ÉieleifÉeConit
Tweede Blad
Vrijdag 20 April 1923
Niet kerkelijk, maar onfessioneel,
We hebben in Nederland, onder de scho
len met den Bijbel slechts heel weinig
kerkelijke scholen en, voor zoover mij be
kend is, is dit met de Gereformeerde ner
gens meer het geval, 't Is reeds meer dan
een kwart eeuw geleden, dat de synode
der Gereformeerde Kerken te Dordrecht
uitdrukkelijk verklaarde, dat het niet ge-
wenscht is de school van de Kerk te doen
uitgaan. Sedert dien tijd zijn de weinige
Kerkelijke scholen aan vereenigingen over
gedragen. Wel zijn er scholen, waarvan
het geheele bestuur tot een der Gerefor
meerde Kerken behoort en ook zijn er, die
volgens de statuten op Gereformeerden
grondslag staan en waarvan het beBtuur
gemengd is, zoodat leden der Hervormde
Kerk daar zitten naast die der Gerefor
meerde of Christelijk Gereformeerden. En
ook zijn er scholen, waar de statuten wel
niet uitdrukkelijk bepalen, dat de grond
slag Gereformeerd moet zijn, maar die
inderdaad toch, in den grond der zaak,
beslist Geref. Scholen zijn. Al deze scholen
kunnen samenwerken in het Schoolverband
daar ook dit volstrekt niet kerkelijk iB.
De statuten van de vroegere vereeniging
voor Gereformeerd Schoolonderwijs bevat
te nog dc bepaling, dat een deel der be
stuursleden predikant moest zijn in de
Gorcformecrde kerken. Men had dit go-
daan om eenige waarborg te hebben te
gen verflauwing der grenzen, maar tege
lijkertijd kreeg het daardoor den schijn,
alsof men Kerkelijk Gereformeerd wilde
wezen. Ook die schijn is thans vermeden
en volgens de statuten is het mogelijk,
dat heel de commissie van uitvoering be
staat uit mannen, die tot de Hervormde
of tot de Christelijke Gereformeerde kerk
foehooren. Onder de vroegere leden van
de commissie van uitvoering vindt men
ook de namen van Prof. dr. van Leeuwen
en Prof. dr. H. Visseher. Wie op politiek
gebied met de Antirevolutionaire partij
samenwerkt, kan op het terrein der school
toch ook stellig samengaan met de voor
standers van het Gereformeerd Schoolver
band. Die samenwerking wordt hartelijk
begeerd; ze zal stellig heilrijke gevolgen
hebben voor de scholen, maar ze kan ook
meewerken om den broedergeest te ver
sterken^ die toch ongetwijfeld moet ge
vonden worden, waar heb mannen geldt,
die in den grond /Ier zaak hetzelfde be
doelen; die alleen verschillen in bijzaken,
maar niet in de hoofdzaak.
Op het gebied der vakvereeniging wordt
vaak geklaagd over de menschcn, die wel
do vruchten van het werken der vakver
eeniging willen plukken, maar geen lid
er van worden, omdat dit geld kost. Men
heeft er daar een leelijken naam voor
uitgedacht, n.1. klaploopers. Niet gaarne
zou ik dien naam overnemen en 'k geloof
ook niet, dat hij zou passen voor de scho
len, die van verre blijven staan, want,
voor zoover mij bekend is, worden ze niet
teruggehouden, omdat het geld kost, maar
door onbekendheid of andere oorzaken.
•Toch zullen ook die scholen de vruchten
plukken van den arbeid van het Gerefor
meerd Schoolverband en dan is er kans,
dat de besturen en onderv/^zers zich zelf
een verwijt er van maken, dab ze niet mee
geholpen hebben om die vruchten tot rijp
heid te brengen, Daarom is het zaak, dat
men allerwege zich^nu bezint, of het niet
mogelijk, ja noodzakelijk is toe te treden
tot het Gereformeerd Schoolverband. Wie
nog meer wil onderzoeken, voor hij toe
treedt, kan bij de Drukkerij „De Stan
daard" N. Z. Voorburgwal 5860 bestel
len: „De taak van het Gereformeerd
Schoolverband" door Dr. H. Bavinck, of
ook hij kan gratis van den Secretaris be
komen: „Gereformeerd Sehoolvcx'band",
een tractaat van vier bladzijden, alsook
„Begrip en Doel van het Gereformeerd
Schoolverband" door Dr. M. Woudstra,
Hervormd predikant. En voorts is de Se
cretaris gaarne bereid schriftelijk alle in
lichtingen te geven, die men wenschb en
het allerliefst stuurt hij kaarten rond,
waarop men liet noodigo lean invullen als
anen toetreedt tot het Verband. Zijn adres
is J. v. d. Waals te Nijkerk (Gelderland.)
Zal de nood der tijden ons tot nauwer
aansluiting bewegen? Zal de uiterlijke
bloei van het Christelijk Onderwijs ge
paard gaan met innerlijke verdieping, met
meer belijning? De behoefte daarin wordt
meer dan ooit gevoeld en vele onderwij
zers geven een goed voorbeeld. Zoo telt
de vereeniging voor Christelijke Paedago-
giek veel meer leden dan die neutrale
Paedagogische Vereeniging. Ook zijn er
hier en daar reeds studieclubs gesticht
om onderwijs en opvoeding verder te bren
gen. Maar dan is het ook noodig, dat de
Schoolbesturen niet van verre blijven
staan, dat zij zich nauw aaneensluiten en
dat alle scholen, die bedoelen gerefor
meerd onderwijs to geven zich ook aan
melden bij het Gereformeerd Schoolver
band.
SCEKIC EEfi SCHOOL
NED. HERV. KEEK
Drietal. To Meppel J. Petri te Eek
en Wiel; C. Koenckop tö Biggekerke en
J. van Eamshorst te Brummen.
Beroepen. Te Odijk: A. Daram te
St Oeclenrode
Bedank tVoor Koudekerke (Z.)E.
Ec-^ams te Hoek (bij Terneuzen) Voor
Zwammcrdam: D. M. Blankhart- te Nijver
dal.
EVANG. LUTH. KEEK,
Drietal. Te Nieuwe PckelaG. J.
Duijvendak te Stadskanaal; Joh. J. Simon
to Weesp en JC. H. Wallien te Helder
DOOPSGEZ. GEM.
Beroepen. Te Nes op Ameland: Mej.
M. T. Gerritsma te Oranjewoud.
Bevestiging,, Intrede, Afscheid.
Ds. P. A. Zeilstra van Nieuw-
veen\hoopt 3 Juni a.s. zijn intrede te doen
bij de Gercf. Kerk waarbij als bevestiger
zal optreden Ds. W. W. Meynen, Geref.
predikant to Dordrecht.
D s. F. Bruinsma, gekomen van
Tijnje, deed Zondagmiddag j.l„ na des
morgens bevestigd le zijn door den con
sulent, Ds. II. H. Schoemaker, van
Zwartsluis, zijn intrede bij de Geref. Kerk
te Genemuid-en.
De. J. W ij m i nga nam Zondag jd.
afscheid van de Geref. Kerk van Dronrijp.
Ouderling J. Miedcma sprak namens Ker-
keraad en Gemeente zeer waardeerende
woorden tot den naar Charlois vertrek
ken den leeraar. Ds. D. de Wit van Berli-
kum, sprak namens de classis en Ds. A.
J. Bouma, van St. Jacobi-Parochie al3
vriend.
D s. G. J. Mooi hoopt op 3 Juni a.s.
afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gcm.
te Gas3ello en 10 Juni d.a.v. zijn intrede
te deen bij de Ned. Hcrv. Gem. te Hal-
luw, waarbij als bevestiger hoopt op te
treden Ds. J. D. Stegeman van Aalten.
Onderwijzers-salarissen.
De Minister van O. K. W. heeft, ten
vervolge op de beantwoording van vragen
van den hoer Vliegen betreffende liet niet
terugvorderen van in 1920 aan onderwij
zers to veel betaalde bedragen en het
brengen van deze bedragen ten laste der
gemeente- en schoolbesturen, medege
deeld
Inderdaad heeft de Minister een onder
zoek doen instellen of het, zonder dat
dit to groote offers van do schatkist zou
vergen, mogelijk ware aan do onderwijzers
die over het jaar 1920, met inbegrip van
het hun uitgekeerde voorschot meer aan
salaris uitgekeerd gekregen hebben, dan
waarop zij ingevolge de bepalingen van
het K. B. van 16 Dec. 1920 achteraf aan
spraak bleken te bobben, dit meerdere te
doen behouden, waartoe dan aan de ge
meente- en schoolbesturen van Bijkswoge
ecu vergoeding toegekend zou moeten wor
den.
Het resultaat van dit onderzoek is van
dien aard, dat de Regeering thans meent
zoodanige regeling inderdaad in uitzicht
to mogen stellen.
Do daarvoor ncodigo gelden zullen wor
den aangevraagd door middel van een
wijziging van hoofdstuk Va der Staats-
begrooting voor 1923, waarvoor een wets
ontwerp zoo spoedig mogelijk zaj worden
ingediend.
Hoofdelijke omslag en beroepingswerk.
Te Dirkshorn is onder de leden der Ned.
Herv. Kerek een referendum uitgeschre
ven over de vraag, of een kerkelijke hoof
delijke omslag zal worden ingevoerd ten
einde aan de financieele verplichtingen,
door den Raad van Beheer gesteld, te
kunnen voldoen. De groote meerderheid
verklaarde zich daartegen, zoodat nu geen
predikant zal worden beroepen. De vaca
ture bestaat reeds ruim la jaar.
Pracp. examen.
De classis 's-Hcrtogenbosch der Geref.
Kerken, vergaderd te Eindhoven, heeft
préparatoir geëxamineerd en toegelaten
om tè staan naar de bediening des Woords
en der Sacramenten, den heer" J. H. Don-
ner Jzn., geboren te Goes, candidaat aan
de Theologische School te Kampen.
Examen vroedvrouw.
De Minister van Arbeid, H. en N,
brengt in de „St.-Ct." ter kennis, dat eer
lang gelegenheid zal worden gegeven tot
het afleggen van het examen van vroed
vrouw. Voor de toelating tot dat examen
moet het hcwijs worden overgelegd, dat
de candidaat als leérling-yroedvrouw on
der de desbetreffende voorwaarden is in
geschreven en daarna ten minste 10 ge
won© verlossingen in tegenwoordigheid
van een bevoegd verloskundige hier te
lande heeft verricht.
Het practisch gedeelto van bedoeld
examen zal worden afgenomen t© Am
sterdam op 19, 20 en. 21 April e.k., to
Botterdam op 23, 24 en 25 April e.k., t©
Heerlen op 27 en 28 April e.k. en te
Groningen in dó maand' December van
dit jaar.
Het theoretisch gedeelte zal worden
afgenomen te Amsterdam op 11, 12, 13,
15 en 16 Juni e.k., te Botterdam op 20,
21, 22 en 23 Juni e.k. en le Heerlen op
26, 27, 28, 29 en 30 Juni e.k.
BIHgEHLfiWB
De huldiging van de Koningin ie A'dam.
Aanbieding van hei huldeblijk.
De huldiging zal plaats hebben op Don
derdag 6 September a.s. des nam. op den
Dam, voor het Koninklijk Paleis te Am
sterdam.
Het Centraal Huldigingscomitó zal
zijne plannen aan de vergadering ter
goedkeuring voor leggen. Volgens deze
zullen de vereenigingen naar gelang van
haar aankomst te Amsterdam door com
missarissen van orde geleid worden
naar het grccie terrein aclitér het Rijks-
Museum, waar de stoet provinciegewijze
door de provinciale comité's zal worden
opgesteld.
Wensclielijk is,'dat een delegatie van
een vereeniging bestaan zal uit 5 leden
(de vaandeldrager in het midden) of een
voelvoud daarvan (10, 15, 20 enz.). Voor-
loopig geeft het Centraal-Comitó geen
maximum aan wat het aantal deelnemers
per vereeniging betreft, omdat het nog
over te weinig gegevens beschikt.
Het dragen van de nationale kleedor-
dracht van de streek van herkomst door
do deelnemende vrouwen en mannen is
zeer gewenscht.
De zangvereenigingen zullen tijdig de
muziek ontvangen van liet huldigingslied,
dat uoor den heer Kuiler gecompagneorcl
wordt.
Nadat do geheele stoet van de verza
melplaats achter het Rijks-Museum af
gemarcheerd is naar den Dam, zal al
daar hulde worden gebracht aan de Ko
ningin, die op het balcon van liet Paleis
die hulde in ontvangst zal nemen. Wan
neer alle deelnemers op den Dam aange
komen zullen zijn, waar de" commissaris
sen van orde de noodjge aanwijzingen
zullen doen, zal een lange stoot op de kla
roen het feit aankondigen, dat het huldi
gingslied door do zangvereenigingen zal
worden aangeheven. Op het oogenblik,
dat zij in dat lied de herauten oproepen,
zullen deze, gehoor gevende aan dien op
roep, vanaf de tinnen der Nieuw© Kerk
naast het Paleis, den ban openen, waar
op alle aanwezigen op de wijze van het
„Oude Wilhelmus" met ontblooten hoof
de, den eed van trouw aan H. M. zullen
brengen.
Gedurende het défilé zal aan H. M. een
oorkonde met toepasselijken tekst worden
overhandigd namens alle deelnemers, met
een album, waarin de namen van alle
deelnemend© vereenigingen.
Tevens zal dan Jiet hoofdcomité voor
het huldeblijk aan H. M. het huldeblijk
van het Nederlandscho volk aanbieden.
Art. 149 der Kieswet.
De heer H. Golijn, lid van de Tweede
Kamer, heeft aan den minister van bin-
nenlandsclio zaken en landbouw de vol
gende vragen gesteld:
I. Is het den minister bekend, dat door
onderscheidene burgemeesters .in het
land op niet te rechtvaardigen wijze de
hand gelicht wordt met de toepassing van
het bepaalde bij art. 149 der Kieswet?
II. Is de minister niet van oordeel, dat
zulk oen niet uitvoeren der wet door deze
ambtenaren als volstrekt ontoelaatbaar
moot worden besëhouwd?
III. Is de minister bereid er voor t©
zorgen, dat alle burgemeesters in den
vervolge do betrokken wetsbepaling zul
len naleven en lean er, bij eventueele ver
dere nalatigheid, op worden gerekend,
dal tegenover de nalatigen met do ver-
eischlc gc-strengdheid' zal worden opge
treden?
IV. Is de minister bereid aan de Ka
mer mede te deelen, in hoeveel gevallen
voldaan is aan den eisch tot verzending
van oproepingen als bedoeld in het 1ste
lid van art. 149 der Kieswet?
Hel zegeitjesplakken.
Wat merkwaardig was, dit koer?"
vraagt het Friese h Dagbladr
Daar heeft nu letterlijk nergens, over
't gansche land, ook maar één politieke
kip tegen het „zegeltje" staan kakelen.
Verleden jaar hoorde men nog wel wat.
Thans is er véél bijgehaald, dat niet hij
de Staten behoort, tot de „Kerk der Va
deren" toe, maar het „zegeitjo" bleef on
aangeroerd.
Niet uit zeker© gewetensschuchterheid.
Och, neen! maar 't „zegeltje" dóét het
niet meer.
Neen, velen zijn nog niet enthousiast.
Ook onzerzijds hopen we nog op ver
beteringen in de sociale wetgeving. Maar
als ceD ondragelijk juk voelt men het
niet meer.
Waar dan nog iets bijkomt.
In 't begin zag men alléén de kos
ten.
En zei: „Wat een geldvermorserij
Nu gaat men óok de baten zien.
In stad en dorp en buurt, haast over
al is wel iemand aan te wijzen, die in
eigen persoon of gezin de zegenrijke ge
volgen der „Invaliditeitswet" ondervon
den heeft. De „Raden van Arbeid" zijn
niet enkel meer voor 't volksbesef,
geldverslindende lichamen, maar men
heeft gezien, dat er ook nog wat goeds
van komt.
Denk alléén al aan den strijd tegen de
tuberculose.
In 't volks-sanatorium te Hellendoorn,
waar in '22 wel 322 Invaliditeits-patiën-
ten werden verpleegd, keerde 84 procent
der ontslagenen met gehééle arbeids
kracht in het arbeidsleven terug.
Dat werd in den middellijken weg door
't zegeltjes-plakken bewerkt
Dienstweigering.
Aan de Memorie van Anwoord op 't
voorloopig verslag betreffende het diensfc-
weigerihgsontwerp is het volgende ont
leend:
De verlenging van den diensttijd is niet
als straf bedoeld maar alp een middel,
waardoor den gewebensoezwaarde, een
zoodanige andere plicht kan worden opge
legd, dat hij een offer brengt waardoor
oen waarborg wordt verkregen voor den
ernst der bezwaren.
Aan de ernstige bedenking tegen het
ontwerp door sommige leden geuit, dat het
van te beperkte strekking zou zijn en dat
huns inziens de regeling moet worden uit
gebreid tot hen, die het bestaan, van le
ger en vloot verooi'declen, omdat zij dit
slechts instellingen achten in het belang
van e>en slechte zaak, de instandhouding
van de kapitalistische maatschappij, kan
niet worden tegemoetgekomen. De over
heid heeft de haar van God opgelegd©
roeping te vervullen, en wijke slechts voor
de uitspraak van het geweten, niet voor
afwijkende staats- en maatschappij be
schouwing, die gericht is tegen Ixet over
heidsgezag als zoodanig.
Het ontwerp voldoet naar de meening
van den minister aan de eischen van voor
zichtigheid, vooreerst door de vrijstelling
te beperken tot hen, die zich in strikten
zin in hun geweten gebonden achten eix
voorts door dezen dan alleen van hun wet
telijke verplichting vrij te stellen, wanneer
zij daartegenover gedurende een langeren
diensttijd diensten aan de gemeenschap
bewijzen. Waarom deze poging zeer weinig
geslaagd kan wox'dcn genoemd, is zonder
nadere motiveering niet duidelijk.
Vrijstelling wordt niet vereleend dan
aan hem, voor wiens bewustzijn de vervul
ling van den dienst een conflict zou doen
ontstaan met het gebod: Gij zult niet
dooden. Moet nu echter nog nader de
eisch worden gesteld, dat het conflict ook
door den betrokkene zelf als van godsdien-
stigen aard wordt beschouwd, dat met
andere woorden hij den goddelijken oor
sprong van het evenbedoelde gebod uit
drukkelijk erkent? De ministers zouden
mesnen, dat men zoover niet moet gaan.
doch dat het voldoende is, dat het gebod
als norm met volstrekt gezag zich aan den
betrokkeno oplegt.
Ernstige overweging heeft tot de slot
som geleid, dat het beter is en prin
cipieel juister vrijstelling van den mili
tairen dienst te verleenen c.q. het mili
tair verband van de betrokencn op te hef
fen. Wat verpleging, voeding, toelage ba-
treft, zal daarbij moeten worden aange
sloten aan dc militaire regelingen.
De regcering is niet bevoegd, 1xsno-t-
weigeraars, die zich thans in arrest moch
ten bevinden, in vrijheid te doen stellen?
wel wordt aan den dienstplichtige, die
meent onder de bepalingen van dit ont
werp te moeten vallen, op zijn verzoek
uitstel van eerste oefening verleend.
Beroepskeuze.
Op initiatief van „Patrimonium" te
*s-G raven hage heeft zich aldaar een com
missie gevormd teneinde zich met het
vraagstuk der Beroepskeuze bezig t©
houden. De commissie bestaat uit do heo-
ren P. Antheunise, K. Dijk, Mr. G. J,
Heemskerk, W. Heijns, W. Koot, A. H.
Kerkhoff, Dr. G. v. Leeuwen, I. v. d.
Loo, Dr. S. O. Los, L. Slagter en W»
Strijbis. Deze commissie heeft dezer da
gen haar eerste vergadering gehouden.
Om reeds aanstonds tot practisch werk,
zij 't ook op kleine schaal, te komen, zij
de commissie zich met d© hoofden der
Chr. scholen in verbinding snellen, als
mede met de mannen uit het bedrijfsleven
en de vakbeweging. Zij allen kunnen de
commissie van advies dienen en werk
zaam zijn in het belang van de de school
verlatend© jongens.
Visscherij.
In de week van 10 tot en met 16 April
werd t© IJmuiden door 3 Duitsche- en
23 Nederlandsche stoomtrwlers, 2 sleep
boottrawlers, 3 motor- en 42 zeillogges, 6
zeil- en 49 motorkustvisschers vaar tui eren,
20 open booten tasamen 66.402 K.G.
trawlvisch, ter waarde van f74.948 aan-i
gevoerd.
Van de beugvisscherij arriveerden deze
week 3 zeil- en 9 stoombeugers met een
aanvoer van 57.939 K.G. beugviach met
een opbrengst van f20.949.
De 38 van elders aangevoerde consig
natiezendingen brachten tesamen f 1917
op. De totaal-omzet bedroeg thans
f 97.814 tegen f 186.983 in de daaraan
voorafgaande week, thans dus f89.169
minder.
Een HoITandsche en een Fransche boot
-5"^ Ih. Obbimb schrijft van
de Mi-*. i.Jche Zee aan „Bergop-
«ft <ap êen. Fransch© boot van de
Message i lea Mari times, want de boot van
den Bott. Lloyd, de „Tarbanan", waarmee
ik de to rugrots dacht te ondernemen, was
mij te vlug af eni juist vertrokken, toen
ik daar aankwam....
Zooals de lezers van „Bergopwaarts"
reeds weten, ondernam ik de reis por
Holalndsche boot, „Do Insulinde" van denl
Rotterdamschen Lloyd. En ik kom terug
per Frans ch© gelegenheid. Wat 'n ver
schil. Beide booten zijn zoowat even groot,
pLm. 10.000 toni. Maar, om 't nu maar
dadelijk op te sommen: de „Insulinde"
is veel comfortabeler ingericht, haar gan
gen en zalen zijn beter verlicht, haar
ameublement is mooier en gerieflijker
haar hutten zijn gezelliger en gemakkelij
ker, haar personeel is vriendelijker, do
voeding is er beter, de prijzen lager.
Ik vertel dit met echt Hollandsch ple
zier, tegenover hen, die altijd het uit-
lxeemsche beter achten- dan wat ons eigen
landje praesteert, plaats ik met chauvinis
tisch genoegen mijn ondervinding, die op
dit punt precies omgekeerd is.
Vooreerst de prijs. De reis van Marseille
naar Port Said op oen boot der Mcssago-
ries Maritimes le klas kost ongeveer
f 100 meer, dan op een Nederlandscho
boot Dat bcteekent bijne f25 per dag
méér. Maar het ergste vind ik, dat op
dezo Fransche boot, „de Dumbea", de
voeding zoo slecht is
Het tweede meest in 't oog vallende ver
schil met de Insulinde is: het personeel
der boot. Op de Insulinde zijn alle officie
ren en verdere bemanning allen even.
lxupsch en vriendelijk; de officieren eten
met de passagiers aan één tafel, maken
hen opmerkzaam op interressante punten
onderweg, do kapitein gunt ons een kijkjo
op^ de brug, de chef-machinist in de ma
chinekamer, er worden allerlei aardig©
dingen bedacht, om 't den passagiers aan
genaam te maken cn hun den tijd te kor
ten: spelletjes voor kleinen en groo'.en,
oen bioscoopvoorstelling, enz. Te Port-Said
aaxxgckomen vond ik het bepaald jammer
dat ik de Insulinde moest verlaten.
Op de Dumbea niets van dat alles. Do
officieren ijsetijk hoog en afgemeten, op
vragen naar dit of dat krijgt men een
kort, bits bescheid of een nijdige axmbo-
weging naar een kaart, waar men 't ant
woord vinden kan. De officieren eten met
elkaar aan een aparte tafel, met een op-
zettelijken afstand tussclien hun tafel en
die der gasten, enz. 't Zijn net Pruisische
Feldweber.
FEUILLETON
Van hooger Orde.
i Naar het Engel6ch.
John, hoewel ze-er helcefd, was toch iet
wat teruggetrokken. Het gesprek aan ta
fel liep hoofdzakelijk tussohen -do Lady
en haar gastheer; zij sprak zelden met
vrouwen als er een man bij was. Het ge
sprek ging over ÏKeizer Napoleon en
Lord Wellington, Lord William Bentinck
en de Sardinischo politiek en de echtelij
ke twisten op CaTlton House en d© al-
8es beheerschende politiek© kwestie van
dat jaar de Katholieke Emancipatie.
„Gij zijt een flink voorstander van
deze wot, zegt mijn vader. Gij helpt hem
natuurlijk óok bij de verkiezing te Kings-
jwoll, morgen?"
„Ik kan dat nauwelijks een verkiezing
noemen," antwoordde John.
Een - verkiezinjg! 't Was niet meer dan
een benoeming, door enkele arm© boeren,
achters van mijnheer Brithwood en
ord Luxmoro, gedaan, die enkel© goud
stukken ontvingen voor hun diensten
'ïn dat was alles.
i „Wie is de candidaat, Lady Caroline?"
„Een jonge mijnheer, met gering ver
mogen, maar uitstekende hoedanigheden,
die uit Napels met ons teruggekomen is."
„Daar de verkiezing morgen is, is -zijn
naam natuurlijk geen -geheim?"
„O, neen, Vermilye, mijnheer Gerard
Vermilye, kent u hem?"
„Ik heb van hem gehoord."
Toen hij dit zei, zag hij Lady Caroline
recht in 't gezicht. Zij sloeg haar oogen
neer en begon mot haar armbanden te
spelen. Beiden spraken zij niet meer over
de Kingswell-verkiezing. Spoedig daarop
gingen we van tafel en Guy stond er op
om „de mooie dame" mee le nemen ach
ter in den tuin, om een prachtige lelie
voor haar to plukken, de geliefde lelie
van zijn moeder. Ik zei, dat ik eerst per
missie zou vragen en men liet mij terug
gaan.
Ik vond John en zijn vrouw in een
ernstig, zelfs pijnlijk gesprek.
„Beste", zei hij, „ik heb 't al lang ge
weten, maar als zij niet hier was geko
men, zou ik je niet bedroefd hebben daar
't te vertellen."
„Misschien is 't niet waar," -zei Ursula
warm. „De wereld is spoedig genoeg
klaar om valsche leugens over óns, vrou
wen, te verzinnen."
„Óns vrouwen!" Zeg dat niet Ursula.
„Ik wil mijn vrouw niet in denzelfden
De prins van Wales, de latere George
III, was gescheiden van zijne vrouw.
adem genoemd hebben met haar."
„John." De zachte toon riep hem terug
tot zijn beter ik.
„Vergeef me! maar ik wilde niet, dat
er de minste smet op mijn vrouw zou
komen. Ik kon de gedachte niet verdra
gen, dat zij zich zou inlaten met een
lichtzinnige vrouw een Vrouw, on
trouw aan haar man."
„Ik geloof 't niet. Caroline was dwaas,
zij was nooit slecht. Luister! Als 't
waar was, hoe kon zij dan nu lachen met
onze kinderen? O John bedenk zij
hoeft geen kinderen."
Het diepe medelijden van Ursula's hart
ging over op dat van haren man.
„We zullen nog wat wachten voor we
oordeelen. Lieve, gij zijt een 'beter Chris
ten d*an ik."
Den 'gelieelen namiddag betoonden zij
beiden meer dan hoffelijkheid vrien
delijkheid aan deze vrouw op wie, gelijk
John wel wist, de gansche wereld reeds
met den vinger wees om haar betrekking
tot "mijnheer Gerard Vermilye. En zij
van haar kant werd geheel en al
„schaapherderin", voedende de vogels
met Edwin, deedi haar juweelen af en gaf
ze aan Walter om er mee te spelen, ja,
zij waschte zelfs 't blanketsel bij de bron
af en kwam binnen, met bleeke, natuur
lijke rozen op haar verlepte wangen. Zij
schoen zoo 'gelukkig, zoo onschuldig, kin
derlijk blij, dat ik meer dan eens John
en Ursula blikken van verst andhouding
zag wiselen en ik zag, dat zij blij waren,
dat zij de goddelijke liefde waren ge
volgd, welke „geen kwaad denkt."
Na de thee gingen we allen naar bui
len gelijk de gewoonte was op zomer
avonden; de kin-deren speelden terwijl
vader en moeder arm in arm wandelden,
zooals zij gewoon waren om soms uren
met elkander te praten, in de scheme-
Ting.
Lady Caroline wees naar hen. „Ziet!
Adam en Eva gemoderniseerd; Baucis en
Philemon, toen zij joDg waren. Par bleu!
wat is 't heerlijk jong le zijn!" Zo zei
dit met een zucht alsof ze bevreesd was
voor de dagen, welke over haar zouden
komen de donkere dagen.
„Men is altoos jong," antwoordde ik,
„als men elkander liefheeft, zooals zij
dóen."
„Liefde! wat een- ouderwetsch woord.
Ik haat 't! Het is zoo hoe zoudt ge
dal in 't Engelsch uitdrukken? zoo
déehirant. Ik zou niet „une grande pas
sion" willen hebben voor de wereld."
„Maar liefde tusschen getrouwde men-
schen, liefde voor dc kinderen en huise
lijk geluk daarin gelooft u toch?"
Zij richtte hare mooie oogen pp mij;
zij zagen verschrikt als-die van een vo
gel, welke in het net van den vogelaar Js
verstrikt.
„C'est impossible impossible!"
Toen de avond viel en de jongere kin
deren naar bed waren gebracht, word zij
wel ietwat ongerust, dat haar Z'Jluig
niet verscheen. Ten slotte kwam er een
lakei te voet. Zij vroeg boos, waarom er
geen rijtuig voor haar gezonden was?"
„Mijnheer gaf geen orders, Myla-
dy," antwoordde dc man, ietwat ruw.
Lady Caroline werd bleek door toorn
en vrees wellicht door beide.
„U hebt de vraag van uwe meesteres
niet geheel beantwoord," zei mijnheer
Halifax.
„Mijnheer zegt, mijnheer ik vraag
my-lady wel excuus, dat ik 't herhaal
maar hij zegt: „De dame ging uit tegen
zijn wil en dat zij thuis kan komen wan
neer en hoe zij wil"."
„Do dame," barstte in lachen uit, lach
te hevig en lang.
„Ze'g hem, dat ik dat zal! Zeg hom, ik
zal dat is 't gemakkelijkst!"
John zond den lakei do kamer ,uit en
Ursula zei zoo.iets, „dat men zoo niet
spreken moest, waar een knecht bij waa."
(WW-a* v