Dagblad voor Leidon en Omstreken. NIEUWE LEIDSCHE COURAN ABOHHEAilËMTSPABJS T- in Leiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn Per kwartaal f2.50 Par week f 0.1$ Franco per post per kwartaal f 2^90 4de JAARGANG. - MAANDAG 30 APRIL 1923 - No. 922 BureauHooigraclit 35 - Leto - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 A&WE&STÊÊsTIË-PtiiJS Gewone advertentiën per regel 22% cent. 'Ingezonden Mededeelingen, dubbel tarief. i3ij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta- Lng van ten hoogste 30 woorden, wordefl da.ééïffks trenlfin+st ad FO pp'if. DE PRINSES VERJAART! H. K. H. Juliana, Louise, Emma, Ma ria, Wilhelmina, Prinses van Oranje- Nassau, Hertogin van Mecklenburg, viert vandaag haar veertienden verjaardag. Met de Koninklijke Familie, verheugt zich op dezen feestdag heel ons volk. Dankbaar wordt vandaag herdacht dat ons Prinsesje onder den zegen Gods voorspoedig opgroeide, zoodat voor de toekomst dea beste verwachtingen mogen worden gekoesterd. H. K. H. is thans een belangrijk tijd perk van haar leven ingereden. In de komende jaren zal zij meer spe ciaal voor haar gewichtige levenstaak worden voorbereid. Moge ook in dat tijdperk, evenals in de jaren die voorbijgingen, onze jeugdige Prinses mèt hare Koninklijke ouders, rijk door God worden gezegend, mede tot heil van land en volk. Lang leve Prinses Juliana! V De oude Adam. Het liberalisme zoo is opgemerkt 1 heeft niet meer dat scherpe anti-cleri- oale karakter, waardoor het vroeger werd gekenmerkt. En dat is tot op zekere hoogte juist. In het beginselprogram van den Vrij heidsbond werd zelfs de volgende clau sule opgenomen: „Erkenning vam de waarde van het geestelijke en het gods dienstige leven voor maatschappij en Staat." .Wij mogen dergelijke uitingen waar- deeren, maar moeten er tevens voor wa ken ons daardoor niet op een dwaalspoor laten brengen. Want in den grond der zaak is het libe ralisme toch niet veranderd. Dat blijkt uit wat een der vrijzinnige blaO^ji naar aanleiding van boven aan gehaalde clausule opmerkte toen het er op wees, dat niet uit het oog mag worden verloren de onoverbrugbare kloof die er bestaat tusschen hen, voor wie de Bijbel Gods Woord is en de aanhangers van de moderne godsdienstige beschouwing. Het blijkt ook uit wat dezer dagen een der toonaangevende liberale bladen over het optreden van Minister de Visser op merkte. Dr. de Visser tracht, gelijk bekend, een „nationale" politiek te voeren. Hij is volstrekt niet de man van de scherpe tegenstellingen. En toch kreg hij van de „Nieuwe Cou rant" nog de volgende lieflijkheden te hoore®.: De bekende haat der theologen tegen gced en goed-ingericht onderwijs, dat niet van hunnentwege gegeven wordt, blijkt zonneklaar. Het schrikbewind van Ds. de Visser over het onderwijs in Neder land maakt ons land tot een aanflui ting in den vreemde, en doet het onder- wijspeil zoowel van lager- als van mid delbaar onderwijs tot een bedroevend lager peil dalen." Er is, meer misschien dan vroeger, een zekere waardeering van de religie, in al- gemeenen zin genomen. Maar zoodra gaat het niet om de toe passing van de Christel ij ke begin selen of de oude Adam komt bij het libe ralisme weer boven. V 'k walg van dit boek. Vóór de religie heeft men in vrij- zinnige kringen nog wel een goed woord. Maar tegen de Christel ij ke reli gie staat men scherp vijandig. Zoo kon men nog kort geleden in het orgaan van den Vrijz. Dem. Bond, die •steeds op aaneensluiting van alle demo cratische elementen heet aan te sturen, de volgende uitspraken aantreffen: „Door onze klerikale tegenstander is do bijbel tot een politiek instrument ge maakt, en aan ons nu het recht, om de waarde van dit politieke wapen te ver kleinen. Ën dan nog iets. Ik mag het hier nog wel eens zeggen: ik walg van dit boek, tenminste van' het Oude Testament, Ik heb het willen lezen en bestudeeren, maar vaak werd het me te machtig en gevoelde ik lust het weg te slingeren. En als dan de gedachte bij me opkomt, dat dit boek op onze „kristelijke" scholen den kinderen in handen wordt gegeven, dan bevangt me een be ving van woede." Deze uitspraken laten aan duidelijk heid niets te wenschen over. Ze werpen een eigenaardig licht op de ook van die zijde telkens herhaalde bewe ring, dat de bestaande antithese heeft af gedaan en voor een andere tegenstelling behoort plaats te maken. Men behoeft het in politieke ontwikke ling niet ver gebracht te hebben om te verstaan dat tusschen hen die belijden: „Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn pad" en hen die van dat Woord zeggen te w a 1 g e n, geen samenwerking mogelijk is. V Vreemde beslissing. Onder dit opschrift lezen wij in de Standaard het volgende scherpe stukske: Bij de Rijksverzekeringsbank werden dezer dagen enkele ambtenaren ontsla gen. Op zonderlinge wijze naar men weet. Maar daarover zwijgen we nu. Waar we op willen wijzen is dit, dat ook hier weer gezondigd wordt tegen de eerste beginselen van het rechtsgevoel. Terwijl een huisvader, die als ambte naar goed beoordeeld is, ontslagen wordt, wordt een vrouwelijk© ambte naar, wier echtgenoot ook in een be hoorlijke positie bij de Bank werkzaam is, niet alleen gehandhaafd, maar zelfs verblijd met f 600 salarisverhooging. Het eene gezin aan de armoede prijs gegeven, het ander in dubbel salaris gehandhaafd en nog zes honderd gul den bovendien. Het zou toch wel eens wenschelijk zijn, dat het Christelijk Kabinet eens uiteenzette, hoe het deze dingen in overeenstemming brengt met onze Christelijke levensopvattingen. Dat is scherp gezegd. Maar toch niet te scherp. Wat hier wordt geconstateerd, is in strijd met de allereerste beginselen van recht en billijkheid. Hopen we, dat dit ook door do Regee ring onomwonden zal worden erkend. STAPSS5BE In den nacht van Zaterdag op Zon dag is, vermoedelijk door een losloopen den hond, een lam verscheurd, 't welk graasde in een weiland van den eigenaar V., achter diens woning aan den Rijns- burgerweg. Het politie-journaal maakt melding van een avontuurlijke klimpartij, onder nomen door den 12-jarigen C. V. Deze jongeheer klauterde in de Lok horststraat langs een dakgoot naar het dak van een der daargelegen panden, en ging van daar over op het dak van „Gra- vensteijn". Hier trachtte hij naar heneden te ko men, door zich eerst op een lager dakgevel te laten afzakken, maar kwam tot de ontdekking dat hij niet verder kon. Langs een dakgoot trachtte hij het ver dere van den terugtocht af te leggen, met het gevolg echter dat hij op een hoogte van 10 M. gekomen, losraakte, naar be neden viel, en in de Dienders'poort te recht kwam. Een aldaar wonende juffrouw heeft den jongen, wiens knieën bloedden, ver bonden, waarna bij verklaarde zelf wel naar huis te kunnen gaan Op de Pieterskerkgracht gekomen zakte hij in elkaar. De timmerman v. L., bracht hem daar op in huis bij dr. vanwaar hij per auto van den E. H. D. naar het Acad. Ziekenhuis werd overgebracht. Hier constateerde men dat de jongen geen ernstige verwondingen had opgeloopen, behoudens eenige ontvellingen aan knieën en enkels. Per brancard is hij tenslotte naar de ouderlijke woning overgebracht. Door zekere juffrouw C., verlaten huisvrouw van G. v. d. W., is aangifte ge daan dat de muntgasmeter in haar wo ning is opengebroken en de inhoud daar van gelicht. Als verdacht van dit mis drijf is aangehouden en in bewaring ge steld de 15-jarige P. Op den Rijnsburgerweg had gis teravond te half elf weer een auto-onge luk plaats. Een uit Rotterdam afkomstige chauf feur kwam met zijn auto uit de richting- Oegstgeest toen uit Leiden een tram na derde. De chauffeur wilde aanvankelijk rechts uitwijken, doch ziende dat het naast de tramrails gelegen weggedeelte niet bestraat was, wendde hij het stuur, om nog tijdig door links uitwijken den straatweg te kunnen bereiken, echter juist even te laat. De tram reed op de auto in, die zwaar beschadigd werd. Gelukkig bekwam niemand der inzit tenden eenig letsel. 1In de Stedelijke Werkinrichting zijn in de week van 22 tot en met 28 April opgenomen: 164 volwassen personen en 14 kinderen; totaal 178. Leiter>en en Kunst Piano-avond. Rie Batenburg. Onze stadgenoote mej. Rie Batenburg, heeft Vrijdagavond haar jaarlijksche piano-avond gehouden voor een welge vulde kleine Stadszaal. Als steeds wist de bekwame pianiste ons te bekooren door haar rustig be schaafd spel, dat zonder de minste weife ling op buitengewoon muzikale wijze werd weergegeven. Van de fijn doorvoelde Sonate D. groot van Haydn was 't Allegro het best. Voor de pauze gaf de pianiste verder de overbekende Sonate Pathetique van L. v. Beethoven die ondanks het feit, dat zij niet nieuw was, het dankbare publiek tot enthousiasme wist. «te brengen. Een 'schat van bloemen werden aange dragen en de bijval was levendig. Of de pianiste hierdoor werd beïnvloed? Het viel ons op, dat het tempo, dat vóór de pauze wel eens al te zeker was, bij de Walzer Op. 39 geheel nieuwe frischheid verkreeg. Met veel warmte werd de Valse Op. 70 no. 1 van Fréd. Ghopin voorgedragen. Het glanspunt van het uitgebreide pro gramma achtten wij echter de Noctürn© Op. 55. Deze Walzer werd in al haar kleuren rijkdom doorleefd. He.t toegiftje „Traumerei" van Schu mann voldeed zeer. Met verlangen zien we de verdere prestaties van Rie Batenburg tegemoet. y. Gemengd Koor „Sursum Corda". Onder leiding van zijn voortreffelijken dirigent, den heer Hubert Cuypérs, hoopt het gemengd koor „Sursum Corda", den 25en Mei e.k. zijn traditioneel jaarlijksch cappella-concert te geven in de Pieters kerk. Onze eerste concertzangeres, Mevr. Noordewier-^-Reddingius en de bekwame organist A. van der Horst zullen met hun bijzondere gaven de artistieke beteekenis van dit concert door solovoordrachten nog meer luister bijzetten. Het programma, dat het koor voor dit maal aan muziekminnlend Leiden te bieden heeft, zal zeer rijk en afwisselend zijn. Wij bepalen ons hier tot het opsommen van enkele koorwerken. In de eerste plaats zal, ook in verband met het jubileum van H. M. onze geëerbiedigde Koningin, het oude „Wilhelmus" in vierstemmige zelting van Cuypers ten gehoore worden gebracht. Zonder twijfel zullen drie der schoonste strophen van Aldegonde's lied hun effect niet missen in de hallen van Leidens grootste kerkgebouw. In de tweede plaats wordt gezongen heb evten schoone als klassieke lied uit Vale rius' Gedenckklanck „O Heer, die daer des hemels Tente spreit", eveneens vierstem mig gearrangeerd door Cuypers. De oud vaderlandsche zangkunst wordt verder herdacht door twee coupletten van, één van Vondels meest gevoelige en poëtische reizangen: „O Kerstnacht, schooner dan de dagen". En ten slotte vraagt „Sursum Corda" opnieuw de belangstelling voor den groot sben Nederlandschen vocaal-componist J. P. Sweelinck, ditmaal met de 8-stemmige Pseaume 118, waarvan het heerlijk stem- menweefsel zoo goed past bij de statige Gothiek van het kerkgebouw en' zeker niet nalaten zal diepen indruk te maken. Ook aan de grootmeesters der Oud-Ita- Kaanscho vocalisten is gedacht. Wij zullen nooren „Tenebrae factae sunt" van Inge- gnerie vroeger aan Pales trina toegeschreven heb werkjo waarin op zoo treffend devote en gevoelige wijze de laatste oogenblikken van den stervenden Christus worden ver klankt en hoe Hij het hoofd boog en den geest gaf. Ook Palestrina's naam prijkt weer op heb programma met het innig fijne koorwerk je „O bone Jesu", terwijl Cuypers de echt Middeleeuwsch aandoende vrome ver zuchting „O fous amoris" voor het koor bewerkte. Op algemeen verlangen nam het koor opnieuw in studie het werk, dat verleden jaar zoo buitengewoon bij het publiek is ingeslagen: „Borate Coeli". In dit werkje wordt ©en tipje van den sluier opgelicht, hoe zeldzaam schoon en met welk een vol komen beheersching van de compositie techniek Cuypers voor de stem weet te schrijven. Alles samengenomen hoopt „Sursum Corda" en uitvoering te geven, die zich kenmerkt door voorname artisticiteit, waarvan groote wijding en stichting uit gaat. En nu het koor steeds volgzamer wordt, en voortdurend beter de intenties van den dirigent-kunstenaar gaat aanvoelen en be grijpen, hopen we dat dez© uitvoering vroegere prestaties weer overtreffen zal. Wat de solisten te bieden hebben, is na tuurlijk geheel in stijl met het overige deel van het programma. Moge Leiden opnieuw toonen, de ware kunstbeoefening op hoogen prijs te stellen. SWIERSTRA. 8SIÜBIEE1L.AÜD De Koninklijke familie. Naar wij vernemen zal de Koninklijke Familie Donderdag 3 Mei hasj rerblijf op bet Loo vestigen. Een interview met Mr. Zimmerman. Do Oostenrijksche commissaris-gene raal m?. Zimmerman heeft in een inter view verklaard, dat hij door zijn bezoe* ken aan Rome gr Bern versterkt is in zijn overtuiging, dat de regeeringen van Italië en Zwitserland vast besloten zijn het werk van Genève voor de saneering van Oostenrijk te steunen. De maatregelen, welke noodzakelijk zijn voor het wegwerken van het tekort op de begrooting, worden vaak zeer hard gevonden, zeide mr. Zimmerman, maar hij zou bij zijn taak nimmer vergeten, dat achter de getallen, waarmede hij werkt, het lot van een geheel volk staat. Het Oostenrijksche volk zal troost vinden in de gedachte, dat door deze offers het voortbestaan vary, een vrij Oostenrijk ge waarborgd wordt. Merken van export-eieren. De Nederlandsche Eierbond heeft in verband met het bij het Engelsche Hoo- gerhuis aanhangige wetsontwerp, waar bij o'.m. bepaald wordt dat de invoer van eieren in Engeland en Schotland zal zijn verboden, tenzij elk ei is- gemerkt met een. duidelijke aanduiding van het land van herkomst of met het woord „geïmpor teerd", een adres gericht tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, waarin gezegd wordt, dat hot na-ar de meening van den Bond van het aller grootste belang is, dat, mocht dit wets ontwerp tot wet worden verheven, hier te lande maatregelen worden genomen om te voorkomen, dat niet-versche eieren of minderwaardige Nederlandsche of bui- tenlandsche eieren van het Nederland sche oorsprongmerk kunnen worden voorzien. Een systeem om dit te bereiken wordt nader in het adres uiteengezet. Overcompleet personeel. De minister van binnenlandsche zaken en landbouw heeft de volgende circulaire aan de gemeentebesturen gezonden: In verband met reorganisatie van den dienst bij verschillende rijksinstellingen, is een groot aantal ambtenaren ontslag verleend, en bij het Bemiddelingsbureau, ressorteerende onder het departement van financiën, voor herplaatsing ingeschre ven. Niet allen kunnen evenwel voor her-* plaatsing in aanmerking worden ge* bracht. In overleg met mijn ambtgenoot van financiën heb ik de eer u te verzoe ken, indien in voorkomende vacatures uit eigen overcompleet personeel niet kan worden voorzien, zich tot bedoeld Bemid* delingsbureau te wenden, vóórdat wórdt overgegaan tot de aanstelling van perso* nen, die tot dusverre buiten de admi* nistratie gestaan hébben. De Rijnvaart. De Nederlandsche Kamer van Koop* handel voor Duitschland deelt mede, dat de inter geallieerde commissie te Coblenz onder 12 April een circulaire heeft uitge* vaardigd No. 630, welke het verkeer op den Rijn regelt en waarin, wordt medege* deeld, dat de vrijhavens, behalve Keu len, van dien datum af wederom open zullen zijn en van voldoende douaneper* soneel voorzien. Het verplichte onder* zoek bij de posten te Düsseldorf en Lud* wigshafen vervalt voor schepen, welke rechtstreeks naar een dier vrijhavens va* ren. Alle schepen voor Keulen moeten te Düseldorf een douane-onderzoek onder gaan, terwijl ook de schepen, waarvan do lading verder per spoor moet worden doorgezonden te Düsseldorf en Ludwigs- hafen moeten worden onderzocht. Schepen welke de Main afkomen behoe ven niet meer te Höchst onderzocht te worden als hun lading bestemd is voor een vrijhaven behalve Keulen. FEUILLETON Van hooger Orde. Naar het Engelsch. 72)' Lord Luxmore, die met zijn blinken de, diamanten snuifdoos en zijn ©ven pinkende glimlachjes overal rondging, bleef plotseling staan, boog en zeide; „Met genoegen zeker!" De stemming begon onder volmaakte Stilte. Drie landbouwers, do een na den ander, kwamen naar voren en stemden op mijnheer Vermilye. Er was snuif in 'hun zakken. Toen kwam een groote ke- «1, met grijze haren, 'dien wij al vroeger hebben leeren kennen, naar voren Ja- '■ob Bijles. Hij zag ietwat schuw naar xiijnheer Ralph; misschien had hij in zijn jeugd onder minder aangename om standigheden met hem kennis gemaakt; maar hij greep moed. „Edelachtbare heer mag men iets tot „Zeker, maar wees kort, mijn goede vriend," hernam de baron, die bekend stond wegens zijn vriendelijkheid voor .arme* lieden. „Mijnheer, ik ben arm en woon in een van myïord's huizen. Ik heb in een jaar Keen huur betaald. Mijnheer Brown zei de tot mij, hij zeide: „Jacob, stem op Vermilye en ik zal je de huur schenken en hier zijn dertig gulden om weer mee te beginnen." „Hola, maak 't kort, gij schelm; je houdt de stemming op, stem, zeg ik je!" „Ja, ""ja, mijnheer," en de oude man schudde leuk met zijn haar naar mijn- her Brithwood. „Wacht tot ik van deze dingen af ben." En hij nam een handvol goudstukken uit z'n kapotte zakken. Arme stakkert! hoe prachtig zagen ze eruit die goudstukken, welke voedsel, kleeding, leven vertegenwoordigden. „Drie waren aan mij betaald, twee aan Will Horrocks en de rest aan Matthew Hales. Maar, mijnheer, wij zijn van ge-< dachten veranderd, en wilt u, als 't u be lieft, 't geld teruggeven aan hun, dit 't toebehoort?" „Maar, mijn beste vriend „Dank u, mijnbeer Ralph nu wil ik stemmen, maar niet op Vermilye!" Tot groote verwondering van zijn Lord schap was 't resultaat van de stemming: van de vijftien stemmen waren er zes op Vermilye en negen op zijn tegencandi- daat. Mijnheer Herbert Oldtower was dus wettig gekozen als lid voor bet district Kingswell. De graaf ontving deze mededeeling met waardig stilzwijgen, maar mijnheer Brithwood riep uit: ,,'t Is een schelmerij een lage samenzweringl ik zal hem zijn zetel ontnemen bij mijn ziel, dat zal ik!" „Het spijt mij," zeide John Halifax, ,,'t spijt mij, mylord en ik vind 't jam mer mijnheer Brithwood, dat ik in deze zaak als 't ware uw tegenstander wezen moest; maar misschien zult u mij bei den gelijk geven, zooals nu mijn geweten mij gelijk geeft." „Zeer wel mogelijk," hernam de graaf, met een spottende buiging, „ik geloof, heeren, dat de zaak afgeloopen is, Mijn heer Ralph, wilt u ons de eer bewijzen met ons naar Norton Bury terug te rij den? Niet? Goeden dag, vrienden. Mijn heer Halifax, uw dienaar." „Eén woord nog, mylord Die werk lieden van mij, die uwe huurders zijn ik weet, wat 't gewone resultaat is als huurders, die ten achter zijn, tegen den wil van hun landheeren stemmen wil uw rentmeester dan zoo goed wezen, voor dat hij hard tegen hen gaat optTeden, bij mij te komen om de huur?" „Mijnheer, dat is een zaak, welke mijn rentmeester aangaat." „Dan verlaat ik mij op de vriendelijk heid van uw Lordschap en op uw ge voel van eer." „Over eer spreekt men alleen tusschen gelijken", zei de graaf, uit de hoogte. „Maar op 'één ding kunt u zich steeds verlaten, mijnheer Halifax, op mijn goed geheugen." Met een glimlach en buiging, zoo vol maakt, alsof hij als overwinnaar het veld verliet, ging Lord Luxmore heen. Allen gingen heen. Mijnheer Ralph Oldtower bleef nog een tijd lang met John staan praten, en ein delijk, daar hij zijn rijtuig had wegge zonden, wandelde hij met hem den weg af naar z'n kasteel. Ik reed naast hem en hoorde zoo nu en dan wat ze met el kander bespraken. „Wat u zegt is waar, mijnbeer Hali fax; maar wat kunnen we er aan doen? Onze Engelsche grondwet is volmaakt d.w.z. zoo volmaakt als iets menschelijks wezen kan. Toch zullen er misbruiken ontstaan; we betreuren dat, we keuren 't af maar we kunnen 't niet verhinde ren. 't Is onmogelijk." „Gelooft u, mijnheer Ralph, dat de Schepper van deze wereld welke, zoo ver wij dat kunnen begrijpen, naar Zijn Ibestel, gelijk al zijn Schepselen, naar volmaking op weg is gelooft u, dat Hij 't goed zou keuren om te zeggen, dat iets goeds „onmogelijk" is?" „U spreekt als een jonge man," zei de baron, half droevig „do komende jaren zulen u de wereld en haar doen en laten in helderder licht doen zien." „Ik hoop dat van harte." Toen 't gesprek geëindigd was, gingen wij ieder zijn eigen weg. Mijnheer Ralph gaf den Heer Halifax een hartelijke uit* noodiging om op 't kasteel te komen en toen hij zag, dat John aarzelde om 't aan te nemen, voegde hij er aan toe, dat „Lady Oldtower, binnen kort de eer zou hebben mevrouw Halifax te bezoeken." John boog. „Maar ik moet u zeggen, mijnheer Ralph, dat mijn vrouw en ik zeer eenvoudige lieden zijn dat wij niet ons er op toeleggen „kennissen" te maken, maar dat we alleen „vrienden" verlangen." ,,'t Is gelukkig, dat Lady Oldtower en ik er juist zoo over denken." En terwijl do oude man hem met een deftige hartelijkheid de hand schudde, namen zij afscheid van elkander. „John, gij hebt een stap vooruit ge* daan in de wereld, van daagl" „Heb ik?" zeide hij, terwijl hij in diepo gedachten verzonken, voortwandelde. „Wat zal je vrouw zeggen?" „Mijp vrouw! 't zal haar geen ver* schil maken Ofschoon mij wel zij heeft mij in mijn nedèrigaa staat ge* trouwd, maar eens, als God wil, zal geen Lady in het land hooger zijn dan mijn Ursula." Toen wo Longfield naderden zeido John: (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1