iMeLeittCont Tweed© Blad Zaterdag 12 Mei 1923 De Hemelvaart. En als ïïij dit gezegd had, word Hij opgenomen daar zij liet zagen, cn een wolk nam Hem weg van hunne oogen. Hand. 1 9. Het saamlevcn van den Heere Jezus met zijn jongeren op aarde, na zijn ver rijzenis uit de dooden, heeft niet lang ge duurd. Een echt saamleven is het niet ge weest, want de jongeren zagen hun Hei land slechts in vluchtige verschijning, en dan onttrok Hij zich aan hun oogen. Op den veertigsten dag na het Paasch- wonder is Jezus weder met Zijn discipe len saam op den Olijfberg, en terwijl Hij met hen spreekt daalt een wolk van om hoog, dient Hem tot hemelwagen en Je zus vaart op naar den hemel voor het oog Zijner jongeren. Slechts met enkele so bere woorden wordt in het Evangeliever haal dit glorieuze feit beschreven. Maar de verheerlijkte Middelaar komt nu tot Zijn eere en glorie. Hij is opgevaren in de hoogte, Hij is door de hemelen doorgegaan, Hij is op gevaren boven al de hemelen. De Heilige Schirft bezigt al deze uitdrukkingen om ons helder voor óogen te stellen, dat Je zus opgevaren is door don wolkenhemel, opgevaren is boven den prachtigen ster renhemel. om in te gaan in den hemel der hemelen, waar de glorietroon is van den aanbiddelijken en volzaligen God. Onze Heiland is in zijn ware mensche- lijko natuur opgevaren naar den derden hemel waar Gods Serafijnen eeuwig ju belen-: heilig, heilig, heilig is de Heere dei? heirscharen, waav aanschouwd wordt de •schittering van Gods glorie en majesteit, in menschentaal niet uit te drukken. En toen de poorten des hemels zich openden voor den grooten Koning ons van Israels God geschonken, geschiedde waarvan in de psalmen zoo jubelend ge zongen wordt: Verhoogt, o poorten, nu den boog Hijst, eeuwige deuren, rijst omhoog Opdat ge uw Koning moogt ontvangen. Wij verstaan het, dat hij de herden king van dit heilsfeit allerlei vragen op komen in het hart. Er ligt in die Hemel vaart van Jezus, hoe glorievol voor Hem, toch iets dat ons voor ons zeiven bij het eerste indenken een gevoel geeft van iets missen. De gedachte komt wel eens in ons op: och, had ik in die dagen van Jezus om wandelen op aarde geleefd. Geen afstand zou te groot geweest zijn om naar Jezus toe te gaan. Met het peinzensmoede hoofd zouden wij gaan tot dien grootsten Profeet en j.eeraar om van Hem te ontvangen het eenige antwoord op zoo vele vragen waarmede wij dagelijks ons zelvea kwel len. Met ons gefolterd hart zouden wij roe pen tot dien barinhartigen Hoogepries- rer om geholpen te worden door Hem, die niemand afwees maar altoos hielp. Met al onze nooden en behoeften zou den we ons wenden tot dien eeuwigen Koning die met Zijn wondere macht zoo i;e!en verlost heeft, om van Hem de ge wisse uitredding uit nood en dood te ont vangen. Maar op Hemelvaartsdag voegt geen treurzang dat Jezus van de aarde is weggenomen, maar wel een jubellied dat onze groote Koning ten hemel is opgeva ren. God vaart voor het cog met gejuich omhoog! De Hemelvaart predikt ons zoo duide lijk de verheerlijking van onzen Heiland door God den Vader, na de diepste ver nedering van Zich zei ven, om den wille der zonden van het volk des Heeren. Onze Middelaar is in Zijn lijden en sterven ter helle toe vernederd, en nu wordt Hij, na volbracht voldoeningswerk, verhoogd tot in den hemel der he mde n. Hem wordt gegeven een naam die bo ven allen naam is. En wie zijn Heiland lief heeft, klaagt niet, „och was Jezus nog op aarde!" maar geeft aan groote blijd schap des harten zich over, hij heft den. lofzang aan, zingt met een zuiveren galm en met oen blijden psalm den lof van zijn FEUILLETON Van hooger Orde. Naar befc Engelsch. 80) Er |:heen door doze gedachte nieuw gekomen leven in do kleino meid van elf jaar. Zij werd geheel en al vrouwelijk als 't ware; zij trachtte haar moeder in dui zend kleinigheden te helpen. Zij begon een paar van do aardigste kleine sokjes te breien, welke er ooit waren gebreid; ai-me lieveling ik vond ze, jaren later, één af en een met de naalden (geheel verroest) gestoken door do kluwen fijne sajet, juist zoo als 't kind dat uit haar hand had gelegd. Ach, Muriel, Muriel! Do vader was erg verheugd over deze verandering en dat zij zoo telkens met haar moeder mee ging. j.Wat een steun z-al zij eens voor Ursula wezen gelijk een oudste dochter altijd is. Dat zal ze, is 't niet, oom Phineas?" glimlachte toestemmend. Helaas! z'jn lasten waren, zwaar genoeg! •<We moeten haar met ons mee nemen om de stoommachine voor 't eerst aan 't werk te zien. Ik wilde wel, dat Ursula Naar huis gegaan was zonder tot morgen .to wachten. Maar or is geen raden voor I Koning, en jubelt op don Olijfberg naar den haogen hemel ziende: mijn Heiland, Hij dé Vorst der aard, is dié hulde, die eere, die glorie waard. De Hemelvaart is er niet alleen om Je zus tot Zijn eere en glorie Ie brengen, maar brengt ook een rijken zegen aan Gods volk toe. Onze Heiland is ons ten goede in den hemel der heerlijkheid. Drieërlei is voor ons de bate, die uit drijft tot lof en dank van den Naam des He eren op den dag van Hemelvaart. Vooreerst dat onze groote Voorspreker nu in den hemel is voor het aange zicht des Vaders. Toen Jezus op aarde was, was Hij ook zeer zeker de Voor spreker voor allen die Hem van den Va der gegeven waren. Wij denken aanstonds aan de roerende voorbede voor Petrus: de Satan heeft zeer begeerd u te ziften als de tarwe, maar Ik heb - voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudc. Maar wie gevoelt niet dat bet ons hart met zaligheid vervult, to weten dat onze barmhartige Hoogepriester niet meer hier op aarde, maar daar boven in den hemel, zoo heel dicht bij den Troon Gods, aan ons dénkt en voor ons bidt. Dan, wij hebben in den hemel ons eigen vleesch tot een zeker pand dat Hij als het Hoofd ons Zijne lidmaten eens tot Zich zal nemen. Ongetwijfeld, wij zouden hot heerlijk vinden als Jezus nog bij ons op aarde was. Maar de Heere onze God heeft on eindig veel heerlijkers voor ons beschikt. Wij zullen met onzen Heiland vereenigd worden, en ten volle deelen in Zijn glo rie. Doch daartoe blijft Jezus niet op aarde, maar zullen wij lot Hem worden opgenomen in den hemel der zaligheden. En dat is zeer verre het beste. En eindelijk, de verheerlijkte Midde laar zendt Zijn Geest ons tot een tegen- pand, door Wiens kracht wij zoeken wat daarboven is, waar Christus is zittende ter rechterhand Gods des Vaders, cn niet dat op aarde is. Ware Jezus op aarde gebleven, wij zouden, evenals de discipelen, onze hope stellen op een aardsch koninkrijk, en niet genoeg vestaan dat Jezus koniukrijk niet van deze aarde is. Nu verstaan we het zooveel te beter, dat ons ware vaderland niet hier bene den maar. daarboven is, en dat we hier vreemdelingen en hijwoners zijn. Door den Heiligen Geest worden we verlost van onze zondigo aardsche ge zindheid en bedenken de dingen die daar boven zijn, waar Christus Jezus is. Onze Heiland voer ten hemel op in zijn ware menschelijke natuur Maar naar Zijn Godheid, majesteit, ge nade en Geest wijkt Hij nimmermeer van ons. Dies sprak Hij'op den dag van Hemel vaart bemoedigend dit troostwoord ons toe: Ik ben met u alle de dagen tot de vol einding der wereld. Zalig zijt ge als ge waarachtig en ten vollo gelooven möogt, dat Jezus ook u persoonlijk ten goede daarboven in den hemel is, en ge u laat troosten door zijn heerlijke belofte. NIET IN EIGEN KRACHT. Neen, zélf heb ik 'f? niet vermocht, kón mijzelve niet bevrijden uit den maalstroom van het lijden, waar vergeefs- ik uitkomst zocht Telkens trachtte ik wederom mij te ontrukken aan de waatren die met tartend, tergend klaatren, steeds mij sleurden om en om. Telkens dreven zij mij weer in den ouden kring van leven: twijflen, worstlen, schreien, beven, tot mijn ziel bezweek, o Heer! Tot ik riep: „Ik laat me gaan, 'k waag den sprong in 't diepe duister... Heer, verbreek mijn wanlioopskluister!" Wonder!duister werd tot luister, want ik zag, o Heer, u staan met Uw aanschijn vol erbarmen, met Hw open Iiefdc-armen,* en Gij naamt U mijner aan. En o wonder, wondergroot: 1 leven kiemde uit eigen dood! §£Eft& m SCHOOL NED. HERV. KEDK. Aangenomen. Naar Zundert c.a. H. E. Yinke. H.'Lzjl, te Alkmaar. vrees mijn mannen zijn rustig en goedgezind. Wat in de meeste molens een dag van woede en verschrikking is zal bij ons oen waar feest zijn. Jongens, wilt gij ook komen? Edwin, mijn practische jon gen, mijn jongen, die later de molens zal drijven wilt ge mij beloven bij oom Phineas te zullen blijven als ik je do stoommachine aan 't werk laat zien?" Edwin was een oud mannetje in zijn manier van doen; wijs zelfs van de wieg af en rustig ook als GuY hem beknorde; maar, ik merkte op, dat hij niet zoo spoedig klaar was met kussen en vrien den maken dan Guv. En hoewel Guy verreweg de ondeugendste was, hielden wij toch allen 't meest van hem. Arme Guy; hij had 't meest openharti ge, meest warme en teedere knapenhart, hij deed z'n best om goed te wezen, maat was nooit in staat 't te volbrengen. „Vader" riep Guy. „Ik wil do stoom machine wel zien bewegen, maar ik wi! geen kleine jongen wezen gelijk Edwin; ik wil oom Phineas niet bij de hand hou den." Midden in den huiselijken storm, welke hier op volgde, slopen Muriel en ik weg, naar de ledige kerk, waar, bijna in 't donker dat geen donker voor haar vós zij ec-n geheel uur zat le spelen. Langzamerhand kwam 't maanlicht naar Bedankt.; Voor Kieuw-Vosmeer: J. F. Vérhoeff, O.-I. pred. met verlof te Ren- kum. GEREF. KERKEN. Beroepen. Te Oudega-Wijmbritsera- deel <La.: A. Wijngaarden, cand. te Dok- kum; te Moerdijk: J. H. Donner Jzn., cand. te Goes. Bedankt. Voor Kommerzijl: E. C. v. d. Laan te Lollum. CHR. GEREF. KERK. Beroepen. Te Alphen a. d. Rijn: N. Bijdemasfc te Doesburg; te -Hillegom: H. Hilbers te Enschede. Aangenomen. Naar Noordeloos (v2de maal ber.): II. Velema te Kampen. VRIJE GEREF. GEMEENTEN. Beroepen. Te Rotterdam: C. de Jonge te Kampen. Ds. J. van der Vegt. Reeds geruimen tijd kan Ds. J. van der Vegt, pred. der Chr. Geref. Kerk te Har derwijk, niet in de bediening des Woords voorgaan. Do hulp der classis Apeldoorn is ingeroepen. Toegelaten tot de Evangeliebediening. De heer A. Sonnovcld ,theol. cand. aan do R. U. te Leiden en wonende te Pijnacker, is door het Prov. Kerkbestuur van Noord-Holland tot de evangeliebedie ning in de Ned. Herv. Kerk toegelaten. Beroepingswerk. In de vergadering van de classis Utrecht der Chr. Geref. Kerk kwamen ter tafel de volgende vragen van de Kerk van Maars- sen: a. Zou er geen middel zijn to vinden, dat de misstand uit de Kerk worde weg genomen, dat alle Gemeenten op één leeraar aanvallen met beroepen? b. Hoe is te verklaren het aannemen van een beroep, zooals dat algemeen ge schiedt, in verband met Art. 10 van onze D.K.O.? De Classis sprak na breedvoerige dis cussie uit, dat ieder geval op zichelf moet worden beoordeeld, en er naar deze, in den grond der zaak gevoelskwesties ra kende vragen geen algemeen bindend ant woord te vinden is. Ds. J. E, Vonkenberg. Op den Donderdag gehouden Bondsdag van den Bond van Jongelingsvereenigin- gen op Geref. grondslag heeft Ds. J. E. Vonkenberg do medodeeling gedaan, dat hij als directeur van den Bond ontslag neemt en zich wederbij do Geref. Ker ken beroepbaar stelt. Kerkmstiiueermy. Te Baarn en te Ede (B.) z.al een Chr. Geref. Kerk geïnstitueerd worden. Nog geeri bidstond. Een rondschrijven vanwege de classis Den Haag dor Geref. Kerken, aangaande een tc beleggen bidstond voor den nood der tijd, is vooralsnog niet te wachten. Wel was, naar de „Ba'zuin" meldt, in Fe bruari de mogelijkheid van zulk een bid stond overwogen, doch in overleg met de Regeering is voorloopig er van afgezien. Wat zijn singuliere gaven? De classis Den Ha&g zal trachten een uitspraak te krijgen van de Generale Sy node der Geref. Kerken over de vraag, wat bedoeld is met „de singuliere gaven", genoemd in art. 8 der Kerkenordening, o.a. wijl indertijd op een soortgelijke vraag van de classis Dokkum verwezen is naar oen te verwachten „Heraut"-artikel, dat, naar de classis gezegd werd, niet ver schenen is. Theologische schooldag. Donderdag 24 Mei zal de vierde Theo logische schooldag der Chr. Geref. Kerk worden gehouden te Apeldoorn in het kerk gebouw Marialaan. Als sprekers zullen optreden: Doc. A. v. d. Heijden: Openingswoord; Ds. P. de Smit: Het predikambt; Ds. J. L. de Vries Roeping cn Ds. Salomons: Jacobus, de Broeder des Heeren. De Soemba-Zending. Dc deputatie voor do Soembazending, uitgaande van de Geref. kerken in do 3 Noordelijke provincies, hebben de kerk van Hoogcveen uitgenoodigd tot dienaar des Woords te Pajoti (Soemba) te beroe pen de heer P. J. Lambooy, cand. te De Bildfc. binnen vallen en deecl de groote, vergulde pijpen van het orgel en de kleine toover- achtige gestalte daar beneden zittend, on derscheiden. Een of twee keeren vroeg zij me, wa&r broeder Anselmo bleef, die ons gewoon lijk 's avonds in de kerk ontmoette en wien wij van dezen avond de laatste avond voor de geheele huishouding terug zou gaan naar Longfield zeker ver wacht hadden. Ten slotte kwam hij, ging naast mij zitten en luisterde. Zij speelde een frag ment van een, zijner Katholieke missen. Toen 't uit was, riep hij „Muriel!" Zij antwoordde zacht en vroolijk. „Kind, speel het „Miserere", dat ik je geleerd heb!" Zij gehoorzaamde en deed 't orgel kla gen gelijk een gekwelde ziel. Waarlijk, geen verhalen, welke ik ooit hoorde van den jongen Wesley en het kind Mogart ovelroffen het wondervolle spel van ons blind kind. Ten slotte kwam zij van 't orgel naar beneden, terwijl zij haar weg al tastend door de kerk vond; we gingen allen naar buiten en sloten de kerkdeur. Lord Ra venei was bedroefd dien. avond; hij ging Lusmoro eenigen tijd verlaten. Wij gisten waarom omdat de graal kwam. En terwijl hij ons „vaarwel" toe De Unie over de L. O.-Wet, Op heb verzoek van de Wetscommissio van den Schoolraad aan alle besturen en onderwijzers om hun gevoelens in zake wetswijziging tot haar kennis te brengen, heeft het hoofdbestuur van de Unie van Christ. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland een antwoord ingezonden, dat in het orgaan der Unie wordt gepu bliceerd. Het bestuur zou in groote lijnen heb bestaande stelsel gaarne gehandhaafd zien maar meent, dat bet aanbeveling verdient aan te dringen op enkele aanvullingen en herstel van sommige fouten, die bij de Technische Herziening gemaakt zijn. Het zou o.a. wenschen: Herstel van de vroegere (wet 1920) verhouding tusschen het aantal leerlingen cn de daarvoor ver- eischte leerkrachten, zoo mogelijk met vaststelling van heb hoogste aantal leer lingen, dab aan één onderwijzer mag wor den toevertrouwd. Verbetering der wachtgeldregeling. Wettelijke regeling van de positie van den klasse-onderwijzer en diens verhou ding tot heb hoofd en verder personeel. Afschaffing van het arubulantisme. Een verbeterde opleiding uitsluitend aan kweekscholen) met twee-jarigen cur sus, waarbij zeer ruime gelegenheid wordt gegeven tot practische oefening. Toegang tot zulke kweekscholen zou dan verleend moeten worden op grond van: 1. Bezit van einddiploma 5-jarige H. B. S.; 2. Bewijs van het mét 'goed gevolg doorloopen hebben eener 5e klasse van een liceum of gymnasium; 3. Het met goed gevolg afleggen van een examen, waarvan de eischen bij algemeenen maatregel van bestuur worden vastgesteld en die gelijk waardig zijn aan de sub. 1 en 2 genoemde. Eveneens meent het bestuur te moeten aandringen op spoedige invoering van heb zevende leerjaar, terwijl ook aanbe veling verdient wederom ren behoorlijke wettelijke voorziening te treffen in zake het vervolgonderwijs. Eindelijk oordeelt het bestuur, dat, ver eenvoudiging in heb schooltoezicht cn daarmee, verbonden beperking van admi nistratie noodig en gewen scht is. Het cum laude bij promoties. Naar aanleiding van het bericht, dat de geneeskundige faculteit van de Utrecht- sche universiteit het toevoegsel cum Laude (met lof) bij de promotie aan niemand meer wil toekennen, schrijft prof. G. van Rijnberk in het „Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde" een artikel, waarin hij me dedeelt, dat te Amsterdam reeds jaren de afspraak tusschen de meeste leden der geneeskundige faculteit bestaat, om deze onderscheiding niet meer aan te vragen en zo niet te helpen verleenen. Omtrent de aanleiding tot de stilzwij gende afspraak cm de wet niet uit te voe ren, deelt prof. Van Rijnberk het volgen de mede: Er is verschil in de etcf, die in de proef schriften wordt verwerkt, men kan een aardig boekjo maken met weinig moeite en in korten tijd over literatuuroverzicht, uitvoerige beschrijving van een. paar inte ressante gevallen en dergelijke, maar men kan ook een technisch moeilijk, zeer veel arbeid en inspanning eischend onderwerp kiezen in een niet klinisch vak. Hierdoor zouden de laatsten bij de promotie steeds bevoorrecht zijn. Daarnaast heeft echter nog een persoon lijke factor tot het besluit medegewerkt. Sommige hoogleerarcn bepalen zich tot het leiding geven bij proefschriften, ande ren echter strekken hunne medewerking zeer ver uit, leven geheel mede, ja dictee- ren misschien een groot deel. Is het dan te verwonderen dat een dergelijk hoogleeraar bij do promotie zoozeer in geestdrift ge raakt, dat hij met eerlijke overtuiging het cum laude vragt en 't is duidelijk dat zijn collega's bet dan moeilijk kunnen weige ren, hem voor de zooveelste maal in den persoon van een assistent de gevraagde on derscheiding te verleenen, die dan niet meer behoeft uit te drukken een bijzon dere bekwaamheid van dengene, die pro moveert. Amsterdam heeft indertijd een paar hoogleerarcn gekend, die in eerlijk optimisme voor al hun promovendi het cum laude eischten. Natuurlijk is een der gelijke toestand ongewenscht. Blijft dc vraag of de afspraak om de wet niet meer toe te passen, de eenige meest gelukkige oplossing is te achten. Prof. Van Rijnberk meent van niet, hij meent, dat het niet onmogelijk zou zijn een regeling te treffen, waarbij de rechten der promo veerenden gehandhaafd blijven en misbruik wordt gebreideld. Van belang voor de jonge doctoren is wensohte, zeide hij bedroefd lot zijn klei ne lieveling: „Ik wilde, dat ik je niet behoefde te verlaten. Zult ge aan me denken, Mu riel?" „Buig u neer, ik wil u zien." Dat zei ze als. zij haar buitengewoon gevoelige vingers over de gezichten liet gaan van diegenen van wie zo hield. Daarna zei ze altoos ik heb hem „ge zien." „Ja, ik zal aan u denken!" „En mij liefhebben?" „En u liefhebben, broeder AnseJmo!" Hij kuste plechtig haar kleine kinder handen en ging toen heen. „Waarlijk", zei de moeder ietwat vroo lijk terwijl zij hem haastig tusschen de kastanje-boomen zag weg stappen. „Waarlijk, de lijd gaat snel. *t Begint er ernstig uit te zien vader? vijf jaar la ter, en we zullen zien, dat deze jongo man verliefd wordt op Muriel." te gezicht, half dat van een kind, half dat van een engel. „Stil," zei hij alsof hem dit profaan in do ooren klonk; maar hij begoii toch te lachen en zeide, dat hij boos zou wezen als iemand verliefd zou durven worden cp Muriel. Den volgenden dag was vastgesteld voor de proefneming met de nieuwe deze vraag zeker, bij" sollicitaties en voor het volgende leven legt een dergelijke on derscheiding gewicht in dc schaal. Vervroegd ouderdompensiocn. Het hoofdbestuur van den Nedorland- schen Bond van Leeraren en Leeraressen bij het Nijverheidsonderwijs heeft aan den Ministerraad een adres gezonden, om te verzoeken de leeraressen bij hef Nijver heidsonderwijs in aanmerking te doen ko men voor vervroegd ouderdomspensioen. Adressant grondt dit verzoek op het feit dat vele leeraressen bij het Nijverheids onderwijs voor het bereiken van den 65-ja- rigen leeftijd ongeschikt zijn geworden voor het geven van goed onderwijs, en zij toch verplicht zijn in dienst te blijven als een medicus haar niet een bewijs geeft, dab zij geheel ongeschikt zijn voor het waarne men der betrekking, waardoor het Nijver heidsonderwijs ernstig wordt geschaad. Uit het Sociale Levesi Prot, Chr. Bord van opoorv.'er"5r:"3ncöl. In de te Utrecht gehouden algcmecne vergadering van den Prot. Chr. Bond van Spoorwegpersoneel waarvan wij reeds melding maakten, sprak Prof. 1 o t o- maker de Bruine een feestrede uit, wa araan wij het volgende on tl oenen „In de eerste maanden van 1903 eli te de groote spoorwegstaking, dio ontzag lijken indruk gemakt heeft. De massalo ontroering, de dreigende economische cri sis, de politieke spanning, alles was tot op het uiterste gedreven. Er -vielen slachtof fers, leed werd veroorzaakt, dat nog na. jaren doorwerkte, dit alles kan echter in dit uur achterwege blijven. Belangrijk was in de eerste plaats, dat men plots tegenover den toestand van het spoorwegpersoneel, en in de tweede plaats tegenover een staking in een zoo gewich tig bedrijf stond. De eerste quaesrie stond ineens midden in de publieke belangstelling. Enquête volgde op enquête, en ook de spreker zelf werd voor een commissie gehoord. Men begreep dat herstel dezer toestan den ncodig was, en dat dit gebracht moest worden in regelmatig overleg met dc be treffende personen, die zich daarem moes ten organisceren. Bovendien kwam de vraag op of een dergelijke ingrijpende staking niet onverantwoordelijk genoemd moest worden. En teen werd de strijd eerst recht ont ketend. .Eenzijds werd heftig, anderzijds bezadigd gestreden. Wij Protestantsch- Chris tel ijken stonden daar midden tus schen in; en het besef rijpte, dat een vak- vereeniging met het devies: „Langs dm weg der orde, maar toch vooruit", gesticht moest worden. In Mei van dat jaar kwam de stichting van den JP. C. B. hier in Utrecht. Slechts weinigen waren aanwezig, niemand zou gezegd hebben, dat een 20-tal jaren later do Bond 5000 leden zou hebben. Het'ging niet om hot getal, doch om c!e roeping Gods. Spreker memoreert cénigc vooraan staande mannen nit dien tijd, dio hun steun verleend hebben. Een tweetal jaren, later werd de Kcninklijko goedkeuring aangevraagd, nog later werd het orgaan „Seinlicht" opgericht. Spr. maakt vervolgens een vergelijking tusschen 1903 en 1923, met betrekking tot heb aantal leden. Volgens het woord Gcds schuilt do macht, niet in het getal, cn dit doet er in zekeren zin ook weinig aan toe. Zuiverheid van beginsel rijst daar mijlen boven uit, doch het getal legt toch ook gewicht in de schaak Wordt een beginsel gedragen door een sterke organisatie, dan zal veel meer invloed kunnen worden geoefend. Het getal is wel van gewicht. Wij zijn nu gegroeid tot 5000 leden, cn dit stemt ons tot dankbaarheid, omdat het sterker blijkt, dat men inziet, dat. h er oen rccping ligt. Doch cok in do laatst© jaren is er een teruggang, mede ia ver band met de inkrimping van het spoor wegpersoneel. Verontrustend is deze te ruggang echter geenszins. Dit alles is kort samen te vatton in do volgende woorden: „Kweek mannen cp, die inzicht in óns beginsel hebbon, uic pal staan voor dat beginsel, en noen kunnen zeggen: die volgens hun beginsel handeion En verder: Houdt moed, zelfs al werken, de omstandigheden tegen, en geef licht als een seinlicht cat waarschuwt en roept om door te gaan, dat zijn licht ontvangen heeft van Hem, dio onze Heer is, opdat gij oen zegen zijt voor u zelf, uw collega's en geestverwanten, een zegen voor óns volk. Geef van dit licht, opdat gij iets zijt voor God." stoommachine;, cn als deze proefneming goed uitkwam, zouden wij terstond in een post-koets naar Longfield gaan; want do moeder verlangde weer erg naar huis en zoo deden we allen. Voor den molen vonden we een grooto menigte, want toen de tijd daar was, had mijnheer Halifax, het publiek bekend doen maken, dat hij zijn weefgetouwen door stoom zou drijven, de cenigo manier waarop hij zijn molen nog gaande eou kunnen houden. Deze bekendmaking was met groote verrassing en merkwaardige kalmte ontvangen, niet alleen door zijn eigen werkvolk, maar ook In *t geheele dal van Enderley. Toch was er, als bij elke nieuwe procf-i neming, veel smalend scepticisme. „Ga wat op zij, m'n beste menschen," zei mijnheer Halifax, terwijl hij met zijn vrouw aan den arm het molen-erf over liep. „Hij is een flinke vént, de meesier; hij staat voor niets," zoo hoorde men een uit 't volk zeggen en wellicht drukte dat 't gevoelen va«n de rest uit 1 (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5