Tweede Blad
71)_.
Zaterdag 28 April S923
Gedachten desvredes.
UIIk weet de gedachten, die Ik over
u denk, spreekt do Ecerc; gefiaohten
des vrcdes en niet des kwaads, dat Ik
tl geve het einde en de verwachting.
1 Jeremia 29 II.
De Liefde denkt geen kwaad d.w.z. zij
rekent het kwade niet toe, want zij weet
natuurlijk heel goed, wat zij van en hoe
zij over het kwade moet denken. Maar zij
vergeeft.
God ia Liefde. Hij is een God van verge
vende liefde. Hij heeft gedachten des vre-
des en niét des kwaads.
Dat was de goede boodschap, die Jere
mia den ballingen in Babel bracht.
- Nebucadnezar - was gekomen, de gewel
dige. Hij had de oudsten, do priesters, de
aanzienlijksten en een groote menigte van
het volk gevangen genomen en wegge
voerd.
Aan de oevers van de Czebar zaten zij
en treurden Heeft God vergeten genadig
te zijn, heeft Hij Zijn verbond verbro
ken, verzaakt Hij Zijn Raad, wendt Hij
Zijn welbehagen van ons; wat moet er
van ons worden?
Die klachten kwamen tot Jeremia en de
profeet schreef hun toen een brief, waar
in hij hun de verzekering gaf, dat dit
kwade niet onvoorzien en ondoordacht
over hen kwam, en dat God daarmede
Zijn heiligste bedoelingen had.
In stilheid en vertrouwen moesten zij
hun sterkte zoeken, geen vloek- of wraak-
psalmen aanheffen, maar voor Babel
bidden; den vrede zoeken van de stad,
waarhenen God hen gevankelijk had doen
wegvoeren, want ,,in haren vrede zouden
zij vrede hebben"
Al hadden zij het verbond verbroken,
God had het niet verbroken.
Als zij weer naar God gingen vragen
met hun gansche hart, dan zou God van
hen gevonden worden, en Hij zou hen uit
hunne gevangenis verlossen.
Zij mochten een goede uitkomst ver
wachten, want de Heere heeft gedachten
des vredes eu niet des kwaads.
Beschamend en bemoedigend woord
voor allen, die in de ballingschap van het
Babel dezer wereld zich diep ongelukkig
gevoelen en geen vrede hebben!
De mensch denkt kwaad, en hij denkt
heel kwaad, als hij zijn gedachten laat
gaan over het kwade. Zie Elifaz, Bildad
én Zofar zitten bij Job.
In de verte hebben zij gehoord van de
simpen, die hun vriend heeft getroffen
"a nu zijn deze voortreffelijke mensch en
•in reis gegaan om hem te troosten.
Maar als zij bij Jol) komen, welen zij
niet wat zo zeggen moeten.
Ze kunnen geen woord uitbrengen. Zij
staan ontzet over het verschrikkelijk lij
den, dat zij zich- niet zoo erg hebben
voorgesteld.
En nu laten zij hun gedachten gaan.
Zij peinzen na, diep en ernstig, want zij
willen zich niet bezondigen aan opper
vlakkige praatjes.
Maar als zij eindelijk loskomen met
hun troostredenen, wat zijn zij dan
„moeilijke vertroosters", omdat deze
beste menschen zoo vastgegroeid zitten in
een gedachtenpantser, dat zij met hun
vrome logica den armen lijder bitter on
recht aandoen en zijn smart op geduch
te wijze verzwaren.
Zie zoo redeneeren. zij God is
een rechtvaardig God. Niet zonder oor
zaak en goede reden laat Hij zoovele
rampen op één hoofd neerkomen. Het
zijn natuurlijke straffen voor geheime
zonden.
Erken ze cn beken ze!
Verneder u onder de hand des Heeren!
Alleen in den weg des berouws en der
verootmoediging wordt de zondaar Gods
genado deelachtig!"
Het waren vrome gedachten, die de
vrienden van Job uitspraken en toch wa
ren het geen gedachten des vrcdes, maar
gedachten des kwaads.
Onder de dingen, die tegen ons zijn, on
der de raadselen, die ons plagen, onder
de vragen, waarop wij geen antwoord
ontvangen, moeten wij weten de gedach
ten, die God over ons denkt.
Wat hebben wij er weinig aan om de
FOJHAETON
Van hooger Orde.
Naar het, En gelsch.
Hier barstte de menigte, welke zich in
middels bij de deur en onder de ramen
had verdrongen, in luid „hoeral" uit.
Men begon do vijftien ongelukkige kiezers
uit te jouwen."
De Sheriff gevoelde zich niet op z'n ge
mak. „Werkelijk, mijnheer Brithwood, u
moet even onwetend zijn geweest, als ik
hen, aangaande het karakter van uwen
candidaat, anders zoudt u wel iemand
anders hebben gesteld Herbert" hij
.wendde zich tot zijn zoen, die, tot de laat
ste Parlements ontbinding, eenige jaren
afgevaardigde was geweest voor Norton
Bury „Herbert, zi'jt gij met deze fei
ten bekend?"
Mijnheer Herbert Oldtower keek verle
gen voor zich.
„Antwoord," zei z'n vader. „Geen aar-
wding in een zaak van recht of onrecht.
Herbert, zijn deze beschuldigingen
waar?"
„Ik vrees van wel," zei de ernstige, jon
ge» man.
„Wel voor den riep Britlnvood met
©en zware vloek uit, „het district is van
gedachten te welen die-andere menschen
over ons denken!
Én we hebben er nog minder aar, troost
en bemoediging te zoeken in de gedach
ten, die we bij onszelf denken als de
óén.e teleurstelling op de andere teleur
stelling volgt, als de eene slag na de an
dere zwaar en diep treft, als de óéne
smart over de andere smart lieengolft.
Vrede is alleen te vinden in God en in
het kennen van de gedachten/die Hij
over ons denkt.
Zijne Liefde heeft ze, hoe onpeilbaar
diep zij ook zijn, niet voor ons verborgen
gehouden.
Zijne gedachten van verlossende Liefde
waren voor Zijn volk in nood en dood al
tijd oneindig groot en ze zijn -ons volza-
lig -geopenbaard in Hem, die hoewel Hij
do Zoon was, nochthans gehoorzaamheid
heeft geleerd uit hetgeen Hij heeft gele
den.
Hij kwam in het Babel dezer wereld
met de gedachten des vredes, die God
over ons denkt.
Zoodoende kwam Hij in botsing met de
gedachten des kwaads, die wij denken.
Welk een strijd dat gaf, zeggen ons
Gefhsemané en Golgotha. Maar de ge
dachten des vredes hebben het toch ge
wonnen van de gedachten des kwaads.
Want de morgen der opstanding gaf
een einde boven alle verwachting.
Ja, God vergeeft, de Middelaar leeft
zelf heeft Hij 't rantsoen gevonden voor
de grootste zonden.
We behoeven niet meer te vragen, of
God wel vrede biedt en of Hij nog een
welbehagen, heeft in menschen, die Zijn
welbehagen hebben verbeurd.
"Wat aan het volk des Ouden Ver-
bonds verkondigd werd in den naam des
Heeren „al waren uwe zonden als schar
laken, zij zullen worden als witte wol",
heeft voor ons kinderen des Nieuwen
Verbonds nog hooger glans en die
per klank gekregen door Hem, in
Wien Gods gedachten ons vleesch en
bloed hebben aangenomen, opdat Hij een
barmhartig en getrouw Hoogeprïester
zou .wezen in de dingen die bij God te
doen v/aren om de zonden Zijns volks te
verzoenen.
Heerlijk om te weten, wat God over ons
denkt!
Daartoe is maar één weg Gods ge
dachten grijpen met onze gedachten.
Het is een ijdel en ormoozel werk Gods
gedachten, rlie zooveel hooger zijn dan
onze gedachten, te willen begrijpen.
Maar nu Zijne Liefde met de gedachten
des vredes tot ons gekomen is, komt het
er op aan ze te grijpen.
Dat is de beteekenis van het gebed.
Er zijn vele omschrijvingen van het
geen bidden eigenlijk is. Maar als wc
werkelijk bidden, is 't er ons dan niet
om te doen te weten, wat God over ons
denkt?
Jeremia bracht de ballingen in Babel
de goede boodschap „God zal n weder-
brengen naar Jeruzalem. Zoekt slechts de
vrede der stad, waarhenen Hij u gevan
kelijk liet wegvoeren, want in haren
vrede zult gij vrede hebben!"
Naar het Jeruzalem dat boven is, gaat
liet heimwee van ons hart.
Der vragen, der twijfelingen, der raad
selen nacht is o zoo donker. En de wereld
is zoo slecht.
Wat zal de toekomst brengen, wat zal
het einde wezen, is er nog verwachting?
Ja, God weet do gedachten, die Hij
over ons denkt gedachten des vredes en
niet des kwaads.
Hij zal ons geven het einde en de ver
wachting.
Hij brengt de Zijnen in het Hemeisch
Jeruzalem, als zij maar met gedachten
des vredes in deze wereld de gedachten
des kwaads overwinnen, want vrede
lieeft, wie vrede geeft.
God zal Zijn waarheid nimmer kren
ken, maar eeuwig Zijn verbond ge
denken."
MEDEWERKEN TEN GOEDE.
Hoewel hij het zóó niet meent.
Jesaja 10:7a.
Een Godt-verge ten mensch
verschrickt van allef Hingen,
En is niet selden droef
als vrome luyden sing en,
Sijn hert is altijt bangh,
sijn sinnen gantsch versaegkt,
Hij vlucht al menighmael
al werd hij niet gejaeght.
Een mensch met Godt versóent
die heeft een ander wesen,
Die is in sijn gemoet
van alle schrick genezen.
Sijn geest voelt 's Hemels troost
dat hem tot vrede dient,
Lord Luxrnore; ik kon den duivel candi
daat stellen, als ik wilde. Mijn man
blijft."
„Het is beter," zei Lord Luxmore veel-
beteekenend, „'t is voor alle partijen be
ter, dat mijnheer Vermilye candidaat
blijft"
„Mylord," zei de baron, „u vergeet, dat,
hoe gaarne ik ook een genoegen wil doen
aan de familie, aan welke dit district toe
behoort, 't toch onmogelijk voor mij is,
met voldoening te zien ook al kan ik
't niet tegenhouden dat iemand geko
zen zou worden, zoo ongeschikt om zij
ne Majesteit te dienen, als mijnheer Ver
milye. 't Was beter, dat er een anderen
candidaat gesteld werd."
„Mijnheer Ralph", zei John Halifax,
„dit brengt mij tot het doel, waarvoor ik
gesproken heb; daar ik landeigenaar en
ook kiezer ben in dit district, maak ik
aanspraak op mijn recht om een tweeden
candidaat te stellen."
Allen waren verbaasd; zoo iets was
nog nooit vertoond. Mijnheer Ralph en
zijn klerk staken de hoofden enkele
oogenblikken bijeen, voordat zij tot een
beslissing konden komen; ten slotte
stond de Sheriff op:
„Ik moet zeggen, hoewel ongewoon, is
dit niet onwettig!"
„Niet onwettig!" schreeuwde Richard
Brithwood.
Voor Godt en schrickt hy niet,
hete is syn. beste vrient;
Noch is hy. min; beschroomt
oock voor de booste menschen,
Al smeden zij bedroch,
zy doen niet datse wenschen,
Godt hout haer in den bant;
doch hoe het immer gaet,
Wat van den Heere komt,
en doet geen menschen quaet.
JACOB CATS.
KEMK EU SCm®L
NED. HERV. KERK.
B o r o o p e n. Te Midd el harnisS. C.
van "Wijngaarden te Mastenbroek
Aangenomen. Naar Dordrecht:
J. Petri te Eek en Wiel. I
Bedankt. Voor Bleiswijk: G. En
kelaar te V/ierden (O.) Voor Driesum:
J. H. Koster te Woufcerswoude.
GEREF. KERKEN.
Bedankt. Voor MeerkerkM. Post
te Bunschoten (B.) Voor Dordrecht: M.
Gravendijk te Hoogeveen.
CHR. GEREF. KERK.
Tweetal. Te Schiedam: W. Bijle-
veld te Haarlem en J. W. Geels te Apel
doorn.
Beroepen, Te Schiedam: W. Bij-
'leveld tc Haarlem.
Art. 8.
Op de vergadering van de classis Hal-
lum van de Geref. Kerken is door den heer
IC. B. Holwerda te Wester-Nijkerk, toela
ting op art. 8 aangevraagd tot het predik
ambt in do Geref. Kerken.
Chr. Geref. Kerk.
De classis Amsterdam der Christelijke
Gereform. ICerk heeft toestemming ver
leend tot de stichting van een Christel.
Geref. Gemeente te Ouderkerk a./d. Am-
stel. Te dier plaatse is men verleden jaar
begonnen met prediking door Chr. Ge
ref. predikanten. Dezer dagen zullen de
ouderlingen en diakenen worden gekozen.
Ook zal ten spoedigste worden aangevan
gen met het bouwen van een nieuw kerk
gebouw.
Wereldbond van Kerken.
Prof. Cramer te Utrecht schrijft hierom
trent aan het Haagseho C'orrespondientie-
biireau
Menigeen vraagt, wat in deze dagen van
onrust en spanning de Kerkelijke Wereld
bond doet. En darop ban gelukkig het ant
woord luiden, dat deze in volle actie is.
We hebben pas een vergadering van het
uitvoerend comité van den Wereldbond te
Zürich gehad. Daar waren twintig landen
uit Europa vertegenwoordigd. Uit Neder
land waren er de professoren Kohnstamm,
Pont en Cramer.
Op die vergadering is tusschen Duit-
scliers en Franscben en Belgen de qiiaes-
tio van de Roerbczétting besproken en
wel op een wijze die Sir Wdllonghley
Dickenocn deed zeggen, dat hij in het af-
geloopen jaar ongeveer 14 internationale
vergaderingen had bijgewoond, maar dat
hij nergens, niet alleen ulk een geest van
verzoening had aangetroffen, maar ook
nergens zulk een nuttig en blijvend werk
had zien verrichten als op dc vergadering
vand en Wereldbond.
Hoofdonderwerp van de besprekingen
was een motie van de Noderlandsche af-
deeiing inzake do tegenwoordige spanning
in Europa. Eerst is deze zaak in een com
missie besproken, die kortweg de Roer-
conunissie werd genoemd. En toen wij tot
oen overaenstemming waren gekomen, zon
gen we in een volle zitting in het Fransch
Duitsch en Engelsch het beleende: Nun
danket Allen Gott.
Er is een internationale commissie be
noemd, waarvan prof. Kohnstamm deel
uitmaakt, die reeds bezig is practische
plannen uit te werken.
Ook zij nog medegedeeld, dat op aan
sporing van» den Wereldbond een kerkelijk
congres in het leven zal worden geroepen,
dat gehouden zal worden in de tweede
helft van October van dit jaar te 's-Gra-
venhage en dat handelen zal over „Kerk"
en „Oorlog".
Voor predikantsweduwen en emeriti.
Het „Orgaan van den Bond van Ned.
Predikanten" deelt mede, dat de oude
jaarsavondcollecte voor predikantswedu
wen en emeriti f 68.225 heeft opgebracht.
Daarenboven zonden uit de Hervormde
Kerk 14 kerkeraden, 15 diaconiën en 60
kerkvoogdijen een bijdrage, uit do Doops
gezinde ,3 kerkeraden, uit de Remon-
strantsche 1 kerkeraad en 1 kerkvoogdij,
„Neen, niet onwettig. Mijnheer Halifax
noem uwen candidaat, ik hoop, dat 't
geen democraat wezen zal."
„Zijn politieke meeningen verschillen
van de mijne; maar hij is de eenige, dien
ik, onder deze omstandigheden, kan op
geven en hij is iemand, dien ik zelf en ik
geloof al mijn buren, v&n harte gaarne
wederom in het Parlement zouden zien.
Ik vraag u candidaat te mogen stellen
mijnheer Herbert Oltower."
Mijnheer Ralph stond Op, erg verbou
wereerd. „Ik vertrouw, dat niemand den
ken zal, dat ik van het voornemen van
mijnheer Halifax af wist; en ik weet, dat
mijnheer Oldtower zelf er ook niet van
wist. Mijn zoon moet voor zichzelf spre
ken."
Mijnheer Oldtower, zeide, dat, aange
zien hij noch bekend was met mijnheer
Brithwood, noch met Lord Luxmore, hij
niet zou aarzelen deze eer, welke hem
geboden werd, te aanvaarden.
„Als dat 't geval is," zei z'n vader,
hoewel hij 't blijkbaar vervelend vond,
„heb ik enkel mijn plicht te volbrengen
als ambtenaar van „de Kroon".
Men begon te roepen, onder eenige ver
warring, „stemmen!"
„Stemmen!" riep mijnheer Brithwood.
„Dit is een familiedistrict. Er is hier in
geen vijftig jaar gestemd. Mijnheer Ralph
uw zoon is gek!"
uit de Ev. Lulhcrscko 2 kerkeraden, ter
wijl van 140 particulieren een bijdrage
mocht worden ontvangen.
Vier Hervormde kerkvoogdijen zegden
een jaarlijksche bijdrage toe.
Toegekend zijn 193 uitkeeringen tot een
gezamenlijk bedrag van f 66075. Deze
uitkeeringen varieeren van f 50 tot f 1000.
159 weduwen en 34 emeriti zijn hiermede
uit den allergrootsten nood geholpen. Op
deze wijze kon worden verkregen dat het
minimum-inkomen voor een echtpaar
werd gebracht op f 1700, voor een mensch
alleen, hetzij emeritus of woduwe op
f 1400, ongeacht de kindergelden.
Leerkrachten Chr. Wh en Voorb. H. O.
Aan het Christelijk Middelbaar en
"Voorbereidend Hooger Onderwijs in ons
land zijn thans 581 leerkrachten verbon
den, van wie 508 mannelijke en 73 vrou
welijke. Van de mannelijke krachten zijn
er 310 vast aangesteld en 198 tijdelijk; en
van de vrouwelijke leerkrachten 33 vast
en 40 tijdelijk. Het aantal beambten be
draagt 44.
Rust in hei Schooltoezicht.
Men schrijft aan „De Stand.": In de
Inspectie Rotterdam werken vier school
opzieners. Ieder werd een aantal scholen
toegewezen. Doch zoodra het eene school
jaar ten einde is, worden de vieT school
opzieners omgewisseld, en kregen zij
derhalve elk jaar andere scholen onder
hun ressort. Zoo gaat het ook het daarop
volgende jaar. Wanneer dit strak3 nog
eenmaal gebeurt, hebben de Rolterdam-
sche openbare en bijzondere scholen in
vier jaar vier verschillende schoolopzie
ners gehad. Zou een weinig minder mu
tatie te dezen 'opzichte niet in het belang
van liet onderwijs kunnen zijn?
BISÉNERSLAIiD
Hel onderwijs veer Prinses Juiiana.
De „Heraut" vestigt de aandacht op het
feit, dat het Hare Majesteit heeft be
haagd het onderwijs in de geschiedenis
op te dragen aan prof. van Schelven.,
hoogleeraar aan 'de Vrije Unversiteit te
Amsterdam.
Er ligt een eervolle onderscheiding in
voor den benoemden geleerde en wij vin
den het ook om onze Vrije Universiteit
'een eere.
De „Heraut" zegt:
Bovenal verheugt het ons, dat onze
Koningin gewild heeft, dat het onderwijs
in een zoo belangrijk vak als de geschie
denis, aan onze Prinses gegeven zal wor
den door een man van zoo heslist Chris
telijke beginselen. Onze Koningin heeft
door deze opdracht een daad verricht, die
met dankbare liefde het hart van ons Cal
vinistisch volk heeft vervuld.
Wij gelooven, dat de „Heraut" naar
liet hart van dat volk heeft gesproken.
Dr. J. G. Scheurer.
De gezondheidstoestand van het Kamer
lid, Dr. J. G. Scheurer, blijft heel goed.
Dr. Scheurer hoopt vandaag de Geref. Zie
kenverpleging te Amsterdam, hersteld te
verlateu.
Mr. dr. R. J. de Visser, f
Na een langdurig ziekbed is te Arnhem
52 jaar oud, overleden mr. dr. R. J. de
Visser, sedert 1921 lid van Gedeputeer
de Staten van Gelderland.
Mr. dr. de Visser werd. te Meppel ge
boren vestigde zich na zijn promotie
te Leiden als advocaat te Arnhem en
was er eenige jaren leeraar in staatswe
tenschappen aan de vijfjarige H. B. S.
Een jaar na zijn verkiezing tot raadslid
volgde hij den heer H. J. Gordes op als
wethouder van fmancin, welk ambt hij in
Juli 1921 verwisselde voor dat van lid
van Gedeputeerde StatOD.-
Aansfelling ontslagen rijksambtenaren.
De Minister van Binnenlandsche Za
ken heeft tot de gemeentebesturen een
schrijven gericht van den volgenden in
houd:
„In verband met Teorganisalie van den
dienst bij verschillende Rijksinstellingen,
is een groot aantal ambtenaren ontslag
verleend, en bij het Bemiddelingsbureau,
ressorteerende onder het Departement
van Financiën, voor herplaatsing inge
schreven. Niet allen kunnen evenwel voor
herplaatsing in aanmerking worden ge
bracht.
In overleg met mijn ambtgenoot voor
Financiën heb ik de eer u te verzoeken,
indien in voorkomende vacatures uit
eigen overcompleet personeel niet kan
worden voorzien, zich tot bedoeld fcemid-
„Mijnheer, gokken zijn er niet in de
familie van de Oldtowers. Ik ben hier al
leen als Sheriff van de plaats. Als men
stemming verlangt
„Excuseer me, mijnheer Ralph, 't is
haast de moeite niet waard. Mag ik u
aanbieden 't was enkel z'n snuif
doos.
Maar mijnheer Ralph, weigerde uit de
hoogte en zeide verontwaardigd:
„Lord Luxmore schijnt niet te begrij
pen, wat plicht en eerlijkheid is, en toen
zich tot de vergadering richtende: „Hee
ren, de stemming zal van middag worden
gehouden, zooals mijn buurman hier
voorstelt."
„Mijnheer Ralph Oldtower heeft ge
schikte buren," merkte Lord Luxmore op.
„Mijn buurman hier, mijnheer Hali
fax," herhaalde de oude baron, luider,
„een heer, voor wien ik, zoolang ik hem
keD, de meeste achting heb gehad."
Toen de vergadering uiteengegaan was,
vroeg hij me naar huis te rijden, „ver
tel haar, vertel mijn vrouw alles, 't Zal
haar genoegen doen."
Ja, het deed haar genoegen. Haar ge
zicht gloeide als van een vtouw, die
trotsch is op de eer van haar man.
Maar zij zond mij haastig terug.
Toen ik weer to Kingswell aankwam
scheen 't, dat 't gheeele dorp verlangend
was naar het nieuwe schouwspel. Een
delingsbureau te wenden vóórdat worcÉé
overgegaan tot de aanstelling Yan perso
nen, die tot dusverre huiten de admi
nistratie gestaan hebben."
Voorkomen van boschbranden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw vestigt, voor zooveel noo-
dig, de aandacht van de burgemeesters
op de groote wensckelijkheid om door pu.-.
blicaties de bevolking tot waakzaamheid
met betrekking tot voorkomen en blus-
schen van boschbranden aan te sporen,
en verzoekt den burgemeesters bij het
plaats hebben van een boschbrand daar
van zoo spoedig mogelijk kennis te geven
aan den inspecteur van het Staatsbosch"-
bedrijf te Utrecht, met opgave van de
oorzaak van den brand, den aard en don
ouderdom van het Loseh, «de verbrande
oppervlakte en eene schatting van de
schade,.
Onze dure spoorwegen.
In 1922 hebben de ontvangsten der Ned.
spoorwegen f 19 millioen minder bedragen
dan in 1921, waarom de „Tijd" vraagt of
met lagere tarieven geen beter resultaat
is t.e bereiken. In vergelijking met 't bui
tenland zijn onze tarieven schandelijk
duur.
Het blad geeft dan als voorbeeld, dat
een reis 2e Idas van Amsterdam naar Pa
rijs f 16.90 kost, waarvan f 7 voor de
144 K.M. van Amsterdam naar R,oos>endaal
en f 9.90 voor de 389 K.M. van Roosendaal
naar Parijs. Het ligt voor de hand, ver
volgt de Tijd, „dat de bevolkong van onze
zuidelijke provinciën, die f 7 meet betalen
om eventjes naar Amsterdam te sporen en
die voor do helft naar Brussel en voor ee*~
tientje naar Parijs kunnen, in Zuidelijk^4
richting den goedkoopen uiweg zoeken.
en dat de vreemdeling, die niet volstrekt
noodzakelijk ons land moet bezoeken, ziclS
wel zal wachten om een reisje op Neder-
land's peperdure spoorwegen te onderne
men.-
Nafcurtih'jk, dat men de lage valuta in
België en Frankrijk in aanmerking moet
ne ji»n, Maar dab met lager tarieven betere
bedrijfsuitkomsten worden verkregen, leert
het voorbeeld van de Deensche staats
spoorwegen- Na de verlaging en de be
zuiniging is daar het verlies in winst
veranderd.
hei Sociale Leven
Het r.ut van vako^'^i
In het welverzorgde verslag over 1921
en 1922 van den Bond van Ned. Chi\ Hour-
bewerkers, Meubelmakers enz., dat onlangs
verscheen, tref ons de volgende passage:
„Op Maandag 6 November 1922 heeft
de Minister van Arbeid met de verte
genwoordigers van werkgevers en werk
nemers uit het Manden- en Hcopeibe-
drijf geconfereerd, om gezamenlijk te
bespreken hoe de toestand was cn ook
welke middelen zouden aangewend kun
nen worden om te trachten, verbetering
aan te brengen.
Toen de mandenmakers aan de beurt
kwamen, meest hiervan al een treurig
tafereel opgehangen worden. Een der
heeren werkgevers deelde mede, dat in
Vlijmen voor do halve bushel 22 cer.t
werd betaald, ia Animerzoden 18 cent
en te Kerkdriel 12 cent per stuk. A!s
oorzaak gaf deze werkgever voor <1 it
enorme verschil in loon op, dat in Vlij
men de arbeiders behoorlijk georgani
seerd zijn, in Ammorzcden nog tamelijk,
doch in Kerkdriel allertreurigst er. dat
daar de arbeiders met een wc-inko
men van i\ zeven gulden naar huis
gingen. Naar zijn oordeel kan er van
zulk een inkomen wel geen contributie
betaald worden, maar daarentegen deel
de hij mede, dat, indien die arbeiders
hun organisatie op peil gehouden had
den, zij ook 22 cent gehad zouden heb
ben, dus dat zij, inplaats van een goeden
halven gulden aan hun bond to betalen
zes gulden aan hun werkgever offerden,
doch meteen maakten, dat men in Vlij
men ook zoo niet door kan blijven, wer
ken."
Een verschil van 10 cent in loon voor
eenzelfde stuk werk. En een werkgever
verklaart dan, dat dit veroorzaakt wordt
door heb gemis van vakorganisatie.
Wel is het zaak voor de arbeiders, luin
organisatie op peil to houden.
Dat al onze- mannen het mogen verstaan
dat zij met ijver mogen werken aan do
versterking der Christelijke Vakbeweging.
verkiezing! Zoo iels kon de oudste bewo
ner zich niet herinneren, dat ooit was
voorgevallen.
De vijftien kiezers zooveel waren or,
geloof ik waren allen verbijsterd* door
een gevoel van hun eigen gewichtigheid
en ook door hetgeen, mijnheer Halifax
hen trachtte in tc prenten, onder den
grooten iepenboom op het kerkhof, (lat
iomands stem de uitdrukking wezen
moest van iemands eerlijke meening; en
dat zij stem verkoopen haast even ge
meen was als handel te (bijven met de
vrijheid van zijn zoon of met do eer van
z'n dochter.
Do stemming zou in do kerk worden
gehouden, zooals 't de gewoonte was op
het platteland. Do kerkmeester werd
voor de lessenaar van den klerk go
plaatst om de stemmen in ontvangst te
nemen. De Sheriff zat, niet veraf, in zijn
familiebank, met ontbloot hoofd. Lord
Luxmore en mijnheer Brithwood, dio
blijkbaar zeker van. hun zaak waren,
spraken en lachten luid, aan den ande-.
ren kant van de kerk. 't Was een zeer
klein gebouw, smal en kruisvormig; elk
woord, dat men sprak kan overal worden
gehoord.
„Mylord, heeren en al mijn vrienden,*
zei mijnheer Ralph, plechtig opslaande,
„laat mij hopen, dat ieder de heiligheid
van deze plaats zal eerbiedigen."