SEIZDEÜ-irillMING Dames-en Kindercohf éclië. A. WAALS Gemeanteraad Hülegorn. Vergadering van Vrijdag 15 Juni. Voorzitter Burgemeester Wentholfc. 'Afwezig met kennisgeving de heer Veldhuizen van Zanten, wetli. De Voorzitter opent de vergadering met voorlezing van het gebed. 1. De notulen der vorige vergadering worden vastgesteld. 2. Alle ingekomen stukken, voor zoover die niet op de agenda voorkomen, worden voor kennisgeving aangenomen. 3. Verzoek van den heer H. Jonkheer om plaatsing van ©en hek aan den Sta tionsweg voor de rooilijn. De heer v. P a a s e vraagt of hier een beslissing van den raad voor noodig is. De Voorz.: Ja. Het verzoek wordt toegestaan. 4. Verzoek van den heer L. van Til Pzn., om een bestaande heg aan den Stationsweg te mogen vervangen door een hek. De heer v. P a a s e komt terug op zijn vraag, gedaan bij behandeling van het vo rige punt. De Voorz. zegt dat de beslissing van den Raad wordt geëischt, en het hek van v. Til is al „kant en klaar", hoe kan dat? De heer Balvers zegt dat de weth. zich van den toestand ter plaatse op de hoogte hebben gesteld, en laten blijken dat er tegen plaatsing waarschijnlijk geen bezwaar zou bestaan. De heer v. P a a s e vindt zoo'n voorstel dan een wassen neus. Het voorstel van B. en W. om het ver zoek toe te staan, wordt aangenomen. 5. Benoeming lid-voorzitter en twee le den van de commissie van advies voor de werkloosheidsverzekering, wegens perio dieke aftreding. Be heer H. G. Hopman wordt als lid voorzitter, de heeren H. J. M. Balvers en P. v. Wijnen als leden der commissie her benoemd. 6. Adhaesiebetuiging aan een motie van den Raad tier gemeente Smilde, betreffen de vaststelling van bet inkomen volgens art. 13 der wet op do Rijksinkomstenbelas ting, op het gemiddelde van 3 jaren. B. en W. stellen voor aan deze motie adhaesie te betuigen. De heer V e r m e e r vraagt zich af of men zoodoende wel den goeden weg be treedt. Spr. vreest dat het samenstellen van deze motie niet is gebeurd op grond, van zaakkundige gegevens. Spr. stelt voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer Loerakker sluit zich hierbij aan. Spr. is van mccning dat er nog wel andere wegen bestaan om een dergelijk doel te bereiken. Spr. acht bovendien bet door den raad van Smilde voorgestane stelsel niet geschikt voor deze gemeente, en het voorstel onuitvoerbaar. De heer F i j m a vindt bet eigenaardig dat niet alleen over het adres wordt ge sproken, maar dat de regeering in be scherming wordt genomen. Wanneer het belang van de massa er mede gemoeid is, moeten we, zegt spr., de regeering niet ontzien. De heer Vooren is voor het voorstel. Hij acht dit stelsel noodzakelijk voor*" de gemeente. Door het volgen van deze me thode heeft men al aardige navorderingen kunnen instellen. De heer Vermeer heeft niet bedoelt de regeering in bescherming te nemen. Spr. ontzegt niemand het recht van critiek, als deze maar op goede gegevens is ge grond. Ook hier is de heer Loerakker het mee eens. Dat de heer Vermeer juist ge zien heeft wordt bewezen door de argu mentatie van den heer Fijma. Juist omdat het z.g. „goed" is voor de massa en voor het instellen van navorderingen, is het on bruikbaar voor de bedrijven. De heer Vermeer vraagt of Hilïegom, evenals Smilde groote moeilijkheden heeft ondervonden van het bestaande stelsel. De heer Vooren betoogt dat door het bestaande stelsel de belastinginkomsten na afloop van een slecht jaarv minder zijn. Het voorstel van B. en "WL wordt aange nomen met 6 tegen 5 stemmen die van de heeren Vermeer, Loerakker, de Vreugd, Klaver en v. d. Poll. 7. Benoeming onderwijzer aan de school yoor G. en IJ. L. O. (hoofd de heer W. A. van der Wal) wegens verleend eervol ont slag aan den heer H. Nuijen. Benoemd wordt met 10 van de 11 stem men de heer J. de Geus. Mede waren^op de voordracht geplaatst A. Hoogienkamp en F. Hoekstra. 8. Verzoek Hillegomsche Harnfbniekapel om subsidie. Het desbetreffend verzoek" dezer ver- eeniging is vergezeld van een overzicht der inkomsten en uitgaven van het afge- loopen jaar. B. en W. stellen den raad voor, hen ter Teparatie van de muziektent een!? bedrag .van f 200, en ter verleening van een sub sidie een bedrag van f 100 toe te staan. De heer v. d. P o 11 vindt het vreemd dat B. en W. voorstellen voor het herstel van de tent f 200 te geven terwijl volgens de raming van den gem.-opzichter f 375 noo dig is. Is de uitvoering in eigen beheer zooveel goedkooper, of wordt geen voldoende ver betering aangebracht? Overigens had spr. het beter geacht Wanneer een bestek was opgemaakt, en het werk was aanbesteed. De Voorz. zegt dat de subsidie van f 100 ook bij de herstellingssom wordt ge- yoegd. De heer Fijma zag liever het aanvan kelijk door de ver. gevraagde bedrag f 500 toegestaan. Spr. vindt het noodig deze kunst te steunen. De heer v. Paase daarentegen, vraagt wie of er nu eigenlijk wel van die muziek kan genieten. Spr. zag liever een grootere' en veiliger plaats voor de muziektent aan gewezen, b.v. aan do v. d. Endelaan. Wanneer er in deze tent oen concert Wordt gegeven, staan er een 300 a 400 jon gens omheen to schreeuwen en te janken. 'Als je van een „mop" wilt genieten, moet jo op je gemak er naar kunnen luisteren. van Onze groote vooraden moderne Costumes, Mantels, Japonnen, Kïndermantels, Rokken, Blouses, enz. worden vanaf hedenavond tegen zeer verlaagde prijzen in verkoop gebracht. Onze Etalages zullen U overtuigen, dat onze Opruiming een buitengewone gelegenheid is om U van voordeelige kleeding te voorzien. Haarlemmerstraat 114, Leiden. Wanneer dit kan worden bereikt, zou spr. er wel f 500 voor over hebben. De heer Vooren zou gaarne zien dat de heer v. d. Poll een; voorstel indiende om de herstelling aan te besteden. De heer Murk vraagt of het niet mo gelijk is, dat de muziektent in onderhoud overgaat bij de gemeente, en verder, of bij gelegenheid van een concert, bet publiek niet op het „Hof" kan worden toegelaten. Op beide vragen wordt ontkennend ge antwoord. Het voorstel van B. en W. wordt aange nomen. 9. Verslag en rekeningen Gasbedrijf, dienst 1922. i Goedgekeurd. (Vervolg Eerste Blad.) Merkwaardige uitspraak. Prof. Bruins heeft dezer dagen gespro ken voor het Fabrikantenverbond van den heer Maas. Blijkens het verslag in de bladen zei- de hij o.a.: Medezeggenschap, bedrijfsorganisatie e.d. zullen eerst kunnen komen, wan neer de kringen van den arbeid wezen lijk voor deze taak rijp zijn. Dan zal zij echter ook zeker komen, zij het in een vorm, dit thans niet to voorzeggen is. De bedrijfsleiders zijn in de meeste landen voor een niet ge ring deel uit de arbeiderskringen voortgekomen en wat hier voor het in dividu geldt, geldt ook voor do groep. Ook hier zal de ontwikkeling zich ech ter niet voor den dag der rijpheid vol trekken en dan zal veel kleinmoedig-; heid in het heden ten spijt blijken', dat deze ontwikkeling zoowel voor het be drijfsleven. zelf als voor de volksge meenschap in haar geheel, winst be- iteekent." Het is wel merkwaardig, zegt Patri monium, dat in dézen kring, waarin zoo *elle oppositie wordt gevoerd tegen „medezeggenschap" en „bedrijfsorganisa-* tie", aldus werd gesproken. Met Prof. Bruins zijn wij het in hoofd zaak eens. Alleen is er eenig verschil mogelijk over de vraag, wanneer de arbeiders „rijp" zijn voor de aangewezen taak. Aan het r ij p maken willen wij ïn elk geval gaarne, naar de mate van onze krachten, medewerken. Ons Babbelhoekje. Beste jongens en meisjes. Wel, wel, wat hebben jullie 't ons weer Heel veel oplossingen: en! bijna alle maal goede oplossingen, zoodat het heel moeilijk gaat een paar prijsjes too te kennen. kWe zulen echter trachten 't zoo goed mogelijk te doen en dan is 't het best om maar heel gauw weer 'n paar prijsjes be schikbaar te stellen, opdat de anderen die dit keer minder gelukkig waren pok een beurt krijgen. i Zooals ik al zei, waren do meeste op lossingen! goed. Heel wat jongens en meisjes schreven; in verband; met het tweede raadsel over het koude en gure weer van den! laalsten tijd. Een van de nichtjes echter („Vergeet mij nietje") maakte een versje op den zomer, dat ik yoor do aardigheid hier laat volgen: - De zomer is weer gauw in 't land, Zij brengt ons allen weer aan 't strand, Waar we genieten in het zand En plassen aan den waterkant. Komt, jongens, meisjes, meegegaan, t Trek nu je zomerpakje aan; Dan gaan we lustig vrij en blij i Met z'n allen in de rij. Ik vond het prettig dat jullie allemaal het verhaaltje zoo aardig vond. Maar als ik er nu weer een stuk van zal plaatsen, moet ik zelf zoo kort mo gelijk zijn. Daarom nu maar dadelijk aan de cor respondentie begonnen. „H ar t e d i e f j e" Leiden. Dat is wel erg jammer dat je zoo met je oogen sukkelt. Ik hoop dat de middelen geze gend zullen worden en dat je weer gauw mag opknappen. „Waterlelie" Lis se. Ja, die boekjes ken ik wel. Ze zijn heel wat mooier dan wij ze vroeger op school ge bruikten. Jullie wordt aardig verwend langzamerhand. „B o s c h v i o o 11 j e" L i s s e. Nee, 't is niet zoo heel kort. Ik geloof dat de meesten 't nogal aardig vinden. Dat is zeker een heel feest Maandag. kVeel ge noegen hoor! „Sneeuwwitje" L i s s e. Wel ge feliciteerd hoor met broertjes verjaardag. Had je nooit van Geestgronden gehoord? Vraag 't maar eens aan do meester of de juffrouw. J u n i o t". Dat was al een! heel kort briefje. Later ,wat meer zal ik maar ho- pen. „De twee Broertjes", Bode graven. En hebben jullie een gezelli- gen middag gehad? Wel fijn dunkt me zoo'n tochtje. De kleine Truus zal wel da delijk flink gehard worden. „E 1 z a b e" L e i d e d Op die manier komt de feeststemming er al vroeg in bij jullie. Weet je al waar de tocht naar toe gaat? Wat een feest zal dat wordenl „Roodkapje" Leiden. Prettig dat je het zoo goed met de meester kunt vinden. Je behoeft dan zeker ook niet veel school te blijven. We zulen eens Zien of je de tien verdient. 1 „De kleine generaal" Beiden. Ik dacht zoowaar dat je gesneuveld was of gedeserteerd, maar 't viel toch nog mee. 'Jammer dat je de krant kwijt was. I „Watergeus"- Leiden. Dat lijkt me een spannend verhaal. De volgende week stuur je zeker do rest? Binnenkort hoop ik 't dan wel te plaatsen. „Vaders Jongste" Leiden. Ja, dat wordt een korte zomer op die manier en waarschijnlijk weinig fruit. Maar wie ,weet, misschien valt het nog wel mee. I „Boterbloempje" Leiden. Die cijfers vind ik heel goed. Voor schrijven had ik je denk ik wat meer gegeven. Nee, het best is maar binnen te blijven, als je stil moet zitten tenminste. „Batavier" Leiden. Leuk, dat je zus je al les kan geven. En ben je een ijverige leerling? Met de vacantio kan het nog best heel mooi zijn. Maar geen zorgen voor den tijd! „Anneke" Leiden. Voorloopig zal 't nog niet gaan. De zaak is nog in voor bereiding. Je schrijft zeker wel, hoe 't met die kuikentjes-familie afloopt? S. en G. W. Woubrugge. Nee, ge zellig is het nieti maar we kunnen er niets aan veranderen. Ik heb vroeger ook heel wat gehengeld. Een prettig werkje, vooral als je wat vangt ook. „Duo" Voorschoten. ïk kan best begrijpen dat jullie druk zijn. Met het heen en weer reizen gaat ook nog heel ,wat tijd verloren. Enfin, ik kijk niet naar de lengte. „Sneeuwklokje" Leiden. Eigen lijk jammer dat het niet wat mooier weer was Woensdag. Bij zoo'n feest behoort eigenlijk ook wat zon. Gelukkig dat de zon ook schijnt als we haar niet zien. ,Wel bedankt voor het portret. „Ons Logeetje" Leiden. Ook wel bedankt voor het porti |t, dat dunkt me heel goed gelijkt. Zijn. de baren sinds gevallen? Prettig dat het zoo goed gaat op school. „Treuzel" Leiden. Dat is niets erg hoor! Als je wat langer meedoet en je wordt wat ouder, dan gaat 't vanzelf wel beter. Blijf maar dapper volhouden. „Vergeet mij nietje:: Wasse naar. De meeslen klagen over 't slech te weer en jij maakt een versje op den Zomer. Welja straks zal 't wel anders worden. Wie weet hoe mooi dit jaar nog .wordt. „Zilverpeertje" Leiden. Je hadt zeker niet veel lijd ditmaal. Vorige keeren hadt je tenminste veel mooier ge schreven dunkt me. Je geeft 't nogal niet gauw op, gelukkig. „Eekhoorntje" Leiden. Geduld maar, 't is nog geen 21 Juni. Wie weet hoe warm 't dan al is. Ja 't zou niet onaardig zijn als dergelijke hooge bezoe kers hier ook eens kwamen. M. G. Koudekerk. En zijn jullie nog in Leiden geweest? 't Weer was nog zoo kwaad niet, dien dag, dat trof nogal. Ja, ik ben over 't getal best tevreden. Je moet nog maar wat volhouden. „Narcis" Boskoop. Ik kan best begrijpen dat als 't een enkele maal mooi weer is, daar zooveel mogelijk gebruik van gemaakt wordt. We zijn neg niet verwend tot nu toe. „Wilde Bob" Leiden. Die meester weet wel wat goed voor je is. Ik zou maar goed mijn best doen. Leuk dat je „Batavier" daar ontmoette. „Jonge Gorrie" Koudekerk. Wel prettig voor-je, dat je daar nu ook heen mag. 't Geeft -een heele ontspanning. Als nu 't schoolwerk er maar niet onder lijdt. „Blondine" Koudekerk. Ik vind 't nog zoo kwaad niet. Het ontbreken van lijntjes is wel niet gemakkelijk, maar dat went wel. Wat een feest zal dat worden, 8 Augustus. „Jan van Galen" Koudekerk, 't Beste is de verwachtingen maar nooit te hoog te spannen. Ik zal eens opletten of ik onder „Omgeving" nog wat lees van a.s. Zondag. En anders schrijf je er ze ker wel wat van. Of 't een uitzoekerij is! „De kleine muzikant" Leiden. Ja, de meesten vonden het nogal mooi geloof ik. Nee, erg moeilijk wareni ze niet, ditmaal. De oplossing van de raadsels was: I. Koning Haakon van Noor wegen werd met groote geest drift ontvangen. Onderdeelen: Vin ger, Geestgrond, Warmond, hagedoorn, foto, wandtelcstj grootvader, enlereD, ken nis. II. Een en twintig Juni begint de zomer. Onderdeelen: Zwemmen, twintig, breien, Romeinen, Bru(i)nio, dog, Jet. En nu de prijzen. Dat was een groote moeilijkheid. Na lang zoeken en verge lijken hebben we zes Candida ten uitge kozen en teen twee briefjes getrokken. Daarbij bleek dat ditmaal „Water geus" en „Vergeet mij nietje" de geluk kigen waren. „Watergeus" ontvangt „Een slacht offer van Jaloezie" door J. A Schalekamp en" „Vergeet mij nietje"? Haar eerste dienst. t Hier volgen de nieuwe raadsels: 1 I. Voor de grooteren: Mijn geheel bestaat uit 44 letters. Een 3, 28, 6, 31, 24, 16 is een geldstuk, y Van vele vergaderingen wordt er 5, 26, 22, 28, 11, 39, 34 gemaakt. 29, 15, 37, 41 is een damp. I, 18, 7, 4, 37 is een bekend boek. 29, 8, 19, 33, 40, 43, 13 is een dorp in Noord-Holland. Een 27. 10, 20, 12, 17 gebruikt de land man. Een 35, 11, 42, 36, 44 vindt men op de zee. De 14, 9, 30, 32, 2, 5 zijn ondiepe plaatsen langs de kust. Een 23, 21, 10 is een bron. Een 25, 20, 42,. 38 ziet men zomers niet. II. Voor de kleineren: Mijn geheel bestaat uit 22 letters. Eon 11, 13, 20, 9, 7 is zwart. Een 2, 21, 3, 12, 16 is een mooie bloem 6, 18, 5 een familielid. Een 20, 1 ,10, 8 vindt men bijna i' ieder huis. Een 15, 12, 4, 8 is een kteine slaap plaats. 17, 14, 14, 19 is niet zoet. 22 is een n. Ingezonden door „Jonge Corrie". Allemaal vele groeten van Oom FELIX. NERGENS THUIS door Francine. H. In een oogenblik hadden de meisjes naar borden leeg gegeten, en de boerin die dit wel merkte, zeide: „Jullie lust nog wel een bordje, geloof ik." Alstublieft zeiden beiden te gelijk. Daar na kregen zij nog een paar tarweboterham- men met kaas en een glas melk en toen zei dc boerin die onder het eten der kin deren haai man al eens veelzeggend had aangekeken: Ziezoo kinderen nu moeten jullie maar eens wat van jezelf vertellen, 'k Zal het jou maar vragen ging zij voort Bertha, want ik geloof dat jij de oudste bent. Ja juffrouw, zei Bertha ik ben twaalf jaar en dat is mijn zusje Lucie die is tien. En hoe komt het dat jullie zoo laat nog naar de stad moeten? Vinden je ouders dat goed? vroeg de boerin weer. Bertha en Lucie zagen de boerin met open blikken aan. Ja juffrouw, zei Bertha, toen met zachte stem, Moeder heeft ons zelf naar de stad gestuurd eer zij stierf. En toen ging Bertha voort met vertellen. Zij en haar zusje Lucie waren de eenige kinderen van de weduwe Vredenburg, die in een groote stad op eenig dagreizen af stand van het dorp waar zij nu waren, had gewoond. Haar vader was machinist geweest en eens bij een spoorwegongeluk noodlotting om het leven gekomen. Dit was echter reeds heel lang geleden, want Lucie kon zich haar vader in het geheel niet, en Bertha slechts flauw her inneren. Toch wist zij nog we', aat vader als hij van het werk thuis kwam, met haar speel de en lachte. Teen was het o zoo prettig in hun huisje. Maar toen Vader zoo plotse ling gestorven was, moest Moeder hard gaan werken, om voor haar twee kleine meisjes te verdienen wat zij noodig had den. Tot laat in den nacht snorde de naai machine en 's morgens eer de kinderen op waren, was Moeder alweer aan het werk. Maar Moeder was niet sterk en al dat harde werken, deden haar krachten nog meer afnemen. Toen was Moeder, engeveer een half jaar geleden, ziek geworden. De kinderen dachten: Moeder zou wel gauw weer opstaan, maar de ziekte nam steed3 toe. Eens op een dag, had Moeder haar meisjes bij zich geroepen. Kinderen, had zij gezegd, 'k zal niet lang meer bij jullie kunnen blijven. En toen Bertha en Lucie daarop in scheien waren uitgebroken, had zij gezegd: Schreien jullie zoo niet. 'k Heb aan God gevraagd of Hij mij beter wilde maken, omdat ik o zoo graag nog wat bij jullie wilde blijven, maar God heeft bet zoo niet gewild. Hij wil mij tot Zich nemen in den hemel daarboven, waar Vader ook reeds is. En Hij heeft beloofd dat Hij voor je beidjes die nu weezen wordt, zal zorgen en als jullie Hem liefhebt, zullen jullie ook eenmaal in den hemel komen. En. jullie weten het wei, want Moeder heeft het al zoo vaak vor- teld, dat ook kinderen tot den Heiland mogen gaan en Hij je dan in Zijn armen zal nemen cn zegenen. En Moeder had ver der gezegd dat zij naar do stad A moes ten gaan. Daar woonde een tante van hen een zuster van Moeder. Zij gaf haar kinde ren een brief waarop het adres der tante stond en die zij aan .haar nmesten geven. Kort daarop was Moeder gestorven en toen zij begraven» was, bad een vriende lijke buurvrouw hen geholpen met het in pakken van het weinige goed dat zij had den, en daarop waren zij op weg gegaan. Twee dagen waren zij nu onderweg, en o zoo moe, maar gelukkig hadden zij niet onder den blooten hemel behoeven to sla pen. Telkens had een vriendelijke boerin hen wat eten en een warme slaapplaats verschaft. En dat zal ook nu gebeuren, zcido de boerin, toen de kinderen dit alles verteld hadden. Telkens bad zij met haai- mouw langs baar oogen gewreven toen dc k.ndo- ren aan liet vertellen waren, om dc öpko- mendo tranen af te drogen, want zij bad groot medelijden met do arme weesjes. Kom maar mee, zeidö zij tot do meisjes, dan zal ik jullie jo slaapplaats wijzen. Zij nam een blaker, stak een kaars aan en. ging de kinderen voor naar een klein, vriendelijk kamertje, met een bedstede er in. Zij hielp Bertha en Lucie bij hot uit- I klceden en stopte* baar daarna warm toe in bed. Zie zoo, zeido zij hartelijk, slaap nu maar lekker, dan zullen wij morgen verder zien. OYordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7