Dagblad voor Lèiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ABOSRtfEftiEmTSPRIJS
In Lorden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal :r. ft.f 2.50
Per week *0,1^
Franco per post për'kwartaal f2.90
4de JAARGANG. DINSDAG 8 MEI 1923 - No. 929
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVERTEATIE-PHÏJS
"'Gewone advertentien per regel 22}* cent
/Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief;
'§ij contract, belangrijke reductie.
'Kleine advertentien bij vooruitbeta*
ling van ten hoogste 30 woorden, -wordei)
dagelijks geplaatst ad 50 cent.
V Nog eens hel tapverbod.
Door den heer de Gijselaar was er,
zooals wij in het vorig nummer lieten
uitkomen, verwondering over uitgespro
ken dat de Minister van Aribeid zijn oor
spronkelijk standpunt inzake de al of
niet handhaving van tapverboden had
losgelaten.
De Minister antwoordde hierop o.m.
'dat hij aanvankelijk een tapverbod ge-
.wenscht achtte mits daarvoor zeer bij
zondere redenen waren aan te voeren.
De Hooge Raad bleek er echter anders
over te denken ,en heeft zoo betoogde
de minister, tot driemaal toe in een der
gelijke aangelegenheid een andere, opvat
ting gehuldigd dan door mij werd voor*
gestaan.
„De Hooge Raad ging eigenlijk geheel
mede met mijn opvatting, behalve de
restrictie. De Hooge Raad zeide: Op
grond van art 135 van de Gemeentewet
is de gemeente bevoegd en wat in de
Drankwet staat, had er eigenlijk niet in
behoeven te staan De beperking dus heeft
er in die gevallen niets mede te maken.
De beperkingen, die de Kroon eisckte,
zijn dus naar de meening van den
Hoogen Raad niet gegrond op de wet.
Ik heb dat tot driemaal toe laten gaan.
Toen het derde geval er geweest was,
kreeg ik een verordening uit mijn goede
oude vaderstad Leiden ter vernietiging
en toen heb ik de zaak opnieuw bekeken.
Nu gevoel ik iets voor de redeneering
van den heer De Gijselaar, die zegt: gij
hebt eigenlijk met den Hoogen Raad
niets te maken, gij hebt de wet te hand
haven, en wanneer de verordening is in
strijd met de wet of met bet algemeen
belang, dan moet gij die ter vernietiging
voordragen.
Maar ik heb toch ook een andere over
weging gehad. Ik vond de zaak niet zoo
eenvoudig; ik meende twee dingen te
kunnen doen, nadat de Hooge Raad ten
derden male deze jurisprudentie had ge
handhaafd. Door den advocaat-generaal
was er op gewezen, dat de vorige juris
prudentie in strijd was'met de jurispru
dentie van de Kroon, den Raad van State
gehoord, en niettegenstaande dat heeft
de Hooge Raad uitdrukkelijk gcmoti*
verd waarom hij meende, dat zijn ju
risprudentie juist was en die van de
Kroon onjuist.
Toén de zaak zoo stond, meende ik, dat
ik niet zoo mocht doorgaan. Waarom?
Omdat het toch eigenlijk geen houding is,
dat ons "hoogste rechtscollege in naam
van de Koningin uitspreekt wat recht is
en dat een volgende dag die zelfde Konin
gin bij Koninklijk besluit over een zelf
de wetsartikel een andere meening hul
digt.
Staatsrechtelijk is dit volkomen ver
klaarbaar, daar kan ge-en moeilijkheid
over bestaan, maar ik geloof dat liet op
ons volk zelf een allerzonderlingsten in
druk moet maken, en ook een verkeer
den indruk, dat twee hoogste rechtscol
leges, die wij hebben, het administratief
rechtscollege, de Raad van State - en er
is niet gebleken van een afwijkend ad
vies van dien Raad en ons hoogste
rechtsprekende college, de-"Hooge Raad,
ieder een andere opvatting hebben' van
hetzelfde artikel.
Ik geloof, dat dit op den duur op ons
volk verwarrend moet werken; de men-
schen begrijpen er eenvoudig niets van."
De Minister bepaalde er zich dus toe
mee te deelen, dat hij zich bij de opvat
ting van den Hoogen Raad had aangeslo
ten', waardoor een waardeering van de
door den heer do Gijselaar aangevoerde
argumenten achterwege bleef.
Dit is eigenlijk wel jammer, omdat,
naar het ons wil voorkomen, diens rede
nering toch niet geheel zuiver was.
De Hooge Raad grondt zijn oordeel op
art. 135 van de Gemeentewet, dat aldus
luidt:
„Aan hem (den Gemeenteraad) be
hoort het maken van de verordeningen,
die in 't belang der openbare orde, ze
delijkheid en gezindheid worden vc-r-
eisoht en van andere, betreffende de
huishouding der Gemeente."
Dus, zegt de heer de Gijselaar, dan kan
de regeling van een tapverbod alleen val
len onder de woorden openbare orde en
zedelijkheid, maar dan moet er ook vrees
zijn voor drankmisbruik.
Deze opvatting komt ons niet geheel
juist voor.
De bedoeling van den wetgever is toch
naar het algemeen gevoelen niet ge
weest, de bevoegdheid van den Gemeente
raad te beperken.
Wij hebben hier niet te doen met eon
beperking, maar met een aanwij
zing.
De ontwerper van de .wet verklaarde
zich huiten machte alles te vermelden'
wat onder de huishoudelijke gemeente-
aangelegenheden is te rangschikken en
bepaalde er zich daarom toe „het voor
naamste" te noemen, zoodat daaruit ten
aanzien van het overige een besluit zou
kunnen worden afgeleid.
Er is dus geen sprake van, dat dé "ge
meenteraad aan wat „in het belang der
openbare orde, zedelijkheid en gezond
heid wordt vereischt" zou gebonden zijn.
De vraag is alleen of een verordening
in het belang der' gemeente noodig is.
En waar nu vermindering van drank
misbruik een groot gemeentelijk belang
is, daar is het zeer verklaarbaar niet al
leen, maar zelfs toe te juichen, dat reeds
tal van Gemeenteraden lot de invoering
van een tapverbod besloten.
STADSNIEUWS
Gisterenavond hield de A. R. Kies-
Verconiging een vergadering niet de hu-
re au voorzitter s, waarin de maatregelen
voor de komende verkiezing besproken
werden.
Er heerschte, ondanks alle bezwaren,
een goede stemming.
Besloten werd o.m. tot liet houden van
een propaganda-fielstocht op Zaterdag
19 Mei.
Dames en Heeren, die aan dezen tocht
wenschen mee te doen,- kunnen zich aan
melden aan een der adressen in een ad
vertentie in dit nummer vermeld.
Ondanks veler medewerking is er toch
nog behoefte aan goede werkkrachten. Zij
die in staat zijn, op welke wijze dan ook,
medewerking te verleenen, worden drin
gend uitgenoodigd zich daartoe hij een
der bestuursleden aan te melden.
Evenals de vorige week zal ook deze
week iederen avond in het administratie-
lokaal van ons blad zitting worden ge
houden tot het verstrekken van inlichtin
gen.
De firma Zandvliet, weet steeds fle
aandacht op haar etalageruimte te vesti
gen. Thans iets geheel aparts.
Zooals men onder de advertentieën zal
kunnen lezen, wordt ditmaal een schaak-
tournooi gehouden.
Voor de liefhebbers van deze ontspan
ning (of inspannning!) dus een aanma
ning om het probleem, waarvan men in
do etalage der firma kennis kan nemen,
op te lossen.
Prof. D r. H. A'. Lorentz, al
hier heeft bericht gezonden dat hij zijn
benoeming als lid van de commissie voor
de intellectueel© sa-mènwerking uit den
Volkenbond, in de plaats van Prof. Ein
stein, aanneemt. i
Het Sted. Museum *,De Lakenhal"
werd in de maand April bezocht door 1516
personen, waaronder 614 betalende bezoe
kers. i 1
De tentoonstelling van werken van den
schilder Breitner trok 492 "bezoekers.
Ons werd gevraagd het volgende te
melden
„Op de laatst gehouden ledenvergade
ring der Staatk. Geref. Partij Afd. Lei
den, werd o.m. besloten tot uitbreiding
van het Bestuur; de Voorzitter wees op
het noodzakelijke daarvan, door den ge-
stadigen bloei der afdeeling. Bestond het
bestuur tot heden uit leden der Gerefor
meerde Gemeente, zeer gewenscht was
dat het Bestuur een juister afspiegeling
is der leden, en! spr. hoopte dan ook dat
de stemming in die richting moest uitval
len. Hierna werden met gröote meerder
heid tot Bestuursleden gekozen de heeren
C. H. Overduin en H. Jansen, leden der
Chr. Geref. Kerk. K. F. van der Wilk en
J. Kooreman leden der Ned. Herv. Kerk.
Alle gekozenen verklaarden zich bereid
hun benoeming te aanvaarden. De func
ties zullen onderling worden verdeeld,
Gisteren werd alhier zekere H. aan
gehouden wegens bedelarij.
Bij het verhoor gaf hij als reden op dat
hij het thuis met zijn stiefmoeder niet kon
vinden en reeds een half jaar zonder werk
was.
Door allerlei tegenslag was hij tenslotte
aan het zwerven geraakt en gaan bedelen.
Hij werd naar Den Haag overgebracht.
Bij een vechtpartij nabij het Kort-
Galgewater werd gisteren zekere R., mis
handeld door zijn tegenstander H. W. uit
Oegstgeest. -Tegen den laatste werd pro
ces-verbaal opgemaakt.
I
De Commissaris van politie alhier
verzoekt opsporing en aanhouding van
den 27-jarigen C. R., die door een alhier
gevestigde filantropische vereeniging was
uitbesteed bij een patroon te Leimuiden.
'Bedoeld jongmensch is dezer dagen
met de noorderzon vertrokken met mede
neming van een' rijwiel.
Daar hij vermoedelijk zal trachten, het
rijwiel aan den man to brengen, wordt
aanhouding niet onwaarschijnlijk geacht.
Twee heeren, zekere K., uit Noord-
wijk en P., uit Leiden waren gisteren1 op
de Steenstraat aan het onderhandelen
over den verkoop van een billart.
Toen zij het daarbij niet geheel eens
konden worden, werd naar de gewoonte
der vaderen het vuistrecht toegepast, met
het gevolg dat de politie zich met dezen
„uitwas" inliet en beider namen optee-
kencle.
Tijdens een voorstelling werd gister
avond uit de vestibule van het Luxor-
Theater. een aldaar staand rijwiel gesto-
len.
De dader is onbekend.
Ter hoogte van de Kaiserstraat had
gisteren op het Rapenburg een aanrijding
plaat-s.
Ken aldaar fietsende jongen wilde n.l.
uitwijken voor ©enige passeerende dames,
toen uit andere richting een auto naderde.
Het spatbord van de auto kwam in aan
raking met het rijwiel waardoor dit tegen
den grond sloeg en werd vernield. De jon
gen bekwam gelukkig geen enkele verwon
ding.
Volgens opgave bedroeg de schade aan
het rijwiel toegebracht pl.m. f 35.
BIBMEMLAMP
De Zomertijd.
In de vergadering van den bond van
melkveehouders te De Lier is besloten den
a.s. zomertijd niet in te voeren, mits alle
corporaties, vereend gingen en veilingen,
zoo mogelijk in het geheele Westland,
daarmede, accoord willen gaan,
K -
De Tweede Kamer nog niet naar huis.
Naar de T e 1 e g r. verneemtj, ligt het
niet gelijk in sommige bladen veron
dersteld werd in het voornemen de
Tweede Kamer reeds aan het einde der
vblgende week te doen uiteengaan.
Wel wordt, naar ons ter oore komt,
overwogen, e>en mogelijk confict tuaschen
de Tweede Kamer en den minister van
Kooniën te vermijden door de Indische
belastingvoorstellen en zelfs een supple-
tbire begvooting niet meer op de agenda
te plaatsen.
Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922.
Bij Kon. hesluiten zijn, te rekenen van
1 Mei 1923, als bedrijfsvereniging in den
zin der Land- en Tuinbonwongevallenwet
1922 erkend do navolgende verenigin
gen:
De Centrale Landbouw Onderlinge, te
Amsterdam; de Tuinbouw Onderlinge, te
Amsterdam; de Boeren en Tuinders On
derlinge, te 's-Gravenhage; de Federatie
voor Onderlinge Landbouw-Ongevallen-
verzekering in de provincie Groningen, te
Groningen; de Onderlinge Bedrijfsver-
eeniging „Land- en Tuinbouwbelang", te
's~Gra,venhage; de Bedrijfsvereniging
„de Waarborg", te Leeuwarden; de Na
tionale Boeren Onderlinge te 's-Graven
hage; de Centrale Bond voor Ongevallen
verzekering in het Land- en Tuinbouwbe-
driuf in Nederland „Het Platteland", te
's-Gravenhage.
De débacle van de Amsterdammer.
In zake het faillissement van „De Am
sterdammer" liggen de lijsten der door
den curator mr. J. van Woudenberg
Hamstra voorloopig erkende en betwiste
schuldvorderingen ter inzage ter Griffie
der Arrondissementsrechtbank.
Volgens die lijsten bedraagt het totaal
der hypothecaire of preferente sohuld-
eischers f32.906.03, bet totaal der con-
curreerende schuldeischers f 586.100.92.
Onder deze laatste treft men aan de
Ned. Spoorwegen voor het vervoer der
oouranten voor f3150.37, de firma G. G.
A. Corvey te Amsterdam voor geleverd
papier met een bedrag van f 109.219.42,
verder A. W. Frentzen te Leiden voor
f38.778.65; P. Mayer te Broek in Water
land met f 18.962.50; Joh. de Heer te
Rijssenburg met f 10893.
Arbeidsgeschillen-wet.
De meerderheid der Eerste Kamer, zegt
de Standaard, heeft niet geluis
terd naar de actie, gevoerd tot verwer
ping van de Arbeidsgcschillenwet, waarbij
aan deze wet een beteekenis gegeven werd
die haar zoowel in den opzet vreemd was
als in de werking ervan vreemd zal blij
ven.
Het werd maar beweerd, dat men met
deze wet met volle zeilen den' socailisti-
schen staat tegemoet ging, terwijl juist
het beginsel der wet dat van de sociaal
democratie zeer krachtig weerspreekt.
Niet ten onrechte heeft Prof. Diepen
horst in zijn uitnemende rede ter verde
diging van de gedachte, die aan de wet
ten grondslag ligt, or op gewezen, dat
liet- verzet voortvloeide uit weerzin tegen
alle arbitrage.
Onze Partij, die in haar program vraagt
zooals Prof. Diepenhorst herinnerde:
krachtige bevordering eener regeling ter
voorkoming zooveel mogelijk van conflic
ten in de wereld van den arbeid en tot
oplossing van geschillen, indien deze des
alniettemin ontstaan, kon, waar men te
doen had met een vrijwillige arbitrage,
in menig opzicht het voorstel met inge
nomenheid begroeten, hoezeer onze ver
wachting niet hoog gestemd kan zijn, ge
zien de ervaring, die achter ons ligt, en
die tot voorzichtigheid noopt. Wie in de
Aan het Zoeklicht
Leiden, 8 Mei 1923.
Wat is de menschheid toch eigenlijk
Daar zoekt men sinds jaren naar de
oorzaken van den wereldoorlog en 't ia
toch zoo héél eenvoudig.
„Terpsichore", het orgaan van de Ned.;
Vereen, tot bevordering der danskunst^
komt toch met het volgende verbluffende
nieuws:
Feitelijk was Duitschland's macht i
op dansgebied in 1914 reeds gefnuikt I
en had dat land toen beter den histo*
rischen samenhang tusschen dansen en
politiek bestudeerd, dan had het kun*
nen oonstateeren, hoe 't Angelsak-;
sisch element met de One Step, de
danswereld veroverde en dus ook de 1
politiek zou gaan beheerschen.
Zou dan de groote oorlog nog geko
men zijn?
't Is verbluffend van eenvoud.
De geheele internationale politiek te
ruggebracht tot een kwestie van dansen.
Intusschen krijgt men uit dit geschrijli
den indruk dat het dansen op de hersens
een slechten invloed heeft.
OBSERVATOR.
wereld van denl arbeid den klassenstrijd k
weerstaat, moet den weg van vrede door
recht begeeren.
Het enquêterecht was ook ons eerst te
weinig met waarborgen omringd. Maar
nu, mede op initiatief van onze Kamer
club, enkele wijzigingen waren aange
bracht, kon deze „stok achter 'de deur"
naar onze meening het afstemmen niet
rechtvaardigen.
Het scheepken van deze arbitrage zal
nu de haven kunnen verlaten. Wij wen
schen het gelukkige vaart.
Moge de wet medewerken tot het kee-
ren van een strijd in de bedrijven, dio
niet alleen zooveel stoffelijke schade
brengt, maar bovenal do harten verbit
tert en steun geeft aan diegenen, die
slechts oog hebben voor de macht en niet
voor het recht.
Vacantiekaarien.
Naar wordt gemeld, zullen dit jaar van
1 Juli tot 15 September door de stations
der Nederlandsche Spoorwegen wederom
vacantiekaadrten afgegeven worden. De
prijzen der vacantiekaarten zouden bedra
gen voor de eerste klasse f 10, voor do
tweede 'klasse f7.50 en voor de derde,
klasse f 5.
Koning Haakon te Amsterdam.
Wij kondigden reeds de komst van ko
ning Haakon van Noorwegen aan.
Thaiis meldt het Haagsche Correspon
dentie-bureau.
Den 5en Juni a.s. wordt door H. M. de
Koninigin het officieel bezoek tegemoet j
gezien van Z. M. den Koning van Noor* 1
wegen.
De koning, die voornemens ïs, de reis
per oorlogsschip te doen, zal dien dag to j
Amsterdam aankomen en den 7en Juni'
weder ver trékken.
Protestvergadering tegen de Tabakswet.
Gisteravond werd, vanwege het Lande
lijk Comité van Actie, in het Gebouw van
K. en W. te Utrecht een protestvergade
ring gehouden tegen de Tabakswet, onder
voorzitterschap van den heer W. Goubitz,
uit Amsterdam.
Als spreker trad op de heer B. C. van
Stralen („Vox Clamans"), die over deze j
aangelegenheid reeds meermalen heeft ge
schreven in „De Maasbode
Ten slotte vereenigde de vergadering
zich met de volgende motie:
De Protestvergadering enz., constalee-
rende, dat vele ondernemers in het tabaks-
FEUILLETON
Van hooger Orde.
78)
Naar hefc Engelsch.
Wij waren zeer gelukkig1 te Enderley.
Muriel vroolijkte, reeds na enkele dagen,
daar op. Zij ging overal met me mee. Ze
zei ons telkens, dat dit de gelukkigste
lento was, welke zij ooit had beleefd.
John had het nu erg druk. Hij had zijn
zaak te Norton Bury onder goed toezicht
gesteld en wijdde zich zelf geheel aan den
lakenmolen. Vroeg en laat was hij daar.
Dikwijls gingen Muriel en ik met hem
er heen en vermaakten ons geheele mor
gens in de weiden rondom den molen.
Soms kwam' dan do vader enkele oogen-
blikken hij ons, liefkoosde Muriel en ver*
telde mij hoe de zaken,in den molen ston
den. i
Op een morgen, toen we 'daar zoo zaten,
met ons drieën op het steen werk van een
kleine brug, onder een boom, waar 't wa
ter zoo helder was, dat we een groote
snoek konden zien zwemmen, zei John
plotseling -■ "w'ï
v „Wat zou er toch aan de beek haperen,
kijk eens, Phineas?"
„Ik heb al gedurende de laatste twee
uren het water langzaam zien zakken; ik
dacht, dat gij 't water afleidde."
„Heelemaal niet ik moet eens een
onderzoek instellen. Dag mijn dochter
tje."
ijn toon was opgewekt, maar toch keek
hij bezorgd. Hij liep door de weide en
ging haastig den molen binnen. Daarna
ging hij weer heen in de richting van
Luxmore Hall en 't duurde wel een paar
uren voor we hem weer terug zagen ko
men. Hij kwam op ons toe en sloeg nauw
keurig acht op het water ln de heek; 't
was meer en meer gezakt en we konden
nu duidelijk den slijkerigen bodem zien.
,*rJa, dat is 't 't kan niets anders
wezen. Ik dacht niet, dat hij dat zou heb
ben durven doen!"
„Wat doen, John en.wie?"
„Lord Luxmore," en hij sprak op een
toon van ingehouden woede. „Lord Lux
more heeft de bedding verlegd van. de
heek, welke mijn molen in beweging
brengt."
Ik trachtte te beweren, dat zoo iets on
waarschijnlijk was en in den grond der
zaak tegen de wet.
„Niet tegen de wet van de grooten te
gen de kleinen! Bovendien hij kleurde en
zeide, dat hij de heek slechts drie dagen
in de week noodig heeft om fonteinen op
Luxmore Hall te maken. Maar ik begrijp
wel, wat 't is, ik heb 't al een jaar lang
zien aanokmen. Hij heeft besloten mij te
ruïneeren.
John zeide dit zeer opgewonden. Hij
voelde nauwelijke de handjes van Muriel,
welke hem betastten.
„Wat beteekent dat „ruïneeren?" Maakt
iemand vader boos?"
„Neen, mijn lieveling, niet hoos, alleen
erg ongelukkigl" Hij nam haar pp en
drukte haar aan zijn borst. Zij kuste hem
en streek hem' over zijn haar.
,,'t Is niets, lieve vader; gij zegt im
mers, dat niets ons deren kan als wij
slechts goed zijn; en vader is altoos
goed."
„Ik wilde, dat ik dat was." Hij ging
zitten en zette haar op zijn knie; hij
werd kalmer en langzamerhand waakte
de energie weer in hem op, dat steeds ge
beurde, naarmate zij heviger werd ter
neer gedrukt.
„Neen, Lord Luxmore zal mij niet ruï
neeren! Ik lieb een plan bedacht. Maar
eerst moet ik met mijn volk spreken ik
zal een tijdlang de loonen moeten ver
minderen.
„Wanneer?^
„Nog dezen avond. Als 't gebeuren
moet dan beter terstond, voordat de win
ter invalt. Arme kerels, 't zal wel hard
voor ze wezen, maar 't zal slechts lijde
lijk zijn; ik moet hen tot geduld overha
len, zoo ik kan."
Hij knarste bijna met de tanden toen
hij de zon zag schijnen op den witten
vleugel van Luxmore Hall.
„Zoudt gij u zeiven geen recht kunnen
versahaffen? 't Is een onwettigo daad,
waarom gaat gij niet procedeeren?"
„Phineas, je vergeet, wat mijn beginsel
is ^-* ik wil dat niemand opdringen,
maar mijn beginsel is, dat ik nooit wil
procedeeren, nooit!"
Ik drong daar dus niet verder op aan.
„Nu, oom Phinieas, ga gij met Muriel
naar huis. Vertel mijn vrouw, wat er ge
beurd is, en zeg, dat ik zoo spoedig mo
gelijk op de thee zal komen. Maar ik zal
misschien wat moeite met mijn volk hier
hebben. Zij moet zich niet bezorgd ma
ken."
Neen, dat deed zij nooit. Wat er gedra
gen moest worden dat droeg zij. Wat
gedaan moest worden, dat deed zij, en zij
maakte zelden eenige drukte over wat zij
deed of leed. Zij begreep terstond de po*
sitie, waarin John gebracht was.
„Dus denkt gij, dat John gelijk heeft?"
„Natuurlijk doe ik dat."
Zij sprak er niet ov.er; maar zij bracht
de kinderen naar bed en kwam toen be
neden met haar hoed op. „Wilt ge met me
mee gaan, Phineas? of zijt ge te ver
moeid? Ik ga naar den molen."
Het was bijna donker geworden en wij
kwamen niemand tegen behalve éen jon-\
ge man, dien ik nu en dan 's avonds meer
had gezien. Hij zag er wel wat vreemd;
uit, wijl hij zich hulde in een groolen
mantel en een vreemd soort hoed op had. i
„Wie is dat, die zoo naar onze molens
loopt te kijken," zei mevrouw Halifax r'
hastig. En ik vertelde haar, wat ik van\
dien persoon gezien had. „Een papist)
waarschijnlijk ik bedoel een katholiek
.(John had tegen dit beleodigende woord)
„papist") Mevrouw Tod zegt, dat er hierj
velen verborgen zijn; zij vonden gewoon-;
lijk een schuilplaats op Luxmore."
In den leegen, stillen molen vonden wtf^'
den moester; hij was erg verslagen
Ursula raakte zijn arm aan voor hij haar
nog gezien had.
„Wel lieve ge weet wat er gebeurd
is?"
„Ja John maar 't is niets l"
„Neen maar ik heb te doen met'
mijn arm volk."
/(Wordt vervolgd.)]}