Dagblad voor Leiden en Omstreken. 4de JAARGANG. - ZATERDAG 28 APRIL 1923 - No. 921 BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936 ASONNEiËiiTSPiiüS In Loiden en buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn per kwartaal f2.50 Per week f 0.19 Franco per post per kwartaal f2.90 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Da Costa's „Bezwaren". De meesten onzer lezers zullen onge twijfeld hebben geboord van bet gerucht makende werkje van Da G o s t a: „Be zwaren tegen den geest der eeuw". Daar dit boekje sinds langen tijd was uitverkocht zullen velen bet echter niet hebben gelezen, wat temeer betreurd moet worden omdat wat honderd jaar ge leden door Da Costa geschreven werd, ook voor onzen tijd van bijzondere be- teekenis moet worden geacht. Wij werden dan ook aangenaam ver rast toen ons door A. W. Sijthoff's Uiig. Mjj. een nieuwen druk vau dit veelbe sproken werkje werd toegezonden. Deze uitgave, door Ds. J. E. Vonken- berg van een pakkend voorwoord voor zien, is speciaal bestemd voor het jon gere geslacht. Om de. leeslust te prikkelen laten wij hier volgen wat in „Een eeuw van strijd" omtrent de verschijning van Da Costa's „Bezwaren" werd opgemerkt: Daar was wat to doen in ons klein land, in den jare 1823! 't Was zoo stil, zoo vredig; men soesde zoo zoeijes met den gouwenaar in den mond achter de „Oprechte Haarlemmer". Bilderdijk alleen liet zoo nu en dan zijn stem eens hooren. Maar daaraan was men gewend; de oude heer zou 't zoo lang niet meer maken en tot zoolang moest men liem in vredesnaam dulden. Maar dat daargelaten was al verschei dene jaren „de rust rustig gebleven". Opeens echter oen vreeselijke herrie in •de vaderlandsche ren. Dat klept, dat krabt, dat bijt, dat pikt daar is een vreemde binnengedrongen. Een, die hier niet thuis hoort. Dien allen daarom tege lijk op don kop zitten „Eruit met den in dringer!" Of zonder beeldspraak: Daar was een boekdeeltje in 't licht ge komen van nog geen honderd bladzijden. En dat had het 'cm gedaan; daarom was heel ons vaderlandsch huishouden op stelten. Zoo'n vuil pamflet was in geen jaren van de pers gekomen! Heel Nederland stond verbaasd over de vermetelheid van den jeugdigen schrijver. Men vond, dat alles zoo goed ging en daar komt hij ineens vertellen, dat a.lles mis gaat, verkeerd, slecht dat men af schuift naar een afgrond. Stel u voor de verbazing, straks de er gernis, de doodelijke haat. Iedereen heeft er den mond van vol. Op de trekschuit, in 't roefje, is het weken; lang het onderwerp van 't gesprek. In de sociëteit steekt men de koppen bijeen en wordt er een vernietigende eritiek over uitgebracht. Ouders nemen het hun kin deren als een „gevaarlijk boek" uit de handen. Hoogleeraren waarschuwden er hun studenten tegen. Zelfs op de preek stoel wordt het niet mót rust gelaten, 't Was dan ook ongehoord! Verbeeld u: De schrijver van dat boek je zei zoo maar rondweg, dat niemand zon der vrije genade kon zalig worden; hij sprak van „Gods onbepaalde en vrij machtige Voorbestemming in de Uitver kiezing der begenadigden door Jezus Christus"; hij had een woord van lof over Jacob Cats; hij durfde zeggen, dat de hooggeloofde „verdraagzaamheid" van zijn dagen overeenkomst had met de prak tijk der Jezuïeten; hij veroordeelde den schouwburg, en noemde de Fransche Rc- volulio heidendom; hij noemde de ver draagzaamheid der 19de eeuw „uit den booze"; hij spotte met de dicht- en. letter lievende en allerlei andere kunstlievende genootschappen; hij hield staande, dat de Overheid door God ingesteld was en ge loofde niet aan de oppermacht des volks; hij durfde lasteren o gruwel! dat de heerschende geest op de lagere scholen niet deugde; hij Maar genoeg! 't Was een zwart register van zot-, van valschbeden, waardoor 'smans veroórdeeling zeker was, die dan ook niet uitbleef. Wie is toch wel de onbeschaamde schrijver, vroeg men. Op het titelblad stond hij genoemd: Mr. I. da Costa. Voor velen toen nog een onbekende grootheid. Enkelen herinnerden zich, schoone verzen van hom gelezen te heb ben maar er werd in die dagen zoo veel gerijmeld, daar was geen oog op te houden. De persen zweetten van de dicht bundels. De vraag wandeldo dus van don een naar den ander: „Wie is hij?" Spoedig volgde 't antwoord. „Een ge doopte Jood"; „een discipel van Bilder dijk". 't Eerste was aan zijn gezicht en 't laatste aan zijn boek te zien. Dadelijk had ieder er van gezegd: „Die muziek is uit de school van den oude; 't krioelt van Bilderdijkiaansche noten." Deze boetpre diker, van wien men straks hoopte ver lost te zijn, scheen dus een discipel, een opvolger gevonden te hebben? Deze gedachte deed veler opgekropte haat losbarsten. Een zwerm van brochu- ï'es'. JJamflc^en. en spotdichten kwam in 't 1 icmt. I? onder algemeen hoongelach Yan do nette en beschaafde Revolutie kinderen, werd da Costa uit de vader landsche synagoge geworpen. „Bezwaren tegen den Geest der Eeuw" heette zijn boekje. In zijn tijd deed het een laaien gloed van woesten hartstocht losbarsten voor ons, anti-revolutio nairen, is het zijn onvergankelijke eere, dat da Costa den hoogen moed had zijn ridder handschoen in 't krijt te werpen .en uit te dagen al wat in zijne dagen hoog, groot, aanzienlijk cn geleerd was. De „Bezwaren" waren een oorlogsver klaring aan heel het officieele Nederland. Al wie invloed had, lag geknield voor dien „Geest der Eeuw" en daar komt die discipel van Bilderdijk, profeteert tegen dien Geest in forsche taal, 'grijpt aan het altaar, warop men hem offers brengt, zoodat de aseh wordt uitgestort, geeft het zelfgenoegzame geslacht van die dagen snerpende geeselslagen over het van zoete tevredenheid glimmend gelaat,... is 't wonder, dat men als dolle dieren op hem afkomt, om hem te verpletteren en te doorsteken? Wilt ge een enkele proeve van de wijze waarop hij aanviel? Luister dan, wat hij schrijft over* do Verdraagzaamheid uit laffe toegevendheid van had men destijds den mond vol. Ver draagzaam was men tegenover alle on godisterij en elke ketterij behalve al leen tegenover de „nachtschool". Welnu, da Costa schrijft ervan: „Zekerlijk noemen het de wolven ver draagzaam, wanneer de herders en de honden sluimeren, en de schapen ten prooi laten aan het verscheurende ge dierte Daar is een ware Verdraag zaamheid; daar is een gewaande, een geveinsde, een bedriegelijke Verdraag zaamheid een Verdraagzaamheid uit onverschilligheid, uit vreeze voor de we reld, uit minachting of miskenning van do Waarheid, uit oogmerken van eigen belang, uit gocWelooshcid daar is een Verdraagzaamheid uit laffe toegvendheid, die den kanker des ongeloofs en der .gruwzaamste zedeloosheid ongehinderd laat voortvrelen en den lijder door geen heilzame pijn durft reddenO, welk een heerlijke Verdraagzaamheid, die ge predikt is door de Ongodisten van alle natiën, die verkondigd is door het uit vaagsel van het menschdom en wier heer schappij is uitgebreid door middel van schavotten, bajonetten cn van moorddol ken!" Daar konden de mannen van het „Vre de, vrede en geen gevaar!" 't mee doen, niet wa-ar? Men brulde da Costa don ook tegen; ze schuimden van woede. Ongelooflijk is 't, aan welke plagerijen, verdachtmakingen, tartingen hij bloot stond. Schier elk fatsoenlijk huis was voor hem_ gesloien; men ontving hem niet in zijn woning. „Nette" mensclien wei gerden zijn groet te beantwoorden. Geen scheldwoord was te min, om 't hem naar 't hoofd te slingeren. Ouden van dagen onder ons herinneren zich nog wel, hoe men vroeger op som mige plaatsen de „fijnen" treiteren kon en hun personen, noch bezittingen, noch huisgenooten ongemoeid liet. Zij kunnen zich een denkbeeld vormen van wat da Costa te verduren had. En hij stond bij na alleen. Bilderdijk was de eenige, die 't volkomen met hem ééns was. En de wei nigen, die zijn omgang niet schuwden, wachtten 't was een feit tot na zons ondergang, om dan steelsgewijs in den donker bij hem aan te schellen! Want een tijd lang werd zijn woning zelfs van re- geeringswege bewaakt en opgeteekend, wie er in- en uitging. Men achtte hem •staatsgevaarlijk. Men verdacht hem, te zinnen op een samenzwering! Toch hield hij moedig stand in zijn strijd tegen den Geest- der eeuw. Hij dacht aan geen deinzen. En daarom zoolang de anti-revolutionaire banier wapperen zal in Nederland, zoolang zal daar ook gesproken worden ter gedachte nis van dezen onverschrokken belijder, van dezen getrouwen getuige. Da Costa vergeet ons christenvolk nooit. Hij is een der grootste helden onder onze „voortrek kers". STADSNIEUWS A. R. Kiesvereeniging. Wij vestigen gaarne de aandacht onzer lezers op een in din nummer voorkomen de advertentie van het bestuur der A. R. Kiesvereeniging, waarin wordt aange kondigd, dat te beginnen met a.s. Maan dag iederen avond zitting zal worden ge houden in het administratie-lokaal van ons blad. Ieder die dus inlichtingen noodig heeft bureau-hoofden, propagandisten, kie zers kan zich daar vervoegen. Wij vertrouwen dat van dit inlichtin gen-bureau een druk gebruik zal worden gemaakt Huisvlijt-Tentconsteiling. De belangstelling voor de in do Nuts- zaal gehouden Huisvlijtten toons telling bleef onverminderd. Wij zijn thans in staat een volledige uitslag te geven van de plaats gehad hebbende bekroningen der ingezonden voorwerpen. N. de Water, groole bronzen med.; A. G. Covers, kleino zilveren med.; J. R. Ne- lis, kleino bronzen med.; Melet, kleine bronzen med.; H. Vol, kleine (bronzen med. ;Stichting „Voorgeest", bronzen pla quette; School voor wakzinnigen, zilveren plaquette; Rijksopvoedingsgesticht, zilve ren plaquette; Pro Juventute, bronzen plaquette; W. van Ek, groote bronzen med.; G. Willcmse, kleine broDzen med.; Mevr. N. Alblas, groote bronzen med.; A. ten Velde, groote zilveren med.; A. J. Dekker, kleine bronzen mëd.; D. de Bruin kleine verguld zilveren med.; A. F. Bour geois, kleine bonzen med.; Mej. H. Broek huizen, kleino bronzen med.; L. A. P. Brugman, kleine bronzen med.; J. M. Beenhakker, kleine bronzen med.; H. J. Boom, groote zilveren med.; M. J. Belt, groote bronzen med.; P. C. Bik Jr., kleine zilveren med.; J. Wolfslag, groote zilve ren med.; J. J. Guldemond. Eere-medail- le v. d. Burgemeester; L. C. M. Kaafc, kleine zilveren med.; J. van Ek, kleine, zilveren med.; A. Overdulve, groote zilve ren med.; Mevrouw G. M. A. Swaan-de Bruin, groote verguld zilv. med.; H. G. Heerma, groote bronzen med.; J. P. Rq- geboom, kleine bronzen med.; G. Aldriks, kleine bronzen mod.; J. Wagemaker, groote bronzen med.; G. A. L. van der Reijden, groote bronzen med.; C. H. van Dijk, groote bronzen med.; J. O vermeer, kleine bronzen med.; Mejuftr. J. A. So- gaar, groote bronzen med.; P. Segaar, groote bronzen med. Een goede naam is de basis waarop een handelszaak gefundeerd kan worden. Toch moet de rendabiliteit zich in uiter- lijken vorm weergeven. De firma J. J. Taverne, die van het eerste (de goede naam) kan meespreken, heeft ook het tweede ingezien en heeft haar zucht tot expansie geuit in de ope ning van een in alle opzichten wel inge richt filiaal in een geheel ander stadsge deelte, n.l. in perceel Hoogewoerd 98. Wie de nieuwe zaak die gisteravond onder groote belangstelling werd ge opend, eens langs- of binnenloopt, zal ook bier een blik kunnen slaan op de al- gemeene frisclilieid en degelijkheid, die de zaak in de Donkersteeg steeds ken- mci-ken. Veranderingen heeft het perceel waarin reeds een slagerij govestigd was slechts in zooverre ondergaan, dat de fa. van Bergen Henegouwe vöor een keu rige electrische installatie zorgde. Onze beste wenschen vergezellen den energieken ondernemer, de heer M. F. Taverne! Zooals wij reeds- eerder meldden, zal op a.s. Maandagavond ter gelegen heid van do verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana in de Stadsgehoorzaal door de Leidsche Ghr. Oranjever. een feestvergadering worden gehouden. Wat ons omtrent het programma voor dien avond uit de in dit nummer voorko mende advertentie bleek, geeft ons aan leiding nog even in het bijzonder de aandacht op deze vergadering te vesti gen, die waarlijk iets bijzonders belooft te worden. Het feit dat daar bet woord zal worden gevoerd door een Excellentie, tevens Kon.- Adjudant, doet ons verwachten dat de Leidsche Ghr. Oranjevereeniging ook dit maal geheel present zal zijn, d.w.z. dat de stadszhal als van ouds zoo vol loopt, dat er „geen muis" meer in kan. Behalve dat men zal kunnen genieten van den zangvan den heer Ouwerkerk, wacht der feestvierende vergadering nog iets anders. Wij mogen n.l. uit de school klappen dat een voor de vereen, zeer be teekenis- volle - huldiging zal plaats hebben. Wat een huldiging in de feestvergade ring van do L. C, O. V. beteekent is ge noeg bekend, en velen zullen er dan ook getuige van willen zijn. Gisteravond werd ten kantore der firma do jaarlijksche algemeene vergade ring gehouden van aandeelhouders in de N.V. Broodfabriek „De Zeeuw" (Firma Hus). De balans alsmede de verlies- en winst rekening werd goedgekeurd en het divi dend vastgesteld op 7 pet. (vorig jaar 6 pet.). De heer J. de R o o ij werd als com missaris herkozen. -Door zekeren K., is bij de politie aan gifte gedaan dat zijn motorrijwiel dat hij bij een rijwielhersteller hier ter plaatse in bewaring had gegeven, door den laatste niet kon worden getoond toen hij het terug vraagde. De politie doet onderzoek. Gistermiddag had in de KetCïngfa- briek van de Kon. Ned. Grofsmederij al hier een ongeval plaats. De clectricien Mol geraakte bij het ver richten van eenige werkzaamheden be kneld tusschen een beweegbare kraan en een pilaar. Hij werd per auto van den E. H. D. naar het Acad. Ziekenhuis overge^ bracht, alwaar bij onderzoek bleek, dat hij geen uitwendige wonden -had opgeloopen. Men vreesde echter voor inwendige knouzing. GEMEENTERAAD. Verburen. B. en W. stellen voor aan het Chr. Mu ziekgezelschap Polyhymnia een lokaal van het voormalige Invalidenhuis to ver huren voor 50 gld. 'sjaars voor het hou den van repetities. Eveneens stellen B. en W. voor een lokaal van het Waaggebouw te verhuren aan de Chr. Scherpschuttersvereeniging „Willem van Oranje" voor 25 gld. Verkoop. B. en W. stellen voor aan den heer F. Visser te verkoopen een strook grond op het Raamland, ter diepte van 30 M. en ter breedte van 13 M., gelegen benoorden de Fruinstraat, teneinde aldaar een twee tal middenstandswoningen te houwen, voor den prijs van 10 gld. per M2. Subsidie Kinderherstellings- en Vacantiekolonies. De afdeeling Leiden van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies vraagt eene subsidie in de kosten van verpleging van te Leiden wonende kinderen in hare koloniehuizen over de jaren 1922 en 1923, ten bedrage van 50 cents per dag cn per kind, doch tot een maximum van £.540 per jaar; zulks overeenkomstig de subsidies welke haar over 1920 en 1921 werden toegekend Het komt B. en W. voor dat er alles zins nanleiding is de afdeeling ook over de jaren 1922 en 1923 de gevraagde sub sidie te verleenen. Zooals uit de overgeleg de bescheiden blijkt, komen voor 1922 574 verpleegdagen voor de subsidieering in aanmerking en zal de subsidie derhalve tot 574 x 50 cents f 287 kunnen worden beperkt. In afwachting van het getal kin deren, dat in 1923 zal worden uitgezonden, kan voor 1923 het gewone maximum ad f450 wederom in uitzicht worden gesteld B. en W. stellen voor in dezen geest te besluiten. Nieuws verordeningen regelende het haven- en liggeld. Het is volgens B. en W. in de practijk gebleken dat de verordeningen regelende de heffing van het haven-, brug- en lig geld in deze gemeente eenige veranderin gen moeten ondergaan. In verschillende adressen is daar op gewezen. Het tarief voor het openen der bruggen op gewonen lijd (overdag), dat thans, al naar het laadvermogen van het vaartuig, bedraagt resp. f 0.05, f0.10, f 0.15, f0.20, f 0.25 en f 0.30, zou kunnen worden go- bracht op f 0.05, f 0.07$, f 0.12*, f 0.15, f 0.20 en f 0.22^; dat voor het openen dór bruggen buiten den gewonen tijd (des nachts en, voorzoover zulks voorkomt, op Zon- en Feestdagen), van resp. f 0.10, f 0.20, f 0.30, f 0.40, f 0.50 en f0.60 np onderscheidenlijk f 0.10, f 0.15, f 0.25, f 0.30, f 0.40 en f 0.45. Het nieuw voorge stelde tarief is nagenoeg gelijk aan dat, hetwelk bijv. ook te Rotterdam wordt ge heven. ËliiüüEilL&^y Het schoenenwetje. Wat in de verdediging van het Sclioe- nenwetje onaangenaam aandoet zegt onze R o t t e r d., is de vooringenomenheid, waarmee in de schriftelijke stukken over verhooging der invoerrechten gehandeld wordt. Een invoerrecht verhoogt den prijs, brengt allerhande nadeelige gevolgen zoo luidt een -grief. Een invoerrecht, eenmaal in de wetge ving opgenomen, zal niet licht worden in getrokken zoo luidt een andere klacht. Op deze wijze worden allerhande kwade dingen van beschermende rechten gezegd, die dan bij een invoerv e r b o d volgens de regeering niet in die mate voorkomen. Ons kan dergelijke verdediging niet be koren. Een invoerverbod tast veel radicaler de vrijheid aan, dan zulks met e>en bescher-. mend recht het geval is; het is in wezen veel bedenkelijker. Wij vroóZcn dan ook, dat de regeering door haar averechtsche bestrijding van be schermende rechten aan het Schoenenwet je de basis ontneemt. De sympathie voor dit wetteken, is door het regeeringsoptreden niet verhoogd. De stemplicht De heer Snoeck Henkemans, lid van de Tweede Kamer, heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, de volgende vragen gesteld: 1. Kan de minister nadere mededeeling doen omtrent de resultaten van het onder zoek aangaande de toepassing van den stemplicht en de werking van de thans geldende poenale sancties, tot handhaving van deze wettelijke verplichting, omtrent welk onderzoek de minst-er enkele mede- deelingen deed in de zitting der Tweede Kamer van 17 April 1923? 2. Kan de minister mededeelen, welke sancties op de vervulling van den stem plicht in België hebben geleid tot behoor lijke naleving van deze wettelijke verplich ting? 3. Indien de thans in Nederland bestaan de wettelijke regeling, met inbegrip der poenale sancties, onvoldoende mocht blij- Ay VEHTEftTIE-FHIJ3 Gewone advertentiën per regel^X cenfc» Ingezonden Modedeelingen, dubbel tarief; Bij contract, belangrijke reductie. Kleine advertentiën bij vooruitbeta* ling van ten hoogste 30 woonden, worden! cl a gel ii les crenhafsf ad 50 cent. Aan het Zoeklicht 1 Leiden, 28- April j23. Als 't kindje binnenkomt, juicht heel het huisgezin. Zoo was 't ook in 1909, toen ons prin sesje geboren werd. Wat een blijdschap toen door heel het land! En die blijdschap is bij het opgroeien van ons Koningskind niet verminderd. Van die blijdschap willen we ook a.s. Maandag als Prinses Juliana haar veer tiende verjaiadag viert wat leven we toch vrel! weer doen blijken. De vlaggen moeten weer wapperen, overal. En 't is niet alleen Oranje in het hart, maarook op de b or st. De Leidsche Christelijke Oranjevereeni ging houdt weer een speciale herdenkings vergadering. Mij werd gevraagd daarop de aandacht te vestigen. Maar is dat eigenlijk wel noodig? Ik geloof het niet. Op een dag als Maandag dan zullen wo hooren van Oranje en we willen z i n- g e n van Oranje en we willen bidden en danken met en voor ons Vorstenhuis. En hoe zouden we dat. heter doen dan onder leiding van de Christelijke Oranje vereeniging? Daarom... Oranje boven! En voor wat Leiden aangum. Naar de Gehoorzanï, Maandagavond. OBSERVATOR. ken tot verzekering van de "naleving dezer publieke verplichting, is de minister dan bereid zoo noodig door de instelling eener niet t© groote commissie te bevor deren een wetswijziging, die tot bereiking van het gewenscMe doel noodig mocht blijken? De Zonnetijd. Op de vragen van den heer Van Ier Waerden betreffende het. tijdstip" ven in voering van den Zomertijd heeft de Minis ter van Binnenlandsche Zeken cn Land bouw het volgende geantwoord: De directie der Nederlandsche spoorwe gen bereidt thans do dienstwijziging voor, die verbonden is aan de invoering op 1 Juni a.s. van de zomcrdienstregeling, wel ke op dien datum eveneens door de be trokken buitenlandsche spoorwegen zal worden aangenomen. De tijd, die tlians nog moet verloopen, voordat de datum zal zijn aangebroken, is veel te kort om daar nevens nog de ingrijpende wijzigingen voor te bereiden, welke invoering van zomertijd voor 1 Juni zou meebrengen. Immers, da dienst van de exploitatie der Nederland sche spoorwegen heeft slechts noode den lijd, om alle voorbereidende maatregelen te treffen, noodig om de zomerdienstrege- ling tijdig te doen werken. Er kan dus niet aan gedacht worden dezen dienst te gelijkertiid nog te belasten met een gewijzigde winterdienstregeling, welke noodig zou zijn, als de zomertijd voor 1 Juni werd ingevoerd. Want met be houd van de tegenwoordige uren van aan komst en vertrek kan de zomertii-1 niet worden ingevoerd, zonder dat vele inter nationale treinen één uur later loopeii, wac de meest nadeelige gevolgen zou hebben voor het publiek cn vaor een geregeld en treinenloop, omdat do internationale trei nen ook tal van locale belangen en binnen landsche aansluitihgen bedienen. Om al de>ze redenen moet de datum van 1 Juni a.s. geacht worden thans het aan gewezen tijdstip te zijn voor invoering van den zomertijd, tegelijk met de zomorrl regeling voor do treinen. In dezen zin is dan ook een beslissing genomen. Uit de Stecninriustrie. In oen gisteren te Nijmegen gehouden vergadering van steenfabrikanlen «s met algemeene stemmen besloten het volgende telegram te zenden aan den Minister van Arbeid: „Namens de organisaties van werkge vers-steenfabrikanten verzoeken wij U.E. onze geschillen met de werknemers als arbiter te beslissen of een arbiter aan to wijzen. Wij stelden de werknemersorga nisaties met dezen stap in kennis en zijn genegen, hangende de oplossing, de werk zaamheden te hervatten." Tevens werd. besloten een telegram aan de werknemersorganisaties te zenden, waarin, na mededeeling van het telegram aan den Minister, wordt gezegd: „Wij stellen u voor u hiermede bij den Minis-) ter accoord te verklaren." Werktijd in bakkerijen. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid; gezien zijne besohikking van 23 Maart 1923; gelet op de nader ingeko-t men ambtsberichten, alsmede op het be* paalde hij art. 42, zesde lid, en arL 97, vierde lid, der Arbeidswet 1919; heeft goedgevonden het bepaalde onder A in zijne bovengenoemde beschikking van 23 Maart 1923 (opgenomen in de Stet. van 26 Maart 1923.) als volgt aangevuld: I. na punt 3 worde gelezen: „4) op Vrijdag 11 Mei 1923 tusscheK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1923 | | pagina 1