Tweede Blad,
Vrijdag 8 Juni 1923
r ONZE ECONOMSCHE TOESTAND.
Over dit onderwerp heeft de heer H.
C o 1 ijop de jaarvergadering van den
Chr. Boeren- en Tuindersbond een rede
gehouden.
Wij ontleen en daaraan het volgende:
De heer Golijn begon met te herinneren
aan zijn rede in Januari 1917 in dezelfde
zaal uitgesproken, teen hij over de on
zekere economische toekomst van ons
lang geen bepaalde voorspellingen had
durven doen.
Alles is ook zoo gewijzigd en veranderd
In 1870 waren de legers van de twee
groote volken, Duitschland en Frankrijk,
niet grooter dan ons leger in 1917, ter
wijl na 1914 35 millioen mannen gewa
pend tegenover elkaar kwamen te staan
en 100 millioen paar handen bezig waren
om deze soldaten van de noodige wapens
te voorzien.
Een merkwaardigheid in het beeld van
den toestand van heden is de geweldige
financierde druk, waaronder ons volk ge
komen is.
Van de hoogere inkomens moet zelfs
meer dan 50 pet. worden betaald aan be
lasting.
Helaas geeft het beeld van den finan-
cieelen jtoestand dikwijls een graadmeter
voor den economischen toestand, wijl de
economische welvaart door de geldelijke
omstandigheden wordt beïnvloed.
In 1913 bedroegen do gewone uitgaven
in ons land 197 millioen gulden; de gewo
ne ontvangsten 205 millioen, zoodat er een
overschot was van 8 millioen gulden.
In 1918 was de toestand nog niet zoo
heel erg veranderd; de gewone uitgaven
beliepen 333 millioen; de gewone ont
vangsten 329 millioen, zoodat er een te
kort was van 4 millioen gulden.
Na dien is er een razende wedloop ge
komen; zóó dat de gewone uitgaven op
liepen van 444 millioen in 1919 tot 611
millioen in 1920; 621 iqillioen in 1921 en
640 milHoen gulden in 1922. In een ver
loop van vier jaren dus dubbel zoo hoog
als in 1918!
De gewone uitgaven zijn voor 1923 naar
Taming teruggebracht op 615 millioen,
maar als we daarbij tellen de 80 millioen
welke noodig zijn om de crisisleeningen
af te lossen en welke ook door de belas
tingplichtigen moeten worden opgebracht,
dan zal in 1923 moeten worden samenge
bracht 700 millioen gulden of Slfa maal
zooveel als in 1913.
Laat de economische toestand nu toe
dat cijfer uit het maatschappelijk inko
men te heffen?
De feiten spreken dat wij in de laatste
jaren niet in staaj zijn geweest om de
gewone urtgaven volkomen te dekken;
over 19201923 is er een tekort van 100
millioen gulden gekomen. Toen was 't
volksinkomen nog grooter dan nu, maar
2elfs al was 't gelijk gebleven, dan zal
ieder jaar op zoo'n tekort te rekenen zijn,
omdat de belastingen niet meer kunnen
worden verhoogd. w
Hierbij is nog niet gedacht aan de be
lastingdruk in eigen gemeente.
In sommigeplaatsen is deze 6 maal
zooveel als in 1913. In plaats van f 100
belasting in 1914 moet men nu betalen
in Rotterdam f470, Nijmegen f536,
Maastricht f 539, Emmen f 549, Den
Haag f 582, Vlaardingen f 655.
Al deze cijfers leiden tot de conclusie
dat 't onmogelijk is alle uitgaven met het
tegenwoordige belastingstelsel te bestrij
den.
Volgt men een andere methode van be
rekening, dan komt men tot hetzelfde re
sultaat. Prof. Bouger schat het nationaal
vermogen in 1912 op 14 lA milliard gul
den, op 't tijdstip der hoogste conjunctuur
daarna op hoogstens 20 milliard; vrij ze
ker mag worden aangenomen dat het na
tionale vermogen thans niet grooter is
dan in 1913.
Nu is de opmerking te verwachten:
acht ge het geheel uitgesloten dat er weer
verbetering komt?
Om die vraag te beantwoorden is 't noo
dig vast te stellen den oorsprong van on
zen economischen opbloei in de laatste
halve eeuw. Verschillende factoren bob
ben daaraan meegewerkt, maar de voor
naamste dno zijn wel de volgende:
De stichting van het Duitsche keizer
rijk en de geweldige industrieele ontwik
keling aldaar na 1870; de agrarische wet
geving in Nederlandscli-Iudië, die een
einde heeft gemaakt aan het cultuurstel
sel en aanleiding heeft gegeven tot parti
culiere kapitaalbelegging en een opbloei
van den handel in stapelproducten, als
tabak, thee en koffie, waarvan Nederland
de centrale wereldmarkt is géworden en
in de derde plaats do doorgraving van
het Suezkanaal, waardoor liet verkeers
wezen tot verdere ontwikkeling is geko-
♦men, de nationale stoomvaartmaatschap
pijen tot bloei zijn gebracht en handel
en scheepvaart konden opleven.
Ook hier zijn cijfers de beste argu
menten. In 1862 bedroeg de invoer 750
millioen gulden per jaar; in 1920 3300
.millioen of 4^ maal zooveel, terwijl de
uitvoer over die jaren beliep 625 milli
oen en 2800 millioen, dus ruim vervier
voudigd.
Hoe staat het nu met de verwachting
in deze zaak? Naar den maatstaf van de
cijfers over het eerste kwartaal van 1923
is te verwachten dat in 1923 zal worden
ingevoerd voor 2000 millioen, of 1300 mil
lioen minder dan in 1912 en uitgevoerd
1100 millioen, of 1700 millioen minder
dan in 1912.
Hier worden slechts algemeene trekken
gegeven; maar daaruit blijkt dat de on
gunstige toestand op economisch gebied
nog niet zoo sterk spreekt, omdat het
verschil tusschen invoer en uitvoer voor
een deel wordt goed gemaakt door het
groote overschot van den Indischen uit
voer, dat veel goed maakt en in geld om
gezet naar Nederland toevloeit.
Ware dit niet zoo, dan zou dit allang
invloed hebben gehad op de daling van
den gulden. Op het oogenblik is Oost-
Indië de kurk waarop de economische
toestand in Nederland drijvende blijft.
Daarom is er zeer veel aan gelegen dat
dcor een verstandige economische politiek
wordt gezorgd, dat deze bron vooral niet
wordt stopgezet.
Met de scheepvaart is 't slecht gesteld;
bijna alle maatschappijen werken met
verlies en houden hun zaken gaande door
hun reserves aan te spreken.
De doorvoer door ons land uit Duitsch
land is ook gewedig verminderd en dezo
achteruitgang spiegelt zich direct in min
der vervoer per water en per spoor.
De algemeene toestand is zeer s 1 c ch t
en de vooruitzichten zijn sombe r."
KEHK EM SCHOOL
NED. HERV. KERK.
Drietal. To Horst-en-MusselkanaalD.
M. Blankhart te Ni]verdal; H. A. ton Hove
te Schoonoord en A. Altena tc Balk.
Beroepen. To WaddinxveenD.
Plantinga te Elburg.
Bedank t. Voor WildcrvanlcO. J.
Reinders te Kooien; voor MiddelharnisI.
Kievit te Lunteren.
GEREF. KERKEN.
Tweetal. Te Katendrecht (vac.-W, v.
't Sant): Chr. ICarssen te Hattum en D.
de Wit te Berlikum (Fr.); te Uithuizen: C.
J. van den Boom te Overschie en H. H.
Sc-hoemakers te Kampen; te Kommerzijl:
Z. Hoek te Zonnemaire en J. H. Donner Jz.
cand. te Goes.
GEREF. GEMEENTEN.
Bedankt. Voor Ridderkerk: J. Vreug-
denhil te Borssele.
Beroepbaar verklaard.
De beer C. von Meyenfeldt, Theol. cand.
aan dè Vrije Universiteit, 1ste Helmer
straat 87 te Amsterdam, is door de clas
sis Amsterdam van dc Ger. Kerken praepa-
ratoïr geëxamineerd en beroepbaar ver
klaard. Echter kan de heer Von Meyen
feldt voorloopig geen beroep in overwe
ging nemen. Wel wil hij gaarne des Zon
dags de Kerken dienen.
Bevestiging, Intrede, Afscheid.
Het afscheid van Ds. P. Deddens
van de Geref. Kerken van Brielle en Tinte
is bepaald op 24 Juni, terwijl zijn bevesti
ging en intrede te Rijswijk (Z.-H.), zooals
wij reeds eerder meldden, is bepaald op 8
Juli. Bevestiger is Ds. S. G. de Graaf van
Amsterdam.
Dr. P. A. Riedel, f
Gisteren is te Oosterbeek, waar hij sinds
zijri emeritaat woonde, 71 jaar oud, over
leden dr. P. A. Riedel, die van 1875 tot
1916 de Hervormde Kerk als predikant
heeft gediend. Hij aanvaardde zijn ambts
werk in Wijdenes, stond achtereenvolgens
-te Abbenbroek, Giethoorn, Aartswoud,
Ouddorp, Krommenie, Lochem en Oisler-
wijk.
Oefenaar.
Naar wij vernemen, is door de classis
Dordrecht van de Ger. Kerk met algemee
ne stemmen de heer Labruyère, van Slie-
drecht, naar Art. 8 IC. O. onderzocht en
toegelaten om als oefenaar verbonden te
worden aan de Kerk van Papendrecht.
Emeritaat.
Ds. J. J. Westerbeek van Eerten, Geref.
pred. te Kampen, heeft het voornemen eer
lang emeritaat aan te vragen.
Ds. Westerbeek van Eerten heeft 44
dienstjaren en diende de Ned. Herv. Gem.
van Vleuten en daarna die van Mijdrecht,
waar hij met de Doleantie meeging. Sinds
1893 dient hij de Geref. Kerk van Kampen.
In de "serie „Uit de diepte" verscheen, in
de dagen der Doleantie verschillende pree-
ken van zijn hand. Ds. Westerbeek is thans
67 jaar.
!n hooger beroep.
De Algem. Synodale Commissie der Ned.
Herv. Kerk heeft de uitspraak van het
Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland ver
nietigd in zake de verkiezing van gemach
tigden voor het Kiescollege der Ned. Herv.
Kerk. Door dezo uitspraak is do Kerkelij
ke Kiesveveeniging „Schrift en Belijdenis"
in het ongelijk gesteld en worden dc in
November 1922 gekozenen in het Kiescolle
ge opgenomen.
Admissie-examen Theol. School te Kampen
Het admissie-examen voor de Theologi
sche School te Kampen zal D.V. worden
afgenomen óp 25 September en volgende
dagen.
Geen leertucht, maar gewetenstucht.
Naar aanleiding van de aanklacht tegen
ds. Theesing schrijft ds. Schade van Wes
trum in De Hervorming", dat dit geval
opnieuw zal bewijzen dat leertucht in de
Hervormde kerk onmogelijk is. Leertucht
toch is slechts mogelijk in een kerk, die
heeft een cfficieele, duidelijk omschreven
leer, met welke alle leden der kerk, dus
ook de ambtsdragers, hebben in te stem
men. Nu is echter dit het zonderlinge, dat
de Hervormde kerk wel heeft leertucht,
maargeen leer, althans geen duidelijk
omschreven leer, volgens welke die tucht
kan worden, uitgeoefend.
In de Protestantsche kerk is dus geen
plaats voor leertucht. Er mag alleen maar
zijn gewetenstucht, d.w.z. tucht van den
H. Geest in het geweten van den predi
kant. Maar de interpretatie 'van het ge
tuigenis des H. Geestes is aan den predi
kant zelf overgelaten. Er bestaat voor die
interpretatie geen objectieve maatstaf.
Wat dus in de praktijk hierop neerkomt-,
dat de gemeente overgeleverd is aan de
willekeur van den predikant. Dat hij pre
diken kan en mag wat zijn geweten hem
ingeeft, x>ok al is wat hij predikt in strijd
met wat de H. G. getuigt in het geweten
der gemeente of althans in het geweten
van de meerderheid harer leden.
Inderdaad, hier is een moeilijkheid, die
echter in e>en Protestantsche kerk niet te
vermijden is, wil zij haar Protestantsch
karakter niet prijsgeven. Ook de Protes
tantsche kerk heeft ten slotte les défauls
de ses qualités. Maar ik geloof, dat het ge
wicht van dit bezwaar niet overdreven
moet worden. Al beschikt de gemeente
niet over het wapen van de leertucht als
middel om haar rechten tegenover den
predikant te verdedigen, zij beschikt wel
over een ander, waardiger en met haar
Protestantsch karakter meer overeenstem
mend middel, n,l. de moreele tucht.
Slechts in een niet-belangstellende, geeste
lijk dood© gemeente kan een predikant
opvattingen verkondigen, die met het ge
voelen der groote meerderheid principieel
in strijd zijn. In een belangstellende, gees
telijk levende gemeente echter, is het op
den duur niet mogelijk. Da&r zal de ge
meente op den predikant een zedelijke
tucht uitoefenen, die hem dwingen zal om
eigener beweging heen te gaan of te be
danken, indien bij een man van karakter
is. En als hij geen man van karakter is?
Maar tegenover dezulken staan ook de
strengste reglementsbepalingen machteloos.
Weesinrichting Neerbosch.
Onder grote belangstelling is deze week
het zestigjarig bestaan van deze inrichting
gevierd.
Des morgens werd een huishoudelijke
vergadering gehouden. Nadat de voorzit
ter dr. A. Pijnacker Hordijk de vergade
ring op de gebruikelijke wijze liad geopend
werden de notulen gelezen, de ingekomen
stukken behandelcf en do rekening en ver
antwoording van den penningmeester goed
gekeurd.
Zij sluit in ontvangst en uitgaaf met
f 248.027.49.
De 5 periodiek aftredende bestuursleden
werden herkozen, zijnde de heeren dr. A.
Pijnacker Hordijk, D. J. Haspels, mr. A.
Royaards van Sclierpenzeel, jhr. G. J. A.
Schimmelpenmnck en P. J. Brunt.
Hierna liad de kerkelijke plechtigheid
plaats waar Ds. B ten Kate van Velp
een feestrede uitsprak naar aanleiding
van het Psalmwoord: „Komt en ziet Gods
daden."
Jachin.
In de jaarvergadering van de Gerefor
meerde Zondagsschool vereeniging Jachin,
11 Juli a.s. te Middelburg te houden, zul
len als sprekersoptreden dr. H. Kaajan
van Utrecht, en de heer Van Wijk, hoofd
der school te Wolfaartedijk. De bidstond
aan den vooravond zal geleid worden door
ds. K. Schilder van Delft.
BaaagiEftLAND
Oe hoogste commando's.
De heer Van Rappard lieeft den
Minister van Oorlog de volgende vragen
gesteld: - t
1 o. Welke redenen .hebben den Minister
genoopt twee divisie-commandanten, die
resp. slechts 18 en 15 maanden hun com
mando hebbengevoerd, op pensioen te
stellen?
2o. Is de Minister voornemens nog
meer generaals-divisie-commandanten en
inspecteurs, die in den loop van 1923 hun
40 dienstjaren zullen hebben volbracht en
in hun tegenwoordige functies werden
aangesteld op verschillende tijdstippen in
1922, nog in dit jaar in aanmerking te
brengen den dienst met pensioen te ver
laten?
So Zoo ja, vermeent do Minister dat
niet:
a dat als gevolg hiervan een te snelle
omwiseling in de hoogste commando's zal
plaats vinden, hetgeen toch in verband
met organisatie, aanvoering, oefening en
opleidingniet anders dan schadelijk kan
zijn?
b. dat de legerbelangen beter gebaat
zouden zijn geweest, indien in 1922 geen
kolonels lot generaal waren bevorderd,
van wie het bekend was,'dat dezen in 1923
„Tijp" waren voor pensioen?
De wettigheid van een verordening.
Op de vragen van den heer Gerhard
betreffende het verbod van den burge
meester van Zwijndrecht lot het houden
eener openbare vergadering door de al
daar gevestigde Vrijdenkersvereeniging
„De Dageraad", heeft Minister Ruvs de
Beerenbrouck geantwoord, dat deze bur
gemeester heeft toegepast art. 4 sub d der
in 1895 door den Raad van Zwijndrecht
vastgestelde en nog steeds van kracht
zijnde verordening op de herbergen en
tapperijen, luidende:
„Het is den houder cenor herberg of
tapperij, op straffe eener geldboete van
ten hoogste vijftien gulden of hechtenis
van ten hoogste drie dagen voor elke
overtreding, verboden a enz.: b. zonder
schriftelijke vergunning van den burge
meester gelegenheid te geven tot het hou
den van eenige muziek-, zang- of andere
uitvoering, eenige vertooning, eon dob
belspel, verloting of zulk een vergadering
of bijeenkomst, waar de toegang 't zij om
niet, 't zij tegen betaling wordt verleend".
De vraag of het verbod tot het houden
van bedoelde vergadering als gevolg
van de door den burgemeester geweigerde
vergunning in strijd is met artikel 9
Grondwet, c.q. met de wet van 22 April
1855, lost zich derhalve op in de vraag,
of zoodanige strijd geacht moet worden
aanwezig te zijn in de weergegeven be
paling der Zwijndrechtsche verordening
en of uit dien hoofde de bepaling krach
tens art. 155 Gemeentewet voor vernieti
ging door de Kroon in aanmerking komt.
Omtrent dit vraagpunt is de Minister in
overleg getreden met den Minister van
Justitie, tot wiens werkkring de uitvoe
ring van de wet van 1855 behoort.
De zomertijd en de school.
De minister van Onderwijs heeft, naar
„De Bode" mededeelt, op een desbetreffend
adres van den Bond van Nedcrlandsclie
Onderwijzers geantwoord, dat indien bur
gemeester en wethouders eener gemeente
in overeenstemming met den inspecteur,
met heb oog op den zomertijd, de schooltij
den der openbare lagere scholen een uur
of e>en half uur verzetten, deze regeling
van do schooltijden op wettige wijze lot
stand is gekomen, zoodat de wet den mi
nister niet het recht geeft om to dien aan
zien in te grijpen.
De Krankzinnigenwet.
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft op
vragen van den heer Kleerekooper betref
fende de wettelijke waarborgen tegen heb
ten onrechte plaatsen van personen in ge
stichten van zielsziekten, geantwoord, dat
bij een herziening van de Krankzinnigen
wet ernstig overwogen zal worden, welke
maatregelen getroffen moeten worden
om een plaatsing van nieUkrankzinnigen
in gestichten voor krankzinnigen te voor
komen. Een algemeene herziening van de
Krankzinnigenwet heeft reeds de aandacht
der regeering.
Gemeenteraad Sassenheim.
Vergadering van Donderdag 7 Juni on
der leiding van den burgemeester, de
heer J. P. Gouverneur.
Afwezig de heer v. Zonneveld.
Aan de orde is goedkeuring van dc no
tulen der twee vorige vergaderingen.
De leden houden zich meerendeels onle
dig met 't voeren van een gezelligen kout
of het inzien van eenige teekeningen, de
secretaris geniet vrijwel alleen van zijn
notulen.
Onveranderd worden ze vastgesteld.
De beer W. Warnaar, weth., vraagt
bet woord, en wel naar aanleiding van de
pas gelezen notulen. Er bleek ditmaal niet
veel belangstelling voor te zijn, hoewel ze
die overwaard zijn. Wanneer de raad nu
straks nog meer leden zal tellen, zon de
secretaris misschien heelemaal niet te
verstaan zijn, waaTom spr. voorstelt de
notulen voortaan den leden toe te zen
den ter rustige overweging.
Met algemeene stemmen wordt het
voorstel aangenomen.
Onder de ingekomen stukken" waarvan
de voorzitter mededeeling doet, bevinden
zich o.a. nieuwe voorschriften voor het
samenstellen van Tekening en begrooting.
Kennisgeving.
Van de Petroleummaatschappij „De
Automaat" is een verzoek ingekomen om
toestemming tot het plaatsen van een
benzine-pompmeter voor de autogarage
van de fa. v. Werkhoven.
In verband met het advies van den pro
vincialen ingenieur stellen B. en W. voor
om afwijzend te beschikken.
De heeren Bader en Speelman
verzetten zich tegen het voorstel.
De heer Warnaar, weth., vindt het
ook geen aangename gedachte, dat hier
een verzoek, waarvan inwilliging wellicht
in het belang der gemeente is, wordt af
gewezen, alleen omdat de een of andere
ambtenaar daartoe adviseert. Spr. acht
dit een welkome gelegenheid om te pro-
lesteéren tegen dézo aantasting van de
gemeentelijke autonomie.
De heer Speelman wil liet „ding"
alvast maar plaatsén. De gemeente kan er
nooit geen kwaad bij, én do oliemaat
schappij is rijk génoeg. Als er wat van
komt zal zij liet 'wel betalen.
De heeren Bader cn Warnaar
sluiten zich hierbij aan.
De Voorzitter meent een dergelijk
voorstel te moeten ontraden omdat het
naar zijn meening in strijd is met bet
Rijkswegenreglement.
De heer Warnaar licht toe dat het
voorstel als niet van revolutionairen aard
wordt beschouwd; het gaat alleen om de
vraag of het advies van een ambtenaar
voldoende is om aan een raadsbesluit een
zekere wending te geven.
Besloten wordt voorloopig gunstig Op
het verzoek te beschikken.
De heeren Roest, weth., en v. d.
Geest stemmen tegen.
De V oo r z 11 e r zegt art. 70 der' ge
meentewet te zullen toepassen.
Naar aanleiding van het ingekomen
procés-verbaal van den uitslag der ge
meenteraadsverkiezing vraagt de heer
Speelman of de kachel niet moet
worden verplaatst, anders zullen de nieu
we leden het zeker te benauwd krijgen.
Het is niet voor hem zelf
De Voorzitter: nou, als u wethou
der wordt moet u ook opschuiven.
Een verzoek van den raad van Smilde
om adhaesie te betuigen aan zijn adres
inzake het vaststellen van den n. O.,
wordt afgewezen.
De Voorzitter deelt mede dat bel
oude brandspuitmateriaal voor oud-ijzer
is verkocht voor de som van f 160.
Van den r ulobus-ondernemer J. C. v.
d. Wiel te Leiden is een verzoek ingeko
men om een gemeentelijke subsidie voor
zijn autodienst LeidenLisse.
B. en W. adviseeren afwijzend te be
schikken op grond dat de tramwegmaat
schappij ook niet wordt gesubsidieerd en
de verkeersuitbreiding niet evenredig is
aan de te maken onkosten.
Aldus besloten.
De toegezonden rekening van de ge
zondheidscommissie wordt goedgekeurd.
Van de Sassenheimsclio voetbal vereeni
ging S. V. B. is een verzoekschrift inge
komen om een gedeelte van het sportter
rein aan den Nieuwen weg te mogen hu
ren.
B. en W. stellen voor. met genoemde
vereen, in onderhandeling te treden en
haar te vragen hoe dikwijls en hoeveel
uren men het terrein wensclit te gebrui
ken en wat men er voor over heeft. Met»-
een worden dan voor de toekomst nuttige
gegevens verkregen waar men mede kan
'rekenen.
Aldus besloten.
In behandeling komt een schrijven van
den Taad van Wyubritseradecl houdende
het verzoek om adhaesie te betuigen aan
haar adres aan H. M. de Koningin om
het vloeken over het geheele Rijk straf
baar te stellen.
De heer Warnaar is voor inwilli
ging. Spr. wijst op liet gebrek van de
plaatselijke verordeningen ten dezo,
waarbij de straf nooit evenredig is aan
de overtreding. Door een wetsbepaling
voor het geheele land zou dit bezwaar
zijn te ondervangen.
De heer Bader dacht dat deze zaak
al achter den rug was, daar het kort ge-.
leden ook in den raad is geweest.
De Voorzitter antwoordt hierop dat
de raad eenigen tijd geleden besloot dit
punt aan te houden totdat de nieuwe
raad zal zijn samengesteld. Spr. is zelf
tegen inwilliging, daar de aandacht dör
Koningin naar zijn meening reeds genoeg
op dit punt is gevestigd.
De heer Speelman zou er wel wat
voor voelen, maar waarom komt zoo'n
advies nu weer uit zoo'n gat! Als 't nu een
beetje 'n fatsoenlijke raad was
De heer Warnaar: nu, als we bij
den raad van Amsterdam ons licht moe
ten opsteken, bleven we ook leelijk in het
donker.
Bij de stemming staken de stemmen,
waarom dit punt wordt aangehouden.
Huurverhooging gemeentewoningen.
Door het overlijden van een bewoonster
kan de huur van dat huis in overeenstem
ming worden gebracht met die van de
andere huizen in „Amerika". De 10 al-~
daar staande huizen zullen dan allen
f 1.80- doen. De 5 woningen in „De ka
zerne" eveneens f 1.80, en de 4 woningen
in de Rusthoflaan f 3.75, waarbij de
voorkeursbepaling inzake de woning voor
een rijksveldwachter blijft gehandhaafd.
Goedgekeurd.
6. Havengelden.
De Voorzitter deelt mede dat men
vandaag is klaar gekomen met het uitdie
pen. De schoeiïng moet nog een weinig
veranderd worden en een lijst er op ge
maakt. B. en W. zullen intusschen pogen
om steenen aan te koopen voor de kado-
bestrating. Waarschijnlijk is voor den
aanvang van de bollen-campagne alles af-
geloopen.
De heer Warnaar zegt dat het veel
moeite zal kosten op tijd klaar te zijn.
Wanneer het gelukt, zal dit te danken
zijn aan het doorzetten van den voorz.,
die er steeds de zweep heeft achter gezet.
Spr. brengt hem daarvoor hulde. (Ap
plaus).
Maar nu moet het kindje nog "een
naam hebben.
De meerderheid van B. eD W. wil haar
Oosthaven noemen, maar een lid gevoelt
meer voor den naam Noordhaven.
Een breede discussie volgt over de
vraag wat eigenlijk het Noordon of het
Oosten is.
De heer Roest: je kunt „hem" (sic!)
ook Sassenheimsche haven noemen.
De heer Bader: neen, dan maar
Roest-haven.
De heer Warnaar verdedigt de
naam Oosthaven. In verband met te
wachten bepalingen voor het lossen enz.
is het wenschelijk dat men algemeen'
gangbare namen gebruikt.
Besloten wordt tot den naam „Oostha-?
ven".
Do heer Speelman wou liet nog
even hebben over de steenen. Is er ook
prijsopgave gevraagd bij de plaatselijke
bouwmaterialenbandelaars?
De Voorzitter zet op practiscbe
gronden uiteen dat aankoop ter plaatse
niet mogelijk is, en niet in bet belang der
gemeente, 't geen de lieer Speelman
beaamt. Het was maar een vraag zei hij.
De punten: Balans en Winst- en Ver
liesrekening Gasvoorziening 1922. Idem
Grond- en Woningbedrijf 1921 en 1922.
Geloofsbrieven gekozen Raadsleden wor
den aangehouden tot de volgende verga-?
dering.
De stukken kunnen inmiddels bij de le
den circuleeren.
flBij het punt af- en overschrijving
wordt besloten de beide agenten een gra
tificatie toe te kennen van respect, f 25 en
f20 voor bewezen vacature-nachldiensfen.
Een rekening van den heer G. J. Ver-j
lint, groot f 22.50 is door Ged. Staten
verjaard verklaard en mag niet worden
uitbetaald. Er zal echter „nog wel een
balsempje voor le vinden zijn" zegt de
Voorzitter.
Uitvoering onderwijswet.
Daar het Rijk volgens de nieuwe be
palingen niet verplicht is bij te dragen in
de kosten van berhalings- en vervolgon
derwijs, en de koslen die de gemeente
thans zou moeten maken niet evenredig
zijn aan het gebruik dat er van wordt ge
maakt hebben B. en W. in overleg met de
comm. v. toezicht op het L. O. besloten
den raad voor te stellen dit onderwijs te
staken.
Aangenomen.
Overeenkomstig het advies van den in
specteur van het L. O. wordt besloten tot
aanstelling van een vakondorwijzeres
voor bet vak handwerken op dc O. L.
school, en wel voor 4 lesuren per. weck a
f 1.per lesuur.
Gezien do steeds voortgaande uitbrei
ding van het aantal kinderen op dc Herv.
School stellen B. en W. voor, om aan do
Rusthoflaan bij den heer Nieuwkoop, op
het terrein in liuur bij den lieer van
Duin, een nieuwe O. L. School le bou
wen met 2 lokaaltjes, met een „afzonder
lijke toegang" van buiten af. Rcndeorl
soms later de school niet erg, dan kun
nen er met weinig koston tweo flinke
woonhuizen van worden gemaakt.
Aldus besloten.
In behandeling komt een schrijven van
den Min. v. Arbeid, waarin Z.Exc., in
verband met een verzoek van bet Nat.
Comité, den raad verzoekt een tapver-
bod uit te vaardigen bij do a.s. Jubilewm-
feesten.
B. en W., hierover dc Oranjever. ge
hoord hebbende, besloten in meerderheid
om niet in te grijpen in do feestviering
zooals die tot nu toe plaats had.
De Oranjever. had de bedenking aange
voerd dat de menschen ingeval van een
tapverbod, zelf voorraden zouden inslaan
en deze medebrengen naar het feestter
rein, waar ook zonder tapverbod geen
sterken drank zal worden verkocht.
De. heer Warn a a r zet uiteen waar
om hij de minderheid in B. cn W. vorm-