Tweede Blad, Vrijdag 8 Juni 1923 r ONZE ECONOMSCHE TOESTAND. Over dit onderwerp heeft de heer H. C o 1 ijop de jaarvergadering van den Chr. Boeren- en Tuindersbond een rede gehouden. Wij ontleen en daaraan het volgende: De heer Golijn begon met te herinneren aan zijn rede in Januari 1917 in dezelfde zaal uitgesproken, teen hij over de on zekere economische toekomst van ons lang geen bepaalde voorspellingen had durven doen. Alles is ook zoo gewijzigd en veranderd In 1870 waren de legers van de twee groote volken, Duitschland en Frankrijk, niet grooter dan ons leger in 1917, ter wijl na 1914 35 millioen mannen gewa pend tegenover elkaar kwamen te staan en 100 millioen paar handen bezig waren om deze soldaten van de noodige wapens te voorzien. Een merkwaardigheid in het beeld van den toestand van heden is de geweldige financierde druk, waaronder ons volk ge komen is. Van de hoogere inkomens moet zelfs meer dan 50 pet. worden betaald aan be lasting. Helaas geeft het beeld van den finan- cieelen jtoestand dikwijls een graadmeter voor den economischen toestand, wijl de economische welvaart door de geldelijke omstandigheden wordt beïnvloed. In 1913 bedroegen do gewone uitgaven in ons land 197 millioen gulden; de gewo ne ontvangsten 205 millioen, zoodat er een overschot was van 8 millioen gulden. In 1918 was de toestand nog niet zoo heel erg veranderd; de gewone uitgaven beliepen 333 millioen; de gewone ont vangsten 329 millioen, zoodat er een te kort was van 4 millioen gulden. Na dien is er een razende wedloop ge komen; zóó dat de gewone uitgaven op liepen van 444 millioen in 1919 tot 611 millioen in 1920; 621 iqillioen in 1921 en 640 milHoen gulden in 1922. In een ver loop van vier jaren dus dubbel zoo hoog als in 1918! De gewone uitgaven zijn voor 1923 naar Taming teruggebracht op 615 millioen, maar als we daarbij tellen de 80 millioen welke noodig zijn om de crisisleeningen af te lossen en welke ook door de belas tingplichtigen moeten worden opgebracht, dan zal in 1923 moeten worden samenge bracht 700 millioen gulden of Slfa maal zooveel als in 1913. Laat de economische toestand nu toe dat cijfer uit het maatschappelijk inko men te heffen? De feiten spreken dat wij in de laatste jaren niet in staaj zijn geweest om de gewone urtgaven volkomen te dekken; over 19201923 is er een tekort van 100 millioen gulden gekomen. Toen was 't volksinkomen nog grooter dan nu, maar 2elfs al was 't gelijk gebleven, dan zal ieder jaar op zoo'n tekort te rekenen zijn, omdat de belastingen niet meer kunnen worden verhoogd. w Hierbij is nog niet gedacht aan de be lastingdruk in eigen gemeente. In sommigeplaatsen is deze 6 maal zooveel als in 1913. In plaats van f 100 belasting in 1914 moet men nu betalen in Rotterdam f470, Nijmegen f536, Maastricht f 539, Emmen f 549, Den Haag f 582, Vlaardingen f 655. Al deze cijfers leiden tot de conclusie dat 't onmogelijk is alle uitgaven met het tegenwoordige belastingstelsel te bestrij den. Volgt men een andere methode van be rekening, dan komt men tot hetzelfde re sultaat. Prof. Bouger schat het nationaal vermogen in 1912 op 14 lA milliard gul den, op 't tijdstip der hoogste conjunctuur daarna op hoogstens 20 milliard; vrij ze ker mag worden aangenomen dat het na tionale vermogen thans niet grooter is dan in 1913. Nu is de opmerking te verwachten: acht ge het geheel uitgesloten dat er weer verbetering komt? Om die vraag te beantwoorden is 't noo dig vast te stellen den oorsprong van on zen economischen opbloei in de laatste halve eeuw. Verschillende factoren bob ben daaraan meegewerkt, maar de voor naamste dno zijn wel de volgende: De stichting van het Duitsche keizer rijk en de geweldige industrieele ontwik keling aldaar na 1870; de agrarische wet geving in Nederlandscli-Iudië, die een einde heeft gemaakt aan het cultuurstel sel en aanleiding heeft gegeven tot parti culiere kapitaalbelegging en een opbloei van den handel in stapelproducten, als tabak, thee en koffie, waarvan Nederland de centrale wereldmarkt is géworden en in de derde plaats do doorgraving van het Suezkanaal, waardoor liet verkeers wezen tot verdere ontwikkeling is geko- ♦men, de nationale stoomvaartmaatschap pijen tot bloei zijn gebracht en handel en scheepvaart konden opleven. Ook hier zijn cijfers de beste argu menten. In 1862 bedroeg de invoer 750 millioen gulden per jaar; in 1920 3300 .millioen of 4^ maal zooveel, terwijl de uitvoer over die jaren beliep 625 milli oen en 2800 millioen, dus ruim vervier voudigd. Hoe staat het nu met de verwachting in deze zaak? Naar den maatstaf van de cijfers over het eerste kwartaal van 1923 is te verwachten dat in 1923 zal worden ingevoerd voor 2000 millioen, of 1300 mil lioen minder dan in 1912 en uitgevoerd 1100 millioen, of 1700 millioen minder dan in 1912. Hier worden slechts algemeene trekken gegeven; maar daaruit blijkt dat de on gunstige toestand op economisch gebied nog niet zoo sterk spreekt, omdat het verschil tusschen invoer en uitvoer voor een deel wordt goed gemaakt door het groote overschot van den Indischen uit voer, dat veel goed maakt en in geld om gezet naar Nederland toevloeit. Ware dit niet zoo, dan zou dit allang invloed hebben gehad op de daling van den gulden. Op het oogenblik is Oost- Indië de kurk waarop de economische toestand in Nederland drijvende blijft. Daarom is er zeer veel aan gelegen dat dcor een verstandige economische politiek wordt gezorgd, dat deze bron vooral niet wordt stopgezet. Met de scheepvaart is 't slecht gesteld; bijna alle maatschappijen werken met verlies en houden hun zaken gaande door hun reserves aan te spreken. De doorvoer door ons land uit Duitsch land is ook gewedig verminderd en dezo achteruitgang spiegelt zich direct in min der vervoer per water en per spoor. De algemeene toestand is zeer s 1 c ch t en de vooruitzichten zijn sombe r." KEHK EM SCHOOL NED. HERV. KERK. Drietal. To Horst-en-MusselkanaalD. M. Blankhart te Ni]verdal; H. A. ton Hove te Schoonoord en A. Altena tc Balk. Beroepen. To WaddinxveenD. Plantinga te Elburg. Bedank t. Voor WildcrvanlcO. J. Reinders te Kooien; voor MiddelharnisI. Kievit te Lunteren. GEREF. KERKEN. Tweetal. Te Katendrecht (vac.-W, v. 't Sant): Chr. ICarssen te Hattum en D. de Wit te Berlikum (Fr.); te Uithuizen: C. J. van den Boom te Overschie en H. H. Sc-hoemakers te Kampen; te Kommerzijl: Z. Hoek te Zonnemaire en J. H. Donner Jz. cand. te Goes. GEREF. GEMEENTEN. Bedankt. Voor Ridderkerk: J. Vreug- denhil te Borssele. Beroepbaar verklaard. De beer C. von Meyenfeldt, Theol. cand. aan dè Vrije Universiteit, 1ste Helmer straat 87 te Amsterdam, is door de clas sis Amsterdam van dc Ger. Kerken praepa- ratoïr geëxamineerd en beroepbaar ver klaard. Echter kan de heer Von Meyen feldt voorloopig geen beroep in overwe ging nemen. Wel wil hij gaarne des Zon dags de Kerken dienen. Bevestiging, Intrede, Afscheid. Het afscheid van Ds. P. Deddens van de Geref. Kerken van Brielle en Tinte is bepaald op 24 Juni, terwijl zijn bevesti ging en intrede te Rijswijk (Z.-H.), zooals wij reeds eerder meldden, is bepaald op 8 Juli. Bevestiger is Ds. S. G. de Graaf van Amsterdam. Dr. P. A. Riedel, f Gisteren is te Oosterbeek, waar hij sinds zijri emeritaat woonde, 71 jaar oud, over leden dr. P. A. Riedel, die van 1875 tot 1916 de Hervormde Kerk als predikant heeft gediend. Hij aanvaardde zijn ambts werk in Wijdenes, stond achtereenvolgens -te Abbenbroek, Giethoorn, Aartswoud, Ouddorp, Krommenie, Lochem en Oisler- wijk. Oefenaar. Naar wij vernemen, is door de classis Dordrecht van de Ger. Kerk met algemee ne stemmen de heer Labruyère, van Slie- drecht, naar Art. 8 IC. O. onderzocht en toegelaten om als oefenaar verbonden te worden aan de Kerk van Papendrecht. Emeritaat. Ds. J. J. Westerbeek van Eerten, Geref. pred. te Kampen, heeft het voornemen eer lang emeritaat aan te vragen. Ds. Westerbeek van Eerten heeft 44 dienstjaren en diende de Ned. Herv. Gem. van Vleuten en daarna die van Mijdrecht, waar hij met de Doleantie meeging. Sinds 1893 dient hij de Geref. Kerk van Kampen. In de "serie „Uit de diepte" verscheen, in de dagen der Doleantie verschillende pree- ken van zijn hand. Ds. Westerbeek is thans 67 jaar. !n hooger beroep. De Algem. Synodale Commissie der Ned. Herv. Kerk heeft de uitspraak van het Prov. Kerkbestuur van Zuid-Holland ver nietigd in zake de verkiezing van gemach tigden voor het Kiescollege der Ned. Herv. Kerk. Door dezo uitspraak is do Kerkelij ke Kiesveveeniging „Schrift en Belijdenis" in het ongelijk gesteld en worden dc in November 1922 gekozenen in het Kiescolle ge opgenomen. Admissie-examen Theol. School te Kampen Het admissie-examen voor de Theologi sche School te Kampen zal D.V. worden afgenomen óp 25 September en volgende dagen. Geen leertucht, maar gewetenstucht. Naar aanleiding van de aanklacht tegen ds. Theesing schrijft ds. Schade van Wes trum in De Hervorming", dat dit geval opnieuw zal bewijzen dat leertucht in de Hervormde kerk onmogelijk is. Leertucht toch is slechts mogelijk in een kerk, die heeft een cfficieele, duidelijk omschreven leer, met welke alle leden der kerk, dus ook de ambtsdragers, hebben in te stem men. Nu is echter dit het zonderlinge, dat de Hervormde kerk wel heeft leertucht, maargeen leer, althans geen duidelijk omschreven leer, volgens welke die tucht kan worden, uitgeoefend. In de Protestantsche kerk is dus geen plaats voor leertucht. Er mag alleen maar zijn gewetenstucht, d.w.z. tucht van den H. Geest in het geweten van den predi kant. Maar de interpretatie 'van het ge tuigenis des H. Geestes is aan den predi kant zelf overgelaten. Er bestaat voor die interpretatie geen objectieve maatstaf. Wat dus in de praktijk hierop neerkomt-, dat de gemeente overgeleverd is aan de willekeur van den predikant. Dat hij pre diken kan en mag wat zijn geweten hem ingeeft, x>ok al is wat hij predikt in strijd met wat de H. G. getuigt in het geweten der gemeente of althans in het geweten van de meerderheid harer leden. Inderdaad, hier is een moeilijkheid, die echter in e>en Protestantsche kerk niet te vermijden is, wil zij haar Protestantsch karakter niet prijsgeven. Ook de Protes tantsche kerk heeft ten slotte les défauls de ses qualités. Maar ik geloof, dat het ge wicht van dit bezwaar niet overdreven moet worden. Al beschikt de gemeente niet over het wapen van de leertucht als middel om haar rechten tegenover den predikant te verdedigen, zij beschikt wel over een ander, waardiger en met haar Protestantsch karakter meer overeenstem mend middel, n,l. de moreele tucht. Slechts in een niet-belangstellende, geeste lijk dood© gemeente kan een predikant opvattingen verkondigen, die met het ge voelen der groote meerderheid principieel in strijd zijn. In een belangstellende, gees telijk levende gemeente echter, is het op den duur niet mogelijk. Da&r zal de ge meente op den predikant een zedelijke tucht uitoefenen, die hem dwingen zal om eigener beweging heen te gaan of te be danken, indien bij een man van karakter is. En als hij geen man van karakter is? Maar tegenover dezulken staan ook de strengste reglementsbepalingen machteloos. Weesinrichting Neerbosch. Onder grote belangstelling is deze week het zestigjarig bestaan van deze inrichting gevierd. Des morgens werd een huishoudelijke vergadering gehouden. Nadat de voorzit ter dr. A. Pijnacker Hordijk de vergade ring op de gebruikelijke wijze liad geopend werden de notulen gelezen, de ingekomen stukken behandelcf en do rekening en ver antwoording van den penningmeester goed gekeurd. Zij sluit in ontvangst en uitgaaf met f 248.027.49. De 5 periodiek aftredende bestuursleden werden herkozen, zijnde de heeren dr. A. Pijnacker Hordijk, D. J. Haspels, mr. A. Royaards van Sclierpenzeel, jhr. G. J. A. Schimmelpenmnck en P. J. Brunt. Hierna liad de kerkelijke plechtigheid plaats waar Ds. B ten Kate van Velp een feestrede uitsprak naar aanleiding van het Psalmwoord: „Komt en ziet Gods daden." Jachin. In de jaarvergadering van de Gerefor meerde Zondagsschool vereeniging Jachin, 11 Juli a.s. te Middelburg te houden, zul len als sprekersoptreden dr. H. Kaajan van Utrecht, en de heer Van Wijk, hoofd der school te Wolfaartedijk. De bidstond aan den vooravond zal geleid worden door ds. K. Schilder van Delft. BaaagiEftLAND Oe hoogste commando's. De heer Van Rappard lieeft den Minister van Oorlog de volgende vragen gesteld: - t 1 o. Welke redenen .hebben den Minister genoopt twee divisie-commandanten, die resp. slechts 18 en 15 maanden hun com mando hebbengevoerd, op pensioen te stellen? 2o. Is de Minister voornemens nog meer generaals-divisie-commandanten en inspecteurs, die in den loop van 1923 hun 40 dienstjaren zullen hebben volbracht en in hun tegenwoordige functies werden aangesteld op verschillende tijdstippen in 1922, nog in dit jaar in aanmerking te brengen den dienst met pensioen te ver laten? So Zoo ja, vermeent do Minister dat niet: a dat als gevolg hiervan een te snelle omwiseling in de hoogste commando's zal plaats vinden, hetgeen toch in verband met organisatie, aanvoering, oefening en opleidingniet anders dan schadelijk kan zijn? b. dat de legerbelangen beter gebaat zouden zijn geweest, indien in 1922 geen kolonels lot generaal waren bevorderd, van wie het bekend was,'dat dezen in 1923 „Tijp" waren voor pensioen? De wettigheid van een verordening. Op de vragen van den heer Gerhard betreffende het verbod van den burge meester van Zwijndrecht lot het houden eener openbare vergadering door de al daar gevestigde Vrijdenkersvereeniging „De Dageraad", heeft Minister Ruvs de Beerenbrouck geantwoord, dat deze bur gemeester heeft toegepast art. 4 sub d der in 1895 door den Raad van Zwijndrecht vastgestelde en nog steeds van kracht zijnde verordening op de herbergen en tapperijen, luidende: „Het is den houder cenor herberg of tapperij, op straffe eener geldboete van ten hoogste vijftien gulden of hechtenis van ten hoogste drie dagen voor elke overtreding, verboden a enz.: b. zonder schriftelijke vergunning van den burge meester gelegenheid te geven tot het hou den van eenige muziek-, zang- of andere uitvoering, eenige vertooning, eon dob belspel, verloting of zulk een vergadering of bijeenkomst, waar de toegang 't zij om niet, 't zij tegen betaling wordt verleend". De vraag of het verbod tot het houden van bedoelde vergadering als gevolg van de door den burgemeester geweigerde vergunning in strijd is met artikel 9 Grondwet, c.q. met de wet van 22 April 1855, lost zich derhalve op in de vraag, of zoodanige strijd geacht moet worden aanwezig te zijn in de weergegeven be paling der Zwijndrechtsche verordening en of uit dien hoofde de bepaling krach tens art. 155 Gemeentewet voor vernieti ging door de Kroon in aanmerking komt. Omtrent dit vraagpunt is de Minister in overleg getreden met den Minister van Justitie, tot wiens werkkring de uitvoe ring van de wet van 1855 behoort. De zomertijd en de school. De minister van Onderwijs heeft, naar „De Bode" mededeelt, op een desbetreffend adres van den Bond van Nedcrlandsclie Onderwijzers geantwoord, dat indien bur gemeester en wethouders eener gemeente in overeenstemming met den inspecteur, met heb oog op den zomertijd, de schooltij den der openbare lagere scholen een uur of e>en half uur verzetten, deze regeling van do schooltijden op wettige wijze lot stand is gekomen, zoodat de wet den mi nister niet het recht geeft om to dien aan zien in te grijpen. De Krankzinnigenwet. Minister Ruys de Beerenbrouck heeft op vragen van den heer Kleerekooper betref fende de wettelijke waarborgen tegen heb ten onrechte plaatsen van personen in ge stichten van zielsziekten, geantwoord, dat bij een herziening van de Krankzinnigen wet ernstig overwogen zal worden, welke maatregelen getroffen moeten worden om een plaatsing van nieUkrankzinnigen in gestichten voor krankzinnigen te voor komen. Een algemeene herziening van de Krankzinnigenwet heeft reeds de aandacht der regeering. Gemeenteraad Sassenheim. Vergadering van Donderdag 7 Juni on der leiding van den burgemeester, de heer J. P. Gouverneur. Afwezig de heer v. Zonneveld. Aan de orde is goedkeuring van dc no tulen der twee vorige vergaderingen. De leden houden zich meerendeels onle dig met 't voeren van een gezelligen kout of het inzien van eenige teekeningen, de secretaris geniet vrijwel alleen van zijn notulen. Onveranderd worden ze vastgesteld. De beer W. Warnaar, weth., vraagt bet woord, en wel naar aanleiding van de pas gelezen notulen. Er bleek ditmaal niet veel belangstelling voor te zijn, hoewel ze die overwaard zijn. Wanneer de raad nu straks nog meer leden zal tellen, zon de secretaris misschien heelemaal niet te verstaan zijn, waaTom spr. voorstelt de notulen voortaan den leden toe te zen den ter rustige overweging. Met algemeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. Onder de ingekomen stukken" waarvan de voorzitter mededeeling doet, bevinden zich o.a. nieuwe voorschriften voor het samenstellen van Tekening en begrooting. Kennisgeving. Van de Petroleummaatschappij „De Automaat" is een verzoek ingekomen om toestemming tot het plaatsen van een benzine-pompmeter voor de autogarage van de fa. v. Werkhoven. In verband met het advies van den pro vincialen ingenieur stellen B. en W. voor om afwijzend te beschikken. De heeren Bader en Speelman verzetten zich tegen het voorstel. De heer Warnaar, weth., vindt het ook geen aangename gedachte, dat hier een verzoek, waarvan inwilliging wellicht in het belang der gemeente is, wordt af gewezen, alleen omdat de een of andere ambtenaar daartoe adviseert. Spr. acht dit een welkome gelegenheid om te pro- lesteéren tegen dézo aantasting van de gemeentelijke autonomie. De heer Speelman wil liet „ding" alvast maar plaatsén. De gemeente kan er nooit geen kwaad bij, én do oliemaat schappij is rijk génoeg. Als er wat van komt zal zij liet 'wel betalen. De heeren Bader cn Warnaar sluiten zich hierbij aan. De Voorzitter meent een dergelijk voorstel te moeten ontraden omdat het naar zijn meening in strijd is met bet Rijkswegenreglement. De heer Warnaar licht toe dat het voorstel als niet van revolutionairen aard wordt beschouwd; het gaat alleen om de vraag of het advies van een ambtenaar voldoende is om aan een raadsbesluit een zekere wending te geven. Besloten wordt voorloopig gunstig Op het verzoek te beschikken. De heeren Roest, weth., en v. d. Geest stemmen tegen. De V oo r z 11 e r zegt art. 70 der' ge meentewet te zullen toepassen. Naar aanleiding van het ingekomen procés-verbaal van den uitslag der ge meenteraadsverkiezing vraagt de heer Speelman of de kachel niet moet worden verplaatst, anders zullen de nieu we leden het zeker te benauwd krijgen. Het is niet voor hem zelf De Voorzitter: nou, als u wethou der wordt moet u ook opschuiven. Een verzoek van den raad van Smilde om adhaesie te betuigen aan zijn adres inzake het vaststellen van den n. O., wordt afgewezen. De Voorzitter deelt mede dat bel oude brandspuitmateriaal voor oud-ijzer is verkocht voor de som van f 160. Van den r ulobus-ondernemer J. C. v. d. Wiel te Leiden is een verzoek ingeko men om een gemeentelijke subsidie voor zijn autodienst LeidenLisse. B. en W. adviseeren afwijzend te be schikken op grond dat de tramwegmaat schappij ook niet wordt gesubsidieerd en de verkeersuitbreiding niet evenredig is aan de te maken onkosten. Aldus besloten. De toegezonden rekening van de ge zondheidscommissie wordt goedgekeurd. Van de Sassenheimsclio voetbal vereeni ging S. V. B. is een verzoekschrift inge komen om een gedeelte van het sportter rein aan den Nieuwen weg te mogen hu ren. B. en W. stellen voor. met genoemde vereen, in onderhandeling te treden en haar te vragen hoe dikwijls en hoeveel uren men het terrein wensclit te gebrui ken en wat men er voor over heeft. Met»- een worden dan voor de toekomst nuttige gegevens verkregen waar men mede kan 'rekenen. Aldus besloten. In behandeling komt een schrijven van den Taad van Wyubritseradecl houdende het verzoek om adhaesie te betuigen aan haar adres aan H. M. de Koningin om het vloeken over het geheele Rijk straf baar te stellen. De heer Warnaar is voor inwilli ging. Spr. wijst op liet gebrek van de plaatselijke verordeningen ten dezo, waarbij de straf nooit evenredig is aan de overtreding. Door een wetsbepaling voor het geheele land zou dit bezwaar zijn te ondervangen. De heer Bader dacht dat deze zaak al achter den rug was, daar het kort ge-. leden ook in den raad is geweest. De Voorzitter antwoordt hierop dat de raad eenigen tijd geleden besloot dit punt aan te houden totdat de nieuwe raad zal zijn samengesteld. Spr. is zelf tegen inwilliging, daar de aandacht dör Koningin naar zijn meening reeds genoeg op dit punt is gevestigd. De heer Speelman zou er wel wat voor voelen, maar waarom komt zoo'n advies nu weer uit zoo'n gat! Als 't nu een beetje 'n fatsoenlijke raad was De heer Warnaar: nu, als we bij den raad van Amsterdam ons licht moe ten opsteken, bleven we ook leelijk in het donker. Bij de stemming staken de stemmen, waarom dit punt wordt aangehouden. Huurverhooging gemeentewoningen. Door het overlijden van een bewoonster kan de huur van dat huis in overeenstem ming worden gebracht met die van de andere huizen in „Amerika". De 10 al-~ daar staande huizen zullen dan allen f 1.80- doen. De 5 woningen in „De ka zerne" eveneens f 1.80, en de 4 woningen in de Rusthoflaan f 3.75, waarbij de voorkeursbepaling inzake de woning voor een rijksveldwachter blijft gehandhaafd. Goedgekeurd. 6. Havengelden. De Voorzitter deelt mede dat men vandaag is klaar gekomen met het uitdie pen. De schoeiïng moet nog een weinig veranderd worden en een lijst er op ge maakt. B. en W. zullen intusschen pogen om steenen aan te koopen voor de kado- bestrating. Waarschijnlijk is voor den aanvang van de bollen-campagne alles af- geloopen. De heer Warnaar zegt dat het veel moeite zal kosten op tijd klaar te zijn. Wanneer het gelukt, zal dit te danken zijn aan het doorzetten van den voorz., die er steeds de zweep heeft achter gezet. Spr. brengt hem daarvoor hulde. (Ap plaus). Maar nu moet het kindje nog "een naam hebben. De meerderheid van B. eD W. wil haar Oosthaven noemen, maar een lid gevoelt meer voor den naam Noordhaven. Een breede discussie volgt over de vraag wat eigenlijk het Noordon of het Oosten is. De heer Roest: je kunt „hem" (sic!) ook Sassenheimsche haven noemen. De heer Bader: neen, dan maar Roest-haven. De heer Warnaar verdedigt de naam Oosthaven. In verband met te wachten bepalingen voor het lossen enz. is het wenschelijk dat men algemeen' gangbare namen gebruikt. Besloten wordt tot den naam „Oostha-? ven". Do heer Speelman wou liet nog even hebben over de steenen. Is er ook prijsopgave gevraagd bij de plaatselijke bouwmaterialenbandelaars? De Voorzitter zet op practiscbe gronden uiteen dat aankoop ter plaatse niet mogelijk is, en niet in bet belang der gemeente, 't geen de lieer Speelman beaamt. Het was maar een vraag zei hij. De punten: Balans en Winst- en Ver liesrekening Gasvoorziening 1922. Idem Grond- en Woningbedrijf 1921 en 1922. Geloofsbrieven gekozen Raadsleden wor den aangehouden tot de volgende verga-? dering. De stukken kunnen inmiddels bij de le den circuleeren. flBij het punt af- en overschrijving wordt besloten de beide agenten een gra tificatie toe te kennen van respect, f 25 en f20 voor bewezen vacature-nachldiensfen. Een rekening van den heer G. J. Ver-j lint, groot f 22.50 is door Ged. Staten verjaard verklaard en mag niet worden uitbetaald. Er zal echter „nog wel een balsempje voor le vinden zijn" zegt de Voorzitter. Uitvoering onderwijswet. Daar het Rijk volgens de nieuwe be palingen niet verplicht is bij te dragen in de kosten van berhalings- en vervolgon derwijs, en de koslen die de gemeente thans zou moeten maken niet evenredig zijn aan het gebruik dat er van wordt ge maakt hebben B. en W. in overleg met de comm. v. toezicht op het L. O. besloten den raad voor te stellen dit onderwijs te staken. Aangenomen. Overeenkomstig het advies van den in specteur van het L. O. wordt besloten tot aanstelling van een vakondorwijzeres voor bet vak handwerken op dc O. L. school, en wel voor 4 lesuren per. weck a f 1.per lesuur. Gezien do steeds voortgaande uitbrei ding van het aantal kinderen op dc Herv. School stellen B. en W. voor, om aan do Rusthoflaan bij den heer Nieuwkoop, op het terrein in liuur bij den lieer van Duin, een nieuwe O. L. School le bou wen met 2 lokaaltjes, met een „afzonder lijke toegang" van buiten af. Rcndeorl soms later de school niet erg, dan kun nen er met weinig koston tweo flinke woonhuizen van worden gemaakt. Aldus besloten. In behandeling komt een schrijven van den Min. v. Arbeid, waarin Z.Exc., in verband met een verzoek van bet Nat. Comité, den raad verzoekt een tapver- bod uit te vaardigen bij do a.s. Jubilewm- feesten. B. en W., hierover dc Oranjever. ge hoord hebbende, besloten in meerderheid om niet in te grijpen in do feestviering zooals die tot nu toe plaats had. De Oranjever. had de bedenking aange voerd dat de menschen ingeval van een tapverbod, zelf voorraden zouden inslaan en deze medebrengen naar het feestter rein, waar ook zonder tapverbod geen sterken drank zal worden verkocht. De. heer Warn a a r zet uiteen waar om hij de minderheid in B. cn W. vorm-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5