Dagblad voor Leiden en Omstreken.
4de JAARGANG. - ZATERDAG 28 APRIL 1923 - No. 921
BureauHooigracht 35 Leiden - Tel. Int. 1278 - Postrekening 58936
ASONNEiËiiTSPiiüS
In Loiden en buiten Leiden
waar agenten gevestigd zijn
per kwartaal f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f2.90
Dit nummer bestaat uit twee
bladen.
Da Costa's „Bezwaren".
De meesten onzer lezers zullen onge
twijfeld hebben geboord van bet gerucht
makende werkje van Da G o s t a: „Be
zwaren tegen den geest der eeuw".
Daar dit boekje sinds langen tijd was
uitverkocht zullen velen bet echter niet
hebben gelezen, wat temeer betreurd
moet worden omdat wat honderd jaar ge
leden door Da Costa geschreven werd,
ook voor onzen tijd van bijzondere be-
teekenis moet worden geacht.
Wij werden dan ook aangenaam ver
rast toen ons door A. W. Sijthoff's Uiig.
Mjj. een nieuwen druk vau dit veelbe
sproken werkje werd toegezonden.
Deze uitgave, door Ds. J. E. Vonken-
berg van een pakkend voorwoord voor
zien, is speciaal bestemd voor het jon
gere geslacht.
Om de. leeslust te prikkelen laten wij
hier volgen wat in „Een eeuw van strijd"
omtrent de verschijning van Da Costa's
„Bezwaren" werd opgemerkt:
Daar was wat to doen in ons klein land,
in den jare 1823!
't Was zoo stil, zoo vredig; men soesde
zoo zoeijes met den gouwenaar in den
mond achter de „Oprechte Haarlemmer".
Bilderdijk alleen liet zoo nu en dan zijn
stem eens hooren. Maar daaraan was
men gewend; de oude heer zou 't zoo lang
niet meer maken en tot zoolang moest
men liem in vredesnaam dulden.
Maar dat daargelaten was al verschei
dene jaren „de rust rustig gebleven".
Opeens echter oen vreeselijke herrie in
•de vaderlandsche ren. Dat klept, dat
krabt, dat bijt, dat pikt daar is een
vreemde binnengedrongen. Een, die hier
niet thuis hoort. Dien allen daarom tege
lijk op don kop zitten „Eruit met den in
dringer!" Of zonder beeldspraak:
Daar was een boekdeeltje in 't licht ge
komen van nog geen honderd bladzijden.
En dat had het 'cm gedaan; daarom was
heel ons vaderlandsch huishouden op
stelten. Zoo'n vuil pamflet was in geen
jaren van de pers gekomen!
Heel Nederland stond verbaasd over de
vermetelheid van den jeugdigen schrijver.
Men vond, dat alles zoo goed ging en daar
komt hij ineens vertellen, dat a.lles mis
gaat, verkeerd, slecht dat men af
schuift naar een afgrond.
Stel u voor de verbazing, straks de er
gernis, de doodelijke haat.
Iedereen heeft er den mond van vol. Op
de trekschuit, in 't roefje, is het weken;
lang het onderwerp van 't gesprek. In de
sociëteit steekt men de koppen bijeen en
wordt er een vernietigende eritiek over
uitgebracht. Ouders nemen het hun kin
deren als een „gevaarlijk boek" uit de
handen. Hoogleeraren waarschuwden er
hun studenten tegen. Zelfs op de preek
stoel wordt het niet mót rust gelaten,
't Was dan ook ongehoord!
Verbeeld u: De schrijver van dat boek
je zei zoo maar rondweg, dat niemand zon
der vrije genade kon zalig worden; hij
sprak van „Gods onbepaalde en vrij
machtige Voorbestemming in de Uitver
kiezing der begenadigden door Jezus
Christus"; hij had een woord van lof
over Jacob Cats; hij durfde zeggen, dat
de hooggeloofde „verdraagzaamheid" van
zijn dagen overeenkomst had met de prak
tijk der Jezuïeten; hij veroordeelde den
schouwburg, en noemde de Fransche Rc-
volulio heidendom; hij noemde de ver
draagzaamheid der 19de eeuw „uit den
booze"; hij spotte met de dicht- en. letter
lievende en allerlei andere kunstlievende
genootschappen; hij hield staande, dat de
Overheid door God ingesteld was en ge
loofde niet aan de oppermacht des volks;
hij durfde lasteren o gruwel! dat
de heerschende geest op de lagere scholen
niet deugde; hij
Maar genoeg! 't Was een zwart register
van zot-, van valschbeden, waardoor
'smans veroórdeeling zeker was, die dan
ook niet uitbleef.
Wie is toch wel de onbeschaamde
schrijver, vroeg men.
Op het titelblad stond hij genoemd: Mr.
I. da Costa.
Voor velen toen nog een onbekende
grootheid. Enkelen herinnerden zich,
schoone verzen van hom gelezen te heb
ben maar er werd in die dagen zoo
veel gerijmeld, daar was geen oog op te
houden. De persen zweetten van de dicht
bundels.
De vraag wandeldo dus van don een
naar den ander: „Wie is hij?"
Spoedig volgde 't antwoord. „Een ge
doopte Jood"; „een discipel van Bilder
dijk". 't Eerste was aan zijn gezicht en
't laatste aan zijn boek te zien. Dadelijk
had ieder er van gezegd: „Die muziek is
uit de school van den oude; 't krioelt van
Bilderdijkiaansche noten." Deze boetpre
diker, van wien men straks hoopte ver
lost te zijn, scheen dus een discipel, een
opvolger gevonden te hebben?
Deze gedachte deed veler opgekropte
haat losbarsten. Een zwerm van brochu-
ï'es'. JJamflc^en. en spotdichten kwam in
't 1 icmt. I? onder algemeen hoongelach
Yan do nette en beschaafde Revolutie
kinderen, werd da Costa uit de vader
landsche synagoge geworpen.
„Bezwaren tegen den Geest der Eeuw"
heette zijn boekje. In zijn tijd deed het
een laaien gloed van woesten hartstocht
losbarsten voor ons, anti-revolutio
nairen, is het zijn onvergankelijke eere,
dat da Costa den hoogen moed had zijn
ridder handschoen in 't krijt te werpen .en
uit te dagen al wat in zijne dagen hoog,
groot, aanzienlijk cn geleerd was.
De „Bezwaren" waren een oorlogsver
klaring aan heel het officieele Nederland.
Al wie invloed had, lag geknield voor
dien „Geest der Eeuw" en daar komt die
discipel van Bilderdijk, profeteert tegen
dien Geest in forsche taal, 'grijpt aan het
altaar, warop men hem offers brengt,
zoodat de aseh wordt uitgestort, geeft het
zelfgenoegzame geslacht van die dagen
snerpende geeselslagen over het van zoete
tevredenheid glimmend gelaat,... is 't
wonder, dat men als dolle dieren op hem
afkomt, om hem te verpletteren en te
doorsteken?
Wilt ge een enkele proeve van de wijze
waarop hij aanviel?
Luister dan, wat hij schrijft over* do
Verdraagzaamheid uit laffe toegevendheid
van had men destijds den mond vol. Ver
draagzaam was men tegenover alle on
godisterij en elke ketterij behalve al
leen tegenover de „nachtschool".
Welnu, da Costa schrijft ervan:
„Zekerlijk noemen het de wolven ver
draagzaam, wanneer de herders en de
honden sluimeren, en de schapen ten
prooi laten aan het verscheurende ge
dierte Daar is een ware Verdraag
zaamheid; daar is een gewaande, een
geveinsde, een bedriegelijke Verdraag
zaamheid een Verdraagzaamheid uit
onverschilligheid, uit vreeze voor de we
reld, uit minachting of miskenning van
do Waarheid, uit oogmerken van eigen
belang, uit gocWelooshcid daar is een
Verdraagzaamheid uit laffe toegvendheid,
die den kanker des ongeloofs en der
.gruwzaamste zedeloosheid ongehinderd
laat voortvrelen en den lijder door geen
heilzame pijn durft reddenO, welk
een heerlijke Verdraagzaamheid, die ge
predikt is door de Ongodisten van alle
natiën, die verkondigd is door het uit
vaagsel van het menschdom en wier heer
schappij is uitgebreid door middel van
schavotten, bajonetten cn van moorddol
ken!"
Daar konden de mannen van het „Vre
de, vrede en geen gevaar!" 't mee doen,
niet wa-ar? Men brulde da Costa don ook
tegen; ze schuimden van woede.
Ongelooflijk is 't, aan welke plagerijen,
verdachtmakingen, tartingen hij bloot
stond. Schier elk fatsoenlijk huis was
voor hem_ gesloien; men ontving hem niet
in zijn woning. „Nette" mensclien wei
gerden zijn groet te beantwoorden. Geen
scheldwoord was te min, om 't hem naar
't hoofd te slingeren.
Ouden van dagen onder ons herinneren
zich nog wel, hoe men vroeger op som
mige plaatsen de „fijnen" treiteren kon
en hun personen, noch bezittingen, noch
huisgenooten ongemoeid liet. Zij kunnen
zich een denkbeeld vormen van wat da
Costa te verduren had. En hij stond bij
na alleen. Bilderdijk was de eenige, die 't
volkomen met hem ééns was. En de wei
nigen, die zijn omgang niet schuwden,
wachtten 't was een feit tot na zons
ondergang, om dan steelsgewijs in den
donker bij hem aan te schellen! Want een
tijd lang werd zijn woning zelfs van re-
geeringswege bewaakt en opgeteekend,
wie er in- en uitging. Men achtte hem
•staatsgevaarlijk. Men verdacht hem, te
zinnen op een samenzwering!
Toch hield hij moedig stand in zijn
strijd tegen den Geest- der eeuw. Hij
dacht aan geen deinzen. En daarom
zoolang de anti-revolutionaire banier
wapperen zal in Nederland, zoolang zal
daar ook gesproken worden ter gedachte
nis van dezen onverschrokken belijder,
van dezen getrouwen getuige. Da Costa
vergeet ons christenvolk nooit. Hij is een
der grootste helden onder onze „voortrek
kers".
STADSNIEUWS
A. R. Kiesvereeniging.
Wij vestigen gaarne de aandacht onzer
lezers op een in din nummer voorkomen
de advertentie van het bestuur der A. R.
Kiesvereeniging, waarin wordt aange
kondigd, dat te beginnen met a.s. Maan
dag iederen avond zitting zal worden ge
houden in het administratie-lokaal van
ons blad.
Ieder die dus inlichtingen noodig heeft
bureau-hoofden, propagandisten, kie
zers kan zich daar vervoegen.
Wij vertrouwen dat van dit inlichtin
gen-bureau een druk gebruik zal worden
gemaakt
Huisvlijt-Tentconsteiling.
De belangstelling voor de in do Nuts-
zaal gehouden Huisvlijtten toons telling
bleef onverminderd.
Wij zijn thans in staat een volledige
uitslag te geven van de plaats gehad
hebbende bekroningen der ingezonden
voorwerpen.
N. de Water, groole bronzen med.; A.
G. Covers, kleino zilveren med.; J. R. Ne-
lis, kleino bronzen med.; Melet, kleine
bronzen med.; H. Vol, kleine (bronzen
med. ;Stichting „Voorgeest", bronzen pla
quette; School voor wakzinnigen, zilveren
plaquette; Rijksopvoedingsgesticht, zilve
ren plaquette; Pro Juventute, bronzen
plaquette; W. van Ek, groote bronzen
med.; G. Willcmse, kleine broDzen med.;
Mevr. N. Alblas, groote bronzen med.; A.
ten Velde, groote zilveren med.; A. J.
Dekker, kleine bronzen mëd.; D. de Bruin
kleine verguld zilveren med.; A. F. Bour
geois, kleine bonzen med.; Mej. H. Broek
huizen, kleino bronzen med.; L. A. P.
Brugman, kleine bronzen med.; J. M.
Beenhakker, kleine bronzen med.; H. J.
Boom, groote zilveren med.; M. J. Belt,
groote bronzen med.; P. C. Bik Jr., kleine
zilveren med.; J. Wolfslag, groote zilve
ren med.; J. J. Guldemond. Eere-medail-
le v. d. Burgemeester; L. C. M. Kaafc,
kleine zilveren med.; J. van Ek, kleine,
zilveren med.; A. Overdulve, groote zilve
ren med.; Mevrouw G. M. A. Swaan-de
Bruin, groote verguld zilv. med.; H. G.
Heerma, groote bronzen med.; J. P. Rq-
geboom, kleine bronzen med.; G. Aldriks,
kleine bronzen mod.; J. Wagemaker,
groote bronzen med.; G. A. L. van der
Reijden, groote bronzen med.; C. H. van
Dijk, groote bronzen med.; J. O vermeer,
kleine bronzen med.; Mejuftr. J. A. So-
gaar, groote bronzen med.; P. Segaar,
groote bronzen med.
Een goede naam is de basis waarop
een handelszaak gefundeerd kan worden.
Toch moet de rendabiliteit zich in uiter-
lijken vorm weergeven.
De firma J. J. Taverne, die van het
eerste (de goede naam) kan meespreken,
heeft ook het tweede ingezien en heeft
haar zucht tot expansie geuit in de ope
ning van een in alle opzichten wel inge
richt filiaal in een geheel ander stadsge
deelte, n.l. in perceel Hoogewoerd 98.
Wie de nieuwe zaak die gisteravond
onder groote belangstelling werd ge
opend, eens langs- of binnenloopt, zal
ook bier een blik kunnen slaan op de al-
gemeene frisclilieid en degelijkheid, die
de zaak in de Donkersteeg steeds ken-
mci-ken.
Veranderingen heeft het perceel
waarin reeds een slagerij govestigd was
slechts in zooverre ondergaan, dat de
fa. van Bergen Henegouwe vöor een keu
rige electrische installatie zorgde.
Onze beste wenschen vergezellen den
energieken ondernemer, de heer M. F.
Taverne!
Zooals wij reeds- eerder meldden,
zal op a.s. Maandagavond ter gelegen
heid van do verjaardag van H. K. H.
Prinses Juliana in de Stadsgehoorzaal
door de Leidsche Ghr. Oranjever. een
feestvergadering worden gehouden.
Wat ons omtrent het programma voor
dien avond uit de in dit nummer voorko
mende advertentie bleek, geeft ons aan
leiding nog even in het bijzonder de
aandacht op deze vergadering te vesti
gen, die waarlijk iets bijzonders belooft
te worden.
Het feit dat daar bet woord zal worden
gevoerd door een Excellentie, tevens Kon.-
Adjudant, doet ons verwachten dat de
Leidsche Ghr. Oranjevereeniging ook dit
maal geheel present zal zijn, d.w.z. dat
de stadszhal als van ouds zoo vol loopt,
dat er „geen muis" meer in kan.
Behalve dat men zal kunnen genieten
van den zangvan den heer Ouwerkerk,
wacht der feestvierende vergadering nog
iets anders.
Wij mogen n.l. uit de school klappen
dat een voor de vereen, zeer be teekenis-
volle - huldiging zal plaats hebben.
Wat een huldiging in de feestvergade
ring van do L. C, O. V. beteekent is ge
noeg bekend, en velen zullen er dan ook
getuige van willen zijn.
Gisteravond werd ten kantore der
firma do jaarlijksche algemeene vergade
ring gehouden van aandeelhouders in de
N.V. Broodfabriek „De Zeeuw"
(Firma Hus).
De balans alsmede de verlies- en winst
rekening werd goedgekeurd en het divi
dend vastgesteld op 7 pet. (vorig jaar 6
pet.).
De heer J. de R o o ij werd als com
missaris herkozen.
-Door zekeren K., is bij de politie aan
gifte gedaan dat zijn motorrijwiel dat
hij bij een rijwielhersteller hier ter
plaatse in bewaring had gegeven, door
den laatste niet kon worden getoond toen
hij het terug vraagde.
De politie doet onderzoek.
Gistermiddag had in de KetCïngfa-
briek van de Kon. Ned. Grofsmederij al
hier een ongeval plaats.
De clectricien Mol geraakte bij het ver
richten van eenige werkzaamheden be
kneld tusschen een beweegbare kraan en
een pilaar. Hij werd per auto van den E.
H. D. naar het Acad. Ziekenhuis overge^
bracht, alwaar bij onderzoek bleek, dat hij
geen uitwendige wonden -had opgeloopen.
Men vreesde echter voor inwendige
knouzing.
GEMEENTERAAD.
Verburen.
B. en W. stellen voor aan het Chr. Mu
ziekgezelschap Polyhymnia een lokaal
van het voormalige Invalidenhuis to ver
huren voor 50 gld. 'sjaars voor het hou
den van repetities.
Eveneens stellen B. en W. voor een
lokaal van het Waaggebouw te verhuren
aan de Chr. Scherpschuttersvereeniging
„Willem van Oranje" voor 25 gld.
Verkoop.
B. en W. stellen voor aan den heer F.
Visser te verkoopen een strook grond op
het Raamland, ter diepte van 30 M. en
ter breedte van 13 M., gelegen benoorden
de Fruinstraat, teneinde aldaar een twee
tal middenstandswoningen te houwen,
voor den prijs van 10 gld. per M2.
Subsidie Kinderherstellings- en
Vacantiekolonies.
De afdeeling Leiden van het Centraal
Genootschap voor Kinderherstellings- en
Vacantiekolonies vraagt eene subsidie in
de kosten van verpleging van te Leiden
wonende kinderen in hare koloniehuizen
over de jaren 1922 en 1923, ten bedrage
van 50 cents per dag cn per kind, doch
tot een maximum van £.540 per jaar;
zulks overeenkomstig de subsidies welke
haar over 1920 en 1921 werden toegekend
Het komt B. en W. voor dat er alles
zins nanleiding is de afdeeling ook over
de jaren 1922 en 1923 de gevraagde sub
sidie te verleenen. Zooals uit de overgeleg
de bescheiden blijkt, komen voor 1922 574
verpleegdagen voor de subsidieering in
aanmerking en zal de subsidie derhalve
tot 574 x 50 cents f 287 kunnen worden
beperkt. In afwachting van het getal kin
deren, dat in 1923 zal worden uitgezonden,
kan voor 1923 het gewone maximum ad
f450 wederom in uitzicht worden gesteld
B. en W. stellen voor in dezen geest te
besluiten.
Nieuws verordeningen regelende het
haven- en liggeld.
Het is volgens B. en W. in de practijk
gebleken dat de verordeningen regelende
de heffing van het haven-, brug- en lig
geld in deze gemeente eenige veranderin
gen moeten ondergaan. In verschillende
adressen is daar op gewezen.
Het tarief voor het openen der bruggen
op gewonen lijd (overdag), dat thans, al
naar het laadvermogen van het vaartuig,
bedraagt resp. f 0.05, f0.10, f 0.15, f0.20,
f 0.25 en f 0.30, zou kunnen worden go-
bracht op f 0.05, f 0.07$, f 0.12*, f 0.15,
f 0.20 en f 0.22^; dat voor het openen dór
bruggen buiten den gewonen tijd (des
nachts en, voorzoover zulks voorkomt, op
Zon- en Feestdagen), van resp. f 0.10,
f 0.20, f 0.30, f 0.40, f 0.50 en f0.60 np
onderscheidenlijk f 0.10, f 0.15, f 0.25,
f 0.30, f 0.40 en f 0.45. Het nieuw voorge
stelde tarief is nagenoeg gelijk aan dat,
hetwelk bijv. ook te Rotterdam wordt ge
heven.
ËliiüüEilL&^y
Het schoenenwetje.
Wat in de verdediging van het Sclioe-
nenwetje onaangenaam aandoet zegt onze
R o t t e r d., is de vooringenomenheid,
waarmee in de schriftelijke stukken over
verhooging der invoerrechten
gehandeld wordt.
Een invoerrecht verhoogt den prijs,
brengt allerhande nadeelige gevolgen
zoo luidt een -grief.
Een invoerrecht, eenmaal in de wetge
ving opgenomen, zal niet licht worden in
getrokken zoo luidt een andere klacht.
Op deze wijze worden allerhande kwade
dingen van beschermende rechten gezegd,
die dan bij een invoerv e r b o d volgens
de regeering niet in die mate voorkomen.
Ons kan dergelijke verdediging niet be
koren.
Een invoerverbod tast veel radicaler de
vrijheid aan, dan zulks met e>en bescher-.
mend recht het geval is; het is in wezen
veel bedenkelijker.
Wij vroóZcn dan ook, dat de regeering
door haar averechtsche bestrijding van be
schermende rechten aan het Schoenenwet
je de basis ontneemt.
De sympathie voor dit wetteken, is door
het regeeringsoptreden niet verhoogd.
De stemplicht
De heer Snoeck Henkemans, lid van de
Tweede Kamer, heeft den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw, de
volgende vragen gesteld:
1. Kan de minister nadere mededeeling
doen omtrent de resultaten van het onder
zoek aangaande de toepassing van den
stemplicht en de werking van de thans
geldende poenale sancties, tot handhaving
van deze wettelijke verplichting, omtrent
welk onderzoek de minst-er enkele mede-
deelingen deed in de zitting der Tweede
Kamer van 17 April 1923?
2. Kan de minister mededeelen, welke
sancties op de vervulling van den stem
plicht in België hebben geleid tot behoor
lijke naleving van deze wettelijke verplich
ting?
3. Indien de thans in Nederland bestaan
de wettelijke regeling, met inbegrip der
poenale sancties, onvoldoende mocht blij-
Ay VEHTEftTIE-FHIJ3
Gewone advertentiën per regel^X cenfc»
Ingezonden Modedeelingen, dubbel tarief;
Bij contract, belangrijke reductie.
Kleine advertentiën bij vooruitbeta*
ling van ten hoogste 30 woonden, worden!
cl a gel ii les crenhafsf ad 50 cent.
Aan het Zoeklicht 1
Leiden, 28- April j23.
Als 't kindje binnenkomt, juicht heel
het huisgezin.
Zoo was 't ook in 1909, toen ons prin
sesje geboren werd.
Wat een blijdschap toen door heel het
land!
En die blijdschap is bij het opgroeien
van ons Koningskind niet verminderd.
Van die blijdschap willen we ook a.s.
Maandag als Prinses Juliana haar veer
tiende verjaiadag viert wat leven we
toch vrel! weer doen blijken.
De vlaggen moeten weer wapperen,
overal.
En 't is niet alleen Oranje in het hart,
maarook op de b or st.
De Leidsche Christelijke Oranjevereeni
ging houdt weer een speciale herdenkings
vergadering.
Mij werd gevraagd daarop de aandacht
te vestigen.
Maar is dat eigenlijk wel noodig?
Ik geloof het niet.
Op een dag als Maandag dan zullen wo
hooren van Oranje en we willen z i n-
g e n van Oranje en we willen bidden en
danken met en voor ons Vorstenhuis.
En hoe zouden we dat. heter doen dan
onder leiding van de Christelijke Oranje
vereeniging?
Daarom... Oranje boven! En voor wat
Leiden aangum. Naar de Gehoorzanï,
Maandagavond.
OBSERVATOR.
ken tot verzekering van de "naleving dezer
publieke verplichting, is de minister dan
bereid zoo noodig door de instelling
eener niet t© groote commissie te bevor
deren een wetswijziging, die tot bereiking
van het gewenscMe doel noodig mocht
blijken?
De Zonnetijd.
Op de vragen van den heer Van Ier
Waerden betreffende het. tijdstip" ven in
voering van den Zomertijd heeft de Minis
ter van Binnenlandsche Zeken cn Land
bouw het volgende geantwoord:
De directie der Nederlandsche spoorwe
gen bereidt thans do dienstwijziging voor,
die verbonden is aan de invoering op 1
Juni a.s. van de zomcrdienstregeling, wel
ke op dien datum eveneens door de be
trokken buitenlandsche spoorwegen zal
worden aangenomen. De tijd, die tlians
nog moet verloopen, voordat de datum zal
zijn aangebroken, is veel te kort om daar
nevens nog de ingrijpende wijzigingen voor
te bereiden, welke invoering van zomertijd
voor 1 Juni zou meebrengen. Immers, da
dienst van de exploitatie der Nederland
sche spoorwegen heeft slechts noode den
lijd, om alle voorbereidende maatregelen
te treffen, noodig om de zomerdienstrege-
ling tijdig te doen werken.
Er kan dus niet aan gedacht worden
dezen dienst te gelijkertiid nog te belasten
met een gewijzigde winterdienstregeling,
welke noodig zou zijn, als de zomertijd
voor 1 Juni werd ingevoerd. Want met be
houd van de tegenwoordige uren van aan
komst en vertrek kan de zomertii-1 niet
worden ingevoerd, zonder dat vele inter
nationale treinen één uur later loopeii, wac
de meest nadeelige gevolgen zou hebben
voor het publiek cn vaor een geregeld en
treinenloop, omdat do internationale trei
nen ook tal van locale belangen en binnen
landsche aansluitihgen bedienen.
Om al de>ze redenen moet de datum van
1 Juni a.s. geacht worden thans het aan
gewezen tijdstip te zijn voor invoering van
den zomertijd, tegelijk met de zomorrl
regeling voor do treinen.
In dezen zin is dan ook een beslissing
genomen.
Uit de Stecninriustrie.
In oen gisteren te Nijmegen gehouden
vergadering van steenfabrikanlen «s met
algemeene stemmen besloten het volgende
telegram te zenden aan den Minister van
Arbeid:
„Namens de organisaties van werkge
vers-steenfabrikanten verzoeken wij U.E.
onze geschillen met de werknemers als
arbiter te beslissen of een arbiter aan to
wijzen. Wij stelden de werknemersorga
nisaties met dezen stap in kennis en zijn
genegen, hangende de oplossing, de werk
zaamheden te hervatten."
Tevens werd. besloten een telegram aan
de werknemersorganisaties te zenden,
waarin, na mededeeling van het telegram
aan den Minister, wordt gezegd: „Wij
stellen u voor u hiermede bij den Minis-)
ter accoord te verklaren."
Werktijd in bakkerijen.
De Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid; gezien zijne besohikking van
23 Maart 1923; gelet op de nader ingeko-t
men ambtsberichten, alsmede op het be*
paalde hij art. 42, zesde lid, en arL 97,
vierde lid, der Arbeidswet 1919; heeft
goedgevonden het bepaalde onder A in
zijne bovengenoemde beschikking van 23
Maart 1923 (opgenomen in de Stet. van
26 Maart 1923.) als volgt aangevuld:
I. na punt 3 worde gelezen:
„4) op Vrijdag 11 Mei 1923 tusscheK