Tweede Blad 71)_. Zaterdag 28 April S923 Gedachten desvredes. UIIk weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt do Ecerc; gefiaohten des vrcdes en niet des kwaads, dat Ik tl geve het einde en de verwachting. 1 Jeremia 29 II. De Liefde denkt geen kwaad d.w.z. zij rekent het kwade niet toe, want zij weet natuurlijk heel goed, wat zij van en hoe zij over het kwade moet denken. Maar zij vergeeft. God ia Liefde. Hij is een God van verge vende liefde. Hij heeft gedachten des vre- des en niét des kwaads. Dat was de goede boodschap, die Jere mia den ballingen in Babel bracht. - Nebucadnezar - was gekomen, de gewel dige. Hij had de oudsten, do priesters, de aanzienlijksten en een groote menigte van het volk gevangen genomen en wegge voerd. Aan de oevers van de Czebar zaten zij en treurden Heeft God vergeten genadig te zijn, heeft Hij Zijn verbond verbro ken, verzaakt Hij Zijn Raad, wendt Hij Zijn welbehagen van ons; wat moet er van ons worden? Die klachten kwamen tot Jeremia en de profeet schreef hun toen een brief, waar in hij hun de verzekering gaf, dat dit kwade niet onvoorzien en ondoordacht over hen kwam, en dat God daarmede Zijn heiligste bedoelingen had. In stilheid en vertrouwen moesten zij hun sterkte zoeken, geen vloek- of wraak- psalmen aanheffen, maar voor Babel bidden; den vrede zoeken van de stad, waarhenen God hen gevankelijk had doen wegvoeren, want ,,in haren vrede zouden zij vrede hebben" Al hadden zij het verbond verbroken, God had het niet verbroken. Als zij weer naar God gingen vragen met hun gansche hart, dan zou God van hen gevonden worden, en Hij zou hen uit hunne gevangenis verlossen. Zij mochten een goede uitkomst ver wachten, want de Heere heeft gedachten des vredes eu niet des kwaads. Beschamend en bemoedigend woord voor allen, die in de ballingschap van het Babel dezer wereld zich diep ongelukkig gevoelen en geen vrede hebben! De mensch denkt kwaad, en hij denkt heel kwaad, als hij zijn gedachten laat gaan over het kwade. Zie Elifaz, Bildad én Zofar zitten bij Job. In de verte hebben zij gehoord van de simpen, die hun vriend heeft getroffen "a nu zijn deze voortreffelijke mensch en •in reis gegaan om hem te troosten. Maar als zij bij Jol) komen, welen zij niet wat zo zeggen moeten. Ze kunnen geen woord uitbrengen. Zij staan ontzet over het verschrikkelijk lij den, dat zij zich- niet zoo erg hebben voorgesteld. En nu laten zij hun gedachten gaan. Zij peinzen na, diep en ernstig, want zij willen zich niet bezondigen aan opper vlakkige praatjes. Maar als zij eindelijk loskomen met hun troostredenen, wat zijn zij dan „moeilijke vertroosters", omdat deze beste menschen zoo vastgegroeid zitten in een gedachtenpantser, dat zij met hun vrome logica den armen lijder bitter on recht aandoen en zijn smart op geduch te wijze verzwaren. Zie zoo redeneeren. zij God is een rechtvaardig God. Niet zonder oor zaak en goede reden laat Hij zoovele rampen op één hoofd neerkomen. Het zijn natuurlijke straffen voor geheime zonden. Erken ze cn beken ze! Verneder u onder de hand des Heeren! Alleen in den weg des berouws en der verootmoediging wordt de zondaar Gods genado deelachtig!" Het waren vrome gedachten, die de vrienden van Job uitspraken en toch wa ren het geen gedachten des vrcdes, maar gedachten des kwaads. Onder de dingen, die tegen ons zijn, on der de raadselen, die ons plagen, onder de vragen, waarop wij geen antwoord ontvangen, moeten wij weten de gedach ten, die God over ons denkt. Wat hebben wij er weinig aan om de FOJHAETON Van hooger Orde. Naar het, En gelsch. Hier barstte de menigte, welke zich in middels bij de deur en onder de ramen had verdrongen, in luid „hoeral" uit. Men begon do vijftien ongelukkige kiezers uit te jouwen." De Sheriff gevoelde zich niet op z'n ge mak. „Werkelijk, mijnheer Brithwood, u moet even onwetend zijn geweest, als ik hen, aangaande het karakter van uwen candidaat, anders zoudt u wel iemand anders hebben gesteld Herbert" hij .wendde zich tot zijn zoen, die, tot de laat ste Parlements ontbinding, eenige jaren afgevaardigde was geweest voor Norton Bury „Herbert, zi'jt gij met deze fei ten bekend?" Mijnheer Herbert Oldtower keek verle gen voor zich. „Antwoord," zei z'n vader. „Geen aar- wding in een zaak van recht of onrecht. Herbert, zijn deze beschuldigingen waar?" „Ik vrees van wel," zei de ernstige, jon ge» man. „Wel voor den riep Britlnvood met ©en zware vloek uit, „het district is van gedachten te welen die-andere menschen over ons denken! Én we hebben er nog minder aar, troost en bemoediging te zoeken in de gedach ten, die we bij onszelf denken als de óén.e teleurstelling op de andere teleur stelling volgt, als de eene slag na de an dere zwaar en diep treft, als de óéne smart over de andere smart lieengolft. Vrede is alleen te vinden in God en in het kennen van de gedachten/die Hij over ons denkt. Zijne Liefde heeft ze, hoe onpeilbaar diep zij ook zijn, niet voor ons verborgen gehouden. Zijne gedachten van verlossende Liefde waren voor Zijn volk in nood en dood al tijd oneindig groot en ze zijn -ons volza- lig -geopenbaard in Hem, die hoewel Hij do Zoon was, nochthans gehoorzaamheid heeft geleerd uit hetgeen Hij heeft gele den. Hij kwam in het Babel dezer wereld met de gedachten des vredes, die God over ons denkt. Zoodoende kwam Hij in botsing met de gedachten des kwaads, die wij denken. Welk een strijd dat gaf, zeggen ons Gefhsemané en Golgotha. Maar de ge dachten des vredes hebben het toch ge wonnen van de gedachten des kwaads. Want de morgen der opstanding gaf een einde boven alle verwachting. Ja, God vergeeft, de Middelaar leeft zelf heeft Hij 't rantsoen gevonden voor de grootste zonden. We behoeven niet meer te vragen, of God wel vrede biedt en of Hij nog een welbehagen, heeft in menschen, die Zijn welbehagen hebben verbeurd. "Wat aan het volk des Ouden Ver- bonds verkondigd werd in den naam des Heeren „al waren uwe zonden als schar laken, zij zullen worden als witte wol", heeft voor ons kinderen des Nieuwen Verbonds nog hooger glans en die per klank gekregen door Hem, in Wien Gods gedachten ons vleesch en bloed hebben aangenomen, opdat Hij een barmhartig en getrouw Hoogeprïester zou .wezen in de dingen die bij God te doen v/aren om de zonden Zijns volks te verzoenen. Heerlijk om te weten, wat God over ons denkt! Daartoe is maar één weg Gods ge dachten grijpen met onze gedachten. Het is een ijdel en ormoozel werk Gods gedachten, rlie zooveel hooger zijn dan onze gedachten, te willen begrijpen. Maar nu Zijne Liefde met de gedachten des vredes tot ons gekomen is, komt het er op aan ze te grijpen. Dat is de beteekenis van het gebed. Er zijn vele omschrijvingen van het geen bidden eigenlijk is. Maar als wc werkelijk bidden, is 't er ons dan niet om te doen te weten, wat God over ons denkt? Jeremia bracht de ballingen in Babel de goede boodschap „God zal n weder- brengen naar Jeruzalem. Zoekt slechts de vrede der stad, waarhenen Hij u gevan kelijk liet wegvoeren, want in haren vrede zult gij vrede hebben!" Naar het Jeruzalem dat boven is, gaat liet heimwee van ons hart. Der vragen, der twijfelingen, der raad selen nacht is o zoo donker. En de wereld is zoo slecht. Wat zal de toekomst brengen, wat zal het einde wezen, is er nog verwachting? Ja, God weet do gedachten, die Hij over ons denkt gedachten des vredes en niet des kwaads. Hij zal ons geven het einde en de ver wachting. Hij brengt de Zijnen in het Hemeisch Jeruzalem, als zij maar met gedachten des vredes in deze wereld de gedachten des kwaads overwinnen, want vrede lieeft, wie vrede geeft. God zal Zijn waarheid nimmer kren ken, maar eeuwig Zijn verbond ge denken." MEDEWERKEN TEN GOEDE. Hoewel hij het zóó niet meent. Jesaja 10:7a. Een Godt-verge ten mensch verschrickt van allef Hingen, En is niet selden droef als vrome luyden sing en, Sijn hert is altijt bangh, sijn sinnen gantsch versaegkt, Hij vlucht al menighmael al werd hij niet gejaeght. Een mensch met Godt versóent die heeft een ander wesen, Die is in sijn gemoet van alle schrick genezen. Sijn geest voelt 's Hemels troost dat hem tot vrede dient, Lord Luxrnore; ik kon den duivel candi daat stellen, als ik wilde. Mijn man blijft." „Het is beter," zei Lord Luxmore veel- beteekenend, „'t is voor alle partijen be ter, dat mijnheer Vermilye candidaat blijft" „Mylord," zei de baron, „u vergeet, dat, hoe gaarne ik ook een genoegen wil doen aan de familie, aan welke dit district toe behoort, 't toch onmogelijk voor mij is, met voldoening te zien ook al kan ik 't niet tegenhouden dat iemand geko zen zou worden, zoo ongeschikt om zij ne Majesteit te dienen, als mijnheer Ver milye. 't Was beter, dat er een anderen candidaat gesteld werd." „Mijnheer Ralph", zei John Halifax, „dit brengt mij tot het doel, waarvoor ik gesproken heb; daar ik landeigenaar en ook kiezer ben in dit district, maak ik aanspraak op mijn recht om een tweeden candidaat te stellen." Allen waren verbaasd; zoo iets was nog nooit vertoond. Mijnheer Ralph en zijn klerk staken de hoofden enkele oogenblikken bijeen, voordat zij tot een beslissing konden komen; ten slotte stond de Sheriff op: „Ik moet zeggen, hoewel ongewoon, is dit niet onwettig!" „Niet onwettig!" schreeuwde Richard Brithwood. Voor Godt en schrickt hy niet, hete is syn. beste vrient; Noch is hy. min; beschroomt oock voor de booste menschen, Al smeden zij bedroch, zy doen niet datse wenschen, Godt hout haer in den bant; doch hoe het immer gaet, Wat van den Heere komt, en doet geen menschen quaet. JACOB CATS. KEMK EU SCm®L NED. HERV. KERK. B o r o o p e n. Te Midd el harnisS. C. van "Wijngaarden te Mastenbroek Aangenomen. Naar Dordrecht: J. Petri te Eek en Wiel. I Bedankt. Voor Bleiswijk: G. En kelaar te V/ierden (O.) Voor Driesum: J. H. Koster te Woufcerswoude. GEREF. KERKEN. Bedankt. Voor MeerkerkM. Post te Bunschoten (B.) Voor Dordrecht: M. Gravendijk te Hoogeveen. CHR. GEREF. KERK. Tweetal. Te Schiedam: W. Bijle- veld te Haarlem en J. W. Geels te Apel doorn. Beroepen, Te Schiedam: W. Bij- 'leveld tc Haarlem. Art. 8. Op de vergadering van de classis Hal- lum van de Geref. Kerken is door den heer IC. B. Holwerda te Wester-Nijkerk, toela ting op art. 8 aangevraagd tot het predik ambt in do Geref. Kerken. Chr. Geref. Kerk. De classis Amsterdam der Christelijke Gereform. ICerk heeft toestemming ver leend tot de stichting van een Christel. Geref. Gemeente te Ouderkerk a./d. Am- stel. Te dier plaatse is men verleden jaar begonnen met prediking door Chr. Ge ref. predikanten. Dezer dagen zullen de ouderlingen en diakenen worden gekozen. Ook zal ten spoedigste worden aangevan gen met het bouwen van een nieuw kerk gebouw. Wereldbond van Kerken. Prof. Cramer te Utrecht schrijft hierom trent aan het Haagseho C'orrespondientie- biireau Menigeen vraagt, wat in deze dagen van onrust en spanning de Kerkelijke Wereld bond doet. En darop ban gelukkig het ant woord luiden, dat deze in volle actie is. We hebben pas een vergadering van het uitvoerend comité van den Wereldbond te Zürich gehad. Daar waren twintig landen uit Europa vertegenwoordigd. Uit Neder land waren er de professoren Kohnstamm, Pont en Cramer. Op die vergadering is tusschen Duit- scliers en Franscben en Belgen de qiiaes- tio van de Roerbczétting besproken en wel op een wijze die Sir Wdllonghley Dickenocn deed zeggen, dat hij in het af- geloopen jaar ongeveer 14 internationale vergaderingen had bijgewoond, maar dat hij nergens, niet alleen ulk een geest van verzoening had aangetroffen, maar ook nergens zulk een nuttig en blijvend werk had zien verrichten als op dc vergadering vand en Wereldbond. Hoofdonderwerp van de besprekingen was een motie van de Noderlandsche af- deeiing inzake do tegenwoordige spanning in Europa. Eerst is deze zaak in een com missie besproken, die kortweg de Roer- conunissie werd genoemd. En toen wij tot oen overaenstemming waren gekomen, zon gen we in een volle zitting in het Fransch Duitsch en Engelsch het beleende: Nun danket Allen Gott. Er is een internationale commissie be noemd, waarvan prof. Kohnstamm deel uitmaakt, die reeds bezig is practische plannen uit te werken. Ook zij nog medegedeeld, dat op aan sporing van» den Wereldbond een kerkelijk congres in het leven zal worden geroepen, dat gehouden zal worden in de tweede helft van October van dit jaar te 's-Gra- venhage en dat handelen zal over „Kerk" en „Oorlog". Voor predikantsweduwen en emeriti. Het „Orgaan van den Bond van Ned. Predikanten" deelt mede, dat de oude jaarsavondcollecte voor predikantswedu wen en emeriti f 68.225 heeft opgebracht. Daarenboven zonden uit de Hervormde Kerk 14 kerkeraden, 15 diaconiën en 60 kerkvoogdijen een bijdrage, uit do Doops gezinde ,3 kerkeraden, uit de Remon- strantsche 1 kerkeraad en 1 kerkvoogdij, „Neen, niet onwettig. Mijnheer Halifax noem uwen candidaat, ik hoop, dat 't geen democraat wezen zal." „Zijn politieke meeningen verschillen van de mijne; maar hij is de eenige, dien ik, onder deze omstandigheden, kan op geven en hij is iemand, dien ik zelf en ik geloof al mijn buren, v&n harte gaarne wederom in het Parlement zouden zien. Ik vraag u candidaat te mogen stellen mijnheer Herbert Oltower." Mijnheer Ralph stond Op, erg verbou wereerd. „Ik vertrouw, dat niemand den ken zal, dat ik van het voornemen van mijnheer Halifax af wist; en ik weet, dat mijnheer Oldtower zelf er ook niet van wist. Mijn zoon moet voor zichzelf spre ken." Mijnheer Oldtower, zeide, dat, aange zien hij noch bekend was met mijnheer Brithwood, noch met Lord Luxmore, hij niet zou aarzelen deze eer, welke hem geboden werd, te aanvaarden. „Als dat 't geval is," zei z'n vader, hoewel hij 't blijkbaar vervelend vond, „heb ik enkel mijn plicht te volbrengen als ambtenaar van „de Kroon". Men begon te roepen, onder eenige ver warring, „stemmen!" „Stemmen!" riep mijnheer Brithwood. „Dit is een familiedistrict. Er is hier in geen vijftig jaar gestemd. Mijnheer Ralph uw zoon is gek!" uit de Ev. Lulhcrscko 2 kerkeraden, ter wijl van 140 particulieren een bijdrage mocht worden ontvangen. Vier Hervormde kerkvoogdijen zegden een jaarlijksche bijdrage toe. Toegekend zijn 193 uitkeeringen tot een gezamenlijk bedrag van f 66075. Deze uitkeeringen varieeren van f 50 tot f 1000. 159 weduwen en 34 emeriti zijn hiermede uit den allergrootsten nood geholpen. Op deze wijze kon worden verkregen dat het minimum-inkomen voor een echtpaar werd gebracht op f 1700, voor een mensch alleen, hetzij emeritus of woduwe op f 1400, ongeacht de kindergelden. Leerkrachten Chr. Wh en Voorb. H. O. Aan het Christelijk Middelbaar en "Voorbereidend Hooger Onderwijs in ons land zijn thans 581 leerkrachten verbon den, van wie 508 mannelijke en 73 vrou welijke. Van de mannelijke krachten zijn er 310 vast aangesteld en 198 tijdelijk; en van de vrouwelijke leerkrachten 33 vast en 40 tijdelijk. Het aantal beambten be draagt 44. Rust in hei Schooltoezicht. Men schrijft aan „De Stand.": In de Inspectie Rotterdam werken vier school opzieners. Ieder werd een aantal scholen toegewezen. Doch zoodra het eene school jaar ten einde is, worden de vieT school opzieners omgewisseld, en kregen zij derhalve elk jaar andere scholen onder hun ressort. Zoo gaat het ook het daarop volgende jaar. Wanneer dit strak3 nog eenmaal gebeurt, hebben de Rolterdam- sche openbare en bijzondere scholen in vier jaar vier verschillende schoolopzie ners gehad. Zou een weinig minder mu tatie te dezen 'opzichte niet in het belang van liet onderwijs kunnen zijn? BISÉNERSLAIiD Hel onderwijs veer Prinses Juiiana. De „Heraut" vestigt de aandacht op het feit, dat het Hare Majesteit heeft be haagd het onderwijs in de geschiedenis op te dragen aan prof. van Schelven., hoogleeraar aan 'de Vrije Unversiteit te Amsterdam. Er ligt een eervolle onderscheiding in voor den benoemden geleerde en wij vin den het ook om onze Vrije Universiteit 'een eere. De „Heraut" zegt: Bovenal verheugt het ons, dat onze Koningin gewild heeft, dat het onderwijs in een zoo belangrijk vak als de geschie denis, aan onze Prinses gegeven zal wor den door een man van zoo heslist Chris telijke beginselen. Onze Koningin heeft door deze opdracht een daad verricht, die met dankbare liefde het hart van ons Cal vinistisch volk heeft vervuld. Wij gelooven, dat de „Heraut" naar liet hart van dat volk heeft gesproken. Dr. J. G. Scheurer. De gezondheidstoestand van het Kamer lid, Dr. J. G. Scheurer, blijft heel goed. Dr. Scheurer hoopt vandaag de Geref. Zie kenverpleging te Amsterdam, hersteld te verlateu. Mr. dr. R. J. de Visser, f Na een langdurig ziekbed is te Arnhem 52 jaar oud, overleden mr. dr. R. J. de Visser, sedert 1921 lid van Gedeputeer de Staten van Gelderland. Mr. dr. de Visser werd. te Meppel ge boren vestigde zich na zijn promotie te Leiden als advocaat te Arnhem en was er eenige jaren leeraar in staatswe tenschappen aan de vijfjarige H. B. S. Een jaar na zijn verkiezing tot raadslid volgde hij den heer H. J. Gordes op als wethouder van fmancin, welk ambt hij in Juli 1921 verwisselde voor dat van lid van Gedeputeerde StatOD.- Aansfelling ontslagen rijksambtenaren. De Minister van Binnenlandsche Za ken heeft tot de gemeentebesturen een schrijven gericht van den volgenden in houd: „In verband met Teorganisalie van den dienst bij verschillende Rijksinstellingen, is een groot aantal ambtenaren ontslag verleend, en bij het Bemiddelingsbureau, ressorteerende onder het Departement van Financiën, voor herplaatsing inge schreven. Niet allen kunnen evenwel voor herplaatsing in aanmerking worden ge bracht. In overleg met mijn ambtgenoot voor Financiën heb ik de eer u te verzoeken, indien in voorkomende vacatures uit eigen overcompleet personeel niet kan worden voorzien, zich tot bedoeld fcemid- „Mijnheer, gokken zijn er niet in de familie van de Oldtowers. Ik ben hier al leen als Sheriff van de plaats. Als men stemming verlangt „Excuseer me, mijnheer Ralph, 't is haast de moeite niet waard. Mag ik u aanbieden 't was enkel z'n snuif doos. Maar mijnheer Ralph, weigerde uit de hoogte en zeide verontwaardigd: „Lord Luxmore schijnt niet te begrij pen, wat plicht en eerlijkheid is, en toen zich tot de vergadering richtende: „Hee ren, de stemming zal van middag worden gehouden, zooals mijn buurman hier voorstelt." „Mijnheer Ralph Oldtower heeft ge schikte buren," merkte Lord Luxmore op. „Mijn buurman hier, mijnheer Hali fax," herhaalde de oude baron, luider, „een heer, voor wien ik, zoolang ik hem keD, de meeste achting heb gehad." Toen de vergadering uiteengegaan was, vroeg hij me naar huis te rijden, „ver tel haar, vertel mijn vrouw alles, 't Zal haar genoegen doen." Ja, het deed haar genoegen. Haar ge zicht gloeide als van een vtouw, die trotsch is op de eer van haar man. Maar zij zond mij haastig terug. Toen ik weer to Kingswell aankwam scheen 't, dat 't gheeele dorp verlangend was naar het nieuwe schouwspel. Een delingsbureau te wenden vóórdat worcÉé overgegaan tot de aanstelling Yan perso nen, die tot dusverre huiten de admi nistratie gestaan hebben." Voorkomen van boschbranden. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw vestigt, voor zooveel noo- dig, de aandacht van de burgemeesters op de groote wensckelijkheid om door pu.-. blicaties de bevolking tot waakzaamheid met betrekking tot voorkomen en blus- schen van boschbranden aan te sporen, en verzoekt den burgemeesters bij het plaats hebben van een boschbrand daar van zoo spoedig mogelijk kennis te geven aan den inspecteur van het Staatsbosch"- bedrijf te Utrecht, met opgave van de oorzaak van den brand, den aard en don ouderdom van het Loseh, «de verbrande oppervlakte en eene schatting van de schade,. Onze dure spoorwegen. In 1922 hebben de ontvangsten der Ned. spoorwegen f 19 millioen minder bedragen dan in 1921, waarom de „Tijd" vraagt of met lagere tarieven geen beter resultaat is t.e bereiken. In vergelijking met 't bui tenland zijn onze tarieven schandelijk duur. Het blad geeft dan als voorbeeld, dat een reis 2e Idas van Amsterdam naar Pa rijs f 16.90 kost, waarvan f 7 voor de 144 K.M. van Amsterdam naar R,oos>endaal en f 9.90 voor de 389 K.M. van Roosendaal naar Parijs. Het ligt voor de hand, ver volgt de Tijd, „dat de bevolkong van onze zuidelijke provinciën, die f 7 meet betalen om eventjes naar Amsterdam te sporen en die voor do helft naar Brussel en voor ee*~ tientje naar Parijs kunnen, in Zuidelijk^4 richting den goedkoopen uiweg zoeken. en dat de vreemdeling, die niet volstrekt noodzakelijk ons land moet bezoeken, ziclS wel zal wachten om een reisje op Neder- land's peperdure spoorwegen te onderne men.- Nafcurtih'jk, dat men de lage valuta in België en Frankrijk in aanmerking moet ne ji»n, Maar dab met lager tarieven betere bedrijfsuitkomsten worden verkregen, leert het voorbeeld van de Deensche staats spoorwegen- Na de verlaging en de be zuiniging is daar het verlies in winst veranderd. hei Sociale Leven Het r.ut van vako^'^i In het welverzorgde verslag over 1921 en 1922 van den Bond van Ned. Chi\ Hour- bewerkers, Meubelmakers enz., dat onlangs verscheen, tref ons de volgende passage: „Op Maandag 6 November 1922 heeft de Minister van Arbeid met de verte genwoordigers van werkgevers en werk nemers uit het Manden- en Hcopeibe- drijf geconfereerd, om gezamenlijk te bespreken hoe de toestand was cn ook welke middelen zouden aangewend kun nen worden om te trachten, verbetering aan te brengen. Toen de mandenmakers aan de beurt kwamen, meest hiervan al een treurig tafereel opgehangen worden. Een der heeren werkgevers deelde mede, dat in Vlijmen voor do halve bushel 22 cer.t werd betaald, ia Animerzoden 18 cent en te Kerkdriel 12 cent per stuk. A!s oorzaak gaf deze werkgever voor <1 it enorme verschil in loon op, dat in Vlij men de arbeiders behoorlijk georgani seerd zijn, in Ammorzcden nog tamelijk, doch in Kerkdriel allertreurigst er. dat daar de arbeiders met een wc-inko men van i\ zeven gulden naar huis gingen. Naar zijn oordeel kan er van zulk een inkomen wel geen contributie betaald worden, maar daarentegen deel de hij mede, dat, indien die arbeiders hun organisatie op peil gehouden had den, zij ook 22 cent gehad zouden heb ben, dus dat zij, inplaats van een goeden halven gulden aan hun bond to betalen zes gulden aan hun werkgever offerden, doch meteen maakten, dat men in Vlij men ook zoo niet door kan blijven, wer ken." Een verschil van 10 cent in loon voor eenzelfde stuk werk. En een werkgever verklaart dan, dat dit veroorzaakt wordt door heb gemis van vakorganisatie. Wel is het zaak voor de arbeiders, luin organisatie op peil to houden. Dat al onze- mannen het mogen verstaan dat zij met ijver mogen werken aan do versterking der Christelijke Vakbeweging. verkiezing! Zoo iels kon de oudste bewo ner zich niet herinneren, dat ooit was voorgevallen. De vijftien kiezers zooveel waren or, geloof ik waren allen verbijsterd* door een gevoel van hun eigen gewichtigheid en ook door hetgeen, mijnheer Halifax hen trachtte in tc prenten, onder den grooten iepenboom op het kerkhof, (lat iomands stem de uitdrukking wezen moest van iemands eerlijke meening; en dat zij stem verkoopen haast even ge meen was als handel te (bijven met de vrijheid van zijn zoon of met do eer van z'n dochter. Do stemming zou in do kerk worden gehouden, zooals 't de gewoonte was op het platteland. Do kerkmeester werd voor de lessenaar van den klerk go plaatst om de stemmen in ontvangst te nemen. De Sheriff zat, niet veraf, in zijn familiebank, met ontbloot hoofd. Lord Luxmore en mijnheer Brithwood, dio blijkbaar zeker van. hun zaak waren, spraken en lachten luid, aan den ande-. ren kant van de kerk. 't Was een zeer klein gebouw, smal en kruisvormig; elk woord, dat men sprak kan overal worden gehoord. „Mylord, heeren en al mijn vrienden,* zei mijnheer Ralph, plechtig opslaande, „laat mij hopen, dat ieder de heiligheid van deze plaats zal eerbiedigen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 5