. Het te Amsterdam gehouden Congres voor Inwendige Zending gaf aan de N e- derlander de volgende behartigens waardige woorden in de pen: „Wat zeer bijzonder werd opgemerkt het was de uiting van positief Pro testantisme, die het congres ken merkte. Wij gelooven niet, dat de woorden Rome of Katholicisme op het congres veel genoemd zijn. En toch was het congres eene groofc- sche manifestatie van geestelijke Protes- tantsche kracht. Wij waren saam als Protestantsche Christenen. Alle werken van prediking, barmhartigheid en red ding, die naar voren traden, waren Pro- testantsch-Christel. werken, wier beoefe ning een vrucht en een steun is van de Protestantsche kerken. Maar niemand had behoefte zich uit te spreken' of te keeren tegen Rome. Hierin ligt eene beliartenswaardige onderwijzing en eene bemoediging. Het kan wel eens noodig zijn tegen andoren op te treden en tegen anderen te waar schuwen. Zoo kunnen er oogenblikken zijn, dat een Protestant zich gedrongen, gevoelt te waarschuwen tegen zekere verschijnselen van Roomscho aanmati ging. Maar van het eenvoudig manifesteeren v.an eigen geloof, door het toonen van •eigen arbeid, gaat oneindig meer kracht •uit, dan van den felsten strijd tegen an deren. Die het Congres bijwoonde en deze openbaring van algemeen' Christelijke •eenheid, positief Protestantsche kracht verstond hij keerde tot zijn eigen ar beid terug vertroost en bemoedigd. Het geloof van den Christen, die sterk staat in de gehoorzaamheid en de vrijheid van het kindschap Gods, is nog altijd een kracht, die do wereld overwint." Deze opmerkingen verdienen vooral in dezen tijd van negatief Katholi cisme volle aandacht. Maar al te velen, waaronder niet wei nigen die als leiders van het volk kunnen worden aangemerkt, zoeken hun kracht in negatieve leuzen. We hooren van protest-vergaderin gen, protest-actie's, protest-moties zelfs. En als dan op die manier veel leven gemaakt is, dan meent'men van Protes- tantsch leven te kunnen spreken. Ën intusschen gaat Rome voort met positieven arbeid te verrichten en het dacht om al dat negatieve gekakel. Terecht merkt de Nederlander op, dat van het eenvoudige manifesteeren van eigen geloof oneindig meer kracht uit gaat dan van den felsten strijd tegen an deren. zijn vrouw ook. Maar deze keer was het genoegen blijkbaar ietwat getemperd. En toen Maud, die als gewoonlijk -.beslag leg de op den brief, verheugd het nieuws rondstrooide, dat „haar" Lord nu heel spoedig komen zou, verbeelde ik me, dat dit bezoek den ouders niet zoo welkom was als anders. „John," vroeg zijn vrouw fluisterend, „hoordet ge bij geval ook iets, ge weet van wie ik bedoel?" „Niets!" „Hebt ge gevraagd?" Hij antwoordde bevestigend. „Ja, ik wist dat ge 't doen zoudt. Zij moet nu al een oude vrouw zijn, of misschien is ze wel dood. Arme Caroline!" Dit was de eerste keer in jaren en ja ren, dat deze naam werd gefluisterd in onze huishouding. Onwillekeurig dacht ik aan dien dag te Longfield, toen kleine Guy zich zoo druk gemaakt had met zijn „mooie dame", toen wij voor de eerste maal dien anderen naam hoorden, welke door een wonderen loop der omstandighe den sedert zoo berucht was gewonden in ons gezin, en welke nu steeds klinken zou als een doodsklok voor ons Gerard Vermilye. Toen Lord Ravenel den volgenden dag terugkwam, niet te' paard maar in zijn zelden gebruikte prachtige koets met kroontjes, waren allen op Beecliwood ver baasd. Hij zeido dat hij zijne reis naar Parijs had uitgesteld en gaf geen reden daarvoor op. Hij at als gewoonlijk met ons en na 't eten ging hij, als gewoon lijk, met mij en Maud wandelen. Toeval lig gingen wij door het bosch, bijna langs hetzelfde pad, waarlangs ik gekomen was met John en Ursala, jaren en jaren ge leden. Ik was verwonderd Lord Ravenel op dit feit te hooren zinspelen, een feit dat zeer bekend was in ons gezin. „Gij hebt vader en moeder niet ge kend, toen zij jong waren?" vroeg Maud. „Neen, dat kon haast niet", en hij lachte. „0 ja, 't zou toch wel gekund hebben, ik vergeet, dat ik niet meer jong ben nu. Hoe oud waren mijnheer en me vrouw Halifax toen zij trouwden?" „Vader was een en twintig en moeder was achttien, maar één jaar ouder dan ik ben". En Maud, half verlegen over deze opmerking, liep haastig weg. Zij was nogJ onschuldig, kinderlijk. Lord Ravenel zag haar na en zuchtte: ,,'t Is goed jong te trouwen, denkt gij 't ook niet, mijnheer Fletcher?" Ik zeide hem, dat ik hen het gelukkigst kon noemen, die hun geluk vroeg von den, maar dat ik niet inzag waarom men 't geluk zou moeten afwijzen als 't de wil der Voorzienigheid was, dat wij 't eerst laat zullen vinden. „Ik ben benieuwd," zei hij droomerig, „of ik 't ooit vinden zal". Ik -vroeg hem, waarom hij nooit ge trouwd was. „Omdat ik nooit eene vrouw gevonden heb, die ik liefhebben en wie ik gelooven kon. Nog erger", voegde hij er bitter aan toe, „ik geloofde niet, dat er ééne vrouw op de wereld was, in wie men gelooven kon". Ondertusschen waren wij het bosch doorgewandeld en stonden nu bij de lage kerkhofmuur; de zon scheen op de wit marmeren grafsteen, op welken geschre ven stond: „Muriel Joy Halifax". Lord Ravenel leunde .over den muur, zijn oogen waren gericht op dat kleine graf. Na een poos zeide hij zuchtend: „Weet ge, dat ik somtijds gedacht heb, dat, als zij nog leefde, ik dat kind had kunnen liefhebben, ik dat kind mocht hebben getrouwd!" Op dit oogenblik kwam Maud weer bij ons. In haar kinderlijke tyrannie, welke zij over hem uitoefende, stond zij er op te weten, waarover Rorcl Ravenel gespro ken had. „Ik zeide", antwoordde hij, terwijl hij heldere, onversaagde oogen zag, „ik zeide hoeveel ik van je zuster Muriol heb gehouden." „Dat weet ik," en Maud werd plotse ling ernstig, „ik weet, dat gij van mij AO¥EBTENT8E.PBIJ3 Gewone advertentiën per regel 22# cent* Ingezonden Mededeelingen, dubbel tariefé Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij yooruifcbeta^ ling van ten hoogste 30 woorden, worden dagelijks geplaatst ad 50 cent. Aan hei Zoeklicht Leiden 25 Juni 1923. Er is niets nieuws onder do zon. Hetgeen er geweest is, dat zal er zijn. Er is een tijd geweest dat onze Poste* rijen als een voortreffelijke 'irvstelling werden begroet. Maar nu lees ik, dat er met namo in de groote steden een beweging gaande is, de posterijen uit te schakelen. Men keert weer terug tot de particulier re bestellers, wat althans voor groote kantoren voordeeliger is, dan de dure post, die het niet-loonende drukwerk mag expedieeren. De treinen en trams, die naar het scheen het personenvervoer in handen hadden, hebben een hevige concurrentie van de zich gemakkelijk bewegende auto-» bussen te doorstaan. En nu las ik dezer dagen, dat zoowaar bij het goederenvervoer de paarden, die in massa voor de slachtbank bestemd schenen, weer in eere komen. De tollen zijn afgeschaft, maar maat-» tregelen zijn in voorbf reiding om overal •een wegenbelasting in te voeren wat prac- tisch op hetzelfde neerkomt. Zoo draaien we in een cirkel rond en. komt wat reeds geweest is, terug. OBSERVATOR. worden vastgesteld, meent de minister te moeten volstaan met de mededeeling, dat de aan den Raad van State ten advieze toegezonden ontwerpen van de algemee-t ne maatregelen van bestuur, als vorenbe-» doeld, zijn opgesteld overeenkomstig de voorstellen van het bestuur der Rijksver zekeringsbank. Eene overgangsbepaling, als door sommige leden gowensoht, acht de Minister onnoodig. De minister meende, nadat z.i. voldoen de gebleken was, dat de in de wet opge nomen regeling van de dagloonvaststel ling in de praktijk zou falen, beter te doen de regeling te vervangen door die der Ongevallenwet 1921. Prov. Staten van Zuid-Holland. Ged. Staten van Zuid-Holland hebben, aan de Staten dezer Provincie overgelegd een vergelijkend overzicht van de ontwerp- begrooting der provincie voer 1024 met de begrooting voor het loopende jaar, zooals deze oorspronkelijk werd vastgesteld en goedgekeurd. Bedoeld overzicht heeft uitsluitend be trokking op den gewonen dienst. Er is het volgende aan ontleend: Op 1924 komt meer in ontvangst dan op 1923: wegens batig saldo, vorig-en dienst rond f 260.000. Verder kan oa. geraamd worden opopcenten personeel (20) f 103.000. Minder in ontvang is o.a. geraamd op: a. opcenten grondbelasting ongebouwd (20, thans 23), f 2000.b. opcenten grondbe lasting gebouwd (20, thans 23), f 51.000. c. opcenten vermogensbelasting (2) f GC00. Het is mogelijk den gewonen dienst 1924 te doen sluiten bij verlaging van het aan tal oposnten wegens de grondbelasting, laatstelijk 23 bedragende, tot 20. Het zijn deze opcenten grondbelasting, die gebon den als men in dit opzicht is door de art. 126 der e,v. der Provinciale wet, aangewe zen zijn om in de eerste plaats voor verla ging in aanmerking te worden gebracht. De tot een gelijk aantal te heffen op centen Rijksinkomsbenbelasting en vermo gensbelasting toch mogien slechts voorko men, wanneer het aantal opcenten perso neel 20 bedraagt. Nu is het aantal opoen- ten op de beide eerstgenoemde belastingen slechts 2 en vermindering daarvan zelfs ook maar met een halven opcent zou voor 1921 eene te groote vermindering van de totale opbrengst der gezamenlijke op- oenten teweegbrengen en kan dus niet plaats hebben. Waar nu de 2 opcenten, rijksinkomstenbelasting en vermogensbo- houdt, omdat ik veel gelijk op mijne zuster Muriel." ,Als dat zoo was, zou 't jo dau spijten of zoudt ge er blij om wezen?" „Blij en trotsch ook. Maar gij waart bezig met nog iets meer te zeggen, Wat was dal?" Hij aarzelde lang en toen antwoordde hij: „Ik zal 't je later wel eens vertellen.'* Maud ging weg, ietwat boos en onvol daan, maar blijkbaar niets vermoedende. Wat mij betreft, ik begon erg ongerust te worden over haar en Lord Ravenel. 't Was niet zonder droefheid, dat ik hem eiken dag gadesloeg, terwijl hij het kind volgde, ruikers voor haar verza-* melde, haar hielp haar bloemen to be* gieten en zichzélf aanpaste aan die gril* len en hukken, van welke juffrouw Maud; daar zij de lieveling en de jongste was, er vele bezat. Toen op haar gewone uur, half elf de kleine dame geroepen werd om naar bed te gaan, toonde hij zich licht gw raakt, dat de moeder tusBchenbeide kwam. 1 „Maud is nu niet meer een kind; eali dit kan mijn laatste avond zijn „Uw laatste avond? Onzin! Gij zuf spoedig terugkomen. Gij moet gij zult**" i zeide Maud beslist. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1