Dagblad voor Leiden en Omstreken.
NIEUWE LEIDSCHE COURANT
ABOüNE^ËHTSPRIJS
In Leiden en buiten Leiden
v/aar agenten gevestigd zijn
Per kwartaal f2.50
Per week f 0.19
Franco per post per kwartaal f 2.90
4üe JAARGANG. - DONDERDAG 5 APRIL 1923 - No. 902
BureauHooigracht 35 - Leiden - Tei. Int. 1278 - Postrekening 58936
ADVEttTENTiE-PiflJS
Gewone advertentiën per regel 22K cent.
Ingezonden Mededcelingen, dubbel tarief.
•Bij contract, belangrijke reductie.
Kleins advertentiën bij vcoruitfceta-
ling van ten hoogste 30 woordon, worden!
<Ï9.ca1?'1-8 c^nTaltfsf ad KO ririt.
V Klagende Liberalen.
„Liberale Stemmen", het orgaan van
den Vrijheidsbond voor deze omgeving
beklaagt zich, dat van de zes plaatsen in
net collego van Ged. Staten in Zuid-Hol-
iand, vijf door leden van de rechterzijde
zijn bezet.
Het. kan niet anders dan verwondering
wekken, een klacht als deze in een libe
raal orgaan te beluisteren.
Immers gedurende de 22 jaren dat do
rechterzijde in de Staten de meerderheid
heeft, is er nooit aan gedacht het vrijzin
nige element uit de Ged. Staten te weren.
Maar wat deden de liberalen?
Het waren de liberalen, die
toen zij nog de macht hadden, met de
rechten van de minderheden in geen en
kel opzicht Tekende
Hot waren de liberalen, die
er zorgvuldig voor waakten dat een man
van rechts als Gedeputeerde zou worden
gekozen.
Het waren d e 1 i b e r a 1 e n, die
alle zetels, altijd weer voor zichzelf op-
eischten.
Het waren de liberalen, die
wisten te bewerken dat mannen van
Christelijke belijdenis, niet dan bij hoo-
go uitzondering als burgemeester worden
benoemd.
Het waren de liberalen, die
op het gebied van het onderwijs, zich
niet, schaamden het uit te spreken, dat de
minderheden maar onderdrukt moesten
worden.
Hot waren de liberalen, die
deze on-iiberalö theorie ook werkelijk in
practijk brachten en die de minderheden
onderdrukten op een schandelijke wijze.
Het waren de liberalen, dio
dat deel van ons volk dat hunne beginse
len niet kon aanvaarden, als minderwaar
digen behandelden.
Het waren liberalen nog wel
in een Universiteitsstad als Leiden die
liet ten vorigen jaren uitspraken, dat de
voorstanders van het Christelijk onder-
Wijs feitelijk zijn schatkist-piraten, men
schen dus die nemen wat hun niet toe
komt, roovers, die men bij de eerste ge
legenheid de beste aan banden moet leg
gen.
Ue liberalen hebben dus alle reden om
zich te schamen en niet een hoogen toon-
aan te slaan over achteruitzetting van de
minderheden.
Wie in een glazen huis woont, moet
niet met steenen werpen.
En wie boter op zijn hoofd heeft, doet
heel dwaas als hij in de zon gaat loo-
pen.
STADSNIEUWS
Christ. Hist. Unie.
Voor de afd. Leiden van de Chr. Hist.
Uiiie trad gisteravond in openbare verga
dering op, bet Kamerlid de heer H. W.
T i 1 a n u s.
jJ3e voorzitter der afd., de heer J. B.
Meijnen, opende de vergadering die
scliaarsch was bezocht met gebed, whar-
na hij wees op het doel van vergaderin
gen als deze, n.l. de verbreiding der C.
H. beginselen.
Spr. deelde mede dat a.s. Maandag
iv<ser een vergadering zal worden gehou
den, waarin als spr. hoopt op te treden
Mei. Frida Katz.
Na de afdeelingskas in de milddadig
heid der hoorders te hebben aanbevolen,
gaf hij het woord aan den spreker, den
lieer Tilanus.
Ue spreker,' alvorens tot zijn onderwerp
te komen, n.l.: „Wat willen de G. H. bij
de Statenverkiezing", wenscht eerst een
historische terugblik te geven.
Spr. noemt dan den politieken toestand
zooals deze was voor de 15e eeuw, toen bet
geheele, dus ook het staatkundige leven
werd beheerscht door den invloed der
Roomsche Kerk. Het jaartal 1517 echter,
bracht hierin verandering, door de mach
tige strooming van geestesvrijheid die in
de Hervorming haar loop begon.
Spr. wijst dan op do ruime vrijheids-
gedachten van den Vader des Vaderlands
Prins Willem I; maar, zegt hij, deze
groote vrijheidsheld is nooit ten volle
door zijn volk begrepen; toen niet, en ook
nu nog niet.
Als voorbeeld daarvan noemt spr. de
Herv. Geref. Staatspartij, die door de
heerschappij die zij de Herv. Kerk wil
toekennen, van hetzelfde beginsel uitgaat
nis de R. K. Kerk.
Vervolgens wijst spr. op het tijdperk
17951819, waarin de godsdienst werd
opzij gedrongen. Spr. herinnert dan aan
mannen als Ds. N. Schotsman, Bilder-
dijk en da Costa en ten laatste Groen v.
iPrinsterer, die ook het Chr. beginsel op
sLe Staatkunde trachtte toe te passen.
Een eeuw heeft het dus geduurd voor
dat ons volk over 't algemeen bekend was
snet de Chr."Staatkundige beginselen, en
nog zijn ze niet in allo schakeeringen
van bet volk bekend, waarom spr. met
vrijmoedigheid zal voortgaan met het
verbreiden ervan.
Ue vraag, wat de C. H. willen, kan spr.
niet beantwoorden, zonder cenigszins een
inzicht te hebben gegeven in de algemee-
ne landspoliliek der laatste jaren, en in
verband daarmede in de economische om-
etandigheden, waarin het land verkeert.
Spr. wijst dan op den treurigen toest.
waarin het visscherijbedrijf verkeert, als
ook vele industrieën.
Het gevolg hiervan is dat vele gezin
nen in armoede komen te verkeeren, en
inzonderheid met het oog daarop komt
spr. steeds sterker onder den indruk van
den zegenrijken invloed die van een gere-
gelden arbeid kan uitgaan, ook op het
moreele leven.
Bestond er bij het begin van dit jaar
voor den heer Heldring, voorz. v. d. Ka
mer v. Kooph. te Amsterdam, aanleiding
om als zijn meening uit te spreken, dat
op dat moment het laagste punt van de
malaise was bereikt, en dat mot recht
eenige vooruitgang mocht worden ver
wacht, do bezetting van liet Roergebied
is oorzaak -geweest, dat deze verwach
tingen opnieuw den bodem zijn ingesla
gen, daar de Duitsche valuta nog steeds
niet stabiel is, en onze industrie nog
steeds heeft te kampen met een moorden
de concurrentie.
Tot de vraag gekomen, wat de C. H. bij
de Statenverkiezingen willen, wil spr.
eerst een overzicht geven van de gewij
zigde omstandigheden in de volksverte
genwoordiging, in verband met de in de
grondwet vastgelegde evenredige verte
genwoordiging, ten opzichte waarvan spr.
opmerkt, dat hij deze niet zoo bijzonder
toejuicht.
Verleden jaar is met warmte gestreden
voor het verkrijgen van een Chr. Kabi
net.
Men begrijpt nu aanstonds welke onge-
wensebte verhoudingen zouden ontstaan
wanneer de rechtsche Tweede Kamer
naast zich zou. krijgen een linksche Eer
ste Kamer.
Uaarom is het noodzakelijk dat de kie
zers van hun invloed dien zij op do sa
menstelling der Eerste Kamer hebben
gebruik maken, om die Kamer rechts te
houden.
Ook voor de samenstelling van het Col
lege van Ged. Staten is het van groot be
lang, dat rechts gestemd wordt. Boor de
omstandigheden in do oorlogsjaren toch,
is het noodig geworden dat Ged. Staten
meer controle gingen uitoefenen op de
Gemeentebesturen.
Om te doen zien met hoeveel energie en
vastberadenheid ons Chr. Kabinet zich
gereed maakte om de financiën des lands
te redden en het budget zooveel mogelijk
in overeenstemming te brengen, leest spr.
eenige zinsheden voor uit de bekende Mil-
lioenen-nota, onlangs de volksvertegen
woordiging aangeboden.
Op elk gebied is de laatste jaren óp te
grooten voet geleefd.
Ue regeering heeft dan ook terecht ge
toond doordrongen te zijn van den eiscli
om te bezuinigen.
Het is echter niet gemakkelijk om
17.5 pet. te bezuinigen, en do taak der re
geering is vrij wat moeilijker dan die
der oppositie-partijen, welke laatste zich
niet ontzien om de pogingen tot veiligstel
ling van den gulden, voor ons land van
het grootste belang, in een verkeerd dag
licht te plaatsen.
„Met het oog op de toestanden die in
het buitenland zijn ontstaan door de lage
valuta, moest men bekennen, dat de vei
ligstelling van den gulden wel degelijk
eisch is van het Chr. beginsel.
Spr. vraagt zich af, wat men wel zou
zeggen van iemand die, hoewel trouw ter
kerk gaande, de maatschappelijke belan
gen van zijn gezin verwaarloost.
Ook de bezwaren tegen de laatste wij
zigingen der L. O. Wet, acht spr. niet
steekhoudend, daar het volgens zijn mee
ning niet schaadt of aan enkele klassen
eenige leerlingen worden toegevoegd. Ue
gemeentebesturen hebben evenwel de be
voegdheid om, ingeval zij meenen in staat
te zijn de oude bepalingen te handhaven,
de klassen op het oude aantal te laten.
Met het oog op de noodzakelijkheid om
te bezuinigen acht spr. het echter wen-
schelijk, dat de gem.liesturen met de wet
meegaan.
Ue C. H. partij heeft steeds als haar
ideaal gesteld, do gekerstende Openb.
school, maar daar dit practisch niet uit
voerbaar is, zal spr. piet kracht het plei
dooi voeren voor het Chr. Nationaal on
derwijs in zijn huidigen vorm, hetgeen
gunstig afsteekt bij het openhaar onder
wijs welks vruchten volmaakt in tegen
stelling zijn met de eischen van hot Evan
gelie, dat ons een licfdosbeginsel predikt.
Ten slotte wenscht spr. eenige princi-
pieele opmerkingen te maken ten opzichte
van de omringende partijen.
In hoofdzaak onderkent spr. op het po
litiek terrein 4 partijen.
Allereerst is daar de R. K. Staatspar
tij, bij wie alles draait om de Kerk, en
om de Kerk alleen.
Uit is wel te begrijpen als men in aan
merking neemt dat zij vroeger net leven
geheel beheerschte.
De C. H. Unie acht het principieel on
juist, dat een gezant naar den Paus. wordt
gezonden, omdat men daarmede aan cb
Kerk een afzonderlijken invloed toekent;
evengoed zou men een gezant kunnen
zenden naar den voorzitter der Herv. Sy
node.
Het spijt spr. dan ook, dat de A. R.
broeders om redenen van foripeelen aard
dat gezantschap hebben gesteund.
Naast de R. K. partij de S. U. A. P.,
die alle heil alleen verwacht van de
Staatsbemoeiing. j
Men vindt daar, zegt Spr., een alleszins
te waardeeren idealisme, 't geen echter
bij spr. wordt gebroken, door de overtui
ging, dat van den goeden wil des men-
schen niets te verwachten is, gelijk uit de
historie overvloedig blijkt.
Naast de S. D. A. P. een derde groep,
eene die steeds kleiner wordt, n.l. de Li
berale.
Wanneer men de staatkundige opvat
tingen van de S. D. A. P. en de Liberale
partij tot den bodem onderzoekt, blijkt
dat zij van hetzelfde beginsel uitgaan,
n.l. van de erkenning van de rechten van
den mensch. Het eenige verschil is, dat
de eene partij de Staat overal bij wil
betrekken, terwijl de andere de overheid
overal buiten wil houden.
Tenslotte is daar een vierde partij.
Zij is feitelijk één met de C. H.j en staat
eveneens op den grondslag van Gods
Woord.
Ue C.H. beschouwen den Bijbel niet als
een wetboek, waaruit men slechts naar
willekeur een tekst heeft te nemen om
een of andere zaak te argumenteeren.
Wel is de Bijbel op deze. wijze dikwijls
misbruikt, maar de C. H.'en, zegt spr.,
kiezen Gods Woord in zijn geheel als
uitgangspunt, en werken dienovereen
komstig, daarbij geleid door oGds Geest.
Hiermede beëindigde spr. zijn rede,
waarna de voorzitter hem dankte voor
de gesproken woorden, en vervolgens ge
legenheid gaf om van gedachten te wis
selen.
Hiervan wordt alleen gebruik gemaakt
door den heer Tjalsma, die begint met
den spr. te verwijten, dat hij en zijn par
tij, hoewel sprekende over den treurigen
toestand waarin de werkloozen verkeeren
niets doen om deze te verbeteren, en zelfs
in do Tweede Kamer hun stem gaven aan
een voorstel waarhij de uitkeeringen
werden verlaagd. Ten opzichte van het
onrecht dat in het Roergebied wordt be
dreven, wil spr. vragen waarom de C. H.
mede oorzaak waren dat de Interfiella-
tie-Troelstra niet werd tcegeslaam
Met betrekking tot de samenstelling der
Eerste Kamer vraagt spr. of de heer T.,
liet billijk acht dat de S. D. A. P. de ge
legenheid is ontnomen (door de Evenr.
vertegenw.) om af te vaardigen in Ged.
Staten. Do financieele toestand, zegt spr.,
zou heel wat beter zijn geweest, wanneer
men zooals de S. D. A. P. wilde een ex
tra O. W.-beiasting zou hebben geheven,
of een heffing ineens. Hier bedroeg de
heffing slechts 30 pet. en in Engeland
80 pet.
Ten slotte spreekt spr. zijn bevreemding
uit over het feit dat do C. H. en A. R. in
de Tweede Kamer zoo dikwijls in princi-
picele zaken uiteenvallen, (spr. noemde
de behandeling der bioscoopwet), terwijl
zij er zich op laten voorstaan, op den
zelfden voorstel stemmen.
Tegenover de heer Tilanus wil spr. op
merken dat deze zich in do Tweede Ka
mer niet bezondigt aan veel spreken.
Echter wil hij over één ding het woord
voeren, n.l. over een pleidooi van den
heer T., voor uitbreiding van de artille
rie, en van de Chemische wetenschap bij
het leger.
Spr. vreest dat in een volgenden oorlog
nog meer barbaarsche middelen zullen
worden gebruikt, en keurt bet af dat een
Chr. regeering zich daar voor leent. Spr.
is wel voor verdediging van het vader
land, maar hieraan kan Nederland met
de huidige samenstelling van het leger
toch niet denken, waarom spr. minstens
evenveel waarborg meent te moeten zien
in algeheele ontwapening.
De heer Tilanus, het woord verkrij
gende voor zijn dupliek, dankt den voor
zitter voor de loyale wijze waarop hij
den heer Tj., gelegenheid heeft gegeven
zijn pleidooi te voeren.
Spr. weerlegt op afdoende wijze dp
verschillende bezwaren van den heer Tj.
Wat het ontwapenings-vraagstuk betreft,
een opvatting als deze kan spr. wel be
grijpen van den idealist Tsjalsma; de
historie leert echter anders. In de 14de
eeuw, toen het buskruit werd uitgevon
den hebben do menschen wellicht ge
dacht, dat oorlogvoeren spoedig onmoge
lijk zou worden. Tegenover iedere tech
nische uitvinding om aan te vallen wordt
woer een andere gedaan om te verdedi
gen, of den tegenstander te overtreffen.
Spr. zou het schande vinden wanneer on
ze landszonen ter verdediging naar de
grenzen zouden worden gezonden zonder
voldoende te zijn bewapend.
-Do heer Tj. heeft met veel gewicht ge
sproken van de interpellatie Troelstra,
maar uit de wijzo waarop zij in de Ka
mer werd aangevraagd, bleek duidelijk,
dat Troelstra er niet zoo bijzonder op
was gebrand. Tegenover do houding der
regeering kan de S. U. A. P. hoogstens
bogen op: Wij hebben veel gepraat en.,
(applaus).
Hetzelfde geldt ook ten opzichte van
een wettelijko regeling van de werkloozen^.
uitkeeringen. Het is buitengewoon moei
lijk een wettelijke regeling te maken
waaraan in het geheel geen fouten kle
ven,
Do her Tj. meende dat do S. D. A. P.
ten onrechte is uitgesloten van een ver
tegenwoordiging in Ged. Staten. De oor
zaak waarom de S. D. A. P. er bij de
Evenr. vertegenw. zoo slechts is afgeko
men, ligt hierin dat zij teveel heeft ver
wacht van do resultaten van het vrou
wenkiesrecht.
Wanneer de man des huizes zich avond
aan avond liet opstoken door de oproeri
ge krabbels in „Het Volk" en hij de
vrouw ook trachtte te overtuigen, schoof
zij de oourant terug daar zat iets
achter(applaus), want de vrouw
denkt er het hare van, al zegt zij het niet
altijd.
In België hebben de S. D. A. P. bij de
laatste verkiezingen dan ook gezegd: Wij
laten de vrouwen .thuis, want nu kunnen
wij ze niet gebruiken.
Spr. ontkent dat er een coalitie bestaat
in de tegenwoordige regeering. Wel zou
de S. D. A. P. gaarne met Rome samen
werken, maar zij heeft geen kans (ap
plaus.) Spr. vindt het eigenlijk schanda
lig, dat men de regeering, wier eerste
werlc het in 1918 was de ambtenaars-
en ondorwij wCtssrJarissen le verbeteren,
durft te verwijten dat zij iedere gelegen
heid aangrijpt om uit to buiten en de sa
larissen te drukken.
In antwoord op hetgeen de heer T. heeft
gezegd over liet stoelen op eenzelfden wor
tel met de A. R. partij wenscht spr. uit
drukkelijk te verklaren dat dit wel de
meening was van Dr. Kuyper, maar dat
do C. H. dit nooit beeft aanvaard, terwijl
do houding der O. IT. bij de behandeling
van het amendement-Beumer betreffende
de Bioscoopwet berustte op technisch
verzet, en met de beginselen niet in ver
band stond.
vSpr. verklaart aan het einde van zijn
dupliek gekomen, nogmals dat de C. H -en
menschen zijn die voor alles vrijheid
wenschen, gebonden als zij moeien zijn
aan Gods Woord.
De voorzitter dankte den heer Tilanus
voor zijn dupliek, waarna hij allen op
wekte om. ook Maandagavond aanwezig
t« zijn.
De heer Tilanus eindigde met dankge
bed.
Jubileum E. Th. Wiüe.
II.
De volgende spreker Jhr. G. F. van
Tets, voorzitter van de Ned. Maalsel ap-
pij voor Tuinbouw cn Plantkunde, wees
meer speciaal op wat de heer Wil te hui
ten den Hortus voor de Plantkunde heeft
gedaan.
Het archief der Maatschappij en der
jonge, doch krachtige Dibiiavereeniging
alsmede de literatuur, die de heer Witte
aau den Tuinbouw heeft geschonken, zou
den veel kunnen vertellen. Het woord
dat echter alle tuinbouwers uit het hart
gegrepen zal zijn, is: Dank.
Dank voor de werkzaamheden van den
hortulantfs in zijn kwaliteit, doch ook
dank voor zijn leiding in het Hoofdbe
stuur der Maatschappij en als voorzitter
der af deeling Leiden, doch niet minder
voor zijn arbeid als persman.
De heer Witte, aldus vervolgde spr.,
heeft meer voor den Tuinbouw gedaan,
dan menigeen zou denken. De geheele
tuinbouwwereld heeft dan ook eenparig
aan den oproep van het huldigingsco-
mitó gevolg gegeven. Hoewel het in de
bedoeling lag, om als huldeblijk
een schrijfbureau met bijpassend
ameublement aan te bieden, moest
hiervan om verschillende redenen
worden afgezien. Daarom bood spr. een
keurige portefeuille met inhoud aan, ter
wijl dit blijk van waardeer, van oen door
den heer N. J. Brouwer artistiek bewerk
te marodain lederen album met enkele
photo's en de namen der schen
kers vergezeld ging. Een dor
eerste leerlingen van den heer Witte,
M e j. Hengst, directrice der Tuin
bouwschool te Rijswijk, bracht de kwali
teiten als „onderwijzer" vap den jubila
ris naar voren en huldigde hem hierin.
De heer J. K. B u d d e, hortulanus te
Utrecht, bracht in een geestige speech in
herinnering de moeilijke finantieele om
standigheden, waaronder hortulani moe
ten arbeiden, en stelde daartegenover de
voer-werkzaamheid van den jubilari§, die
mede door zijn energie de Leidschê Hor
tus beroemd heeft gemaakt.
Hij bood gedachtig aan de woorden
van den heer Witte: „Laat bloemen uw
tolk zijn" eenige schitterende orchideën
aan „d e hortulanus van Nederland" aan.
Do lieer Lubbe, Oegstgeest, verzocht
daarna, om aan een prachtige nieuwe
narcis-varéteit den naam „Hortulanus
Witte" te mogen geven, wat volgaarne
werd toegestaan.
M e j. D r. De Baat dankte namens
alle bloemenliefhebbers voor wat de ge
huldigde door het schrijven van populai
re hoeken heeft verricht.
Namens de Ncderl. Bloemisten- en
Tuindersvereeniging afd. Leiden bood de
heer G a 1 j a a r d onder hartelijke en
vleiende bewoordingen een bloemenhulde
aan.
Tenslotte kwam de hoer Witte zelf aan
het woord.
Hij dankte het collegium van curato
ren, voor hot zeer vleiend schrijven hem
in den loop van den dag aangeboden, en
hoopte huil vertrouwen tot het einde
waardig te zullen zijn.
Den directeur van den Hortus. Prof.
Janse, heeft spr. in velerlei opzicht te
danken, waar deze hem toch de eerste
beginselen der plantkunde heeft bijge
bracht en ook later in andere verhouding,
steeds op goede wijze heeft willen samen
werken.
Spr. dankte voor de wijze waarop hem
de gelgenheid werd geboden om naast
zijn arbeid voor den Hortus, ook voor do
Nederl. Tuinbouw in het algemeen en
voor de Maatschappij in het bijzonder
iets te kunnen doen.
"Den nadruk legt spr. er op, dat„ wil
Nederland zijn uitstekenden naam van
vóór den oorlog herwinnen, er dan j o n-
g o energieke tuinbouwers noodig zullen
zijn.
Aan de Afd. Leiden heeft spr. zijn hart
verknocht, en daarom wil spr. gaarne do
toezegging doen ook in den vervolge zijn
krachten hieraan te zullen wijden.
In de eerste plaats is spr. echter hor
tulanus.
Men heeft opgemerkt, dat Witte naast
z'a inktpot een fleschje azijn heeft staan
hiermede doelende op zijn soms niet
malscho critiek.
Azijn is echter een beter desinfector
dan siroop en ophouwen do critiek is ge
zond.
Uitvoerig wendt spr. zich tot het per
soneel, dat hem steeds» op de meest
plichtsgetrouwe wijze terzijde heeft ge
staan en in 't bijzonder tot den heer
Jong, dio 23 jaar hem heeft geholpen.
Na nog mej. Hengst en de andere spre
kers en spreeksters te hebben gedankt
eindigde spr. met te constateeren, dat
deze huldiging hem oen spoorslag zal
zijn, om nog meer zijn krachten te wijden
aan de bevordering van het schoone doel:
Een bloeiende en groeiende Leidscho Hor
tus en een welvarende Nederlandsche
tuinbouw.
Gemeenteraadsverkiezing.
In de gisteren gehouden vergade
ring van de R. Kath. Kiesvereeriiging
werd do candidatenlijst voor den Gemeen
teraad als volgt aangevuld:
9. L. J. Tobé, 10. A. H. Boekraad. 11.
A. Bisschop (aftr.), 12. Mr. H. Scholtens,
13. J. H. A. Manders, ;ii. J. P uphorat,
15. G. Th. Kagie.
Naar aanleiding van den u.Lsa,: der
candidaatstelling waarbij met het be
st uursadv ies zoo goed als geen rekening
werd-gehouden meent het'best. de ver
antwoordelijkheid niet langer te kunnen
dragen, en heeft het in zijn geheel ontslag
genomen.
Mei Rusthuis.
In do gisterenavond gehouden buiten-»
gewone Kerkeraadsvergadering der Ge
ref. Kerk alhier, werd na breedvoerige
besprekingen de Diaconie gemachtigt tot
exploitatie van liet Rusthuis "in het per
ceel Hooigracht 38 over te gaan.
Van verschillende zijden waren be
zwaren gerezen tegen de wijze van in
richting.
Het oorspronkelijke voorstel van do
Diaconie, n.l., om het Rusthuis in exploi
tatie te nemen op een capaciteit van 20
verpleegden is thans door den Ilerkeraad
goedgekeurd.
In verband mei de droeve dingen dio
sinds oen paar maanden plaats grijpen
in het door de Fïanschen en Belgen be
zette Roergebied, is op Zondag 18 Maart
in de Pieterskerk een bidstond gehou
den.
Als sprekers traden dien avond op, do
predikanten Ds. Boissevain en Ds. Groot
Enzerink.
De redevoeringen toen gehouden, zijn
thans bij do fa. Jansen alhier in druk
verschenen, terwijl mede is opgenomen,
het door den Kerkeraad der Ned. Herv.
Gemeente aan II. M. de Koningin verzon
den adres.
Wij komen op deze uitgave nog nader
terug maar vestigen daarop reeds nu do
aandacht.
De Gommisaris der Koningin heeft
benoemd tot lid van' de Leidscho Gezond
heidscommissie, wiens aflredmg, vol
gens den rooster, zal plaats hebben op l
Juli 1925, prof. P. C. Flu, alhier, met
aanwijzing tevens tot voorzitter van die
Commissie.
Bij ministerieele beschikking is dr.
H. Gcrth, conservator aan 's Rijks Geo
logisch Mineralogisch Museum te Leiden,
toegelaten als privaat-docent in de facul
teit der wis- en natuurkunde aan do
Rijksuniversiteit te Leiden, om onder
wijs te geven in do palacontologic en do
historisch© geologie.
BiHHEMLaau
Staatscommissie Hoogcr Onderwijl.
De Vereeniging van hoogleeraren aan do
Rijksuniversiteiten en. Hoogescholen heeft
zich tot den Minister van Onderwijs ge
wend met een adres, waar.n geklaagd
wordt, dat in do onlangs ingcstcldo staats
commissie voor het Hoogcr Onderwijs
geen vertegenwoordiger van het bestuur
dezer vereeniging is benoemd. Waar in
do vereeniging do overgroote incerdorhcid
der betrekken hoogleeraren veroenigd is,
beschikt dezo over ervaring en gegevens,
die het toch aangowezen doen zijn, dat in
do staatscommissie oen der bestuursleden
van de lioogleeraren-organisatio aanwezig
zij.
Frov. Bondsdag N. J. V.
Tweeden Paaschdag v»rd-tc Rotterdam
in het gebouw \.Do Eendracht" dc Zuid-