Dagblad voor Leiden en Omstreken. IIEDWE LEIDSGHE COURANT 40e JAARGANG. - MAANDAG 11 JUNI 1923 - No. 95S BureauHooigracht 35 - Leiden - Tel. int. i2?8 - Postrekening 58030 ABOHBBEHENTSPRUS In Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd rijn Per kwartaal f 2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal ......f2.90 V Het Georganiseerd Overleg in gevaar. In Amsterdam wordt thans gestreden over de invoering van de 48-urige ar beidsweek voor de gemeente-werklieden. Over het beginsel was reeds vroe ger beslist. In verband met door B. en W. gedane concessies inzake de loonen enz., was door de vertegenwoordigers der organi saties met de 48-urige werkweek ge noegen genomen. Alleen over den datum van invoering moest nog nader worden beslist, en die datum werd vervolgens bepaald op 1 Juli 1923. Men zou nieenen dat hiermee nu de zaak uit zou zijn. Dit bleek echter niet het geval. Met uitzondering van den Christelijken Bond, die het eens gegeven woord ge stand -deed, werd de overeengekomen re geling door alle organisaties verwor- p e h. In verband hiermede merkt de Neder lander o.m. het volgende op: „Het kan niet worden ontkend, dal daarmede aan het instituut van het Ge organiseerd Overleg oen gevoelige slag is toegebracht. Wanneer dit instituut zal slagen, dan moet men een zeer groote mate van ze kerheid hebben, dat de arbeiders hun goedkeuring hechten aan datgene, wat hun bereikt. Gebeurt dit niet, dan ontaardt het Ge organiseerd Overleg in een spelletje, waarbij de arbeiders het verkregen re sultaat, afgezien van de vraag of het redelijk en billijk is, per sé afstemmen, alleen om te zien, of er niet nog iets meer valt te halen. Met het gevolg, dat de arbeidersafge vaardigden in eeft onmogelijke positie ko men te verkeeren, omdat zij tegenover B. en W. niet den minsten waarborg kunnen geven, dat zij, hetgeen voorloopig 'is overeengekomen, ook bij hunne leden ingang zullen weten te doen viuden". Het blad wijst er dan verder op, dat er een groot verschil is tusschen de ver houdingen in het particulier bedrijf en die in hot Overheidsbedrijf. „Wanneer in het particulier bedrijf geen overeenstemming mogelijk blijkt, dan vólgt veelal staking of uitsluiting en dat weten de arbeiders. Maar wanneer B. en W. en de gemeen te-arbeiders niet tot elkaar kunnen ko men, dan volgt geen conflict, maar beslist de Gemeenteraad. En nu vragen wij of het niet waar schijnlijk is, dat menige arbeider zich bij zijn stem mede heeft laten leiden door de gedachte, dan men nog wel eens een kansje bij den Raad kon wagen, om de invoering van de 48-urige arbeidsweek nog wat te verschuiven. Het is waarlijk niet alleen de arbei ders kwalijk te nemen, wanneer zij in de onderstelling verkeeïen, dat de soci- aal-/lemocratische en communistische raadsleden zich in ieder geval aan liu n zijde zullen scharen! Daarom staat de Gemeenteraad van Amsterdam straks voor een uitermate belangrijke beslissing. Wanneer de 48-urige arbeidsweek ook maar één dag na den eersten Juli wordt ingevoerd, dan kunnen de arbeiders, die zich tegen het voorloopig resultaat van do Centrale Commissie hebben verzet, zich er*op beroemen, dat dit voordeel, dank zij hun a g i t a t i e, werd ver kregen. D^n wordt daarmede de gedachte ge propageerd, dat men ook een volgende maal het voorloopig resultaat van Geor ganiseerd Overleg moet verwerpen, om dat er bij den Raad wellicht nog „iets te halen" valt. Dan is het Georganiseerd Overleg, in FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het, En gelsch- Toen juffrouw Silver als antwoord op het driftig tikken de deur opende, zag ik haar met los hangende haren en door schreien opgezwollen gelaatstrekken en haastte ik mij weg te komen. Ik begon ie hopen, dat alles nog wel terecht zou tornen. Na theetijd zag ik niemand meer; maar inen kwamen mevrouw Halifax en de gouvernante samen binnen, 't Trof mij, -jat de een gelaten en zacht, de ander vriendelijk en teeder was. Beiden keken achter zeer ernstig neen, droevig. Guy, noch Edwin, noch de vader waren te genwoordig. Toen men John's stem hoor de, wasjuffrouw Silver juist opgestaan om met Maud zich terug te trekken. „Goedennaclit, want ik zal- niet meer beneden komen," zei ze haastig. „Goedennacht," antwoordde de moeder fluisterend stond op, kuste haar vrien delijk en liet haar gaan. Toen Edwin en zijn vader verschenen, 'sagen dezen er ook wonderlijk ernstig uit - zoo ernstig als of zij bij ingeving «lies, wat er in huis gebeurd was, wis sen. Natuurlijk sprak niemand er over, lijnrechte tegenstelling met zijn oor- spronkelijken opzet, geworden een insti tuut van klassenstrijd. Wij zijn er lang niet gerust op, dat de Raad niet zal trachten, de bonden, die als gelijk gerechtigde partijen over dc ar- 48-urige arbeidsweek inplaats van 1 Juli b.v. 1 September in te voeren. Wij herhalen, dat dan het Georgani seerd Overleg zijn waarde heeft verloren. Het verheugt ons, dat dit ook door den Christelijken Bond is ingezien. Daar heeft men getoond, de beginselen van bet Georganiseerd Overleg te hegrijpen en hoog te stellen. Wij zouden het uitermate betreuTen, indien bet zoover zou moeten komen. Wij juichen het instituut van het Ge organiseerd Overleg toe. Het is voor het Overheidsbedrijf de belichaming van de gedachte, dat werkgevers en werknemers het voorstel afstemden, te paaien door de beidsvoorwaarden zullen beraadslagen en tot overeenstemming trachten te komen. Hoe meer die gedachte doordringt, hoe beter het-voor het economisch leven is. Wie zich op dit standpunt stelt, zal van harte wenschen, dat de Gemeenteraad, ondanks de beslissing van de vergaderin gen der arbeddsbonden, onv e r w ij 1 d het voorloopig resultaat van de c en t r al e zal b e k r a cïi t i g e n." Wij hebben op deze zaak eenigszins breedvoerig de aandacht gevestigd, om dat, wat zich thans in Amsterdam af speelt, ook voor andere plaatsen van be- teekenis is. ST&EJSWïEUBÏg HET LEIDSCHE ZIEKENHUIS. Wij hebben onlangs overgenomen een artikel uit het „Vad." betreffende het Leidsche Ziekenhuis. Ter weerlegging daarvan schrijft nu de heer T. Dekker, ingenieur bij de Rijks- onderwijsgebouwen, het volgende in ge noemd blad: In de eerste plaats dan wat uw cor respondent vermeldt over de financieele zijde der kwestie. De schilderachtige be schrijving van de nog niet alle van glas ramen voorzien© gebouwen en van „het wild en woest tusschen de gebouwen op schietend gras", ga ik hier stilzwijgend voorbij. Om de duiten gaat het in de onder- werpelijke zaak wel in de eerste plaats. Niettegenstaande toch de ziekenhuisbouw te Leiden al ruim 10 jaar in behandeling is, en de voorbereiding zonder eenige ge heimzinnigheid heeft plaats gehad, heeft men er tot voor kort, voor zoover mij be kend, in de pers of andere publieke ge schriften nagenoeg niet van gerept. Dat de kosten van het in 1912 opge maakt plan op ongeveer 5 millioen gulden werden geraamd, met inbegrip van die voor de niet tot het eigenlijke ziekenhuis behoorende laboratoria, is jareu lang be kend. Niemand beeft zich daaraan gestoo- ten. Men wist, of althans kon weten, wat men voor dien prijs, volgens de toen gel dende bouwkosten, zou krijgen. Oppositie van beteekenis is daartegen niet gevoerd; er mag dus worden aangenomen, dat men met het plan om in de, in vele opzichten onhoudbare toestanden in het Leidsche Ziekenhuis en ten aanzien van de onder wijsinrichtingen van de Medische Facul teit, afdoende verbetering te brengen en de wijze waarop zulks zou geschieden, vrede had. Wij verkeerden in welstand; wij waren in een rijken tijd. De uitgave van 5 mil lioen over een 8- of la-tal jaren te ver- deelen, was dus niet iets om over te val len, waar het gold een noodzakelijke uit gave ten behoeve van onze oudste, wijd vermaarde Leidsche Universiteit. Er be stond daar ook weinig reden voor. De kosten per. bed de niet tot het zieken huis behoorende laboratoria buiten be- De moeder merkte alleen op, dat zij zoo laat waren en dat zij er zoo vermoeid uitzagen. Het avondeten ging stil voorbij en Edwin nam daarop zijn kaars en ging naar bed. Zijn vader riep hem terug. „Edwin, zult gij er aan denken?" „Ja, vader." „Ie er iets met Edwin", vroeg do moe der toen ook de anderen vertrokken wa ren. „Waaraan moest hij denken?" Ursala legde haar hoofd op zijn schou der met een diepen zucht, van lang ver--, kropte smart. „Ik denk, dat gij alles weet. Ik dacht wel dat ge 't spoedig gissen zoudt. O, John onze gelukkige dagen zijn voorbijl Onze kinderen zijn geen kinderen meer." j „Maar de onze nog immer, lieve - en zij zullen altoos de onze wezen." „Ach, wat zegt dat, als wij hen niet langer gelukkig kunnen maken? Wan neer zij hun geluk van anderen verwach ten dan van ons? Mijn arme jongenl Te denken dat zijn moeder hem niet troos ten kan, noch voor smart behoeden!" Zij schreide bitter. Toen zij wat bedaard was, deed John haar naast zich zitten en vroeg haar hem alles te zeggen, wat er gebeurd was. Wei nige woorden waren voldoende om Guy's afwijzing en de redenen te vertellen. „Zij heeft iemand anders lief. Toen ik schouwing latende en rekening houdende met de omstandigheden, dat een onder- wijsziekenhuis met het oog op de talrijke lokaliteiten voor college, laboratoria, poli klinieken, enz., ongeveer 1 Vi maal zooveel kubieke ruimte vordert als een gewoon ziekenhuis waren geraamd op ongeveer f 3800, dat is minder dan voor verscheiden grootere, in de eerste tien jaren onzer eeuw iu het buitenland gebouwde zieken huizen betaald was. Dat men bij den bouw gerekend heeft op het zooveel mogelijk zelfstandig maken van alle afdeelingon en daarbij het pavil joenstelsel heeft toegepast, een stelsel, dat beter dan eenig ander de gelegenheid biedt in groeiende behoeften te voorzien, ook al zou dat tot wat hoogere exploitatiekosten aanleiding geven dan het volgen van een meer geconcentreerd stelsel ,was ook in overeenstemming met hetgeen bij talrijke Universiteitsziekenhuizen in Duitschland, Denemarken, Zwitserland enz. geschied is. Edoch, de tijden kunnen veranderen! Nauwelijks was men met den bouw begon nen of de wereldoorlog brak uit. Ten einde aan de bestaande en nog meer dreigende werkloosheid tegemoet te komen, is in die jaren toch de bouw voortgezet, niettegen staande de aanschaffing van materialen zeer groote moeilijkheden en zeer hooge kosten meebracht. Maar men had tusschen twee kwaden te kiezen en heeft dc keuze gedaan, die men de beste achtte. In do korte, na den oorlog ingetreden periode van schijnwelvaart, zijn do loonen gestegen tot een nooit gekende hoogte eu eenmaal op dat pad gekomen, daarop grootendeels gebleven. Behalve het nu nog betoog, dat, waar de kosten van alle in die tijdperken tot stand gebrachte bouwwer ken buitensporig zijn gestegen, dit ook het geval is" geweest en moest zijn met den bouw van het Academisch Ziekenhuis? En evenals de bouwkosten zijn gestegen, zul len door die geheel veranderde omstandig heden ook de exploitatiekosten veel hooger zijn, dan waarop bij liet ontwerpen van het plan gerekend behoefde te worden. Dal dit onaangenaam is, zal ieder grif toe geven. Het is vrij wat gemakkelijker uit een goed voorziene schatkist b.v. één mil lioen uit te geven, dan uit een berooide schatkist twee en een half of driemaal die som. En nu men voor dat geval is komen te staan door omstandigheden, waaraan de opzetters van de vroegere plannen zoo onschuldig zijn als pasgeboren kinderen, gaat een storm van verontwaardiging op in den lande over de nuttelopze geldver spilling en worden van alle kanten stee- nen opgeraapt om ben naar het hoofd te werpen. Uw correspondent acht een van de rede nen van de hooge bouwkosten, dat men gebouwd heeft in eigen beheer. Denkt men nu heuscli, dat de zao.k er anders voorgestaan zou hebben en dat men dien geldelijken tegenvaller had kunnen voorkomen, wanneer de bouw openbaar was aanbesteed? Weet men dan niet, dat ook bij openbare aanbesteding, jaarlijks de hoogstens te besteden sommen door ue volksvertegenwoordiging worden toege staan, zoodat de voortgang van het werk niet veel sneller kon zijn geweest dan thans het geval is, dus men toch in de dure tijden was terecht gekomen! Meent de steller van het artikel dan, dat de nadeelige finan cieele gevolgen van de veranderde omstan digheden gedurende die jaren geheel door de betrokken aannemers zouden zijn ge dragen, in plaats van door het Rijk, dus het belastingbetalend publiek? Ik dacht dat het onnoodig zou zijn daarover nog te spreken en dat men wel weten zou, hoe ge durende de oorlogsjaren de overheid de betrokkenen op ruime wijze is tegemoet gekomen wegens schade, door hen ten ge volge van buitengewone omstandigheden geleden. Maar enfin, over al die dingen wordt in den regel niet gedacht, wanneer alles goed gaat. Eerst wanneer men voor uitgaven komt te staan, die tegenvallen, wordt men als zijn moeder haar dit ging vra gen, bekende zij 't." „En wat hebt ge gezegd?" Wat kon ik zeggen? Ik kon 't haar niet kwalijk nemen, 't Speet me zelfs voor haar. Zij schreidde zoo bitter en smeekte mij haar te vergeven. Ik zei, dat ik dat deed en dat ik hoopte, dat zij ge lukkig zou zijn." „Dat was goed. Ik hen blij, dat gij dat hebt gezegd. Heeft zij u gezegd, wie hij ideze minnaar, was?" „Neen. Ze zeide, dat ze dat niet kon, tenzij hij haar verlof gaf. Dat zij niet wist of ze ooit zouden trouwen. Zij wist niets anders dan dat hij goed en vriende lijk was en het eenige wezen in de we reld, dat ooit om haar gegeven had." „Arm meisje!" „John," verschrikt door zijn manier van doen „ge hebt mij iets te vertel len? Gij weet wie 't is deze man, die stond tusschen mijn zoon en zijn geluk?" „Ja, ik weet 't." Ik kan niet zeggen in hoeverre de moe der 't begreep ik begreep 't als bij in geving; maar zij zag haar man in 't ge zicht met een plotselingen, sprakeloozen schrik. „Mijn beste, 't is een groot ongeluk, maar men kan 't niemand wijten noch ons, noch hun zij dachten er niet aan, dat Guy haar zou beminnen. Hij zegt 't onaangenaam geprikkeld en wreekt men zich op de ongelukkigen, die daarin een rol hebben gespeeld. Zoo is hét in de we reld altijd geweest en zoo zal het, zoolang er menschen bestaan, wel altijd blijven! Om nog even op de wijze van uitvoering terug te komen, zij hier vermeld, dat ai heeft geen openbare aanbesteding plaats gevonden, toch alle belangrijke onderdee- len van het werk ondershands zijn aanbe steed, in den regel met scherpe concur rentie. Uw correspondent vindt aan het geheele bouwwerk eigenlijk niets goeds! De gekste dingen zijn volgens hem uitgehaald. Bij een paar voorbeelden tot staving van de .dwaasheden" vergist hij zich ech ter of is verkeerd ingelicht, onder andere, waar liij beweert, dat bij een aantal van 600 bedden op logies voor slechts 150 ver pleegsters gerekend is. Er is n.l. niet ge rekend op logies voor 150 verpleegsters, maar voor ruim 200, terwijl zonder hooge kosten gelegenheid tot aanmerkelijke uit breiding van het aantal bestaat. In menig particulier ziekenhuis doet men het ook zelfs in den tegenwoordigen tijd met min der verpleegsters dan 1 op de 3 bedden, in een academisch ziekenhuis moet men ech ter wel op een grooter aantal rekenen, hoewel het niet bepaald noodig is. dat alle verpleegsters inwonend zijn. Dan spreekt uw correspondent van do warmwater- en stoomketels, die reeds jaren in het machinegebouw liggen, terwijl die ketels daarin ongpveer één Jaar liggen en de bemetseling eerst eenige maanden geleden gereed is gekomen. Was er niet ongeveer anderhalf jaar geleden 't groote stagnatie in den voortgang der werkzaam heden ingetreden, met 't oog op een toen ingesteld onderzoek naar de mogelijkheid lot bezuiniging op den bouw en de exploi tatie van het ziekenhuis, dan zouden die ketels vermoedelijk thans noodig zijn ge weest om eenige, dan in 'n verder stadium verkeerende, gebouwen matig te kunnen verwarmen; zeer gewcnscht in verband met den stand van het werk. Door die stag natie is de zaak nu anders. Dat men ech ter nu toch die kostbare installatie be hoorlijk onderhoudt, daarvan kan moeilijk een verwijt worden gemaakt Men steekt den draak met de ligging van de centrale keuken, die evenals bij verschillende buitenlandsehó ziekenhuizen is ontworpen in hetzelfde gebouw als de wasscherijr- de machinale inrichting en de lierslellingswerkplaaIsenaan den rand van het complex. Ik heb de moeite geno men nog eens de plattegronden te raad plegen yan een groot aantal biütonlandschc ziekenhuizen en gezien, dat daar vrijwel overal do zaak op dezelfde wijze is opge lost als te Leiden. Evenals bij liet Acade misch Ziekenhuis is men dus ook daar zoo dom geweest liever het transport van het eten maar over wat grootere afsta Aden te doen geschieden, dan de ziekenhuisbe volking altijd in den rook en de etenslucht te laten verkeeren. De ligging van het bedoeld gebouw te Leiden, nl. zoodanig dat het tevens het geheelp terrein van den spoorweg afsluit, en een aansluiting aan dien spoorweg voor het transport van kolen en grootere hoe veelheden levensmiddelen bijzonder ge makkelijk. maakt, is om die reden en met het oog op de meest heerscliende winden, zelfs bijzonder gunstig. Mot verontwaardiging wordt gewezen op do mijns inziens zeer terecht breed ontworpen gangen: zij zijn n.l. 2.80 M. a 3 M. breed. In vele ziekenhuizen zal uw correspondent kunnen opmerken, dat de gangen, die gewoonlijk tevens gebruikt worden om allerlei meubelstukken, enz., die op de zalen tijdelijk in den weg staan, of tijdens het schoonmaken van die zalen te plaatsen, te smal zijn ontworpen en dat men daar last van ondervindt. Bovendien is de te verkrijgen besparing door het smaller maken van do gangen, ook wat de verwarmingskosten betreft, niet zoo groot als men oppervlakkig denkt. De uitkomst Edwin zelf." „Is 't Edwin?" riep zij op een toon alsof 't hart haar brak. „Zijn eigen broe der zijn eigen broeder! O, mijn arme Guy!" Wel mocht de moeder bedroefd wezen! Wel mocht do vader er uitzien, alsof ja ren van zorg aan. zijn leven waren toege voegd op dien eenen dag! Enkele oogenblikken zaten we, verbijs terd als 't ware, alsof die verhaal was verteld met betrekking tot een ander ge zin dan 't onze. Werktuigelijk sloeg de moeder de oogen op, 't eerste, wat zij ont moetten was een waterverf-teekening, voorstellende een kind met roode wangen en oen hoepel, dat zag naar een ander roodwangig kind, met een ruiker Ed win en kleine Guy. „Guy leerde Edwin loopen. Edwin leer de Guy de letters. Hoeveel hielden zij van elkander deze beide jongens. Nu zal de broeder opstaan tegen den broe der! Zij zullen zich nooit meer als broe ders gevoelen nooit meer!" „Jolin, spreek nu niet tegen mij. 't Is zoo verschrikkelijk om er aan te denken. Mijn heide jongens mijn beide flinke jongens, ongelukkig gemaakt voor dat meisje. O, dat zij nooit onze deur ware binnengekomen! O, dat zij nooit geboren ware!" „Neen, zoo moet gij niet spreken. Denk AOWEÜTEÜTSE-PHIJS Gewone advertentien per regel 22'A cent. Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarieéj Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentien bij vooruitbeta ling van ten hoogste 30 wóórden, wordeqj dagelijks geplaatst ad 50 cent. van zulk een becijfering valt lang niet mee. De bijzonder fraaie verlichting van dé collegezalen schijnt ook al geen genade te vinden. Dat een der operatiekamera uitsluitend zijlicht heeft, is daaraan toe te schrijven, dat de bij de inrichting ge-» raadpleegde hoogleeraar zulks wenschte, of althans voldoende achtte. Bij het ont werpen en uitwerken van alle plannen is n.l. langdurig en breedvoerig overleg ge pleegd met de toekomstige gebruikers, welk overleg herhaaldelijk tot geheele omwer king van onderdeelen van het plan geleid heeft; terwijl ook thans nog bij de voorbe reiding van de verdere inrichting en meubileering van de gebouwen, een voort durend overleg wordt gehouden, dat soms tót in de kleinste détails afdaalt. Uw correspondent verwondert zich over een afstand van GO M. tusschen een zie kenzaal en een operatiekamer in een der gebouwen. In een artikel van Prof. Cohen over Amerikaansche Universiteitsgebou wen, las ik onlangs van een hoogleeraar, die zeven minuten had te loopen binnen bet gebouw om van zijn kamer naar zijn collegezaal te komen; dat is nog wel wat anders dan die 60 M.! Laat men daarom toch die paar lien'allen meiers voor het vervoer van den patiënt laten rusten. In verschillende buitenïandsche moderne zie kenhuizen worden de operaties verricht in afzonderlijke gebouwen en moeten de pa tiënten in de open lucht vervoerd worden. Waar uw correspondent verder die eet- en recreatiezalen, waarvan hij spreekt, voot assistenten in de verschillende afdee- lingen ontdekt heeft, is mij een raadseL Eveneens hoe hij tot de ontdekking geko men is van een gevoerden titanisch en strijd tusschen den Geneesheer-Directeur en den Rijksbouwmeester. De strijd wordt dan zeker zoo in het duister gevoerd, dat personen, die geregeld mt de autoriteiten in aanraking komen, daar niets van be merken. Met groote zorg is uw correspondent vervuld over do wijze, waarop men het ziekenhuis te Leiden vol zal krijgen. Dat kan inderdaad een zaak zijn die zorg baartgezien de ongunstige of zog men wil gunstige ligging van een kleins stad als Leiden, die zelf verschillende zie- keninrichtingen bezit, op kleinen afstand van een aantal groote steden, die alle van groote, goed ingerichte ziekenhuizen zijn voorzien. Het is niet onmogelijk, dat de stad Leiden niet genoeg patiënten leveren kan, zoodat voor de toevloeiing van pa tiënten van elders maatregelen zullen moe ten worden getroffen, wellicht met gelde lijke opofferingen. Wcnscht men dit niet, dan zal vrij zeker dc Medische Faculteit op den duur een kwijnend bestaan moeten gaan leiden. Zoolang men echter aan de Universiteit te Leiden, de stad van den grooten Boerhaave, een medischo faculteit wil handhaven, die in staat is met vrucht do opleiding van onze aanstaande medici te blijven verzorgen, is een behoorlijk in-* gericht Ziekenhuis jp.et oen vrij talrijke ziekenbevolking onvermijdelijk. Eén ding ten slotte ben ik met uwen correspondent eens, nl. in den wc-nsch, dat zoo spoedig mogelijk een beslissing valt hoe het verder met den ziekenhuisbouw zal verloopen; en velen zullen dien wensch beamen." Smokkelen. In het Vrijdag onder bovenstaand cf>t schrift geplaatst bericht, werd o.m. do naam genoemd van de firma Hartevcld. Men maakt er ons echter op opmerk zaam, dat deze firma zooals ook uit con. in dit nummer opgenomen ingezonden stuk blijkt, niet alleen geheel buiten deze srnok- kelaffaire staat, maar dat zij integendeel de autoriteiten b ij do aanhouding behulpzaam was. Ter voorkoming vaa verkeerde en voor de bedoelde firma zeer onaangename ge volgtrekkingen, vestigen wij hierop ga ar na de aandacht onzer lezers. «-»«wirra i iib iiii imi i i irnq er aan Edwin heeft haar lief zij zal Edwin's vrouw worden." „Nooit! riep de moeder, wanhopig „Ik zal 't niet toestaan, Guy is de oud ste Zijn broeder heeft laag gehandeld. Zij ook. Neen, John, ik zal 't nooit toe-i staan." „Gij wilt er niet in toestemmen, wat reeds is gebeurd wat de Voorzienig^ beid toeliet, dat gebeurde? Ursala gij vergeet zij beminnen elkander." Dit ééne feit deze plechtige hooghou ding van de wet der liefde, in welke John geloofde, in welko zij beiden geloofden, zoo heilig vast scheen de indruk to maken op mevrouw Halifax. Haar harts tocht bedaarde. „Ik kan niet helder oordeelen. Gij i kunt 't altoos. Man, lielp mij!" „Arme vrouw arme moeder", morn- i pelde hij, haar liefkozende. „Helaas, dat ik je brengen moest in zulk een zee van leed!" Misschien bedoelde hij hiermede, dat - hij juffrouw Silver in ons huis had ge-» bracht; misschien had hij zijn verblind-» beid op 't oog of zijn gebrek aan ouder-» lijke voorzorg bij 't gedurig in a&nra-» king brengen van deze jonge lieden met elkander. Maar John was cr de man niet naar om te treuren over onvermijdolijko dingen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1