Dagblad voor Leiden en Omstreken.
IIEDWE LEIDSGHE COURANT
40e JAARGANG. - MAANDAG 11 JUNI 1923 - No. 95S
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. int. i2?8 - Postrekening 58030
ABOHBBEHENTSPRUS
In Leiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd rijn
Per kwartaal f 2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal ......f2.90
V Het Georganiseerd Overleg
in gevaar.
In Amsterdam wordt thans gestreden
over de invoering van de 48-urige ar
beidsweek voor de gemeente-werklieden.
Over het beginsel was reeds vroe
ger beslist.
In verband met door B. en W. gedane
concessies inzake de loonen enz., was
door de vertegenwoordigers der organi
saties met de 48-urige werkweek ge
noegen genomen.
Alleen over den datum van invoering
moest nog nader worden beslist, en die
datum werd vervolgens bepaald op 1 Juli
1923.
Men zou nieenen dat hiermee nu de
zaak uit zou zijn.
Dit bleek echter niet het geval.
Met uitzondering van den Christelijken
Bond, die het eens gegeven woord ge
stand -deed, werd de overeengekomen re
geling door alle organisaties verwor-
p e h.
In verband hiermede merkt de Neder
lander o.m. het volgende op:
„Het kan niet worden ontkend, dal
daarmede aan het instituut van het Ge
organiseerd Overleg oen gevoelige slag is
toegebracht.
Wanneer dit instituut zal slagen, dan
moet men een zeer groote mate van ze
kerheid hebben, dat de arbeiders hun
goedkeuring hechten aan datgene, wat
hun bereikt.
Gebeurt dit niet, dan ontaardt het Ge
organiseerd Overleg in een spelletje,
waarbij de arbeiders het verkregen re
sultaat, afgezien van de vraag of het
redelijk en billijk is, per sé afstemmen,
alleen om te zien, of er niet nog iets
meer valt te halen.
Met het gevolg, dat de arbeidersafge
vaardigden in eeft onmogelijke positie ko
men te verkeeren, omdat zij tegenover
B. en W. niet den minsten waarborg
kunnen geven, dat zij, hetgeen voorloopig
'is overeengekomen, ook bij hunne leden
ingang zullen weten te doen viuden".
Het blad wijst er dan verder op, dat
er een groot verschil is tusschen de ver
houdingen in het particulier bedrijf en
die in hot Overheidsbedrijf.
„Wanneer in het particulier bedrijf
geen overeenstemming mogelijk blijkt,
dan vólgt veelal staking of uitsluiting en
dat weten de arbeiders.
Maar wanneer B. en W. en de gemeen
te-arbeiders niet tot elkaar kunnen ko
men, dan volgt geen conflict, maar
beslist de Gemeenteraad.
En nu vragen wij of het niet waar
schijnlijk is, dat menige arbeider zich bij
zijn stem mede heeft laten leiden door
de gedachte, dan men nog wel eens een
kansje bij den Raad kon wagen, om de
invoering van de 48-urige arbeidsweek
nog wat te verschuiven.
Het is waarlijk niet alleen de arbei
ders kwalijk te nemen, wanneer zij in
de onderstelling verkeeïen, dat de soci-
aal-/lemocratische en communistische
raadsleden zich in ieder geval aan
liu n zijde zullen scharen!
Daarom staat de Gemeenteraad van
Amsterdam straks voor een uitermate
belangrijke beslissing.
Wanneer de 48-urige arbeidsweek ook
maar één dag na den eersten Juli wordt
ingevoerd, dan kunnen de arbeiders, die
zich tegen het voorloopig resultaat van
do Centrale Commissie hebben verzet,
zich er*op beroemen, dat dit voordeel,
dank zij hun a g i t a t i e, werd ver
kregen.
D^n wordt daarmede de gedachte ge
propageerd, dat men ook een volgende
maal het voorloopig resultaat van Geor
ganiseerd Overleg moet verwerpen, om
dat er bij den Raad wellicht nog „iets
te halen" valt.
Dan is het Georganiseerd Overleg, in
FEUILLETON
Van hooger Orde.
Naar het, En gelsch-
Toen juffrouw Silver als antwoord op
het driftig tikken de deur opende, zag ik
haar met los hangende haren en door
schreien opgezwollen gelaatstrekken en
haastte ik mij weg te komen. Ik begon
ie hopen, dat alles nog wel terecht zou
tornen.
Na theetijd zag ik niemand meer; maar
inen kwamen mevrouw Halifax en de
gouvernante samen binnen, 't Trof mij,
-jat de een gelaten en zacht, de ander
vriendelijk en teeder was. Beiden keken
achter zeer ernstig neen, droevig. Guy,
noch Edwin, noch de vader waren te
genwoordig. Toen men John's stem hoor
de, wasjuffrouw Silver juist opgestaan
om met Maud zich terug te trekken.
„Goedennaclit, want ik zal- niet meer
beneden komen," zei ze haastig.
„Goedennacht," antwoordde de moeder
fluisterend stond op, kuste haar vrien
delijk en liet haar gaan.
Toen Edwin en zijn vader verschenen,
'sagen dezen er ook wonderlijk ernstig
uit - zoo ernstig als of zij bij ingeving
«lies, wat er in huis gebeurd was, wis
sen. Natuurlijk sprak niemand er over,
lijnrechte tegenstelling met zijn oor-
spronkelijken opzet, geworden een insti
tuut van klassenstrijd.
Wij zijn er lang niet gerust op, dat de
Raad niet zal trachten, de bonden, die
als gelijk gerechtigde partijen over dc ar-
48-urige arbeidsweek inplaats van 1 Juli
b.v. 1 September in te voeren.
Wij herhalen, dat dan het Georgani
seerd Overleg zijn waarde heeft verloren.
Het verheugt ons, dat dit ook door den
Christelijken Bond is ingezien. Daar
heeft men getoond, de beginselen van
bet Georganiseerd Overleg te hegrijpen
en hoog te stellen.
Wij zouden het uitermate betreuTen,
indien bet zoover zou moeten komen.
Wij juichen het instituut van het Ge
organiseerd Overleg toe. Het is voor het
Overheidsbedrijf de belichaming van de
gedachte, dat werkgevers en werknemers
het voorstel afstemden, te paaien door de
beidsvoorwaarden zullen beraadslagen en
tot overeenstemming trachten te komen.
Hoe meer die gedachte doordringt, hoe
beter het-voor het economisch leven is.
Wie zich op dit standpunt stelt, zal van
harte wenschen, dat de Gemeenteraad,
ondanks de beslissing van de vergaderin
gen der arbeddsbonden, onv e r w ij 1 d
het voorloopig resultaat van
de c en t r al e zal b e k r a cïi t i g e n."
Wij hebben op deze zaak eenigszins
breedvoerig de aandacht gevestigd, om
dat, wat zich thans in Amsterdam af
speelt, ook voor andere plaatsen van be-
teekenis is.
ST&EJSWïEUBÏg
HET LEIDSCHE ZIEKENHUIS.
Wij hebben onlangs overgenomen een
artikel uit het „Vad." betreffende het
Leidsche Ziekenhuis.
Ter weerlegging daarvan schrijft nu de
heer T. Dekker, ingenieur bij de Rijks-
onderwijsgebouwen, het volgende in ge
noemd blad:
In de eerste plaats dan wat uw cor
respondent vermeldt over de financieele
zijde der kwestie. De schilderachtige be
schrijving van de nog niet alle van glas
ramen voorzien© gebouwen en van „het
wild en woest tusschen de gebouwen op
schietend gras", ga ik hier stilzwijgend
voorbij. Om de duiten gaat het in de onder-
werpelijke zaak wel in de eerste plaats.
Niettegenstaande toch de ziekenhuisbouw
te Leiden al ruim 10 jaar in behandeling
is, en de voorbereiding zonder eenige ge
heimzinnigheid heeft plaats gehad, heeft
men er tot voor kort, voor zoover mij be
kend, in de pers of andere publieke ge
schriften nagenoeg niet van gerept.
Dat de kosten van het in 1912 opge
maakt plan op ongeveer 5 millioen gulden
werden geraamd, met inbegrip van die
voor de niet tot het eigenlijke ziekenhuis
behoorende laboratoria, is jareu lang be
kend. Niemand beeft zich daaraan gestoo-
ten. Men wist, of althans kon weten, wat
men voor dien prijs, volgens de toen gel
dende bouwkosten, zou krijgen. Oppositie
van beteekenis is daartegen niet gevoerd;
er mag dus worden aangenomen, dat men
met het plan om in de, in vele opzichten
onhoudbare toestanden in het Leidsche
Ziekenhuis en ten aanzien van de onder
wijsinrichtingen van de Medische Facul
teit, afdoende verbetering te brengen en
de wijze waarop zulks zou geschieden,
vrede had.
Wij verkeerden in welstand; wij waren
in een rijken tijd. De uitgave van 5 mil
lioen over een 8- of la-tal jaren te ver-
deelen, was dus niet iets om over te val
len, waar het gold een noodzakelijke uit
gave ten behoeve van onze oudste, wijd
vermaarde Leidsche Universiteit. Er be
stond daar ook weinig reden voor. De
kosten per. bed de niet tot het zieken
huis behoorende laboratoria buiten be-
De moeder merkte alleen op, dat zij zoo
laat waren en dat zij er zoo vermoeid
uitzagen. Het avondeten ging stil voorbij
en Edwin nam daarop zijn kaars en ging
naar bed. Zijn vader riep hem terug.
„Edwin, zult gij er aan denken?"
„Ja, vader."
„Ie er iets met Edwin", vroeg do moe
der toen ook de anderen vertrokken wa
ren. „Waaraan moest hij denken?"
Ursala legde haar hoofd op zijn schou
der met een diepen zucht, van lang ver--,
kropte smart.
„Ik denk, dat gij alles weet. Ik dacht
wel dat ge 't spoedig gissen zoudt.
O, John onze gelukkige dagen zijn
voorbijl Onze kinderen zijn geen kinderen
meer." j
„Maar de onze nog immer, lieve -
en zij zullen altoos de onze wezen."
„Ach, wat zegt dat, als wij hen niet
langer gelukkig kunnen maken? Wan
neer zij hun geluk van anderen verwach
ten dan van ons? Mijn arme jongenl Te
denken dat zijn moeder hem niet troos
ten kan, noch voor smart behoeden!"
Zij schreide bitter.
Toen zij wat bedaard was, deed John
haar naast zich zitten en vroeg haar hem
alles te zeggen, wat er gebeurd was. Wei
nige woorden waren voldoende om Guy's
afwijzing en de redenen te vertellen.
„Zij heeft iemand anders lief. Toen ik
schouwing latende en rekening houdende
met de omstandigheden, dat een onder-
wijsziekenhuis met het oog op de talrijke
lokaliteiten voor college, laboratoria, poli
klinieken, enz., ongeveer 1 Vi maal zooveel
kubieke ruimte vordert als een gewoon
ziekenhuis waren geraamd op ongeveer
f 3800, dat is minder dan voor verscheiden
grootere, in de eerste tien jaren onzer
eeuw iu het buitenland gebouwde zieken
huizen betaald was.
Dat men bij den bouw gerekend heeft
op het zooveel mogelijk zelfstandig maken
van alle afdeelingon en daarbij het pavil
joenstelsel heeft toegepast, een stelsel, dat
beter dan eenig ander de gelegenheid biedt
in groeiende behoeften te voorzien, ook al
zou dat tot wat hoogere exploitatiekosten
aanleiding geven dan het volgen van een
meer geconcentreerd stelsel ,was ook in
overeenstemming met hetgeen bij talrijke
Universiteitsziekenhuizen in Duitschland,
Denemarken, Zwitserland enz. geschied is.
Edoch, de tijden kunnen veranderen!
Nauwelijks was men met den bouw begon
nen of de wereldoorlog brak uit. Ten einde
aan de bestaande en nog meer dreigende
werkloosheid tegemoet te komen, is in die
jaren toch de bouw voortgezet, niettegen
staande de aanschaffing van materialen
zeer groote moeilijkheden en zeer hooge
kosten meebracht. Maar men had tusschen
twee kwaden te kiezen en heeft dc keuze
gedaan, die men de beste achtte.
In do korte, na den oorlog ingetreden
periode van schijnwelvaart, zijn do loonen
gestegen tot een nooit gekende hoogte eu
eenmaal op dat pad gekomen, daarop
grootendeels gebleven. Behalve het nu nog
betoog, dat, waar de kosten van alle in die
tijdperken tot stand gebrachte bouwwer
ken buitensporig zijn gestegen, dit ook het
geval is" geweest en moest zijn met den
bouw van het Academisch Ziekenhuis? En
evenals de bouwkosten zijn gestegen, zul
len door die geheel veranderde omstandig
heden ook de exploitatiekosten veel hooger
zijn, dan waarop bij liet ontwerpen van
het plan gerekend behoefde te worden.
Dal dit onaangenaam is, zal ieder grif toe
geven. Het is vrij wat gemakkelijker uit
een goed voorziene schatkist b.v. één mil
lioen uit te geven, dan uit een berooide
schatkist twee en een half of driemaal die
som. En nu men voor dat geval is komen
te staan door omstandigheden, waaraan
de opzetters van de vroegere plannen zoo
onschuldig zijn als pasgeboren kinderen,
gaat een storm van verontwaardiging op
in den lande over de nuttelopze geldver
spilling en worden van alle kanten stee-
nen opgeraapt om ben naar het hoofd te
werpen.
Uw correspondent acht een van de rede
nen van de hooge bouwkosten, dat men
gebouwd heeft in eigen beheer.
Denkt men nu heuscli, dat de zao.k er
anders voorgestaan zou hebben en dat men
dien geldelijken tegenvaller had kunnen
voorkomen, wanneer de bouw openbaar
was aanbesteed? Weet men dan niet, dat
ook bij openbare aanbesteding, jaarlijks de
hoogstens te besteden sommen door ue
volksvertegenwoordiging worden toege
staan, zoodat de voortgang van het werk
niet veel sneller kon zijn geweest dan thans
het geval is, dus men toch in de dure tijden
was terecht gekomen! Meent de steller van
het artikel dan, dat de nadeelige finan
cieele gevolgen van de veranderde omstan
digheden gedurende die jaren geheel door
de betrokken aannemers zouden zijn ge
dragen, in plaats van door het Rijk, dus
het belastingbetalend publiek? Ik dacht dat
het onnoodig zou zijn daarover nog te
spreken en dat men wel weten zou, hoe ge
durende de oorlogsjaren de overheid de
betrokkenen op ruime wijze is tegemoet
gekomen wegens schade, door hen ten ge
volge van buitengewone omstandigheden
geleden.
Maar enfin, over al die dingen wordt in
den regel niet gedacht, wanneer alles goed
gaat. Eerst wanneer men voor uitgaven
komt te staan, die tegenvallen, wordt men
als zijn moeder haar dit ging vra
gen, bekende zij 't."
„En wat hebt ge gezegd?"
Wat kon ik zeggen? Ik kon 't haar
niet kwalijk nemen, 't Speet me zelfs
voor haar. Zij schreidde zoo bitter en
smeekte mij haar te vergeven. Ik zei, dat
ik dat deed en dat ik hoopte, dat zij ge
lukkig zou zijn."
„Dat was goed. Ik hen blij, dat gij dat
hebt gezegd. Heeft zij u gezegd, wie hij
ideze minnaar, was?"
„Neen. Ze zeide, dat ze dat niet kon,
tenzij hij haar verlof gaf. Dat zij niet
wist of ze ooit zouden trouwen. Zij wist
niets anders dan dat hij goed en vriende
lijk was en het eenige wezen in de we
reld, dat ooit om haar gegeven had."
„Arm meisje!"
„John," verschrikt door zijn manier
van doen „ge hebt mij iets te vertel
len? Gij weet wie 't is deze man, die
stond tusschen mijn zoon en zijn geluk?"
„Ja, ik weet 't."
Ik kan niet zeggen in hoeverre de moe
der 't begreep ik begreep 't als bij in
geving; maar zij zag haar man in 't ge
zicht met een plotselingen, sprakeloozen
schrik.
„Mijn beste, 't is een groot ongeluk,
maar men kan 't niemand wijten noch
ons, noch hun zij dachten er niet aan,
dat Guy haar zou beminnen. Hij zegt 't
onaangenaam geprikkeld en wreekt men
zich op de ongelukkigen, die daarin een
rol hebben gespeeld. Zoo is hét in de we
reld altijd geweest en zoo zal het, zoolang
er menschen bestaan, wel altijd blijven!
Om nog even op de wijze van uitvoering
terug te komen, zij hier vermeld, dat ai
heeft geen openbare aanbesteding plaats
gevonden, toch alle belangrijke onderdee-
len van het werk ondershands zijn aanbe
steed, in den regel met scherpe concur
rentie.
Uw correspondent vindt aan het geheele
bouwwerk eigenlijk niets goeds! De gekste
dingen zijn volgens hem uitgehaald.
Bij een paar voorbeelden tot staving
van de .dwaasheden" vergist hij zich ech
ter of is verkeerd ingelicht, onder andere,
waar liij beweert, dat bij een aantal van
600 bedden op logies voor slechts 150 ver
pleegsters gerekend is. Er is n.l. niet ge
rekend op logies voor 150 verpleegsters,
maar voor ruim 200, terwijl zonder hooge
kosten gelegenheid tot aanmerkelijke uit
breiding van het aantal bestaat. In menig
particulier ziekenhuis doet men het ook
zelfs in den tegenwoordigen tijd met min
der verpleegsters dan 1 op de 3 bedden, in
een academisch ziekenhuis moet men ech
ter wel op een grooter aantal rekenen,
hoewel het niet bepaald noodig is. dat alle
verpleegsters inwonend zijn.
Dan spreekt uw correspondent van do
warmwater- en stoomketels, die reeds
jaren in het machinegebouw liggen, terwijl
die ketels daarin ongpveer één Jaar liggen
en de bemetseling eerst eenige maanden
geleden gereed is gekomen. Was er niet
ongeveer anderhalf jaar geleden 't groote
stagnatie in den voortgang der werkzaam
heden ingetreden, met 't oog op een toen
ingesteld onderzoek naar de mogelijkheid
lot bezuiniging op den bouw en de exploi
tatie van het ziekenhuis, dan zouden die
ketels vermoedelijk thans noodig zijn ge
weest om eenige, dan in 'n verder stadium
verkeerende, gebouwen matig te kunnen
verwarmen; zeer gewcnscht in verband
met den stand van het werk. Door die stag
natie is de zaak nu anders. Dat men ech
ter nu toch die kostbare installatie be
hoorlijk onderhoudt, daarvan kan moeilijk
een verwijt worden gemaakt
Men steekt den draak met de ligging
van de centrale keuken, die evenals bij
verschillende buitenlandsehó ziekenhuizen
is ontworpen in hetzelfde gebouw als de
wasscherijr- de machinale inrichting en de
lierslellingswerkplaaIsenaan den rand
van het complex. Ik heb de moeite geno
men nog eens de plattegronden te raad
plegen yan een groot aantal biütonlandschc
ziekenhuizen en gezien, dat daar vrijwel
overal do zaak op dezelfde wijze is opge
lost als te Leiden. Evenals bij liet Acade
misch Ziekenhuis is men dus ook daar zoo
dom geweest liever het transport van het
eten maar over wat grootere afsta Aden
te doen geschieden, dan de ziekenhuisbe
volking altijd in den rook en de etenslucht
te laten verkeeren.
De ligging van het bedoeld gebouw te
Leiden, nl. zoodanig dat het tevens het
geheelp terrein van den spoorweg afsluit,
en een aansluiting aan dien spoorweg voor
het transport van kolen en grootere hoe
veelheden levensmiddelen bijzonder ge
makkelijk. maakt, is om die reden en met
het oog op de meest heerscliende winden,
zelfs bijzonder gunstig.
Mot verontwaardiging wordt gewezen
op do mijns inziens zeer terecht breed
ontworpen gangen: zij zijn n.l. 2.80 M. a
3 M. breed. In vele ziekenhuizen zal uw
correspondent kunnen opmerken, dat de
gangen, die gewoonlijk tevens gebruikt
worden om allerlei meubelstukken, enz., die
op de zalen tijdelijk in den weg staan, of
tijdens het schoonmaken van die zalen
te plaatsen, te smal zijn ontworpen en dat
men daar last van ondervindt. Bovendien
is de te verkrijgen besparing door het
smaller maken van do gangen, ook wat de
verwarmingskosten betreft, niet zoo groot
als men oppervlakkig denkt. De uitkomst
Edwin zelf."
„Is 't Edwin?" riep zij op een toon
alsof 't hart haar brak. „Zijn eigen broe
der zijn eigen broeder! O, mijn arme
Guy!"
Wel mocht de moeder bedroefd wezen!
Wel mocht do vader er uitzien, alsof ja
ren van zorg aan. zijn leven waren toege
voegd op dien eenen dag!
Enkele oogenblikken zaten we, verbijs
terd als 't ware, alsof die verhaal was
verteld met betrekking tot een ander ge
zin dan 't onze. Werktuigelijk sloeg de
moeder de oogen op, 't eerste, wat zij ont
moetten was een waterverf-teekening,
voorstellende een kind met roode wangen
en oen hoepel, dat zag naar een ander
roodwangig kind, met een ruiker Ed
win en kleine Guy.
„Guy leerde Edwin loopen. Edwin leer
de Guy de letters. Hoeveel hielden zij van
elkander deze beide jongens. Nu
zal de broeder opstaan tegen den broe
der! Zij zullen zich nooit meer als broe
ders gevoelen nooit meer!"
„Jolin, spreek nu niet tegen mij. 't Is
zoo verschrikkelijk om er aan te denken.
Mijn heide jongens mijn beide flinke
jongens, ongelukkig gemaakt voor dat
meisje. O, dat zij nooit onze deur ware
binnengekomen! O, dat zij nooit geboren
ware!"
„Neen, zoo moet gij niet spreken. Denk
AOWEÜTEÜTSE-PHIJS
Gewone advertentien per regel 22'A cent.
Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieéj
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentien bij vooruitbeta
ling van ten hoogste 30 wóórden, wordeqj
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
van zulk een becijfering valt lang niet mee.
De bijzonder fraaie verlichting van dé
collegezalen schijnt ook al geen genade
te vinden. Dat een der operatiekamera
uitsluitend zijlicht heeft, is daaraan toe
te schrijven, dat de bij de inrichting ge-»
raadpleegde hoogleeraar zulks wenschte,
of althans voldoende achtte. Bij het ont
werpen en uitwerken van alle plannen is
n.l. langdurig en breedvoerig overleg ge
pleegd met de toekomstige gebruikers, welk
overleg herhaaldelijk tot geheele omwer
king van onderdeelen van het plan geleid
heeft; terwijl ook thans nog bij de voorbe
reiding van de verdere inrichting en
meubileering van de gebouwen, een voort
durend overleg wordt gehouden, dat soms
tót in de kleinste détails afdaalt.
Uw correspondent verwondert zich over
een afstand van GO M. tusschen een zie
kenzaal en een operatiekamer in een der
gebouwen. In een artikel van Prof. Cohen
over Amerikaansche Universiteitsgebou
wen, las ik onlangs van een hoogleeraar,
die zeven minuten had te loopen binnen
bet gebouw om van zijn kamer naar zijn
collegezaal te komen; dat is nog wel wat
anders dan die 60 M.! Laat men daarom
toch die paar lien'allen meiers voor het
vervoer van den patiënt laten rusten. In
verschillende buitenïandsche moderne zie
kenhuizen worden de operaties verricht in
afzonderlijke gebouwen en moeten de pa
tiënten in de open lucht vervoerd worden.
Waar uw correspondent verder die eet-
en recreatiezalen, waarvan hij spreekt,
voot assistenten in de verschillende afdee-
lingen ontdekt heeft, is mij een raadseL
Eveneens hoe hij tot de ontdekking geko
men is van een gevoerden titanisch en
strijd tusschen den Geneesheer-Directeur
en den Rijksbouwmeester. De strijd wordt
dan zeker zoo in het duister gevoerd, dat
personen, die geregeld mt de autoriteiten
in aanraking komen, daar niets van be
merken.
Met groote zorg is uw correspondent
vervuld over do wijze, waarop men het
ziekenhuis te Leiden vol zal krijgen. Dat
kan inderdaad een zaak zijn die zorg
baartgezien de ongunstige of zog
men wil gunstige ligging van een kleins
stad als Leiden, die zelf verschillende zie-
keninrichtingen bezit, op kleinen afstand
van een aantal groote steden, die alle van
groote, goed ingerichte ziekenhuizen zijn
voorzien. Het is niet onmogelijk, dat de
stad Leiden niet genoeg patiënten leveren
kan, zoodat voor de toevloeiing van pa
tiënten van elders maatregelen zullen moe
ten worden getroffen, wellicht met gelde
lijke opofferingen. Wcnscht men dit niet,
dan zal vrij zeker dc Medische Faculteit
op den duur een kwijnend bestaan moeten
gaan leiden. Zoolang men echter aan de
Universiteit te Leiden, de stad van den
grooten Boerhaave, een medischo faculteit
wil handhaven, die in staat is met vrucht
do opleiding van onze aanstaande medici
te blijven verzorgen, is een behoorlijk in-*
gericht Ziekenhuis jp.et oen vrij talrijke
ziekenbevolking onvermijdelijk.
Eén ding ten slotte ben ik met uwen
correspondent eens, nl. in den wc-nsch, dat
zoo spoedig mogelijk een beslissing valt
hoe het verder met den ziekenhuisbouw
zal verloopen; en velen zullen dien wensch
beamen."
Smokkelen.
In het Vrijdag onder bovenstaand cf>t
schrift geplaatst bericht, werd o.m. do
naam genoemd van de firma Hartevcld.
Men maakt er ons echter op opmerk
zaam, dat deze firma zooals ook uit con.
in dit nummer opgenomen ingezonden stuk
blijkt, niet alleen geheel buiten deze srnok-
kelaffaire staat, maar dat zij integendeel
de autoriteiten b ij do aanhouding
behulpzaam was.
Ter voorkoming vaa verkeerde en voor
de bedoelde firma zeer onaangename ge
volgtrekkingen, vestigen wij hierop ga ar na
de aandacht onzer lezers.
«-»«wirra i iib iiii imi i i irnq
er aan Edwin heeft haar lief zij zal
Edwin's vrouw worden."
„Nooit! riep de moeder, wanhopig
„Ik zal 't niet toestaan, Guy is de oud
ste Zijn broeder heeft laag gehandeld. Zij
ook. Neen, John, ik zal 't nooit toe-i
staan."
„Gij wilt er niet in toestemmen, wat
reeds is gebeurd wat de Voorzienig^
beid toeliet, dat gebeurde? Ursala gij
vergeet zij beminnen elkander."
Dit ééne feit deze plechtige hooghou
ding van de wet der liefde, in welke John
geloofde, in welko zij beiden geloofden,
zoo heilig vast scheen de indruk to
maken op mevrouw Halifax. Haar harts
tocht bedaarde.
„Ik kan niet helder oordeelen. Gij i
kunt 't altoos. Man, lielp mij!"
„Arme vrouw arme moeder", morn- i
pelde hij, haar liefkozende.
„Helaas, dat ik je brengen moest in
zulk een zee van leed!"
Misschien bedoelde hij hiermede, dat
- hij juffrouw Silver in ons huis had ge-»
bracht; misschien had hij zijn verblind-»
beid op 't oog of zijn gebrek aan ouder-»
lijke voorzorg bij 't gedurig in a&nra-»
king brengen van deze jonge lieden met
elkander. Maar John was cr de man niet
naar om te treuren over onvermijdolijko
dingen.
(Wordt vervolgd.)