Gemeenteraad Rijnsburg. Vergadering van Vrijdag 1 Juni 1923. Voorzitter de burgemeester, de heer J. L. Bosschieter. Aanwezig alle leden. De Voorzitter otfent de vergadering met gebed. Onder de ingekomen stukken is een verzoek om ontheffing van hondenbelas ting en het verslag der gemeente over 1922 De V o o r z. stelt voor dit laatste te doen circuleeren. De heer v. d. G g t e n wil enkele pun ten openbaar bekend maken; hierop wordt niet ingegaan. Punt. 3. Verlenging tijdelijke leeningen De V o o r z. stelt voor de leeningen tot een bedrag van f37000 per 1 Juli af te lossen. s Z. li. st. goedgekeurd. Punt 5. Regeling verhuur gemeentewo ningen. De V o o r z. vraagt of de Raad de beslis sing inzake de verhuring van een leegge komen gemeente woning, thans bewoond door den heer C. v. Egmond, aan zich wil houden of dat aan B. en W. mandaat tot verhuring wordt verleend. De V o o r z. leest een lijst van gegadigden voor. De heer v. d. G u g t e n dacht, dat in dertijd reeds besloten was, dat het man daat bij B. en W. berusten zou, mits „vol gens het ranglijstje zou worden afgegeap" Nadat in Comité-Generaal besprckir >(j hierover zijn gevoerd, wordt gestemd c,*(>r een voorstel B. en W. volledig te machti gen, welk voorstel, met algemcene stem men wordt aangenomen. Punt 4. Uitbreidingsplan. De gemeente-deskundige, de heer Ver schoor, is ter vergadering aanwezig tot het geven van enkele-inlichtingen. De heer S. Schone veld deelt mede dat in de vergadering van B. en W. nog enkele wijzigingen in het uitbreidingsplan zijn aangebracht. De heer v. Delft doet een vraag naar aanleiding van de legging der Buitenweg, daar spr. vreest dat uitstekende hoeken nullen ontstaan. De Raad verdiept zich in enkele tech nische# besprekingen, minder geschikt voor een persverslag. De gemeentenaren zullen evenlueele be zwaren kunnen indienen, wanneer het plan ter visie zal zijn gelegd. Het plan wordt voorloopig goedgekeurd Punt 6. Wijziging begrooting dienst jaar 1922. Ten tweede male blijkt een af- en over schrijving noodig te zijn. Nadat de heer Jonker gevraagd heeft, of de post „onderhoud schoolge bouw" overschreden is, waarop de Voorz. ontkennend antwoordt, gaat de raad in geheime zitting ter behandeling: cohier b^nnenhelastmg. Uit het Sociale Leven „Patrimonium." In verband, met het gedenkwaardig feit dat'eerstdaags de 70ste Jaarvergadering van „Patrimonium" zal worden gehouden, verschijnt van zijn hoofdorgaan „Patrimo nium" een Jubileumnummer. Het bevat een schat van rijke herinne ringen aan Patrimonium's verleden. Voorts trekken de aandacht een schoon Artikel van Dr. K. Dijk over het ideaal van Patrimonium, uitgedrukt in den tekst: Zalig zijn do Vredemakers Voorts bevat het een artikel van den heer H. Colijn, waarin wordt uiteengezet de groote beteekenis van do oprichting van Patrimonium, omdat daarmee de rich ting werd "aangegeven voor de ontwikke ling van de Chr. sociale actio, die zich later in hoofdzaak in het' C. N. V. heeft voortgezet. Verschillende bestuursleden en mede werkers van den Bond geven in opgewek- ten toon vele practische wenken voor het practische organisatieleven, waarbij Mr. S. de Vries in een „Meesterlijk" artikel de noodzakelijkheid aantoont van een pro grammawijziging, terwijl onze jonge man- n- een behartigenwaardige wensch wordt gegeven in een artikel van den heer van Klaveren. De inhoud is „Goet, fris en Clear", en levert een duidelijk bewijs van de werk kracht waarover „Patrimonium", dank zij de belangstelling die haar werk van des kundige zijde geniet, nog heeft te beschik ken. Lichamelijke Oefening Ditjes en datjes. Zou het waar kunnen zijn: dat vele christen-ouders hoopvol sitzien naar de uitvaardiging van de Zon dagswet om dat hun kinderen „dan ook aan •port kunnék doen" en dat de jongeren hier in opgevoed zijnde wachten op het oogenblik dat zij lid kunnen worden van een neutrale sportvereeniging; Dat dezelfde ouders de christelijke organisatie laaken om dat zij van het „principe" uitgaan, dat geestelijke dingen niet met stoffelijke gecombineerd mogen worden. Een vriendelijk gezicht. Dr. J. H. Gunning schrijft in P n i 1: Wat zijn we toch in ons vaderland rijk aan zure tronies! Als ik eens op de kerkgangers let, die ik in de verschillende dorpen van ons mooie Walcheren vaak tegenkom, moet ik vaak denken: „menschen, waarom kijk jullie toch niet wat vriendelijker?" De een lijkt wel of hij een ijzeren staaf heeft ingeslikt; als een paal loopt bij je voorbij. Een ander doet onwillekeu rig aan een patiënt van den tandarts denken; als een arme kies^ijnlijder ziet hij zijn inedemenschen aan. Een derde schijnt wel op weg naar den ontvanger om zijn belasting te betalen; dan zien velen er uit als een nijdige spin. Zou men het heusch aan die lieden zeggen dat zij op weg zijn de blijde bood schap des keils te gaan vernemen en dat zij allen de taak hebben ontvangen mede werkers te zijn aan de zaligheid van an deren? Ik herinner mij dat ik, eens op de Noordzee varende, den k* jtein vroeg: „waarom verft gij toch altijd de reddings^ boeien w i t?" En 't antwoord luidde: „wel, meneer, als je 't ongeluk hebt bij nacht in 't wa ter te geraken, zou je in dat donkere wa ter een zwarte reddingsgcrdel, als ik je dien toewierp, heel niet zien, maar de witte kleur steekt altijd af tegen dcf zwarte golven; dan kan je hem grijpen en gered worden". Kijk, lieve menschen, we moeten toch als Christenen allemaal een soort red dingsgordels zijn. We zijn door onzen God in de woeste, donkere zee van dit leven uitgestuurd om de arme schipbreukelingen te helpen aan boord te komen. Hoe zullen wij hen nu tot ons trekken als we zoo'n zure, sombere, zwarto tronie opzetten als vele vrome menschen gewoon zijn? God geve dat wij stralende ge zichten krijgen, waarop do liefde van Christus te lezen staat! Het geheim van den koekoek. In verband met. het broedparasitisme van den Koekoek lezen wij o.m. in het tijdschrift„Dierenbescherming" Tot dusver was de gangbare meening, dat het wijfje van den koekoek het ei op den grond' legde, met den snavel opnam en naar het uitgekozen nest van een vreem den vogel droeg. Chance nu heeft vastge steld, dat de toedracht van zaken anders was. De Engelsche natuuronderzoeker Pike, die onder leiding van Chance deel heeft genomen aan diens koekoekonderzoe- ki-ngen, heeft indertijd van zijn waarne mingen een en ander gepubliceerd. Uit hetgeen hij mededeelt, blijkt, dat de ob servator in staat is vooraf te zeggen, in welk nest de koekoek het ei zal leggen en ook ongeveer op welken tijd. In bedoel de publicatie merkt hij op: „De eenige wijze, die ons in staat stelt het oogenblik van het leggen van het ei door het kcekoekwijfje te fotografeeren, is deze, dat men het nest, dat anders zorg vuldig aan het gezicht is onttrokken, bloot legt. Zoo werd dus bij het nest van een graspieper, waarvan men moest aanne men, dat de koekoek het met een bezoek zou vereeren, bet overbuigende gras ver wijderd, om een 'goed uitzicht voor de ca mera te hebben. In een schuilsteê in de buurt wachtte ik. Een half uur later hoor de ik drie luide fluittonen, het teeken van een der waarnemers, dat de koekoek in aantocht was. Een oogenblik latèr ver scheen de mooie vogel. De wijfjes-lcoekoek naderde tot op eenige voeten het openge legde nest en keek verbaasd. Zij had het nest de laatste dagen dikwijls geïnspec teerd en het goed gesloten, bevonden. Maar nu was het open. Zij keek opnieuw, haar twijfel nam toe en zij vloog weg. Op een afstand op een tak zittend, keek zij 'in de richting van het nest en toen zij niets verdachts meer merkte, gleed zij di rect in het geopende nest. Nu viel geen tijd meer te verliezen, want zij pikte da delijk met haar snavel het ei van den pie per weg, dat het dichtst bij haar lag, ging op het nest zitten, het gesloten ei nog 'in den snavel houdend, legde zelf een ei en vloog terstond weg. Ret geheele ge beuren van het oogenblik van aaukomst af tot het moment van wegvliegen duurde precies tien tellen. Het geheim van de koekoek is nu ontdekt: duizenden jaren is het een geheim gebleven, maar nu heeft een camera het gestolen en iedereen kan het zien." GEMENGD NIEUWS Verdronken. Te Zaandam is Donderdagmiddag de 16 jarige zoon Jacobus van den Rotterdam- schen beurtschipper Lieverts bij het schoonmaken van het dek, zonder dat dit bemerkt werd over boord gevallen en verdronken. Brand. Te Epe heeft oen ernstige brand gewoed bij de N. V. Dufour en Prinsen, auto- en rijwielhandel. Magazijnen en werkplaat sen brandden uit, slechts werden eenige auto's in veiligheid gebracht. De schade is zeer groot. Een en ander is op beurs- polis verzekerd. Ontsporing. Donderdagmiddag omstreeks halfeen is nabij het station Nieuwerkerk a, d. IJsel een wagen van een goederentrein ont spoord, ten gevolge waarvan een hoofd spoor versperd werd. Nadien is op enkel spoor gereden en moesten verschillende treinen opgeheven en anderen gecombi neerd worden. De treinen kwamen met vertraging van Gouda aan het Maassta tion aan en vertrokken eveneens met vertraging in die richting. Halfdrie gistermiddag is van het Maas station te Rotterdam een werktrein .met hulpmateriaal en personeel naar Nieu werkerk vertrokken, en te zes uur wa llet verkeer weder normaal. De internatio nale trein naar Berlijn is gecombineerd met een trein richting Groningen, in plaats van 5.49 te 6.6 uur van het Maas station vertrokken. („N. R. G.") De berooving in het Postkantoor te Uithuizen. Omtrent de berooving in het postkan toor te Uithuizen meldt men nader aan het „N. v. h. Noorden", dat de twee perso nen, waarvan sprake was, zichzelf aan de kazerne hebben aangemeld. Gebleken is, dat zij niets met de zaak te maken heb ben. Woensdag is iemand uit Groningen te Uithuizen met verschillende personen geconfronteerd. Daar hij echter zijn alibi kon bewijzen, moest men hem laten loo- pen, Het onderzoek wordt bemoeilijkt door dat er in den bewusten nacht drank is gesmokkeld. De auto, waarmee dit waar schijnlijk geschiedde, is aangehouden. Smokkelen. Het smokkelen in sterken drank neemt in de omgeving van Winschoten schrik barend toe. Het grensverkeer is tenge volge hiervan met ingang van heden aan een strenge controle onderworpen. De rei zigers, welke handkoffers of iets derge lijks bij zich hebben, worden aan het station door rijksambtenaren gevisiteerd. „Volk". De haringvangst. Men meldt uit Urk aan h?t „Hbld.": Weer is in de Zuiderzee de haringvis- scherij geëindigd. Te Urk, waar als ge woonlijk visscliers uit Bunschoten, Vol- lenhove, Stavoren en vele andere plaatsen met die van Urk hun staand want uitzet ten en hun vangsten deden afslaan, zijn door hoogstens 210 vaartuigen pér dag aangevoerd 75.100 tal (15.020.000 stuks) haring. De vangst begon reeds omstreeks 1 Maart, doch bleef zeer middelmatig, iets beter dan verleden jaar, toen de totale aanvoer 60.900 tal was, tegen. 14-0.592 tal in 1921. De prijs, die vóór Paschen (vangst 9029 tal) f 56 per tal gold, daalde in de eerste week van April tot één gulden en weldra nog lager, zoodat de heele regee- ringstoeslag van hoogstens f0.35 per tal als aanvulling tot f 1.50 moest worden uitbetaald. Op enkele gunstige uitzonderingen na heeft deze visscherij zeer onvoldoende ver diensten opgeleverd, ongeacht nog veler nettenverlies ten gevolge van het vaak zoo ruwe weder gedurende deze teelt. Twee boerderijen afgebrand. Gisterennacht zijn te Geldrop twee groo te boerderijen afgebrand. De brand ont stond door onbekende oorzaak in een na bijgelegen schuur. Terstond stond deze schuur in lichte laaie. Het vuur tastte de boerderijen aan, welke evenals de schuur geheel in de vlammen opgingen. De boer derijen behoorden toe aan de landbouwers Verhatten en Verstrappen. Yeel vee, nagenoeg de geheele inboedel alsmede een groote hoeveelheid land bouwwerktuigen gingen in de vlammen op. Aan blusschen viel niet te denken. Er was geen brandspuit en men kon geen telefo nische aansluiting met Eindhoven krijgen om een spuit te laten aanrukken. Inbraak met diefstal. Bij Wierden hebben eenige bandieten zich toegang verschaft tot de woning van den heer Roeloffsen,bakker te Hooge Hexel Na hun bezoek werden vermist twee heerenrijwielen, een heerencosiuum, een paar nieuwe schoenen, goud en zilverwerk en ongeveer 25 gulden aan contanten. In den winkel ontbraken* bovendien ta bak en sigaren, een wittebrood en een twintig stuks Kwatta-chocolade. Vóór zij vertrokken hebben de onge- wenschte gasten den inwendigen mensch versterkt. De politie doet ijveü-ig onderzoek. Het koude weer. Men meldt uit Langendijk aan de „Msb." Het koude, vochtige weer is oorzaak, dat er op de tuinhouwakkers zoo goed als niets kan worden gedaan. De jonge groenten lijden er ten zeerste onder. Had men ver wacht, dat de nieuwe aardappelen op het eind van Mei aan de veilingen zouden ver schijnen, het zal nu ongetwijfeld wel half Juni worden. Een wolkbreuk boven Hessen. De „Lokal Anzeiger" verneemt uiut Cas- sel: Een zware wolkbreuk, gepaard gaande met hagelbuien, is hoven het gebied van de Fulda losgebarsten. Groote .watermassa's hebben de dalen van de Eltra, de Fulda, de Geis en de Sols geteisterd. De rivieren zwollen zóó sterk op, dat zij alles meesleurden, wat zich op het water bevond. De Fulda steeg in een minimum van tijd meer dan twee meter en zette alle aangrenzende lando- rijen onder water. Het vee moest uit de stallen naar hooger gelegen plaatsen worden gebracht, om het voor verdrinken te behoeden. Op verschillende plaatsen hebben de aardappelvelden zeer sterk ge leden. Op sommige gedeelten zijn ook de spoordijken weggespoeld, zoodat de rails vrij in de lucht hangen. Een verlaten dorp. Ten gevolge van de heerschende econo mische verhoudingen in Zuid-Duitschland emigreeren duizenden personen vandaar naar Noord- en Zuid-Amerika, meldt de „Daily Mail". Vooral uit Baden, Wiirt- temberg en Beieren is de trek groot. Een dorp in de Palts, Otterstadt, zal weldra slechts uit leege huizen bestaan, zonder een enkelen inwoner. Dertig gezinnen zijn reeds vertrokken en de voerige zeventig staan op het punt hen naar Argentinië te volgen, waar zij een dorp zullen stich ten, dat zij Nieuw Otterstadt zullen noe men. Drie gouden echtparen. Donderdag jl. hebben te Petton bij Chesterle-Street, drie echtparen, die op denzelfden dag in dezelfde plaats in het huwelijk traden, hun gouden huwelijks feest gevierd. Zij werden in de plaatse lijke parochiekerk tijdens een en denzelf den dienst in den echt vereehigd. Dieren die hun kleintjes in hun zak dragen, Australië is het land van beloften voor ontdekkingsreizigers. Het schijnt, dat op dat uitgestrekte eiland de vreemdsoortigste dieren en planten voorkomen. Men vindt er in de groote rivieren een paling dikker dan een menschenarm, ongeveer '80 c.M. lang en zoo doorschijnend, dat de letters van een boek door het lichaam heen lees baar zijn. Zijn naam uit het Engelsch vertaald is glas-aal. Ook ziet men er 't avonds lange vis- schen in den vorm van onzen snoek, uit het water te voorschijn komen om in den maneschijn een wandelingetje of spelletje te doen op het gras. In Australië vindt men1 den boom zon der lemmer, de netelige boom, die bij aan raking een verlamming in de ledematen veroorzaakt. Men ziet er den vogel zonder veeren, en ook leven daar de kangaroe's die met een wandelstok op marsch gaan, terwijl zo hun kindertjes in een zak meedragen. De reuzen kangaroe, door de Australiërs Me-nu-ah genoemd, lijkt door den bouw van zijn kop wel wat op de ree, doch heeft geen gewei en terwijl zijn voorpooten kort en onontwikkeld zijn, heeft hij lange, dikke sterke achterpoot-en. Zijn manier van loopen is daardoor moeilijk en dwaas en wanneer hij achtervolgd wordt bedient hij zich dan ook alleen van zijn achter stelten en doet zijn staart die lang en krachtig is daarbij dienst als wandelstok. De baby-kangaroe's zijn bij de geboorte zoo klein en zwak, dat ze de buitenlucht niet verdragen, maar daarom heeft de moeder een warme zak, waarin zij de kleintjes,zoodra ze geboren zijn, plaatst en waar zo warmpjes blijven geborgen tot ze sterk genoeg zijn. Van tijd tot tijd zul len ze hun neusje wel eens buiten steken of even er uit springen om wat te spelen, maar langen tijd blijft toch die zak bij de moeder de veilige schuilplaats en het nachtverblijf van de kleine kangaroe's. Ook de opossum, een veel kleiner beestje niet veel grooter dan een kat, draagt haar kindertjes mee in een haar door de natuur geschonken grooten zak. Ons Babbelhoekje, g Beste jongens en meisjes. Terwijl ik dit briefje schrijf is 't nog altijd somber en donker daarbuiten. Uit de briefjes bleek me, dat jullie alle maal naar 't zonnetje begint te verlan gen. Nu dat is ook verklaarbaar. 't Valt voor kinderen niet mee als 't haast eiken dag regent en ze altijd maar weer in huis hun vermaak moeten zoeken. 't Zal nu echter wel gauw ar.ders wor den denk ik. We hebben nu immers den zomer t i j d en bij den zomertijd past ook het zomerw e e r. Denk je eens in dat de menschen daar wat aan konden doen, wat zou de Regeering het dan hard te verant woorden krijgen. Een paar dagen geleden sprak ik een bejaard man en die zei me, dat he-t nog wel een poosje zal duren eer 't echt zo mer wordt. Ik ben al in de zeventig zei hij, maar als ik zoo de jaren die voorbijgingen eens naga, dan was 't meestal half Juni eer 't echt zomersch weer werd. We zullen dus nog'maar een paar weken geduldig wach ten in de hoop dat dan eindelijk de zoo lang verwachte zomer zal komen. Door verschillende jongens en meisjes werd mo gevraagd of ik niet geregeld een verhaal zou kunnen geven. Een groot be zwaar daarbij is de weinige ruimte waar over ik kan beschikken. Maar ik wil het toch probeeren. Als ik wat korter schrijf en de antwoorden ook een beetje inkort, dan zou 't misschien gaan. Indien mogelijk hoop ik de volgende week al met een verhaal te beginnen- Als 't niet bevalt, dan kunnen we later altijd nog weer veranderen. 't Is nu alweer een poosje geleden dat we prijsjes hebben gegeven. Misschien dat ik de volgende week weer een paar prijzen) beschikbaar kan stellen. Het spreekt vanzelf dat alleen die neef jes en nichtjes mee mogen dingen die ge regeld meedoen. We spreken, dus nu alvast af, dat wie alleen zoo nu en dan eens een briefje schrijven niet mee kunnen'dingen. De volgende week hoop ik tegelijk met de prijsraadsels, op te geven welke prij zen beschikbaar worden gesteld. Om niet met de redactie in conflict te komen en beknord te worden omdat de babbelhoek zoo groot is, ga ik nu maar da delijk de correspondentie afdoen. „Óns Logeetje" Leiden. Het raad sel is ditmaal niet zoo 'moeilijk. Misschien dat het nu beter gaat. Hoe bevalt het je op school? Ben je daar al een beetje thuis „Vergeet mij nietje" Wassenaar. Neen, 't is wel vaak uitstel geweest, maar nu zal 't er dan toch van komen. Niet on mogelijk dat ik de eerste rit meemaak. Ik zal eens goed opletten of ik ook langs jullie huis kom. M. G. Woubrugge. Ja, het is wel jam mer dat ons clubje niet wat grooter is, maar we zullen toch den moed maar niet opgeven vindt je wel? Neen, met de stem ming is het hier slecht afgeloopen. Hoe gaat het nu met je Moe? Wil je haar de groeten doen van ons. „Sneeuwklokje" Leiden. Wel leuk zoo'n klein poesje. Wat een aardige naam heeft ze gekregen. Heb je die naam zelf bedacht? Een mooi papiertje was dat waarop je schreef. Echt gezellig zulke briefjes. „D u o" Voorschoten. Dat is een kwaad ding voor je broer, 't Is wel niet gevaarlijk maar 't kan toch erg lastig zijn. Knapt hij alweer op? Gelukkig dat jo oog weer zoo wat beter is. Je schrijven had er nogal niet van geleden, „Vaders Jongste" Leiden. Zoo, zoo, waa je ook al onder den indruk van de stemmingsdrukte? Ik mag dat wel en denk altijd maar: vroeg gewend, oud ge daan. Ik hoop dat je later ook een flinke propagandist zult worden. Neen, je hebt gelijk, 't Verschil is wel wat groot. „Loukie" Wassenaar. Ja, dat zal ze ker een heel verschil zijn. Waarschijnlijk ga ik met Tante de eerste rit meemaken, maar ik weet niet of er dan gelegenheid is even aan te komen. Ik zal in elk gevaS eens opletten of ik je zie. 't Belooft een drukke dag te worden voor Wassenaar. „De twee broertjes" Bodegraven. Als men uitgaat of bezoek ontvangt schiet het schrijven er bij in. Wel leuk twee van die mooie diertjes. Ik heb er vroeger ook een gehad, maar ik vergat weieens het eten te geven en toen moest het weg. Fas jullie maar beter op! „W a t e r 1 e 1 i e" Lisse. We hopen 't de zen zomer weieens te doen. Ik zal dan vooruit wel even schrijven. Voor de foto houd ik mij aanbevolen- Ik vind ook dat het beter is maar te wachten. Doe je da groeten aan Moe? ,,'t Eekhoorntje" Leiden. Ik kan me begrijpen dat er heel wat te doen is en dat er voor het raadsel niet veel tijd over blijft. Des te prettiger vind ik het als jo dan toch nog schrijft, 't Ziet er nog niefr naar uit dat het zomergoed gebruikt moet worden. 9 „H artediefje" Leiden. Ja, zoo gaat het overal. Bij Moeder thuis en als men wat grooter wordt weer op ander gebied. Afkeuren wat anderen doen is gemakke lijk, maar om 't zelf te verbeteren, dat, is de kunst. „Watergeus" Leiden. Je had zeker weinig tijd toen je het briefje schreef. De tweede zin was niet afgemaakt, en later schreef je in plaats van en. Ik dacht: hij is zeker wat laat geweest. Wat dat andere betreft, 't zag er dreigend uit. ïn sommige plaatsen is het ook nogal erg ge weest. S. en, C. W. Woubrugge. Dat was wel een heel drukke week. Ben je in die groo te kerk geweest, met drie galerijen boven elkaar? Hoelang duurt bij jullie de groote vacantie? Ook vier weken. Ik vond 't echt prettig zoo'n lange brief. „De kleine muzikant" Telden. Jf was de eenige niet hoor! Ik vind 't niets erg als iemand een kee- mankeert, als 't maar niet bij vergeten blijft. „Anneke" Leiden. Wel, wel wat een mooi papier heb je. Alleen wat lastig dat er geen lijnen op staan. Teen je schreef scheen 't zonnetje maa 't heeft weer gauw afscheid gencmen. En hoe is t met je rap port afgeloopen? Kan ik je feliciteeren „Batavier" Leiden. Ben je nogal te vreden met je rapport? Ja, dat is een hooge ouderdom. En weet je wel wat Ja kob zei toen hij al veel ouder was? Als je jong bent kan ie niet begrijpen dat v io zoo oud is zegt: dat zijn levensjaren wei nig zijn. Als je ouder word: -rat dat be ter „B oschviooltje" List- W as heel eenvoudig voor wie het begreep. Er waren er meer die het wat moeilijk vonden. Nu, dat is niet "erg. Met 't weer gaan we dunkt me nu een beetje vooruit. „Madeliefje" Leiden. Ja, 't huis werk gaat voor. Eerst het n o o d i ge en dan het aangename. Ik vond het toch prettig dat je nog tijd vondt p-i Brief;o te schrijven. „Jan van Galen" Koudekerk. Ge lukkig dat je nu weer beter bent. t. Lijkt me ook hcelemaal niet prettig zoo ingespo ten te worden, maar 't gaat vaak heel an ders _dan wij graag willen, 't Papier was geen bezwaar vond ik. 't Ging best zoo. „Blondine" Koudekerk. Nu waren er juist anderen die het wel moeilijk vonden. Ben je vaak gevallen, of is het nogal goed afgeloopen. Ik hoop je wenschen, dat jo gauw een tweewieler krijgt. Neen, met. het weer gaat 't nog niet erg. M:sschi?n komt met den zomertijd, ook 't zomerweer. „Jonge Corrie" Koudekerk. \Y at dom toch van me, om je zoo maar te laten verhuizen. En 't gekste was, dat ik het nn alweer geschreven had. Met de jardbeien gaat het zeker niet voorspoedig. Voor som mige streken een hcele schade denk ik. „Narcis" Boskoop, 't Raadsel lijkt me wel heel' geschikt. Tante zal het nog weieens bekijken. Je houdt er zeker nogal van om raadsels te maken. De meesten vonden 't verhaaltje ncgal mooi. „Wilde Bob" Leiden. Dat was nog- eens een goede verjaardag. Ik zou bijna jaloCrsch worden. Je zult op die manier wel een echte soldaat worden dunkt me. Pas maar op, dat je geen ongelukken, krijgt. De oplossing van de vorige raadsels was: I. Alle groote zeeschepen zijn voorzien van draad louze telegraphie. -Onderdeelen: Helgoland, Landtong, Ca*. ïro, Suez, Roede zee, apen, Nijl, zeehaven, reizen, veerpont. II. De beste stuurlui statin aan wal. Onderdeden: bunr, nieuw, Wassenaar, tuit, ballast, distel. Hier volgen de nieuwe raadsels: I. Voor de grooteren: Mijn geheel bestaat uit 42 letters. 36, 10, 40, 32, 13, 6, 4 oen dorp in Noord- Brabant. 23, 27, 29, 19, 8 een Indisch eiland. II, 22, 30, 37, 3 kemt van de walvisschen. 5, 24, 16, 34 wordt gesponnen. Een 15, 6, 38, 21, 8 is een hoofddoksel.^ Een 33, 17, 8, 17, 39, 1, 7, 19, 35 wordt ini de scholen gebruikt. 20, 9, 12, 8, 42 de naam van eéh maand. Een 25, 19, 17, 26, 34, 39, 18, 31, 4S is eea Schotsch muziekinstrument. 7, 22, 41, 14, 28 de naam van een Kamer lid. II. Voor de kleineren: "Mijn geheel bestaat uit 31 letters. 6, 29, 21, 1 een edel metaal. 3, 20, 8, 25 een lichaamsdeel. Zeggen en 22, 4, 16, 30 zijn twee. 28, 11, 5, 19, 2, 24 een deel van den da® 7, 16, 27, 31 een zwemvogel. Een 14, 26, 17, 10 een stuk van mos. 13, 21, 23, 12; 15, 12 vindt men de zee. 9, 18, 2, 5 een hemellichaam. Me dunkt de raadsels zijn noga* niet moeilijk ditmaal. Ik verwacht dan ook dat alle neefjes cd nichtjes ze zullen oplossen en in elk ge val wat van zich zullen laten hooren- Velo groeten Oom FELIX.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 7