Gemeenteraad Rijnsburg.
Vergadering van Vrijdag 1 Juni 1923.
Voorzitter de burgemeester, de heer
J. L. Bosschieter.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter otfent de vergadering met
gebed.
Onder de ingekomen stukken is een
verzoek om ontheffing van hondenbelas
ting en het verslag der gemeente over 1922
De V o o r z. stelt voor dit laatste te doen
circuleeren.
De heer v. d. G g t e n wil enkele pun
ten openbaar bekend maken; hierop wordt
niet ingegaan.
Punt. 3. Verlenging tijdelijke leeningen
De V o o r z. stelt voor de leeningen tot
een bedrag van f37000 per 1 Juli af te
lossen. s
Z. li. st. goedgekeurd.
Punt 5. Regeling verhuur gemeentewo
ningen.
De V o o r z. vraagt of de Raad de beslis
sing inzake de verhuring van een leegge
komen gemeente woning, thans bewoond
door den heer C. v. Egmond, aan zich wil
houden of dat aan B. en W. mandaat tot
verhuring wordt verleend. De V o o r z.
leest een lijst van gegadigden voor.
De heer v. d. G u g t e n dacht, dat in
dertijd reeds besloten was, dat het man
daat bij B. en W. berusten zou, mits „vol
gens het ranglijstje zou worden afgegeap"
Nadat in Comité-Generaal besprckir >(j
hierover zijn gevoerd, wordt gestemd c,*(>r
een voorstel B. en W. volledig te machti
gen, welk voorstel, met algemcene stem
men wordt aangenomen.
Punt 4. Uitbreidingsplan.
De gemeente-deskundige, de heer Ver
schoor, is ter vergadering aanwezig tot
het geven van enkele-inlichtingen.
De heer S. Schone veld deelt mede
dat in de vergadering van B. en W. nog
enkele wijzigingen in het uitbreidingsplan
zijn aangebracht.
De heer v. Delft doet een vraag naar
aanleiding van de legging der Buitenweg,
daar spr. vreest dat uitstekende hoeken
nullen ontstaan.
De Raad verdiept zich in enkele tech
nische# besprekingen, minder geschikt
voor een persverslag.
De gemeentenaren zullen evenlueele be
zwaren kunnen indienen, wanneer het
plan ter visie zal zijn gelegd.
Het plan wordt voorloopig goedgekeurd
Punt 6. Wijziging begrooting dienst
jaar 1922.
Ten tweede male blijkt een af- en over
schrijving noodig te zijn.
Nadat de heer Jonker gevraagd
heeft, of de post „onderhoud schoolge
bouw" overschreden is, waarop de Voorz.
ontkennend antwoordt, gaat de raad in
geheime zitting ter behandeling: cohier
b^nnenhelastmg.
Uit het Sociale Leven
„Patrimonium."
In verband, met het gedenkwaardig feit
dat'eerstdaags de 70ste Jaarvergadering
van „Patrimonium" zal worden gehouden,
verschijnt van zijn hoofdorgaan „Patrimo
nium" een Jubileumnummer.
Het bevat een schat van rijke herinne
ringen aan Patrimonium's verleden.
Voorts trekken de aandacht een schoon
Artikel van Dr. K. Dijk over het ideaal
van Patrimonium, uitgedrukt in den tekst:
Zalig zijn do Vredemakers
Voorts bevat het een artikel van den
heer H. Colijn, waarin wordt uiteengezet
de groote beteekenis van do oprichting
van Patrimonium, omdat daarmee de rich
ting werd "aangegeven voor de ontwikke
ling van de Chr. sociale actio, die zich
later in hoofdzaak in het' C. N. V. heeft
voortgezet.
Verschillende bestuursleden en mede
werkers van den Bond geven in opgewek-
ten toon vele practische wenken voor het
practische organisatieleven, waarbij Mr. S.
de Vries in een „Meesterlijk" artikel de
noodzakelijkheid aantoont van een pro
grammawijziging, terwijl onze jonge man-
n- een behartigenwaardige wensch wordt
gegeven in een artikel van den heer van
Klaveren.
De inhoud is „Goet, fris en Clear", en
levert een duidelijk bewijs van de werk
kracht waarover „Patrimonium", dank zij
de belangstelling die haar werk van des
kundige zijde geniet, nog heeft te beschik
ken.
Lichamelijke Oefening
Ditjes en datjes.
Zou het waar kunnen zijn:
dat vele christen-ouders hoopvol
sitzien naar de uitvaardiging van de Zon
dagswet om
dat hun kinderen „dan ook aan
•port kunnék doen" en
dat de jongeren hier in opgevoed
zijnde wachten op het oogenblik
dat zij lid kunnen worden van een
neutrale sportvereeniging;
Dat dezelfde ouders de christelijke
organisatie laaken om
dat zij van het „principe" uitgaan,
dat geestelijke dingen niet met
stoffelijke gecombineerd mogen worden.
Een vriendelijk gezicht.
Dr. J. H. Gunning schrijft in P n i 1:
Wat zijn we toch in ons vaderland
rijk aan zure tronies!
Als ik eens op de kerkgangers let, die
ik in de verschillende dorpen van ons
mooie Walcheren vaak tegenkom, moet
ik vaak denken: „menschen, waarom kijk
jullie toch niet wat vriendelijker?"
De een lijkt wel of hij een ijzeren
staaf heeft ingeslikt; als een paal loopt
bij je voorbij. Een ander doet onwillekeu
rig aan een patiënt van den tandarts
denken; als een arme kies^ijnlijder ziet
hij zijn inedemenschen aan. Een derde
schijnt wel op weg naar den ontvanger
om zijn belasting te betalen; dan zien
velen er uit als een nijdige spin.
Zou men het heusch aan die lieden
zeggen dat zij op weg zijn de blijde bood
schap des keils te gaan vernemen en dat
zij allen de taak hebben ontvangen mede
werkers te zijn aan de zaligheid van an
deren?
Ik herinner mij dat ik, eens op de
Noordzee varende, den k* jtein vroeg:
„waarom verft gij toch altijd de reddings^
boeien w i t?"
En 't antwoord luidde: „wel, meneer,
als je 't ongeluk hebt bij nacht in 't wa
ter te geraken, zou je in dat donkere wa
ter een zwarte reddingsgcrdel, als ik
je dien toewierp, heel niet zien, maar de
witte kleur steekt altijd af tegen dcf
zwarte golven; dan kan je hem grijpen en
gered worden".
Kijk, lieve menschen, we moeten toch
als Christenen allemaal een soort red
dingsgordels zijn.
We zijn door onzen God in de woeste,
donkere zee van dit leven uitgestuurd
om de arme schipbreukelingen te helpen
aan boord te komen.
Hoe zullen wij hen nu tot ons trekken
als we zoo'n zure, sombere, zwarto tronie
opzetten als vele vrome menschen gewoon
zijn? God geve dat wij stralende ge
zichten krijgen, waarop do liefde van
Christus te lezen staat!
Het geheim van den koekoek.
In verband met. het broedparasitisme
van den Koekoek lezen wij o.m. in het
tijdschrift„Dierenbescherming"
Tot dusver was de gangbare meening,
dat het wijfje van den koekoek het ei op
den grond' legde, met den snavel opnam en
naar het uitgekozen nest van een vreem
den vogel droeg. Chance nu heeft vastge
steld, dat de toedracht van zaken anders
was. De Engelsche natuuronderzoeker
Pike, die onder leiding van Chance deel
heeft genomen aan diens koekoekonderzoe-
ki-ngen, heeft indertijd van zijn waarne
mingen een en ander gepubliceerd. Uit
hetgeen hij mededeelt, blijkt, dat de ob
servator in staat is vooraf te zeggen, in
welk nest de koekoek het ei zal leggen
en ook ongeveer op welken tijd. In bedoel
de publicatie merkt hij op:
„De eenige wijze, die ons in staat stelt
het oogenblik van het leggen van het ei
door het kcekoekwijfje te fotografeeren,
is deze, dat men het nest, dat anders zorg
vuldig aan het gezicht is onttrokken, bloot
legt. Zoo werd dus bij het nest van een
graspieper, waarvan men moest aanne
men, dat de koekoek het met een bezoek
zou vereeren, bet overbuigende gras ver
wijderd, om een 'goed uitzicht voor de ca
mera te hebben. In een schuilsteê in de
buurt wachtte ik. Een half uur later hoor
de ik drie luide fluittonen, het teeken van
een der waarnemers, dat de koekoek in
aantocht was. Een oogenblik latèr ver
scheen de mooie vogel. De wijfjes-lcoekoek
naderde tot op eenige voeten het openge
legde nest en keek verbaasd. Zij had het
nest de laatste dagen dikwijls geïnspec
teerd en het goed gesloten, bevonden.
Maar nu was het open. Zij keek opnieuw,
haar twijfel nam toe en zij vloog weg. Op
een afstand op een tak zittend, keek zij
'in de richting van het nest en toen zij
niets verdachts meer merkte, gleed zij di
rect in het geopende nest. Nu viel geen
tijd meer te verliezen, want zij pikte da
delijk met haar snavel het ei van den pie
per weg, dat het dichtst bij haar lag,
ging op het nest zitten, het gesloten ei
nog 'in den snavel houdend, legde zelf een
ei en vloog terstond weg. Ret geheele ge
beuren van het oogenblik van aaukomst
af tot het moment van wegvliegen duurde
precies tien tellen. Het geheim van de
koekoek is nu ontdekt: duizenden jaren
is het een geheim gebleven, maar nu heeft
een camera het gestolen en iedereen kan
het zien."
GEMENGD NIEUWS
Verdronken.
Te Zaandam is Donderdagmiddag de 16
jarige zoon Jacobus van den Rotterdam-
schen beurtschipper Lieverts bij het
schoonmaken van het dek, zonder dat dit
bemerkt werd over boord gevallen en
verdronken.
Brand.
Te Epe heeft oen ernstige brand gewoed
bij de N. V. Dufour en Prinsen, auto- en
rijwielhandel. Magazijnen en werkplaat
sen brandden uit, slechts werden eenige
auto's in veiligheid gebracht. De schade
is zeer groot. Een en ander is op beurs-
polis verzekerd.
Ontsporing.
Donderdagmiddag omstreeks halfeen is
nabij het station Nieuwerkerk a, d. IJsel
een wagen van een goederentrein ont
spoord, ten gevolge waarvan een hoofd
spoor versperd werd. Nadien is op enkel
spoor gereden en moesten verschillende
treinen opgeheven en anderen gecombi
neerd worden. De treinen kwamen met
vertraging van Gouda aan het Maassta
tion aan en vertrokken eveneens met
vertraging in die richting.
Halfdrie gistermiddag is van het Maas
station te Rotterdam een werktrein .met
hulpmateriaal en personeel naar Nieu
werkerk vertrokken, en te zes uur wa
llet verkeer weder normaal. De internatio
nale trein naar Berlijn is gecombineerd
met een trein richting Groningen, in
plaats van 5.49 te 6.6 uur van het Maas
station vertrokken. („N. R. G.")
De berooving in het Postkantoor
te Uithuizen.
Omtrent de berooving in het postkan
toor te Uithuizen meldt men nader aan het
„N. v. h. Noorden", dat de twee perso
nen, waarvan sprake was, zichzelf aan de
kazerne hebben aangemeld. Gebleken is,
dat zij niets met de zaak te maken heb
ben. Woensdag is iemand uit Groningen
te Uithuizen met verschillende personen
geconfronteerd. Daar hij echter zijn alibi
kon bewijzen, moest men hem laten loo-
pen, Het onderzoek wordt bemoeilijkt door
dat er in den bewusten nacht drank is
gesmokkeld. De auto, waarmee dit waar
schijnlijk geschiedde, is aangehouden.
Smokkelen.
Het smokkelen in sterken drank neemt
in de omgeving van Winschoten schrik
barend toe. Het grensverkeer is tenge
volge hiervan met ingang van heden aan
een strenge controle onderworpen. De rei
zigers, welke handkoffers of iets derge
lijks bij zich hebben, worden aan het
station door rijksambtenaren gevisiteerd.
„Volk".
De haringvangst.
Men meldt uit Urk aan h?t „Hbld.":
Weer is in de Zuiderzee de haringvis-
scherij geëindigd. Te Urk, waar als ge
woonlijk visscliers uit Bunschoten, Vol-
lenhove, Stavoren en vele andere plaatsen
met die van Urk hun staand want uitzet
ten en hun vangsten deden afslaan, zijn
door hoogstens 210 vaartuigen pér dag
aangevoerd 75.100 tal (15.020.000 stuks)
haring. De vangst begon reeds omstreeks
1 Maart, doch bleef zeer middelmatig, iets
beter dan verleden jaar, toen de totale
aanvoer 60.900 tal was, tegen. 14-0.592 tal
in 1921. De prijs, die vóór Paschen (vangst
9029 tal) f 56 per tal gold, daalde in de
eerste week van April tot één gulden en
weldra nog lager, zoodat de heele regee-
ringstoeslag van hoogstens f0.35 per tal
als aanvulling tot f 1.50 moest worden
uitbetaald.
Op enkele gunstige uitzonderingen na
heeft deze visscherij zeer onvoldoende ver
diensten opgeleverd, ongeacht nog veler
nettenverlies ten gevolge van het vaak zoo
ruwe weder gedurende deze teelt.
Twee boerderijen afgebrand.
Gisterennacht zijn te Geldrop twee groo
te boerderijen afgebrand. De brand ont
stond door onbekende oorzaak in een na
bijgelegen schuur. Terstond stond deze
schuur in lichte laaie. Het vuur tastte de
boerderijen aan, welke evenals de schuur
geheel in de vlammen opgingen. De boer
derijen behoorden toe aan de landbouwers
Verhatten en Verstrappen.
Yeel vee, nagenoeg de geheele inboedel
alsmede een groote hoeveelheid land
bouwwerktuigen gingen in de vlammen op.
Aan blusschen viel niet te denken. Er was
geen brandspuit en men kon geen telefo
nische aansluiting met Eindhoven krijgen
om een spuit te laten aanrukken.
Inbraak met diefstal.
Bij Wierden hebben eenige bandieten
zich toegang verschaft tot de woning van
den heer Roeloffsen,bakker te Hooge Hexel
Na hun bezoek werden vermist twee
heerenrijwielen, een heerencosiuum, een
paar nieuwe schoenen, goud en zilverwerk
en ongeveer 25 gulden aan contanten.
In den winkel ontbraken* bovendien ta
bak en sigaren, een wittebrood en een
twintig stuks Kwatta-chocolade.
Vóór zij vertrokken hebben de onge-
wenschte gasten den inwendigen mensch
versterkt.
De politie doet ijveü-ig onderzoek.
Het koude weer.
Men meldt uit Langendijk aan de „Msb."
Het koude, vochtige weer is oorzaak, dat
er op de tuinhouwakkers zoo goed als niets
kan worden gedaan. De jonge groenten
lijden er ten zeerste onder. Had men ver
wacht, dat de nieuwe aardappelen op het
eind van Mei aan de veilingen zouden ver
schijnen, het zal nu ongetwijfeld wel half
Juni worden.
Een wolkbreuk boven Hessen.
De „Lokal Anzeiger" verneemt uiut Cas-
sel: Een zware wolkbreuk, gepaard gaande
met hagelbuien, is hoven het gebied van
de Fulda losgebarsten.
Groote .watermassa's hebben de dalen
van de Eltra, de Fulda, de Geis en de Sols
geteisterd. De rivieren zwollen zóó sterk
op, dat zij alles meesleurden, wat zich
op het water bevond. De Fulda steeg in
een minimum van tijd meer dan twee
meter en zette alle aangrenzende lando-
rijen onder water. Het vee moest uit de
stallen naar hooger gelegen plaatsen
worden gebracht, om het voor verdrinken
te behoeden. Op verschillende plaatsen
hebben de aardappelvelden zeer sterk ge
leden. Op sommige gedeelten zijn ook de
spoordijken weggespoeld, zoodat de rails
vrij in de lucht hangen.
Een verlaten dorp.
Ten gevolge van de heerschende econo
mische verhoudingen in Zuid-Duitschland
emigreeren duizenden personen vandaar
naar Noord- en Zuid-Amerika, meldt de
„Daily Mail". Vooral uit Baden, Wiirt-
temberg en Beieren is de trek groot. Een
dorp in de Palts, Otterstadt, zal weldra
slechts uit leege huizen bestaan, zonder
een enkelen inwoner. Dertig gezinnen zijn
reeds vertrokken en de voerige zeventig
staan op het punt hen naar Argentinië
te volgen, waar zij een dorp zullen stich
ten, dat zij Nieuw Otterstadt zullen noe
men.
Drie gouden echtparen.
Donderdag jl. hebben te Petton bij
Chesterle-Street, drie echtparen, die op
denzelfden dag in dezelfde plaats in het
huwelijk traden, hun gouden huwelijks
feest gevierd. Zij werden in de plaatse
lijke parochiekerk tijdens een en denzelf
den dienst in den echt vereehigd.
Dieren die hun kleintjes in hun zak dragen,
Australië is het land van beloften voor
ontdekkingsreizigers. Het schijnt, dat op
dat uitgestrekte eiland de vreemdsoortigste
dieren en planten voorkomen. Men vindt
er in de groote rivieren een paling dikker
dan een menschenarm, ongeveer '80 c.M.
lang en zoo doorschijnend, dat de letters
van een boek door het lichaam heen lees
baar zijn. Zijn naam uit het Engelsch
vertaald is glas-aal.
Ook ziet men er 't avonds lange vis-
schen in den vorm van onzen snoek, uit
het water te voorschijn komen om in den
maneschijn een wandelingetje of spelletje
te doen op het gras.
In Australië vindt men1 den boom zon
der lemmer, de netelige boom, die bij aan
raking een verlamming in de ledematen
veroorzaakt.
Men ziet er den vogel zonder veeren, en
ook leven daar de kangaroe's die met een
wandelstok op marsch gaan, terwijl zo
hun kindertjes in een zak meedragen.
De reuzen kangaroe, door de Australiërs
Me-nu-ah genoemd, lijkt door den bouw
van zijn kop wel wat op de ree, doch
heeft geen gewei en terwijl zijn voorpooten
kort en onontwikkeld zijn, heeft hij lange,
dikke sterke achterpoot-en. Zijn manier
van loopen is daardoor moeilijk en dwaas
en wanneer hij achtervolgd wordt bedient
hij zich dan ook alleen van zijn achter
stelten en doet zijn staart die lang en
krachtig is daarbij dienst als wandelstok.
De baby-kangaroe's zijn bij de geboorte
zoo klein en zwak, dat ze de buitenlucht
niet verdragen, maar daarom heeft de
moeder een warme zak, waarin zij de
kleintjes,zoodra ze geboren zijn, plaatst
en waar zo warmpjes blijven geborgen tot
ze sterk genoeg zijn. Van tijd tot tijd zul
len ze hun neusje wel eens buiten steken
of even er uit springen om wat te spelen,
maar langen tijd blijft toch die zak bij de
moeder de veilige schuilplaats en het
nachtverblijf van de kleine kangaroe's.
Ook de opossum, een veel kleiner beestje
niet veel grooter dan een kat, draagt haar
kindertjes mee in een haar door de natuur
geschonken grooten zak.
Ons Babbelhoekje, g
Beste jongens en meisjes.
Terwijl ik dit briefje schrijf is 't nog
altijd somber en donker daarbuiten.
Uit de briefjes bleek me, dat jullie alle
maal naar 't zonnetje begint te verlan
gen. Nu dat is ook verklaarbaar.
't Valt voor kinderen niet mee als 't
haast eiken dag regent en ze altijd maar
weer in huis hun vermaak moeten zoeken.
't Zal nu echter wel gauw ar.ders wor
den denk ik. We hebben nu immers den
zomer t i j d en bij den zomertijd past ook
het zomerw e e r. Denk je eens in dat de
menschen daar wat aan konden doen, wat
zou de Regeering het dan hard te verant
woorden krijgen.
Een paar dagen geleden sprak ik een
bejaard man en die zei me, dat he-t nog
wel een poosje zal duren eer 't echt zo
mer wordt.
Ik ben al in de zeventig zei hij, maar
als ik zoo de jaren die voorbijgingen eens
naga, dan was 't meestal half Juni eer 't
echt zomersch weer werd. We zullen dus
nog'maar een paar weken geduldig wach
ten in de hoop dat dan eindelijk de zoo
lang verwachte zomer zal komen.
Door verschillende jongens en meisjes
werd mo gevraagd of ik niet geregeld een
verhaal zou kunnen geven. Een groot be
zwaar daarbij is de weinige ruimte waar
over ik kan beschikken.
Maar ik wil het toch probeeren. Als ik
wat korter schrijf en de antwoorden ook
een beetje inkort, dan zou 't misschien
gaan.
Indien mogelijk hoop ik de volgende
week al met een verhaal te beginnen-
Als 't niet bevalt, dan kunnen we later
altijd nog weer veranderen.
't Is nu alweer een poosje geleden dat
we prijsjes hebben gegeven.
Misschien dat ik de volgende week weer
een paar prijzen) beschikbaar kan stellen.
Het spreekt vanzelf dat alleen die neef
jes en nichtjes mee mogen dingen die ge
regeld meedoen.
We spreken, dus nu alvast af, dat wie
alleen zoo nu en dan eens een briefje
schrijven niet mee kunnen'dingen.
De volgende week hoop ik tegelijk met
de prijsraadsels, op te geven welke prij
zen beschikbaar worden gesteld.
Om niet met de redactie in conflict te
komen en beknord te worden omdat de
babbelhoek zoo groot is, ga ik nu maar da
delijk de correspondentie afdoen.
„Óns Logeetje" Leiden. Het raad
sel is ditmaal niet zoo 'moeilijk. Misschien
dat het nu beter gaat. Hoe bevalt het je
op school? Ben je daar al een beetje
thuis
„Vergeet mij nietje" Wassenaar.
Neen, 't is wel vaak uitstel geweest, maar
nu zal 't er dan toch van komen. Niet on
mogelijk dat ik de eerste rit meemaak. Ik
zal eens goed opletten of ik ook langs
jullie huis kom.
M. G. Woubrugge. Ja, het is wel jam
mer dat ons clubje niet wat grooter is,
maar we zullen toch den moed maar niet
opgeven vindt je wel? Neen, met de stem
ming is het hier slecht afgeloopen. Hoe
gaat het nu met je Moe? Wil je haar de
groeten doen van ons.
„Sneeuwklokje" Leiden. Wel leuk
zoo'n klein poesje. Wat een aardige naam
heeft ze gekregen. Heb je die naam zelf
bedacht? Een mooi papiertje was dat
waarop je schreef. Echt gezellig zulke
briefjes.
„D u o" Voorschoten. Dat is een kwaad
ding voor je broer, 't Is wel niet gevaarlijk
maar 't kan toch erg lastig zijn. Knapt hij
alweer op? Gelukkig dat jo oog weer zoo
wat beter is. Je schrijven had er nogal
niet van geleden,
„Vaders Jongste" Leiden. Zoo, zoo,
waa je ook al onder den indruk van de
stemmingsdrukte? Ik mag dat wel en
denk altijd maar: vroeg gewend, oud ge
daan. Ik hoop dat je later ook een flinke
propagandist zult worden. Neen, je hebt
gelijk, 't Verschil is wel wat groot.
„Loukie" Wassenaar. Ja, dat zal ze
ker een heel verschil zijn. Waarschijnlijk
ga ik met Tante de eerste rit meemaken,
maar ik weet niet of er dan gelegenheid
is even aan te komen. Ik zal in elk gevaS
eens opletten of ik je zie. 't Belooft een
drukke dag te worden voor Wassenaar.
„De twee broertjes" Bodegraven.
Als men uitgaat of bezoek ontvangt schiet
het schrijven er bij in. Wel leuk twee van
die mooie diertjes. Ik heb er vroeger ook
een gehad, maar ik vergat weieens het
eten te geven en toen moest het weg. Fas
jullie maar beter op!
„W a t e r 1 e 1 i e" Lisse. We hopen 't de
zen zomer weieens te doen. Ik zal dan
vooruit wel even schrijven. Voor de foto
houd ik mij aanbevolen- Ik vind ook dat
het beter is maar te wachten. Doe je da
groeten aan Moe?
,,'t Eekhoorntje" Leiden. Ik kan me
begrijpen dat er heel wat te doen is en
dat er voor het raadsel niet veel tijd over
blijft. Des te prettiger vind ik het als jo
dan toch nog schrijft, 't Ziet er nog niefr
naar uit dat het zomergoed gebruikt moet
worden. 9
„H artediefje" Leiden. Ja, zoo gaat
het overal. Bij Moeder thuis en als men
wat grooter wordt weer op ander gebied.
Afkeuren wat anderen doen is gemakke
lijk, maar om 't zelf te verbeteren, dat,
is de kunst.
„Watergeus" Leiden. Je had zeker
weinig tijd toen je het briefje schreef. De
tweede zin was niet afgemaakt, en later
schreef je in plaats van en. Ik dacht:
hij is zeker wat laat geweest. Wat dat
andere betreft, 't zag er dreigend uit. ïn
sommige plaatsen is het ook nogal erg ge
weest.
S. en, C. W. Woubrugge. Dat was wel
een heel drukke week. Ben je in die groo
te kerk geweest, met drie galerijen boven
elkaar? Hoelang duurt bij jullie de groote
vacantie? Ook vier weken. Ik vond 't echt
prettig zoo'n lange brief.
„De kleine muzikant" Telden. Jf
was de eenige niet hoor! Ik vind 't niets
erg als iemand een kee- mankeert, als 't
maar niet bij vergeten blijft.
„Anneke" Leiden. Wel, wel wat een
mooi papier heb je. Alleen wat lastig dat
er geen lijnen op staan. Teen je schreef
scheen 't zonnetje maa 't heeft weer gauw
afscheid gencmen. En hoe is t met je rap
port afgeloopen? Kan ik je feliciteeren
„Batavier" Leiden. Ben je nogal te
vreden met je rapport? Ja, dat is een
hooge ouderdom. En weet je wel wat Ja
kob zei toen hij al veel ouder was? Als
je jong bent kan ie niet begrijpen dat v io
zoo oud is zegt: dat zijn levensjaren wei
nig zijn. Als je ouder word: -rat dat be
ter
„B oschviooltje" List- W as heel
eenvoudig voor wie het begreep. Er waren
er meer die het wat moeilijk vonden. Nu,
dat is niet "erg. Met 't weer gaan we dunkt
me nu een beetje vooruit.
„Madeliefje" Leiden. Ja, 't huis
werk gaat voor. Eerst het n o o d i ge en
dan het aangename. Ik vond het toch
prettig dat je nog tijd vondt p-i Brief;o
te schrijven.
„Jan van Galen" Koudekerk. Ge
lukkig dat je nu weer beter bent. t. Lijkt
me ook hcelemaal niet prettig zoo ingespo
ten te worden, maar 't gaat vaak heel an
ders _dan wij graag willen, 't Papier was
geen bezwaar vond ik. 't Ging best zoo.
„Blondine" Koudekerk. Nu waren er
juist anderen die het wel moeilijk vonden.
Ben je vaak gevallen, of is het nogal goed
afgeloopen. Ik hoop je wenschen, dat jo
gauw een tweewieler krijgt. Neen, met. het
weer gaat 't nog niet erg. M:sschi?n komt
met den zomertijd, ook 't zomerweer.
„Jonge Corrie" Koudekerk. \Y at
dom toch van me, om je zoo maar te laten
verhuizen. En 't gekste was, dat ik het nn
alweer geschreven had. Met de jardbeien
gaat het zeker niet voorspoedig. Voor som
mige streken een hcele schade denk ik.
„Narcis" Boskoop, 't Raadsel lijkt
me wel heel' geschikt. Tante zal het nog
weieens bekijken. Je houdt er zeker nogal
van om raadsels te maken. De meesten
vonden 't verhaaltje ncgal mooi.
„Wilde Bob" Leiden. Dat was nog-
eens een goede verjaardag. Ik zou bijna
jaloCrsch worden. Je zult op die manier
wel een echte soldaat worden dunkt me.
Pas maar op, dat je geen ongelukken,
krijgt.
De oplossing van de vorige raadsels
was:
I. Alle groote zeeschepen
zijn voorzien van draad louze
telegraphie.
-Onderdeelen: Helgoland, Landtong, Ca*.
ïro, Suez, Roede zee, apen, Nijl, zeehaven,
reizen, veerpont.
II. De beste stuurlui statin
aan wal.
Onderdeden: bunr, nieuw, Wassenaar,
tuit, ballast, distel.
Hier volgen de nieuwe raadsels:
I. Voor de grooteren:
Mijn geheel bestaat uit 42 letters.
36, 10, 40, 32, 13, 6, 4 oen dorp in Noord-
Brabant.
23, 27, 29, 19, 8 een Indisch eiland.
II, 22, 30, 37, 3 kemt van de walvisschen.
5, 24, 16, 34 wordt gesponnen.
Een 15, 6, 38, 21, 8 is een hoofddoksel.^
Een 33, 17, 8, 17, 39, 1, 7, 19, 35 wordt ini
de scholen gebruikt.
20, 9, 12, 8, 42 de naam van eéh maand.
Een 25, 19, 17, 26, 34, 39, 18, 31, 4S is eea
Schotsch muziekinstrument.
7, 22, 41, 14, 28 de naam van een Kamer
lid.
II. Voor de kleineren:
"Mijn geheel bestaat uit 31 letters.
6, 29, 21, 1 een edel metaal.
3, 20, 8, 25 een lichaamsdeel.
Zeggen en 22, 4, 16, 30 zijn twee.
28, 11, 5, 19, 2, 24 een deel van den da®
7, 16, 27, 31 een zwemvogel.
Een 14, 26, 17, 10 een stuk van mos.
13, 21, 23, 12; 15, 12 vindt men de
zee.
9, 18, 2, 5 een hemellichaam.
Me dunkt de raadsels zijn noga* niet
moeilijk ditmaal.
Ik verwacht dan ook dat alle neefjes cd
nichtjes ze zullen oplossen en in elk ge
val wat van zich zullen laten hooren-
Velo groeten
Oom FELIX.